A. WIELHOOWER
OPGELET!
Gordijnstoffen
DRAlSlflA-vAN-VALKEIiBURQ'S--
e A -'iLLVERTR/
taüt mis Mrertentle-taiM
Wat de oude heer FAAM
U nu weer brengt!
DOBBELMANN's
Teekem en Kleurwedstrijd
LAKENHANDEL HUISKES APON
DE SALAMANDER
FlaRkeesctie Pluimyeetioudsrs, Land- en Tuinbouwers!!
MIJNHAEDT'S 7^c
Zenuwtabletten
MIJNHARDT'S 7CC
Maagtabletten
ft MUNHARDT'S f:Ac
Ut QJ Hoofdpijntabletten
MUNHARDT'S one
Q Staaltabletten
MUNHARDT'S ^ac
0 Laxeertabletten
Verkrijgbaar bij Apoth.enOrogisten
Alles voorzien van den naam
A.MIJNHARDT
Pha mi-Fabriek. ZEIST
suppoost niet inbegrepen.
In bet epistel van onzen voorzitter trof
my ook de volgende zinsnede: „Toen door
het ophouden van het subsidie de leeszaal
niet kon voortbestaan is zij ontruimd, schoon
gemaakt enz." Dit nu is niet in alle deelen
juist. Zeker, het gebouw is ontruimd 6nz.,
maar niet het intrekken van het subsidie is
daarvan oorzaak, dit zal de heer Blokhuis
wel met me eens zyn, maar hy heeft aan
het andere misschien Diet gedacht Gesteld
de leeszaal had op andere manier de be-
noodigde gelden bij elkaar kUDnen krygen,
dan kon zy gewoon voortbestaan. Neen, er
was iets anders en dit is juist zeer ver
meldenswaard.
Er is in December nog een raadsvergade
ring gehouden en in die vergadering was
by de ingekomen stukken een schryven
van de christelijke jongedochtersvereeniging
„Monica", om de „vrykomende" leeszaal
voor haar bijeenkomsten te mogen gebruiken.
Niemand van den raad wees op het onjuiste
in dit verzoek, ook wethouder Vroegindewey,
die tevens bestuurslid is van de vereeniging
leeszaal, deed dit niet. Immers, de leeszaal
was niet „vrijgekomen", 't Gebouw was by
raadsbesluit toegestaan eD in een gesprek
dat onderget. een paar weken terug met
genoemd bestuurslid had, beaamde deze ook
,dat onze vereeniging nog steeds de beschik
king had over dit gebouw, al was het sub-
jsidie ingehouden. Dus dit gebouw moest ook
weer by raadsbesluit worden opgezegd, iets
|wat tot op heden nog niet is gebeurd. Wel
ebeurde er wat anders. De raad stond met al-
emeene stemmen het verzoek van „Monica"
oe.
Wat de raad dan niet gedaan bad, zouden
urgemeester en Wethouders wel even op-
nappen. Dato 20 December 1927 kwam het
olgend schry ven by onzen Voorzitter:
No. 567.
Onderwerp: Leeszaal.
Ten vervolge op ons schry ven dato 10
Nov. j.l. no. 507 hebben wij de eer U be
leefd te berichten, dat er dezerzijds op ge
rekend wordt, de gemeente met ingang van
1 Jan. 1928 de volledige beschikking over
het gebouw, voor openbare leeszaal ge
bruikt, terugbekomt.
Burgemeester en Wethouders van
Middelharnis,
L. J. DEN HOLLANDER.
De Secretaris,
NIJGH.
|an het Bestuur der Openbare leeszaal,
p.a. den heer J. K. F. BLOKHUIS,
Alhier.
Om die reden, dus niet alleen om de door
n heer Blokhuis genoemde, is 't gebouw
or ons ontruimd. Of B. en W. het recht
bben zonder desbetreffend raadsbesluit
lus te handelen ben ik zoo vry te betwy-
en, maar daar ons bestuur moeilykbeden
1de voorkomen, hebben we de zaal ver
en. Wy hebben het publiek ermee in
anis gesteld, dat voorloopig geen boeken
nnen worden uitgereikt, om reden we
arvoor geen geschikt gebouw hadden.
Su vertelt ons de heer Blokhuis, dat het
bedoeling van het gemeentebestuur is,
S de boekenuitleen zal biyven plaats heb-
in de, laten we zeggen, voormalige
szaal. Ik veronderstel dat de voorzitter
iter de schermen heeft kunnen zien, ten-
oste in bovengenoemde correspondentie
bulks niet te vinden Het gemeentebestuur
ft dan al een heel eigenaardige manier
ons dat aan 't verstand te brengen. Maar
ien er al zulke woorden zyn gezegd, en
zal wel zoo zyn, daarvoor ken ik den
r Blokhuis te goed, dan zullen we maar
en dat het alsnog in 't reine komt en er
r opnieuw een overeenkomst tusschen
fimeentebestuur en het leeszaalbestuur
dt vastgesteld. Aan gesproken woorden
ben we niet veel, die worden wel eens
eten, daar heb ik niet veel vertrouwen
vooral niet nu ik heb ondervonden dat
geschrevene wel gesaboteerd wordt. „Het
ije papier" van de Duitsche regeering
1914
rfin, we hebben een schry ven aan B. en
gericht, mede in 't belang van't lezend
iek, ons de zaal weer af te staan voor
uitleenen van boeken en indien B. en W.
mee accoord gaan, dan te confereeren
de manier waarop dit zal geschieden,
indien we eerlaDg een gunstig bericht
)p krijgen, dan zal dat zoo spoedig moge-
pnzen lezers worden kenbaar gemaakt.
;ng verzoeken we allen, ook de ongedul-
onder hen te berusten in den wil van
lie boven ons zijn gesteld,
akende voor de genoten plaatsruimte.
A. KERKHOF,
Secretaris der Vereeniging
„Openbare leeszaal" te Middelharnis.
wordt Uw haar dun, lijdt U aan roos of
haar, of heeft U het reeds goeddeels ver
stel dan niet uit, maar schrijf nog heden
t boekje en hei monster. Gebruik daarvoor
bon.
ratoriumSiIvikrin,Schiekadel04,R'dam.
Als lezer van „Onze Eilanden" verzoek Ik om
loczendiog van het boek: „De Haargroei zijn Be-
Bioud en Herstel" en een monster. Ik sluit 40 ets.
n postzegels bij ter gedeeltelijke vergoeding van
rorto en kosten. 21
dezen bon direct uit. Uitstel is meestal afstel.
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 14 JANUARI 192É
POST!!!
Waarde vriend, Flakkeesche Dichter
Met je versjes van de Post.
Toen ik die had doorgelezen
Viel ik bijna van de Korst.
Eerst een rnensch wat opgehemeld
En hun eer wat opgelapt,
Later weer wat afgetakeld
Achter in den hoek getrapt.
Gooi den boel toch niet in 't slijk
Voor Menheerse en Sommelsdijk.
Brom niet als een ouwe Beer
Of als Koerduif op het weer.
Doe uw best maar en uw plicht,
Word je opgezet wei-licht.
Knielend aan den voet van Speenhof
Smeekend om een hulpgedicht.
En u wil ons nog beklagen
Wat verschaft nu ons de eer?
Komen wy aan u wat vragen
Helpt dat soms aan wind en weer?
En die ernstige gezichten
En die schommelende gang,
Dat komt door de zware vrachten
En het wachten, soms wat lang.
Ik kwam met sneeuw-weer uit den polder
Zwaar vermoeid en half op,
Gooiden mij den werkeloozen
Nog een sneeuwbal naar myn kop.
Och mijn vriend wy weten 't wel
Waar wij zooal zijn in tel.
Zie dit bovenste geval
Is dit eer, of is dit gal.
Nu die ingezuurde kaartjes
Daarvoor hebben wij geen geld,
Die met Kerstmis zijn verzonden
Waren Nieuwejaar besteld.
Wilt u nog eens op ons loeren
Zegl Wij zyn geen melkboeren
Want met de Postjes, pas maar op.
Want je dicht je soms een strop.
U behoeft ons niets te leeren
Met uw wenken zus of zoo;
Wil men stipt op tijd zijn, menschen,
Doe het dan: Per Radio.
JAN GELDHOF,
Middelharnis. Besteller P. en T.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG.
Pijnloos Scheren
Vlug Scheren
Schoon Scheren
zonder dat Uw huid stukgaat of naschrijnt,
ook al is Uw baard nog zoo zwaar en hard,
indien U slechts vóór het inzeepen de
baardoppervlakte inwrijft met een weinig
Doos 30,60, Tube 80 ct. PUROL
SOLDATENTROUW.
(Naar het Russisch)
Wy naderen K... Ons leger marcheerde
voorwaarts, zoo snel als de smalle bergpassen
maar toelieten.
Van dag tot dag nam de koude toe. Eerst
deed ze zich enkel aan onze handen gevoe
len, maar hoe hooger wij stegen des te ny-
pender en feller werd ze. Het aantal zieken
groeide aan, en de typhus dunde onze ge
lederen. Ik was belast met het geleide van
het ziekentransport, dat ten slotte zulk een
omvang nam, dat het ons onmogelijk werd,
het leger op den voet te volgen.
We zagen ons genoodzaakt halt te maken,
om althans een klein gedeelte onzer zieken
naar de hospitalen der nabygelegen stad te
kunnen brengen. Maar we moesten lang
wachten, want de wegen waren moeilijk te
begaan, zelfs voor de trekossen, ons eenig
vervoermiddel, omdat al de paarden in het
land, voor het leger waren in beslag geuomen.
Al twee dagen legerden we op een van
bergspitsen omgeven hoogvlakte. Woest en
somber was de aanblik van het landschap.
Geen spoor van plantengroei in deze voort
durend onder sneeuw bedolven dalen, waar
men ternauwernood hier en daar een struikje
zwartachtig groen zag opduiken. De atmos
feer was duf en nevelig en de fyne berg
lucht beklemde onze ademhaling.
Onze onverschilligheid omtrent alles, wat
nog gebeuren kon, had al zulk een hoogte
bereikt, dat we als verstompte Mahomeda-
nen zelfs den naderenden dood zonder vrees
of spijt tegemoet zagen.
Met den dag steeg het aantal dooden en
ook mijn oppasser was gestorven, zoodat ik
de sergeant opdroeg my een andere aan te
wyzen. Deze presenteerde zich eenigen tijd
daarna aan den ingang van mijn tent. Het
was een piepjong ventje, byna nog een kind,
met een bleek en ziekelyk voorkomen. Zijn
gezicht was me niet onbekend. Ik had het
meer gezien. Zyn blauwe oogen, zyn jeugdig
naïf uiteriyk spraken in zijn voordeel, want
er lag iets in, dat me aan mijn eigen jeugd
herinnerde.
Hoe heet je vroeg ik op vriendschap,
pelijken toon.
Katajan, antwoordde hy, terwyi hy
aansloeg.
Sedert dien dag was hij mijn trouwe die
naar. Hij deed dubbel dienst, bij my en op
de voorposten. Telkens als ik hem zei, dat
hy zich bij mij moest laten aflossen, sloeg
hij den blik vol angst naar mij op. Den
volgenden dag kwam hij op hetzelfde uur
met sidderen en beven terug, uit vrees dat hy
weer weggezonden zou worden. Hij raadde
mijn wenschen en deed altyd zijn best om
die te vervullen. Op die wyze dankte hy mij
voor de weinige oogenblikken vanonsdage-
lijkscb onderhoud.
Tenslotte werd hij my onontbeeriyk. Ik
weet niet meer, hoe dikwijlsik wel met een
gevoel van innig genot thee gezet heb om
hem een kopje te kunnen aanbieden, als hij
half bevroren en doornat van den voorpos-
tendienst terugkwam. Ik zelf bracht hem
dan een kop thee. Rum gebruikte hij niet.
De ongeluks-avond brak aan, waarop ik
zelf de voorposten uitzette. Ook Katajan had
dien nacht dienst. De koude was onuitstaan
baar. De bergwind, die zich den ganschen
dag duchtig had doen gevoelen, sloeg tegen
den nacht om tot een werkelijken storm.
Hij gierde door alle spleten en kloven en
slingerde hier en daar groote steenklompen
in de afgronden.
Voorovergebogen, met het hoofd tusschen
de schouders getrokken en de handen in de
zakken, keerde ik naar de legerplaats terug,
en had daarby niet weinig moeite om myn
evenwicht te bewaren. Nog altyd stond het
beeld van den kleinen soldaat mij voor oogen,
hoe hij het geweer tegen de borst gedrukt
hield en de handen in de mouwen van zyn
manteljas getrokken had. Hy had nu eens
met den eenen dan met den anderen voet
gestampt, en de oogleden somstoegenepen,
want de onbarmhartige wind dreef hem de
tranen uit de oogen.
Hij kan ten minste, zoo troostte ik mij
zelf, met de schouders tegen een rots leunen
en zich op die manier tegen den stormwind
beschutten, die my elk oogen blik dreigt om
ver te werpen. Die twee uren dienst zal hy
't wel uithouden. Twee uren! Neen, ik zal
hem een kwartier vroeger laten aflossen. De
steenen zyn zelfs tegen zoo'n wind niet be
stand.
In het legerkamp werd gevaarlijk spel ge
speeld. Van den eenen kant dreigd6 ons de
typhus, van den anderen hadden we de vijan
delijke kogels te vreezen en voor ons op
tafel glinsterden bij de kaarten de stapeltjes
goud. Men waagde zyn gansche vermogen
en beklaagde zich alleen dat men nog niet
meer te verliezen had. De punch wekte geest
en lichaam tot nieuw leven op en weldra
raakte men wat buiten westen. Opgewonden
drongen we om de tafel heen, en inplaats
van te bedaren werd onze speelwoede nog
te meer geprikkeld door onze verliezen.
De voorraad goud en banknoten voor me
groeide steeds aan. Mijn volkomen uitge
plunderde buurman kauwde woedend op een
sigaar en nu en dan hijgde hy naar adem,
als dreigde hij te stikken. Hij was mijn
wapenbroeder en myn beste vriend, en toch
speet het me alleen maar, dat ik hem ook
nog niet zyn hemd kon afwinnen. De lichten
gingen uit, maar eenige verslaafde spelers
bleven nog in het donker zitten. Het was
drie uur in den morgen. Zes uur hadden we
met spelen doorgebracht.
Eenige oogenblikken later stelde ik me
(Avd.)
aan het hoofd der patrouille om de voor
posten te inspecteeren. De wind was gaan
liggen. Aan den donkerblauwen hemel fonkel
den nu de sterren. Het geluid onzer voet
stappen weerklonk en weerkaatste tusschen
de bergkloven. Voor mij, aan den voet van
een besneeuwden, hoog tegen den donkeren
horizon afstekenden heuvel kon men een
onbewegelijke schaduw onderscheiden.
We hadden al twee schildwachten bezocht.
De arme kerels sloegen met de armen om
zich wat te verwarmen. Maar de schaduw,
die we naderden, verroerde zich niet, of
schoon hy ons moest hebben opgemerkt. Ik
snelde op den,ongelukkige toe. Met een bleek
gelaat en vale lippen hield hy nog altijd zijn
wapen tegen de borst gedrukt.
Stom van ontzetting heb ik zelf er op dit
oogenblik waarschijnlijk als een lijk uitge
zien. Myn manschappen stonden om me heen,
doch niemand dorst een woord te zeggen.
Half wanhopig en boos op mezelf keerde ik
in alleryi naar myn tent terug. Het eerste
wat me in het oog viel, wasKatajanspels:
de arme drommel had er een gat mee ge
stopt op de hoogte van myn hoofdkussen.
Eer hij zijn wacht betrok, had hij aan my
gedacht; om mij voor de woede van den
wind althans een weinig te beschutten, had
hij de vele gaten in het linnen van de tent
in de buurt van mijn bed dichtgemaakt. Toen
hy niets anders meer vond, had hij zijn eigen
pels niet gespaard en er voor zyn twee uren
wacht afstand van
Sedert is my veel overkomen, wat ook
weer is vergeten. Eén ding biy'ft me altyd
bij en wel Katajan. Nooit kan ik hem ver
en ook nooit heb ik sindsdien weer
De vijfdaagsche werkweek.
Op het eerste gezicht heeft deze titel veel
weg van ideale toekomstmuziek. De ver
overing van den hal ven of Engelschen Zater
dag scheen voorloopig een mijlpaal te ber
teekenen in de actie voor beperkiDg van
den arbeidstijd; sommigen zijn hiermede
nog niet tevreden gesteld en zijn er op uit
den geheelen Zaterdag als rustdag te ver
overen, zoodat er in werkelijken zin van een
vijfdaagsche of 40-urenwerkweek sprake zou
zyn.
Voorloopig nog alleen in Amerika! Maar
de techniek, die langzamerhand alle afstan
den wegvaagt, zal wel zorgen, dat deze
nieuwe verovering ook tot Europa door
dringt. Toch is dit „ideaal van den werken
den stand" ook zelfs in Amerika nog een
uitzondering, al blijkt die uitzondering toch
al van beteekenis te zijn. Uit de statistieken
van een Amerikaansch Maandblad is ge
bleken, dat toen Ford zyn vijfdaagsche werk
week op zijn fabrieken invoerde hetgeen
ook in Amerika een groot opzien verwekte
deze 40-urenwerkweek reeds in meerdere
industrieën toegepast wordt; vnl.schijnt dit
het geval te zijn met de fabricatie van man-
nenkleeding, bontwerkers, jassenmakers,
snijders, persers en knoopgatenmakers van
New-York, waar ook de dameskleermakers
de vyfdaagsche werkweek vrijwel algemeen
ingevoerd hebben. Meer of minder algemeen
is deze werkweek doorgedrongen tot de
ijzer- en staalindustrie, tot de kartonnage-
fabricatie, steenhouwer yen, gieterijen en
machinefabrieken en bakkers. Ook bestaat
er hier en daar verschil in het aantal uren
er zijn vijfdaagsche werkweken van 40,
maar ook van 48 of 44 uur echter met
dien verstande, dat de werktijd per dag
zoodanig verdeeld wordt, dat men niet langer
dan vijf dagen per week behoeft te werken
en twee opeenvolgende dagen per week vrij
blijft.
Volgens bovengenoemd Maandblad moe
ten èn de patroons èn de werklieden van
verschillende fabrieken, die deze werkweek
hebben ingevoerd, ten zeerste met den maat
regel ingenomen zijn; met name wordt de
fabriek van Jenkins Bros in Bringeford ge
noemd, waar vier dagen 9£ uur en één dag
10 uur gewerkt wordt, dus een werkweek
van 48 uur, en een vyfdaagsche werkweek
om toch maar twee dagen per week
achtereen vry te hebben.
Of die tweedaagsche rust werkelijk bly ken
zal een zegen te zjjn? Voor hoevelen zyn
de dubbele Paasch-, Pinkster-en Kerstdagen
al niet een tijd om moeilijk en zonder ver
veling door te komen? Natuurlijk is het een
ideaal voor menschen, die er een liefhebberij
op na houden, maar voor de anderen kon
het weieens hierop neerkomen, dat ze ver
plicht worden de verveling van den Zater
dag nog eens op den Zondag te moeten
doormaken.
Gemengd Nieuws.
UIT IJVERZUCHT.
Zyn vrouw de tong afgebeten.
De 35-jarige schoenmaker Ladislaus Sos
te Boedapest, was getrouwd met een by-
zonder mooie vrouw. De vrouw trok de aan
dacht van andere mannen en Sos was ja-
loersc.h, Dit gaf een verwydering tusschen
beiden. Zaterdagavond kwamen man en
vrouw elkaar op straat tegen en verzoenden
zich met elkaar. Die verzoening werd met
heete kussen bezegeld. Onder het kussen
kwam 's mans ijverzucht echter weer boven
en plotseling beet hij zijn vrouw de tong af.
De vrouw zakte bewusteloos in elkaar en
Sos ging er vandoor. Een politieagent vond
de vrouw. De afgebeten tong lag by haar
op den grond. De agent bracht de bewuste-
looze naar het ziekenhuis en de tong als
corpus delicti naar het politiebureau. Sos is
later op den avond aangehouden en in voor?
loopige hechtenis geplaatst.
BIAMANTEN-JIM, DE WANDELENDE
JUWELIERSZAAK.
Een schatrijk zonderling gestorven.
Tot de bekendste inwoners van New York
behoorde, dank zij zijn bekwaamheid in
zaken en zyn fabelachtigen rijkdom, de on
langs gestorven James Brady. Hij was een
heel bijzondere man, een groote vriend van
het theater, maar nog meer van fraaie edel-
steenen, waarmee hij zich van kop tot teen
placht te tooien. Terecht droeg hij dan ook
den bijnaam van „diamanten-Jim" of de
„wandelende juwelierswinkel". Brady bezat'
niet minder dan 44 met diamanten bezette
lyfsieraden: zelfs zijn ondergoed had diaman
ten knoopen.
Het kostbaarst was zyn z.g. „verkeers-
uitrusting", die hij placht aan te trekken,
als er een conferentie met directeuren der
groote spoorwegmaatschappijen voor de deur
stond. Zy bestond uit met edelsteenen inge
zet platina, de afzonderlijke stuks stelden
symbolen voor uit het verkeerswezen. De
overhemdknoopjes b.v. hadden den vorm
van een fietswiel, een auto en een locomotief;
ieder daarvan had een middellijn van 88
millimeter. De horlogeketting bestond uit
schakels in den vorm van wielen, met
diamanten bezet. Verder behoorden by deze
tenue manchetknoopen van 5 c.M. omvang,
in de gedaante van een personen- en een
vrachtauto. Zijn portefeuille vertoonde zyn
initialen in diamant; een locomotief van
dezelfde steenen sierde zijn brilfoudraal. Zijn
pantalongesp had den vorm van een groot
wiel, met een tyger aan eiken kant. Een
ander wiel, van 34 m.M. middellijn, tooide
den lievelingsring van Brady, een ring die
in het midden een blauwen diamant droeg,
welke kenners verrukte; ofschoon niet een
van de bekendste steenen, wa3 hy. van ge
weldige waarde. Te vermelden valt nog een
diamanten dasspeld, die merkwaardigerwys
de gedaante van een kameel vertoonde. Als
„schip der woestyn" behoorde echter ook
dit dier tot de verkeersmiddelen! Natuurlijk
was ook Brandy's horloge kostbaarde buiten-
kast vertoonde een groot wiel, eveneens met
diamanten bezet.
Het gewicht dezer geheele uitrusting be
droeg niet minder dan twee kilogram 300
gram; de ryke zonderling had dus met zyn
ijdelheid en pronklievendheid heel wat mee
te dragen.
Zware Pluchette per el
0.95-1.35-1.65
Dubb. Pluchette per el
1.90-2.10-2.70-3—
Ribstof per el 0.48
Landhuisstoffen per el 0.63
Imt. eiken réclame-garni
tuur per stel 1.85
Afgepaste Pluchette gordijnen
met geschabloneerde randen,
zeldzaam artistiek 12.75,
f 16.75,119.50, enz. per paar.
Koopt Uw gordijn
stoffen enz. bij
SOMMELSDIJK
Ring A. 99-100, Tel. 243
Beslist verkrijgbaar biji P. Wielhouwei;
Middelharnis; N. J. Boer, Som m els dl) k',
Zaaijer-Teepe, Dlrksland; C. de Moolj,
Ouddorp; v. d. Maden, Oude Tonge,
W. Bout, Brielle; A. v, d. Heuvel, Hellc-
voetsluls.
Vandaag over een week begint
waaraan IEDEREEN kan deelnemen en
kans heeft op een der fraaie prijzen o.a.
Rijwielen, Fototoestellen, gouden en zilveren
Horloges etc.
Noteert op Uw kalender dat heden over
een week de teeken- en kleurwedstrijd be
gint, dan vergeet U het niet en kijkt U de
volgende week goed uit naar de na te teekenen
voorbeelden.
Bij den vorigen kleurwedstrijd kregen alle
(19367) deelnemers een prijs of een troostprijs.
LOUIS DOBBELMANN
ROTTERDAM
HOOGSTRAAT 279, bij het Viaduct - Tel. 9238 - ROTTERDAM
Stoffen Kleermabersfournituren Manchester
Gestreept Engelsch leer Billart- en Bestuurstafellaken
Gevestigd 1882
RADICALE GENEZING
AAMBEIEN.
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
Kipstraat 43, R'dam
Niet goed, geld terug.
Centrale Veiling te Middelharnis
STEUNT Uw eigen Veiling zooveel als in Uw vermogen is. Een goed functio-
neetende Veiling brengt welvaart in een streek en opent de gelegenheid tot liet
telen van allerhande producten.
Verkoopt Uw EIEREN niet voor veilingprijs aan de deur, doch laat ze afhalen
door onze ophalers en door middel van onze Veiling verkoopen. Hoe grooter aan
voer, des te concurreerender prijzen.
Voor Inlichtingen wende men zich tot onzen Veilingmeester te zijnen kantore.
HET BESTUUR.