ONZE EILANDEN VAN WOENSDAG 7 MAART 1928.
3
VIERHONDERD INWONERS ZOEK.
Zyn de registers in de war?
ROERMOND, 3 Maart. In Vlodrop was
den laatsten tg d de zoete rust wedergekeerd,
na den oorlog, toen het by de smokkelaars
een goeden naam had en na den inflatietijd
toen het by de valutareizigers, vanwege de
strenge douaneconti óle in kwaden reuk stond.
Maar voor eenigen tyd is een der raadsleden
deze rust wreedelijk komen verstoren met
een opzienbarende mededeeling, die thans
de gemoederen bezig houdt. Hij onthulde n.l.
dat het zielenaantal der gemeente, dat de
laatste jaren officieel steeds om en nabij de
2100 bedroeg in werkelijkheid veel en veel
lager zou zy'n.
De raad stak de koppen bij elkaar en be
noemde een commissie. Deze hield een nieuwe
telling en.kwam tot de conclusie, dat er
in de gemeente ruim 400 inwoners minder
zijn dan het officieele cijfer aanwijst.
Thans is de vraagi zfl'n hier de registers
van den burgelijken stand hopeloos in de war,
want opzet lijkt ons uitgesloten, of is de
tweede telling onjuist?
Voor het antwoord hierop zal het verdere
onderzoek, dat ongetwijfeld zal plaats heb
ben, moeten worden afgewacht.
VEEDRIJVER GEDOOD TE ROTTERDAM.
Zijn slachtoffer nooit tevoren gezien.
ROTTERDAM, 4 Maart. In den afge-
loopen nacht om kwart vöor een heeft op
den hoek van de Heerenstraat en deGoudsche
Singel een noodlottige vechtpartij plaats
gehad. Daar stond op dat oogenblik de 62-
jarige veedrijver Izak Ardon uit den Hang
met een paard en wagen, die toebehoorden
aan G. B. uit Berkel. Van den Goudsche
Siügel kwam een troepje luidruchtigejonge-
lui, die bij het paard stil bleven staan en
enkele onvriendelijke opmerkingen over het
magere beestje maakten. Ardon bemoeide
zich er mede en zeide: „wat moeten jelui
met dien knol?"
De 22-jarige expeditieknecht G. S. maakte
zich daarop zoo driftig, dat hij den ouden
man zonder eenige aanleiding een stomp
in het gelaat gaf, ten gevolge waarvan deze
met het achterhoofd op de straat viel. In
bewusteloozen toestand werd de ongelukkige
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ver-
■oerd, waar men schedelbreuk constateerde.
Vanmiddag is hij daar zonder bij kennis
zijn gekomen aan de gevolgen overleden,
i dader die onmiddellijk was aangehouden,
eeft bekend den slag te hebben toegebracht,
"ij had den veedrijver nog nooit tevoren
:ezien.
SEN HONGAARSCH MEISJE VERMIST.
Zy wilde in Holland blijven.
Op Maandag 27 Februari is de laatste trein
net Hongaarsche kinderen (ongeveer 2000)
/an Utrecht naar Boedapest teruggekeerd.
Nu is bij het comité Zaterdag j.l een brief
mtvangen met verzoek om opheldering,
vaarom de 5-jarige Emma Noszal, uit Alag
ii) Boedapest, niet was meegekomen.
Dit meisje, dat sinds September 1S25 bij
fleegouders te Delft is geweest, was blij kens
nmiddeliyk ingesteld onderzoek wel ver
rokken en had in het 13de rijtuig van den
rein plaats genomen. Men tast volkomen
het duister, waar het kind gebleven kan
ijn Een 17-jarig reisgenoote had zich met
iet bijzonder toezicht op het kind belast,
och deze is te Weenen uitgestapt.
Men is te meer ongerust over het kind,
mdat bet niet naar huis wou en haar pleeg-
uders heeft gezegd, in ieder geval weer
aar Delft te zullen terugkomen. Ze zou
imand met een uniformpet wel aanspreken,
dan was ze zeker, dat die er wel voor
du kunnen zorgen, dat ze weer te Delft
wam.
Den-geheelen Zondag is getracht, zoowel
ilefonisch, als telegrafisch inlichtingen te
rijgen, echter zonder eenig resultaat.
Het meisje heeft blond haar en blauwe
Dgen en het heeft een terra-cotta gebreid
irbje aan.
Vandaag zal de politie zich telegrafisch
iet Berlijn, "Weenen en Boedapest in v er
oding stellen.
Burgerlijke Stand.
OOLTGENSPLAAT.
Geboren: Pieter, z. v. Jacob Fun en Lena
roost
Overleden: Sijke Donkersloot, 63 j. echt-
moote van Abram Wagner.
HET TESTAMENT.
Eenzaam was hij verder door het leven
n, zich weinig bekommerend om z(jn
nilie en vrienden De onverbiddelijke dood
i aan dit ernstige leven een einde gemaakt.
|Een goed man is er in hem ten grave ge
lald.
beweert, dat hij veel geleden heeft,
be komt men aan die bewering? Want hfi
lf heeft er nooit of nimmer over geklaagd.
wanneer men er den ouden leeraar naar
bagt, die indertijd zijn studievriend was
is 't eensklaps of diens gelaatstrekken
i uit marmer gehouwen zijn, en staart hy
vrager met een nietszeggende schou
tbeweging, vreemd en stilzwijgend aan.
Veertig achtereenvolgende jaren laDg, heeft
wijlen de baron het eenzame kasteel aan
voet van den berg bewoond. Men wist
bij r(jk was een der rilkste grond-
wenaars uit den geheelen omtrek; en dat
milddadigheid onbegrensd was, weten al
behoeftigen, al de misdeelden door de
rdsche fortuin. En zoo leefde hy stil en
azaam, veertig jaren lang, op zyn kasteel
voort. Van tyd tot tyd kreeg hij eens be
zoek van den predikant; deze bleef dan een
halven dag bij hem, maar wanneer hij dan
weer naar zijn pastorie terugkeerde, zaghjj
er zoo bedroefd en neerslachtig uit, alsof hy
van een sterfbed kwam. Dat heeft zoo veer
tig jaar achtereen geduurd. Veel wist men
van den baron te vertellen ook dat een
maal zijn levenshulk, reeds in de haven der
liefde gekomen, een vreeselyke storm door
staan had en vergaan was. Maar waartoe
die eenzaamheid waarom als grljaard
nog dien bitteren glimlach, dien somberen
gloed in zijn oogen waarom heeft nooit
één dergenen, die zijn naam droegen toe
gang tot zijn kasteel kunnen kr\jgen
waarom heeft hy hen allen met weldaden
overladen... maar toch nooit dezgnenwil
len zien?
Hy heeft zy'n geheim mee in het graf
genomen, want de leeraar, die het wellicht
kent, is zoo stom als de familiegroeve, waar
in de zwygende lijder nu eindelijk de laatste,
de eeuwige rust heeft gevonden.
"Het testament is geopend. En ai zijn
bloed en aanverwanten zyn komen op
dagen. Allen zijn teleurgesteld. Hy heeft ze
allen bedacht geen enkele heeft hij ver
geten, en ondanks dit, zijn ze allen te
leurgesteld. Een kostbaar aandenken heb
ben ze allen van hem maar de millioenen,
neen, die hebben ze niet gekregen. Louter
teleurstelling, geen enkele vriendelijke ge
dachte aan den afgestorvene, geen weemoe
dige of dankbare herinnering.niets. Veeier
toorn, haat, strijdzucht en wrok op weinige
schreden afstand van het pas gesloten graf.
Zelfs een aanwezig klein meisje is allerpyn-
lijkst getroffen. Zij had met hart en ziel
verlangd naar een groote pop, die zij dag
aan dag voor het winkelraam in haar straat
heeft zien staan. Maar zij heeft geen
ouders meer „en grootmoeder heeft gezegd
dat het niet ging.En nu had zij er zoo
stellig en zeker op gehoopt, dat haar rijke
neef, dien zij wel nimmer gezien had, maar
van wien men haar gezegd heeft, dat hij zoo
goedhartig was, misschien haar vurigen
wensch naar de groote pop nog vóór zijn
dood vervuld zou hebben. En inplaats daar
van?" „Universeel erfgenaam is zy.
Wat beteekent dat? - Het slot, het park,
de landerijen alles behoort haar; maar
zal zij nu ook de pop krygen, die echte,
heusche haren op het hoofd heeft en oogen,
welke open en dicht kunnen gaan?
Het kasteel is ledig de teleurgestelde
erfgenamen hebben het verlaten. Lang
zaam, alsof zij doodelijk getroffen is, sleept
de grootmoeder der universeele erfgename
zich voort naar het graf van den overleden
baron, den laatsten afstameling van zijn ge
slacht. Zij valt op haar knieën, zij bidt lang.
Dan heft z\j haar armen omhoog zjj snikt.
Zij wringt de handen.
„Vergeel mtU". roep zij „vergeef mjj,
o mijn eerste, mijn éénige liefde, wien ik
het hart gebroken heb! Hebt gy my dan
waarlijk vergeven my, die het zoo weinig
verdiende?"
De grijze prediker is haar onmerkbaar
gevolgd.
„Vergiffenis was zyn laatste gedachte!
zegt hij, „vergiffenis zijn laatste daad.
Met de naam van haar op de lippen, die by
eens beminde, scheidde hy uit dit leven,
gelukkig in het besef, dat hy het kind barer
dochter gelukkig maken kon".
Op Woensdag 14 Maart 1928 namiddags 5 uur
te Stellendam, ter herberge van A. Kaas
hoek: Verhuring van 54perceelen Hoverij-
land in den Eendrachts- en Halspolder
onder Stellendam ten verzoeke van den heer
D. Goekoop te Goëdereede.
Notaris VAN DER SLUYS.
Op DONDERDAG 22 MAART 1928, des mor
gens 10 uur te Oude Tonge, verkooping
van Paarden, Hoornvee en Landbouw
werktuigen op de bouwhoeve- en ten ver
zoeke van Mej. Wed. P. E. Heestermans
aldaar. Notaris VAN BUUREN.
VERKOOPINGEN.
Op WOENSDAG 7 MAART 1928. 's voorm.
10 uur te Dirksland aan den Westdijk op
de Hofstede en ten verzoeke van den heer
G. L. Warnaer Jzn.; Verkooping van tien
paarden (waarvan 9 stamboekpaarden), 3
varkens, landbouwgereedschappen enz.
Op DONDERDAGEN 8 en 15 MAART 1928
's avonds 7 uur °te Den Bommel in Café
Van der PlaatVerkooping van 0.98 30 H A
(2 Gem 42 P. M.) Bouwland in den Pol
der De Tille. Dadelyk te aanvaarden, ten
verzoeke van den heer J. Minkenberg.
Notaris VAN DER SLUYS.
Op DONDERDAG 8 MAART 1928, des voorm.
10 uur, voor den heer G. Mijs te Oude
Tonge Openb. Vryw. Verkooping van: 3
Paarden, 15 stuks Hoornvee, diverse
machines, wagens, landbouwgereedschap
pen, een partij klaver-, kant- en slaghooi
enz. aan den Oost-Achterweg te Oude
Tonge, in- en nabij de schuur van den heer
G. Mys.
Notaris VAN ISPELEN.
Op WOENSDAG 7 Maart 1928, bij Veiling in
bótel Hobbel en
Op Woensdag 14 Maart 1928, bij Afslag in
bótel Moelker des morgens 11 uur. Openb.
Vrijw. Verkooping van een hecht en
weldoortimmerd Woonhuis aan den Slik-
dtjk hoek Steigerdijk te Ooltgensplaat
(voormalig postkantoor), ten verzoeke van
den heer J. A. van Nieuwenhuizen te
Ooltgensplaat.
Notaris AKKERMAN.
Op DONDERDAGEN 8 en 15 MAART 1928,
des namiddags 3 uur in hotel Akkershoek
van het stalen motorschip, genaamd
„Onderneming II", groot 77560 ton, en
drie Woonhuizen en een Pakhuis op erf-
pachtsgrond aan de haven te Ouddorp be
nevens het stalen motorschip, genaamd
„Onderneming I" groot 135280 ton.
Notaris VAN DEN BERG.
Op WOENSDAG 14 Maart 1928 des morgens
9.30 uur: Verkooping van 5 Werkpaarden,
landbouwgereedschappen, hooi, stroo enz,
te Sommelsdljk aan den Dorpsweg, ten
verzoeke van Mevr de Wed. G. Joppe-
Oprei te Sommelsdyk.
Notaris VAN DER SLUYS.
MENGELWERK.
Volkshuizen yan vroeger en nu.
Van de hand van den Amsterdamschen
journalist en schrijver J. A. Tours herlazen
we dezer dagen eenige artikelen over volks
logementen in Amsterdam, geschreven in
1888, dus nu 40 jaar geleden. Ze bevatten
allerlei typische en lezenswaardige bijzonder
heden en ze verraden een voor ons onbegry-
pelijk enthousiasme van den schrijver over
de grootsche „kosthuizen der Maatschappij
voor den Werkenden Stand", de logeergele
genheden van de „Maatschappij voor Volks
koffiehuizen" en dergelijke instellingen. Voor
wat de berekende prijzen betreft, kunnen
we ons de tevreden stemming van den schrij
ver nog het beste plaatsen, want we vinden
vermeld, dat voor 22 cent een middagmaal
te krygen is, voor anderhalve gulden per
week „een goed nachtverblyf" en voor een
paar kwartjes méér had men zelfs zoo'n
geriefelijk kamertje, dat ze het gaarne gezoch
te verblijf vormden voor „scheepsdokters
en scheepskapiteins, onderwijzers en predi
kanten, mannen en vrouwen, die gaarne
in hun logement den christelyken toon
vernemen". Zelfs een hoogleeraar vestigde
zich, volgens den schrijver, in een dier kamer
tjes, toen zyn gezin voor eenigen tyd afwezig
was.
Toch zou het rustige verblijf, dat er ons
40 jaar geleden verzekerd werd, ons thans
nog maar weinig bekoren. Lees b.v. maar
eens, wat ons omtrent de verlichting gezegd
wordt.
„Het gas, dat in de gangen, niet in de afzon
derlijke kamertjes brandt, wordt 's nachts
„vervangen door een olielampje, dat voor
„wie in het donker zyn kamertje moet ver
baten, of voor het geval van brand, bepaald
„nuttig is."
Onze vaders waren blijkbaar nog al gauw
tevreden enhadden trouwens weinig
behoeften. Yan water schenen ze niet veel
te moeten hebben.
„Over de badkamers, die hier gebouwd
„zyn, is reeds met een enkel woord gespro-
„ken. Zij worden zoo goed als niet gebruikt
„en vertegenwoordigen een verloren ruimte."
Behalve watervrees, kenden de Amster
dammers van 1888 ook huiver voor onge
trouwde vrouwen. Ze werden wel toegelaten
in de volkslogementen, maar......
„Nog worde hier vermeld, dat alleen op de
„eerste verdieping, tegen betaling van 0.75,
„vrouwen worden toegelaten. Door deze
„hooge som hoopt men in dit voor mannen
„en hunne vrouwen gebouwd logement on
gehuwde juffrouwen te weren, vooral omdat
„zoo licht dames, voor wie dit huis niet
„opgericht is, zich kunnen aanmelden."
Er was voor vrouwen trouwens een afzon-
deriyke logeergelegenheid, een „Te Huis",
gesticht door de Vereeniging „Ter verbrei
ding van de Waarheid". Dienstboden en
andere „vrouwen uit den dienstbaren stand"
die van „onbesproken zedelijk gedrag" waren,
konden er een onderkomen vinden om be
schermd te zyn tegen geldelijk bedrog en
de verleiding tot onzedeiykheid.
„Te 7 uur staan allen op; te 8 uur zitten
„allen aan in de eetzaal, waar voor 50 per
sonen plaats is, en krijgen een paar koppen
„thee, waarvan de eerste met suiker, benevens
„twee, indien men honger heeft drie ge-
Smeerde boterhammen. De directeur, die
„met zijn vrouw aanzit, leest een hoofdstuk
„der Heilige Schrift voor en geeft aan de
„Katholieke gasten een kerkelijk goedgekeur-
„den Katholieken bybel, waarin zij kunnen
„lezen, zoolang zyn voorlezing duurt. Ook
„wordt een psalm of gezang aangeheven. Om
„hare godsdienstige gezindte wordt niemand
„hier geweerd. Men vindt dan ook allerlei
„kerkgenootschappen vertegenwoordigd, het
„Roomsch Katholieke voor ruim een derde
„deel van het geheele aantal gasten.'
Wie nu in Amsterdam de moderne arbei
derstehuizen ziet, nog geen 40 jaar nadat
het bovenstaande geschreven was, verrezen,
zal het met ons eens zijn, dat er heel wat
veranderd is. Wel moeten de gasten er méér
betalen dan vroeger, maar de inkomens zyn
ook grooter en bovendien kunnen ze drie en
zelfs méér boterhammen eten, ook al hebben
ze geen honger. In die moderne tehuizen zijn
gerieflijke kamers met stroomend water en
centrale verwarmiDg, er zyn bibliotheken en
billardzalen, rook- en studiezalen. De bevol
king heeft er zich georganiseerd in allerlei
clubs van spel, vermaak en ontwikkeling en
de grootste geleerden komen er hun cursus
sen geven. De arbeiders hebben geleerd zich
te baden, zoodat de badkamers geen „over
bodige ruimte" meer innemen:zelfs bevindt
zich in het nieuwe groote tehuis, dat in Mei
a.s. op het Leidsche plein geopend wordt, een
eigen.... zwembassin, waarin de bewoners
van het tehuis in zomer en winter zich aan
de heeriykste en meest gezonde aller sporten
kunnen overgeven.
Verouderde rechtsbegrippen.
In Engeland ie nog in de vorige eeuw, in
1917 n.l. in een rechtszaal een beroep op
het oude gerechtelyke tweegevecht gedaan.
Zekere Thorton werd crimineel vervolgd als
beschuldigd van moord, en door de jury
vrijgesproken, zyn aanklager echter, de broe
der van den vermoorde, liet het er niet by
en kwam in hooger beroep. Toen liet de
aangeklaagde door zgn advocaat het aanbod
doen, dat hij zij nonschuld zou bewijzen door
een gerechtelijk tweegevecht. De rechters
zaten verlegen met het aanbod, want al was
het godsgericht in onbruik geraakt, het was
nimmer officieel afgeschaft. Er was niets aan
te doen. Het gevecht werd bevolen en uit
geschreven, maar de aanklager was tegen
zulke bewijsvoeringen ten gunste van iemands
waarde niet opgewassen en gaf er de voor?-
keur aan om niet op te komen waarmee.
de onschuld van den verdachte boven twyfel
kwam vast te staan. Het Engelsch parlement
wachtte twee jaren of er zich ook nog andere
gevallen en andere liefhebbers zouden voor
doen, en schafte in 1819 het gerechtelijk
tweegevecht af.
Een ander voorbeeld van de taaie levens
kracht van het oude godsgericht levert ons
land, daar er in 1828 te Delden een oude
vrouw te water gelaten werd, die van hek
serij beschuldigd werd en die, door te blijven
dry ven, de proef moest geven, dat de Hemel
haar onschuld bystond.
De vrome arabier en zijn baan.
Een derwisch ging naar Mekka. Zooals het
een heilig man betaamt, had hij geen piaster
op zak, maar leefde ten koste van hen, die
hij onderweg aantrof.
De weg was moeilijk ibegaanbaar en onze
pelgrim begon langzamerhand vermoeid te
worden. 1
Toen hij eenige mijlenïhad afgelegd, waren
zyne krachten verbruikte Het was nog zeer
ver tot Mekka, de zon brandde onbarmhartig,
de leege maag verlangde naar voedsel.
Dan bereikte hy tenslotte gelukkig een
kleine oase, waar slanke palmen groeiden,
waaronder een zuivere bron met kristalhelder
water borrelde.
Hg nam de boomen in oogenschouw, keek
naar den weg, richtte den blik naar de zon
en herinnerde zich dan, dat hij sedert gisteren
nog niets had gegeten,
Dan keerde hg zich yan den weg af en
liep op een kleine hut toe, die door een armen
Arabier bewoond werd, die den derwisch
tegemoet ging. Een gast is een Godsgezant
in het bijzonder, wanneer hij een dienaar
van Allah is. De Arabier noodigde den der
wisch by hem uit, gaf hem te eten en te
drinken en liet hem in 'zyn bed slapen.
Drie. dagen gingen voorby. De arme man
spande zich naar vermbgen in om het zgn
vrome gast zoo aangenaam mogelijk te
maken. Deze dacht er echter niet aan het
huis te verlaten. Een week ging voorbij. Vier
maal per dag kwam de derwisch precies op
tijd aan tafel en 's avonds legde hij zich te
slapen in het bed van zijn gastheer.
„O, heer," sprak de vrouw van den Arabier
tot haar man, is het voor onzen gast geen
tyd zyn weg naar de heilige plaatsen te ver
volgen? Hy eet alles bij ons op, wy zgn arme
menschen, onze kinderen huilen van den
honger."
Het is een groote zonde een vromen pel
grim uit huis weg te jagen." Er verliep nog
een week. Opnieuw, maar nog dringender
sprak de vrouw van den Arabier: „O, heer,
het mag zijn, zoo ge wilt, doch nu moeten
we den vromen man kwyt raken. Spoedig
zullen we zelf niets meer te eten hebben en
zijn eetlust neemt nog eiken dag toe."
„Er moet iets gebeuren, viel haar man haar
bij. Hg liet zijn werk in den steek en ging
naar den derwisch. Deze zat onder de palmen
met zijne voeten in de murmelende beek,
knagende aan een schapenbout en peinzende
over den loop der sterren. De Arabier naderde
deemoedig en begon met schuchtere stem:
„Hoogeerwaarde vader, ik zegen Uwe
komst duizend maal en dank U, dat U mijne
armoedige hut met Uw komst gelukkig hebt
gemaakt. Maar tot mfin schande Allah
weet, dat ik waarheid spreek moet ik U
mededeelen, dat ik heden myn laatste ram
geslacht en myn laatste voorraad dadels
verbruikt heb."
De derwisch schudde gewichtig met zijn
hoofd.
„Moge het zoo zijn. Wek me morgen, zoo
dra de zon opkomt, opdat ik bg het ochtend
gloren myn eerste gebed uitspreek en dan
mijn pelgrimstochts voortzet".
Nauwelijks waren den volgenden ochtend
do sterren verbleekt, of de Arabier wekte
zijn gast en riep: Wordt wakker, afgezant
van God, het is tijd om te vertrekken, de
haan heeft reeds gekraaid!"
„Je hebt dus nog een haan", mompelde
de derwisch, draaide zich om en sliep verder.
van tapverboden, het aanwijzen van droge
wijken, etc. Oagetwijfeld kan men geen be
denkingen doen gelden tegen het beperken
van het aantal verlofsinrichtingen door het
vaststellen van een maximumimmers, byna
alle deze inrichtingen zy'n clandestiene ver
koopplaatsen van sterken drank, en het vast
stellen van een maximum verleent eenige
waarde aan de bedreiging van intrekking van
het verlof wegens herhaalde overtreding van
de Drankwet.
E venmin mag het een sociaal belang heeten
en is het zeer sterk in het nadeel van den
bona fiden gevestigden drankhandel, dat in
allerlei winkels en winkeltjes z.g. democra
tische wijnen verkocht kunnen wordenvaak
allerlei minderwaardige artikelen onder kun
stig uitgevoerde etiketten.
Voorts is het wenschelijk, dat de mogelyk-
heid van overschrijving op een ander persoon
van alle bestaande vergunningen wordt ge
schapen. Dit toch is te beschouwen als het
beste middel tegen de schijncontracten, het
opdryven van pachtsommen, etc. Het staat
voor iederen deskundigen vast, dat juist het
al te sterk inkrimpen van het aantal ver
gunningen door het z.g. uitstervingssysteem
den cland6stienen verkoop, het opdry ven van
pachtsommen, etc. doen ontstaan.
Neen waarlijk, dit zijn zoodanige redelijke
wenschen en bezwaren, dat het nietnoodig
behoeft te worden geacht, de juistheid daar
van alsnog te demonstreeren door affiches
en bierviltjes.
Gemengd Nieuws.
Van af ficties en bierviltjes.
Dezer dagen kon men in enkele koffie
huizen en restaurants affiches en bierviltjes
aantreffen, waarmede tegen het aanhangige
Drankwetontwerp wordt geageerd, gerecht
is er reeds opgewezén, dat deze actie, uit
gaande van een comité, hoofdzakelyk be
staande uit bierbrouwers en wijnhandelaars,
zeer ontijdig en ontactisch moet worden
genoemd. Immers, men mag hopen, dat er
tenminste iets van de Drankwetherziening
terecht zal komen en dat niet aangestuurd
zal worden op algeheel uitblijven van eenige
herziening der huidige Drankwet, die zoo
dringend verbetering behoeft.
Kan men dus wenschen een zoo spoedig
mogelijke herziening, het grootste bezwaar
tegen het Drankwetontwerp blijft de z.g.
plaatseiyke keuze en de groote vrijheid van
de gemeentebesturen om nog extra drank
wetgevingen uit te vaardigen in den vorm
STAD IN CHINA GEPLUNDERD.
Leyang gedeeltelijk verwoest.
HANK AU, 2 Maart. Een groot aantal
ontslagen soldaten hebben te zamen met
leden van den communistische boerenbond
de stad Leyang geplunderd en gedeeltelijk
verwoest, terwyl onder de bewoners een waar
bloedbad werd aangericht. De burgers wer
den, alvorens vermoord te worden, op bar-
baarsche wijze mishandeld en gepynigd. De
communisten hebben bijvoorbeeld driehon
derd boeddhistische monniken in een klooster
opgesloten en het gebouw vervolgens in
brand gestoken, waarbij alle monniken zyn
omgekomen.
De communisten hebben zich uit de pro
vincie Hoeoan teruggetrokken naar Kwangsi
waar zij Kweilin veroverd moeten hebben'
MISLUKTE MOORDAANSLAG
TE BERLIJN.
BERLIJN, 2 Maart. Hedennamiddag is
op den plaats ver van genden directeur van
het rijksbureau voor de regeling van oorlogs*
schade te Berlijn-Friedenau, „Geheimer Jus-
tizrat" Bach, een moordaanslag gepleegd.
Even voor vier uur betrad een vroegere farmer
uit Duitsch Oost-Afrika, Langkoop geheeten,
het gebouw en verzocht den heer Bach te
spreken. Bij den portier vulde hg een aan
meldingsformulier in, waarna hij zich zonder
verder te wachten, rechtstreeks naar de
kamer begaf, die, naar by wist, zijn aan
gelegenheid behandelde.
Met de woorden„Zonder geld ga ik hier
niet vandaanbegon Langkoop het gesprek.
„In dezen koffer,"zoo vervolgde hy, „bevindt
zich een helsche machine, gevuld met vijftien
pond dynamiet. Ik neem de bom in mijn
hand en berg ze niet op, voordat ik een chèque
van 112.000 mark en bovendien 60.000 mark
in contanten heb ontvangen I"
De heer Baeh verloor evenwel zijn tegen
woordigheid van geest niet en deed alle moeite
het gesprek zoo lang mogelijk te rekken. Met
zijn hand in zgn linkerzak, alsof zich daar
een revolver bevond, begon hg met dekas-
afdeeling tetelefoneeren, waarbij hy opdracht
gaf, een chèque van 112.000 mark uit te
schrijven. Tijdens het onderhoud hield Lang
koop de lont van de helsche machine in de
hand en liet deze ook niet los, toen Bach hem
een sigaret aanbood. Nadat men een kwartier
geconfereerd had, waarby herhaaldelijk amb-
teuaren het vertrek in- en uitliepen, stond
Bach op, ten einde zich met het ongemoedelijk
heerschap naar de kasafdeeling te begeven.
Terwijl beiden het vertrek verlieten, drukte
Bach zyn bezoeker een dezer dagen over de
kwestie der vergoedingen verschenen vlug
schrift in de hand.
Even in verwarring gebracht, liet Langkoop
de lont uit zijn hand glippen en van deze
gelegenheid maakte Bach gebruik, om de
gang op te vluchten. Langkoop trok onmid
dellijk een revolver uit de rechterzak van
zijn overjas en vuurde driemaal op den vluch
tenden directeur, evenwel zonder te raken.
Op het gerucht der schoten snelden van
alle kanten ambtenaren te hulp. De directeur
Kartinsky en een „Oberregierungsrat" ver
sperden Langkoop den weg, terwijl Bach zich
van achteren op den indringer wierp. Er
ontstond een verbitterd handgemeen; op den
grond liggend schoot Langkoop nog tweemaal
op Bach, doch ook nu miste hij Toen Lang
koop bemerkte, dat hij het ouderspit zou
moeten delven, trok hy aan een koord, dat
in verbinding stond met een tweeden revol
ver, die zich in den koffer bevond en die
door zijn schot de helsche machine tot ont
ploffing zou moeten brengen. Binnen in deD
koffer weerklonk een knal, doch verder ge
beurde er niets. Klaarblijkelijk had de kogel
de springstof niet geraakt; de beoogde ont
ploffing bleef althans uit. Toen zag Langkoop
in, dat alle verder verzet doelloos was en
gaf hy zich aan de inmiddels gearriveerde
politiebeambten over.
Bij zLjn verhoor verklaarde hy vóór den
oorlog in Duitsch Oost-Afrika een farm te
hebben bezeten en zich in den oorlog in de
kolonie zeer te hebben onderscheiden. Na
den oorlog vestigde hy zich als koopman te
Lauenstein. De schade, die hg door het ver
loren gaan van zijn farm had geleden, werd
door het rij ksbureau op 41.000 mark geraamd,
waarvan hg reeds 8600 mark uitbetaald had
gekregen. Hedenochtend, zoo verklaarde by
verder, had hij zich naar Beriyn begeven,
met de bedoeling of het rijksbureau in de
lucht te doen vliegen, of zich zelf van het
leven te berooven als hy het door hem ver
langde geld niet zou krygen.
De hoeveelheid dynamiet in de helsche
machine was voldoende, om het geheele
gebouw te verwoesten.
AMOKMAKER DOODT EEN INLANDER.
Dader byna door de bevolking gelyncht.
BATAVIA, 4 Maart. Een amokmaker
doodde op Molenvliet éen inlander en ver
wondde er drie-en-twintig, van wie ver
scheidene zeer ernstig. De dader, die byna
door de bevolking gelyncht werd, is met
een hersenschudding naar het hospitaal ge
bracht.
SCANDINAVISCHE VROUWENHANDEL.
Drie Scandinavische geschiedenisjes, kort
en leerzaam, door een Kopenhaagsch corres
pondent van het „Berl. Tag." verteld.
Het eerste is Noorsch: „De ziekenver
pleegster met de bas-stem". Uit het krank
zinnigengesticht te Kristiansand is een ver
pleegster verdwenen, samen met een jong
hulp verpleegstertje uit de beste kringen.
Verdwenen is niet geheel juist: zy zouden
getweeën naar Canada emigreeren, en zijn
met bloemen uitgeleid. Zij lieten geen adres
achter. Opeens grypt paniek het kleine
Kristiansand aan: handel in blanke slavin
nen! Was die verpleegster niet altijd ver
dacht? Had ze geen mannenstem? En een
snor? Zy rookte sigaren, pruimde en spuwde
als een matroos. Die mystieke figuur moet
een man geweesfe zijn. Het alomtegenwoor
dige „sociale damescomité" zit al bij de politie.
Er hebben zich de onwaarschijnlykste ver
halen rondom de verpleegster gesponnen.
De waarheid is eenvoudiger en prettiger:
een jonge aanbidder heeft zich als verpleeg
ster laten aannemen, om beter de liefdes-
vlucht met de aangebedene te kunnen voor
bereiden. In Canada behoeft men het paar
niet te zoeken.
Het tweede verhaal heet: „Deontvoering
naar Farum". Daarin is de rouó reeds in
derde instantie veroordeeld. Hij was reiziger
in wijnen, vroeger verloofd; de verloving
was „afgegaan" doordat het meisje een
beteren had gevonden. Maar het ex-verloofde
paar zag elkaar toch regelmatig vriendschap-
pelyk weer. Op een dag haalt de reiziger zyn
vroeger meisje af, per auto, en de rit gaat
door een fraai landschap naar Farum, waai
de jongeman een huisje heeft. Den volgen
den morgen haalt de jongedame kadetjes en
melk, zy ontbyten idyllisch samen, en gaan
huistoe. De reiziger naar zyn firma, de ver
loofde (van een ander) regelrecht naar de
politie wegens ontvoering en eerroof. Daar
bleek, dat de reiziger een revolver bezat,
was voor het meergenoemde dames-comité
de zaak helder: ontvoering, meisjesroof,
vrouwenhandel! De euveldoener heeft zijn
loon gekregen: bij is veroordeeld, in drie
instanties, wegens.... het zonder verlof
dragen van een vuurwapen.
In de derde historie, die naamloos is,
speelt de correspondent zelf een rol. Twee
heeren typen als Balkan-vorsten, komen hem
's nachts by lantaarnlicht in Kopenhagen
tegen. Zy hebben een dame bij zich. Opeens
rukt deze, een niet onbekooriyke, misschien
wat al te geparfumeerde blondine, zich los
en valt den journalist om den hals, hem
stamelend smeekend om redding uit de han
den van haar „slavenhandelaars". In de
meeste journalisten kloppen riddeüjke har
ten, en bovendien zijn zy gevleid met op
recht vertrouwen. Het reddevscbap en ridder
schap nu heeft den correspondent eenige
veel te dure flesschen champagne gekost,
die hij bezwaarlijk aan zijn krant in rekening
kan brengen.
Scandinavië (Maurice Bedel in zijn „Jéió-
me 60 gr. de latitude Nord" laat het wel
uitkomen) Scandinavië ziet heusch wel
kans,on-netjes te zyn,ook mèt damescomité's.
Vaderlijke macht.
Jongeman. „Meneer, ik kom U vragen om
de hand Uwer dochter."
Vader. „Om de hand mijner dochter?"
Jongeman. „Ja meneer, het is wel niets dan
een formaliteit, doch ik vond het voor U
prettiger den gebruikelijken weg te volgen.
Vader beleedigd. „Wat bedoelt U met een
formaliteit? Mij de hand mijner dochter
vragen is een formaliteit? Wie vertelt U dat?"
Jongeman. „Mevrouw heeft me dit verteld.
Vader. „O zoo!.Ja dan is het goed.
Een Chineesche meening over het corset.
Chineesche kastelein: „En hoe vondt gij
Europa?"
Chineesche Reiziger: „Hoe ik het daar vond.
De mannen zijn er zoo barbaarsch, dat ze hun
vrouwen verplichten, een harnas te dragen van
staal en baleinen. Dit wordt zoo stijf aange
haald, dat de arme schepsels nauwelijks adem
kunnen halen. Hun ingewanden worden_zoo-
danig in elkaar geperst dat ze vaak van be
nauwdheid sterven."
Kastelein: „En waarvoor dient dat dan?"
Reiziger: „Wel, dan kunnen de mannen
weer een andere vrouw nemen, natuurlijk een
jongere."
Een onverwacht antwoord.
Vader: „U vraagt mij om de hand mijner
dochter, maar is U wel in staat een familie te
onderhouden."
Jongmensch: „Hoe groot is uw familie?"