Tandarts KROS NIGROIDS Let vooral op dit adres. AA EERSTE BLAD MIMOSA-DROPPELS, DE SALAMANDER JLGRUN03 STOOSIBOOTDIENST Dienstregeling ZATERDAG 1 OCTOBER 1927 DWAALLICHTEN. DOOF? Gehoorapparaten Centrale H. SeirlOONENBERG ROTTERDAM - - I BREUKBANDEN _L I alle soorten met en zonder veer I GENEESMIDDELEN tegen Urinekwalen, Vrouwen ziekten, enz. SANTOLMIDIE f 2,25 per flacon. INJECTIE f 1,— per flacon. Vraagt onze bekende ter regellngv. d. bloedsomloop falen nooit, succes verzekerd. Al onze goederen worden onder volle garantie verkocht. Niet goed, geld terug. a*"Let op het adres: Kipstraat 43, ROTTERDAM. Inlichtingen gratis ook per brief. Schoone volle lichaamsvormen door onze Oostersche krachtpillen, een Gulen per flacon van 80 pillen. Door onze directe inkoopen in het land van herkomst: Betere tabak voor gelijken prijs! FRIE5CHE BAAI _ROOK-TABAK_ 10 ct. per Va ons. HELL.EVOETSL.UIS houdt GEEN ZITDAG meer te MIDDELHARNIS. Spreekuren te Hellevoetsluis van 12-2 uur. Teleloon 39 behalve Dinsdag Zitdag (Bielie) Donderdag (Oostvoorne) IA1DDELHARNIS-R0TTERDAM v.v. via VLAARDINGEN s.s. „MIDDELHARNIS" aanvangende 15 MEI 1927 van Middelttarnis op Maandag en Dinsdag V. Middelbands 4.30 vm. A. Vlaard. 7.00 vm.* A. Rotterdam 8.00 ?m. Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.) V.Middelharnis 6.30 vm.A.Vlaard. 9.00rm.* A, Rotterdam 10.00 vm. A. Brielle 10.30 vm.§ van Rotterdam op Maandag en Dinsdag V.Rotterdam2.15nm. V.Vlaard.3.05nra. T A. Middelbamis 5.30 nm. Overige dagen (beta. Zon- en Feestd./ V. Rotterdam 3.15 nm. V. Vlaard. 4.05nm. tT V. Brielle 2.40 nm.§ A. Mlddelbarnls 6.30 nffl. In aansluiting op den trein van 7.28 vfl» en 7.20 vm. van Vlaardlngen. In aansluiting op den trein van 9.09 vm- van Vlaardlngen. f In aansluiting op den trein van 2.51 (14 51) en 2.57 nm. (14.57) te Vlaardlngen- tf In aansluiting op den trein van 3.30 nm- (15.30) en 3.48 nm.(15,48) te Vlaardlngen- Te Vlaardlngen overstappen. Al. FeeaWtgen iljn t< „j,, Nleuw]aa«d.g, 2a Paa.chdag Hsmatvaartana. 2« Pinksterdag eo dt b«W» KttsMkgeo* Prijs per kwariaai. f l,— Losse fiummsrsf 0,07s Adverieatiën v.6 regels f 1,20 Elks regel mesr. f9,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Bionstaanvragen f S,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Oit blad verschijnt iedere» Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wsrdt uitgegeven deer de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. He. 15 Voorstraat Biddalharnis. 9E JAARGANG. - N°. 93 DE ZOMERTIJD* Wij herinneven eraan, dat in den nacht van Zaterdag op Zondag a.s., te 3 uur, de zomertijd hier te lande zal eindigen. Dus men zette Zaterdagavond de klok een uur stil. Wintertijd. 'tls onbegrijpelijk, waarom de menschen in ons land altijd mopperen over ons goed- vaderlandsch-klimaat, dat volgens hun be weren volkomen onberekenbaar zou zijn. Voor een goed waarnemer is de regelmaat toch heusch wel vast te stellen. Let maar eens opzoo gauw de klok een uur voor uit gezet wordt om daarmee den zomer tijd aan te geven, kan men gerust een extra-schepje kolen op de kachel doen en men zal er geen spijt van hebben. En let ook na eens op het weer. Hebt ge ooit prachtiger zomerdagen gekend dan thans, nu we zijn aangemaand om den grooten wijzer een uur terug te draaien, omdat de wintertijd is aangebroken? In zulke feiten schuit ontegenzeggelijk een systeem, zoodat slechts nurksen ons heerlijk klimaat om haar vermeende onregelmatigheid kunnen verachten. Toch al badineeren we dan ook een beetje over weer en klimaat de natuur kan ons met haar laat-zomersche dagen niet misleiden; we weten het wel: de zomer is uit en de winter staat voor de deur. De zomer heeft ons niet verwend dezen keer en zwaar hebben we gemop perd, maar toch nemen we afscheid als van iets liefs, den zomer met zijn lange dagen, het mooie groen, het sappige gras... Maar zonder vrees zien we ook uit naar den winter, die slechts somber lijkt, als we op een hoog-zomerschen dag aan hem denken, maar die toch véél goeds heeft: gezelligheid, huiselijkheid, waarvoor de lange avonden zich zoo uitstekend leenen bij een warmen haard en al naar onze stemming is getemperd of helstralend lamplicht. HmGezelligheid en huiselijkheidHm 1 „Wat hopeloos ouderwetschhooren we de bakvischjes al verzuchten, die boven staande regelen gelezen hebben. En inderdaad vragen we ons afis de winter nog wel de tijd van gezelligheid en huiselijkheid. Vroeger, ja, toen U en wij nog jong waren, toen vonden we de winteravonden toch v/el héél, heel gezellig, als vader en moeder om beurten sprookjes vertelden, als we de vriendjes vragen mochten bij het vertoonen van de tooverlantaarn, als we kienden of ganzebordden, als we appe len stoofden in de aschla, of kastanjes poften, als moeder de chocolademelk rond deelde of de anijsmelk FEUILLETON. E. WERNER VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE) Op een herfstmorgen doorkliefde een zwerm trekvogels de grauwe, mistige lucht. Als tot af scheid streken ze nog eens dicht langs de toppen der bekende pijnbosschen heen, maar sloegen daarop de vleugels uit, wendden zich zuidwaarts en verdwenen allengs in het verschiet. Uit een der ramen van het groote gebouw, dat zich als een kasteel aan den zoom van het woud verhief, 7,ag een paar oogen die zwerm na, de ern- stige oogen van een man, die met een anderen heer hij het venster stond te praten, 't Was een groote, Lrsche gestalte met minder fraaie dan wel spre kende gelaatstrekken, blond en met blauwe oogen, het type van een Germaanmaar er lag een sombere hek over het gelaat verspreid en het hoogc voor hoofd. had dieper rimpels dan de leeftijd van dien toan meebracht, wiens rechte houding, ook zonder jk uniform die hii droeg, den militair zou verraden ebben. ..Daar gaan de trekvogels all" zeide hij, op den ^erm wijzende, die al meer en meer in de verte verdween en zich eindelijk in de nevelwolken ver- l()QL „De herfst is aangebroken in de natuur en Wat waren ze heerlijk, die avonden, ofschoon we ze nu, achteraf beschouwd, toch eigenlijk wel een beetje kinderachtig en flauw van opzet vinden, wat alle jonge dames en -heeren van tegenwoordig met hun groote menschen-manieren en -ge dachten, natuurlijk roerend met ons eens zijn. En daarom mag men in onzen tijd d'an ook het ouderwetsch aantrekkelijke van de winteravonden niet meer ver wachten. In vele huizen vindt men geen vroolijke familie meer rond de tafel vereenigd; eenzaam zit een moeder bij de kachel ineengedoken; ze wordt wakker van de kou, want de kachel is haast uitgegaan en haastig ratelt ze het vuur wat op, want 't is haast twaalf uur en misschien komt vader gauw thuis; die is gaan biljarten. of, neen, 't is vandaag zijn kegelavond en „zus" zal over 'n uurtje ook wel thuis komen van 't dansen, en Fred, die met „de lui" naar de negerjasz is. Dat zijn zoo de winteravondgenoegens van de stad; buiten doet men het minder, maar waar men het ook zoekt, gewoon lijk niet thuis. De jeugd van tegenwoordig is uithuizig, zegt „men" en spreekt men elkaar na. Maar wie, te drommel, heeft ze dat ge leerd? We dèchten er vroeger niet aan om er uit te loopen, want thuis was het gezellig. Natuurlijk, de tijden veranderen en wij, die vroeger tevreden waren met kienen en ganzeborden, tooverlantaarn, gepofte kastanjes, gestoofde appelen en chocolademelk, we weten wel, dat we onze kinderen daarmee niet meer boeien kun nen. Maar, wat hebben we er voor in de plaats gesteld? Niets. Onze ouders leefden voor ons vroeger; in die lange winter avonden géven ze zich, ze deden met vroolijk gezicht dingen, waarin ze zelf geen of weinig belang stelden, maar hun belooning was onze blijheid en tevreden heid. Niet de jeugd is het meeste ver anderd, maar de ouders zijn het, die de gezinszorgen lastig en drukkend vinden, niets meer weten te verzinnen, wat de jeugd boeit, het vroegere gezelschapsleven niet door nieuwe middelen weten op te wekken. Pa is zelf meestal uit en éls hij eens thuis is, dan begraaft hij zich in een feauteuil en dekt zich toe met zijn avond blad. Zelfs de handhaving van tucht onder de kinderen is een te groote zorg voor den modernen vader en vele moeders. (Adv eigenlijk ook in ons leven!" „In het uwe toch niet!" viel zijn metgezel hier in. „Gij zijt nog pas in den bloei van je leven, in de' volle kracht van den mannelijken leeftijd!" „Althans wat de jaren betreft maar ik heb een gevoel alsof ik veel vroeger oud zal zijn dan een ander, 't Ziet er dikwijls zoo echt herfstachtig in mijn binnenste uit." De andere heer, waarschijnlijk een paar jaar ouder, tenger van gestalte, van middelbare grootte en in burgerkleeding, schudde afkeurend het hoofd. Op het eerste gezicht was zijn uiterlijk vrij onbeteekenend naast de gespierde gestalte van den officier: maar het bleek, fijn besneden gelaat had een uitdrukking van kalmte en bezonnenheid en de sarcastische trek om de dunne lippen ver ried, dat zich achter de koele voornaamheid, die uit zijn houdingen geheele voorkomen sprak, zeker nog iets anders, iets degelijkers verborg. „Gij neemt het leven te zwaar op, Falkenried", zeide hij op berispenden toon. „In de laatste jaren zijt ge merkwaardig veranderd. Niemand, die je eens als jong, levenslustig officier heeft gezien, zou je tegenwoordig herkennen. En waarom dat alles? -De schaduw, die vroeger je leven heeft verduisterd, is nu immers al lang verdreven en verdwenen. Gij zijt militair met hart en ziel, ge wordt bij elke gelègenheid onderscheiden, een mooie positie staat je in de toekomst te wachten, en wat het voor naamste is gij hebt je zoon behouden." Falkenried antwoordde niet. Hij kruiste de armen over de borst en tuurde weer in de verte, terwijl de ander voortging: „De jongen is in de laatste jaren waarlijk beeldschoon geworden. Ik stond er versteld van, toen ik hem weerzag, en gij moet immers zelf bekennen, dat hij buitengewoon Week-s-ewe. Binnenland. In ons land, waar zoo weinig politieke processen worden gevoerd, heeft het optreden der justitie tegen eenige Indische studenten, eerst door huiszoekingen, later door arresta ties, het noodige opzien gewekt. De studiosi worden er van verdacht, de bevolking van Indië tot opstand en verzet te hebben opge ruid en ofschoon we de gronden voor de verdenking nog niet kennen, mag men aan nemen dat de justitie niet overijld te werk is gegaan, omdat de arrestaties gevolgd zyn na een zeer minitieus onderzoek van ver scheidene weken, door ter zake deskundigen, van de in beslag genomen bescheiden. Een scherp optreden is ongetwijfeld gerechtigd tegenover personen, die zich zelve buiten schot houden, maar hun arme ongeletterde iandgenooten opzetten tot geweld, waarvan respectabele menschen, zooals bij de jongste communistische oproeren, de onschuldige en bloedige slachtoffers worden, 'tls zelfs de vraag, of de lankmoedigheid der justitie niet al te groot is geweest tegenover de revolu tionairen van professie, waarvan de gevaar lijksten niet onder de Indonesiërs, maar onder menschen van ons eigen ras schuilen. Overigens is het maar te hopen, dat de verantwoordelijke bestuurders er goed van doordrongen mogen wezen, dat er meer en gevaarlijker opruiers tot verzet zijn, dan de communisten; deze laatsten zijn de bewuste revolutionairen, maar de gevaarlijker onbe wuste haat-predikers moeten meer in eigen kring gezocht worden, het zijn de Euro peanen, die in Indische nijverheid of in Indisch bestuur met groote macht bekleed zijn, maar deze in de grofste willekeur uit oefenen. Men denke maar eens aan wat be kend is geworden omtrent mishandelingen van koelies. Deze week ging weer een ander ergerlijk verhaal door de pers. Een assistent-resident snelt met zijn auto langs den weg en verplettert bfina een kind, dat voor zijn wagen opduikt. De man scheen erg geschrokken, misschien om het mogelijke lot van het kind, misschien ook.... om het gevaar, dat zijn wagen of zijn persoon door een aanrijding geleden kon hebben. Nfldig roept h\j een passeerenden inlander aan, dien hij, ten onrechte, voor den vader van het kind hield, om dezen er over te berispen, dat h\j den kleine zoo zonder toezicht op den openbaren weg liet loopen, die toch in de eerste plaats voor den auto van den assistent resident is. De man, die half naakt was, omdat bij wilde gaan baden, had geen zin in het onderhoud en liep weg, werd echter weldra door den driftigen heer gegrepen, afgeran seld en in den auto gesmeten. Bij een of ander bestuursgebouw aangekomen, werd de ongelukkige inlander uitgeladen en in een lokaal gesleept, waar de assistent-resident, nadat hij eerst de aanwezige getuigen had weggestuurd, den luid om genade en hulp kermenden man zóó ongelooflijk wreed mis handelde, dat de inlander kort er na, aan de gevolgen van hersenschudding overleed. O, zeker de assistent-resident is gearres teerd en zal terecht staan, maar in Indië weet men voor zulke gevallen allerlei excu ses aan te voeren en de betrokkenen komen er meestal zeer genadig af. Bovendien, dat zulke dingen mogelijk zijn, wijst op het bestaan van ergerlijke willekeur; deze zaak is nog maar toevallig uitgekomen, misschien begaafd en in sommige opzichten wezenlijk een genie is." „Ik wilde, dat Hartmut minder talenten en meer karakter had!" viel Falkenried op bijna barschen toon uit. „Verzen lijmen, dat kan hij, en vreemde talen leert hij spelend, maar zoodra er van iets ernstigs sprake is, blijft hij bij alle anderen ten achter, en aan de krijgswetenschap laat hij zich niets ter wereld gelegen liggen. Gij weet niet, Walmoden, hoe streng en onafgebroken ik daaraan de hand moet houden!" ..ik vrees, dat gij niet veel met die strengheid zult uitrichten," merkte Walmolden aan. „Ge hadt mijn raad moeten volgen en je zoon laten studeeren Voor militair deugt hij niemendal, dat moet ge toch eindelijk en ten laatste zelf inzien." „Maar hij zal en moet daarvoor deugen! 't Is de eenig geschikte loopbaan voor iemand" zoo onhan delbaar van aard als hij, die tegen eiken teugel in verzet komt en eiken plicht als dwang beschouwt. De academie, het studentenleven zou hem in zijn losbandigheid gestijfd hebben, en alleen de ijzeren tucht, waaraan hij zich in den dienst moet onder werpen, oefent eenige macht op hem uit." „Ja, nu nog maar zal dit op den duur het geval wezen? Maak je geen illusies daaromtrent: dat zijn helaas overgeërfde eigenschappen, die zich wel onderdrukken, maar niet uitroeien laten. Hartmut is immers ook uiterlijk het evenbeeld van zijne moeder hij heeft hare trekken, hare oogeni" „Ja juistI" zeide Falkenreid somber. „Hare donkere, schitterende oogen, die alles konden betooveren." „En die ook u ongelukkig hebben gemaakt!" hernam Walmoden. „Hoe heb ik je destijds ge- Jngezonden Mededeeling. GELDERSCHEKADE 20 ROTTERDAM door de zeer ernstige gevolgen, maar we maken ons sterk, dat geen haau er ooit naar gekraaid zou hebben, als de inlander niet heelemaal, doch slechts half-dood geslagen was. In ieder geval is het gebeurde weer een prachtige propaganda voor het communis me, een propapanda, zooals Moskou met geen buidels goud en met geen scheepsladingen lectuur zou kunnen bereiken. Indisch-lui zeggen wel eens, dat we met onderwijs en andere beschavingsmiddelen het Indisch volk veêl te wys hebben ge maakt en daarmee vatbaar voor het com munisme. Dat is ni6t waar; op ontwikkelde arbeiders heeft het communisme weinig vat, zooals uit de feiten blijkt. Maar communis me en andere is men, als ze slechts uiterst linksch zijn, worden aangehangen door de desperado's, die zich door willekeur geknecht gevoelen en in hun machteloos heid slechts troost konden vinden in haat- en wraak-gedachten. Nu is de gasdirecteur in Baarn weer ge vallen als slachtoffer van de campagne van den oud-directeur van der Stel, de man is ontslagen. Wie volgt? De justitie te Utrecht is nog steeds aan het onderzoeken, maar over de resultaten hoort men niets en daden worden evenmin gesteld, doch van der Stel kiest zijn slachtoffers één voor één, en men ziet ze vallen. Waarom toch treedt de vereeniging van gasdirecteuren niet ac tiever op, om de lekkages bloot te leggen? Ligt het niet op haar weg, waar de eer van hare leden er zóó mee gemoeid is, om een eere- of onderzoekingsraad van hoogstaande personen, buiten het bedrijf, om een rapport te verzoeken, na dezen raad alle gewenschte en gevraagde gegevens ter beschikking te hebben gesteld? Nu gaat de publieke mee ning zich misschien ten onrechte post vatten, dat alle gasdirecteuren van hetzelfde laken een pak hebben. Laten we in deze rubriek nog even een goede reis wenschen aan onzen derden Oost- Indië-vaarder door de lucht; luitenant Kop pen, die dezer dagen vertrekt. Onze wensch is niet weinig gebaseerd op eigenbelang, want u moet weten, dat we een riks in de onder neming hebben zitten, in den vorm van een postzegel van deze waaide op de briefkaart aan een tante in Weltevreden, wier bestaan we ons ineens herinnerd hebben, of liever, aan welker bestaan we herinnerd zijn door onzen jongsten zoon, die postzegels spaart en die voor zijn oud-tante reeds allerlei onvriendelijke benamingen heeft uitgedacht, voor het geval ze nalatig mocht blijven om te voldoen aan zijn verzoek, de eenige brief kaart, waarmee we tante ooit verrast hebben, onmiddellijk te retourneeren. De financiering van dezen vliegtocht schijnt waarschuwd en tot reden zien te brengen; maar gij waart voor niets vatbaar. Die hartstocht had je als een koorts aangepakt en je gezond verstand beneveld ik heb 't nooit kunnen begrijpen!" Falkenried vertrok den mond tot een bitteren lach. „Dat wil ik wel gelooven! Gij, de koele, bereke nende diplomaat, die eiken stap eerst zorgvuldig wikt en weegt, gij zult je niet licht op die manier laten betooveren!" „Ik zou ten minste voorzichtiger zijn in mijn keus. Je huwelijk beloofde van het begin af al zeer weinig goeds. Een vrouw van vreemden stam en vreemd bloed, een wilde, hartstochtelijke Slavonische, zonder karakter, zonder eenig begrip van datgene, wat wij als gewoonte en plicht hebben Ieeren be schouwen, en gij met je strenge grondbeginsels, je prikkelbaar eergevoel geen wonder, dat alles op die manier is afgeloopen! En toch geloof ik, dat ge zefs nog bij de scheiding van haar hielt!" „Neen!" zeide Falkenried kortaf. „Al het eerste jaar was ik ontnuchterd en begreep ik mijn toe stand; maar ik huiverde terug voor het denkbeeld van mijn huiselijke ellende door een echtscheidings proces wereldkundig te maken. Ik schikte mij in mijn lot, totdat mij geen keus meer overbleef en ik eindelijk Basta!" Hij wendde zich plotseling om en keek weer uit het venster; maar uit die laatste woorden en dat haastig afbreken sprak een innig zielsverdriet. „Ja, er werd veel vereischt om een man van uw karakter en geestkracht zóo van zijn stuk te brengen," zeide "Walmoden ernstig. „Maar de scheiding bevrijdde je toch van die rampzalige keten en toen hadt ge ook de herinnering daaraan moeten begraven»" voor een deel 'n gokje geweest te zijn op het enthousiasme van postzegelverzamelaars. Buitenland. Overigens is het ook voor het vliegwezen te hopen, dat luitenant van Koppen slaagt, want anders zal afbreuk gedaan worden aan het vertrouwen, door de eerste twee tochten gewekt en zal ook de publieke opinie ten opzichte van het risico-vraagstuk sterk wor den beïnvloed, wanneer een nieuwe ramp mocht worden toegevoegd aan de droeve lijst der laatste weken. Zes dooden vielen in Duitschland b£j het verongelukken van een passagiersvliegtuig en onder de slachtoffers was een der voornaamste Duitsche diploma ten. In Amerika viel een vroeger K. L. M.- vliegtuig omlaag, waarbij zeven menschen verpletterd werden; tegen een prijsje van een cent per pond gewicht hadden ze een „pleizier'Vvluchtje willen maken! Is het wel goed, zoo vragen we ons telkens af, om de menschen op allerlei wijzen te animeeren tot het ondernemen van volkomen overbodige luchtvaarten, die toch altijd een zeker ge varen-risico met zich dragen? Dempsey en Tunney hebben elkaar een paar bebloede oogen geslagen wat men sport noemt - en om dat te zien, brachten 170.000 menschen 7 millioen gulden bfl elkaar. Voor kanker-onderzoek, strijd tegen de tuber culose e.d. menschlievende werken kan men echter nooit het benoodigde geld bij elkaar krijgen. Naar de beschaving van de maatschappij, waarin zulke dingen mogelijk zijn, is een neger-president uit een neger-republiek in Afrika, dezer dagen komen zien. Als die man hoort van dien bokswedstrijd in Chicago, als hij leest, hoe in Tsjecho-Slowakije 37 men schen terecht staan, omdat ze andere men schen hebben opgepeuzeld, wat zal hy dan weer met een gevoel van rust in zijn onbe schaafde negerrepubliek terugkeeren! INGEZONDEN MEDEDEELING Speciaal HOEDEN en PETTEN Sport- en Reispetten vanaf I 0,75 Lakenpetten, kleurhoudend vanaf f 2,50 Gleufhoeden, nieuwste kleuren v.af f 2,75 Stijve Hoeden vanaf J 2,95 Hooge Hoeden vanaf I 7,90 Falkenried schudde wrevelig en ontkennend het hoofd. „Zulke herinneringen kan men niet be graven; ze staan altijd weer uit het graf op, en juist nu Hij brak plotseling af." „Juist nu Wat bedoelt ge?" „Niets. Laten we liever over iets anders praten! Gij zijt dus sedert eergisteren op Burgsdorf. Hoe lang denkt ge daar te blijven?" „Veertien dagen ongeveer. Ik heb 't druk en ben eigen slechts in naam Willibald's voogd, daar ik mij in mijn betrekking als ambassadeur meestal buitenlands moet ophouden. De voogdijschap berust voornamelijk in handen van mijn zuster, die eigenlijk alles bestiert." „Ja, Regina weet hare positie goed op te hou den," stemde Falkenried toe. „Zij bestuurt dat groote landgoed met al die onderhoorigen ais een man." „En kommandeert als een wachtmeester van den morgen tot den avond," hernam Walmoden. „AI hare voortreffelijke eigenschappen ten volle erkennende, voel ik mij nooit op mijn gemak, als ik een bezoek op Burgsdorf moet afleggen en hebben mijn zenuwen 't altijd hard te verantwoorden, 't Kan er waarlijk soms toegaan als onder de wilden en voornamelijk Willibald is letterlijk een onge likte beer maar natuurlijk het ideaal van zijne moeder, die haar uiterste best doet hem tot een ouderwetschen landjonker op te voeden. Zij is niet tot andere gedachten te brengen en hij heeft ook allen aanleg daarvoor." Het gesprek werd hier gestoord door een knecht, die op dit oogenblik met een kaartje binnentrad. Falkenried las vluchtig den naam. „De advocaat Egernl Goed! Laat mijnheer binnen komen l" (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1