KROS WOENSDAG 28 September 1927 te koop een Tuinderij, ;n van een Insluit- iet ieders werk! IA-HAARDEN IE. M. JAARSMA-HAARDEN 110,- tot f 175,- in de courante modellen. IEN vanaf f 60,- hebben wij in voorraad. NI EU Wl AND [DDELHARNIS. fE ADÜES. LET OP HET JÜISÏE ADRES. ifitH.W. TOLENAAR's :N TAPIJTEN - GORDIJNEN nsche Veiling Rotterdam VERKEERSWEZEN WESTNBBRDBRABANT. feuilleton. DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW. ij onze adverteerders. ingezonden stukken Land- en Tuinbouw. 1927. KERK. ben Oudsten- s. Baarslag, peren. Iman. [)en Oudsten ds.Polhuijs. as. Polhuijs. buys en nm. Inner, pop). P uit Brielle Zuidland. Velzen. luitR'burg. de Lange, lafsma. 1. De Graaff. lENTE. p\leeskerk. |TEN. De Blois. ItECHTZAKEN. RECI1TBANK TE ROTTERDAM. Uitspraken. De rechtbank heeft veroordeeld: M. v. d. M32 jaar, wissellooper-timmer- man te Melissant, gedetineerd, -wegens ver duistering van gelden, die hij voorH. Tiele- man en G. Mooiweer had geïnd, tot 5 maanden gevangenisstraf met aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis doorgebracht. A. d. B., 22 jaar, te Nieuwenhoorn, wegens mishandeling van A. Langendoen, gepleegd op 18 Juli, tot 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3jaar, onder bijzondere voorwaarden, met bepaling dat verdachte aan Langendoen 150 schade vergoeding zal betalen. In een zaak van C. J. G., 33 jaar, koop man te Hoogvliet, die in hooger beroep had terecht gestaan van een vonnis van den kan tonrechter te Brielle, waarbij hij wegens openbare dronkenschap en verstoring van de orde was veroordeeld tot 12,— boete, subs. 12 dagen hechtenis, heeft de rechtbank het vonnis vernietigd wat betreft de kwali ficatie en voor |het overige het vonnis be vestigd. Prijs per kwartaal. f I, Losse nummersf 0,07" Aivertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dien9taanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Oit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. Ko. 15 Voorstraat Hiddelharnis. 9E JAARGANG. - N°. 92 INGEZONDEN MEDEDEEUNG. STSLUIS TffiAG meer te lARNIS. llevoetslufs Telefoon 39 [ütdag (Bielle) (Oostyoorne) In vol bedrijf, groot 2.49 H.A. met flink Huis, Zes druivenkas- sen, ieder 75 M. lang, boomge was, brongas, op Voorne. Geld voor Hypotheek aanwezig. Brieven onder letter F. aan D. MOERMAN, Uitgever, Brielle. Is in de laatste jaren hierin |en plaatsen al onze haarden van goede werking. Wij voorraad in de nieuwste daarom uit tot een bezoek aan onzen winkel tint bezichtigen en wij U, zonder eenige ver- ewenschte inlichtingen verstrekken. De prijzen der ÏAAGT PRIJSCOURANT. WESTDÏJK 384 )N ING IN RICHTING EN IS1NGEL196 ROTTERDAM ervaardiging 1aakvolle meubileering (AAR EN U ZIJT TEVREDEN. I. EIERVERZENDERSI Ji, dat U als regel steeds te weïflig voor Uw irijgt. Er wordt geen rekening gehouden met de leren, zoodat zij, die mooi goed leveren stet*K [den. ])reit prijs maken dan U nu voor Uw eieren krijgt t jld inlichtingen bij Warmoezierstraat O 37—39. controle voor H.H. Zenders. Onderstaand adres is verzonden: Aan a, Z.Exc. den Minister van Waterstaat te 1sGravenhage b. De Provinciale Staten v. Noordbrabant te 's Hertogenbosch. De tijdsomstandigheden hebben het ver keerswezen, in algemeenen zin genomen, in volle aandacht geplaatst, wat zeer zeker valt toe te juichen, wijl toch dat verkeers wezen doorloopend die volle aandacht ver dient, immers een goed ingericht verkeers wezen is wel mede van de allereerste voor* vaarde voor een gezonde ontwikkeling van de volkswelvaart. Temeer te betreuren valt het daarom, hoe onbegrijpelijk ook, daaraan nog steeds zooveel is blijven ontbreken en het lijdt dan ook wel geen twijfel, of van allen kant zal ter op verbetering worden aangedrongen, juist thans, nu, gelijk gezegd, de tijdsom standigheden daarvoor zooveel gunstiger zijn. Wellicht, dat aan de verschillende verzoe ken om varkeersverbetering nog niet eens aanstonds ten volle kan worden voldaan, maar hoe dan ook, aan het Zuid-Westelijk gedeelte van ons Vaderland dient, naar onze bescheiden meening, nu toch eens eindelijk volle aandacht te worden geschonken en hiei - voor binnen korten tijd, aanmerkelijke ver- keersverbetering tot stand te worden gebracht. Of men de spoorwegkaart öf het Rijks- wegennet beschouwt, geheel het bedoelde gebied, toch zeker niet het minst belangrijke, ook niet wat de belastingopbrengst betreft, is blanco gelaten en tot een immer zeer ongewenschten „dooden hoek" gemaakt. Het verkeerswezen tusschen de Zuid-Hol landsche Eilanden, West-Noordbrabant en Zeeland onderling, om van het doorgaand verkeer niet te spreken, is nog bijzonder slecht ingericht. Ongetwijfeld geeft de geografische ligging daarvoor wel eenige aanleiding, maar toch kan aanmerkelijke verbetering worden aan gebracht. Noodig in 't bijzonder is: eene goede verbinding Middelharnis-Helle- voetsluis, idem Plakkee-Noordbrabantschen wal, idem Numansdorp-Willemstad, idem Zype-Anna Jacoba Polder, idem Tholen-Noordbrabantsche wal, idem Zuid-Bcveland-idem, en dan vooral ook, met een en ander ver end houdende, een goede rechtstreeksche verbinding voor deze streken met haar hoofd- marktplaats, tevens wereldhandelsstad, Rot- ~im, zoowel wat het massaal-goederen- vervoer, zonder overladen, als het gewone verkeer betreft en tegen behoorlijke, niet ivenmatige tarieven. Voor zoover nog niet in overeenstemming met de hedendaagsche verkeerseischen, wa- ten bedoelde verbindingen allereerst te ver beteren. Zoo noodig en mogelijk worde ook om uitbreiding van het aantal rivierovergangen gedacht. Onze Commissie heeft zich inzonderheid W. HEIMBURG VERTALING VAN HERMINA. f Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) tij Eerst tegen den morgenstond sliep zij in. Uit tën loodzwaren slaap ontwaakte zij dof en ver drietig; al het voorgevallene van gisteren stond haar eensklaps voor weer den geest. Ze had geen of moed om op te staan en wikkelde zich moe lamlendig in de dekens. Maar de kinderen lieten haar geen rust. De i^gen riep luidkeels, dat hij naar papa wilde, Erica werd wakker en wilde bij mama in bed ko- men. Trui opende de luiken, zoodat het licht van fen zonnigen najaarsdag in de kamer viel. uMijnheer is al naar de inrichting," zeide de vrouw. „Mevrouw moest maar niet op hem Wachten met het ontbijt." Mariene stond op, nam zooals gewoonlijk een houd bad en voelde zich hierdoor wat opgewekter. ÜP den zolder, in de gang, overal zag zij de sporen wan den teruggekeerden reiziger: jassen, petten, hoffers; ook in zijn eigen kamer. Een half leege 7P koffie stond op de tafel vóór den haard, j|garendamp woei haar tegen. Weer doortrilde naar een gewaarwording als van hoop en blijd schap; doch deze week spoedig, om opnieuw P'aats te maken voor het angstig en wantrouwend ^ev°el, dat haar al zoolang hinderde en bezwaarde dat ze, ondanks alles, maar niet van zich kon ^tten. Zij redderde de kamer wat op en ging vervolgens haar dagel'jksche bezigheden. Ze begaf zich u«r de keuken en beval een lievelingsgerecht van bezig gehouden met en in vergelijking met elders, zeer voldoende finantiëelen steun uit de betrokken streek toegezegd gekregen voor verbetering van den rivierovergang Willem- stad-Numansdorp (met inbegrip van verbe terde verkeersroute naar Rotterdam), vroe ger dè overgang bij uitnemendheid (oude Fransche weg) en nog steeds mede vormend de kortste verbinding (met slechts één veer) Frankrijk en België (Antwerpen)-Holland (Rotterdam), zoomede voor Zeeland, West- Noordbrabant en Zuid-Hollandsche eilanden van belang. Door laksheid eenerzyds en groote activi teit anderzijds is bedoelde rivierovergang in een toestand van verval geraakt, mede ten gevolge van zeer beperkte exploitatie, wat zich steeds meer gaat wreken. Vandaar de actie tot verbetering en onzer zijds is een en ander gegoten in den vorm van en bereids om subsidie bij het Rijk en de Provincie Noordbrabant aangeklopt voor een modern tramplan Steenbergen-Dintel- oord-Willemstad (Rotterdam), gezien de plaatselijke omstandigheden; immers de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij, van wie behoorlijke medewerking kan worden verwacht, al zal een goede regeling met haar moeten worden getroffen, exploiteert het veer Willemstad-Numansdorp, vanwaar haar tramdienst naar Rotterdam, terwijl haar Tramwegnet tevens eindpunt heeft in Steen bergen. Door verbetering van het bestaande Tram wegnet, met inschakeling dus van een nieuwe tramlijn over korten afstand (Steenbergen Dinteloord—Willemstad), met daaraan ver bonden flinken veerdienst tegen billijk tarief, zou aan het tweeledig doel van het veer (massaal goederenvervoer zonder overladen en betere bediening gewone verkeer) op de beste, verkeerszekerheid en-veiligheid geven de wijze zijn beantwoord en tevens het vrucht bare land van Dinteloord uit zijn isolement verlost zijn, terwijl zoowel de Rotterdamsche, alsook de Zuid-Nederlandsche Tramwegmaat schappij er slechts wel by zouden kunnen varen, beide toch kregen daarbij als 't ware eindpunt te Rotterdam en de uiteraard kost bare veerdienst Zfipe- Numansdorp kon mo gelijk vervallen. Het in de tramwegen een maal vastgelegd kapitaal zou hier nog beter rendabal kunnen worden gemaakt, gezien de geografische ligging. Voorts zou de scheepvaart met een uit het plan voortkomende betere haven te Willem stad ongetwijfeld haar voordeel weten te doen. Wjj zijn er van overtuigd, dat aan onze verkeersplannen, 't moge voorzoover noodig, uit het vorenstaande nog eens duidelijk blij ken, een gezonde gedachte ten grondslag ligt en willen het daarom dan ook nogmaals in Uw welwillende aandacht ten zeerste aan bevelen. Wanneer dit plan tot uitvoering zou mogen komen, dan zou het al een heele stap in de goede richting zijn en successievelijke ver betering der wegen zou kunnen volgen; de weg van Rotterdam naar Numansdorp komt reeds op het RLjkswegenplan voor en ook van Belgische zijde wordt reeds wegen ver betering in de richting van het veer Willem stad-Numansdorp voorgestaan. den dokter voor het middageten klaar te maken. Boven legde zij de nieuwe pakjes uit om de kin deren aan te trekken en liet de kamermeid eenige bloemen bij den tuinman halen. Uiterlijk moest alles ttn minste feestelijk zijn. Hij bleef lang In het Sanatorium. Waarom zou hij ook niet? Hij had geen haast om naar zijn huis te gaan dit liep niet weg en de kinderen ook niet en zijn vrouw al evenmin die dwaze vrouw, die hem niets meer kon schelen. En bovendien had hij zooveel geduld. Hoe zou dit nu echter op den duur gaan hoe zou ze die kalme en bedaarde meerderheid ver dragen? Een luid schellen aan de huisdeur brak hier haar wanhopige gedachten af. Hij kon 't zijn, misschien had hij den sleutel niet meegenomen, alles was zoo nieuw en vreemd voor hem geweest, Maar daar kwam de meid al met de boodschap, dat juffrouw Kreisler mevrouw ver langde te spreken. Mariene wilde haar belet geven, doch de be zoekster duwde het meisje al op zijde en snelde op Mariene toe met beschreid gelaat, bevend, slordig gekleed, alle etiquette en Fransche zinnetjes ver getend. „Mariene 1 Lieve, beste Mariene, ontferm je toch over mij! Ik weet wel, dat 't niet goed is geweest, maar mij zóó hard te straffen, op staanden voet m'n ontslag te geven ik smeek je, doe toch je best dat ik hier zoolang mag blijven, todat ik een ander onderkomen heb gevonden! Waarheen zal_i.k gaan, zoo op stel en sprong Mariene zag haar in ééne verbazing aan. „Ik begrijp u volstrekt niet," zeide zij. „Wat is er gebeurd?" „Je man is zoo boos op mij!" „Dat spijt mij. Maar waarom?" Juffrouw Kreisler wendde het hoofd af, zocht zenuwachtig naar haar zakdoek, en toen ze dezen niet in den zak van haar japon vond, sloeg zij de handen voor het aangezicht, liet zich in een stoel neervallen en kwam schreiend en snikkend al hortend en stootend met haar bekentenis voor Met belangstelling mogen wij dan intus- schen de voor deze landstreken terzake te nemen beslissingen afwachten. Dat er in elk geval met spoed wat gebeure, want aan de Volkswelvaart werd en wordt, bij toenemende bevolking steeds meer te kort gedaan. De Commissie tot verbetering van het Verkeerswezen in West-Noordbrabant, De Secretaris (get.) C. L. DE BRUIJN. De Voorzitter (getH. VAN DER VEEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Redactie In Uw blad van Zaterdag 17 September 1927 las ik het ingezonden stuk van den heer D. Poortvlietlandbouwer te Dirksland, waarin deze zijn beklag doet over de schade loosstelling verleend aan den landarbeider A. Koedam en over de behandeling van de daaruit voortvloeiende beroepszaak voor de Commissie van Scheidslieden te's-Graven- hage. Als voorzitter van de Zuid-Hollandsche Landbouw-Onderlinge ben ik met het geval bekend en U zult mij wel willen toestaan, in antwoord op het schreven van den heer Poortvliet., het een en ander in het midden te brengen. De feiten zjjn als volgt. Op 4 Augustus 1925 werd Koedam in dienst van zijn werk gever door een ongeval getroffen, waardoor hfi twee leden van den linkermiddenvinger verloor. De Landbouw-Onderlinge, waarbij zijn werkgever verzekerd was, kende hem verschillende schadeloosstellingen toe, het laatst naar een invaliditeit van 10 welke uitkeering werd beëindigd op 25 September 1926, dat is dus ruim dertien maanden na het ongeval. Op dien datum achtte het Be stuur der Landbouw-Onderlinge geen invali diteit meer aanwezig, omdat de getroffene zich aan zijn letsel had aangepast. De ge troffene stelde beroep in by de Commissie van Scheidslieden; deze hoorde beide par tijen, den werkgever en nog enkele personen uit de practijk van den landbouw. Op grond daarvan en van de overgelegde rapporten was de Commissie van Scheidslieden van meening, dat bij den getroffene sedert 25 Sep tember 1926 geen noemenswaardige arbeids ongeschiktheid meer bestond en zij bevestigde de beslissing der Landbouw-Onderlinge. Wat zijn nu de grieven van den heer Poortvliet? In de eerste plaats natuurlijk dat de uit keering ten onrechte is beëindigd. Verder dat het beroep, aangebracht bij klaagschrift van 16 Maart 1927, eerst op 10 September ter terechtzitting werd behandeld. Eindelijk, dat de Landbouw-Onderlinge ter terechtzit ting haar standpunt liet toelichten door een advocaat, en tenslotte,-dat de heer Poortvliet, als getuige ter terechtzitting opgeroepen, als vergoeding van zijn moeite en kosten niets anders ontving dan terugbetaling van zyn reiskosten en ƒ3,— voor verblijfkosten. Uit een en ander trekt de heer Poortvliet de den dag. Ze had gemeend Dr. Dantiz te moeten waar schuwen voor mijnheer Römer. De hofdame van Hare Hoogheid had allerlei nare dingen verteld van hem en haar lieve, haar boven alles dierbare Mariene, wier goede naam haar, juffrouw Kreisler, boven alles heilig was en toen had ze gedacht dat 't haar plicht was den dokter hiervan op de hoogte te brengen, zoodat hij wat schielijker thuis kwam en zijn vrouw ter zijde kon staan. En nu had Dr. Dannz haar aangezegd, dat zijn vrouw geen gouvernante meer noodig had en dat hij een geweldigen afkeer van kletspraatjes had en, zoo mogelijk nóg meer van allen, die ze bedachten en verbreidden! En nu, 'twas vreeselijk, nu moest ze op stip en sprong weg „Hebt ge clat aan mijn man meegedeeld?" „Ja! Ik beschouwde 't als mijn plicht „Wanneer hebt ge hem dat gezegd? Van ochtend Nu?" „Neen. Ik heb 't hem verleden week naar Keulen geschreven ik wilde, dat hij zoo gauw mogelijk thuis zou komen kermde juffrouw Kreisler. „Hebt ge hem geschreven? Die babbelpraatjes geschreven?" Mariene wendde juffrouw Kreisler den rug toe en trad naar het venster, „Onvoorwaardelijk geloof en vertrouw ik je, mijn beste Had hij dit den vorigen dag niet gezegd? Plotseling stonden die woorden haar weer voor den geest. Maar ze klonken haar nu anders, héél anders in de ooren. De tranen schoten haar eensklaps in de oogen. „Mariene, ik smeek je Dr. Dannz weet 't niet alleen door mij en ook niet het eerst. Römer is zelf naar Keulen gereisd en heeft geeischt dat hij je aan hem zou afstaan en „Wat zegt ge daar? Römer zelf? Hoe onzinnig!" riep Mariene verontwaardigd, van het venster terugkomende. „Ik spreek enkel de waarheid! Zoo waar als ik leefl De heeren hebben geduelleerd, de schilder is aan den schouder gekwetst en ligt te Keulen niet nader gemotiveerde condusie, „dat de belangen der arbeiders by de particuliere Maatschappijen niet veilig zyn en de ver goeding voor gemaakte onkosten door de getuigen absoluut onvoldoende zijn". Van die grieven schijnt my deze wel de belangrijkste, dat Koedam niet zou hebben gekregen, wat hem rechtmatig toekomt. Ik erken volmondig, dat het voor een arbeider evenals voor ieder ander hoogst on aangenaam is, door een ongeval, of op andere wijze, een zyner ledematen, zij bet maar zijn linkermiddenvinger, grootendeels te moeten missen. Doch op zich zelf geeft hem dat ge mis geen aanspraak op een blijvende rente. De "Wet verbindt die aanspraak aan het al of niet aanwezig zijn van arbeidsongeschikt heid en daarvan zegt de Wet (artikel 39) uitdrukkelijk, „dat een arbeider geheel of „gedeeltelijk ongeschikt wordt geacht tot „werken, indien hy geheel of gedeeltelijk „ongeschikt is geworden tot arbeid, die voor „zijn krachten en bekwaamheid is berekend." De ervaring nu leert, dat een arbeider zich betrekkelijk spoedig volkomen aanpast aan het verlies van een zyner vingers; de andere vingers nemen de functie van het verloren lid over en het duurt niet lang, of de geheele hand heeft haar vorige kracht en vaardig heid teruggekregen. Wünneer dat tijdstip intreedt, is natuurlijk vooruit niet te zeggen bij een jong mensch als Koedam— hij was ten tijde van het ongeval 22 jaar wordt de aanpassing spoediger verkregen dan bij een ouden man; doch duidelijke aanwijzin gen, dat de aanpassing is ingetreden, liggen in den toestand, waarin zich de hand be vindt, waaronder de beëelting een voorname plaats inneemt. In het geval van Koedam, waarin de amputatiestomp goed bewegelijk was, een goede en verschuifbare huidbedek king had en niet pijnlijk was, mocht worden aangenomen, dat na ruim een jaar de aan passing had plaats gevonden, welke in den regel in dien tijd plaats vindt. Blijkbaar was niet alleen het Bestuur van de Landbouw-Onderlinge doch ook de Com missie van Scheidslieden doordrongen van de waarheid van het bovenstaande. Kan de getroffene zich met de gevallen uitspraak niet vereenigen, dan staat hem de weg open naar den Centralen Raad van Beroep. Of hij daar beter zal slagen, betwijfel ik ten zeerste; de Centrale Raad immers heeft herhaaldelijk in soortgelijke zaken als zijn meening uit gesproken, dat verlies van een vinger - ook in den landarbeid geen blijvende arbeids ongeschiktheid meebrengt. Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank oordeelt hierover niet anders. Ook naar het oordeel van die Staatsinstelling brengt het. verlies van een vioger zoo goed als nimmer blyvende arbeidsongeschiktheid mede. De conclusie van den heer Poortvliet, dat de belangen der arbeiders bij „de particuliere Maatschappijen" niet veilig zouden zijn waarmee hij waarschijnlijk bedoelt, dat die belangen beter zouden worden behartigd door eene Staatsinstelling mist derhalve allen grond. In het voorbijgaan merk ik op, dat de Landbouw Onderlinge geen „particu liere Maatschappij" is doch eene onderlinge in het ziekenhuis. Eergisteren stond 'tin alle couranten niet met naam en toenaam, maar wij weten 't toch allemaal Ik smeek je, Mariene, ik ben oud en zwak wie neemt mij nog op in zijn huis? Doe toch een goed woord voor mij!" Mariene lette nauwelijks op het jammerend schepsel. „Ga maar heen, bedaar maar! Ik zal er met mijn man over spreken," zeide zij, het vertrek verlatende. Met wankelende schreden betrad zij Erik's kamer. Hier viel zij in den grooten leunstoel bij den brandenden haard neer. En nu kon ze schreien lang verkwikkelijk schreien. Wat had Signora Carino ook weer gezegd? „Alleen iemand, die héél veel van je houdt, zal je gelooven, je moeder misschien 'of je man Ze hoorde niet, dat de deur geopend werd en Erik binnentrad. Eerst toen hij zich over haar heenboog en een kus op haar voorhoofd drukte, zag zij onthutst op en vestigde zij de roodgeweende oogen op de zijne. „Erik, als ge mij nog vertrouwt, zooals ge zegt, dan Hij trok haar uit den stoel op en hield haar bij de handen vast. „Wat dan?" vroeg hij. „Dan Iaat 't weer tusschen ons worden zooals 't vroeger was." Sprakeloos trok hij haar naar zich toe, maar zijne oogen zochten de hare, alsof hij tot op den bodem van haar ziel wilde lezen, en toen hij in die mooie donkere sterren een geschiedenis las van bitter leed en slapeloos doorgebrachte nach ten, zoowel als de roerende, stomme bede om ver giffenis, die 't den rooden mond zoo moeilijk viel om in woorden te brengen, boog hij zich tot haar over en fluisterde: „Zeg niets, Mariene ik weet alles 't is voornamelijk mijn eigen schuld. Ik heb in dien ongelukkigen tijd maar altijd aan mijn patiënten gedacht, ik had geen oogen voor het lijden van mijn liefste en beste en ze was toch zoo ziek veel zieker dan de anderen. Dit was vereeniging en dat het Bestuur daarvan geen enkel belang heeft bij het bedrag der toe gekende schadeloosstellingen. Dat Koedam tot 10 September moest wachten, voordat hij zijn zaak, op 16 Maart aangebracht, ter terechtzitting zag behan deld, vindt zijn oorzaak in de omstandig heid, dat de Voorzitter der Commissie van Scheidslieden, nu wijlen Mr.A.J.vanThiel, in den voorzomer is overleden en dat in zjjne vervanging moest worden voorzien. Dat is geschied en de Voorzitter van de Commissie van Scheidslieden te Amsterdam, die met de waarneming der vacature werd belast, heeft met bekwamen spoed de han gende zaken ter hand genomen en tot be slissing gebracht. Verwonderlijk klinkt de grief, dat de Land bouw-Onderlinge haar standpunt ter terecht zitting liet toelichten door een advocaat. Die advocaat was niemand anders dan Mr. J. v. d. Hoekde Chef van het By kantoor der Landbouw-Onderlinge te Rotterdam, naar mijne meening de aangewezen man om in dezen de zaak toe te lichten; het ongeval immers ressorteerde onder dat By kantoor; Mr. v. d. Hoek kende de zaak van haver tot gort en mag bovendien op het gebied der ongevallenverzekering bogen op eene bijna 25-jarige ervaring. Van eene eenzfidige toe* lichting was in dezen ook daarom geen sprake, omdat de heer Poortvliet zelf ter terechtzitting de zaak van den getroffene had opgenomen en daarbij zonder twjjfel alles te berde heeft gebracht wat in het belang van den getroffene kon strekken. Dat de heer Poortvliet voor zfine moeite zoo karig werd beloond en hier kom ik tot zijn laatste grief wordt ook doormfi betreurd. Ik vertrouw echter, dat het hem niet in de eerste plaats om geldelijke be looning zal zijn te doen geweest; zijne uit gaven heeft hij vergoed gekregen en voor het overige kan hij zich troosten met de gedachte, dat een goede daad hare belooning vindt in zich zelve. Want dat de heer Poort vliet een goede daad verrichtte met voor de belaDgen van Koedam op te treden, wil ook ik niet ontkennen, al blijf ik van mee ning, dat de Commissie van Scheidslieden juist heeft gehandeld, met de vordering af te wijzen. Ik dank de Redactie voor de plaatsing en verbluf, Hoogachtend, J. v. d. Koogh, Voorzitter Zuid-Hollandsche Landbouw-Onderlinge. VERBOUWT AARI)APPELSOORTEN ME ONVATBAAR ZIJN VOOR WRATZIEKTE. Ondergeteekende, vestigt de aandacht van alle belanghebbenden op de groote beteeke- nis, die de teelt van voor wratziekte onvat bare aardappelsoorten voor de cultuur en den export van aardappelen heeft. Het ver dient daarom aanbeveling, de teelt van deze soorten zooveel mogelijk over het geheele land ingang te doen vinden. Zelfs bij een mijn fout, en die moet ge mij vergeven maar, zie, Mariene, ik was zoo stellig verzekerd van je vertrouwen in mij ik, ingebeelde, dwaze vent! dat ik volstrekt niet „Erik, ik was niet ziek," merkte zij beschaamd aan, „jaloersch was ik razend jaloersch!" „Dat's ook een ziekte, Mariene de ongegronde jaloezie althans."'" „Ik zal nooit weer instorten, Erik," verzekerde zij hem. „Ik weet nu een probaat middel „En dat is?" „Ik kom dadelijk bij je, als ik eenigszins twijfel, en dan vraag ik je oog in oog: „Hebt ge mij nog lief?" „Best Dat's afgesproken, schat!" „En nu behooren wij elkaar weer toe, Erik geheel en al, niet waar?" Zij zeide dit, beurtelings snikkend en lachend, terwijl zij de armen om zijn hals sloeg. Nu drukte hij schielijk zijn lippen op de hare en kusten zij elkaar met een zekere plech tigheid, alsof 't een verlovingskus was. En op dit oogenblik kwamen de kinderen de kamer binnen, en achter hen sloot de oude Trui de deur met een lach op haar gerimpelde tronie. „Ik weet iemand, die dat plezier zal doen!" mompelde zij, naar de kinderkamer terugstrom pelend. „Wat zal Jochem Tutebusch dèórvan wel zeggen!" De kinderen bleven stil staan en keken met groote oogen toe, toen vader een ring van zijn pink trok en dezen moeder aan de rechterhand stak. „Ik heb hem op de geheele reis gedragen, dien kostelijken ring!" zeide hij glimlachend. „Ziezoo! En komt nu hier, dreumessen, en laat je eens goedenmorgen kussen! Wel, verbazend, Mariene Erica is een echte schoonheid geworden!" En hij hief het kleine blondje op, dat de armpjes juichend om zijn hals sloeg. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1