A. WIELHOOWER OPGELET! Gordijnstoffen DRAlSlflA-vAN-VALKEIiBURQ'S-- e A -'iLLVERTR/ taüt mis Mrertentle-taiM Wat de oude heer FAAM U nu weer brengt! DOBBELMANN's Teekem en Kleurwedstrijd LAKENHANDEL HUISKES APON DE SALAMANDER FlaRkeesctie Pluimyeetioudsrs, Land- en Tuinbouwers!! MIJNHAEDT'S 7^c Zenuwtabletten MIJNHARDT'S 7CC Maagtabletten ft MUNHARDT'S f:Ac Ut QJ Hoofdpijntabletten MUNHARDT'S one Q Staaltabletten MUNHARDT'S ^ac 0 Laxeertabletten Verkrijgbaar bij Apoth.enOrogisten Alles voorzien van den naam A.MIJNHARDT Pha mi-Fabriek. ZEIST suppoost niet inbegrepen. In bet epistel van onzen voorzitter trof my ook de volgende zinsnede: „Toen door het ophouden van het subsidie de leeszaal niet kon voortbestaan is zij ontruimd, schoon gemaakt enz." Dit nu is niet in alle deelen juist. Zeker, het gebouw is ontruimd 6nz., maar niet het intrekken van het subsidie is daarvan oorzaak, dit zal de heer Blokhuis wel met me eens zyn, maar hy heeft aan het andere misschien Diet gedacht Gesteld de leeszaal had op andere manier de be- noodigde gelden bij elkaar kUDnen krygen, dan kon zy gewoon voortbestaan. Neen, er was iets anders en dit is juist zeer ver meldenswaard. Er is in December nog een raadsvergade ring gehouden en in die vergadering was by de ingekomen stukken een schryven van de christelijke jongedochtersvereeniging „Monica", om de „vrykomende" leeszaal voor haar bijeenkomsten te mogen gebruiken. Niemand van den raad wees op het onjuiste in dit verzoek, ook wethouder Vroegindewey, die tevens bestuurslid is van de vereeniging leeszaal, deed dit niet. Immers, de leeszaal was niet „vrijgekomen", 't Gebouw was by raadsbesluit toegestaan eD in een gesprek dat onderget. een paar weken terug met genoemd bestuurslid had, beaamde deze ook ,dat onze vereeniging nog steeds de beschik king had over dit gebouw, al was het sub- jsidie ingehouden. Dus dit gebouw moest ook weer by raadsbesluit worden opgezegd, iets |wat tot op heden nog niet is gebeurd. Wel ebeurde er wat anders. De raad stond met al- emeene stemmen het verzoek van „Monica" oe. Wat de raad dan niet gedaan bad, zouden urgemeester en Wethouders wel even op- nappen. Dato 20 December 1927 kwam het olgend schry ven by onzen Voorzitter: No. 567. Onderwerp: Leeszaal. Ten vervolge op ons schry ven dato 10 Nov. j.l. no. 507 hebben wij de eer U be leefd te berichten, dat er dezerzijds op ge rekend wordt, de gemeente met ingang van 1 Jan. 1928 de volledige beschikking over het gebouw, voor openbare leeszaal ge bruikt, terugbekomt. Burgemeester en Wethouders van Middelharnis, L. J. DEN HOLLANDER. De Secretaris, NIJGH. |an het Bestuur der Openbare leeszaal, p.a. den heer J. K. F. BLOKHUIS, Alhier. Om die reden, dus niet alleen om de door n heer Blokhuis genoemde, is 't gebouw or ons ontruimd. Of B. en W. het recht bben zonder desbetreffend raadsbesluit lus te handelen ben ik zoo vry te betwy- en, maar daar ons bestuur moeilykbeden 1de voorkomen, hebben we de zaal ver en. Wy hebben het publiek ermee in anis gesteld, dat voorloopig geen boeken nnen worden uitgereikt, om reden we arvoor geen geschikt gebouw hadden. Su vertelt ons de heer Blokhuis, dat het bedoeling van het gemeentebestuur is, S de boekenuitleen zal biyven plaats heb- in de, laten we zeggen, voormalige szaal. Ik veronderstel dat de voorzitter iter de schermen heeft kunnen zien, ten- oste in bovengenoemde correspondentie bulks niet te vinden Het gemeentebestuur ft dan al een heel eigenaardige manier ons dat aan 't verstand te brengen. Maar ien er al zulke woorden zyn gezegd, en zal wel zoo zyn, daarvoor ken ik den r Blokhuis te goed, dan zullen we maar en dat het alsnog in 't reine komt en er r opnieuw een overeenkomst tusschen fimeentebestuur en het leeszaalbestuur dt vastgesteld. Aan gesproken woorden ben we niet veel, die worden wel eens eten, daar heb ik niet veel vertrouwen vooral niet nu ik heb ondervonden dat geschrevene wel gesaboteerd wordt. „Het ije papier" van de Duitsche regeering 1914 rfin, we hebben een schry ven aan B. en gericht, mede in 't belang van't lezend iek, ons de zaal weer af te staan voor uitleenen van boeken en indien B. en W. mee accoord gaan, dan te confereeren de manier waarop dit zal geschieden, indien we eerlaDg een gunstig bericht )p krijgen, dan zal dat zoo spoedig moge- pnzen lezers worden kenbaar gemaakt. ;ng verzoeken we allen, ook de ongedul- onder hen te berusten in den wil van lie boven ons zijn gesteld, akende voor de genoten plaatsruimte. A. KERKHOF, Secretaris der Vereeniging „Openbare leeszaal" te Middelharnis. wordt Uw haar dun, lijdt U aan roos of haar, of heeft U het reeds goeddeels ver stel dan niet uit, maar schrijf nog heden t boekje en hei monster. Gebruik daarvoor bon. ratoriumSiIvikrin,Schiekadel04,R'dam. Als lezer van „Onze Eilanden" verzoek Ik om loczendiog van het boek: „De Haargroei zijn Be- Bioud en Herstel" en een monster. Ik sluit 40 ets. n postzegels bij ter gedeeltelijke vergoeding van rorto en kosten. 21 dezen bon direct uit. Uitstel is meestal afstel. ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 14 JANUARI 192É POST!!! Waarde vriend, Flakkeesche Dichter Met je versjes van de Post. Toen ik die had doorgelezen Viel ik bijna van de Korst. Eerst een rnensch wat opgehemeld En hun eer wat opgelapt, Later weer wat afgetakeld Achter in den hoek getrapt. Gooi den boel toch niet in 't slijk Voor Menheerse en Sommelsdijk. Brom niet als een ouwe Beer Of als Koerduif op het weer. Doe uw best maar en uw plicht, Word je opgezet wei-licht. Knielend aan den voet van Speenhof Smeekend om een hulpgedicht. En u wil ons nog beklagen Wat verschaft nu ons de eer? Komen wy aan u wat vragen Helpt dat soms aan wind en weer? En die ernstige gezichten En die schommelende gang, Dat komt door de zware vrachten En het wachten, soms wat lang. Ik kwam met sneeuw-weer uit den polder Zwaar vermoeid en half op, Gooiden mij den werkeloozen Nog een sneeuwbal naar myn kop. Och mijn vriend wy weten 't wel Waar wij zooal zijn in tel. Zie dit bovenste geval Is dit eer, of is dit gal. Nu die ingezuurde kaartjes Daarvoor hebben wij geen geld, Die met Kerstmis zijn verzonden Waren Nieuwejaar besteld. Wilt u nog eens op ons loeren Zegl Wij zyn geen melkboeren Want met de Postjes, pas maar op. Want je dicht je soms een strop. U behoeft ons niets te leeren Met uw wenken zus of zoo; Wil men stipt op tijd zijn, menschen, Doe het dan: Per Radio. JAN GELDHOF, Middelharnis. Besteller P. en T. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. Pijnloos Scheren Vlug Scheren Schoon Scheren zonder dat Uw huid stukgaat of naschrijnt, ook al is Uw baard nog zoo zwaar en hard, indien U slechts vóór het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met een weinig Doos 30,60, Tube 80 ct. PUROL SOLDATENTROUW. (Naar het Russisch) Wy naderen K... Ons leger marcheerde voorwaarts, zoo snel als de smalle bergpassen maar toelieten. Van dag tot dag nam de koude toe. Eerst deed ze zich enkel aan onze handen gevoe len, maar hoe hooger wij stegen des te ny- pender en feller werd ze. Het aantal zieken groeide aan, en de typhus dunde onze ge lederen. Ik was belast met het geleide van het ziekentransport, dat ten slotte zulk een omvang nam, dat het ons onmogelijk werd, het leger op den voet te volgen. We zagen ons genoodzaakt halt te maken, om althans een klein gedeelte onzer zieken naar de hospitalen der nabygelegen stad te kunnen brengen. Maar we moesten lang wachten, want de wegen waren moeilijk te begaan, zelfs voor de trekossen, ons eenig vervoermiddel, omdat al de paarden in het land, voor het leger waren in beslag geuomen. Al twee dagen legerden we op een van bergspitsen omgeven hoogvlakte. Woest en somber was de aanblik van het landschap. Geen spoor van plantengroei in deze voort durend onder sneeuw bedolven dalen, waar men ternauwernood hier en daar een struikje zwartachtig groen zag opduiken. De atmos feer was duf en nevelig en de fyne berg lucht beklemde onze ademhaling. Onze onverschilligheid omtrent alles, wat nog gebeuren kon, had al zulk een hoogte bereikt, dat we als verstompte Mahomeda- nen zelfs den naderenden dood zonder vrees of spijt tegemoet zagen. Met den dag steeg het aantal dooden en ook mijn oppasser was gestorven, zoodat ik de sergeant opdroeg my een andere aan te wyzen. Deze presenteerde zich eenigen tijd daarna aan den ingang van mijn tent. Het was een piepjong ventje, byna nog een kind, met een bleek en ziekelyk voorkomen. Zijn gezicht was me niet onbekend. Ik had het meer gezien. Zyn blauwe oogen, zyn jeugdig naïf uiteriyk spraken in zijn voordeel, want er lag iets in, dat me aan mijn eigen jeugd herinnerde. Hoe heet je vroeg ik op vriendschap, pelijken toon. Katajan, antwoordde hy, terwyi hy aansloeg. Sedert dien dag was hij mijn trouwe die naar. Hij deed dubbel dienst, bij my en op de voorposten. Telkens als ik hem zei, dat hy zich bij mij moest laten aflossen, sloeg hij den blik vol angst naar mij op. Den volgenden dag kwam hij op hetzelfde uur met sidderen en beven terug, uit vrees dat hy weer weggezonden zou worden. Hij raadde mijn wenschen en deed altyd zijn best om die te vervullen. Op die wyze dankte hy mij voor de weinige oogenblikken vanonsdage- lijkscb onderhoud. Tenslotte werd hij my onontbeeriyk. Ik weet niet meer, hoe dikwijlsik wel met een gevoel van innig genot thee gezet heb om hem een kopje te kunnen aanbieden, als hij half bevroren en doornat van den voorpos- tendienst terugkwam. Ik zelf bracht hem dan een kop thee. Rum gebruikte hij niet. De ongeluks-avond brak aan, waarop ik zelf de voorposten uitzette. Ook Katajan had dien nacht dienst. De koude was onuitstaan baar. De bergwind, die zich den ganschen dag duchtig had doen gevoelen, sloeg tegen den nacht om tot een werkelijken storm. Hij gierde door alle spleten en kloven en slingerde hier en daar groote steenklompen in de afgronden. Voorovergebogen, met het hoofd tusschen de schouders getrokken en de handen in de zakken, keerde ik naar de legerplaats terug, en had daarby niet weinig moeite om myn evenwicht te bewaren. Nog altyd stond het beeld van den kleinen soldaat mij voor oogen, hoe hij het geweer tegen de borst gedrukt hield en de handen in de mouwen van zyn manteljas getrokken had. Hy had nu eens met den eenen dan met den anderen voet gestampt, en de oogleden somstoegenepen, want de onbarmhartige wind dreef hem de tranen uit de oogen. Hij kan ten minste, zoo troostte ik mij zelf, met de schouders tegen een rots leunen en zich op die manier tegen den stormwind beschutten, die my elk oogen blik dreigt om ver te werpen. Die twee uren dienst zal hy 't wel uithouden. Twee uren! Neen, ik zal hem een kwartier vroeger laten aflossen. De steenen zyn zelfs tegen zoo'n wind niet be stand. In het legerkamp werd gevaarlijk spel ge speeld. Van den eenen kant dreigd6 ons de typhus, van den anderen hadden we de vijan delijke kogels te vreezen en voor ons op tafel glinsterden bij de kaarten de stapeltjes goud. Men waagde zyn gansche vermogen en beklaagde zich alleen dat men nog niet meer te verliezen had. De punch wekte geest en lichaam tot nieuw leven op en weldra raakte men wat buiten westen. Opgewonden drongen we om de tafel heen, en inplaats van te bedaren werd onze speelwoede nog te meer geprikkeld door onze verliezen. De voorraad goud en banknoten voor me groeide steeds aan. Mijn volkomen uitge plunderde buurman kauwde woedend op een sigaar en nu en dan hijgde hy naar adem, als dreigde hij te stikken. Hij was mijn wapenbroeder en myn beste vriend, en toch speet het me alleen maar, dat ik hem ook nog niet zyn hemd kon afwinnen. De lichten gingen uit, maar eenige verslaafde spelers bleven nog in het donker zitten. Het was drie uur in den morgen. Zes uur hadden we met spelen doorgebracht. Eenige oogenblikken later stelde ik me (Avd.) aan het hoofd der patrouille om de voor posten te inspecteeren. De wind was gaan liggen. Aan den donkerblauwen hemel fonkel den nu de sterren. Het geluid onzer voet stappen weerklonk en weerkaatste tusschen de bergkloven. Voor mij, aan den voet van een besneeuwden, hoog tegen den donkeren horizon afstekenden heuvel kon men een onbewegelijke schaduw onderscheiden. We hadden al twee schildwachten bezocht. De arme kerels sloegen met de armen om zich wat te verwarmen. Maar de schaduw, die we naderden, verroerde zich niet, of schoon hy ons moest hebben opgemerkt. Ik snelde op den,ongelukkige toe. Met een bleek gelaat en vale lippen hield hy nog altijd zijn wapen tegen de borst gedrukt. Stom van ontzetting heb ik zelf er op dit oogenblik waarschijnlijk als een lijk uitge zien. Myn manschappen stonden om me heen, doch niemand dorst een woord te zeggen. Half wanhopig en boos op mezelf keerde ik in alleryi naar myn tent terug. Het eerste wat me in het oog viel, wasKatajanspels: de arme drommel had er een gat mee ge stopt op de hoogte van myn hoofdkussen. Eer hij zijn wacht betrok, had hij aan my gedacht; om mij voor de woede van den wind althans een weinig te beschutten, had hij de vele gaten in het linnen van de tent in de buurt van mijn bed dichtgemaakt. Toen hy niets anders meer vond, had hij zijn eigen pels niet gespaard en er voor zyn twee uren wacht afstand van Sedert is my veel overkomen, wat ook weer is vergeten. Eén ding biy'ft me altyd bij en wel Katajan. Nooit kan ik hem ver en ook nooit heb ik sindsdien weer De vijfdaagsche werkweek. Op het eerste gezicht heeft deze titel veel weg van ideale toekomstmuziek. De ver overing van den hal ven of Engelschen Zater dag scheen voorloopig een mijlpaal te ber teekenen in de actie voor beperkiDg van den arbeidstijd; sommigen zijn hiermede nog niet tevreden gesteld en zijn er op uit den geheelen Zaterdag als rustdag te ver overen, zoodat er in werkelijken zin van een vijfdaagsche of 40-urenwerkweek sprake zou zyn. Voorloopig nog alleen in Amerika! Maar de techniek, die langzamerhand alle afstan den wegvaagt, zal wel zorgen, dat deze nieuwe verovering ook tot Europa door dringt. Toch is dit „ideaal van den werken den stand" ook zelfs in Amerika nog een uitzondering, al blijkt die uitzondering toch al van beteekenis te zijn. Uit de statistieken van een Amerikaansch Maandblad is ge bleken, dat toen Ford zyn vijfdaagsche werk week op zijn fabrieken invoerde hetgeen ook in Amerika een groot opzien verwekte deze 40-urenwerkweek reeds in meerdere industrieën toegepast wordt; vnl.schijnt dit het geval te zijn met de fabricatie van man- nenkleeding, bontwerkers, jassenmakers, snijders, persers en knoopgatenmakers van New-York, waar ook de dameskleermakers de vyfdaagsche werkweek vrijwel algemeen ingevoerd hebben. Meer of minder algemeen is deze werkweek doorgedrongen tot de ijzer- en staalindustrie, tot de kartonnage- fabricatie, steenhouwer yen, gieterijen en machinefabrieken en bakkers. Ook bestaat er hier en daar verschil in het aantal uren er zijn vijfdaagsche werkweken van 40, maar ook van 48 of 44 uur echter met dien verstande, dat de werktijd per dag zoodanig verdeeld wordt, dat men niet langer dan vijf dagen per week behoeft te werken en twee opeenvolgende dagen per week vrij blijft. Volgens bovengenoemd Maandblad moe ten èn de patroons èn de werklieden van verschillende fabrieken, die deze werkweek hebben ingevoerd, ten zeerste met den maat regel ingenomen zijn; met name wordt de fabriek van Jenkins Bros in Bringeford ge noemd, waar vier dagen 9£ uur en één dag 10 uur gewerkt wordt, dus een werkweek van 48 uur, en een vyfdaagsche werkweek om toch maar twee dagen per week achtereen vry te hebben. Of die tweedaagsche rust werkelijk bly ken zal een zegen te zjjn? Voor hoevelen zyn de dubbele Paasch-, Pinkster-en Kerstdagen al niet een tijd om moeilijk en zonder ver veling door te komen? Natuurlijk is het een ideaal voor menschen, die er een liefhebberij op na houden, maar voor de anderen kon het weieens hierop neerkomen, dat ze ver plicht worden de verveling van den Zater dag nog eens op den Zondag te moeten doormaken. Gemengd Nieuws. UIT IJVERZUCHT. Zyn vrouw de tong afgebeten. De 35-jarige schoenmaker Ladislaus Sos te Boedapest, was getrouwd met een by- zonder mooie vrouw. De vrouw trok de aan dacht van andere mannen en Sos was ja- loersc.h, Dit gaf een verwydering tusschen beiden. Zaterdagavond kwamen man en vrouw elkaar op straat tegen en verzoenden zich met elkaar. Die verzoening werd met heete kussen bezegeld. Onder het kussen kwam 's mans ijverzucht echter weer boven en plotseling beet hij zijn vrouw de tong af. De vrouw zakte bewusteloos in elkaar en Sos ging er vandoor. Een politieagent vond de vrouw. De afgebeten tong lag by haar op den grond. De agent bracht de bewuste- looze naar het ziekenhuis en de tong als corpus delicti naar het politiebureau. Sos is later op den avond aangehouden en in voor? loopige hechtenis geplaatst. BIAMANTEN-JIM, DE WANDELENDE JUWELIERSZAAK. Een schatrijk zonderling gestorven. Tot de bekendste inwoners van New York behoorde, dank zij zijn bekwaamheid in zaken en zyn fabelachtigen rijkdom, de on langs gestorven James Brady. Hij was een heel bijzondere man, een groote vriend van het theater, maar nog meer van fraaie edel- steenen, waarmee hij zich van kop tot teen placht te tooien. Terecht droeg hij dan ook den bijnaam van „diamanten-Jim" of de „wandelende juwelierswinkel". Brady bezat' niet minder dan 44 met diamanten bezette lyfsieraden: zelfs zijn ondergoed had diaman ten knoopen. Het kostbaarst was zyn z.g. „verkeers- uitrusting", die hij placht aan te trekken, als er een conferentie met directeuren der groote spoorwegmaatschappijen voor de deur stond. Zy bestond uit met edelsteenen inge zet platina, de afzonderlijke stuks stelden symbolen voor uit het verkeerswezen. De overhemdknoopjes b.v. hadden den vorm van een fietswiel, een auto en een locomotief; ieder daarvan had een middellijn van 88 millimeter. De horlogeketting bestond uit schakels in den vorm van wielen, met diamanten bezet. Verder behoorden by deze tenue manchetknoopen van 5 c.M. omvang, in de gedaante van een personen- en een vrachtauto. Zijn portefeuille vertoonde zyn initialen in diamant; een locomotief van dezelfde steenen sierde zijn brilfoudraal. Zijn pantalongesp had den vorm van een groot wiel, met een tyger aan eiken kant. Een ander wiel, van 34 m.M. middellijn, tooide den lievelingsring van Brady, een ring die in het midden een blauwen diamant droeg, welke kenners verrukte; ofschoon niet een van de bekendste steenen, wa3 hy. van ge weldige waarde. Te vermelden valt nog een diamanten dasspeld, die merkwaardigerwys de gedaante van een kameel vertoonde. Als „schip der woestyn" behoorde echter ook dit dier tot de verkeersmiddelen! Natuurlijk was ook Brandy's horloge kostbaarde buiten- kast vertoonde een groot wiel, eveneens met diamanten bezet. Het gewicht dezer geheele uitrusting be droeg niet minder dan twee kilogram 300 gram; de ryke zonderling had dus met zyn ijdelheid en pronklievendheid heel wat mee te dragen. Zware Pluchette per el 0.95-1.35-1.65 Dubb. Pluchette per el 1.90-2.10-2.70-3— Ribstof per el 0.48 Landhuisstoffen per el 0.63 Imt. eiken réclame-garni tuur per stel 1.85 Afgepaste Pluchette gordijnen met geschabloneerde randen, zeldzaam artistiek 12.75, f 16.75,119.50, enz. per paar. Koopt Uw gordijn stoffen enz. bij SOMMELSDIJK Ring A. 99-100, Tel. 243 Beslist verkrijgbaar biji P. Wielhouwei; Middelharnis; N. J. Boer, Som m els dl) k', Zaaijer-Teepe, Dlrksland; C. de Moolj, Ouddorp; v. d. Maden, Oude Tonge, W. Bout, Brielle; A. v, d. Heuvel, Hellc- voetsluls. Vandaag over een week begint waaraan IEDEREEN kan deelnemen en kans heeft op een der fraaie prijzen o.a. Rijwielen, Fototoestellen, gouden en zilveren Horloges etc. Noteert op Uw kalender dat heden over een week de teeken- en kleurwedstrijd be gint, dan vergeet U het niet en kijkt U de volgende week goed uit naar de na te teekenen voorbeelden. Bij den vorigen kleurwedstrijd kregen alle (19367) deelnemers een prijs of een troostprijs. LOUIS DOBBELMANN ROTTERDAM HOOGSTRAAT 279, bij het Viaduct - Tel. 9238 - ROTTERDAM Stoffen Kleermabersfournituren Manchester Gestreept Engelsch leer Billart- en Bestuurstafellaken Gevestigd 1882 RADICALE GENEZING AAMBEIEN. de hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. Kipstraat 43, R'dam Niet goed, geld terug. Centrale Veiling te Middelharnis STEUNT Uw eigen Veiling zooveel als in Uw vermogen is. Een goed functio- neetende Veiling brengt welvaart in een streek en opent de gelegenheid tot liet telen van allerhande producten. Verkoopt Uw EIEREN niet voor veilingprijs aan de deur, doch laat ze afhalen door onze ophalers en door middel van onze Veiling verkoopen. Hoe grooter aan voer, des te concurreerender prijzen. Voor Inlichtingen wende men zich tot onzen Veilingmeester te zijnen kantore. HET BESTUUR.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 7