'iïjettgc ookf Tandarts KROS landarts J. H. BU1JS GEEFT MEER EIECEM den-Gebitten BRIEVEN HYPOTHEEKBANK lï.V. GEBR. EGBEftS -ROTTERDAM tkJilmddcal&'L ook Voor kuikens Predikbeurten. 1/ O/ IER1KZEE 1/ 0/ '1 /O Yoorstraat 209 - Sommelsdijfe TARWE, HAVER en ERWTEN AAMBEIEN. JU DE SALAMANDER JL WOENSDAG 27 JULI 1927 96 jaargang. - n°. 74 Vraagt ons ftdveitentia-taitel feuilleton. DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW. fd.25 h.gr. per F. 16. franco boor or jp Rotterdam oor WIJF15TRAAT 17 TELEFOON ÖDÖÖ, HAS* Lfiii^D&ou\erE.e£inaus-^m ^^!fS^iiigM'Ë?Ni 'H'Agft *èM»aiWÊË0t. stationstrap af. der Parijsche ?de wijze de auto 3ü berucht indi- ïng in den wagen uur dat de politie i van de stations kon hij daarop min of meer bij ïen vaneenmis- Lechtel werdge- groote menigte sommatie der leen, had hij een id, en in de ver- bureau" had in- \iatuur arsenaal, ten, revolvers en n wacht Schlech- TLANTISCHEN gedreven in een ten of drinken, door een stoom- twee visschers jen in een open Oceaan hebben deiyk door het opgepikt. De is overgebracht. Williams en de Zij waren den onald A. Cressy land ter visch- r den volgenden -e aan twee, in geroeid om Pfotseling ge- - ist en verloren rs. Zij wachtten f, maar het bleef hip niet terug zij het eenige en trachtten zij d stak echter op n Atlantischen dden als eenig iscuits bij zich "orst werd ver- raakten lang- if May, die je biscuits. Acht ij. Toen dreven ig toeval tegen Sn. Met behulp te stukken uit gaf hun nieuwe eelebeelijsblok- rder. D£ moord- Sr spoedig smel- en aan honger t van al kwelde en de nachten hen vreeselijk, orst, maar ook ewater, dat op bleef het steeds ip in het zicht t hun het top- n blies er rstorm, heen en weer eikens sloegen een. De laatste riemen, waarover de mannen nog beschik ten, gingen in dezen storm verloren. Tegen den ochtend bedaarde het weer en Willi- ams heesch het noodsein, zij het ook zonder veel verwachting, wat er heerschte weer een dichte mist. Toch was thans het einde van de beproeving der beide mannen nabij. Dienzelfden dag dook 's middags plotseling het stoomschip Albuera uit den mist op, nog geen 300 M. van de boot af. Aan boord van het schip had men het noodsein al op gemerkt, nog voordat de uitgeputte mannen de Albuera gezien hadden. Zij waren dan ook vrijwel bewusteloos toen zij aan boord gehescben werden. Williams voeten waren zoo gezwollen, dat er drie man noodig waren om zijn zeelaarzen uit te trekken. Het gelaat van de mannen was zoo geschonden, dat het nauwelijks meer herkenbaar was. Aan boord van de Albuera zijn de visschers liefderijk behandeld. De bemanning hield een inzameling, die voor elk hunner ongeveer 100 gulden opbracht. Men verwacht, dat May en Williams bij een zorgvuldige verpleging de gevolgen van hun avontuur wel te boven zullen komen. ze speciaal Medische etaling desgewenscht in mijnen ook voor Zieken- chtlngen kosteloos EAU voor eelkundige nds-verzekering G. DE WAARD, traat 13b, Rotterdam - Telefoon No. 30013. n 94 en 79 uur. entschappen "NIET, Wolphaertsbocht lols. Strijenschestraat 56 Nassaulaan 20 chiedam. Dorpsstr. 39, Rhoon. '2 /O Closetrollen Alleen verkoop R-MIDDELHARNIS. 0,10, per 36 st. 0,08£. L ADRES IN: Ansichtkaarten, Pak- TJ, Zijdepapier, enz. r 3,00 per doos. Zondag 24 Juli 1927. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelhamis, vm. en 'sav. ds. Den Oudsten. Sommelsdjjk, nin. ds. Den Oudsten. Dirksland, vru. leeskerk en 'sav. ds. Bax. Herkingen, nm. dhr. Bouinan. Melissant, vm. ds. Baarslag. Stellendam, vm. en 's av. ds. Bouman. Goedereede, nm. ds. Baarslag. Ouddorp, vm. leeskerk en nra. ds. Polhuis. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en nm. ds. v. d. Zee. Oude Tonge, vru. ds. Bax. OoltgeDSplaat, vm- leeskerk en 's av. ds. v. d. Zee. Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm. ds. Van der Zee. Stad aan 't Haringvliet, vm.ds. Polhuijsen nm. leeskerk. Hellevoetsluis, vm. en 'sav. ds. Timmer. Nieuw-iHelvoet, vm. ds. Priester. Nieuwenhoorn, vm. ds. De Voogd v. d. Straaten. Rockanje, vm. ds. van der Does van Brielle. Oostvoorne, vm. ds. Mackenzie van Amsterdam. Vierpolders, vm. ds. Stolk. PROTESTANTENBOND. Sommelsdijk, (Langeweg) vm. 10 uur. ds.F.W. Boers van Abbekerk. Brielle, (Kerkstraat) geen opgaaf. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velzen. Stellendam, vm. en 's av. ds. Westerhujjs uit Hellevoetsluis. Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. Lange. Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff, GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois. Herkingen, vm. en 's av, leeskerk. DOOPSGEZINDE KERK. Ouddorp, vm. ds. Schopenhouwer. De nieuwe hoed. „Wat heb jij daar een inooien nieuwen hoed," zei z'n vriend bewonderend. „Waar heb je dien vandaan?" „Dat wil ik je wel vertellen," zei de ander, „Ik heb hem gekocht in 1919 Een jaar daar na liet ik hem stoomen en het jaar daarna liet ik er een nieuwen band omzetten. Daar na borstelde ik hem eiken morgen zorgvul dig af en kon er zoo weer drie of vier jaar mee toe. Nog een paar keer heb ik hem daarna laten stoomen en nu vanmorgen heb ik hem in een restaurant geruild I" Spreekuren Dagelijks van 8'/2 tot 10 uur voorm. en van 1 tot 2Va H-m-en volgens afspraak. Telefoon No. 236. VERKOOPINGEN. Op Woensdag 27 Juli 1927 's avonds half acht uur (z. t) te Dirksland, ter herberge van Van den Doel van ten verzoeke van diverse personen. 2-2 Notaris VAN DER SLUYS. ZITDAG HOTEL MEIJER MIDDELHARNIS, fan S tOt 2 ddi RADICALE GENEZING de hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. I Kipstraat 43, R'dam Niet goed, geld terug- Prijs per kwariaai. f I, Losse nummers f 0,07® Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. .y» Dit blad verschijnt lederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven doer de N.V. Uitgeversmaatschappij ,,0nze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. De tocht volbracht. De vliegtocht AmsterdamBatavia en terug gelukkig voleindigd. De terugkomst op Schiphol. Geestdriftige ontvangst door het Amsterdamsche publiek. Men schrijft ons uit Amsterdam Het vliegveld Schiphol was vanmiddag ge heel ingericht op een grootsche ontvangst van de wereldluchtreizigers, die de eerste passa- giersvlucht AmsterdamBatavia heen en terug tot een zoo gelukkig en zoo voorspoedig einde hebben gebracht. Er doen zich zoo af en toe gelegenheden voor, waarbij duidelijk de onjuistheid blijkt van de in het buitenland zoowel als in eigen land op geld doende bewering, dat de Nederlander nu ook voor niets ter wereld in geestdrift kan ge raken. Vooral als het buitengewone daden op vlieggebied betreft, loogenstraft de wijze waar op het publiek daarop reageert deze repu tatie. En de directie van de Koninklijke Lucht vaartmaatschappij, de leiding van.het vlieg veld Schiphol, de Amsterdamsche verkeers politie niet het minst, hebben, indachtig aan de ervaringen, opgedaan bij den terugkeer van liet wakkere drietal, hetwelk voor het eerst de reis van Amsterdam naar Oost-Indië door de lucht heeft gemaakt, alle mogelijke maat regelen genomen om de belangstelling van het publiek in ordelijke banen te houden, op zulk een wijze echter dat de warmte van de verwel koming er niet door is afgekoeld. Heel het vliegveld was Zaterdagmiddag in vroolijken vlaggetooi. Een uitgestrekt houten hek was aangebracht, waarachter ruim plaats was voor de duizenden (onmogelijk was het hun aantal ook maar bij benadering te schatten) om zich zóó op te stellen dat ieder in de gelegen heid zou zijn de historische daling en begroe ting waar te nemen. Voorts waren er twee groote auto-parken ingericht, want het was van de stad, langs den heelen Sloterstraat- weg, langs de Ringvaart van de Haarlemmer meer en den binnenweg door de Meer naar Schiphol één lange, onafgebroken reeks auto- mobilen, ook veel autobussen die uit het heele land waren gekomen. Hulde aan de Amster damsche verkeerspolitie, voor haar optreden! Midden voor het restaurant was een podium opgericht voor de ontvangst van Van Lear Black, de beide piloten Geyssendorffer en Scholte, die hem heen en weer om een wereld- halfrond hebben gevlogen, den méchanicien Weber en een bediende van den wereld-lucht reiziger. Rondom dit podium waren vlag gen geplant: de Amerikaansche Sterren en Strepen, de Nederlandsche driekleur; voorts de vlaggen van de Kon. Luchtvaartvereeni- ging, van de Kon. Luchtvaartmij., van Am sterdam en van Batavia. Daar waren, om de Indië-vliegers te ont vangen aanwezig de ministers mr. H. J. v. d. Vegte (waterstaat) en Lambooy (oorlog) met zijn adjudant en andere militaire autoriteiten; de gezant van de Ver. Staten te 's-Gravenhage, _mr. Tobin; de marine-luchtvaart-attaché bij het Amerikaansche.gezantschap, mr. Emmet; de directeur der civiele luchtvaart in Engeland, Sir Sefton Branker"; generaal Snijders, de groo te en invloedrijke propagandist in ons land voor het burgerluchtverkeer; de burgemeester van Amsterdam, de heer W. de Vlugt, die met de wethouders Jan ter Haar en von Frijtag Drabbe het gemeentebestuur van de hoofd stad vertegenwoordigde; de heeren E. Hel dring, voorzitter, en mr. Dubois, secretaris van de Kamer van Koophandel. Maar wij willen deze droge opsomming sta ken. Nog karakteristieker voor de waardee ring van Nederland voor het groote werk dat hier volbracht is, was de geweldige belang stelling, hiervoor door het groote publiek aan den dag gelegd, en de bruisende geestdrift, waarin deze zich uitte op het oogenblik dat het Indië-vlïegtuig in zicht kwam, meer nog toen het t\vee wijde cirkels hoog boven het vlieg veld en de hoofden der menigte beschreef en daarna weder zijn eerste aanraking kreeg met den bodem van het moederland. Het was omstreeks twee uur in den middag, dat de luidspreker, zeer duidelijk over heel. het uitgestrekte vliegveld verstaanbaar, ver kondigde dat de H.N.A.D.P. op de laatste étappe van haar thuisreis (NeurenbergAm sterdam) voor Keulen was. Nauwelijks vijf minuten later volgde de mededeeling: Keulen gepasseerd. En nauwelijks hadden wij tijd ge had om kennis te nemen van een telegram van den burgemeester van Rotterdam, waarin deze uiting gaf aan zijn leedwezen, dat hij ver hinderd was om persoonlijk namens zijn ge meente de wakkere vliegers met hun schitte rend volbrachten tocht geluk te wenschen, of het galmde over het vliegveld: Venlo ge passeerd! Wat gaat dat reizen door de lucht verbijsterend snel. Dat was velen op dat oogen blik wel een der sterkste indrukken, want zeer kort daarop kwam de nieuwe mededeeling, welke een algemeene spanning teweegbracht: Over een half uur ongeveer is liet vliegtuig uit lndië te verwachten. Tegelijk daarmee werd een beroep gedaan op het publiek, om zoo straks na de landing, bedacht op eigen gevaar en gevaar voor degenen die men wenschte te huldigen, niet op te dringen en achter de hek ken te blijven. De luchtreizigers zouden im mers direct na aankomst langs de afzettingen rijden en ieder zou dan in de gelegenheid zijn om hen te begroeten. Wat men ook moge zeggen over het traag" in geestdrift geraken van den Nederlander, tot tooneelen als het onder de zeer ontvlam bare Franschen is gekomen toen Lindbergh te Parijs aankwam, tot vernieling van het toe stel door reliquie-jagers is het hier niet geko men, en ook is liet hier niet noodig geweest, de helden van den dag stilletjes weg te smok kelen, teneinde hen voor levensgevaarlijke hulde-betuigingen te behoeden. Het publiek is zeer ontvankelijk gebleken voor de vriende lijk tot orde aanmanende .wenken van den luidspreker. Het laatste bericht voorde aankomst luidde: De vliegers zijn boven Amsterdam: en op het zelfde oogenblik zag men de drie vliegtuigen (twee andere Fokkers waren, met passagiers, de Indië-vliegers tot de grens van ons vader land tegemoet gereisd en" escorteerden hen nu in de lucht) boven de torens en koepels der hoofdstad cirkelden. En daarna heeft het nog maar nauwelijks eenige minuten geduurd of het vliegtuig be schreef weer twee wijde cirkels boven Schip hol, dat het punt van uitgang was geweest voor de ontzaglijke luchtreis. Even voorspoedig als de heele reis is de lan ding geweest. Het personeel van het vliegveld dat hierbij de gewone assistentie verleende, escorteerde het vliegtuig met bloemen en vlag gen zwaaiend, toen het taxi-de tot voor het podium. En toen leek het er toch wel een oogen blik, heel even maar, op, dat het publiek achter de afzetting, en ook de genoodigden op het podium, van geen rem meer wilden weten. De militaire politie, de maréchaussee en andere W. HEIMBURG VERTALING VAN HERMINA. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 43) Erik zette zich op zijn gewone plaats bij de tafel, van waar hij de geheele kamer kon overzien. Ginds bij het venster Marlene's lichte gestalte, haar fijn besneden kopje met de zware vlechten tee- kende zich zoo duidelijk tegen de grijze lucht daar buiten af. Hij wist niet meer, hoe 't was gekomen, dat hij op eens naar mevrouw van Leidnitz moest kijken. Misschien door het rammelen van de kopjes, die zij aan de kleine tafel inschonk. Zij stond mét den rug naar hem toe, en hij zag in den spiegel hoe zij schielijk de handen boven één kopje bewoog en ook had hij even een papier hooren ritselen. Daarop stak zij de hand ijlings in den zak van haar japon 't scheen wel dat ze hierin iets verborg en nu roerde ze de thee haastig met het lepeltje C.T- Vervolgens had zij zich met het kopje in de hand onbekeerd naar de plaats waar Mariene zat, zoodat Erik haar in het aangezicht zag. 't Schenen vel de verwrongen trekken van een krankzinnige. Toen had hij plotseling alles begrepennog eens had hij dat gezicht gezien in het park van witten, op zijn verlovingsdag. langzaam stapte zij op Mariene toe, even lang- orde-handhavers moesten eenige moeite doen om de geestdriftig juichende begroeters op een afstand te houden, toen Geyssendorffer zijn vrouw, Scholte zijn vrouw en zijn beide kleine kindertjes, die hem de eerste bloemen op vader- landschen bodem brachten, in de armen druk ten. Daarna wist de heer Plesman ruimte te maken voor de talrijke persfotografen en cine- matografen, wier taak het was het oogenblik van dezen onvergetelijken terugkeer vast te leggen. En toen begon de Officieels ontvangst. Nadat de heer Joh. Bol, die op verzoek van de K. N. L. M. als ceremoniemeester fungeerde en zijn taak op voortvarende wijze ten uit voer bracht, medegedeeld had dat zeer velen toespraken hadden willen houden, doch dat dit slechts enkelen vergund kon worden, werd het woord gegeven aan generaal Snijders. Namens de Kon. Ned. Luchtvaartmaat schappij en namens het Vliegcomité Neder land lndië bracht deze voorman onzer avia tiek het wakkere quartet in de Engelsche taal zijn welgemeende hulde. Spreker noemde het welslagen van dezen geweldigen tocht een brillant succes en dat het Nederlanders ge weest zijn, die den ondernemenden Amerikaan over zeeën en bergen heen én terug naar ons lndië brachten en hier nu weer veilig en wel neergestreken zijn, stemt ons dankbaar en vervult ons met gerechtvaardigden trots. Spr. wees er op hoe heel Nederland medegeleefd heeft en huldigde den heer Van Lear Black voor zijn initiatief en allen voor de betoonde energie. Ten slotte bood generaal Snijders den heer Van Lear Black een enormen krans aan van de K. N. L. M. en stemden alle aanwezigen op en nabij het podium in met een hartelijk hoera. Vervolgens werd het woord verleend aan mr. H. van der Vegte, minister van water staat. Spreker heette in de eerste plaats in de Nederlandsche taal het viertal luchthelden hartelijk welkom in Nederland, zeide hoe allen in toenemende spanning de stoutmoedige vlucht gevolgd hebben en dankte thans in de. eerste plaats God dat Hij hen heeft behoed op hun gevaarvolle» tocht en hen behouden in ons midden deed terugkeeren. Namens de Neder landsche regeering bracht minister Van der Vegte daarop in de Engelsche taal den heer Van Lear Black hulde voor zijn initiatief waar door deze vlucht, die de Nederlandsche avia tiek tot eer strekt en den naam van ons land een wijle bewonderend doet noemen over heel de aarde, mogelijk geworden is. Daarop volgde de mededeeling dat het onze Koningin behaagd heeft, den heer Van Lear Black te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau, waarop de minister den Ameri kaan, die zichtbaar ontroerd was door deze onderscheiding, hartelijk de hand schudde. Zich vervolgens weer in de Nederlandsche taal tot het driemanschap wendende, dat den tocht volbracht, zeide de minister o.a. hen op dezen dag niet inet „heeren" te willen aanspre ken maar met broeders van ons vaderland. Wij hebben door den loop der eeuwen koene zeehelden gehad, doch reeds bleek bij den eer sten lndiëNederland tocht en blijkt nu op nieuw dat wij ons ook gelukkig mogen prijzen in landgenooten, wier namen als luchthelden voor altijd verbonden worden aan de geschie denis van de aviatiek en van ons dierbaar vaderland. Namens de Nederlandsche regee- zaam stond hij ook op en liep aan den anderen kant de tafel om, zoodat zij beiden tegelijk vóór Mariene stonden. „Uw kopje mevrouw!" zeide mevrouw van Leidnitz op nauw hoorbaren toon. En op dit oogenblik had hij de hand daarnaar uitgestrekt. „Die thee drink ik op, mevrouw!" Een rauwe kreet. Mevrouw van Leidnitz hield het kopje met beide handen stijf vast. Vol ont zetting sloeg zij de oogen naar hem op. „Neen! Neen! Dat niet!" gilde zij. En toen hij gebiedend herhaalde. „Ge zult mij dien kop thee geven!" week zij nog meer achteruit en verzwolg den inhoud, als in een aanval van wanhoop, met een' korten bitteren lach, eer hij 't kon verhinderen, wierp den kop op den grond en snelde de kamer uit. Dit alles had niet langer dan een seconde ge duurd. Mariene en haar man stonden tegenover elkaar sprakeloos, geweldig verschrikt. „Houd je bedaard!" verzocht zij haar. „Ik moet zien waar zij gebleven is." En hij bukte zich, beurde het kopje op en ijlde naar het Sanatorium. Maar mevrouw van Leidnitz was niet in haar kamer. Hij zocht Rosenkranz op en deelde dezen het voorgevallene mede. Zij bekeken het kopje; op den bodem kleefden nog een paar korreltjes. „En deed zij er dat in voor je vrouw?" vroeg Rosenkranz. Erik Dannz knikte toestemmend.^„Zelve heeft zij 't opgedronken," zeide hij. Rosenkranz kreeg zijn hoed. „Wij moeten haar zien te vinden." Maar juist toen hij met Dannz in de gang kwam vloog het kamermeisje van de eerste etage hen al te gemoet. Ingezonden Mededeeling. 50 „Och, dokter, dokter! Mevrouw van Leidnitz kwam zooeven uit den tuin. Ze gilt zoo vreeselijk." ,,'t Zal arsenicum zijn, Erik," zeide hij tot dezen. ,,'t Begint al te werken. Breng het noodige mee uit onze apotheek." Vervolgens ging hij de trap op naar de kamer van de ongelukkige vrouw, die niet meer te redden was en stervend nog slechts haar schuld beleed. Toen Erik thuis kwam, door dit afgrijselijk voorval zóó diep getroffen ais hij nog nooit van zijn leven geweest was, vond hij zijn huis leeg en eenzaam had Mariene hem en de kinderen ver laten, was ze naar haar tante te Witten gevlucht. Daarop volgde Marlene's ziekte, zijn reis naar Witten, en de lange angstige dagen en nachten aan het bed van de koortsige, bewustelooze vrouw. Toen had hij ook een onderhoud met zijn schoon vader gehad. Leopold Eisenhut, die zich ook dit maal weer voornamelijk als koel practicus liet kennen, wenschte, om het krediet van de inrichting zooveel mogelijk op te houden, dat zijn dochter terstond na hare herstelling naar Antonsbad zou terugkeeren. Maar Mariene was niet teruggekeerd, ook niet toen haar eigenlijke ongesteldheid al lang over was. Het aantal badgasten verminderde steeds. Erik Dannz zat in zijn eenzame woning, waar verdriet en verbittering met hém huisden Op zekeren dag had Eisenhut hem schriftelijk voorgesteld. „Ga reizen! Rosenkranz kan je praktijk waarnemen. Onderwijl zal Mariene weer verstandig worden. In de couranten staat iets van een studie reis, een plan om de inrichting van de Sanatoriums in andere landen te leeren kennen. Nu alles te verkoopen, zou dwaasheid zijn." Erik Dannz nam dien voorslag aan, zooals de ring breng ik u drieën voor uwe wakkere daad dank en hulde en het is mij een eer u de mede deeling te kunnen doen dat het Hare Majesteit onze geeerbiedigde Koningin behaagd heeft ook u alle drie te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Spreker trad daarop naar voren en reikte het drietal dappere mannen hartelijk de hand, waarop een nieuwe ovatie volgde. Natuurlijk was ook de burgemeester van Amsterdam ter begroeting aanwezig, en warm klonk ook zijn huldigingswoord. Namens de stad- Amsterdam bracht de burgemeester op rechte hulde en dank voor dezen èn uit econo misch èn uit sportief oogpunt zoo beteekenis- rijken tocht. In de Engelsche taal richtte de burgemeester zich nog in hartelijke bewoordingen tot den drenkeling zich aan een stroohalm vastklampt, 't Was een straal van hoop. En toch, toen hij nu de kamer verliet, had hij een gevoel, aisof hij van leven en geluk scheidde. Hij liep nog eens de gang door" en nam hier den schreienden kleinen jongen op den arm. „Komaan, mijn ventje, huil maar niet!" troostte hij hem. „Komaan, ik zal je in het rijtuig dragen." Vervolgens gaf hij juffrouw Kreïsler en de dienstboden de hand. „Past goed op het huis!" zeide hij tot de laatsten, „en als mijn vrouw soms mocht komen, doet dan alles voor haar wat ge kunt ze was erg ziek en móet zeer ontzien wor den. En nu maar vooruit!" Hij was in het rijtuig gestegen en hield zijn jon gen op de knieën. De oude Trui reed achteruit met het kleine meisje, haar dochter hielp plaids en doeken aandragen en schreide daarbij tranen met tuiten. „Moeder, schrijf toch maar als ge niet kunt wennen! Dan kom ik je dadelijk halen. Om op je ouden dag nog zoo ver, zóó héél ver weg te gaan!" De oude vrouw was de eenige te Antonsbad, aan wie Mariene tot hiertoe had geschreven. Eenige dagen geleden was de brief uit Munchen gekomen en behelsde slechts de korte mededeeling, dat zij naar het zuiden ging, maar nu, moe van de reis, een paar dagen te Munchen moest blijven en ver langde iets van de beide kinderen te hooren. Als zij op de plaats was gekomen, waar ze voorloopig wenschte te blijven, zou zij terstond haar adres opgeven. En Trui had toen met behulp van haar dochter een antwoord opgesteld, waarin ze haar meedeelde, dat de kinderen wél waren, maar dat ze naar hun moeder verlangden en dikwijls naar haar vroegen. heer van Lear Black en hij overhandigde daar op zoowel den ondernemenden passagiers als de energieke bemanning van den luchtvogel de zilveren medaille van de stad Amsterdam. De verdere huldiging. In tegenstelling met het aanvakelijk voor nemen om nog een twintigtal sprekers korten tijd aan het woord te laten hoe goed gezien was dit stuiten van den woordenvloed! deelde daarop de ceremoniemeester mede, dat verdere toespraken achterwege blijven moes ten en alleen nog aan de als sprekers opgegeven personen gelegenheid gegeven zou worden per soonlijk de luchthelden te complimenteren en bloemen en geschenken te overhandigen. Namens de Kamer van Koophandel te Am sterdam sprak nog de heer E. Heldring, doch Dr. Dannz had zwijgend den brief van zijn vrouw gelezen, toen de oude Trui hem dien liet zien. Dus te Munchen! Zij reisde dat was toch een bewijs, dat zij hare apathie te boven was! Misschien zou'alles nog terechtkomen! Nu reed het rijtuig voorbij het Sanatorium, waar Dr. Rosenkranz op het terras stond en met zijn hoed een afscheidsgroet wuifde. Toen ging 't den berg af en sloeg den weg door het bosch in. 't Was een heldere, warme lentedag; alles begon te groeien en te bloeien en verheugde zich in licht en zonne schijn. Dr. Dannz reed door de hem zoo dierbaar - geworden streek met een hart vol droefheid en zorg. Aan het station vond hij den gereserveerden coupé, dien hij had besteld. Van Witten wilde hij met denzelfden trein doorreizen tot Hamburg, waar hij'een plaats op een Wormannboot had besproken. Voorloopig had hij plan om naar Engeland te gaan. Naar Witten sporende, zat hij naast zijn jongen, die meestal op het kussen van de bank stond en uit het raampje keek. Het kind was vroolijk en opgewekt. Hij merkte alles op, vroeg naar alles, en dan weer keerde hij zich eensklaps naar zijn vader om en sloeg de armpjes om diens hals. En zóó zich vasthoudend, wipte hij op zijn elastische zitplaats en juichte van pret. Met elke minuut maakte het kleine ventje hem het afscheid moeilijker. Onwillekeurig begon hij zichzelf te verwijten, dat hij tot die reis had kunnen besluiten, waardoor hij zich zoover van de kinderen verwijderde. De hoop, dat Mariene naar hen toe zou snellen, zoodra zij hoorde, dat hij niet bij hen was, zou misschien ijdel blijken te zijn! (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1