I ROTTERDAM - - hoek Pannekoekstraat. Het Mysterie van Huid en Haar. Gordijnstoffen A. WIELHOUWER Vraagt ons Advertentie-tarleï LAKENHANDEL Hl 3 ONZL EILANDEN YAN ZATERDAG 14 JANUARI 1928 ONZ echtgenoot, met wien zq ongeveer een half jaar gehuwd is, de 29-jarige Jozef Daglooner, koopman van beroep, vertoefde, naar zij ver meende, te Rotterdam. Hier hield hij zich veel op. Hij bemoeide zich betrekkelijk weinig met haar en met het kind, dat ongeveer zes maanden oud is. Tusschen het tweetal hadden hertiaaldeliik twisten en kijfpartijen plaats gevonden. Nu eens was er weer onaangenaamheid om dit, dan weer om dat. Het einde was dat zij vrijwel seperaat leefden. Toen het meisje zich gisteravond bij haar zwager ophield, die haar onderdak had ver schaft, werd omstreeks kwart voor elf ge beld. De deur werd opengetrokken en Jozef Daglooner, die men te Rotterdam dacht, stapte plotseling binnen. Hij klom de trap op naar de eerste étage, waar de zwager en diens familie woont en verzocht zijn vrouw te spreken. In het voorkamertje had het tweetal een onderhoud. Daarbij liep het ge sprek over het afzonderlijk wonen en ten slotte vroeg de koopman haar of zij hem wilde volgen naar Rotterdam, waar hij zaken deed. De jonge vrouw sloeg deze invitatie af. Jozef Daglooner bleef aandringen en toen zij voortdurend weigerde trok hij een dolk mes en stak haar dit in de borst. Het staal trof haar aan de linkerzijde, ongeveer in de hartstreek. Ofschoon de stoot met vrij groote kracht werd toegebracht, was het letsel niet ernstig. Het veroorzaakte slechts een diepe vleeschwonde. Vermoedelijk heeft Daglooner gedacht, dat hij een einde aan haar leven had gemaakt. Hij keerde het mes tegen zich zelf en drukte zich dit tegen de linkerborst. By na op het zelfde oogenblik stortte hij op den grond. Op het hulpgeroep van de vrouw kwam Daglooner's broeder toeschieten. Hij vond in het voorkamertje een afschuwelijk tooneel. Beide getroffenen bloedden ernstig. In een oogenblik werd het geroep van moord over deze stille gracht voortgeplant. Er ontstond een oploop en kort na het gebeurde was de inspecteur L. J. Ponne met eenige man schappen van het in de nabijheid gelegen politiebureau ter plaatse. De Geneeskundige Dienst werd gewaarschuwd en verscheen spoedig met een auto-brancard voor het perceel. Hulp voor Jozef Daglooner mocht niet meer baten: de dolk was hem in het hart gedrongen en eenige oogenblik ken na de daad gaf hy den geest. Zqn lijk werd met den ziekenwagen naar het Binnengast huis vervoerd. De toestand van zyn 16-jarige echtgenoote baarde weinig zorg. De wonde bepaalde zich alleen tot het vleeseh en nadat de verpleger van den G. G. D. een verband had aangelegd, kon zq in de woning naar bed worden ge dragen. Transport naar het gasthuis werd overbodig geacht. Zoo eindigde dit drama, dat de geheele buurt tot na middernacht in rep en roer had gehouden en dat zoowel voor het politie bureau op het Jonas Daniël Meyerplein als op dtn Houtkoopersburgwal drommen nieuwsgierigen op straat had gebracht. De toestand van de getroffen 16-jarige juffrouw Daglooner is zeer gunstig. By fouil leering van de kleeding van den man werd de schede van het dolkmes op hem bevon den. Het wapen zelf bleef verdwenen. Later bleek, dat een der familieleden in zijn ver bouwereerdheid het dolkmes in de gracht had gegooid. Het auto-ongeluk op den eersten Kerstdag. Mej. Van Nierop hersteld. Mejuffrouw Lies van Nierop, de eenige geredde bij het tragische auto ongeluk in den Haarlemmermeer op den Eersten Kerst dag, waarbij haar moeder en vader, alsmede haar zuster om het leven zijn gekomen, heeft dezer dagen hersteld het Wilhelmina- gasthuis te Amsterdam, waar zij sindsdien verpleegd is, verlaten. Noodlottige drift. Een bewoonster der Sumatrastraat te Amsterdam heeft aangifte gedaan, dat een onderwijzer haar 9jarigen zoon ongeveer 9 weken geleden in de school met een liniaal heeft gegooid. De liniaal trof den penhouder, waarmee de knaap schreef, waardoor de pen in het rechteroog drong. Tengevolge hiervan is de jongen, na 4 weken in het Wilhelmina- gasthuis te zijn verpleegd, aan dat oog blind geworden. Gaten in den djjk geslagen. HENGELO 11 Jan. - Hoewel het water in Schip s^k en Bolksbeek een weinig ge vallen is. niijk.-n de dijken den druk van het water niet te kunnen weerstaan Toen her water in h*t S^okkumer- en Markelo-, sche Broek bleef stqgen, is men een onder zoek gaan instellen langs den rechterdijk van de Bolksbeek, welke dijk door den hoo- gen stand van het water aan beide zijden ervan zeer moeilik te bereiken is. Gebleken moet zijn, dat ten N.O. der spoorlijn Zutfen- Hengoio in dien dijk een gat is geslagen, waardoor het water met kracht het iand iustroomt, De doorbraak onder Gelselaar aan de andere zyüe der spoorlijn is grooterdan ooit te voren. Door den sterken stroom is al het mateiiaal, dat men id het gat had gestopt om het te dichten, weggeslagen. De hooge stand van de Regge veroorzaakt groote overstrooming in de gemeente Ambt- Delden. In het Kraaienveld tusschen Zeldam en Deldener Broek nadert het water op vele plaatsen angstwekkend dicht de huizen, zoodat de bewoners van de laagstgelegen boerderijen zich gereed houden om by voort gezette was hun woningen te verlaten. COMMISSARIS DER KONINGIN IN ZUID-HOLLAND. 's-GRAVENHAGE, 11 Jan - Naar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vernomen wordt, komt de minister van Staat, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, oud-minis ter van Buitenlandsche Zaken en oud-burge meester van den Haag, zeer ernstig in aan merking voor het ambt van commissaris der Koningin in Zuid-Holland, als opvolger van wijlen Baron Sweerts de Landas Wyborgh. GLASSNIJDER AAN HET WERK TE ROTTERDAM? ROTTERDAM, 11 Jan. Zondagnacht werden van een viertal winkels op den Binnenweg de ruiten met een glassnijder ernstig beschadigd. Men dacht aanvankelijk aan een wraakneming. Vannacht heeft de onbekende glassnijder zijn werk op grooter schaal herhaald. In de Van Oldebarneveld- straat, Aert van Nesstraat en op de Kruis kade zijn in totaal 54 winkelruiten met een glassnijder beschadigd. De politie van het bureau Witte de Withstraat stelt een uit gebreid onderzoek in. INGEZONDEN MEDEDEELING Speciaal HOEDEN en PETTEN Sport- en Reispetten vanaf f 0,75 Lakenpetten, kleurhoudend vanaf 1 2,50 Qleufhoeden, nieuwste kleuren v.af f 2,75 Stijve Hoeden vanaf f 2,95 Hooge Hoeden vanaf f 7,90 Voor huis en hof. Bloeiende Clivia. De Clivia is een kamerplant, die bijna in geen huis ontbreekt, maar betrekkelijk slechts weinigen slagen er in, om haar in bloei te brengen. De meeste fouten worden in den winter gemaakt. Wetende, dat de Clivia een vroege bloeister is, meenen de meesten haar goed te doen, door ze in den winter rijkelijk van water te voorzien en juiat geen plant ia in den winter zoo weinig op water gesteld als de clivia. De groei staat dan geheel stil, maar binnenin is de bloem zich aan het vormen uit krachten, die in den zomer verzameld zijn; dat is het winter leven van de plant. Gaat men nu rijkelijk water geven, dan zal of een rottingsproces optreden, of de plant zal, als ze bovendien nog warm staat, aan het groeien gaan en hiermede houdt dan de verdere bloemvor- ming op. Een Clivia moet men des winters aan den drogen kant houden, om de veertien dagen een weinig water is ruimschoots voldoende. De standplaats moet licht bieden, maar koel zijn en vorstvrij; eerst als de bloem neiging vertoont om zich te openen, mag de plant in de warme kamer gebracht worden, voor een venster, dat zoo ver mogeiyk is verwij derd vaD de kachel. Op de aarde der potten, waarin clivia's staan, ziet men nu vaak heel kleine witte beestjes, die geweldige sprongen maken, net alsof ze vliegen. De aanwezigheid dezer beestjes wijst op een veel te rijkelijke be gieting der planten. Houden we hiermede dan eenige weken geheel op, dan zullen ze weer verdwijnen. Een andere zorg van vele liefhebbers onliefhebsters dezer planten is, dat de wortels zich telkens weer boven de aarde uitwerken, welk „euvel" ze trachten tegen te gaan door een nieuwe laag aarde aan te brengen. Dit is totaal verkeerd en zal bovendien niet baten Die wortels zijn zoogenaamde luchtwortels, die zuurstof uit de lucht opnemen ten behoeve van het leven der plantbedekking van deze wortels is dus bepaald nadt-elig. De bloei der clivia's valt op verschillende tijdstippen en is afhankelijk van de soort. De vroegste soorten bloeien nu en de latere soorten volgen elkaar op tot in Mei ongeveerT Des zomers kan men de planten gerust rijkelijk water geven en eens in de maand wat vloeimest of kunstmest toevoegen. Dit laatste mag vooral niet op de luchtwortels worden gestrooid, doch lai den rand der pot, in een greppeltje, dat zeer gemakkelijk met een steel van een lepel is te trekken. Nadat de kunstmest in het grep peltje is aangebracht, drukt men dit weer dicht en even begoten. Bollen op water. We hebben altijd medelijden met bollen en menschen, als we voor de ramen de glazen met water zien, waarop bollen wor den getrokken. Deze vertoonen veelal kleine yle worteltjes, doch een flink ontwikkelde neus op de bol. Alle moeite zal ten slotte worden beloond met wat lang uitgeschoten loof, zonder bloem of iets, dat nauwelijks die yaam waard is. Wie bollen trekt op glazen, moet die glazen eerst een week of zes in een koele, donkere kast zetten, opdat eerst de wortel vorming behoorlijk kan plaats vinden. Na ongeveer zes weken zal het heele glas tot den bodem met wortelen zijn gevuld eu dan pas brengt men het glas in een on verwarmde lichte kamer, opdat het loof zich goed kan ontwikkelen. Pas als de bloemknop zich gaat kleuren, mag het glas voor het venster van een verwarmde kamer worden gebracht. Als gedurende de zes weken, welke de bollen in de kast staan, de neuzen zich te sterk dreigen te ontwikkelen, plaatsen we daarop kleine papieren doppen, in den vorm van den onderkant van een papieren win kelzak. De hond aan tafel. Wat ongezellig eten is het, als de hond voortdurend staat te bedelen aan tafel, of met zjjn pooten tegen tafel of aanzittenden opspringt. Van den een krijgt bet beest een snauw, van den ander een klap en van den derde een kluifje! Toch is het onze eigen schuld; wq hebben het beest zoo gemaakt en het dier zelf weet niet beter. Men moet den hond vóór of na laten eten, maar van den beginne af wenne men het dier, dat het nooit wat van tafel krqgt. Het moet een vaste plaats in de kamer hebben, op een mat of in een mand, waarheen het zich op bevel altqd moet terugtrekken. Het is heusch een kleinigheid, wat zeer gemakkelijk met wat geduld aan het dier is te leeren en waar van men altijd voldoening heeft. Maar hoe gaat het? Den eenen dag geeft men den hond een kluifje van tafel en den anderen dag eischt men, dat het beest zou begrijpen, dat de baas rustig wil eten. De een gebiedt: in je mand!, en de ander roept met een langgerekt „A-a-a-ch"; kom maar hier hoor I Consequent zijn tegenover beesten, is het eenige middel om ze wat te doen leeren. Het beste zou zijn, dat de hond één „baas" had in huis, die hem alleen mocht comman- deeren, maar dat gaat gewoonlqk niet. iW/Mr mer echter moeten huisgenooten een bevel van een ander herroepen, zelfs al zouden ze het met de motieven op dat moment volstrekt niet eens zyn. Ongehoorzaam en ongezegge- lijk zijn honden alleen, omdat we met onze bevelen en gewoonten niet consequent zjjn. We zijn dus zelf de schuldigen, maar.... de hond krqgt de klappen. Snoepen door dieren. We trachten onze liefde voor dieren ge woonlijk op menschelijke wjjze te betuigen en meenen heel lief voor ze te zy n, door ze allerlei lekkere zoetigheden aan te bieden, als koekjes, suiker enz. Slechts weinig dieren zijn daar graag op, maar allen wennen ze er tenslotte aan. We maken er op die wijze trage eters van, met een slecht gebit; de dieren worden dik en gaan lijden aan huid uitslag. Kanaries worden ook vet van zoetigheden ze geraken er door van zang-af, ruien slecht en komen in ongedierte. Men zoeke voor dieren uitsluitend het voe der, dat ze in haar natuurlijken staat gewoon zijn te gebruiken, maar men bederve met snoepgoed bij voorkeur alleeneigen maag. INGEZONDEN STUKKEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Redactie Ondergeteekende verzoekt beleefd plaat sing in uw blad van Zaterdag 14 Jan. in de rubriek „Ingezonden stukken" voor het vol- In bovengenoemde rubriek kwam Dins dag j.l. een stuk voor, betreffende de Open bare leeszaal te Middelharnis, onderteekend door den voorzitter daarvan, den heer K Blokhuis, hoogstwaarschijnlijk gescnreven met het doel, de bevolking in te lichten omtrent het ontstaan, werking en wederom verdwijning van genoemde leeszaal. Bq le zing van dat stuk, kwam het ondergetee kende voor dat die inlichtingen niet geheel volledig zjjn en waar hij in zqn functie als secretaris dier vereeniging ook wat van de zaken afweet, wil hij het zijns inziens ont brekende aanvullen. Allereerst de oprichting. Dit was niet di rect een proefneming van de Dordtsche lees zaal. Een 6 a 7 jaar geleden was er in onze gemeente een vrij sterk streven om tot op richting van een Openbare leeszaal te komen, De toenmaals hier bestaande vrijzinnig-demo cratische kiesvereeniging had dit ook op haar gemeenteprogram geplaatst. De heer L. C. Buurvelt voorzitter dier vereeniging ijverde krachtig om tot oprichting van een Openbare leeszaal te komen. Hierin werd hij gesteund door den heer Blokhuis, den heer J. J. L. van Zuylen, toenmalig redac teur van „Onze Eilanden" en anderen. Ook de A. R.-kiesvereeniging telde in die jaren de oprichting van een Openb. leeszaal onder de punten van haar gemeenteprogram. Dank zij het werk van bovengenoemde personen, werd de vereeniging opgericht en dank zij het feit, dat de twee sterkste stroomingeD in den gemeenteraad het tot programpunt hadden, werd door de gemeente een gebouw met gratis vuur en licht, plus f300 subsidie per jaar, beschikbaar gesteld. Toen bleek dat ondanks dezen steun de zaak hier te klein was om op eigen been en te staan werd hulp gevraagd aan de Dordtsche Openb. leeszaal, die deze hulp op de meest bereidwillige ma nier verstrekte. De leeszaal alhier werd zoo doende een agentschap van die te Dordrecht. Als neventak werd het thuislezen van boe ken weer ter hand genomen, dat eenige jaren reeds door den heer Blokhuis ten zq- nen huize werd behartigd. Toen de leeszaal eenmaal bestond, werd het van daaruit ge daan en thans zijn wekeiyks meer dan 150 personen onze geregelde afnemers van boeken. De belangstelling, de heer Blokhuis schreef het terecht, was in 't eerst al te groot en ging van lieverlede verflauwen. Toch waren er naar verhouding tot het zielental hier niet minder, eerder meer, bezoekers dan in groote plaatsen die een Openbare leeszaal bezitten. Door het bestuur werd, om de aan- aantrekkeiykheid grooter te maken, besloten, op de wjjze zooals de heer Blokhuis uiteen zette, verschillende dag- en weekbladen ter lezing te leggen. De bladen „Het Volk" en „Voorwaarts" konden we 't vorig jaar op die manier niet krjjgen. Dit jaar slaagde onder geteekende daarin wel, zelfs in zooverre dat een ingezetene die bladen gratis ter lezing gaf. Dus niet zooals de heer Blokhuis schreef, dat „een leeraar van de Ambachtsschool", (wat heeft daar nu een betrekking of beroep mee te maken) daar die kranten ongevraagd enz. neerlei, neen 't was wel degeiyk in overleg met een lid van 't bestuur. De heer Blokhuis had dit kunnen weten, indien hij maar even aan den secretaris daarnaar had Ja, 't is waar, ruim een jaar geleden werden er symptomen merkbaar, dat de leeszaal by sommigen een doorn in 't oog was. Dit is toen nog bjjgespperd, nadat in een bestuursvergadering de meerderheid was voor het voortbestaan der inrichting. Toch beterde het niet erg 't laatste jaar en het eind van 'fclied was dat betrekkelijk onver wacht het bericht kwam dat de gemeente raad in z'n Novembervergadering het subsidie introk. De heer Blokhuis schreef, dat hq niet kan vinden dat den gemeenteraad hiervoor blaam treft. Dit moet by weten. Ik ben ook van meening dat wanneer de raad een vrijwillige bydrage intrekt, dit wel in den haak zal zyn, immers zooiets wordt toch niet op losse schroeven gedaan en als er gegronde reden is, is er ook geen plaats voor eenig verwyt. De hoofdreden in den raad genoemd was: „Er is te weinig bezoek". Nu weet ik niet waar de raad de grens trekt tusschen te weinig, genoeg en teveel. Wel weet ik dat volgens de presentiehjst vanaf S October 1927 tot 27 Dec. d. a v., personen de leeszaal bezochten, de zaal suppoost niet inbegrepen. In het epistel van onzen voorzitter trof my ook de volgende zinsnede: „Toen door het ophouden van bet subsidie de leeszaal niet kon voortbestaan iszq ontruimd, schoon gemaakt enz." Dit nu is niet iii alle deelen juist. Zeker, het gebouw is ontruimd enz., maar niet het intrekken van het subsidie is daarvan oorzaak, dit zal de heer Blokhuis wel met me eens zq'n, maar hij heeft aan het andere misschien niet gedacht Gesteld de leeszaal had op andere manier de be- noodigde gelden bjj elkaar kunnen krijgen, dan kon zq gewoon voortbestaan. Neen, er was iets anders en dit is juist zeer ver meldenswaard. Er is in December nog een raadsvergade ring gehouden en in die vergadering was by de ingekomen stukken een schrqven van de christelqkejongedochtersvereeniging „Monica", om de „vrqkomende" leeszaal voor haar bijeenkomsten te mogen gebruiken. Niemand van den raad wees op het onjuiste in dit verzoek, ook wethouder Vroegindewej}, die tevens bestuurslid is van de vereeniging leeszaal, deed dit niet. Immers, de leeszaal was niet „vrygekomen", 't Gebouw was bq raadsbesluit toegestaan en in een gesprek dat onderget. een paar weken terug met genoemd bestuurslid had, beaamde deze ook dat onze vereeniging nog steeds de beschik king had over dit gebouw, al was het sub sidie ingehouden. Dus dit gebouw moest ook weer by raadsbesluit worden opgezegd, iets wat tot op heden nog niet is gebeurd. Wel gebeurde er wat anders. De raad stond met al- gemeene stemmen het verzoek van „Monica" toe. Wat de raad dan niet gedaan had, zouden Burgemeester en Wethouders wel even op knappen. Dato 20 December 1927 kwam het volgend schrijven by onzen Voorzitter: No. 567. Onderwerp: Leeszaal. Ten vervolge op ons schryven dato 10 Nov. j.l. no. 507 hebben wij de eer U be leefd te berichten, dat er dezerzqds op ge rekend wordt, de gemeente met ingang van 1 Jan. 1928 de volledige beschikking over het gebouw, voor openbare leeszaal ge bruikt, terugbekomt. Burgemeester en Wethouders van Middelharnis, L. J. DEN HOLLANDER. De Secretaris, NIJGH. Aan het Bestuur der Openbare leeszaal, p.a. den heer J. K. F. BLOKHUIS, Alhier. Om die reden, dus niet alleen om de door den heer Blokhuis genoemde, is 't gebouw door ons ontruimd. Of B. en W. het recht hebben zonder desbetreffend raadsbesluit aldus te handelen ben ik zoo vry te betwy- felen, maar daar ons bestuur moeilykheden wilde voorkomen, hebben we de zaal ver laten. Wy hebben het publiek ermee in kennis gesteld, dat voorloopig geen boeken kunnen worden uitgereikt, om reden we daarvoor geen geschikt gebouw hadden. Nu vertelt ons de heer Blokhuis, dat het de bedoeling van het gemeentebestuur is, dat de boekenuitleen zal biy'ven plaatsheb ben in de, laten we zeggen, voormalige leeszaal. Ik veronderstel dat de voorzitter achter de schermen heeft kunnen zien, ten- minste in bovengenoemde correspondentie is zulks niet te vinden Het gemeentebestuur heeft dan al een heel eigenaardige manier om ons dat aan 't verstand te brengen. Maar indien er al zulke woorden zy'n gezegd, en dat zal wel zoo zyn, daarvoor ken ik den heer Blokhuis te goed, dan zullen we maar hopen dat het alsnog in 't reine komt en er weer opnieuw een overeenkomst tusschen 't gemeentebestuur en het leeszaalbestuur wordt vastgesteld. Aan gesproken woorden hebben we niet veel, die worden wel eens vergeten, daar heb ik niet veel vertrouwen in, vooral niet nu ik heb ondervonden dat het geschrevene wel gesaboteerd wordt. „Het „vodje papier" van de Duitsche regeering van 1914?" Enfin, we hebben een schryven aan B. en W. gericht, mede in 't belang van 't lezend publiek, ons de zaal weer af te staan voor het uitleenen van boeken en indien B. en W. daarmee accoord gaan, dan te confereeren over de manier waarop dit zal geschieden. Dus indien we eerlang een gunstig bericht daarop krygen, dan zal dat zoo spoedig moge lijk onzen lezers worden kenbaar gemaakt. Zoolang verzoeken we allen, ook de ongedul- digen onder hen te berusten in den wil van hen die boven ons zijn gesteld. Dankende voor de genoten plaatsruimte. A. KERKHOF, Secretaris der Vereeniging „Openbare leeszaal" te Middelharnis. Een opzienbarende vinding. Weinig menschen zullen weten, boe gemak kelijk de menschelijke huid stoffen doorlaat, als ware zij een fijnmazige zeef. Vooral voor lijders aan slechten haargroei, kaalhoofdigen en hen die veel last hebben van roos, vet haar en haaruitval, zal het volgende van groot belang zijn Een te sterke afscheiding der vetklieren van de huid kan de huidporiën verstoppen en zoo de stofwisseling beiemmeren. Het is niet algemeen bekend, dat onze hoofdhuid een veel grooter aan tal vetklieren heeft dan de huid van het overige lichaam en deze vetklieren tusschen de 20 en 40 jaar buitengewoon veel vet afscheiden. Raakt nu de uitvoergang dezer vetklieren verstopt, dan wordt niet alleen de functie der hoofdhuid ge stoord, maar ook het haar, hetwelk door dezelfde opening naar builen groeit, wordt als het ware verstikt. De haarwortel, die het haar door onafgebro ken celvorming laat groeien, kan zijn taak niet vervullen, wordt verzwakt en tenslotte onmach tig, het voedsel voor de celvorming te verzame len. Hoofdroos is het begin van haaruitval; (bij personen op genoemde leeftijden zeer dikwijls waarneembaar) zij bestaat uit het door de talk- klieren te veel geproduceerde vet. Haarver- lies openbaart zich dan meestal daardoor, dat het enkele haar voortdurend dunner wordt. Dit is het gevolg van te geringen toe voer van voedingsstoffen naar de haarvormende papil. Na jarenlange proefnemingen onder leiding van Prof. Friedenthal is het Dr. Weidner gelukt een oplossing van menschenhaar te bereiden, die, daar zij alle bestanddeelen van het mensche- lijk haar bevat, als haarvoeding kon worden ge bruikt. Oude Doctoren hebben reeds vele jaren gele den een haaroplossing bij hun patiënten toege past. Dat er ondanks de veelal goede resultaten, geen noemenswaardige uitbreiding aan deze me thode werd gegeven, was te wijten aan de zeer hooge. kosten, die ermede gepaard gingen. Ver der moest de oplossing steeds onmiddellijk wor den gebruikt, ,omdat zij anders bedierf. Bjj elke behandeling moest dus opnieuw een oplossing worden gemaakt. Tenslotte, en dit was vooral van belang, kon de oplossing niet tot de haar wortels door de verharde hoofdhuid heendringen om aan de wortels haar voedingsstoffen af te geven. Deze moeilijkheid heeft Dr. Weidner opge lost. Zijn preparaat „Silvikrin" genaamd, dat in alle beschaafde landen door octrooien is be schermd, is een houdbare oplossing van men schenhaar. Het blijft onbepaalden tijd goed en is zóó samengesteld, dat het 't in de huidporiën verzamelde vet verwijdert en daardoor de hoofd huid weder normaal doet worden, zoodat bij ver dere behandeling de noodige voedingsstoffen aan de haarwortels kunnen worden afgegeven, welke deze [opnemen en tot nieuw haar kunnen ver werken. Het is te begrijpen, dat Dr. Weidner's vin ding en de daarmede bereikte resultaten in de medische wereld geweldig opzien hebben teweeg gebracht. De meeste Doctoren schrijven het hun patiënten voor, die, na vele kwakzalversmidde len geprobeerd te hebben, tot hen om hulp komen. Op Uw verzoek zenden wij U een interessante beschrijving van deze vinding, die U in goed be grijpelijke taal inlicht omtrent den aard van den haargroei en voegen er een monster bij. Het verplicht U tot niets, Is Uw haargroei onvol doende, wordt Uw haar dun, lijdt U aan roos of vettig haar, of heeft U het reeds goeddeels ver loren. stel dan niet uit, maar schrijf nog heden om het boekje en het monster. Gebruik daarvoor dezen bon. Laboratorium Silvikrin, Schiekade 104,R'dam. hp Als lezer van „Onze Eilanden" verzoek ik om W+ toezending van het boek: „De Haargroei zijn Be- Q houd en Herstel" en een monster. Ik sluit 40 ets. J? 'n postzegels bij ter gedeeltelijke vergoeding van QQ porto en kosten. 21 Naam Straat Plaats POST!!! Waarde vriend, Flakkeesche Dichter Met je versjes van de Post. Toen ik die had doorgelezen Viel ik bqna van de Korst. Eerst een menseh wat opgehemeld En hun eer wat opgelapt, Later weer wat afgetakeld Achter in den hoek getrapt. Gooi den boel toch niet in 't slijk Voor Menheerse en Sommelsdqk. Brom niet als een ouwe Beer Of als Koerduif op het weer. Doe uw best maar en uw plicht, Word je opgezet wei-licht. Knielend aan den voet van Speenhof Smeekend om een hulpgedicht. En u wil ons nog beklagen Wat verschaft nu ons de eer? Komen wij aan u wat vragen Helpt dat soms aan wind en weer? En die ernstige gezichten En die schommelende gang, Dat komt door de zware vrachten En het wachten, soms wat lang. Ik kwam met sneeuw-weer uit den polder Zwaar vermoeid en half op, Gooiden mq den werkeloozen Nog een sneeuwbal naar myn kop. Och mijn vriend wq weten 't wel Waar wij zooal zijn in tel. Zie dit bovenste geval Is dit eer, of is dit gal. Nu die ingezuurde kaartjes Daarvoor hebben wij geen geld, Die met Kerstmis zijn verzonden Waren Nieuwejaar besteld. Wilt u nog eens op ons loeren Zeg! Wij zijn geen melkboeren Want met de Postjes, pas maar op. Want je dicht -je soms een strop. U behoeft ons niets te leeren Met uw wenken zus of zoo; Wil men stipt op tijd zijn, menschen, Doe het dan: Per Radio. JAN GELDHOF, Middelharnis. Besteller P. en T. INGEZONDEN MEDEDEELING. Pijnloos Scheren Vlug Scheren Schoon Scheren zonder dat Uw huid stukgaat of naschrijnt, ook al is Uw baard nog zoo zwaar en hard, indien U slechts vóór het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met een weinig Doos 30,60, Tube 80 ct. PUROL SOLDATENTROUW. (Naar het Russisch) Wy naderen K... Ons leger marcheerde voorwaarts, zoo snel als de smalle bergpassen maar toelietén. Van dag tot dag nam de koude toe. Eerst deed ze zich enkel aan onze handen gevoe len, maar boe hooger wij stegen des teny- pender en feller werd ze. Het aantal zieken groeide aan, en de typhus dunde onze ge lederen. Ik was belast met het geleide van het ziekentransport, dat ten slotte zulk een omvang nam, dat het ons onmogeiyk werd, het leger op den voet te volgen. We zagen ons om althans een klein gedi naar de hospitalen der natl kunnen brengen. Maar w| wachten, want de wegen v begaan, zelfs voor de trek vervoermiddel, omdat al d^ land, voor het leger waren in Al twee dagen legerden; bergspitsen omgeven hoogv somber was de aanblik vai Geen spoor van plantengrot durend onder sneeuw bedol men ternauwernood hier en zwartachtig groen zag opdul feer was duf en nevelig lucht beklemde onze ademh Onze onverschilligheid onf >g gebeuren kon, had al bereikt, dat we als verston, nen zelfs den naderenden dl of spijt tegemoet zagen Met den dag steeg het a; ook mijn oppasser was gest de sergeant opdroeg my eei wqzen. Deze presenteerde zi daarna aan den ingang van was een piepjong ventje, bijl met een bleek en ziekelqk i gezicht was me niet onbeke meer gezien, zyn blauwe ooJ naïf uiterlqk spraken in zijn er lag iets in, dat me aan n herinnerde. - Hoe heet je? vroeg ikc pelqken toon. Katajan, antwoordde Sedert dien dag was bij m naar. Hq deed dubbel dienst, de voorposten. Telkens als il hy' zich bij mij moest laten hy den blik vol angst naa volgenden dag kwam hq opï met sidderen en beven terug, weer weggezonden zou wordt mqn wenschen en deed altqd die te vervullen. Op diewijzeS voor de weinige oogenblikken lijksch onderhoud. Tenslotte werd hij mij one weet niet meer, hoe dikwijls i gevoel van innig genot thee hem eon kopje te kunnen aai half bevroren en doornat van| tendienst terugkwam. Ik ze. dan een kop thee. Rum gebri De ongeluks-avond brak a; zelf de voorposten uitzette. OoJ dien nacht dienst. De koude w| baar. De bergwind, die zich 1 dag duchtig had doen gevoelev den nacht om tot een werke Hij gierde door alle spleten slingerde hier en daar groote s in de afgronden. Voorovergebogen, met het h» de schouders getrokken en de zakken, keerde ik naar de lege en had daarbq niet weinig mo evenwicht te bewaren. Nog alt beeld van den kleinen soldaat m hoe hq het geweer tegen de b hield en de handen in de mou manteljas getrokken had. Hij met den eenen dan met den s gestampt, en de oogleden soms want de onbarmhartige wind d tranen uit de oogen. Hij kan ten minste, zoo tro: Zware Pluchette per el 0.95-1.35-1.65 Dubb. Pluchette per el 1.90-2.10-2.70-3— Ribstof per el 0.48 Landhuisstoffen per el 0.63 Imt. eiken rëclamt-garni- tuur per stel 1.85 Aigepaste Pluchette gordijnen met geschabloneerde randen, zeldzaam artistiek 12.75, f 16.75,119.50, enz. per paar. Koopt Uw gordijn stoffen enz. bij SOMMELSDIJK King A 99-100, Tel. 243 Knip dezen bon direct uit. Uitstel Is meestal afstel. Beslist verkrijgbaar bij i P. Wlelhouwei; Middelharnis; N. J. Boer, SommelsdljK, Zaaljer-Teepe, Dirksland; C. de Mooij, Ouddorp; v. d. Maden, Oude Tonge, W. Bout. Brielle; A. v. d. Heuvel, Heile- voetsluls. HOOGSTRAAT 279, bij het Viaduct Stoffen Kleermakersfourni Gestreept Engelsch leer Billar Gevestigd 16

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1928 | | pagina 3