Tandarts KROS
NIGROIDS
Let vooral op dit adres.
AA
EERSTE BLAD
MIMOSA-DROPPELS,
DE SALAMANDER
JLGRUN03
STOOSIBOOTDIENST
Dienstregeling
ZATERDAG
1 OCTOBER 1927
DWAALLICHTEN.
DOOF?
Gehoorapparaten Centrale
H. SeirlOONENBERG
ROTTERDAM - -
I BREUKBANDEN _L
I alle soorten met en zonder veer I
GENEESMIDDELEN
tegen Urinekwalen, Vrouwen
ziekten, enz.
SANTOLMIDIE f 2,25 per flacon.
INJECTIE f 1,— per flacon.
Vraagt onze bekende
ter regellngv. d. bloedsomloop
falen nooit, succes verzekerd.
Al onze goederen worden onder volle
garantie verkocht. Niet goed, geld
terug.
a*"Let op het adres:
Kipstraat 43, ROTTERDAM.
Inlichtingen gratis ook per brief.
Schoone volle lichaamsvormen door
onze Oostersche krachtpillen, een
Gulen per flacon van 80 pillen.
Door onze directe
inkoopen in het
land van herkomst:
Betere tabak
voor
gelijken prijs!
FRIE5CHE BAAI
_ROOK-TABAK_
10 ct. per Va ons.
HELL.EVOETSL.UIS
houdt GEEN ZITDAG meer te
MIDDELHARNIS.
Spreekuren te Hellevoetsluis
van 12-2 uur. Teleloon 39
behalve Dinsdag Zitdag (Bielie)
Donderdag (Oostvoorne)
IA1DDELHARNIS-R0TTERDAM v.v.
via VLAARDINGEN
s.s. „MIDDELHARNIS"
aanvangende 15 MEI 1927
van Middelttarnis
op Maandag en Dinsdag
V. Middelbands 4.30 vm. A. Vlaard. 7.00 vm.*
A. Rotterdam 8.00 ?m.
Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.)
V.Middelharnis 6.30 vm.A.Vlaard. 9.00rm.*
A, Rotterdam 10.00 vm. A. Brielle 10.30 vm.§
van Rotterdam
op Maandag en Dinsdag
V.Rotterdam2.15nm. V.Vlaard.3.05nra. T
A. Middelbamis 5.30 nm.
Overige dagen (beta. Zon- en Feestd./
V. Rotterdam 3.15 nm. V. Vlaard. 4.05nm. tT
V. Brielle 2.40 nm.§ A. Mlddelbarnls 6.30 nffl.
In aansluiting op den trein van 7.28 vfl»
en 7.20 vm. van Vlaardlngen.
In aansluiting op den trein van 9.09 vm-
van Vlaardlngen.
f In aansluiting op den trein van 2.51
(14 51) en 2.57 nm. (14.57) te Vlaardlngen-
tf In aansluiting op den trein van 3.30 nm-
(15.30) en 3.48 nm.(15,48) te Vlaardlngen-
Te Vlaardlngen overstappen.
Al. FeeaWtgen iljn t< „j,,
Nleuw]aa«d.g, 2a Paa.chdag Hsmatvaartana.
2« Pinksterdag eo dt b«W» KttsMkgeo*
Prijs per kwariaai. f l,—
Losse fiummsrsf 0,07s
Adverieatiën v.6 regels f 1,20
Elks regel mesr. f9,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Bionstaanvragen
f S,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
Oit blad verschijnt iedere»
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wsrdt uitgegeven deer de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. He. 15
Voorstraat Biddalharnis.
9E JAARGANG. - N°. 93
DE ZOMERTIJD*
Wij herinneven eraan, dat in den nacht
van Zaterdag op Zondag a.s., te 3 uur,
de zomertijd hier te lande zal eindigen.
Dus men zette Zaterdagavond de klok
een uur stil.
Wintertijd.
'tls onbegrijpelijk, waarom de menschen
in ons land altijd mopperen over ons goed-
vaderlandsch-klimaat, dat volgens hun be
weren volkomen onberekenbaar zou zijn.
Voor een goed waarnemer is de regelmaat
toch heusch wel vast te stellen. Let maar
eens opzoo gauw de klok een uur voor
uit gezet wordt om daarmee den zomer
tijd aan te geven, kan men gerust een
extra-schepje kolen op de kachel doen en
men zal er geen spijt van hebben. En let
ook na eens op het weer. Hebt ge ooit
prachtiger zomerdagen gekend dan thans,
nu we zijn aangemaand om den grooten
wijzer een uur terug te draaien, omdat
de wintertijd is aangebroken? In zulke
feiten schuit ontegenzeggelijk een systeem,
zoodat slechts nurksen ons heerlijk klimaat
om haar vermeende onregelmatigheid
kunnen verachten.
Toch al badineeren we dan ook een
beetje over weer en klimaat de natuur
kan ons met haar laat-zomersche dagen
niet misleiden; we weten het wel: de
zomer is uit en de winter staat voor de
deur. De zomer heeft ons niet verwend
dezen keer en zwaar hebben we gemop
perd, maar toch nemen we afscheid als
van iets liefs, den zomer met zijn lange
dagen, het mooie groen, het sappige gras...
Maar zonder vrees zien we ook uit naar
den winter, die slechts somber lijkt, als
we op een hoog-zomerschen dag aan hem
denken, maar die toch véél goeds heeft:
gezelligheid, huiselijkheid, waarvoor de
lange avonden zich zoo uitstekend leenen
bij een warmen haard en al naar onze
stemming is getemperd of helstralend
lamplicht.
HmGezelligheid en huiselijkheidHm 1
„Wat hopeloos ouderwetschhooren
we de bakvischjes al verzuchten, die boven
staande regelen gelezen hebben.
En inderdaad vragen we ons afis de
winter nog wel de tijd van gezelligheid
en huiselijkheid.
Vroeger, ja, toen U en wij nog jong
waren, toen vonden we de winteravonden
toch v/el héél, heel gezellig, als vader en
moeder om beurten sprookjes vertelden,
als we de vriendjes vragen mochten bij
het vertoonen van de tooverlantaarn, als
we kienden of ganzebordden, als we appe
len stoofden in de aschla, of kastanjes
poften, als moeder de chocolademelk rond
deelde of de anijsmelk
FEUILLETON.
E. WERNER
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE)
Op een herfstmorgen doorkliefde een zwerm
trekvogels de grauwe, mistige lucht. Als tot af
scheid streken ze nog eens dicht langs de toppen
der bekende pijnbosschen heen, maar sloegen
daarop de vleugels uit, wendden zich zuidwaarts
en verdwenen allengs in het verschiet.
Uit een der ramen van het groote gebouw, dat
zich als een kasteel aan den zoom van het woud
verhief, 7,ag een paar oogen die zwerm na, de ern-
stige oogen van een man, die met een anderen heer
hij het venster stond te praten, 't Was een groote,
Lrsche gestalte met minder fraaie dan wel spre
kende gelaatstrekken, blond en met blauwe oogen,
het type van een Germaanmaar er lag een sombere
hek over het gelaat verspreid en het hoogc voor
hoofd. had dieper rimpels dan de leeftijd van dien
toan meebracht, wiens rechte houding, ook zonder
jk uniform die hii droeg, den militair zou verraden
ebben.
..Daar gaan de trekvogels all" zeide hij, op den
^erm wijzende, die al meer en meer in de verte
verdween en zich eindelijk in de nevelwolken ver-
l()QL „De herfst is aangebroken in de natuur en
Wat waren ze heerlijk, die avonden,
ofschoon we ze nu, achteraf beschouwd,
toch eigenlijk wel een beetje kinderachtig
en flauw van opzet vinden, wat alle jonge
dames en -heeren van tegenwoordig met
hun groote menschen-manieren en -ge
dachten, natuurlijk roerend met ons eens
zijn. En daarom mag men in onzen tijd
d'an ook het ouderwetsch aantrekkelijke
van de winteravonden niet meer ver
wachten.
In vele huizen vindt men geen vroolijke
familie meer rond de tafel vereenigd;
eenzaam zit een moeder bij de kachel
ineengedoken; ze wordt wakker van de
kou, want de kachel is haast uitgegaan
en haastig ratelt ze het vuur wat op, want
't is haast twaalf uur en misschien komt
vader gauw thuis; die is gaan biljarten.
of, neen, 't is vandaag zijn kegelavond
en „zus" zal over 'n uurtje ook wel thuis
komen van 't dansen, en Fred, die met
„de lui" naar de negerjasz is.
Dat zijn zoo de winteravondgenoegens
van de stad; buiten doet men het minder,
maar waar men het ook zoekt, gewoon
lijk niet thuis.
De jeugd van tegenwoordig is uithuizig,
zegt „men" en spreekt men elkaar na.
Maar wie, te drommel, heeft ze dat ge
leerd? We dèchten er vroeger niet aan
om er uit te loopen, want thuis was het
gezellig. Natuurlijk, de tijden veranderen
en wij, die vroeger tevreden waren met
kienen en ganzeborden, tooverlantaarn,
gepofte kastanjes, gestoofde appelen en
chocolademelk, we weten wel, dat we onze
kinderen daarmee niet meer boeien kun
nen. Maar, wat hebben we er voor in de
plaats gesteld? Niets. Onze ouders leefden
voor ons vroeger; in die lange winter
avonden géven ze zich, ze deden met
vroolijk gezicht dingen, waarin ze zelf
geen of weinig belang stelden, maar hun
belooning was onze blijheid en tevreden
heid. Niet de jeugd is het meeste ver
anderd, maar de ouders zijn het, die de
gezinszorgen lastig en drukkend vinden,
niets meer weten te verzinnen, wat de
jeugd boeit, het vroegere gezelschapsleven
niet door nieuwe middelen weten op te
wekken. Pa is zelf meestal uit en éls hij
eens thuis is, dan begraaft hij zich in een
feauteuil en dekt zich toe met zijn avond
blad.
Zelfs de handhaving van tucht onder
de kinderen is een te groote zorg voor
den modernen vader en vele moeders.
(Adv
eigenlijk ook in ons leven!"
„In het uwe toch niet!" viel zijn metgezel hier in.
„Gij zijt nog pas in den bloei van je leven, in de'
volle kracht van den mannelijken leeftijd!"
„Althans wat de jaren betreft maar ik heb
een gevoel alsof ik veel vroeger oud zal zijn dan
een ander, 't Ziet er dikwijls zoo echt herfstachtig
in mijn binnenste uit."
De andere heer, waarschijnlijk een paar jaar
ouder, tenger van gestalte, van middelbare grootte
en in burgerkleeding, schudde afkeurend het
hoofd. Op het eerste gezicht was zijn uiterlijk vrij
onbeteekenend naast de gespierde gestalte van
den officier: maar het bleek, fijn besneden gelaat
had een uitdrukking van kalmte en bezonnenheid
en de sarcastische trek om de dunne lippen ver
ried, dat zich achter de koele voornaamheid, die
uit zijn houdingen geheele voorkomen sprak, zeker
nog iets anders, iets degelijkers verborg.
„Gij neemt het leven te zwaar op, Falkenried",
zeide hij op berispenden toon. „In de laatste jaren
zijt ge merkwaardig veranderd. Niemand, die je
eens als jong, levenslustig officier heeft gezien, zou
je tegenwoordig herkennen. En waarom dat alles?
-De schaduw, die vroeger je leven heeft verduisterd,
is nu immers al lang verdreven en verdwenen. Gij
zijt militair met hart en ziel, ge wordt bij elke
gelègenheid onderscheiden, een mooie positie staat
je in de toekomst te wachten, en wat het voor
naamste is gij hebt je zoon behouden."
Falkenried antwoordde niet. Hij kruiste de
armen over de borst en tuurde weer in de verte,
terwijl de ander voortging: „De jongen is in de
laatste jaren waarlijk beeldschoon geworden. Ik
stond er versteld van, toen ik hem weerzag, en gij
moet immers zelf bekennen, dat hij buitengewoon
Week-s-ewe.
Binnenland.
In ons land, waar zoo weinig politieke
processen worden gevoerd, heeft het optreden
der justitie tegen eenige Indische studenten,
eerst door huiszoekingen, later door arresta
ties, het noodige opzien gewekt. De studiosi
worden er van verdacht, de bevolking van
Indië tot opstand en verzet te hebben opge
ruid en ofschoon we de gronden voor de
verdenking nog niet kennen, mag men aan
nemen dat de justitie niet overijld te werk
is gegaan, omdat de arrestaties gevolgd zyn
na een zeer minitieus onderzoek van ver
scheidene weken, door ter zake deskundigen,
van de in beslag genomen bescheiden. Een
scherp optreden is ongetwijfeld gerechtigd
tegenover personen, die zich zelve buiten
schot houden, maar hun arme ongeletterde
iandgenooten opzetten tot geweld, waarvan
respectabele menschen, zooals bij de jongste
communistische oproeren, de onschuldige en
bloedige slachtoffers worden, 'tls zelfs de
vraag, of de lankmoedigheid der justitie niet
al te groot is geweest tegenover de revolu
tionairen van professie, waarvan de gevaar
lijksten niet onder de Indonesiërs, maar onder
menschen van ons eigen ras schuilen.
Overigens is het maar te hopen, dat de
verantwoordelijke bestuurders er goed van
doordrongen mogen wezen, dat er meer en
gevaarlijker opruiers tot verzet zijn, dan de
communisten; deze laatsten zijn de bewuste
revolutionairen, maar de gevaarlijker onbe
wuste haat-predikers moeten meer in eigen
kring gezocht worden, het zijn de Euro
peanen, die in Indische nijverheid of in
Indisch bestuur met groote macht bekleed
zijn, maar deze in de grofste willekeur uit
oefenen. Men denke maar eens aan wat be
kend is geworden omtrent mishandelingen
van koelies. Deze week ging weer een ander
ergerlijk verhaal door de pers.
Een assistent-resident snelt met zijn auto
langs den weg en verplettert bfina een kind,
dat voor zijn wagen opduikt. De man scheen
erg geschrokken, misschien om het mogelijke
lot van het kind, misschien ook.... om het
gevaar, dat zijn wagen of zijn persoon door
een aanrijding geleden kon hebben. Nfldig
roept h\j een passeerenden inlander aan, dien
hij, ten onrechte, voor den vader van het
kind hield, om dezen er over te berispen,
dat h\j den kleine zoo zonder toezicht op den
openbaren weg liet loopen, die toch in de
eerste plaats voor den auto van den assistent
resident is. De man, die half naakt was, omdat
bij wilde gaan baden, had geen zin in het
onderhoud en liep weg, werd echter weldra
door den driftigen heer gegrepen, afgeran
seld en in den auto gesmeten. Bij een of
ander bestuursgebouw aangekomen, werd de
ongelukkige inlander uitgeladen en in een
lokaal gesleept, waar de assistent-resident,
nadat hij eerst de aanwezige getuigen had
weggestuurd, den luid om genade en hulp
kermenden man zóó ongelooflijk wreed mis
handelde, dat de inlander kort er na, aan de
gevolgen van hersenschudding overleed.
O, zeker de assistent-resident is gearres
teerd en zal terecht staan, maar in Indië
weet men voor zulke gevallen allerlei excu
ses aan te voeren en de betrokkenen komen
er meestal zeer genadig af. Bovendien, dat
zulke dingen mogelijk zijn, wijst op het
bestaan van ergerlijke willekeur; deze zaak
is nog maar toevallig uitgekomen, misschien
begaafd en in sommige opzichten wezenlijk een
genie is."
„Ik wilde, dat Hartmut minder talenten en meer
karakter had!" viel Falkenried op bijna barschen
toon uit. „Verzen lijmen, dat kan hij, en vreemde
talen leert hij spelend, maar zoodra er van iets
ernstigs sprake is, blijft hij bij alle anderen ten
achter, en aan de krijgswetenschap laat hij zich
niets ter wereld gelegen liggen. Gij weet niet,
Walmoden, hoe streng en onafgebroken ik daaraan
de hand moet houden!"
..ik vrees, dat gij niet veel met die strengheid
zult uitrichten," merkte Walmolden aan. „Ge hadt
mijn raad moeten volgen en je zoon laten studeeren
Voor militair deugt hij niemendal, dat moet ge
toch eindelijk en ten laatste zelf inzien."
„Maar hij zal en moet daarvoor deugen! 't Is de
eenig geschikte loopbaan voor iemand" zoo onhan
delbaar van aard als hij, die tegen eiken teugel in
verzet komt en eiken plicht als dwang beschouwt.
De academie, het studentenleven zou hem in zijn
losbandigheid gestijfd hebben, en alleen de ijzeren
tucht, waaraan hij zich in den dienst moet onder
werpen, oefent eenige macht op hem uit."
„Ja, nu nog maar zal dit op den duur het
geval wezen? Maak je geen illusies daaromtrent:
dat zijn helaas overgeërfde eigenschappen, die
zich wel onderdrukken, maar niet uitroeien laten.
Hartmut is immers ook uiterlijk het evenbeeld
van zijne moeder hij heeft hare trekken, hare
oogeni"
„Ja juistI" zeide Falkenreid somber. „Hare
donkere, schitterende oogen, die alles konden
betooveren."
„En die ook u ongelukkig hebben gemaakt!"
hernam Walmoden. „Hoe heb ik je destijds ge-
Jngezonden Mededeeling.
GELDERSCHEKADE 20 ROTTERDAM
door de zeer ernstige gevolgen, maar we
maken ons sterk, dat geen haau er ooit naar
gekraaid zou hebben, als de inlander niet
heelemaal, doch slechts half-dood geslagen
was.
In ieder geval is het gebeurde weer een
prachtige propaganda voor het communis
me, een propapanda, zooals Moskou met geen
buidels goud en met geen scheepsladingen
lectuur zou kunnen bereiken.
Indisch-lui zeggen wel eens, dat we met
onderwijs en andere beschavingsmiddelen
het Indisch volk veêl te wys hebben ge
maakt en daarmee vatbaar voor het com
munisme. Dat is ni6t waar; op ontwikkelde
arbeiders heeft het communisme weinig vat,
zooals uit de feiten blijkt. Maar communis
me en andere is men, als ze slechts
uiterst linksch zijn, worden aangehangen
door de desperado's, die zich door willekeur
geknecht gevoelen en in hun machteloos
heid slechts troost konden vinden in haat-
en wraak-gedachten.
Nu is de gasdirecteur in Baarn weer ge
vallen als slachtoffer van de campagne van
den oud-directeur van der Stel, de man
is ontslagen. Wie volgt? De justitie te
Utrecht is nog steeds aan het onderzoeken,
maar over de resultaten hoort men niets en
daden worden evenmin gesteld, doch van der
Stel kiest zijn slachtoffers één voor één, en
men ziet ze vallen. Waarom toch treedt
de vereeniging van gasdirecteuren niet ac
tiever op, om de lekkages bloot te leggen?
Ligt het niet op haar weg, waar de eer van
hare leden er zóó mee gemoeid is, om een
eere- of onderzoekingsraad van hoogstaande
personen, buiten het bedrijf, om een rapport
te verzoeken, na dezen raad alle gewenschte
en gevraagde gegevens ter beschikking te
hebben gesteld? Nu gaat de publieke mee
ning zich misschien ten onrechte post
vatten, dat alle gasdirecteuren van hetzelfde
laken een pak hebben.
Laten we in deze rubriek nog even een
goede reis wenschen aan onzen derden Oost-
Indië-vaarder door de lucht; luitenant Kop
pen, die dezer dagen vertrekt. Onze wensch
is niet weinig gebaseerd op eigenbelang, want
u moet weten, dat we een riks in de onder
neming hebben zitten, in den vorm van een
postzegel van deze waaide op de briefkaart
aan een tante in Weltevreden, wier bestaan
we ons ineens herinnerd hebben, of liever,
aan welker bestaan we herinnerd zijn door
onzen jongsten zoon, die postzegels spaart
en die voor zijn oud-tante reeds allerlei
onvriendelijke benamingen heeft uitgedacht,
voor het geval ze nalatig mocht blijven om
te voldoen aan zijn verzoek, de eenige brief
kaart, waarmee we tante ooit verrast hebben,
onmiddellijk te retourneeren.
De financiering van dezen vliegtocht schijnt
waarschuwd en tot reden zien te brengen; maar gij
waart voor niets vatbaar. Die hartstocht had je
als een koorts aangepakt en je gezond verstand
beneveld ik heb 't nooit kunnen begrijpen!"
Falkenried vertrok den mond tot een bitteren
lach.
„Dat wil ik wel gelooven! Gij, de koele, bereke
nende diplomaat, die eiken stap eerst zorgvuldig
wikt en weegt, gij zult je niet licht op die manier
laten betooveren!"
„Ik zou ten minste voorzichtiger zijn in mijn keus.
Je huwelijk beloofde van het begin af al zeer weinig
goeds. Een vrouw van vreemden stam en vreemd
bloed, een wilde, hartstochtelijke Slavonische,
zonder karakter, zonder eenig begrip van datgene,
wat wij als gewoonte en plicht hebben Ieeren be
schouwen, en gij met je strenge grondbeginsels, je
prikkelbaar eergevoel geen wonder, dat alles
op die manier is afgeloopen! En toch geloof ik, dat
ge zefs nog bij de scheiding van haar hielt!"
„Neen!" zeide Falkenried kortaf. „Al het eerste
jaar was ik ontnuchterd en begreep ik mijn toe
stand; maar ik huiverde terug voor het denkbeeld
van mijn huiselijke ellende door een echtscheidings
proces wereldkundig te maken. Ik schikte mij in
mijn lot, totdat mij geen keus meer overbleef en ik
eindelijk Basta!"
Hij wendde zich plotseling om en keek weer uit
het venster; maar uit die laatste woorden en dat
haastig afbreken sprak een innig zielsverdriet.
„Ja, er werd veel vereischt om een man van uw
karakter en geestkracht zóo van zijn stuk te
brengen," zeide "Walmoden ernstig. „Maar de
scheiding bevrijdde je toch van die rampzalige
keten en toen hadt ge ook de herinnering daaraan
moeten begraven»"
voor een deel 'n gokje geweest te zijn op
het enthousiasme van postzegelverzamelaars.
Buitenland.
Overigens is het ook voor het vliegwezen
te hopen, dat luitenant van Koppen slaagt,
want anders zal afbreuk gedaan worden aan
het vertrouwen, door de eerste twee tochten
gewekt en zal ook de publieke opinie ten
opzichte van het risico-vraagstuk sterk wor
den beïnvloed, wanneer een nieuwe ramp
mocht worden toegevoegd aan de droeve lijst
der laatste weken. Zes dooden vielen in
Duitschland b£j het verongelukken van een
passagiersvliegtuig en onder de slachtoffers
was een der voornaamste Duitsche diploma
ten. In Amerika viel een vroeger K. L. M.-
vliegtuig omlaag, waarbij zeven menschen
verpletterd werden; tegen een prijsje van
een cent per pond gewicht hadden ze een
„pleizier'Vvluchtje willen maken! Is het wel
goed, zoo vragen we ons telkens af, om de
menschen op allerlei wijzen te animeeren
tot het ondernemen van volkomen overbodige
luchtvaarten, die toch altijd een zeker ge
varen-risico met zich dragen?
Dempsey en Tunney hebben elkaar een
paar bebloede oogen geslagen wat men
sport noemt - en om dat te zien, brachten
170.000 menschen 7 millioen gulden bfl elkaar.
Voor kanker-onderzoek, strijd tegen de tuber
culose e.d. menschlievende werken kan men
echter nooit het benoodigde geld bij elkaar
krijgen.
Naar de beschaving van de maatschappij,
waarin zulke dingen mogelijk zijn, is een
neger-president uit een neger-republiek in
Afrika, dezer dagen komen zien. Als die man
hoort van dien bokswedstrijd in Chicago, als
hij leest, hoe in Tsjecho-Slowakije 37 men
schen terecht staan, omdat ze andere men
schen hebben opgepeuzeld, wat zal hy dan
weer met een gevoel van rust in zijn onbe
schaafde negerrepubliek terugkeeren!
INGEZONDEN MEDEDEELING
Speciaal HOEDEN en PETTEN
Sport- en Reispetten vanaf I 0,75
Lakenpetten, kleurhoudend vanaf f 2,50
Gleufhoeden, nieuwste kleuren v.af f 2,75
Stijve Hoeden vanaf J 2,95
Hooge Hoeden vanaf I 7,90
Falkenried schudde wrevelig en ontkennend het
hoofd. „Zulke herinneringen kan men niet be
graven; ze staan altijd weer uit het graf op, en
juist nu Hij brak plotseling af."
„Juist nu Wat bedoelt ge?"
„Niets. Laten we liever over iets anders
praten! Gij zijt dus sedert eergisteren op Burgsdorf.
Hoe lang denkt ge daar te blijven?"
„Veertien dagen ongeveer. Ik heb 't druk en ben
eigen slechts in naam Willibald's voogd, daar ik
mij in mijn betrekking als ambassadeur meestal
buitenlands moet ophouden. De voogdijschap
berust voornamelijk in handen van mijn zuster,
die eigenlijk alles bestiert."
„Ja, Regina weet hare positie goed op te hou
den," stemde Falkenried toe. „Zij bestuurt dat
groote landgoed met al die onderhoorigen ais een
man."
„En kommandeert als een wachtmeester van
den morgen tot den avond," hernam Walmoden.
„AI hare voortreffelijke eigenschappen ten volle
erkennende, voel ik mij nooit op mijn gemak, als ik
een bezoek op Burgsdorf moet afleggen en hebben
mijn zenuwen 't altijd hard te verantwoorden,
't Kan er waarlijk soms toegaan als onder de wilden
en voornamelijk Willibald is letterlijk een onge
likte beer maar natuurlijk het ideaal van zijne
moeder, die haar uiterste best doet hem tot een
ouderwetschen landjonker op te voeden. Zij is
niet tot andere gedachten te brengen en hij heeft
ook allen aanleg daarvoor."
Het gesprek werd hier gestoord door een knecht,
die op dit oogenblik met een kaartje binnentrad.
Falkenried las vluchtig den naam.
„De advocaat Egernl Goed! Laat mijnheer
binnen komen l" (Wordt vervolgd