antels,
NIGROIDS
Let vooral op dit adres-
nis zal een
bben van
Dec.van 1 uur
iINST
tarief
MIMOSA-DROPPELS,
DE SIMIAH
.eest „Onze Eilanden.'
ZATERDAG
17 December 1927
feuilleton.
DWAALLICHTEN.
Landbouw en Veeteelt.
NIEUW TA R I E F
tijdelijke of blijvende aigefseele invaliditeit.
I
tot 10 uur 'sav.
J~y - - van 9 uur'smorg.
a-»CC» tot 10 uur 'sav.
pk-- van 9 uur 's morg.
UeC. tot 10 uur 'sav.
1M v.v.
tlVIS"
ing
1927
Eiis
bdag
7.00 vm.*
i Feestd.)
).10?m
0.30 vm.§
DOnm. t
i Fecstd.)
ember
jnm.tt
6 20 nm.
bruarl
Onm. f
17.21 vm.
9-21 vta.
Jn 14.40
[dingen
jn 15.40
dingen
BREUKBANDEN I
alle soorten meten zonderveer I
GENEESMIDDELEN
tegen Urinekwalen, Vrouwen
ziekten, enz.
SANTOLMIDIE i 2,25 per flacon.
INJECTIE f 1,per flacon.
Vraagt onze bekende
ter regeling v^rd/bloedsomloop
falen nooit, succes verzekerd.
Al onze goederen worden onder volle
garantie verkocht. Niet goed, geld
terug.
W-Let op het adres:
Kipstraat 43, ROTTERDAM.
Inlichtingen gratis ook per brief.
Schoone volle lichaamsvormen-door
onze Oostersche krachtpillen, een
Gulen per flacon van 80 pillen.
Leest Onze Eilanden
De Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overflabkee
te Middeiharnis (Langeweg)
Is op eiken werkdag voor belangstel-
ledden GRATIS TOEGANKELIJK.
Desgewenscht geeft de tuinman alle
Inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
[grond van een ander 3,sub. 3 dagen
(hechtenis.
J. V. wegens rijden zonder licht op den
Ijulianaweg te Middeiharnis 5,sub. 5 da
lgen hechtenis.
H. v. d. M. te Melissant wegens laten Ioo-
|pen van een hond, aangehouden.
J. H. wegens rijden zonder licht op den
Langeweg te Middeiharnis 5,sub. 5 dagen
[hechtenis.
S. v. d. V. wegens rijden zonder licht op
|den Molendijk te Nieuwe Tonge 5,sub. 5
pagen hechtenis.
C. G. te Melissant wegens het zich aldaar
lijdelijk vestigen zonder aangifte te doen ter
pecretarie 1,sub. 1 dag. hechtenis.
SLAAP ZACHT.
Slaap zacht mijn kindje met lokken als goud,
Slaap onbewust van dit leven zoo koud.
Tlu ben je nog als een engeltje rein,
haar zal dit de glans van je leven steeds zijn?
■Jaap zacht mijn schat, je kopj' in mijn arm,
Terwijl in het droomland vredig en warm;
[weef daar in zongoud bij bloemekensteer,
peel er en dartel in uw droomesfeer.
broom maar mijn engel.ontwaken is hard,
|room maar mijn alles... ontwaken baart
smart.
|laap maar mijn schat, nog als 'n engeltje rein,
mocht dit de glans van je leven steeds zijn!
M. d. O.
Prijs psr kwartaalf I,—
Lasse nummers0,075
Advertentiën v. 1—6 regels 1,20
Elka rege! Hieer. 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstnan vragen
f 1,— per plaatsing lot t en maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt Vederen
Weensd&g- en Zaterdagmorgen.
Hst warrit uitgegeven daar ris
HM. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Te!. Int. Ho. 15
Voorstraat Miadelharnis.
10! JAARGANG - N°. 14
Week-revae.
Binnenland.
Voor het Hoog Militair Gerechtshof is be
handeld de zaak tegen dr. G., majoor bij de
geneeskundige dienst der landmacht. Zooals
de lezers nog wel bekend zal zijn, wordt dr. G.
beschuldigd den kapitein Queck door middel
van scopolamine en cyaankali te hebben ver
giftigd. Deze zaak, die indertijd zooveel sen
satie verwekte, was nu ook oorzaak, dat er
een zeer groote belangstelling bestond om
de zittingen hiervan bij te wonen. Gelukkig
zijn de velen, die uitsluitend waren gekomen,
om sensationeele nieuwtjes te hooren teleur
gesteld teruggekeerd. De geheele behandeling
van deze tragische zaak heeft zich bepaald
tot de noodige verklaringen van den verdachte
en van de deskundigen. Vooral de verklaringen
van de laatsten, die het natuurlijk weer niet
met elkaar eens waren, hebben het, op sensatie
beluste publiek teleurgesteld en waarschijnlijk
zelfs danig verveeld.
De geheele zaak is samengevat als volgt:
Tusschen den majoor en de vrouw van -den
kapitein was een zoodanige verhouding ont
staan, dat de majoor er bij Queck op aandrong,
om bij zijn vrouw te gaan scheiden. Deze
was vooral met het oog op zijn kind, hiertoe
niet te bewegen. Volgens de voorstelling van
den verdediger van den verdachte, heeft ma
joor G. daarop het ijlan gemaakt, de kapitein
in een roestoestand te brengen en hem dan
een stuk te laten teekenen, waardoor verder
alle moeilijkheden, die een scheiding in den
weg stonden, zouden zijn verdwenen. Deze
toeleg is mislukt en de Kapitein is na twee
inspuitingen met cyaankali overleden. De
advocaat-viscaal legde in zijn requisitoir, den
verdachte moord met voorbedachte rade ten
laste en eisclite hiervoor levenslange gevange-
nisstrqf. De verdediger heeft in een pleidooi
van ruim vier uren getracht, dit requisitoir te
ontzenuwen. De uitspraak zan de vaak is be
paald op 27 dezer.
In de moord en brandstichtingszaak tegen
den kapper G. M. te Roermond, die eerst zijn
vrouw door wurging van het leven heeft be
roofd en daarna zijn huis in brand heeft ge
stoken, om de sporen van zijn misdrijf uit te
wisschen, heeft het O. M. ook levenslaang ge-
eischt. Ook. hier was een vrouw medeoorzaak
van een weerzinwekkend drama.
In Scheveningen beschouwd men de over-
tijd zijnden logger Sch. 276 als verloren. De
bemanning van dezen logger bestond uit 14
Scheveningers, die met hun leven de tol der
wreede- immer eischende zee, hebben betaald.
Dat er groote verslagenheid heerscht in deze
gezinnen van stoere visschers, laat zich be
grijpen.
Te IJmiuden is op het terrein van de hoog
ovens bij de werkzaamheden voor een nieuwe
opslagkraan, een 30 M. hooge stelling waarop
zich 4 arbeiders bevonden, gekanteld, waardoor
3 hunner werden gedood. De vierde wist zich
nog bijtijds vast te grijpen en redde hierdoor
zijn leven.
Vanuit enkele plaatsen worden nig nadere
bijzonderheden gemeld over gascorrupties,
doch waar we, o. i. nu al voldoende drama's
de revue hebben laten passeeren, sluiten we
hier bij ons overzicht.
Buitenland.
De kwestie tusschen Polen en Lithauwen is
te Geneve tot een voorloopige oplossing ge
bracht en daarmede is het oorlogsgevaar in
het Oosten weer geweken. De verdere onder
handelingen zullen op Letsch gebied plaats
hebben. Onze minister van Buitenlandsche
Zaken, Jhr. Beelaerts van Blokland, heeft als
rapporteur een zeer werkzaam- en moeilijk
aandeel gehad in deze netelige kwestie en
daarmede veler dankbaarheid verdiend De
verdere resultaten, die te Geneve zijn bereikt,
zijn maar poovertjes en het zal zeer de vraag
zijn, als op den ingeslagen weg wordt voort
gegaan, of er in de toekomst nog veel zal
worden bereikt. De „big five" bedisselen alles
in een onderonsje en de kleine mogendheden,
hebben vrijwel te slikken, wat hun wordt voor
gezet. Af en toe, tracht een der kleintjes eens
van zich af te bijten, doch waar ze elkaar niet
behoorlijk ondersteunen, is hun invloed om
het vriespunt. Steeds meer krijgt men den
indruk, dat de groote mogendheden alleen dan
wenschen mede te werken, indien dit met hun
belangen strookt, doch, indien dit niet het
geval is, wordt de zaak aan een eeuwigdurende
commissie (kapstok) opgehangen.
(Adv.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
23)
„Hij heeft ten minste carrière gemaakt, die oom
van Walmoden," zeide hij half binnensmonds,
„en schijnt 't maar goed in de wereld getroffen te
hebben. Hij is zeker al lang grijs van haar en baard
en verovert daarmee toch nog een jonge, mooie
vrouw, 't Is waar, een ambassadeur is onder alle
omstandigheden een goede partij en die Adelheid
is als 't ware geboren om de vrouw van een excel
lentie te zijn. Van daar dus die kóelc voornaam
heid, die 't niet de moeite waard acht tot andere
stervelingen af te dalen. Ze is zeker bij haar man
ter schole geweest, die zijne uitverkorene voor zijn
diplomatischen kring wel expresselijk opgevoed
zal hebbenl Nu, dat is hem uitstekend gelijkt!"
Hij volgde nog altijd de jonge vrouw met de
oogen, die reeds van de hoogte was afgedaaldmaar
nu trok hij de wenkbrauwen verdrietig samen.
„Als ik Walmoden hier ergens ontmoet, en dat
zal wel niet te vermijden zijn, dan herkent hij mij
stellig. Als hij héar dan de waarheid vertelt, als
zij hoort wat er gebeurd is en mij weer aanziet met
dien minachtenden blik In een uitbarsting van
woede stampte hij op den grond en barstte daarop
In een bitteren lach uit.
Het is allemaal heel mooi, om schitterende
redevoeringen te houden en elkander over en
weer veel te beloven, doch daar zijn we niet
mee geholpen. We verlangen daden te zien, die
ons bewijzen, dat het enthousiasme, waarmede
de geboorte van den Volkerenbond ailory werd
begroet, oprecht was gemeend. Na den oorlog
was iedereen er van overtuigd, dat we moesten
trachten den volgenden oorlog te voorkomen.
In alle toonaarden is toen dit thema bezongen en
dë" pers heeft er heele pagina's aangewijd.
Laten we nu eens om ons heen zien, wat er
van is overgebleven. Over de geheele wereld
ziet men een ontzaglijken bewapeningswed
strijd. We hebben krachtige pogingen gehad,
om tot ontwapening te geraken, die door allen
is gesteund met woorden.
Qooldge heeft in het Witte Huis gesproken
over „een matig bouwprogram voor de vloot"
en nu komt uit Washington het bericht, dat
Coolidge is gewonnen voor een bouwprogram,
waarbij maar eventjes 2500 milloien gulden
in vijf jaar tijd voor de vloot zullen worden
uitgegeven. Dat dit vooral den Engelschen
erg zwaar op de maag zal liggen, is te begrijpen.
De Engelsche belastingbetaler zal nog eens
extra uitgeknepen moeten worden, waar hier
door de Engelschen worden gedwongen met
hun vlootbouwplannen rekening te houden.
En naar evenredigheid doen straks ook de
andere staten dit em draaien we weer in het
fatale kringetje rond. Dat dit voor hen, die
in de ontwapening hebben geloofd, buitenge
woon ontmoedigendd is, behoef geen nader
betoog. Waarlijk als Kerstboodschap hadden
we wel een betere kunnen gebruiken.
Omtrent de rest van het buitenland kunnen
we kort zijn. De Rijksdag te Berlijn zit midden
„Ba, wat kan 't mij schelenWat weet dat blond,
blauwoogig geslacht met zijn koud en traag bloed
van de brandende begeerte naar vrijheid, van het
woeden der hartstochten, van het leven in het al
gemeen! Laten ze vrij den staf. over mij breken!
Ik vrees die ontmoeting niet ik zal hen allen
weten te trocseeren."
En met fieren Trots het hoofd in den nek wer
pend, wendde hij de slanke vrouwelijke gestalte, die
nog op den rijweg zichtbaar was, den rug toe en
ging wederom het bosch in.
In de woning van den opperhoutvester had het
voorgenomen familiefeest, waarvoor Walmoden
en zijne vrouw waren overgekomen, de verloving
van den majoraatsheer van Burgsdorf met Antonie
van Schonau, volgens het ontworpen programma
plaats gehad.
Het jonge paar wist al lang, dat 't voor elkander
bestemd was en had ook niets hiertegen inite bren
gen. Willibald ging nog altijd als een brave zoon
van-de onderstelling uit, dat de keus zijner aan
staande levensgezellin 'door zijne moeder moest
geschieden en had geduldig gewacht, dat zij den
tijd gekomen achtte om hem te verloven; maar
't was hem toch zeer aangenaam, dat juist nichtje
Toni zijne vrouw zou worden. Hij kende haar van
zijne kindsheid af, had altijd goed met haar over
weg gekund en, wat nog het voornaamste was,
zij maakte bij die verloving volstrekt geen aan
spraak op romantische gevoelens of betuigingen,
waaraan hij met den besten wil van de wereld niet
had kunnen voldoen. En wat Toni betrof, ze had
werkelijk den smaak bezeten, dien mevrouw
in het debat betreffende het bezuinigingsont-
werp. Een dergelijk onderwerp is steeds een
prachtige gelegenheid, om later als kampioen
verdediger van de ainbtenaaren te pardeeren.
En. daarom wordt er met frissche moed door
de diverse afgevaardigden aan deelgenomen.
In Frankrijk is de begrooting aangenomen,
nadat hierover maar eventjes 2500 maal was
gediscuseerd. Het begrootingsoverschot be
draagt slechts 52 millioen francs, hetgeen wel
erg aan de magere kant is. Eenige tegenvallers
I zijn in staat het evenwicht der begrooting te
verstoren. Ook hier hebben de legeruitgaven,
die geweldige sommen verslinden, het hunne
tot dit resultaat bijgedragen.
In Grosswardein hebben Roemeensche stu
denten een ware terreur uitgeoefend. Vooral
de Joden hebben het moeten ontgelden. Het
ergste is evenwel het feit, dat de Roemeensche
autoriteiten geen enkele maatregel hebben ge
nomen, om deze uitspattingen te voorkomen
of te beperken, terwijl ze over de middelen
daartoe beschikkte.
Uit Kanton komen berichten, dat de stad
door de communisten is bezet, die er lustig
op los plunderen. Waarschijnlijk behooren der
gelijke aangename bezigheden eerst te worden
verricht, om de slachtoffers eeniger mate met
hun practische principes bekend te maken.
DE VEEVOEDERING.
Zooals per advertentie was aangekondigd, zou
de Heer Kooy Woensdagmiddag over boven
genoemd onderwerp een Lezing houden in
Hotel Spee te Sommelsdijk, op verzoek der
Holl. Mij. van Landbouw.
De Heer Timmers opende de vergadering
en heette allen hartelijk welkom waarna hij
het woord gaf aan den heer Kooij.
Spreker begon met de conclusie, dat het
onderwerp, waarover hij dezen middag zou
spreken, de volle aandacht verdient, omdat de
veehouderij in ons land een grooten tak van
economisch leven vormt. Mogelijk, aldus spre
ker, zal het voor velen hier een weinig overdre
ven lijken, doch indien ik U eenige cijfers laat
hooren, zult U tot andere gedachten komen.
Dat de veehouderij een aardigen omvang
heeft, is af te leiden uit 3 feiten. Ten eerste,
dat er meer grasland dan bouwland is in ons
land. Dit lijkt velen mogelijk onwaarschijnlijk,
en toch is het zoo, rnet Zwitserland over-
heerscht hier het grasland in Europa. De groo-
tere verhouding tusschen bouwland en gras
land in Australië en Canada heeft een anderen
oorzaak dan hier. Daar is de Landbouw op
e.en lager peil dan hier, en iaat men de gronden
aan grasland liggen. Het tweede feit is, dat
in Nederland wordt ingevoerd millioen ton
krachtvoeder, 800.000 ton maïs, dat hier ver
orberd wordt, en wat hier verbouwd wordt
aan haver, rogge, gerst, enz. We mogen dan
ook veilig aannemen, dat in Nederland ander
half millioen ton veevoeder wordt opgegeten
door koeien, varkens, enz.
Ten derde zij medegedeeld, dat in Nederland
2 millioen melkkoeien zijn. Deze drie punten
wijzen ons dus voldoende op er, dat de veehou
derij ven groote beteekenis is.
Echter mogen we ook veilig aannemen, dat
per jaar 50 millioen gulden werkelijk te veel
wordt opgevoederd, rekenen we daarbij, dat
voor een waarde van 20 millioen aan gier
wegloopt uit de stallen, dan is er op de vee
houderij nogal wat te bezuinigen, waardoor U
Rcgina van haar hoopte en verwachtte. Willy
beviel haar best, en het vooruitzicht van meesteres
op het fraaie Burgsdorf te worden, beviel haar nog
beter kortom, er heerschte de beste harmonie.
Het jonge paar bevond zich in de groote voor
kamer, waar de piano stond, en Antonie onthaalde
haar verloofde op haar spel, en wel op aandringen
van haar vader, daar zijzelve de muziek een zeer
vervelende en onnodoige zaak vond. De opper
houtvester was er echter op gesteld, geweest,
dat zijne dochter eens zou toonen, dat zij niet
alleen knap in de huishouding was, maar ook op
de kostschool iets had geleerd. Hij liep met zijne
schoonzuster buiten op het kleine terras heen en
weer, oorspronkelijk met het plan om te luisteren;
maar in plaats daarvan kibbelden zij, hoewel zij
met een vreedzaam gesprek over het geluk hun
ner kinderen waren begonnen. De twist scheen
zelfs van zeer heftigen aard te zijn.
„Ik weet wezenlijk niet wat ik van je denken
moet, Maurits!" zeide mevrouw van Eschenhagen
met een hoogroode kleur. „Ge schijnt volstrekt geen
gevoel voor het ongepaste van dien omgang te
hebben! Ik vraag je, wie die vriendin uit Toni's
jeugd eigenlijk is, die te Waldhofen verwacht
wordt, en nu antwoordt ge mij met het kalmste
gezicht van de wereld, dat ze zangeres is, sedert
kort bij het hoftheater aangesteld! Dus een kome
diante. Een theaterprinses! Een van die licht
zinnige schepsels
„Maar, Regina, maak je toch niet zoo warm!"
viel de opperhoutvester haar knorrig in de rede.
„Ge praat alsof het arme kind reddeloos verloren
is omdat ze de planken heeft betreden?"
„Dat is ze ook!" beweerde Regina. „Wie eens
In dat Sodom en Gomorra verzeild is geraakt, is
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Ti ON ALE
LEVENSVERZEKERING-BANK, VAN 1863, TE ROTTERDAM
Verzekert niet slechts Uw
Lev e n
Dekt tevens het risico van
schade zal ondervinden. De cijfers geven aan,
dat het de laatste jaren in de veehouderij niet
zoo rooskleurig gaat, daarom moet het de
eerste taak zijn, om de 4e groote uitgave te
beperken. Ziet Uw aandeel te krijgeen van die
70 millioen Gulden, die werkelijk te veel wor
den betaald. Er zijn veehouders, die per H.A.
390,- per jaar aan voer uitgeven, waarvan
we zien uit de statistieken, dat liet gemiddelde
150,- is, dan geeft dat eerste cijfer toch nog
al te denken. Hoe is het voor U allen nu mogelijk
Uw deel terug te krijgen, althans in Uw zak
te houden, van die 50 millioen gulden, die te
veel wordt uitgegeven?
In 1869 is men al begonnen met uit te zien
naar middelen, om voordeeliger te voederen.
Toen meende men, dat men "het middel had
gevonden. Men ging de dieren vergelijken met
een stoommachine en onderzocht de voeders
op verbrandingswaarde, althans men begon het
gehalten te bepalen. Wist U, dat een mensch
tusschen zijn 5e en 25ste jaar 10.000 K.G.
spijzen opat, terwijl U slechts 50 K.G. zwaar
der zijt geworden, van het verschil, dat z.g.n.
verbrandt in het lichaam, krijgt U slechts de
warmte. Wist U ,dat menschen en dieren ei
genlijk niets maken als mest. Wanneer er geen
derde wezen was, dat mest kon gebruiken,
dan zou de wereld spoedig niets als mest en
kerkhof zijn. De planten gebruiken mest, de
menschen en dieren planten en zoo gaat het
steeds door. Toen men de verbrandingswaarde
bepaalde, dacht men maar zoo door, alles dus
gaan en zijn we te dien opzichte aan den spits.
De praktijk liet echter bijlken, dat mensch
en dier geen machines zijn. Toen ging men
de voedingsstoffen ontleden op vetten, zouten
vitaminen, waarna men zich bezig ging houden
met de voedingswaarde, daarna de verterings-
waarde. De wijze, waarop men die proeven
nam, verschilt eigenlijk weinig van de tegen
woordige leer, Mensch en dier is echter "ook
meer als een machine. Stel dat een dier een
machine is, dan zou men maar een kraan heb
ben te openen, om melk af te tappen. Elke
proef, die genomen wordt ter vaststelling van
de verbrandingswaarde wordt langs scheikun
digen weg genomen, daarmede is men echter
niet klaar. Al is uw voeder goed op haar ge
halte, dan is het échter noch niet goed voor
elk rund. Leest van uw vee af, wat goed voor
haar is.
Wanneer het voeder, dat men de koe voor
zet, goed voor haar is, dan zal zij het ongetwij-
fels gretig eten. Doet de koe het niet, dan is
het vermoedelijk aan het voeder te wijten.
Ook weten wij, dat men van de eene koe met
het zelfde kwantum voer meer melk krijgt dan
van het andere. Ook 't zenuwgestel werkt daar
aan veel mede. De persoon, die melkt, is van
veel beteekenis op de melkproducten. Ieder
onzer weet, dat een slechte melker een koe kan
droogmelken. Hoeveel melk gaat er nu in een
uier? Een koe, die b.v. 30 - 32 L. melk per
dag geeft, hoeveel bergt dan de uier zeker?
Wij weten allen toch wel, dat de uier geen
zak is, waaruit men de melk zoo maar uit kan
halen. Als een uier geheel leeg is, heeft men bij
de beste koe nog maar vier liter, de andere
11 L.. (men rekene dat de koe 30 liter per dag
geeft), moet dus tijdens het melken ergens an
ders vandaan koinen. Eti toch is zij nergens
anders, want een koe heeft geen andere zak
of blaas, waarin die andere 11 L. melk wordt
gevormd of bewaard. Deze overige melk wordt
tijdens het melken gevormd. Daarom speelt de
melker bij de melkproductie zulk een groote
rol.
Als we nu over de voederrantsoenen gaan
spreken, dan is daarbij gerekend op goed voer
een goede koe en een goede melker.
Bij een koe zijn de zenuwen, smaak en reuk
organen van veel belang. Daarom moet U bij
(Avd.)
niet meer te redden, maar gaat zijn ondergang te
gemoet."
„Zeer vleiend voor ons hoftheater," merkte
Schönau droogjes aan. „En wij gaan er toch ook
allemaal heen."
„Als toeschouwers! Dat's iets anders, hoewel ik
er eigenlijk altijd tegen ben geweest. Willy heeft
maar heel zelden naar de komedie mogen gaan en
alleen als ik er bij was maar terwijl ik mijn
moederlijken plicht nauwgezet vervul en mijn zoon
voor elke aanraking met dergelijke kringen be
hoed, stelt gij zijne aanstaande vrouw aan dien
vcrderfelijken invloed bloot! 't Is wel schande!"
Zij sprak luidkeels, deels uit verontwaardiging,
maar ook deels om zich verstaanbaar te maken,
daar het concert in de kamer, welker glazen deuren
wijd openstonden, van vrij rumoerigen aard was.
De jonge dame had een harden aanslag; hare voor
dracht deed eenigszins aan bijslagen en houthak
ken denken. Hare toehoorders hadden alle drie
sterke zenuwen, maar een zacht gesprek kon daar
bij toch onmogelijk gevoerd worden.
„Maar laat ik je die zaak dan nog eens uitleggen,
trachtte de opperhoutvester de opgewonden spreek
ster te kalineeren. „Ik heb je immers al gezegd,
dat 't hier een uitzondering betreft. Marietta
Volkmar is de kleindochter van onzen ouden bra
ven dokter te Waldhofen. Hij had het ongeluk zijn
zoon in den bloei zijner jaren te verliezen, de jonge
weduwe volgde haar man nog binnen het jaar,
en het ecnig overgebleven kind kwam bij haar
grootvader in huis. Dit was juist, toen ik voor
tien jaar naar Furstenstein werd overgeplaatst.
Dokter Volkmar werd mijn huisdokter, zijne klein
dochter de speelkameraad van mijne kinderen, en
daar de school te Waldhofen veel te wenschen over
liet, bood ik hem aan het kleine meisje in het onder
wijs van mijne kinderen te laten deelen. Die vriend
schap dagteekent dus al van dien tijd. Later, toen
Toni twee jaar naar de kostschool en Marietta
naar de muziekschool ging, hield die dagelijksche
omgang natuurlijk op; maar Marietta bezoekt ons
trouw, als ze in de vacanties bij haar grootvader
komt, en ik zie niet in, waarom ik dit zou verbie
den, zoolang hetmeisje braaf en fatsoenlijk blijft."
Mevrouw van Eschenhagen had dit olies aange
hoord, zonder haar streng, rechterlijk voorkomen
te laten varen, en nu zeide zij met een hoonenden
lach:
„Braaf en fatsoenlijk bij het tooncel? Men weet
wel hoe 't daar toegaat! Maar gij schijnt dit
even luchtig op te nemen als die dokter Volkmar,
die er met zijn witte haren zoo eerwaardig uitziet
en toch toelaat, dat zijn kleindochter, dat een jonge
hem toevertrouwde ziel den weg van het verderf
opgaat."
Mijnheer van Schönau maakte een ongeduldig
gebaar.
„Regina, ge zijl anders zoo verstandig, maar in
dit opzicht hebt gij nooit naar rede willen luiste
ren. Het tooneel met al zijn ap- en dependenties is
altijd door je in den ban gedaan. Dat besluit is
den dokter niet licht gevallen, zooals ik maar al
te goed weet; doch als men, zooals wij, in een warm
nestje zit en zijn kinderen ruimschoots kan ver
zorgen, moet men niet zoo hard oordeelen over
andere ouders, die met zware zorgen te worstelen
hebben. Ondanks zijn zeventig jaar gunt Volkmar
j zich 'dag noch nacht rust, maar de praktijk brengt
hem weinig op, want onze streek is arm, en bij
zijn dood blijft Marietta geheel onbemiddeld
achter." (Wordt vervolgd).