ONZE EILANDEN VAN WOENSDAG 7 MAART 1928. 3 VIERHONDERD INWONERS ZOEK. Zyn de registers in de war? ROERMOND, 3 Maart. In Vlodrop was den laatsten tg d de zoete rust wedergekeerd, na den oorlog, toen het by de smokkelaars een goeden naam had en na den inflatietijd toen het by de valutareizigers, vanwege de strenge douaneconti óle in kwaden reuk stond. Maar voor eenigen tyd is een der raadsleden deze rust wreedelijk komen verstoren met een opzienbarende mededeeling, die thans de gemoederen bezig houdt. Hij onthulde n.l. dat het zielenaantal der gemeente, dat de laatste jaren officieel steeds om en nabij de 2100 bedroeg in werkelijkheid veel en veel lager zou zy'n. De raad stak de koppen bij elkaar en be noemde een commissie. Deze hield een nieuwe telling en.kwam tot de conclusie, dat er in de gemeente ruim 400 inwoners minder zijn dan het officieele cijfer aanwijst. Thans is de vraagi zfl'n hier de registers van den burgelijken stand hopeloos in de war, want opzet lijkt ons uitgesloten, of is de tweede telling onjuist? Voor het antwoord hierop zal het verdere onderzoek, dat ongetwijfeld zal plaats heb ben, moeten worden afgewacht. VEEDRIJVER GEDOOD TE ROTTERDAM. Zijn slachtoffer nooit tevoren gezien. ROTTERDAM, 4 Maart. In den afge- loopen nacht om kwart vöor een heeft op den hoek van de Heerenstraat en deGoudsche Singel een noodlottige vechtpartij plaats gehad. Daar stond op dat oogenblik de 62- jarige veedrijver Izak Ardon uit den Hang met een paard en wagen, die toebehoorden aan G. B. uit Berkel. Van den Goudsche Siügel kwam een troepje luidruchtigejonge- lui, die bij het paard stil bleven staan en enkele onvriendelijke opmerkingen over het magere beestje maakten. Ardon bemoeide zich er mede en zeide: „wat moeten jelui met dien knol?" De 22-jarige expeditieknecht G. S. maakte zich daarop zoo driftig, dat hij den ouden man zonder eenige aanleiding een stomp in het gelaat gaf, ten gevolge waarvan deze met het achterhoofd op de straat viel. In bewusteloozen toestand werd de ongelukkige naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ver- ■oerd, waar men schedelbreuk constateerde. Vanmiddag is hij daar zonder bij kennis zijn gekomen aan de gevolgen overleden, i dader die onmiddellijk was aangehouden, eeft bekend den slag te hebben toegebracht, "ij had den veedrijver nog nooit tevoren :ezien. SEN HONGAARSCH MEISJE VERMIST. Zy wilde in Holland blijven. Op Maandag 27 Februari is de laatste trein net Hongaarsche kinderen (ongeveer 2000) /an Utrecht naar Boedapest teruggekeerd. Nu is bij het comité Zaterdag j.l een brief mtvangen met verzoek om opheldering, vaarom de 5-jarige Emma Noszal, uit Alag ii) Boedapest, niet was meegekomen. Dit meisje, dat sinds September 1S25 bij fleegouders te Delft is geweest, was blij kens nmiddeliyk ingesteld onderzoek wel ver rokken en had in het 13de rijtuig van den rein plaats genomen. Men tast volkomen het duister, waar het kind gebleven kan ijn Een 17-jarig reisgenoote had zich met iet bijzonder toezicht op het kind belast, och deze is te Weenen uitgestapt. Men is te meer ongerust over het kind, mdat bet niet naar huis wou en haar pleeg- uders heeft gezegd, in ieder geval weer aar Delft te zullen terugkomen. Ze zou imand met een uniformpet wel aanspreken, dan was ze zeker, dat die er wel voor du kunnen zorgen, dat ze weer te Delft wam. Den-geheelen Zondag is getracht, zoowel ilefonisch, als telegrafisch inlichtingen te rijgen, echter zonder eenig resultaat. Het meisje heeft blond haar en blauwe Dgen en het heeft een terra-cotta gebreid irbje aan. Vandaag zal de politie zich telegrafisch iet Berlijn, "Weenen en Boedapest in v er oding stellen. Burgerlijke Stand. OOLTGENSPLAAT. Geboren: Pieter, z. v. Jacob Fun en Lena roost Overleden: Sijke Donkersloot, 63 j. echt- moote van Abram Wagner. HET TESTAMENT. Eenzaam was hij verder door het leven n, zich weinig bekommerend om z(jn nilie en vrienden De onverbiddelijke dood i aan dit ernstige leven een einde gemaakt. |Een goed man is er in hem ten grave ge lald. beweert, dat hij veel geleden heeft, be komt men aan die bewering? Want hfi lf heeft er nooit of nimmer over geklaagd. wanneer men er den ouden leeraar naar bagt, die indertijd zijn studievriend was is 't eensklaps of diens gelaatstrekken i uit marmer gehouwen zijn, en staart hy vrager met een nietszeggende schou tbeweging, vreemd en stilzwijgend aan. Veertig achtereenvolgende jaren laDg, heeft wijlen de baron het eenzame kasteel aan voet van den berg bewoond. Men wist bij r(jk was een der rilkste grond- wenaars uit den geheelen omtrek; en dat milddadigheid onbegrensd was, weten al behoeftigen, al de misdeelden door de rdsche fortuin. En zoo leefde hy stil en azaam, veertig jaren lang, op zyn kasteel voort. Van tyd tot tyd kreeg hij eens be zoek van den predikant; deze bleef dan een halven dag bij hem, maar wanneer hij dan weer naar zijn pastorie terugkeerde, zaghjj er zoo bedroefd en neerslachtig uit, alsof hy van een sterfbed kwam. Dat heeft zoo veer tig jaar achtereen geduurd. Veel wist men van den baron te vertellen ook dat een maal zijn levenshulk, reeds in de haven der liefde gekomen, een vreeselyke storm door staan had en vergaan was. Maar waartoe die eenzaamheid waarom als grljaard nog dien bitteren glimlach, dien somberen gloed in zijn oogen waarom heeft nooit één dergenen, die zijn naam droegen toe gang tot zijn kasteel kunnen kr\jgen waarom heeft hy hen allen met weldaden overladen... maar toch nooit dezgnenwil len zien? Hy heeft zy'n geheim mee in het graf genomen, want de leeraar, die het wellicht kent, is zoo stom als de familiegroeve, waar in de zwygende lijder nu eindelijk de laatste, de eeuwige rust heeft gevonden. "Het testament is geopend. En ai zijn bloed en aanverwanten zyn komen op dagen. Allen zijn teleurgesteld. Hy heeft ze allen bedacht geen enkele heeft hij ver geten, en ondanks dit, zijn ze allen te leurgesteld. Een kostbaar aandenken heb ben ze allen van hem maar de millioenen, neen, die hebben ze niet gekregen. Louter teleurstelling, geen enkele vriendelijke ge dachte aan den afgestorvene, geen weemoe dige of dankbare herinnering.niets. Veeier toorn, haat, strijdzucht en wrok op weinige schreden afstand van het pas gesloten graf. Zelfs een aanwezig klein meisje is allerpyn- lijkst getroffen. Zij had met hart en ziel verlangd naar een groote pop, die zij dag aan dag voor het winkelraam in haar straat heeft zien staan. Maar zij heeft geen ouders meer „en grootmoeder heeft gezegd dat het niet ging.En nu had zij er zoo stellig en zeker op gehoopt, dat haar rijke neef, dien zij wel nimmer gezien had, maar van wien men haar gezegd heeft, dat hij zoo goedhartig was, misschien haar vurigen wensch naar de groote pop nog vóór zijn dood vervuld zou hebben. En inplaats daar van?" „Universeel erfgenaam is zy. Wat beteekent dat? - Het slot, het park, de landerijen alles behoort haar; maar zal zij nu ook de pop krygen, die echte, heusche haren op het hoofd heeft en oogen, welke open en dicht kunnen gaan? Het kasteel is ledig de teleurgestelde erfgenamen hebben het verlaten. Lang zaam, alsof zij doodelijk getroffen is, sleept de grootmoeder der universeele erfgename zich voort naar het graf van den overleden baron, den laatsten afstameling van zijn ge slacht. Zij valt op haar knieën, zij bidt lang. Dan heft z\j haar armen omhoog zjj snikt. Zij wringt de handen. „Vergeel mtU". roep zij „vergeef mjj, o mijn eerste, mijn éénige liefde, wien ik het hart gebroken heb! Hebt gy my dan waarlijk vergeven my, die het zoo weinig verdiende?" De grijze prediker is haar onmerkbaar gevolgd. „Vergiffenis was zyn laatste gedachte! zegt hij, „vergiffenis zijn laatste daad. Met de naam van haar op de lippen, die by eens beminde, scheidde hy uit dit leven, gelukkig in het besef, dat hy het kind barer dochter gelukkig maken kon". Op Woensdag 14 Maart 1928 namiddags 5 uur te Stellendam, ter herberge van A. Kaas hoek: Verhuring van 54perceelen Hoverij- land in den Eendrachts- en Halspolder onder Stellendam ten verzoeke van den heer D. Goekoop te Goëdereede. Notaris VAN DER SLUYS. Op DONDERDAG 22 MAART 1928, des mor gens 10 uur te Oude Tonge, verkooping van Paarden, Hoornvee en Landbouw werktuigen op de bouwhoeve- en ten ver zoeke van Mej. Wed. P. E. Heestermans aldaar. Notaris VAN BUUREN. VERKOOPINGEN. Op WOENSDAG 7 MAART 1928. 's voorm. 10 uur te Dirksland aan den Westdijk op de Hofstede en ten verzoeke van den heer G. L. Warnaer Jzn.; Verkooping van tien paarden (waarvan 9 stamboekpaarden), 3 varkens, landbouwgereedschappen enz. Op DONDERDAGEN 8 en 15 MAART 1928 's avonds 7 uur °te Den Bommel in Café Van der PlaatVerkooping van 0.98 30 H A (2 Gem 42 P. M.) Bouwland in den Pol der De Tille. Dadelyk te aanvaarden, ten verzoeke van den heer J. Minkenberg. Notaris VAN DER SLUYS. Op DONDERDAG 8 MAART 1928, des voorm. 10 uur, voor den heer G. Mijs te Oude Tonge Openb. Vryw. Verkooping van: 3 Paarden, 15 stuks Hoornvee, diverse machines, wagens, landbouwgereedschap pen, een partij klaver-, kant- en slaghooi enz. aan den Oost-Achterweg te Oude Tonge, in- en nabij de schuur van den heer G. Mys. Notaris VAN ISPELEN. Op WOENSDAG 7 Maart 1928, bij Veiling in bótel Hobbel en Op Woensdag 14 Maart 1928, bij Afslag in bótel Moelker des morgens 11 uur. Openb. Vrijw. Verkooping van een hecht en weldoortimmerd Woonhuis aan den Slik- dtjk hoek Steigerdijk te Ooltgensplaat (voormalig postkantoor), ten verzoeke van den heer J. A. van Nieuwenhuizen te Ooltgensplaat. Notaris AKKERMAN. Op DONDERDAGEN 8 en 15 MAART 1928, des namiddags 3 uur in hotel Akkershoek van het stalen motorschip, genaamd „Onderneming II", groot 77560 ton, en drie Woonhuizen en een Pakhuis op erf- pachtsgrond aan de haven te Ouddorp be nevens het stalen motorschip, genaamd „Onderneming I" groot 135280 ton. Notaris VAN DEN BERG. Op WOENSDAG 14 Maart 1928 des morgens 9.30 uur: Verkooping van 5 Werkpaarden, landbouwgereedschappen, hooi, stroo enz, te Sommelsdljk aan den Dorpsweg, ten verzoeke van Mevr de Wed. G. Joppe- Oprei te Sommelsdyk. Notaris VAN DER SLUYS. MENGELWERK. Volkshuizen yan vroeger en nu. Van de hand van den Amsterdamschen journalist en schrijver J. A. Tours herlazen we dezer dagen eenige artikelen over volks logementen in Amsterdam, geschreven in 1888, dus nu 40 jaar geleden. Ze bevatten allerlei typische en lezenswaardige bijzonder heden en ze verraden een voor ons onbegry- pelijk enthousiasme van den schrijver over de grootsche „kosthuizen der Maatschappij voor den Werkenden Stand", de logeergele genheden van de „Maatschappij voor Volks koffiehuizen" en dergelijke instellingen. Voor wat de berekende prijzen betreft, kunnen we ons de tevreden stemming van den schrij ver nog het beste plaatsen, want we vinden vermeld, dat voor 22 cent een middagmaal te krygen is, voor anderhalve gulden per week „een goed nachtverblyf" en voor een paar kwartjes méér had men zelfs zoo'n geriefelijk kamertje, dat ze het gaarne gezoch te verblijf vormden voor „scheepsdokters en scheepskapiteins, onderwijzers en predi kanten, mannen en vrouwen, die gaarne in hun logement den christelyken toon vernemen". Zelfs een hoogleeraar vestigde zich, volgens den schrijver, in een dier kamer tjes, toen zyn gezin voor eenigen tyd afwezig was. Toch zou het rustige verblijf, dat er ons 40 jaar geleden verzekerd werd, ons thans nog maar weinig bekoren. Lees b.v. maar eens, wat ons omtrent de verlichting gezegd wordt. „Het gas, dat in de gangen, niet in de afzon derlijke kamertjes brandt, wordt 's nachts „vervangen door een olielampje, dat voor „wie in het donker zyn kamertje moet ver baten, of voor het geval van brand, bepaald „nuttig is." Onze vaders waren blijkbaar nog al gauw tevreden enhadden trouwens weinig behoeften. Yan water schenen ze niet veel te moeten hebben. „Over de badkamers, die hier gebouwd „zyn, is reeds met een enkel woord gespro- „ken. Zij worden zoo goed als niet gebruikt „en vertegenwoordigen een verloren ruimte." Behalve watervrees, kenden de Amster dammers van 1888 ook huiver voor onge trouwde vrouwen. Ze werden wel toegelaten in de volkslogementen, maar...... „Nog worde hier vermeld, dat alleen op de „eerste verdieping, tegen betaling van 0.75, „vrouwen worden toegelaten. Door deze „hooge som hoopt men in dit voor mannen „en hunne vrouwen gebouwd logement on gehuwde juffrouwen te weren, vooral omdat „zoo licht dames, voor wie dit huis niet „opgericht is, zich kunnen aanmelden." Er was voor vrouwen trouwens een afzon- deriyke logeergelegenheid, een „Te Huis", gesticht door de Vereeniging „Ter verbrei ding van de Waarheid". Dienstboden en andere „vrouwen uit den dienstbaren stand" die van „onbesproken zedelijk gedrag" waren, konden er een onderkomen vinden om be schermd te zyn tegen geldelijk bedrog en de verleiding tot onzedeiykheid. „Te 7 uur staan allen op; te 8 uur zitten „allen aan in de eetzaal, waar voor 50 per sonen plaats is, en krijgen een paar koppen „thee, waarvan de eerste met suiker, benevens „twee, indien men honger heeft drie ge- Smeerde boterhammen. De directeur, die „met zijn vrouw aanzit, leest een hoofdstuk „der Heilige Schrift voor en geeft aan de „Katholieke gasten een kerkelijk goedgekeur- „den Katholieken bybel, waarin zij kunnen „lezen, zoolang zyn voorlezing duurt. Ook „wordt een psalm of gezang aangeheven. Om „hare godsdienstige gezindte wordt niemand „hier geweerd. Men vindt dan ook allerlei „kerkgenootschappen vertegenwoordigd, het „Roomsch Katholieke voor ruim een derde „deel van het geheele aantal gasten.' Wie nu in Amsterdam de moderne arbei derstehuizen ziet, nog geen 40 jaar nadat het bovenstaande geschreven was, verrezen, zal het met ons eens zijn, dat er heel wat veranderd is. Wel moeten de gasten er méér betalen dan vroeger, maar de inkomens zyn ook grooter en bovendien kunnen ze drie en zelfs méér boterhammen eten, ook al hebben ze geen honger. In die moderne tehuizen zijn gerieflijke kamers met stroomend water en centrale verwarmiDg, er zyn bibliotheken en billardzalen, rook- en studiezalen. De bevol king heeft er zich georganiseerd in allerlei clubs van spel, vermaak en ontwikkeling en de grootste geleerden komen er hun cursus sen geven. De arbeiders hebben geleerd zich te baden, zoodat de badkamers geen „over bodige ruimte" meer innemen:zelfs bevindt zich in het nieuwe groote tehuis, dat in Mei a.s. op het Leidsche plein geopend wordt, een eigen.... zwembassin, waarin de bewoners van het tehuis in zomer en winter zich aan de heeriykste en meest gezonde aller sporten kunnen overgeven. Verouderde rechtsbegrippen. In Engeland ie nog in de vorige eeuw, in 1917 n.l. in een rechtszaal een beroep op het oude gerechtelyke tweegevecht gedaan. Zekere Thorton werd crimineel vervolgd als beschuldigd van moord, en door de jury vrijgesproken, zyn aanklager echter, de broe der van den vermoorde, liet het er niet by en kwam in hooger beroep. Toen liet de aangeklaagde door zgn advocaat het aanbod doen, dat hij zij nonschuld zou bewijzen door een gerechtelijk tweegevecht. De rechters zaten verlegen met het aanbod, want al was het godsgericht in onbruik geraakt, het was nimmer officieel afgeschaft. Er was niets aan te doen. Het gevecht werd bevolen en uit geschreven, maar de aanklager was tegen zulke bewijsvoeringen ten gunste van iemands waarde niet opgewassen en gaf er de voor?- keur aan om niet op te komen waarmee. de onschuld van den verdachte boven twyfel kwam vast te staan. Het Engelsch parlement wachtte twee jaren of er zich ook nog andere gevallen en andere liefhebbers zouden voor doen, en schafte in 1819 het gerechtelijk tweegevecht af. Een ander voorbeeld van de taaie levens kracht van het oude godsgericht levert ons land, daar er in 1828 te Delden een oude vrouw te water gelaten werd, die van hek serij beschuldigd werd en die, door te blijven dry ven, de proef moest geven, dat de Hemel haar onschuld bystond. De vrome arabier en zijn baan. Een derwisch ging naar Mekka. Zooals het een heilig man betaamt, had hij geen piaster op zak, maar leefde ten koste van hen, die hij onderweg aantrof. De weg was moeilijk ibegaanbaar en onze pelgrim begon langzamerhand vermoeid te worden. 1 Toen hij eenige mijlenïhad afgelegd, waren zyne krachten verbruikte Het was nog zeer ver tot Mekka, de zon brandde onbarmhartig, de leege maag verlangde naar voedsel. Dan bereikte hy tenslotte gelukkig een kleine oase, waar slanke palmen groeiden, waaronder een zuivere bron met kristalhelder water borrelde. Hg nam de boomen in oogenschouw, keek naar den weg, richtte den blik naar de zon en herinnerde zich dan, dat hij sedert gisteren nog niets had gegeten, Dan keerde hg zich yan den weg af en liep op een kleine hut toe, die door een armen Arabier bewoond werd, die den derwisch tegemoet ging. Een gast is een Godsgezant in het bijzonder, wanneer hij een dienaar van Allah is. De Arabier noodigde den der wisch by hem uit, gaf hem te eten en te drinken en liet hem in 'zyn bed slapen. Drie. dagen gingen voorby. De arme man spande zich naar vermbgen in om het zgn vrome gast zoo aangenaam mogelijk te maken. Deze dacht er echter niet aan het huis te verlaten. Een week ging voorbij. Vier maal per dag kwam de derwisch precies op tijd aan tafel en 's avonds legde hij zich te slapen in het bed van zijn gastheer. „O, heer," sprak de vrouw van den Arabier tot haar man, is het voor onzen gast geen tyd zyn weg naar de heilige plaatsen te ver volgen? Hy eet alles bij ons op, wy zgn arme menschen, onze kinderen huilen van den honger." Het is een groote zonde een vromen pel grim uit huis weg te jagen." Er verliep nog een week. Opnieuw, maar nog dringender sprak de vrouw van den Arabier: „O, heer, het mag zijn, zoo ge wilt, doch nu moeten we den vromen man kwyt raken. Spoedig zullen we zelf niets meer te eten hebben en zijn eetlust neemt nog eiken dag toe." „Er moet iets gebeuren, viel haar man haar bij. Hg liet zijn werk in den steek en ging naar den derwisch. Deze zat onder de palmen met zijne voeten in de murmelende beek, knagende aan een schapenbout en peinzende over den loop der sterren. De Arabier naderde deemoedig en begon met schuchtere stem: „Hoogeerwaarde vader, ik zegen Uwe komst duizend maal en dank U, dat U mijne armoedige hut met Uw komst gelukkig hebt gemaakt. Maar tot mfin schande Allah weet, dat ik waarheid spreek moet ik U mededeelen, dat ik heden myn laatste ram geslacht en myn laatste voorraad dadels verbruikt heb." De derwisch schudde gewichtig met zijn hoofd. „Moge het zoo zijn. Wek me morgen, zoo dra de zon opkomt, opdat ik bg het ochtend gloren myn eerste gebed uitspreek en dan mijn pelgrimstochts voortzet". Nauwelijks waren den volgenden ochtend do sterren verbleekt, of de Arabier wekte zijn gast en riep: Wordt wakker, afgezant van God, het is tijd om te vertrekken, de haan heeft reeds gekraaid!" „Je hebt dus nog een haan", mompelde de derwisch, draaide zich om en sliep verder. van tapverboden, het aanwijzen van droge wijken, etc. Oagetwijfeld kan men geen be denkingen doen gelden tegen het beperken van het aantal verlofsinrichtingen door het vaststellen van een maximumimmers, byna alle deze inrichtingen zy'n clandestiene ver koopplaatsen van sterken drank, en het vast stellen van een maximum verleent eenige waarde aan de bedreiging van intrekking van het verlof wegens herhaalde overtreding van de Drankwet. E venmin mag het een sociaal belang heeten en is het zeer sterk in het nadeel van den bona fiden gevestigden drankhandel, dat in allerlei winkels en winkeltjes z.g. democra tische wijnen verkocht kunnen wordenvaak allerlei minderwaardige artikelen onder kun stig uitgevoerde etiketten. Voorts is het wenschelijk, dat de mogelyk- heid van overschrijving op een ander persoon van alle bestaande vergunningen wordt ge schapen. Dit toch is te beschouwen als het beste middel tegen de schijncontracten, het opdryven van pachtsommen, etc. Het staat voor iederen deskundigen vast, dat juist het al te sterk inkrimpen van het aantal ver gunningen door het z.g. uitstervingssysteem den cland6stienen verkoop, het opdry ven van pachtsommen, etc. doen ontstaan. Neen waarlijk, dit zijn zoodanige redelijke wenschen en bezwaren, dat het nietnoodig behoeft te worden geacht, de juistheid daar van alsnog te demonstreeren door affiches en bierviltjes. Gemengd Nieuws. Van af ficties en bierviltjes. Dezer dagen kon men in enkele koffie huizen en restaurants affiches en bierviltjes aantreffen, waarmede tegen het aanhangige Drankwetontwerp wordt geageerd, gerecht is er reeds opgewezén, dat deze actie, uit gaande van een comité, hoofdzakelyk be staande uit bierbrouwers en wijnhandelaars, zeer ontijdig en ontactisch moet worden genoemd. Immers, men mag hopen, dat er tenminste iets van de Drankwetherziening terecht zal komen en dat niet aangestuurd zal worden op algeheel uitblijven van eenige herziening der huidige Drankwet, die zoo dringend verbetering behoeft. Kan men dus wenschen een zoo spoedig mogelijke herziening, het grootste bezwaar tegen het Drankwetontwerp blijft de z.g. plaatseiyke keuze en de groote vrijheid van de gemeentebesturen om nog extra drank wetgevingen uit te vaardigen in den vorm STAD IN CHINA GEPLUNDERD. Leyang gedeeltelijk verwoest. HANK AU, 2 Maart. Een groot aantal ontslagen soldaten hebben te zamen met leden van den communistische boerenbond de stad Leyang geplunderd en gedeeltelijk verwoest, terwyl onder de bewoners een waar bloedbad werd aangericht. De burgers wer den, alvorens vermoord te worden, op bar- baarsche wijze mishandeld en gepynigd. De communisten hebben bijvoorbeeld driehon derd boeddhistische monniken in een klooster opgesloten en het gebouw vervolgens in brand gestoken, waarbij alle monniken zyn omgekomen. De communisten hebben zich uit de pro vincie Hoeoan teruggetrokken naar Kwangsi waar zij Kweilin veroverd moeten hebben' MISLUKTE MOORDAANSLAG TE BERLIJN. BERLIJN, 2 Maart. Hedennamiddag is op den plaats ver van genden directeur van het rijksbureau voor de regeling van oorlogs* schade te Berlijn-Friedenau, „Geheimer Jus- tizrat" Bach, een moordaanslag gepleegd. Even voor vier uur betrad een vroegere farmer uit Duitsch Oost-Afrika, Langkoop geheeten, het gebouw en verzocht den heer Bach te spreken. Bij den portier vulde hg een aan meldingsformulier in, waarna hij zich zonder verder te wachten, rechtstreeks naar de kamer begaf, die, naar by wist, zijn aan gelegenheid behandelde. Met de woorden„Zonder geld ga ik hier niet vandaanbegon Langkoop het gesprek. „In dezen koffer,"zoo vervolgde hy, „bevindt zich een helsche machine, gevuld met vijftien pond dynamiet. Ik neem de bom in mijn hand en berg ze niet op, voordat ik een chèque van 112.000 mark en bovendien 60.000 mark in contanten heb ontvangen I" De heer Baeh verloor evenwel zijn tegen woordigheid van geest niet en deed alle moeite het gesprek zoo lang mogelijk te rekken. Met zijn hand in zgn linkerzak, alsof zich daar een revolver bevond, begon hg met dekas- afdeeling tetelefoneeren, waarbij hy opdracht gaf, een chèque van 112.000 mark uit te schrijven. Tijdens het onderhoud hield Lang koop de lont van de helsche machine in de hand en liet deze ook niet los, toen Bach hem een sigaret aanbood. Nadat men een kwartier geconfereerd had, waarby herhaaldelijk amb- teuaren het vertrek in- en uitliepen, stond Bach op, ten einde zich met het ongemoedelijk heerschap naar de kasafdeeling te begeven. Terwijl beiden het vertrek verlieten, drukte Bach zyn bezoeker een dezer dagen over de kwestie der vergoedingen verschenen vlug schrift in de hand. Even in verwarring gebracht, liet Langkoop de lont uit zijn hand glippen en van deze gelegenheid maakte Bach gebruik, om de gang op te vluchten. Langkoop trok onmid dellijk een revolver uit de rechterzak van zijn overjas en vuurde driemaal op den vluch tenden directeur, evenwel zonder te raken. Op het gerucht der schoten snelden van alle kanten ambtenaren te hulp. De directeur Kartinsky en een „Oberregierungsrat" ver sperden Langkoop den weg, terwijl Bach zich van achteren op den indringer wierp. Er ontstond een verbitterd handgemeen; op den grond liggend schoot Langkoop nog tweemaal op Bach, doch ook nu miste hij Toen Lang koop bemerkte, dat hij het ouderspit zou moeten delven, trok hy aan een koord, dat in verbinding stond met een tweeden revol ver, die zich in den koffer bevond en die door zijn schot de helsche machine tot ont ploffing zou moeten brengen. Binnen in deD koffer weerklonk een knal, doch verder ge beurde er niets. Klaarblijkelijk had de kogel de springstof niet geraakt; de beoogde ont ploffing bleef althans uit. Toen zag Langkoop in, dat alle verder verzet doelloos was en gaf hy zich aan de inmiddels gearriveerde politiebeambten over. Bij zLjn verhoor verklaarde hy vóór den oorlog in Duitsch Oost-Afrika een farm te hebben bezeten en zich in den oorlog in de kolonie zeer te hebben onderscheiden. Na den oorlog vestigde hy zich als koopman te Lauenstein. De schade, die hg door het ver loren gaan van zijn farm had geleden, werd door het rij ksbureau op 41.000 mark geraamd, waarvan hg reeds 8600 mark uitbetaald had gekregen. Hedenochtend, zoo verklaarde by verder, had hij zich naar Beriyn begeven, met de bedoeling of het rijksbureau in de lucht te doen vliegen, of zich zelf van het leven te berooven als hy het door hem ver langde geld niet zou krygen. De hoeveelheid dynamiet in de helsche machine was voldoende, om het geheele gebouw te verwoesten. AMOKMAKER DOODT EEN INLANDER. Dader byna door de bevolking gelyncht. BATAVIA, 4 Maart. Een amokmaker doodde op Molenvliet éen inlander en ver wondde er drie-en-twintig, van wie ver scheidene zeer ernstig. De dader, die byna door de bevolking gelyncht werd, is met een hersenschudding naar het hospitaal ge bracht. SCANDINAVISCHE VROUWENHANDEL. Drie Scandinavische geschiedenisjes, kort en leerzaam, door een Kopenhaagsch corres pondent van het „Berl. Tag." verteld. Het eerste is Noorsch: „De ziekenver pleegster met de bas-stem". Uit het krank zinnigengesticht te Kristiansand is een ver pleegster verdwenen, samen met een jong hulp verpleegstertje uit de beste kringen. Verdwenen is niet geheel juist: zy zouden getweeën naar Canada emigreeren, en zijn met bloemen uitgeleid. Zij lieten geen adres achter. Opeens grypt paniek het kleine Kristiansand aan: handel in blanke slavin nen! Was die verpleegster niet altijd ver dacht? Had ze geen mannenstem? En een snor? Zy rookte sigaren, pruimde en spuwde als een matroos. Die mystieke figuur moet een man geweesfe zijn. Het alomtegenwoor dige „sociale damescomité" zit al bij de politie. Er hebben zich de onwaarschijnlykste ver halen rondom de verpleegster gesponnen. De waarheid is eenvoudiger en prettiger: een jonge aanbidder heeft zich als verpleeg ster laten aannemen, om beter de liefdes- vlucht met de aangebedene te kunnen voor bereiden. In Canada behoeft men het paar niet te zoeken. Het tweede verhaal heet: „Deontvoering naar Farum". Daarin is de rouó reeds in derde instantie veroordeeld. Hij was reiziger in wijnen, vroeger verloofd; de verloving was „afgegaan" doordat het meisje een beteren had gevonden. Maar het ex-verloofde paar zag elkaar toch regelmatig vriendschap- pelyk weer. Op een dag haalt de reiziger zyn vroeger meisje af, per auto, en de rit gaat door een fraai landschap naar Farum, waai de jongeman een huisje heeft. Den volgen den morgen haalt de jongedame kadetjes en melk, zy ontbyten idyllisch samen, en gaan huistoe. De reiziger naar zyn firma, de ver loofde (van een ander) regelrecht naar de politie wegens ontvoering en eerroof. Daar bleek, dat de reiziger een revolver bezat, was voor het meergenoemde dames-comité de zaak helder: ontvoering, meisjesroof, vrouwenhandel! De euveldoener heeft zijn loon gekregen: bij is veroordeeld, in drie instanties, wegens.... het zonder verlof dragen van een vuurwapen. In de derde historie, die naamloos is, speelt de correspondent zelf een rol. Twee heeren typen als Balkan-vorsten, komen hem 's nachts by lantaarnlicht in Kopenhagen tegen. Zy hebben een dame bij zich. Opeens rukt deze, een niet onbekooriyke, misschien wat al te geparfumeerde blondine, zich los en valt den journalist om den hals, hem stamelend smeekend om redding uit de han den van haar „slavenhandelaars". In de meeste journalisten kloppen riddeüjke har ten, en bovendien zijn zy gevleid met op recht vertrouwen. Het reddevscbap en ridder schap nu heeft den correspondent eenige veel te dure flesschen champagne gekost, die hij bezwaarlijk aan zijn krant in rekening kan brengen. Scandinavië (Maurice Bedel in zijn „Jéió- me 60 gr. de latitude Nord" laat het wel uitkomen) Scandinavië ziet heusch wel kans,on-netjes te zyn,ook mèt damescomité's. Vaderlijke macht. Jongeman. „Meneer, ik kom U vragen om de hand Uwer dochter." Vader. „Om de hand mijner dochter?" Jongeman. „Ja meneer, het is wel niets dan een formaliteit, doch ik vond het voor U prettiger den gebruikelijken weg te volgen. Vader beleedigd. „Wat bedoelt U met een formaliteit? Mij de hand mijner dochter vragen is een formaliteit? Wie vertelt U dat?" Jongeman. „Mevrouw heeft me dit verteld. Vader. „O zoo!.Ja dan is het goed. Een Chineesche meening over het corset. Chineesche kastelein: „En hoe vondt gij Europa?" Chineesche Reiziger: „Hoe ik het daar vond. De mannen zijn er zoo barbaarsch, dat ze hun vrouwen verplichten, een harnas te dragen van staal en baleinen. Dit wordt zoo stijf aange haald, dat de arme schepsels nauwelijks adem kunnen halen. Hun ingewanden worden_zoo- danig in elkaar geperst dat ze vaak van be nauwdheid sterven." Kastelein: „En waarvoor dient dat dan?" Reiziger: „Wel, dan kunnen de mannen weer een andere vrouw nemen, natuurlijk een jongere." Een onverwacht antwoord. Vader: „U vraagt mij om de hand mijner dochter, maar is U wel in staat een familie te onderhouden." Jongmensch: „Hoe groot is uw familie?"

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 3