PUROL bij Brand- en Snijwonden
ROTTERDAM - - hoek Pannekoekstraat.
LOGEER
„Hotel-Restaurant!
BOERENVISCHMARKT12, bij t
PIET SIMONS zorgt
Ingezonden Si
2
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 28 JANUARI 192 8.
ONZE 0
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
stuur heeft gemeend te moeten invoeren.
Er waren leden, die meenden, dat ze zes
weken voor rekening van de vereeniging in
één of ander ziekenhuis mochten doorbren
gen, terwijl in 't geheel geen plan bestond,
om zich te laten opereeren. Daar dit zuiver
Sanatorium-ver pleging is, heeft het Bestuur
besloten, na ingewonnen advies bij de heeren
doktoren, dat voor observatie in een zieken
huis slechts acht verpleegdagen worden ver
goed.
Er zijn meer Bestuursvergaderingen ge
houden dan het vorig jaar, daar er besloten
was, om de zes weken te vergaderen, met
het oog op het toetreden van nieuwe leden.
Dit bracht natuurlijk meerdere kosten, ver
bonden aan het houden van vergaderingen,
met zich.
We hebben enkele kleine voordeelen ge?
had. Enkele patiënten brachten geen vervoer
en reiskosten in rekening. Hiervoor onzen
hartelijken dank. Een lid stortte f 10,— in
de kas, uit dank voor den genoten steun.
Dat dit dankbaar aanvaard werd, behoeft
bijna niet gezegd te worden.
Alles evenwel tezamen genomen, kunnen
wij echter tevreden zyn, hoewel er een klein
nadeelig saldo is. Straks zal de penning
meester U een beeld trachten te geven van
onze financiën.
Zijn de uitgaven aanzienlijk gestegen, de
inkomsten zijn door het stijgen van het
ledental ook geklommen. Was in het begin
van het jaar het ledental 2953, met het
sluiten van het boekjaar bedroeg het aantal
3525. Een vooruitgang dus van ongeveer
600 leden. Hoewel dit een flink aantal is,
spijt het ons, dat wjj de 4000 nog niet be
reikt hebben.
Het aantal verklaringen, dat door den
Secretaris afgegeven werd, bedroeg 62. Hier
van waren bestemd voor:
EudokiaRotterdam 21
Diaconessenhuisid. 15
St. Franciscusid. 4
Israëlitisch Ziekenhuis id. 2
Gemeentelijk Ziekenhuis. id. 1
Róntgen-instituutid. 7
Ooglij dersgesticht id. 1
Kinderziekenhuis id. 1
Polykliniek (voor het aan
leggen van een gipsbed) id. 2
de Rijksklinieken Utrecht 3
de Rijksklinieken Leiden 2
de Adriaanstichting Hillegersberg 2
Het R K. Ziekenhuis. Groningen 1
Totaal 62
Drie dezer patiënten zijn overleden. Met
enkelen wordt de verpleging voortgezet voor
rekening van een andere instelling, daar de
duur der verpleging de zes weken te boven
ging Allen echter zijn uiterst tevreden ge
weest over de behandeling in de verschil
lende inrichtingen. Het Bestuur ontving van
de leden talrijke tevredenheidsbetuigingen.
Er zijn acht Bestuursvergaderingen gehou
den. Deze vergaderingen waren steeds flink
bezocht. Alleen een enkel lid kwam nimmer
ter vergadering, daar hij door ambtsbezig
heden verhinderd was. De vergaderingen
kenmerkten zich steeds door een aangena-
men geest.
Evenals het vorig jaar hebben wij ons
bereid verklaard, te helpen, waar men
trachtte zusterverenigingen op te richten.
Zoo is het dagelijksch Bestuur in overleg
getreden met de afdeeling te Dirksland en
te Ooltgensplaat van het Groene Kruis".
In deze gemeenten is een vereeniging, als
de onze, tot stand gekomen.
Wpl is het treffend, dat het percent der
bevolking, dat toetreedt in de verschillende
plaatsen grooter is, dan hier. In alle ge
meenten van ons eiland, waar men een ver
eeniging heeft opgericht is het ongeveer 60
of hooger, terwijl Middelharnis en Sommels-
dijk nog geen 50 haalt.
De getallen zijn voor Middelharnis iets
gunstiger, dan voor Sommelsdijk. Op een
bevolking van ongeveer 4400 zielen, heeft
Middelharnis 2134 leden, iets minder dus dan
50 der bevolking. Op een bevolking van
meer dan 3600 zielen, heeft Sommelsdijk
slechts 1391 leden, ongeveer dus 30 van
het zielental.
Nogmaals zag het Bestuur gaarne, dat velen
de propaganda ter hand namen, om de achter
blijvers te doen toetreden. De volgende ver
gadering zou het beslist 4000 leden moeten
zijn.
Nog dient te worden medegedeeld, dat er
besprekingen worden gevoerd, om te komen
tot het oprichten van lighallen voor beide
gemeenten. Dit vooral voor onze herstellende
patiënten. De leiding in deze berust by onzen
Eere-Voorzitter, Burgemeester den Hollan
der, die met verschillende corporatie's zal
trachten om tot dit mooie doel te geraken.
Met den wensch, dat het nieuwe vereeni-
gingsjaar voor de vereeniging goed moge
zyn, en dat vooral het aantal leden steeds
grooter moge worden, eindig ik dit tweede
jaarverslag.
De commissie van contröle bracht bij mon
de van den heer Jb. van Zetten, daarna haar
verslag uit, over het finantieel beheer. De
rekening was door de heeren accoord bevon
den en brachten hulde aan den penning
meester voor zijn richtig beheer. Opgevallen
waren de hooge kosten van sommige zieken
huizen. Aanbevolen werd door de commissie
in haar geheel om zoo veel mogelijk gebruik
te maken van de Rijkspoliklinieken, waar
de verpleging minsteus zoo goed is als elke
andere inrichting. Dat daar voor de naastbe-
3taanden van den patiënt ook weer minder
kosten zijn voor kleeding enz. met zich
brengt, terwijl aan reisgeld om de patiënt
te bezoeken geen meerdere kosten worden
gevergd, daar die door de vereeniging, zooals
vastgesteld worden gedragen.
Daarna bracht de penningmeester zjjn ver
slag uit als volgt:
Kas verantwoording over liet jaar 1927.
ONTVANGSTEN.
Saldo per 1 Januari 1927 1827,82
Contributie7351,53
Vrijwillige Bijdrage12,66
Donateurs84,50
9276,51
UITGAVEN.
Ophaalloon Boden. 208
Premie Boden93,04
Onkosten vergaderingen 34,75
Diverse onkosten24,61
Porti en Schrjjfbeh5,71
Drukwerk83,40
Verplegingskosten3269,81
Vervoerkosten844,27
Dokterskosten2700,10
Saldo Nutssp. 2430,88
82,44
2513,32
9276,51
Bruto Saldo2513,32
Te ontvangen rente Nutsspaarb. 74,58
Samen 2587,90
Nog te betalen ten laste van 1927:
Dokterskost, n. sehatt. 500,—
Verplegingsk.n.schatt. 200,—
Premie Boden 171,12
Administratieloon 175,
Premiereserve 8 weken
a 152,- 1216,-
2261,12
Wekeiyksche Contributie te Mid
delharnis bedraagt
Wekeiyksche Contributie te Som-
melsdyk bedraagt
326,78
92,99
59,65
152,64
De Voorzitter dankte de commissie voor
haar onderzoek. De periodiek aftredende
leden, de heeren C. van der Meide, Dr. J.
Koenraad en A. J. Hoek werden herkozen.
In de vacature Dr. S. Knöps werd ge
kozen Dr. P. Knöps.
Tot leden van de commissie van contröle
werden aangewezen de heeren J. v. d. Meide,
P. H. Boekhoven en Joh. Struik. Tot plaats
vervanger de heeren G. van Eek, W Mjjs
en K. Joppe.
Gezien het voorgekomen is dat een zieken
huis een leggeld rekende van/5,25, per dag,
hetgeen abnormaal hoog genoemd mag wor
den, stelde het bestuur voor het reglement
zoo te wijzigen, dat niet^meer dan ƒ3,—
per dag wordt vergoed, wat het gewone
tarief is. Hiertoe werd besloten.
Nog werd het reglement gewijzigd, naar
ondervinding dat een patiënt een enkele week
naar het ziekenhuis ging om wat op te
sterken. Het Bestuur meende dat zulks onder
sanatoriumverpleging behoorde en dat voor
dergelijke gevallen de vereeniging niet is
opgericht. Volgens advies van de doktoren
is een observatietijd van 8 dagen gerecht
vaardigd, wordt daarna niet operatief inge
grepen, dan zal ook de vergoeding ophouden.
Wordt na 8 dagen voor onderzoek opgenomen
geweest te zijn, wel ingegrepen, dan tellen
de dagen gewoon door.
Rondvraag.
G. van Eek vergeleek nog eens de cijfers
van het aantal patiënten hier en in andere
gemeenten en vroeg of het Bestuur mogelijk
redenen hiervan wist, en zoo ja, of zy
daartegen maatregelen kan nemen.
Voorzitter zeide over die verhouding zelf
weinig gezegd te hebben, alhoewel dit punt
in el£e bestuursvergadering ter tafel is ge
weest. Het Bestuur kan daartegen eigenlyk
weinig doen wanneer een arts oordeelt dat
het lid opgenomen moet worden, dan hebben
zij dienovereenkomstig de verklaring af te
geven, dat die patiënt voor onze rekening
kan worden opgenomen.
A. van Ês, zeide dat hy als bestuurslid
over deze kwestie ook niet alles wil zeggen,
was hij gewoon lid, dan zou hij meer in de
vergadering kunnen zeggen. De vergadering
heeft wel een vermoeden, doch dit kan niet
altijd gezegd worden. Wel wil ikf zeggen
dat elk vak een geheim heeft, ook het
doktersvak. Pleitte daarna nog tot opname in
de academische ziekenhuizen.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Fonds 1918 ter bestrijding van
Tuberculose en Kanker,
Afdeeling Zuid-Holland.
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit.
In het verslag over het jaar 1924 van het
Centraal Bureau voor de Statistiek leest
men onder de beschouwingen, handelende
over kanker, de volgende beteekenisvolle
zinsnede:
„Kanker en andere kwaadaardige gezwel
len, is naast tuberculose de doodsoorzaak,
die het grootste aantal slachtoffers maakt.
In 1924 werden in het Rijk 11.48 der
totale sterftegevallen door kanker veroor
zaakt, in 1923 11.42 De gemiddelde sterfte
is steeds toenemend. Reeds staat zy aan het
hoofd der sterfte."
Wie kan vragen wij met zulke on
rustbarende cyfers voor oogen, het wonder
lijk vinden, dat het vraagstuk van den kan
ker tegenwoordig meer dan ooit, ons aller
belangstelling in beslag neemt. De geschie
denis der kwaadaardige gezwellen onthult
ons immers zoo menig geval van mensche-
Hjke ellende en zwaar menscheiljk lijden
Wij weten ook, dat niemand tegen kanker
gevrijwaard is. Slachtoffers dezer ziekte val
len in hutten zoowel als in paleizen, onder
mannen ïn gelyke mate als onder vrouwen.
En deze ziekte staat dus volgens de statisti
sche berichten aan het hoofd der sterfteen
neemt helaas nog steeds toe.
Men is zooals vanzelf spreekt ijverig
in de weer om een uitkomst te vinden tegen
het gevaar, dat allen van de zijde van den
kanker bedreigt. De studie van het vraag
stuk is ter hand genomen in talrijke instel
lingen voor wefenschappelyk kankeronder
zoek. Hoofddoel is het vinden van de diepere
oorzaak der kwaadaardige gezwellenen van
het publiek, dat in de eerste plaats by dit
alles geïnteresseerd is, wordt terecht ver
wacht, dat het niet, in gebreke blijft om by
te dragen in de materieele middelen, ten
einde de niet geringe kosten dezer onder
zoekingen te kunnen bestrijden.
Maar de oplossing van het kankervraag-
stuk langs dezen weg ligt nog in een ver
verschiet en het wil ons derhalve voor
komen, dat men in afwachting van de op
lossing van bet kankerprobleem in de toe
komst niet de arme lijders van heden uit
het oog mag verliezen. Naast het kanker
onderzoek behoort evenzeer de kankerbe
handeling te worden gesteund. Want be
handeling is met de ons heden ten dienste
staande middelen in de meeste gevallen zeer
wel mogelijk, indien slechts de patiënt tijdig
den juisten weg daartoe inslaat. Naast de
operatie, deze aanvullend of vervangend, is
de stralentherapie tegenwoordig een belang
rijk deel der behandeling van boosaardige
nieuwvormingen geworden.
Reeds jaren geleden werd derhalve te Rot
terdam een aan stralenbehandeling gewyde
inrichting: het Rotterdamsch Radio-Thera
peutisch Instituut tot stand gebracht. Menig
kankeriyder heeft in deze inrichting, die
onder leiding van Dr. Lammers staat, ge
nezing gevonden; velen hebben hulp en ver
zachting gekregen zoolang deze met de ten
dienste staande middelen te verkrijgen was.
Maar kostbaar is de stralenbehandeling, zoo
wel in de aanschaffing der hulpmiddelen:
Röntgenmachines en Radium, als ook in de
uitvoering eu behandeling zelf; enopmeni-
gen patiënt drukt bovendien zwaar de finan-
tieele last, veroorzaakt door het event, lang
durige verblijf in het Ziekenhuis, indien
ambulante behandeling ondoeDiyk is.
Het Rott. Radio-Therapeutisch Instituut
is door middel van een zelf geschapen fonds
aan den nood van vele patiënten tegemoet
gekomen. Maar dit fonds is te beperkt voor
hulp in meer uitgebreiden zin.
Hulp in het groot is echter noodig, meer
dan elders in onze provincie Zuid-Holland,
die met haar dichte bevolking van plm.
1.800.000 zielen aan het hoofd staat van de
frequentie en van sterfte aan kanker, van
alle provincies in Nederland.
De werkzaamheden van genoemd, in onze
provincie onmisbaar instituut, te steunen,
is o.a. een taak, die het Bestuur der Afdee
ling Zuid-Holland van het Fonds 1918 ter
bestrijding van Tuberculose en Kanker met
kracht ter hand wenscht te nemen.
Door het ontbreken van dezen steun komt
het helaas telkens voor, dat patiënten niet
verder meer behandeld kunnen worden. Daar
het Fonds 1918 ook de Kankerbestrijding
ten doel heeft, hebben wij gemeend ons deze
noodiydende gevallen te moeten aantrekken
door de kosten aan de behandeling van deze
patiënten verbonden, in overleg met" het
Instituut, voor zooveel mogelijk, te voldoen.
Het Bestuur twijfelt niet of een ieder zal
met dit plan onvoorwaardelijk instemmen,
en gezien dat aan de ten uitvoerlegging van
dit voornemen zeer aanzienlijke kosten, doet
het een beroep op de leden zelf, dat zij niet
alleen het Bestuur getrouw zullen blijven,
doch dat elk lid bovendien als propagandist
zal optreden, waardoor bevorderd wordt dat
zoowel nieuwe leden als donateurs toetre
den en de giften op postrekening Haag No.
68730 aanzienlijk zullen vermeerderen.
Een ieder Uwer heeft stellig in zijn naaste
omgeving één of meerdere kankerpatiënten
ontmoet en zal dus van harte elke poging,
die kan aangewend worden om deze ziekte
met vrucht te bestrijden, toejuichen.
Helpt ons daarom de on- en minvermo
gende ïyders en lijderessen aan deze vree-
selljke ziekte te steunen door U onverwyid
als lid (of donateur) aan onzen Secretaris,
J. W. VAN AKEN Jr., Burgemeester van
Hardinxveld, op te geven of Uwe giften te
gireeren op Postrekening No. 63730.
Minimum contributie f 1,per jaar.
Het Bestuur der afdeeling Zuid Holland
van het Fonds 1918, enz.
Mr. J. WOLTMAN, Secretaris Generaal van
het Departement van Oorlog, Voorzitter.
L. J. DEN HOLLANDER, Burgemeester
van Middelharnis en Sommelsdyk, Vice-
Voorzitter.
Ds. H. JANSEN, Leger en VJootpredikant,
i.a.d. Penningmeester, Huygenspark 36A,
's-Gravenhage. Postrekening 63730.
J. W. VAN AKEN Jr., Burgemeester van
Hardinxveld, Secretaris.
Mevrouw T. MEES Bouvin te Rotter
dam én
Dr. M. A. VAN ANDEL, Arts te Gorin
chem, Leden.
Geen gelden afdragen, dan tegen ontvangst
van een Bewijs van Lidmaatschap.
Wijkhuishoudster.
De wijkverpleegsters hebben zich in wei
nige jaren onmisbaar gemaakt. Al wat zij
doen is tevens propaganda. Zij geven aan de
zieken in het gezin de deskundige verzorging
en verpleging, die de huisgenooten met den
besten wil niet geven kunnen. Zoo gaanzy
iederen dag van huis tot huis en leggen per
dag soms tien en meer bezoeken af.
Maar een ding ontbreekt er nog, als de
moeder ziek is. Wie zal dan de aardappelen
koken, de wasch doen, voor de kleeren zorgen
en ai het vele, kleine werk, dat een hui vrouw
van den morgen tot den avond bezig houdt
Dan zegt menHet is daar een verlegen boel.
Buurvrouwen komen eens een uurtje helpen,
maar als de ziekte lang duurt, verflauwt de
hulpvaardigheid al gauw. Geld, om een nood
hulp te nemen, is er niet. Ziekte brengt toch
al zooveel kosten mee. Hier is een vraagstuk
waar al heel wat over geschreven en ge
sproken is, maar het bleef onoplost. In Rot
terdam wil men nu een proef nemen met
de instelling van wy'khuishoudsters. Vrou
wen, die het werk willen verrichten en
gezinnen, die de hulp noodig hebben, zullen
elkaar vinden door middel der Gemeentehjke
Arbeidsbeurs, die alle medewerking heeft
Door de ervaring zal men pas kunnen vast
stellen, welke eischen van geschiktheid men
zal moeten stellen en hoeveel het loon zal
bedragen enz. enz. De moeilijkheden zullen
blijken met het werk, maar dan ook zeker
weggenomen kunnen worden. Het mooist
zou zy'n een stelsel van verzekering, zoodat
men tegen een kleine contributie de hulp der
wijkhuishoudster kan kiijgen. Heeft men die
niet noodig, des te beter. Zoo betalen de
gezonde immers voor de zieken. Moet men
de hulp in loon betalen, dan zal dit, hoe
matig ook berekend, allicht voor velen een
bezwaar zyn.
De wijkhuishoudster behoeft ook niet den
geheelen dag in een gezin te zy'n. Het aller?
noodigste zal ze moeten doen. Een flinke,
practische vrouw zal aanpakken en in een
uur of drie al heel wat doen. Als moeder
later weer gezond is, kan alles weer in de
puntjes in orde gebracht worden, maar de
kachel moet branden, het eten gereed wor
den gemaakt, de bedden gedaan en meer
noodzakelykheden.
Het idee is er, in Rotterdam ook de moed,
om het aan te pakken en al werkende kan
men ook wel de manier vinden, om het idee
zoo goed mogeiyk uit te werken. En het zal
zeker navolging vinden en de wijkhuishoud
ster zal even snel onmisbaar zijn als de wyk-
verpleegster. De Ver. voor Huisvrouwen heeft
het plan aangepakt. Er komen cursussen op
de Huishoudscholen tot opleiding der wyk-
huishoudsters. Niemand is onmisbaar maar
de huismoeder kan toch wel heel slecht
gemist worden. Wie zal haar werk doen?
Wie voor de kinderen zorgen, alszy ziek is?
De wijkhuishoudster zal niet alles maar wel
veel en het noodigste kunnen doen.
VERSLETEN.
Hij was goed bekend in het dorp, de
oude vader Jerome de horlogemaker. Men
had hem ook reeds zooveel jaren-zien zitten
voor het lage venster van zijn ouden winkel,
die goed voorzien was van horloges van
allerlei soort, pendules en wekkers. Hij zat
daar steeds over zijn werk gebogen, het
vergrootglas voor het oog, het fijne tangetje
in de hand, versleten veeren of radertjes te
herstellen of door andere te vervangen.
Op marktdagen was het bijzonder druk;
jn winkel stond voortdurend vol, en het
was dan bepaald levendig in het anders zoo
stille straatje. De boeren kwamen dan ge
repareerde horloges of klokken ophalen. Als
ze na volhardende pogingen er in geslaagd
waren, eenige stuivers af te dingen, ver
trokken ze weer met van voldoening stralen
de gezichten, om in het tegenoverliggende
café „Het Witte Paard" hun borrel met
suiker te gaan drinken. Een royale boer
noodigde Jerome wel eens uit mee tedrin
ken, een uitnoodiging, welke door de laatste
nooit werd afgeslagen. Ook nu werd Jerome
verzocht mee te gaan, doch Jerome ver
school zich achter een handig voorwendsel
en bleef in gebogen houding over zjjn werk
zitten. Den laatsten tijd werd hy zwaar
moedig, hij was niet meer zoo spraakzaam
en slechts zelden kwam er een glimlach op
zijn gladgeschoren gelaat. De dorpsbewoners
beweerden, dat Jerome in zijn jeugd een
ongelukkige liefde had gehad en dat de
herinnering hieraan, hem zyn ouden dag
vergalde.
Het was de laatste dag van het jaar. De
avond viel, maar vader Jerome zat nog over
zyn tafel gebogen, by het licht van de lamp.
De hoeken der kamer werden maar half
verlicht, zoodat de vlammen der openstaande
kachel, grillige schaduwen wierpen op de
kale muren.
Maar de oude Jerome werkte niet, hy
luisterde naar het eentonig tik-tak der klok
ken, die aan den muur hingen, hy hoor
de de veeren uitzetten en weer inkrimpen,
en misschien voor het eerst in zjjn leven
dacht de grysaard aan het snel vervliegen
van den tyd.
„Alweer een jaar dat voorbijgaat, mompel
de hij, terwijl hy met zijn oog de wyzers
volgde van een voor hem staande pendule.
Op deze pendule stond in verguld zink een
herder, die aan een herderin een bloem aan
bood, welke zy lachend aannam, dit deed
hem terugdenken aan lang vervlogen tyden.
Hy begon te pijnzen, terwijl hij mettreurï-'
gen blik naar zijn tafel keek, waarop de
stukken lagen van een zoo juist uit elkaar
gehaald horloge.
„Och! zuchtte hij droevig, „het is het
horloge van Marie... Op het oogenblikook
een oudje, evenals hij; oud als het horloge,
dat zij hem gebracht had en waar geen her
stellen meer aan was, weil het finaal was
versleten. En toch om haar, om haar alleen,
was hy geworden wie hy was, een oude,
eenzame vrijgezel, die hier zou sterven een
zaam en verlaten, door geen verwanten be
treurd... Hij had Marie als jong meisje be
mind, toen ze met een lach op de lippen
zyn venster voorbyging, of met haar groote
oogen verwonderd voor zyn etalage bleef
staan. Hij was te schuchter geweest en had
zijn hartsgeheimen niet tijdig kenbaar ge
maakt. Marte trouwde met een forsch ge
bouwde boerenzoon, doch Jerome was haar
biy'ven beminnen en kon haar beeld niet
uit zijn eenvoudig hart verdrijven. Toen
Marie na eenige jaren weduwe was ge
worden, was zijn hoop weer opgevlamd,
doch hoe hy ook naar haar verlangde, nim
mer had hij zich durven verklaren. Altijd
had hy gewacht, de tijd was voorbij gegaan
en nu was het te laat... voorgoed uit.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG
Speciaal HOEDEN en PETTEN
Sport- en Reispetten vanaf I 0,75
Lakenpetten, kleurhoudend vanaf 1 2,50
Gleufhoeden, flieuwste kleuren v.af f 2,75
Stijve Hoeden vanaf I 2,95
Hooge Hoeden vanaf f 7,90
Plotseling kwam er leven in den winkel
de kleine koekoeken begroetten elkaar van
den eenen muur naar den anderen, de groote
klok met gewichten ratelde en deed haar
twaalf slagen hooren, het was middernacht,
het jaar was om.
De oude Jerome werd hoe langer hoe
treuriger gesteld. Het gevoel van het onher
stelbare werd in hem wakker. Hy was oud
zyn leven liep ten einde... Een toekomst
was er niet meer voor hem. ïn gedachten
maakte bij zyn levensbalans en kwam tot
de teleurstellende ontdekking, dat deze balans
een groot nadeelig saldo aanwees.
Een kloppen op de deur stoorde hem in
zyn overpeinzing.
Hy" deed de deur half opeD, een oude
vrouw," gehuld in een wijde mantel, trad den
winkel binnen. Het was de oude Marie.
„Nog aan het werk, vader Jerome?" vroeg
ze. „Je zult nog ziek worden; het is hier
veel te koud. Ga met my mee, dan kunnen
wy eenzamen elkaar wat gezelschap houden".
En omdat Jerome met het hoofd schudde,
ging ze voort: „Kom nu maar, dan kun je
bij de warme kachel zitten en zal ik je
onthalen op warme kastanjes met witten
wijn. Ik vind, dat je er den laatsten tyd
zoo bedroefd uitziet en daar ook ik me
hedenavond zoo eenzaam gevoelde, besloot
ik je eens te onthalen. Geloof me, oude
vriend, het doet me verdriet, als ik je zoo
zie treuren".
De oude hief zyn hoofd op en haar aan
ziende zeide hij„Zeg eens Marie, ik wilde je
wat vragen. Vroeger, weet je, heel lang gele
den, toen we beiden nog jong waren, heb
ik je lief gehad, vurig bemind... En gij?"
Het oudje begon te lachen. „Maar Jerome,
wat zeg je daar? Daar weet ik me niets van
te herinneren!"
De oude hernam: „En toch, als ik hetU
gezegd had, zoudt ge mij dan hebben aan*
gehoord
„Misschien wel," antwoordde ze, „ik geloof
van wel."
Er heerschte een oogenblik stilte, terwijl
beiden in gedachten verdiept schenen. Toen
vroeg het oudje, die haar horloge op tafel
zag liggen, om toch iets te zeggen: „Ishet
in orde?"
„Uw horloge, mijn oude vriendin, is zooals
jij en ik; het is versleten, 6p.Het zal van
onze liefde niets aanwijzen, neen nooit..."
En de oude Marie vertrok weenende, ter
wijl de klokken de eene na de andere opnieuw
sloegen... verkondigende, dat het één uur
na middernacht was...
Domine's gedwongen huwe
lijksaanzoek.
De avond viel juist in. James King ouder
ling en diaken, was op bezoek geweest bij
de domine en had deze in een alles behalve
opgewekte stemming achtergelaten. De
domine zat als versuft, het hoofd op de han
den gesteund, de onvoltooide preek naast
zich, want hij gevoelde zich totaal terneer
geslagen. Afstammend van arme, hoewel
fatsoeniyke boerenfamilie, was hij opgevoed
voor een leven, waarvoor hij geheel onge
schikt was, omdat een overleden tante hem
een beduidende som had nagelaten, op de
uitdrukkeiy'ke voorwaarde dat hy domine
moest worden.
Dus was-John Smith op een leeftyd, waarop
andere mannen zich reeds gevestigd heb
ben en zijn getrouwd, naar Glasgow ver
trokken om daar de universiteit te bezoeken.
Hij was een lange magere figuur, die altijd
alleen van en naar het college ging, want
hij maakte zich geen vrienden onder de
andere studenten, gedeeltelijk omdat hij
zooveel ouder was dan zij, en gedeeltelik
uit een verlegenheid, die by na een pbysiek
gebrek was geworden.
Maar dat alles was lang geleden voor hij
beroepen was in de kleine gemeente in de
Schotlandsche Hooglanden, zich nestelend
tusschen heuvelen en dalen en bewoond door
eenvoudige menschen, die hem liefde en
eerbied toedroegen. Echter, op de een of
andere manier was er langzamerhand een
gevoel ontstaan, dat de domine zijn plicht
verzuimde. Het bestond enkel onder eenige
winkeliers en boeren, die den toon aangaven
en kwam hierop neer, dat de domine al lang
een vrouw had moeten nemen. Bijna allen
hadden dochters of zusters, die maar al te
genegen waren, om die plaats te vervullen.
Twaalf lange jaren had hij nu al onder hen
gewoond en zy wilden geenerlei aanmerking
maken op zijn manier van leven. Het was
goed en passend, dat een domine niet ver
vuld was van vrouwen en ze op een afstand
hield, en het was algemeen bekend, dat hij
nooit tot een vrouw sprak, als het niet be
paald noodzakelijk was, en dan nog lichtte
hij zijn opmerkingen tot den zolder of den
vloer. En toch was hij verplicht te trouwen,
vooral nu hij zoo ongelukkig was geweest
op het gebied van huishoudsters.
Hy had alle soorten geprobeerd jonge,
oude en van middelbaren leeftijd de eene
bleek nog erger dan de andere, tot de climax
kwam. De laatste nog wel een geheel-
onthoudster van sterken drank met grijze
haren had haar oog laten vallen op den
oudsten diaken. Dat had de zaak beslist. Er
werd een vergadering belegd en men kwam
tot het besluit, dat het eenige middel om
uit deze moeilijkheid te geraken was, de
domine moest trouwen. En de vrouw werd
ook gekozen Belle Lauder, de zuster van
dén schoolmeester, een'knappë flinke vrouw,
met een overvloed van gezond verstand en
niet te jong. Aan James King, een man van
ondervinding, die wel drie vrouwen had ge
had, was de taak opgedragen, om het met
den domine in orde te brengeü.
Maar de domine was koppig, zei dat hij
liever wou honger lijden met een korst
brood, dan gedreven te worden tot een hu
welijk, met wie dan ook. Niet dat hy iets
té zeggen had op Miss Belle; zij was beter
dan de meeste anderen, daar zü' zich uit
sluitend met haar eigen zaken bemoeide,
maar door zïjn opgedane ervaring vertrouw
de hy eenvoudig geen enkele vrouw meer.
Men mocht hem afzetten of schorsen, hem
aanklagen by het kerkelijk bestuur als heb
bende een wanordelijke huishouding, dat was
zijn ongeluk, maar niet zijn schuld, en hij
zou wel een gemeente er aan geven, maar
nooit zich zelf.
James King vreesde al dat zijn zending
hopeloos was, maar voor hij vertrok speelde
by zijn laatste troef uit. „Nu domine" zei
hy droogjes met de hand op den deurknop,
„U moet het dan maar allemaal aan het
meisje zeggen, ik wil het tenminste niet
doen, nu zij zich genegen heeft verklaard."
Om de waarheid te zeggen, Belle wist er
niéts van, om haar langs dezen weg een
tehuis te bezorgen.
„De hemel helpe my!" dacht de ongeluk*
kige man, van alle kanten in het nauw ge
dreven. - En zij scheen genegen te zijnl
En zit er op te wachten dat ik haar kom
vragen 1 Vrouwen voelden zulke dingen diep,
had hij wel hooren zeggen; misschien zou
zy denken, dat hij met haar gespeeld had.
Den ganschen nacht liep hy heen en weer
en toen de dageraad rooskleurig over de
heuvelen lichtte, was hy nog niet tot rust
aannemen als hy. In zyn less
een klein boekje weggeslote.
dikwyls in het geheim zat
oude dagen te Glasgow was het^J
door een Roomsch Katholiek h^S
die in hetzelfde pension woond, I
op en lasi „De angel van het'
weggenomen, als wy ophoude H
strijden." „Zoo gij uw kruis gtf
zal het u dragenwaar
alle lijden zal zyn." „Als gij i-
wegwerpt, zult gij ongetwijf|H
vinden, en misschien een zw^H
Ja, Belle was zijn kruis.
tot haar gaan, niet haar ontvlB
De schaduwen verlengden
velden, toen de dominé zijn vH
de school. Bij het vuur in deiH
Belle een huisjasje van haar.M
stellen; het licht van het vuurIH
haar gelaat en verborg de riizS
bykans mooi. Toen de domiH
sprong zy op en maakte veront:H
over de afwezigheid van haar bfl
aan denkende, dat het bezoek H
den. „De drommel hale die 'tH
delijke beschroomdheid was I
tusschen knapen en meisjes, H
een bedeesde man niet wat vH
„Mijn huishoudster," begonia-
beter gebleken dan haar voorgfl
nog erger hoe we
werd wegens haar grijze harei
treffend bewijs van de verdcj
menscheiyke natuur, van de wit
bij vrouwen."
Zonder zich te verdedigen teg<
haar sekse aangedaan, bood z
hulp aan, bij het kiezen eener ni
stige, daar de man blijkbaar das
zij waardeerde het, dat hij hiel
kwam en geen advies ging v;
getrouwde vrouwen.
Maar nu kreeg hy eensklaps
koe bij de horens te vatten.
,Miss Bella," zei hy, „ik b«
voor vrouwen en de pastorie
nederige woning, hoewel goedjM
een oude vrijgezel als ik- De r;
oud lied, dat mijn moeder placB
kwamen mij in de gedachte: I
Want ach! 't gebroken ha
Geen tweede lent.
„Zijt gij het daarmede eens, j.
Was het de domine, die da»
man, die alle vrouwen schuwde
oude vrijster blijven? Het eenv
was met een glans overtogen,1
schroomd tot hem opzag met
oogen en gloeiende wangen.
„Misschien geen tweede lent:
soort van nazomer... dien d
waardeert, na al de koude erf
en teleurgestelde hoop."
Zooals hij gezegd had, was t
voor vrouwen, maar hij begn
zoo zijn opoffering groot was, gfl
zijn belooning; want met de kor
in de pastorie, kwam er een ei
huiselijke onaangenaamheden.
en het gebruiken van een r
is een kwestie van vert
DOE ZULKS IN HET HUI
UW VOOROUDERS DIT
te ROTTERDAM
Hij wierp een blik op de vervlogen jaren
en hij zag weer zichzelf als een schooljongen,
die de deur der hut binnenkwam, met een
riem, waarin eenige versleten boeken, in de
hand. Daar binnen stond zijn moeder aan de
waschtobbe, met een voet de wieg van zijn
kleine zusje in beweging breDgend en hierbij
de woorden eener oude ballade neuriënd:
Want ach! 't gebroken hart kent
Geen tweede lent!
Waren die woorden niet onheilspellend?
Had hy niet gehoord, dat Bella eens een
roman had gehad, die in droefheid eindigde?
Een medisch student had niet eer zijn studiën
volbracht, of een koude, die hij in de operatie
zaal had opgedaan, vestigde zich op zyn lon
gen en het arme overwerkte lichaam had
geen weerstandsvermogen meer gehad en
dadeiyk den ongeiyken strijd opgegeven. Ja,
hy zou dien middag tot haar gaan, als de
catachisaties waren afgeloopen. Zy zou hem
afwyzen, maar zy was te trotsch om er met
den ouderling over te spreken. En geen ster
veling zou ooit die afwijzing zoo dankbaar
(Buiten verantwoordelijkheid dei
Noderlandsche Spaarbank (Di
Woltman) te Hilversum onff
regeling:.
Geachte Redactie!
Het publiek verwart zoo meni
bank en spaarkas met elkaar,
gewenscht voorkomt er opmer'
maken, dat bovengenoemde sp.
Nederlandsche Spaarbank te Hl
werkelykheid een soort verzeil
ling(spaarkas) is, vandaar datz
toezicht der Verzekeringskamer]
plaatst onder de noodregeling.
Deze z.g.n Spaarbank heeft ij
met onze particuliere spaarban
deze laatste uitsluitend bevoTd
sparen op het oog hebben en g
loos door hunne Bestuurders woi
is de Nederlandsche Spaarbank
een instelling, welke niets a
dan winst voor de ondernemer
Wil het publiek weten, of
der echte Spaarbanken te mak
het dan opletten of de Spaarban
contröle van het Nederlandse
Bureau te Amersfoort, opgeric
Nederlandschen Spaarbankbond
Instellingen als de Nederlan
bank te Hilversum kunnen en z
nimmer behooren.
Met dank voor de plaatsing,
De Directeur i
'Spaarbank Bu
G. H.
Amersfoort, 23 Jan. 1928.