KROS
WOENSDAG
28 September 1927
te koop
een Tuinderij,
;n van een Insluit-
iet ieders werk!
IA-HAARDEN
IE. M. JAARSMA-HAARDEN
110,- tot f 175,- in de courante modellen.
IEN vanaf f 60,- hebben wij in voorraad.
NI EU Wl AND
[DDELHARNIS.
fE ADÜES. LET OP HET JÜISÏE ADRES.
ifitH.W. TOLENAAR's
:N TAPIJTEN - GORDIJNEN
nsche Veiling
Rotterdam
VERKEERSWEZEN WESTNBBRDBRABANT.
feuilleton.
DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW.
ij onze adverteerders.
ingezonden stukken
Land- en Tuinbouw.
1927.
KERK.
ben Oudsten-
s. Baarslag,
peren.
Iman.
[)en Oudsten
ds.Polhuijs.
as. Polhuijs.
buys en nm.
Inner,
pop).
P uit Brielle
Zuidland.
Velzen.
luitR'burg.
de Lange,
lafsma.
1. De Graaff.
lENTE.
p\leeskerk.
|TEN.
De Blois.
ItECHTZAKEN.
RECI1TBANK TE ROTTERDAM.
Uitspraken.
De rechtbank heeft veroordeeld:
M. v. d. M32 jaar, wissellooper-timmer-
man te Melissant, gedetineerd, -wegens ver
duistering van gelden, die hij voorH. Tiele-
man en G. Mooiweer had geïnd, tot 5 maanden
gevangenisstraf met aftrek van den tijd in
voorloopige hechtenis doorgebracht.
A. d. B., 22 jaar, te Nieuwenhoorn, wegens
mishandeling van A. Langendoen, gepleegd
op 18 Juli, tot 6 maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk met een proeftijd van 3jaar,
onder bijzondere voorwaarden, met bepaling
dat verdachte aan Langendoen 150 schade
vergoeding zal betalen.
In een zaak van C. J. G., 33 jaar, koop
man te Hoogvliet, die in hooger beroep had
terecht gestaan van een vonnis van den kan
tonrechter te Brielle, waarbij hij wegens
openbare dronkenschap en verstoring van
de orde was veroordeeld tot 12,— boete,
subs. 12 dagen hechtenis, heeft de rechtbank
het vonnis vernietigd wat betreft de kwali
ficatie en voor |het overige het vonnis be
vestigd.
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummersf 0,07"
Aivertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dien9taanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
Oit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. Ko. 15
Voorstraat Hiddelharnis.
9E JAARGANG. - N°. 92
INGEZONDEN MEDEDEEUNG.
STSLUIS
TffiAG meer te
lARNIS.
llevoetslufs
Telefoon 39
[ütdag (Bielle)
(Oostyoorne)
In vol bedrijf, groot 2.49 H.A.
met flink Huis, Zes druivenkas-
sen, ieder 75 M. lang, boomge
was, brongas, op Voorne.
Geld voor Hypotheek aanwezig.
Brieven onder letter F. aan D.
MOERMAN, Uitgever, Brielle.
Is in de laatste jaren hierin
|en plaatsen al onze haarden
van goede werking. Wij
voorraad in de nieuwste
daarom uit tot een bezoek aan onzen winkel
tint bezichtigen en wij U, zonder eenige ver-
ewenschte inlichtingen verstrekken. De prijzen der
ÏAAGT PRIJSCOURANT.
WESTDÏJK 384
)N ING IN RICHTING EN
IS1NGEL196 ROTTERDAM
ervaardiging
1aakvolle meubileering
(AAR EN U ZIJT TEVREDEN.
I. EIERVERZENDERSI
Ji, dat U als regel steeds te weïflig voor Uw
irijgt. Er wordt geen rekening gehouden met de
leren, zoodat zij, die mooi goed leveren stet*K
[den.
])reit prijs maken dan U nu voor Uw eieren krijgt t
jld inlichtingen bij
Warmoezierstraat O 37—39.
controle voor H.H. Zenders.
Onderstaand adres is verzonden:
Aan
a, Z.Exc. den Minister van Waterstaat
te 1sGravenhage
b. De Provinciale Staten v. Noordbrabant
te 's Hertogenbosch.
De tijdsomstandigheden hebben het ver
keerswezen, in algemeenen zin genomen, in
volle aandacht geplaatst, wat zeer zeker
valt toe te juichen, wijl toch dat verkeers
wezen doorloopend die volle aandacht ver
dient, immers een goed ingericht verkeers
wezen is wel mede van de allereerste voor*
vaarde voor een gezonde ontwikkeling van
de volkswelvaart.
Temeer te betreuren valt het daarom, hoe
onbegrijpelijk ook, daaraan nog steeds zooveel
is blijven ontbreken en het lijdt dan ook
wel geen twijfel, of van allen kant zal ter
op verbetering worden aangedrongen,
juist thans, nu, gelijk gezegd, de tijdsom
standigheden daarvoor zooveel gunstiger zijn.
Wellicht, dat aan de verschillende verzoe
ken om varkeersverbetering nog niet eens
aanstonds ten volle kan worden voldaan,
maar hoe dan ook, aan het Zuid-Westelijk
gedeelte van ons Vaderland dient, naar onze
bescheiden meening, nu toch eens eindelijk
volle aandacht te worden geschonken en hiei -
voor binnen korten tijd, aanmerkelijke ver-
keersverbetering tot stand te worden gebracht.
Of men de spoorwegkaart öf het Rijks-
wegennet beschouwt, geheel het bedoelde
gebied, toch zeker niet het minst belangrijke,
ook niet wat de belastingopbrengst betreft,
is blanco gelaten en tot een immer zeer
ongewenschten „dooden hoek" gemaakt.
Het verkeerswezen tusschen de Zuid-Hol
landsche Eilanden, West-Noordbrabant en
Zeeland onderling, om van het doorgaand
verkeer niet te spreken, is nog bijzonder
slecht ingericht.
Ongetwijfeld geeft de geografische ligging
daarvoor wel eenige aanleiding, maar toch
kan aanmerkelijke verbetering worden aan
gebracht.
Noodig in 't bijzonder is:
eene goede verbinding Middelharnis-Helle-
voetsluis,
idem Plakkee-Noordbrabantschen wal,
idem Numansdorp-Willemstad,
idem Zype-Anna Jacoba Polder,
idem Tholen-Noordbrabantsche wal,
idem Zuid-Bcveland-idem,
en dan vooral ook, met een en ander ver
end houdende, een goede rechtstreeksche
verbinding voor deze streken met haar hoofd-
marktplaats, tevens wereldhandelsstad, Rot-
~im, zoowel wat het massaal-goederen-
vervoer, zonder overladen, als het gewone
verkeer betreft en tegen behoorlijke, niet
ivenmatige tarieven.
Voor zoover nog niet in overeenstemming
met de hedendaagsche verkeerseischen, wa-
ten bedoelde verbindingen allereerst te ver
beteren.
Zoo noodig en mogelijk worde ook om
uitbreiding van het aantal rivierovergangen
gedacht.
Onze Commissie heeft zich inzonderheid
W. HEIMBURG
VERTALING VAN HERMINA.
f Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
tij
Eerst tegen den morgenstond sliep zij in. Uit
tën loodzwaren slaap ontwaakte zij dof en ver
drietig; al het voorgevallene van gisteren stond
haar eensklaps voor weer den geest. Ze had geen
of moed om op te staan en wikkelde zich moe
lamlendig in de dekens.
Maar de kinderen lieten haar geen rust. De
i^gen riep luidkeels, dat hij naar papa wilde,
Erica werd wakker en wilde bij mama in bed ko-
men. Trui opende de luiken, zoodat het licht van
fen zonnigen najaarsdag in de kamer viel.
uMijnheer is al naar de inrichting," zeide de
vrouw. „Mevrouw moest maar niet op hem
Wachten met het ontbijt."
Mariene stond op, nam zooals gewoonlijk een
houd bad en voelde zich hierdoor wat opgewekter.
ÜP den zolder, in de gang, overal zag zij de sporen
wan den teruggekeerden reiziger: jassen, petten,
hoffers; ook in zijn eigen kamer. Een half leege
7P koffie stond op de tafel vóór den haard,
j|garendamp woei haar tegen. Weer doortrilde
naar een gewaarwording als van hoop en blijd
schap; doch deze week spoedig, om opnieuw
P'aats te maken voor het angstig en wantrouwend
^ev°el, dat haar al zoolang hinderde en bezwaarde
dat ze, ondanks alles, maar niet van zich kon
^tten.
Zij redderde de kamer wat op en ging vervolgens
haar dagel'jksche bezigheden. Ze begaf zich
u«r de keuken en beval een lievelingsgerecht van
bezig gehouden met en in vergelijking met
elders, zeer voldoende finantiëelen steun uit
de betrokken streek toegezegd gekregen voor
verbetering van den rivierovergang Willem-
stad-Numansdorp (met inbegrip van verbe
terde verkeersroute naar Rotterdam), vroe
ger dè overgang bij uitnemendheid (oude
Fransche weg) en nog steeds mede vormend
de kortste verbinding (met slechts één veer)
Frankrijk en België (Antwerpen)-Holland
(Rotterdam), zoomede voor Zeeland, West-
Noordbrabant en Zuid-Hollandsche eilanden
van belang.
Door laksheid eenerzyds en groote activi
teit anderzijds is bedoelde rivierovergang in
een toestand van verval geraakt, mede ten
gevolge van zeer beperkte exploitatie, wat
zich steeds meer gaat wreken.
Vandaar de actie tot verbetering en onzer
zijds is een en ander gegoten in den vorm
van en bereids om subsidie bij het Rijk en
de Provincie Noordbrabant aangeklopt voor
een modern tramplan Steenbergen-Dintel-
oord-Willemstad (Rotterdam), gezien de
plaatselijke omstandigheden; immers de
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij, van
wie behoorlijke medewerking kan worden
verwacht, al zal een goede regeling met haar
moeten worden getroffen, exploiteert het
veer Willemstad-Numansdorp, vanwaar haar
tramdienst naar Rotterdam, terwijl haar
Tramwegnet tevens eindpunt heeft in Steen
bergen.
Door verbetering van het bestaande Tram
wegnet, met inschakeling dus van een nieuwe
tramlijn over korten afstand (Steenbergen
Dinteloord—Willemstad), met daaraan ver
bonden flinken veerdienst tegen billijk tarief,
zou aan het tweeledig doel van het veer
(massaal goederenvervoer zonder overladen
en betere bediening gewone verkeer) op de
beste, verkeerszekerheid en-veiligheid geven
de wijze zijn beantwoord en tevens het vrucht
bare land van Dinteloord uit zijn isolement
verlost zijn, terwijl zoowel de Rotterdamsche,
alsook de Zuid-Nederlandsche Tramwegmaat
schappij er slechts wel by zouden kunnen
varen, beide toch kregen daarbij als 't ware
eindpunt te Rotterdam en de uiteraard kost
bare veerdienst Zfipe- Numansdorp kon mo
gelijk vervallen. Het in de tramwegen een
maal vastgelegd kapitaal zou hier nog beter
rendabal kunnen worden gemaakt, gezien
de geografische ligging.
Voorts zou de scheepvaart met een uit het
plan voortkomende betere haven te Willem
stad ongetwijfeld haar voordeel weten te doen.
Wjj zijn er van overtuigd, dat aan onze
verkeersplannen, 't moge voorzoover noodig,
uit het vorenstaande nog eens duidelijk blij
ken, een gezonde gedachte ten grondslag ligt
en willen het daarom dan ook nogmaals in
Uw welwillende aandacht ten zeerste aan
bevelen.
Wanneer dit plan tot uitvoering zou mogen
komen, dan zou het al een heele stap in de
goede richting zijn en successievelijke ver
betering der wegen zou kunnen volgen; de
weg van Rotterdam naar Numansdorp komt
reeds op het RLjkswegenplan voor en ook
van Belgische zijde wordt reeds wegen ver
betering in de richting van het veer Willem
stad-Numansdorp voorgestaan.
den dokter voor het middageten klaar te maken.
Boven legde zij de nieuwe pakjes uit om de kin
deren aan te trekken en liet de kamermeid eenige
bloemen bij den tuinman halen. Uiterlijk moest
alles ttn minste feestelijk zijn.
Hij bleef lang In het Sanatorium. Waarom zou
hij ook niet? Hij had geen haast om naar zijn huis
te gaan dit liep niet weg en de kinderen ook
niet en zijn vrouw al evenmin die dwaze vrouw,
die hem niets meer kon schelen. En bovendien
had hij zooveel geduld.
Hoe zou dit nu echter op den duur gaan hoe
zou ze die kalme en bedaarde meerderheid ver
dragen? Een luid schellen aan de huisdeur brak
hier haar wanhopige gedachten af.
Hij kon 't zijn, misschien had hij den sleutel niet
meegenomen, alles was zoo nieuw en vreemd voor
hem geweest, Maar daar kwam de meid al met de
boodschap, dat juffrouw Kreisler mevrouw ver
langde te spreken.
Mariene wilde haar belet geven, doch de be
zoekster duwde het meisje al op zijde en snelde op
Mariene toe met beschreid gelaat, bevend, slordig
gekleed, alle etiquette en Fransche zinnetjes ver
getend. „Mariene 1 Lieve, beste Mariene, ontferm
je toch over mij! Ik weet wel, dat 't niet goed is
geweest, maar mij zóó hard te straffen, op staanden
voet m'n ontslag te geven ik smeek je, doe toch
je best dat ik hier zoolang mag blijven, todat ik
een ander onderkomen heb gevonden! Waarheen
zal_i.k gaan, zoo op stel en sprong
Mariene zag haar in ééne verbazing aan.
„Ik begrijp u volstrekt niet," zeide zij. „Wat
is er gebeurd?"
„Je man is zoo boos op mij!"
„Dat spijt mij. Maar waarom?"
Juffrouw Kreisler wendde het hoofd af, zocht
zenuwachtig naar haar zakdoek, en toen ze dezen
niet in den zak van haar japon vond, sloeg zij de
handen voor het aangezicht, liet zich in een stoel
neervallen en kwam schreiend en snikkend al
hortend en stootend met haar bekentenis voor
Met belangstelling mogen wij dan intus-
schen de voor deze landstreken terzake te
nemen beslissingen afwachten.
Dat er in elk geval met spoed wat gebeure,
want aan de Volkswelvaart werd en wordt,
bij toenemende bevolking steeds meer te kort
gedaan.
De Commissie tot verbetering van het
Verkeerswezen in West-Noordbrabant,
De Secretaris
(get.) C. L. DE BRUIJN.
De Voorzitter
(getH. VAN DER VEEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Geachte Redactie
In Uw blad van Zaterdag 17 September
1927 las ik het ingezonden stuk van den
heer D. Poortvlietlandbouwer te Dirksland,
waarin deze zijn beklag doet over de schade
loosstelling verleend aan den landarbeider
A. Koedam en over de behandeling van de
daaruit voortvloeiende beroepszaak voor de
Commissie van Scheidslieden te's-Graven-
hage. Als voorzitter van de Zuid-Hollandsche
Landbouw-Onderlinge ben ik met het geval
bekend en U zult mij wel willen toestaan,
in antwoord op het schreven van den heer
Poortvliet., het een en ander in het midden
te brengen.
De feiten zjjn als volgt. Op 4 Augustus
1925 werd Koedam in dienst van zijn werk
gever door een ongeval getroffen, waardoor
hfi twee leden van den linkermiddenvinger
verloor. De Landbouw-Onderlinge, waarbij
zijn werkgever verzekerd was, kende hem
verschillende schadeloosstellingen toe, het
laatst naar een invaliditeit van 10 welke
uitkeering werd beëindigd op 25 September
1926, dat is dus ruim dertien maanden na
het ongeval. Op dien datum achtte het Be
stuur der Landbouw-Onderlinge geen invali
diteit meer aanwezig, omdat de getroffene
zich aan zijn letsel had aangepast. De ge
troffene stelde beroep in by de Commissie
van Scheidslieden; deze hoorde beide par
tijen, den werkgever en nog enkele personen
uit de practijk van den landbouw. Op grond
daarvan en van de overgelegde rapporten
was de Commissie van Scheidslieden van
meening, dat bij den getroffene sedert 25 Sep
tember 1926 geen noemenswaardige arbeids
ongeschiktheid meer bestond en zij bevestigde
de beslissing der Landbouw-Onderlinge.
Wat zijn nu de grieven van den heer
Poortvliet?
In de eerste plaats natuurlijk dat de uit
keering ten onrechte is beëindigd. Verder
dat het beroep, aangebracht bij klaagschrift
van 16 Maart 1927, eerst op 10 September
ter terechtzitting werd behandeld. Eindelijk,
dat de Landbouw-Onderlinge ter terechtzit
ting haar standpunt liet toelichten door een
advocaat, en tenslotte,-dat de heer Poortvliet,
als getuige ter terechtzitting opgeroepen, als
vergoeding van zijn moeite en kosten niets
anders ontving dan terugbetaling van zyn
reiskosten en ƒ3,— voor verblijfkosten. Uit
een en ander trekt de heer Poortvliet de
den dag.
Ze had gemeend Dr. Dantiz te moeten waar
schuwen voor mijnheer Römer. De hofdame van
Hare Hoogheid had allerlei nare dingen verteld
van hem en haar lieve, haar boven alles dierbare
Mariene, wier goede naam haar, juffrouw Kreisler,
boven alles heilig was en toen had ze gedacht
dat 't haar plicht was den dokter hiervan op de
hoogte te brengen, zoodat hij wat schielijker thuis
kwam en zijn vrouw ter zijde kon staan. En nu
had Dr. Dannz haar aangezegd, dat zijn vrouw
geen gouvernante meer noodig had en dat hij een
geweldigen afkeer van kletspraatjes had en, zoo
mogelijk nóg meer van allen, die ze bedachten en
verbreidden! En nu, 'twas vreeselijk, nu moest
ze op stip en sprong weg
„Hebt ge clat aan mijn man meegedeeld?"
„Ja! Ik beschouwde 't als mijn plicht
„Wanneer hebt ge hem dat gezegd? Van
ochtend Nu?"
„Neen. Ik heb 't hem verleden week naar Keulen
geschreven ik wilde, dat hij zoo gauw mogelijk
thuis zou komen kermde juffrouw Kreisler.
„Hebt ge hem geschreven? Die babbelpraatjes
geschreven?"
Mariene wendde juffrouw Kreisler den rug toe
en trad naar het venster, „Onvoorwaardelijk geloof
en vertrouw ik je, mijn beste Had hij dit den
vorigen dag niet gezegd? Plotseling stonden die
woorden haar weer voor den geest. Maar ze klonken
haar nu anders, héél anders in de ooren.
De tranen schoten haar eensklaps in de oogen.
„Mariene, ik smeek je Dr. Dannz weet 't
niet alleen door mij en ook niet het eerst. Römer
is zelf naar Keulen gereisd en heeft geeischt dat
hij je aan hem zou afstaan en
„Wat zegt ge daar? Römer zelf? Hoe onzinnig!"
riep Mariene verontwaardigd, van het venster
terugkomende.
„Ik spreek enkel de waarheid! Zoo waar als ik
leefl De heeren hebben geduelleerd, de schilder
is aan den schouder gekwetst en ligt te Keulen
niet nader gemotiveerde condusie, „dat de
belangen der arbeiders by de particuliere
Maatschappijen niet veilig zyn en de ver
goeding voor gemaakte onkosten door de
getuigen absoluut onvoldoende zijn".
Van die grieven schijnt my deze wel de
belangrijkste, dat Koedam niet zou hebben
gekregen, wat hem rechtmatig toekomt. Ik
erken volmondig, dat het voor een arbeider
evenals voor ieder ander hoogst on
aangenaam is, door een ongeval, of op andere
wijze, een zyner ledematen, zij bet maar zijn
linkermiddenvinger, grootendeels te moeten
missen. Doch op zich zelf geeft hem dat ge
mis geen aanspraak op een blijvende rente.
De "Wet verbindt die aanspraak aan het al
of niet aanwezig zijn van arbeidsongeschikt
heid en daarvan zegt de Wet (artikel 39)
uitdrukkelijk, „dat een arbeider geheel of
„gedeeltelijk ongeschikt wordt geacht tot
„werken, indien hy geheel of gedeeltelijk
„ongeschikt is geworden tot arbeid, die voor
„zijn krachten en bekwaamheid is berekend."
De ervaring nu leert, dat een arbeider zich
betrekkelijk spoedig volkomen aanpast aan
het verlies van een zyner vingers; de andere
vingers nemen de functie van het verloren
lid over en het duurt niet lang, of de geheele
hand heeft haar vorige kracht en vaardig
heid teruggekregen. Wünneer dat tijdstip
intreedt, is natuurlijk vooruit niet te zeggen
bij een jong mensch als Koedam— hij was
ten tijde van het ongeval 22 jaar wordt
de aanpassing spoediger verkregen dan bij
een ouden man; doch duidelijke aanwijzin
gen, dat de aanpassing is ingetreden, liggen
in den toestand, waarin zich de hand be
vindt, waaronder de beëelting een voorname
plaats inneemt. In het geval van Koedam,
waarin de amputatiestomp goed bewegelijk
was, een goede en verschuifbare huidbedek
king had en niet pijnlijk was, mocht worden
aangenomen, dat na ruim een jaar de aan
passing had plaats gevonden, welke in den
regel in dien tijd plaats vindt.
Blijkbaar was niet alleen het Bestuur van
de Landbouw-Onderlinge doch ook de Com
missie van Scheidslieden doordrongen van
de waarheid van het bovenstaande. Kan de
getroffene zich met de gevallen uitspraak
niet vereenigen, dan staat hem de weg open
naar den Centralen Raad van Beroep. Of hij
daar beter zal slagen, betwijfel ik ten zeerste;
de Centrale Raad immers heeft herhaaldelijk
in soortgelijke zaken als zijn meening uit
gesproken, dat verlies van een vinger - ook
in den landarbeid geen blijvende arbeids
ongeschiktheid meebrengt.
Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank
oordeelt hierover niet anders. Ook naar het
oordeel van die Staatsinstelling brengt het.
verlies van een vioger zoo goed als nimmer
blyvende arbeidsongeschiktheid mede. De
conclusie van den heer Poortvliet, dat de
belangen der arbeiders bij „de particuliere
Maatschappijen" niet veilig zouden zijn
waarmee hij waarschijnlijk bedoelt, dat die
belangen beter zouden worden behartigd
door eene Staatsinstelling mist derhalve
allen grond. In het voorbijgaan merk ik op,
dat de Landbouw Onderlinge geen „particu
liere Maatschappij" is doch eene onderlinge
in het ziekenhuis. Eergisteren stond 'tin alle
couranten niet met naam en toenaam, maar wij
weten 't toch allemaal Ik smeek je, Mariene,
ik ben oud en zwak wie neemt mij nog op in
zijn huis? Doe toch een goed woord voor mij!"
Mariene lette nauwelijks op het jammerend
schepsel.
„Ga maar heen, bedaar maar! Ik zal er met
mijn man over spreken," zeide zij, het vertrek
verlatende.
Met wankelende schreden betrad zij Erik's
kamer. Hier viel zij in den grooten leunstoel bij
den brandenden haard neer. En nu kon ze schreien
lang verkwikkelijk schreien.
Wat had Signora Carino ook weer gezegd?
„Alleen iemand, die héél veel van je houdt, zal je
gelooven, je moeder misschien 'of je man
Ze hoorde niet, dat de deur geopend werd en
Erik binnentrad.
Eerst toen hij zich over haar heenboog en een
kus op haar voorhoofd drukte, zag zij onthutst op
en vestigde zij de roodgeweende oogen op de zijne.
„Erik, als ge mij nog vertrouwt, zooals ge zegt,
dan
Hij trok haar uit den stoel op en hield haar bij
de handen vast. „Wat dan?" vroeg hij.
„Dan Iaat 't weer tusschen ons worden zooals
't vroeger was."
Sprakeloos trok hij haar naar zich toe, maar
zijne oogen zochten de hare, alsof hij tot op den
bodem van haar ziel wilde lezen, en toen hij in
die mooie donkere sterren een geschiedenis las
van bitter leed en slapeloos doorgebrachte nach
ten, zoowel als de roerende, stomme bede om ver
giffenis, die 't den rooden mond zoo moeilijk viel
om in woorden te brengen, boog hij zich tot haar
over en fluisterde: „Zeg niets, Mariene ik weet
alles 't is voornamelijk mijn eigen schuld. Ik
heb in dien ongelukkigen tijd maar altijd aan mijn
patiënten gedacht, ik had geen oogen voor het
lijden van mijn liefste en beste en ze was toch
zoo ziek veel zieker dan de anderen. Dit was
vereeniging en dat het Bestuur daarvan geen
enkel belang heeft bij het bedrag der toe
gekende schadeloosstellingen.
Dat Koedam tot 10 September moest
wachten, voordat hij zijn zaak, op 16 Maart
aangebracht, ter terechtzitting zag behan
deld, vindt zijn oorzaak in de omstandig
heid, dat de Voorzitter der Commissie van
Scheidslieden, nu wijlen Mr.A.J.vanThiel,
in den voorzomer is overleden en dat in
zjjne vervanging moest worden voorzien.
Dat is geschied en de Voorzitter van de
Commissie van Scheidslieden te Amsterdam,
die met de waarneming der vacature werd
belast, heeft met bekwamen spoed de han
gende zaken ter hand genomen en tot be
slissing gebracht.
Verwonderlijk klinkt de grief, dat de Land
bouw-Onderlinge haar standpunt ter terecht
zitting liet toelichten door een advocaat. Die
advocaat was niemand anders dan Mr. J.
v. d. Hoekde Chef van het By kantoor der
Landbouw-Onderlinge te Rotterdam, naar
mijne meening de aangewezen man om in
dezen de zaak toe te lichten; het ongeval
immers ressorteerde onder dat By kantoor;
Mr. v. d. Hoek kende de zaak van haver tot
gort en mag bovendien op het gebied der
ongevallenverzekering bogen op eene bijna
25-jarige ervaring. Van eene eenzfidige toe*
lichting was in dezen ook daarom geen
sprake, omdat de heer Poortvliet zelf ter
terechtzitting de zaak van den getroffene
had opgenomen en daarbij zonder twjjfel
alles te berde heeft gebracht wat in het
belang van den getroffene kon strekken.
Dat de heer Poortvliet voor zfine moeite
zoo karig werd beloond en hier kom ik
tot zijn laatste grief wordt ook doormfi
betreurd. Ik vertrouw echter, dat het hem
niet in de eerste plaats om geldelijke be
looning zal zijn te doen geweest; zijne uit
gaven heeft hij vergoed gekregen en voor
het overige kan hij zich troosten met de
gedachte, dat een goede daad hare belooning
vindt in zich zelve. Want dat de heer Poort
vliet een goede daad verrichtte met voor
de belaDgen van Koedam op te treden, wil
ook ik niet ontkennen, al blijf ik van mee
ning, dat de Commissie van Scheidslieden
juist heeft gehandeld, met de vordering af
te wijzen.
Ik dank de Redactie voor de plaatsing en
verbluf,
Hoogachtend,
J. v. d. Koogh,
Voorzitter Zuid-Hollandsche
Landbouw-Onderlinge.
VERBOUWT AARI)APPELSOORTEN ME
ONVATBAAR ZIJN VOOR WRATZIEKTE.
Ondergeteekende, vestigt de aandacht van
alle belanghebbenden op de groote beteeke-
nis, die de teelt van voor wratziekte onvat
bare aardappelsoorten voor de cultuur en
den export van aardappelen heeft. Het ver
dient daarom aanbeveling, de teelt van deze
soorten zooveel mogelijk over het geheele
land ingang te doen vinden. Zelfs bij een
mijn fout, en die moet ge mij vergeven maar,
zie, Mariene, ik was zoo stellig verzekerd van je
vertrouwen in mij ik, ingebeelde, dwaze vent!
dat ik volstrekt niet
„Erik, ik was niet ziek," merkte zij beschaamd
aan, „jaloersch was ik razend jaloersch!"
„Dat's ook een ziekte, Mariene de ongegronde
jaloezie althans."'"
„Ik zal nooit weer instorten, Erik," verzekerde
zij hem. „Ik weet nu een probaat middel
„En dat is?"
„Ik kom dadelijk bij je, als ik eenigszins twijfel,
en dan vraag ik je oog in oog: „Hebt ge mij nog
lief?"
„Best Dat's afgesproken, schat!"
„En nu behooren wij elkaar weer toe, Erik
geheel en al, niet waar?" Zij zeide dit, beurtelings
snikkend en lachend, terwijl zij de armen om zijn
hals sloeg. Nu drukte hij schielijk zijn lippen op
de hare en kusten zij elkaar met een zekere plech
tigheid, alsof 't een verlovingskus was. En op dit
oogenblik kwamen de kinderen de kamer binnen,
en achter hen sloot de oude Trui de deur met een
lach op haar gerimpelde tronie.
„Ik weet iemand, die dat plezier zal doen!"
mompelde zij, naar de kinderkamer terugstrom
pelend. „Wat zal Jochem Tutebusch dèórvan wel
zeggen!"
De kinderen bleven stil staan en keken met
groote oogen toe, toen vader een ring van zijn
pink trok en dezen moeder aan de rechterhand
stak.
„Ik heb hem op de geheele reis gedragen, dien
kostelijken ring!" zeide hij glimlachend. „Ziezoo!
En komt nu hier, dreumessen, en laat je eens
goedenmorgen kussen! Wel, verbazend, Mariene
Erica is een echte schoonheid geworden!"
En hij hief het kleine blondje op, dat de armpjes
juichend om zijn hals sloeg.
EINDE.