indarts KROS
landarts J. i HIJS
:ii- en Kinderschoeisel
Voorstraat 209 - SommBlsdijfi
HET
EENIG adres
S. VAN DER PLAAT
ZATERDAG
20 Augustus 1927
9e jaargang. - N°. 81
feuilleton.
w. heimburg
DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW.
DOOF?
Gehoorapparaten Centrale
H. C. SCHOONENBERG
GELDERSCHEKADE 20 ROTTERDAM
1 92 7.
luk gebeurd, waarbij twee
gewond werden. Een Ford.-
:n melkhandelaar v. d. Kam
straat, beladen met bussen
door diens 17-jarigen zoon
<am, welke uit de richting
wilde met matige vaart
doorrijden,
ten gevolge van het defect
irinrichting, botste de auto
len rechter pijler. Daarna
:n naar de linkerzijde van
tegen den muur van het via-
Dlgens in brand vloog. Bur-
van de R.E.T.M. trachtten
Ie melk het vuur te dooven.
rngde men er in den chauf-
igen broer, T. W. H. v. d.
:m zat, uit de stuurkast te
ïadden zware brandwonden
oos.
R.E.T.M. zijn zij naar het
Sn Coolsingel vervoerd. De
is nog niet tot bewustzijn
tie heeft den jongsten in
men. Hij verklaarde, dat hij
iet viaduct plotseling zijn
ikken. Wat daarna gebeurd
meer. De auto, die zwaar
door de politie in beslag
EN KLEERMAKERS-
RKPLAATS.
ijzer niet uitgeschakeld.
15 Aug. Gisternacht half-
eermaker J. J. G. Hermkes
ats op de derde verdieping
at 75, brand was ontstaan,
an deze werkplaats had de
strijkijzer gebruikt en dat
Toen hij den brand ontdek-
amer al in lichtelaaie. De
/ig, dat hij aan den achter-
Iderraam een goed heen-
ddels hadden ook anderen
de brandweer gealarmeerd,
vier stralen op de water
ven en van verschillende
ngetast. De vlammen had-
;gedeeld aan de tusschen-
odat, een kwartier na het
uitbreken van den brand, de geheele boven
ste verdieping in brand stond.
Stoomspuit 3, die eveneens was uitgeruk!
behoefde, naar het oordeel van hoofdman f
v. Dam geen dienst te doen. Na een uur wi
men het vuur geheele meester. De derde vei
dieping was toen nagenoeg uitgebrand. Daar
men den kleermaker tijdens den brand nie
meer had gezien werd men ongerust. Hij wer
door de politie op den zolder van een naastbi
gelegen pand in bewusteloozen toestand aar
getroffen en vervolgens naar het politiebureau
aan 'de Meermanstraat gebracht, waar hij
spoedig tot bewustzijn kwam.
BEGRAFENIS MR. H. G. HAGEN.
LEIDEN, 15 Aug. Onder buitengewon
belangstelling werd hedenmiddag op de Nec(,
Herv."Begraafplaats aan de Groenesteeg alhie
in het familiegraf het stoffelijk overschot bij
gezet van mr. H. G. Hagen, in leven raad<
adviseur van het dep. van Koloniën, commai
dant in de orde van Oranje-Nassau, ridder ii
de orde van den Ned. Leeuw, dezer dagen tj
's-Gravenhage overleden. Tot de talrijke aai:
wezigen behoorden o.m. mr. dr. M. S. Kostei
secretaris-generaal van hei, dep. van Koloniëi
als vertegenwoordiger van minister Konings]
berger, die door afwezigheid verhinderd wa<
hier te zijn, voorts oud-minister S. de GraefP
mr. Bakhuis, oud-administrateur van het dep
van Koloniën, mr. A. B. Cremer, de heer Staal,
oud-gouverneur van Suriname, Huls de Poll
oud-lid van den Raad van Indië, mr. Dumosch
presidem van de rechtbank te 's-Gravenhage,
en vele anderen.
Op verzoek der familie werd aan het gra
niet gesproken.
DOOR EEN MOTORRIJWIEL
AANGEREDEN.
AMERSFOORT, 15 Aug. Op den Am!
hemschen weg is mevr. P. uit Leusden, toen
zij per fiets huiswaarts keerde, door een motor
rijder aangereden. Zij werd ernstig gewond en
moest per ziekenauto naar het ziekenhuis ge
bracht worden.
De marechaussee uit Leusden heeft het
onderzoek in handen, doch mevr. P. kon nog
steeds niet gehoord worden.
Adverteert in „Onze Eilanden".
illernieuwste modellen
ijk GOED en GOEDKOOP
i juiste adres en Huisnummer.
verkrijgbaar bij: P. Wielhouwei,
Mharnis; N. J. Boer, SomtnelsdijK;
er-Teepe, Dirksiand; C. de Mooij,
Jdorpv. d. Maden, Oude Tonge,
ilout, Brielle; A. v. d. Heuvel, Helle-
lluls.
DAG HOTEL MEIJER
MIDDELHARNIS,
739 9 tOt 2 Q01
Spreekuren Dagelijks
van 8'/2 tot 10 uur voorm. en van
1 tot 2Va n.m. en volgens afspraak,
Teleioon No. 236.
op het eiland voor
een goed portret
is sinds 30 jaar het
Hobbemastraat - Middelharnls
2e atelier van- j
af het station
Prijs per kwartaal. f I,
Lasse nummersf 0,07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
Oit blad verschijnt ieder en
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven duor de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. Ho, 15
Voorstraat Middelharnis.
Hoe men Energie dooft.
Dezer dagen bevatten de groote bladen een
annonce, waarin de Bataafsche Petroleum
Maatschappij voor uitzending naar haar over-
Zeesche nederzettingen vlotte steno-typisten
correspondenten opriep van 22—25-jarigen
leeftijd. Gegadigden moesten vrij van mili
tairen dienst in Ned.Oost-Indië zijn en dat
zijn o.a. niet de maatschappij vermeldde
het nog eens uitdrukkelijk in haar advertentie
degenen, die in ons land wegens broeder-
dienst, door vrij loting enz. geen dienst be
hoefden te doen. Advertentiën, als de aan
gehaalde, komen den laatsten tijd herhaalde
lijk - in de Nederlandsche bladen voor en
demonstreeren in scherpe mate het onbillijke
inzake de nieuwe militieplichten in Ned.
Indië. Den werkgevers is het natuurlijk niet
kwalijk te nemen, dat ze geen krachten laten
overkomen, die in Indië aangekomen, dadelijk
voor militairen dienst worden opgeroepen,
maar het is ons onbegrijpelijk, waarom de
wetgever een categorie Nederlandsche jonge
mannen uitsluit van de mogelijkheid om zich
in Indië een toekomst te scheppen, terwijl die
jonge mannen toch volstrekt niets hebben
misdaan en in Nederland ten volle hun maat
schappelijke plichten vervulden.
Als een Nederlander zich in het buitenland
vestigt, heeft hij met de daar bestaande militie-
plichten niets te maken, maar indien hij een
toekomst zoekt in een Nederlandsche be
zitting, dan wordt hem den pas afgesneden,
ook al heeft hij de bepalingen der militie-
wetten in het moederland ten volle nageleefd.
Die achtervolging van jonge mannen, die
energie genoeg bezitten om zich buiten de
grenzen een bestaan te zoeken, lijkt wel een
systeem geworden. Op fiscaal gebied immers
doen we al weer dezelfde ervaringen op, als
op militair gebied. Knappe economen breken
Zich het hoofd, op welke wijze het best de
emigratie kan worden bevordert, maar
degenen, die hier in het land aan de gevolgen
van werkeloosheid willen ontkomen en niet
langer op de gemeenschapskas wenschen te
teren, dien wordt, als het onderhavige ont
werp wet wordt, bij het overschrijden der
grenzen aangemaand met een: denkt er om,
dat ge ons op tijd uw belasting toestuurt,
anders komt ge er niet meer inl
tuinbouwers om het hoofd boven water te
houden en intusschen plaatst Duitschland ten
onzent een millioenen-leening om daarmee
haar eigen tuinbouw te bevorderen en zich te
ontdoen van de behoefte om Nederlandsche
tuinbouwproducten te importeeren. Neder
landers fourneeren dus het kapitaal, dat
Duitschland noodig heeft om den Neder-
landschen tuinbouw te vernietigen, althans
te benadeelen.
De Duitsche industrieele onderneming, die
zich door haar scherpe concurrentie de gun
ning van den bouw der Koninginne-brug te
Rotterdam toebedacht wist te krijgen, plaatst
nu in ons land ook nog een leening van
ettelijke millioenen om haar bedrijf uit te
breiden en dus haar concurrentie nog fnuiken
der te maken.
Lijkt dat alles niet op een systematisch
smoren van eigen energie en werklust? Het
wordt tijd, dat regeering èn volk haar houding
gaan herzien. De regeering kan dat doen,
door een beetje meer vrijheid en daarmee blij
heid te laten aan de wakkeren van geest, die
hun bestaan over de grenzen durven te gaan
vestigen, en de kapitaalkrachtige burger kan
den Nederlandschen ondernemingsgeest aan
moedigen door eens minder wantrouwend te
staan tegen wat van eigen bodem is, geld te
steken in Nederlandsche industrie.
Als de minister van financiën naar een ge
schikt belasting-object zoekt, laat hij dan eens
het oog gevestigd houden op de vele buiten-
landsche leeningen, die hier geplaatst worden.
Dat dooven van energie schijnt een Neder
landsche karakterfout te zijn, want niet alleen
de wetgever bezondigt er zich aan, maar ook
de burger, die op zakelijk of financieel gebied
iets in de vaderlandsche melk te brokkelen
heeft.
Denken we b.v. maar eens aan de moeilijk
heid voor vele Nederlandsche industriën om
zich voor vestiging of uitbreiding de noodige
kapitalen te verzekeren, en daarnaast dan de
graagte, waarmee Nederlandsch geld in het
buitenland vaak zéér speculatief wordt
belegd. In het buitenland kent men deze,
onze karakterfout en men weet ze daar handig
uit te buiten, door allerlei leeningen in ons
land te plaatsen.
Een Limburgsch dagblad oefende dezer
dagen op de willigheid, waarmee die leeningen
hier volteekend werden, een scherpe critiek.
Hard ploeteren de Nederlandsche land- en
VERTALING VAN HERMINA.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
50)
Haastig zocht zij de ongeopende brieven op haar
schrijftafel. In dien dikken, dubbel gefrankeerden
daarin zou zijn brief zitten. Zij opende dien en
jawel behalve een beschreven blaadje van tante
Bertha, bevatte het couvert een brief, door hem
aan haar geadresseerd.
Zij scheurde hem driftig open en las.
„Lieve Mariene!
Op het punt van mij in te schepen en Duitsch
land voor omstreeks een jaar te verlaten, zend ik
je deze regels nog. Zij zullen je een Vaarwel toe
roepen en een verzoek overbrengen. Ga naar onze
kinderen ge kunt rustig in de villa wonen. De
kinderen hebben je noodig. Voorloopig heeft tante
Zehmen hen bij zich aan huis genomen ge
behoeft je dus niet te overhaasten. Maar 'tzou
wenschelijk zijn, dat zij schielijk met jou naar
Antonsbad teruggingen. Gij zijt noodig voor hen,
en gij zijt óók noodig om allerlei praatjes uit
de wereld te helpen, die door je heengaan waren
uitgelokt en in staat zijn de toekomst van de in
richting en met deze het erfdeel van onze kinderen
te benadeelen.
Ge ziet dat ik niets voor mijzelf vraag. Daarom
Week-revett.
Binnenland.
We waren nog maar 12 jaren oud en zaten
op de banken der lagere school, toen „mees
ter" ons vertelde, dat Dr. Schaepman over
leden was, in Rome, de - stad, waar hij ge-
wenscht had zijn hoofd voor goed te ruste te
mogen leggen, als zijn tijd daartoe was aan
gebroken.
Geen onderwijzer" zou het nu in zijn hoofd
krijgen om jonge schoolkinderen te gaan ver
tellen over een van Wijnbergen, of Albarda,
of Marchant, zelfs niet over een Braat of
Loutje Visser, want het Nederlandsche school
kind maalt, gelukkig, al weinig om politiek en
de genoemde namen zouden voor onze
jongens nietszeggende klanken zijn. Maar dat
men ons in 1912 kon spreken over den dood
van Schaepman en wel zóó, dat het ons in
teresseerde en we meester's voordracht thans
nog herinneren, is wel het beste bewijs, dat
die Schaepman van een politiek-beteekenende
standig was, die heden ten dage niet meer
bestaat. Al mogen we op zoo'n jeugdigen leef
tijd de volle beteekenis van den staatsman
Schaepman niet gekend hebben, zijn buiten
gewone faam had zich toch zóó in ons onder
bewustzijn vastgezet, dat zijn naam geen ijle
klank was en het feit van zijn afsterven ons
interesseerde. Aan onze jonge vereering van
den staatsman, hadden niet weinig de verzen
van den dichter Schaepman bijgedragen; een
voudig, als die verzen waren, konden we ze
al vroeg -genieten en de hem eigen pittige
Zegswijze, maakte de lezing tot een zelfde
genoegen als een roffelen op een soldaten-
trom.
We dachten aan dat alles, toen dezer dagen
het standbeeld van Schaepman in zijn ge
boorteplaats Tubbergen onthuld werd, een
verdiende hulde. De allerjongste politieke
generatie weet misschien niet zooveel meer van
hem af, van hoe groote beteekenis Schaep-
man's werk ook voor de huidige politieke ver
houdingen geweest moge zijn. Hij toch is de
eigenlijke stichter van de R.K. Staatspartij,
die door haar machtige positie thans een groot
deel van het politieke leven in ons land be-
heerscht. Hij stichtte de eenheid onder de
katholieken en fundeerde een eigen christelijk-
sociale politiek; hij heeft het bijzonder onder
wijs geëmancipeerd, dezer gelijkstelling met
het openbaar onderwijs voorbereid. Natuur
lijk heeft hij met heftigen tegenstand te
kampen gehad, ook in eigen kring, maar onder
zijn devies „Credo, pugno" ik geloof en
strijd heeft hij nimmer versaagd. Hij wist
den tegenstander te eerbiedigen en te waar-
deeren, daarmee respect afdwingende voor
zich zeiven.
Een drijver was Schaepman geenszins en
misschien zou hij heel wat schrappen in het
program van zijn R.K. Staatspartij, als hij. nu
nog het potlood hanteeren kon. Met ijzeren
vuist hamerde hij, tegenover de kleinzielige
meeningen van „groepen" eigen geloofs-
genooten, in den pohtieken gevel de woorden:
in het noodzakelijke de eenheid, in twijfel de
vrijheid, in alles de liefde.
Het standbeeld is onthuld en Schaepman
is gehuldigd door een hem waardigen op
volger: Mgr. Nolens, die de politieke nalaten
schap van zijn voorganger 25 jaar lang ,in
moeilijke omstandigheden, goed te beheeren
wist. Maar in het algemeen laten de heen
gegane groote politieke figuren ten onzent een
leegte achter, die niet wordt aangevuld.
Levert onze tijd geen groote mannen meer op,
öfis ons parlementair stelsel zoo ver-
Ingezonden Mededeeling.
zal 't je zeker gemakkelijk vallen aan mijn verzoek
te voldoen.
Vaarwel! Denk alleen aan de kinderen!
Je ERIK."
Alleen aan de kinderen!
Nu ja, hij had gelijk. Hij verontschuldigde zich'
niet, hij beschuldigde haar alleen. Ja, ja ze
had niet moeten weggaan al was 't maar om
de- kinderen geweest, hoewel ze die in de beste
handen had achtergelaten. Haar vlucht had in
vloed gehad op den bloei van de inrichting en
dientengevolge op den finantieelen toestand daar
van. Een echte, rechte vrouw, een vrouw, zooals
ze moet wezen, zou zonder rechts of links te
zien slechts haar plicht voor oogen hebben ge
houden, om 't even of zij zelve al dan niet daarbij
te gronde ging
Plotseling nam zij al de brieven samen op en
wierp ze in haar reistasch. Ja, nu was ook het
raadsel opgelost, waarom ze nooit brieven uit
Antonsbad had gekregen. De oude Trui had den
brief met de adressen zoek gemaakt, zooals Jochem
schreef, en zich met het denkbeeld getroost, dat
mevrouw Zehmen yvel alles van de kinderen zou
schrijven. O, en zij had gewacht en gewacht en
zooveel angst en zorg daarover uitgestaan! Nog
eens haalde ze Jochem's brief weer te voorschijn
en las hem over van het begin tot het eind. En
toen rolden haar eensklaps groote, dikke tranen
over de wangen.
Toen Signora Carino na een poos met een reis-
boekje verscheen, was Mariene uiterlijk wat ge
kalmeerd en bezig met haar koffer te pakken. „Ik
neem alleen mijn reistasch mee; bezorg mij de
groote stukken als bestelgoed en ongefrankeerd,"
verzocht zij. „En bestel liever geen rijtuig, ik
wandel naar de stoomboot geheel ongemerkt
wil ik heengaan."
„Dan ga ik met u mee, mevrouw Dannz."
„Zoo vroeg?"
„Dat komt er niet op aan. Ik moet u eerst veilig
op de boot zien. En ik geloof, dat er nog iemand
zijn koffer pakt."
Mariene ontstelde. „O foei!"
„Maak u maar niet ongerust Maddelena moet
hem om zes uur wekken, heeft hij gezegd en
dan zijt gij al bijna op de boot. Hij weet er niets
van, dat gij plan hebt om te vertrekken, en zal u
niet licht ontmoeten, als gij wat vroeger van huis
gaat. 't Zou al heel onaangenaam zijn als dat
gebeurde."
„Dat mag in geen geval!" zeide Mariene op
stelligen toon.
Signora Carino zweeg, blies de lamp uit en
opende jaloezieën en balkondeuren in de plaats.
Een blauw-zilveren straal van het maanlicht viel
naar binnen.
„Ge moet de herinnering aan dezen verrukke-
Iijken maneschijn nog naar Duitschland meenemen,
mevrouw Dannz," zeide de oude dame op ge-
smoorden toon, terwijl zij Mariene bij de hand nam
en naar de open balkondeur- voerde.
Maar Mariene week achteruit. Daar buiten in
het heldere maanlicht, naar haar venster opziende,
stond de schilder. Verschrikt trok zij zich in de
donkere kamer terug en hief de gevouwen handen
tot de vrouw des huizes op.
„Dat mag niet! Dat mag niet!" herhaalde zij
smeekend.
,,'t Is een naar geval." antwoordde de oude
dame zacht, „want 't heeft wel iets van een af
spraak, en al riept ge nu alle engelen als getuigen»
Ingezonden Mededeeling.
worden, dat geen groote mannen zich langer
tot de politiek voelen aangetrokken? De oude
garde sterft uit en wie vervangt of zal straks
vervangen een Schaepman, Kuiper, Lohman,
Borgesius, Troelstra, Nolens?
Een waardige hulde is deze week ook aan
den geestelijken vader en leider der S.D.A.P.
gebracht, door de opening van het Troelstra-
oord. Helaas kon deze groote politieke leider,
voor wiens ijver, kennis en onbaatzuchtigheid
vriend en tegenstander gelijkelijk respect
hebben, niet persoonlijk tegenwoordig zijn.
Hij is lijdend en juist de schaarschte van be
richten omtrent zijn toestand, is het meest
veege teeken.
't Is voor ons land een gelukkig feit, dat
de Olympische goden het met elkaar eens
men zou u toch niet gelooven omdat
„Zou men mij niet gelooven?" vroeg Mariene.
„Zeker niet! De nienschen zouden lachen, dat
men dit van hen eischte u gelooven zou alleen
iemand, die u liefheeft, die u op en top kent, die
onwrikbaar in u gelooft."
„Wie zou dat kunnen zijn?"
„Uw moeder, ais ge er nog een hebt of uw
man, als hij zóóveel van u houdt als hij doen moet."
Mariene wilde iets zeggen, maar kon geen woord
uitbrengen. Een huivering voer haar door de leden.
Of mijn man! klonk 'tin haar binnenste.
Ja, maar had zij hem dan geloofd?
En toen stampte ze plotseling driftig met den
voet. Dat was ook iets geheel anders, en als hij
haar niet wilde gelooven, als hij kón denken, dat
zij één stap van den rechten weg was afgeweken
dan zou ze hem onuitsprekelijk verachten. Hij
moest 't eens wagen haar zóó iets te zeggen 1
Buiten klonken nu de voetstappen van den schil
der op het kiezelpad.
Signora Carino keerde zich om en zeide zacht en
beslist: „Hier is uw reisroute. Ga nu naar bed, ge
moet wat slapen, ge hebt een vermoeiende reis
in het vooruitzicht en morgen ochtend te vijf uur
moet ge kant en klaar zijn. Ge ontbijt op de boot;
ik wil liever niet hebben dat Maddelena iets merkt.
Als zij uw vertrek te weten kwam, zou mijnheer
Römer 't ook weten. En dus, ga slapen slapen!"
Met een handdruk nam zij afscheid en ging
zacht de trap af naar beneden.
Mariene trachtte den raad van de oude dame op
te volgen, maar sliep niet zooals anders. Slechts
kort viel zij in een doffe sluimering, waaruit zij
door een wonderlijk krakend en krabbelend geluid
aan de deur werd gewekt.
geworden zijn zij het op 't laatste nippertje
over de voorwaarden der deelname van
nationale voetbal-elftallen aan de Olympische
spelen. Toen de heeren van de F.I.F.A. oor
spronkelijk dreigden vast te houden aan hun
eisch, dat géén vergoeding aan de spelers zou
worden toegekend voor loonderving, toen
dreigde heel het voetbaltournooi in duigen te
vallen en daarmee zou de finantieele débacle
der Olympische spelen beklonken zijn ge
weest. Nu partijen zich vereenigd hebben op
het compromis van uitbetaling van loon
derving door bemiddeling der betrokken
werkgevers, nu is een der voornaamste
redenen vervallen om de a.s. Olympiade met
Zorg tegemoet te zien.
Zij had de luiken niet gesloten, de morgen
schemering breidde zich al over het landschap uit;
het meer en de dorpen in den omtrek lagen nog
in neveten gehuld en rondom de kruin van den
Motterone kropen witte wolkgevaarten.
Zij zat nu overeind in bed en poogde haar
gedachten te verzamelen. Onwillekeurig wendde
zij het hoofd om en zag nu duidelijk een papier,
dat tusschen deur en drempel werd geschoven. Een
open brief!
Zij stond op, nam het papier en las;
„'t Is niet waar, wat ge mij gisteren hebt gezegd
't mag niet waar zijn. Gij voelt geen liefde voor
je man. Wat men liefheeft, ontloopt men niet. Ge
hebt mij lief. Dat weet ge wel en ik weet 't ook.
Ik vertrek nu en wend geen poging aan om u nog
te spreken. Maar als in het najaar uw portret in
den ouden burg in Thuringen alle menschen in ver
rukking zai brengen, als daarbij de naam van den
schilder staat, die door u bezieldrfs'"geworden, dan
zoek ik u op, dan moet en zult ge datgene toe
stemmen, wat ge nu ontkent. Dan zal ik u den
weg banen tot ons beider geluk. Vaarwel, Mariene!
In alle eeuwigheid
Uw ALBERT B."
Een oogenblik bleef zij onthutst staan, toen
glimlachte zij minachtend, eindelijk kwam de
onrust toch weer boven. Als hij nu ook eens plan
had gemaakt, met de boot van zes uur te ver
trekken?
(Wordt vervolgd).