antels, NIGROIDS Let vooral op dit adres- nis zal een bben van Dec.van 1 uur iINST tarief MIMOSA-DROPPELS, DE SIMIAH .eest „Onze Eilanden.' ZATERDAG 17 December 1927 feuilleton. DWAALLICHTEN. Landbouw en Veeteelt. NIEUW TA R I E F tijdelijke of blijvende aigefseele invaliditeit. I tot 10 uur 'sav. J~y - - van 9 uur'smorg. a-»CC» tot 10 uur 'sav. pk-- van 9 uur 's morg. UeC. tot 10 uur 'sav. 1M v.v. tlVIS" ing 1927 Eiis bdag 7.00 vm.* i Feestd.) ).10?m 0.30 vm.§ DOnm. t i Fecstd.) ember jnm.tt 6 20 nm. bruarl Onm. f 17.21 vm. 9-21 vta. Jn 14.40 [dingen jn 15.40 dingen BREUKBANDEN I alle soorten meten zonderveer I GENEESMIDDELEN tegen Urinekwalen, Vrouwen ziekten, enz. SANTOLMIDIE i 2,25 per flacon. INJECTIE f 1,per flacon. Vraagt onze bekende ter regeling v^rd/bloedsomloop falen nooit, succes verzekerd. Al onze goederen worden onder volle garantie verkocht. Niet goed, geld terug. W-Let op het adres: Kipstraat 43, ROTTERDAM. Inlichtingen gratis ook per brief. Schoone volle lichaamsvormen-door onze Oostersche krachtpillen, een Gulen per flacon van 80 pillen. Leest Onze Eilanden De Centrale Proeftuin voor Goeree en Overflabkee te Middeiharnis (Langeweg) Is op eiken werkdag voor belangstel- ledden GRATIS TOEGANKELIJK. Desgewenscht geeft de tuinman alle Inlichtingen, die mochten worden ver langd. [grond van een ander 3,sub. 3 dagen (hechtenis. J. V. wegens rijden zonder licht op den Ijulianaweg te Middeiharnis 5,sub. 5 da lgen hechtenis. H. v. d. M. te Melissant wegens laten Ioo- |pen van een hond, aangehouden. J. H. wegens rijden zonder licht op den Langeweg te Middeiharnis 5,sub. 5 dagen [hechtenis. S. v. d. V. wegens rijden zonder licht op |den Molendijk te Nieuwe Tonge 5,sub. 5 pagen hechtenis. C. G. te Melissant wegens het zich aldaar lijdelijk vestigen zonder aangifte te doen ter pecretarie 1,sub. 1 dag. hechtenis. SLAAP ZACHT. Slaap zacht mijn kindje met lokken als goud, Slaap onbewust van dit leven zoo koud. Tlu ben je nog als een engeltje rein, haar zal dit de glans van je leven steeds zijn? ■Jaap zacht mijn schat, je kopj' in mijn arm, Terwijl in het droomland vredig en warm; [weef daar in zongoud bij bloemekensteer, peel er en dartel in uw droomesfeer. broom maar mijn engel.ontwaken is hard, |room maar mijn alles... ontwaken baart smart. |laap maar mijn schat, nog als 'n engeltje rein, mocht dit de glans van je leven steeds zijn! M. d. O. Prijs psr kwartaalf I,— Lasse nummers0,075 Advertentiën v. 1—6 regels 1,20 Elka rege! Hieer. 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstnan vragen f 1,— per plaatsing lot t en maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt Vederen Weensd&g- en Zaterdagmorgen. Hst warrit uitgegeven daar ris HM. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Te!. Int. Ho. 15 Voorstraat Miadelharnis. 10! JAARGANG - N°. 14 Week-revae. Binnenland. Voor het Hoog Militair Gerechtshof is be handeld de zaak tegen dr. G., majoor bij de geneeskundige dienst der landmacht. Zooals de lezers nog wel bekend zal zijn, wordt dr. G. beschuldigd den kapitein Queck door middel van scopolamine en cyaankali te hebben ver giftigd. Deze zaak, die indertijd zooveel sen satie verwekte, was nu ook oorzaak, dat er een zeer groote belangstelling bestond om de zittingen hiervan bij te wonen. Gelukkig zijn de velen, die uitsluitend waren gekomen, om sensationeele nieuwtjes te hooren teleur gesteld teruggekeerd. De geheele behandeling van deze tragische zaak heeft zich bepaald tot de noodige verklaringen van den verdachte en van de deskundigen. Vooral de verklaringen van de laatsten, die het natuurlijk weer niet met elkaar eens waren, hebben het, op sensatie beluste publiek teleurgesteld en waarschijnlijk zelfs danig verveeld. De geheele zaak is samengevat als volgt: Tusschen den majoor en de vrouw van -den kapitein was een zoodanige verhouding ont staan, dat de majoor er bij Queck op aandrong, om bij zijn vrouw te gaan scheiden. Deze was vooral met het oog op zijn kind, hiertoe niet te bewegen. Volgens de voorstelling van den verdediger van den verdachte, heeft ma joor G. daarop het ijlan gemaakt, de kapitein in een roestoestand te brengen en hem dan een stuk te laten teekenen, waardoor verder alle moeilijkheden, die een scheiding in den weg stonden, zouden zijn verdwenen. Deze toeleg is mislukt en de Kapitein is na twee inspuitingen met cyaankali overleden. De advocaat-viscaal legde in zijn requisitoir, den verdachte moord met voorbedachte rade ten laste en eisclite hiervoor levenslange gevange- nisstrqf. De verdediger heeft in een pleidooi van ruim vier uren getracht, dit requisitoir te ontzenuwen. De uitspraak zan de vaak is be paald op 27 dezer. In de moord en brandstichtingszaak tegen den kapper G. M. te Roermond, die eerst zijn vrouw door wurging van het leven heeft be roofd en daarna zijn huis in brand heeft ge stoken, om de sporen van zijn misdrijf uit te wisschen, heeft het O. M. ook levenslaang ge- eischt. Ook. hier was een vrouw medeoorzaak van een weerzinwekkend drama. In Scheveningen beschouwd men de over- tijd zijnden logger Sch. 276 als verloren. De bemanning van dezen logger bestond uit 14 Scheveningers, die met hun leven de tol der wreede- immer eischende zee, hebben betaald. Dat er groote verslagenheid heerscht in deze gezinnen van stoere visschers, laat zich be grijpen. Te IJmiuden is op het terrein van de hoog ovens bij de werkzaamheden voor een nieuwe opslagkraan, een 30 M. hooge stelling waarop zich 4 arbeiders bevonden, gekanteld, waardoor 3 hunner werden gedood. De vierde wist zich nog bijtijds vast te grijpen en redde hierdoor zijn leven. Vanuit enkele plaatsen worden nig nadere bijzonderheden gemeld over gascorrupties, doch waar we, o. i. nu al voldoende drama's de revue hebben laten passeeren, sluiten we hier bij ons overzicht. Buitenland. De kwestie tusschen Polen en Lithauwen is te Geneve tot een voorloopige oplossing ge bracht en daarmede is het oorlogsgevaar in het Oosten weer geweken. De verdere onder handelingen zullen op Letsch gebied plaats hebben. Onze minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Beelaerts van Blokland, heeft als rapporteur een zeer werkzaam- en moeilijk aandeel gehad in deze netelige kwestie en daarmede veler dankbaarheid verdiend De verdere resultaten, die te Geneve zijn bereikt, zijn maar poovertjes en het zal zeer de vraag zijn, als op den ingeslagen weg wordt voort gegaan, of er in de toekomst nog veel zal worden bereikt. De „big five" bedisselen alles in een onderonsje en de kleine mogendheden, hebben vrijwel te slikken, wat hun wordt voor gezet. Af en toe, tracht een der kleintjes eens van zich af te bijten, doch waar ze elkaar niet behoorlijk ondersteunen, is hun invloed om het vriespunt. Steeds meer krijgt men den indruk, dat de groote mogendheden alleen dan wenschen mede te werken, indien dit met hun belangen strookt, doch, indien dit niet het geval is, wordt de zaak aan een eeuwigdurende commissie (kapstok) opgehangen. (Adv. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 23) „Hij heeft ten minste carrière gemaakt, die oom van Walmoden," zeide hij half binnensmonds, „en schijnt 't maar goed in de wereld getroffen te hebben. Hij is zeker al lang grijs van haar en baard en verovert daarmee toch nog een jonge, mooie vrouw, 't Is waar, een ambassadeur is onder alle omstandigheden een goede partij en die Adelheid is als 't ware geboren om de vrouw van een excel lentie te zijn. Van daar dus die kóelc voornaam heid, die 't niet de moeite waard acht tot andere stervelingen af te dalen. Ze is zeker bij haar man ter schole geweest, die zijne uitverkorene voor zijn diplomatischen kring wel expresselijk opgevoed zal hebbenl Nu, dat is hem uitstekend gelijkt!" Hij volgde nog altijd de jonge vrouw met de oogen, die reeds van de hoogte was afgedaaldmaar nu trok hij de wenkbrauwen verdrietig samen. „Als ik Walmoden hier ergens ontmoet, en dat zal wel niet te vermijden zijn, dan herkent hij mij stellig. Als hij héar dan de waarheid vertelt, als zij hoort wat er gebeurd is en mij weer aanziet met dien minachtenden blik In een uitbarsting van woede stampte hij op den grond en barstte daarop In een bitteren lach uit. Het is allemaal heel mooi, om schitterende redevoeringen te houden en elkander over en weer veel te beloven, doch daar zijn we niet mee geholpen. We verlangen daden te zien, die ons bewijzen, dat het enthousiasme, waarmede de geboorte van den Volkerenbond ailory werd begroet, oprecht was gemeend. Na den oorlog was iedereen er van overtuigd, dat we moesten trachten den volgenden oorlog te voorkomen. In alle toonaarden is toen dit thema bezongen en dë" pers heeft er heele pagina's aangewijd. Laten we nu eens om ons heen zien, wat er van is overgebleven. Over de geheele wereld ziet men een ontzaglijken bewapeningswed strijd. We hebben krachtige pogingen gehad, om tot ontwapening te geraken, die door allen is gesteund met woorden. Qooldge heeft in het Witte Huis gesproken over „een matig bouwprogram voor de vloot" en nu komt uit Washington het bericht, dat Coolidge is gewonnen voor een bouwprogram, waarbij maar eventjes 2500 milloien gulden in vijf jaar tijd voor de vloot zullen worden uitgegeven. Dat dit vooral den Engelschen erg zwaar op de maag zal liggen, is te begrijpen. De Engelsche belastingbetaler zal nog eens extra uitgeknepen moeten worden, waar hier door de Engelschen worden gedwongen met hun vlootbouwplannen rekening te houden. En naar evenredigheid doen straks ook de andere staten dit em draaien we weer in het fatale kringetje rond. Dat dit voor hen, die in de ontwapening hebben geloofd, buitenge woon ontmoedigendd is, behoef geen nader betoog. Waarlijk als Kerstboodschap hadden we wel een betere kunnen gebruiken. Omtrent de rest van het buitenland kunnen we kort zijn. De Rijksdag te Berlijn zit midden „Ba, wat kan 't mij schelenWat weet dat blond, blauwoogig geslacht met zijn koud en traag bloed van de brandende begeerte naar vrijheid, van het woeden der hartstochten, van het leven in het al gemeen! Laten ze vrij den staf. over mij breken! Ik vrees die ontmoeting niet ik zal hen allen weten te trocseeren." En met fieren Trots het hoofd in den nek wer pend, wendde hij de slanke vrouwelijke gestalte, die nog op den rijweg zichtbaar was, den rug toe en ging wederom het bosch in. In de woning van den opperhoutvester had het voorgenomen familiefeest, waarvoor Walmoden en zijne vrouw waren overgekomen, de verloving van den majoraatsheer van Burgsdorf met Antonie van Schonau, volgens het ontworpen programma plaats gehad. Het jonge paar wist al lang, dat 't voor elkander bestemd was en had ook niets hiertegen inite bren gen. Willibald ging nog altijd als een brave zoon van-de onderstelling uit, dat de keus zijner aan staande levensgezellin 'door zijne moeder moest geschieden en had geduldig gewacht, dat zij den tijd gekomen achtte om hem te verloven; maar 't was hem toch zeer aangenaam, dat juist nichtje Toni zijne vrouw zou worden. Hij kende haar van zijne kindsheid af, had altijd goed met haar over weg gekund en, wat nog het voornaamste was, zij maakte bij die verloving volstrekt geen aan spraak op romantische gevoelens of betuigingen, waaraan hij met den besten wil van de wereld niet had kunnen voldoen. En wat Toni betrof, ze had werkelijk den smaak bezeten, dien mevrouw in het debat betreffende het bezuinigingsont- werp. Een dergelijk onderwerp is steeds een prachtige gelegenheid, om later als kampioen verdediger van de ainbtenaaren te pardeeren. En. daarom wordt er met frissche moed door de diverse afgevaardigden aan deelgenomen. In Frankrijk is de begrooting aangenomen, nadat hierover maar eventjes 2500 maal was gediscuseerd. Het begrootingsoverschot be draagt slechts 52 millioen francs, hetgeen wel erg aan de magere kant is. Eenige tegenvallers I zijn in staat het evenwicht der begrooting te verstoren. Ook hier hebben de legeruitgaven, die geweldige sommen verslinden, het hunne tot dit resultaat bijgedragen. In Grosswardein hebben Roemeensche stu denten een ware terreur uitgeoefend. Vooral de Joden hebben het moeten ontgelden. Het ergste is evenwel het feit, dat de Roemeensche autoriteiten geen enkele maatregel hebben ge nomen, om deze uitspattingen te voorkomen of te beperken, terwijl ze over de middelen daartoe beschikkte. Uit Kanton komen berichten, dat de stad door de communisten is bezet, die er lustig op los plunderen. Waarschijnlijk behooren der gelijke aangename bezigheden eerst te worden verricht, om de slachtoffers eeniger mate met hun practische principes bekend te maken. DE VEEVOEDERING. Zooals per advertentie was aangekondigd, zou de Heer Kooy Woensdagmiddag over boven genoemd onderwerp een Lezing houden in Hotel Spee te Sommelsdijk, op verzoek der Holl. Mij. van Landbouw. De Heer Timmers opende de vergadering en heette allen hartelijk welkom waarna hij het woord gaf aan den heer Kooij. Spreker begon met de conclusie, dat het onderwerp, waarover hij dezen middag zou spreken, de volle aandacht verdient, omdat de veehouderij in ons land een grooten tak van economisch leven vormt. Mogelijk, aldus spre ker, zal het voor velen hier een weinig overdre ven lijken, doch indien ik U eenige cijfers laat hooren, zult U tot andere gedachten komen. Dat de veehouderij een aardigen omvang heeft, is af te leiden uit 3 feiten. Ten eerste, dat er meer grasland dan bouwland is in ons land. Dit lijkt velen mogelijk onwaarschijnlijk, en toch is het zoo, rnet Zwitserland over- heerscht hier het grasland in Europa. De groo- tere verhouding tusschen bouwland en gras land in Australië en Canada heeft een anderen oorzaak dan hier. Daar is de Landbouw op e.en lager peil dan hier, en iaat men de gronden aan grasland liggen. Het tweede feit is, dat in Nederland wordt ingevoerd millioen ton krachtvoeder, 800.000 ton maïs, dat hier ver orberd wordt, en wat hier verbouwd wordt aan haver, rogge, gerst, enz. We mogen dan ook veilig aannemen, dat in Nederland ander half millioen ton veevoeder wordt opgegeten door koeien, varkens, enz. Ten derde zij medegedeeld, dat in Nederland 2 millioen melkkoeien zijn. Deze drie punten wijzen ons dus voldoende op er, dat de veehou derij ven groote beteekenis is. Echter mogen we ook veilig aannemen, dat per jaar 50 millioen gulden werkelijk te veel wordt opgevoederd, rekenen we daarbij, dat voor een waarde van 20 millioen aan gier wegloopt uit de stallen, dan is er op de vee houderij nogal wat te bezuinigen, waardoor U Rcgina van haar hoopte en verwachtte. Willy beviel haar best, en het vooruitzicht van meesteres op het fraaie Burgsdorf te worden, beviel haar nog beter kortom, er heerschte de beste harmonie. Het jonge paar bevond zich in de groote voor kamer, waar de piano stond, en Antonie onthaalde haar verloofde op haar spel, en wel op aandringen van haar vader, daar zijzelve de muziek een zeer vervelende en onnodoige zaak vond. De opper houtvester was er echter op gesteld, geweest, dat zijne dochter eens zou toonen, dat zij niet alleen knap in de huishouding was, maar ook op de kostschool iets had geleerd. Hij liep met zijne schoonzuster buiten op het kleine terras heen en weer, oorspronkelijk met het plan om te luisteren; maar in plaats daarvan kibbelden zij, hoewel zij met een vreedzaam gesprek over het geluk hun ner kinderen waren begonnen. De twist scheen zelfs van zeer heftigen aard te zijn. „Ik weet wezenlijk niet wat ik van je denken moet, Maurits!" zeide mevrouw van Eschenhagen met een hoogroode kleur. „Ge schijnt volstrekt geen gevoel voor het ongepaste van dien omgang te hebben! Ik vraag je, wie die vriendin uit Toni's jeugd eigenlijk is, die te Waldhofen verwacht wordt, en nu antwoordt ge mij met het kalmste gezicht van de wereld, dat ze zangeres is, sedert kort bij het hoftheater aangesteld! Dus een kome diante. Een theaterprinses! Een van die licht zinnige schepsels „Maar, Regina, maak je toch niet zoo warm!" viel de opperhoutvester haar knorrig in de rede. „Ge praat alsof het arme kind reddeloos verloren is omdat ze de planken heeft betreden?" „Dat is ze ook!" beweerde Regina. „Wie eens In dat Sodom en Gomorra verzeild is geraakt, is INGEZONDEN MEDEDEELING. Ti ON ALE LEVENSVERZEKERING-BANK, VAN 1863, TE ROTTERDAM Verzekert niet slechts Uw Lev e n Dekt tevens het risico van schade zal ondervinden. De cijfers geven aan, dat het de laatste jaren in de veehouderij niet zoo rooskleurig gaat, daarom moet het de eerste taak zijn, om de 4e groote uitgave te beperken. Ziet Uw aandeel te krijgeen van die 70 millioen Gulden, die werkelijk te veel wor den betaald. Er zijn veehouders, die per H.A. 390,- per jaar aan voer uitgeven, waarvan we zien uit de statistieken, dat liet gemiddelde 150,- is, dan geeft dat eerste cijfer toch nog al te denken. Hoe is het voor U allen nu mogelijk Uw deel terug te krijgen, althans in Uw zak te houden, van die 50 millioen gulden, die te veel wordt uitgegeven? In 1869 is men al begonnen met uit te zien naar middelen, om voordeeliger te voederen. Toen meende men, dat men "het middel had gevonden. Men ging de dieren vergelijken met een stoommachine en onderzocht de voeders op verbrandingswaarde, althans men begon het gehalten te bepalen. Wist U, dat een mensch tusschen zijn 5e en 25ste jaar 10.000 K.G. spijzen opat, terwijl U slechts 50 K.G. zwaar der zijt geworden, van het verschil, dat z.g.n. verbrandt in het lichaam, krijgt U slechts de warmte. Wist U ,dat menschen en dieren ei genlijk niets maken als mest. Wanneer er geen derde wezen was, dat mest kon gebruiken, dan zou de wereld spoedig niets als mest en kerkhof zijn. De planten gebruiken mest, de menschen en dieren planten en zoo gaat het steeds door. Toen men de verbrandingswaarde bepaalde, dacht men maar zoo door, alles dus gaan en zijn we te dien opzichte aan den spits. De praktijk liet echter bijlken, dat mensch en dier geen machines zijn. Toen ging men de voedingsstoffen ontleden op vetten, zouten vitaminen, waarna men zich bezig ging houden met de voedingswaarde, daarna de verterings- waarde. De wijze, waarop men die proeven nam, verschilt eigenlijk weinig van de tegen woordige leer, Mensch en dier is echter "ook meer als een machine. Stel dat een dier een machine is, dan zou men maar een kraan heb ben te openen, om melk af te tappen. Elke proef, die genomen wordt ter vaststelling van de verbrandingswaarde wordt langs scheikun digen weg genomen, daarmede is men echter niet klaar. Al is uw voeder goed op haar ge halte, dan is het échter noch niet goed voor elk rund. Leest van uw vee af, wat goed voor haar is. Wanneer het voeder, dat men de koe voor zet, goed voor haar is, dan zal zij het ongetwij- fels gretig eten. Doet de koe het niet, dan is het vermoedelijk aan het voeder te wijten. Ook weten wij, dat men van de eene koe met het zelfde kwantum voer meer melk krijgt dan van het andere. Ook 't zenuwgestel werkt daar aan veel mede. De persoon, die melkt, is van veel beteekenis op de melkproducten. Ieder onzer weet, dat een slechte melker een koe kan droogmelken. Hoeveel melk gaat er nu in een uier? Een koe, die b.v. 30 - 32 L. melk per dag geeft, hoeveel bergt dan de uier zeker? Wij weten allen toch wel, dat de uier geen zak is, waaruit men de melk zoo maar uit kan halen. Als een uier geheel leeg is, heeft men bij de beste koe nog maar vier liter, de andere 11 L.. (men rekene dat de koe 30 liter per dag geeft), moet dus tijdens het melken ergens an ders vandaan koinen. Eti toch is zij nergens anders, want een koe heeft geen andere zak of blaas, waarin die andere 11 L. melk wordt gevormd of bewaard. Deze overige melk wordt tijdens het melken gevormd. Daarom speelt de melker bij de melkproductie zulk een groote rol. Als we nu over de voederrantsoenen gaan spreken, dan is daarbij gerekend op goed voer een goede koe en een goede melker. Bij een koe zijn de zenuwen, smaak en reuk organen van veel belang. Daarom moet U bij (Avd.) niet meer te redden, maar gaat zijn ondergang te gemoet." „Zeer vleiend voor ons hoftheater," merkte Schönau droogjes aan. „En wij gaan er toch ook allemaal heen." „Als toeschouwers! Dat's iets anders, hoewel ik er eigenlijk altijd tegen ben geweest. Willy heeft maar heel zelden naar de komedie mogen gaan en alleen als ik er bij was maar terwijl ik mijn moederlijken plicht nauwgezet vervul en mijn zoon voor elke aanraking met dergelijke kringen be hoed, stelt gij zijne aanstaande vrouw aan dien vcrderfelijken invloed bloot! 't Is wel schande!" Zij sprak luidkeels, deels uit verontwaardiging, maar ook deels om zich verstaanbaar te maken, daar het concert in de kamer, welker glazen deuren wijd openstonden, van vrij rumoerigen aard was. De jonge dame had een harden aanslag; hare voor dracht deed eenigszins aan bijslagen en houthak ken denken. Hare toehoorders hadden alle drie sterke zenuwen, maar een zacht gesprek kon daar bij toch onmogelijk gevoerd worden. „Maar laat ik je die zaak dan nog eens uitleggen, trachtte de opperhoutvester de opgewonden spreek ster te kalineeren. „Ik heb je immers al gezegd, dat 't hier een uitzondering betreft. Marietta Volkmar is de kleindochter van onzen ouden bra ven dokter te Waldhofen. Hij had het ongeluk zijn zoon in den bloei zijner jaren te verliezen, de jonge weduwe volgde haar man nog binnen het jaar, en het ecnig overgebleven kind kwam bij haar grootvader in huis. Dit was juist, toen ik voor tien jaar naar Furstenstein werd overgeplaatst. Dokter Volkmar werd mijn huisdokter, zijne klein dochter de speelkameraad van mijne kinderen, en daar de school te Waldhofen veel te wenschen over liet, bood ik hem aan het kleine meisje in het onder wijs van mijne kinderen te laten deelen. Die vriend schap dagteekent dus al van dien tijd. Later, toen Toni twee jaar naar de kostschool en Marietta naar de muziekschool ging, hield die dagelijksche omgang natuurlijk op; maar Marietta bezoekt ons trouw, als ze in de vacanties bij haar grootvader komt, en ik zie niet in, waarom ik dit zou verbie den, zoolang hetmeisje braaf en fatsoenlijk blijft." Mevrouw van Eschenhagen had dit olies aange hoord, zonder haar streng, rechterlijk voorkomen te laten varen, en nu zeide zij met een hoonenden lach: „Braaf en fatsoenlijk bij het tooncel? Men weet wel hoe 't daar toegaat! Maar gij schijnt dit even luchtig op te nemen als die dokter Volkmar, die er met zijn witte haren zoo eerwaardig uitziet en toch toelaat, dat zijn kleindochter, dat een jonge hem toevertrouwde ziel den weg van het verderf opgaat." Mijnheer van Schönau maakte een ongeduldig gebaar. „Regina, ge zijl anders zoo verstandig, maar in dit opzicht hebt gij nooit naar rede willen luiste ren. Het tooneel met al zijn ap- en dependenties is altijd door je in den ban gedaan. Dat besluit is den dokter niet licht gevallen, zooals ik maar al te goed weet; doch als men, zooals wij, in een warm nestje zit en zijn kinderen ruimschoots kan ver zorgen, moet men niet zoo hard oordeelen over andere ouders, die met zware zorgen te worstelen hebben. Ondanks zijn zeventig jaar gunt Volkmar j zich 'dag noch nacht rust, maar de praktijk brengt hem weinig op, want onze streek is arm, en bij zijn dood blijft Marietta geheel onbemiddeld achter." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1