'iïjettgc
ookf
Tandarts KROS
landarts J. H. BU1JS
GEEFT MEER EIECEM
den-Gebitten
BRIEVEN
HYPOTHEEKBANK
lï.V. GEBR. EGBEftS -ROTTERDAM
tkJilmddcal&'L
ook Voor kuikens
Predikbeurten.
1/ O/
IER1KZEE
1/ 0/
'1 /O
Yoorstraat 209 - Sommelsdijfe
TARWE, HAVER en ERWTEN
AAMBEIEN.
JU DE SALAMANDER JL
WOENSDAG
27 JULI 1927
96 jaargang. - n°. 74
Vraagt ons ftdveitentia-taitel
feuilleton.
DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW.
fd.25
h.gr.
per
F. 16.
franco boor or jp
Rotterdam
oor
WIJF15TRAAT 17 TELEFOON ÖDÖÖ,
HAS* Lfiii^D&ou\erE.e£inaus-^m
^^!fS^iiigM'Ë?Ni 'H'Agft *èM»aiWÊË0t.
stationstrap af.
der Parijsche
?de wijze de auto
3ü berucht indi-
ïng in den wagen
uur dat de politie
i van de stations
kon hij daarop
min of meer bij
ïen vaneenmis-
Lechtel werdge-
groote menigte
sommatie der
leen, had hij een
id, en in de ver-
bureau" had in-
\iatuur arsenaal,
ten, revolvers en
n wacht Schlech-
TLANTISCHEN
gedreven in een
ten of drinken,
door een stoom-
twee visschers
jen in een open
Oceaan hebben
deiyk door het
opgepikt. De
is overgebracht.
Williams en de
Zij waren den
onald A. Cressy
land ter visch-
r den volgenden
-e aan twee, in
geroeid om
Pfotseling ge-
- ist en verloren
rs. Zij wachtten
f, maar het bleef
hip niet terug
zij het eenige
en trachtten zij
d stak echter op
n Atlantischen
dden als eenig
iscuits bij zich
"orst werd ver-
raakten lang-
if May, die
je biscuits. Acht
ij. Toen dreven
ig toeval tegen
Sn. Met behulp
te stukken uit
gaf hun nieuwe
eelebeelijsblok-
rder. D£ moord-
Sr spoedig smel-
en aan honger
t van al kwelde
en de nachten
hen vreeselijk,
orst, maar ook
ewater, dat op
bleef het steeds
ip in het zicht
t hun het top-
n blies er
rstorm,
heen en weer
eikens sloegen
een. De laatste
riemen, waarover de mannen nog beschik
ten, gingen in dezen storm verloren. Tegen
den ochtend bedaarde het weer en Willi-
ams heesch het noodsein, zij het ook zonder
veel verwachting, wat er heerschte weer
een dichte mist. Toch was thans het einde
van de beproeving der beide mannen nabij.
Dienzelfden dag dook 's middags plotseling
het stoomschip Albuera uit den mist op,
nog geen 300 M. van de boot af. Aan boord
van het schip had men het noodsein al op
gemerkt, nog voordat de uitgeputte mannen
de Albuera gezien hadden. Zij waren dan
ook vrijwel bewusteloos toen zij aan boord
gehescben werden. Williams voeten waren
zoo gezwollen, dat er drie man noodig waren
om zijn zeelaarzen uit te trekken. Het gelaat
van de mannen was zoo geschonden, dat
het nauwelijks meer herkenbaar was.
Aan boord van de Albuera zijn de visschers
liefderijk behandeld. De bemanning hield een
inzameling, die voor elk hunner ongeveer
100 gulden opbracht.
Men verwacht, dat May en Williams bij
een zorgvuldige verpleging de gevolgen van
hun avontuur wel te boven zullen komen.
ze speciaal Medische
etaling desgewenscht in
mijnen ook voor Zieken-
chtlngen kosteloos
EAU voor
eelkundige
nds-verzekering
G. DE WAARD,
traat 13b, Rotterdam
- Telefoon No. 30013.
n 94 en 79 uur.
entschappen
"NIET, Wolphaertsbocht
lols.
Strijenschestraat 56
Nassaulaan 20
chiedam.
Dorpsstr. 39, Rhoon.
'2 /O
Closetrollen
Alleen verkoop
R-MIDDELHARNIS.
0,10, per 36 st. 0,08£.
L ADRES IN:
Ansichtkaarten, Pak-
TJ, Zijdepapier, enz.
r 3,00 per doos.
Zondag 24 Juli 1927.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelhamis, vm. en 'sav. ds. Den Oudsten.
Sommelsdjjk, nin. ds. Den Oudsten.
Dirksland, vru. leeskerk en 'sav. ds. Bax.
Herkingen, nm. dhr. Bouinan.
Melissant, vm. ds. Baarslag.
Stellendam, vm. en 's av. ds. Bouman.
Goedereede, nm. ds. Baarslag.
Ouddorp, vm. leeskerk en nra. ds. Polhuis.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en nm. ds. v. d. Zee.
Oude Tonge, vru. ds. Bax.
OoltgeDSplaat, vm- leeskerk en 's av. ds. v. d. Zee.
Langstraat, vm. en nm. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm. ds. Van der Zee.
Stad aan 't Haringvliet, vm.ds. Polhuijsen nm.
leeskerk.
Hellevoetsluis, vm. en 'sav. ds. Timmer.
Nieuw-iHelvoet, vm. ds. Priester.
Nieuwenhoorn, vm. ds. De Voogd v. d. Straaten.
Rockanje, vm. ds. van der Does van Brielle.
Oostvoorne, vm. ds. Mackenzie van Amsterdam.
Vierpolders, vm. ds. Stolk.
PROTESTANTENBOND.
Sommelsdijk, (Langeweg) vm. 10 uur. ds.F.W.
Boers van Abbekerk.
Brielle, (Kerkstraat) geen opgaaf.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velzen.
Stellendam, vm. en 's av. ds. Westerhujjs uit
Hellevoetsluis.
Ouddorp, vm. en nm. ds. Diemer.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. Lange.
Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff,
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois.
Herkingen, vm. en 's av, leeskerk.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, vm. ds. Schopenhouwer.
De nieuwe hoed.
„Wat heb jij daar een inooien nieuwen
hoed," zei z'n vriend bewonderend. „Waar
heb je dien vandaan?"
„Dat wil ik je wel vertellen," zei de ander,
„Ik heb hem gekocht in 1919 Een jaar daar
na liet ik hem stoomen en het jaar daarna
liet ik er een nieuwen band omzetten. Daar
na borstelde ik hem eiken morgen zorgvul
dig af en kon er zoo weer drie of vier jaar
mee toe. Nog een paar keer heb ik hem
daarna laten stoomen en nu vanmorgen heb
ik hem in een restaurant geruild I"
Spreekuren Dagelijks
van 8'/2 tot 10 uur voorm. en van
1 tot 2Va H-m-en volgens afspraak.
Telefoon No. 236.
VERKOOPINGEN.
Op Woensdag 27 Juli 1927 's avonds
half acht uur (z. t) te Dirksland,
ter herberge van Van den Doel van
ten verzoeke van diverse personen.
2-2 Notaris VAN DER SLUYS.
ZITDAG HOTEL MEIJER
MIDDELHARNIS,
fan S tOt 2 ddi
RADICALE GENEZING
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
I Kipstraat 43, R'dam
Niet goed, geld terug-
Prijs per kwariaai. f I,
Losse nummers f 0,07®
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
.y»
Dit blad verschijnt lederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven doer de
N.V. Uitgeversmaatschappij
,,0nze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
De tocht volbracht.
De vliegtocht AmsterdamBatavia en
terug gelukkig voleindigd. De terugkomst
op Schiphol. Geestdriftige ontvangst door
het Amsterdamsche publiek.
Men schrijft ons uit Amsterdam
Het vliegveld Schiphol was vanmiddag ge
heel ingericht op een grootsche ontvangst van
de wereldluchtreizigers, die de eerste passa-
giersvlucht AmsterdamBatavia heen en
terug tot een zoo gelukkig en zoo voorspoedig
einde hebben gebracht.
Er doen zich zoo af en toe gelegenheden voor,
waarbij duidelijk de onjuistheid blijkt van de
in het buitenland zoowel als in eigen land op
geld doende bewering, dat de Nederlander nu
ook voor niets ter wereld in geestdrift kan ge
raken. Vooral als het buitengewone daden op
vlieggebied betreft, loogenstraft de wijze waar
op het publiek daarop reageert deze repu
tatie. En de directie van de Koninklijke Lucht
vaartmaatschappij, de leiding van.het vlieg
veld Schiphol, de Amsterdamsche verkeers
politie niet het minst, hebben, indachtig aan
de ervaringen, opgedaan bij den terugkeer van
liet wakkere drietal, hetwelk voor het eerst
de reis van Amsterdam naar Oost-Indië door
de lucht heeft gemaakt, alle mogelijke maat
regelen genomen om de belangstelling van het
publiek in ordelijke banen te houden, op zulk
een wijze echter dat de warmte van de verwel
koming er niet door is afgekoeld.
Heel het vliegveld was Zaterdagmiddag in
vroolijken vlaggetooi. Een uitgestrekt houten
hek was aangebracht, waarachter ruim plaats
was voor de duizenden (onmogelijk was het
hun aantal ook maar bij benadering te schatten)
om zich zóó op te stellen dat ieder in de gelegen
heid zou zijn de historische daling en begroe
ting waar te nemen. Voorts waren er twee
groote auto-parken ingericht, want het was
van de stad, langs den heelen Sloterstraat-
weg, langs de Ringvaart van de Haarlemmer
meer en den binnenweg door de Meer naar
Schiphol één lange, onafgebroken reeks auto-
mobilen, ook veel autobussen die uit het heele
land waren gekomen. Hulde aan de Amster
damsche verkeerspolitie, voor haar optreden!
Midden voor het restaurant was een podium
opgericht voor de ontvangst van Van Lear
Black, de beide piloten Geyssendorffer en
Scholte, die hem heen en weer om een wereld-
halfrond hebben gevlogen, den méchanicien
Weber en een bediende van den wereld-lucht
reiziger. Rondom dit podium waren vlag
gen geplant: de Amerikaansche Sterren en
Strepen, de Nederlandsche driekleur; voorts
de vlaggen van de Kon. Luchtvaartvereeni-
ging, van de Kon. Luchtvaartmij., van Am
sterdam en van Batavia.
Daar waren, om de Indië-vliegers te ont
vangen aanwezig de ministers mr. H. J. v. d.
Vegte (waterstaat) en Lambooy (oorlog) met
zijn adjudant en andere militaire autoriteiten;
de gezant van de Ver. Staten te 's-Gravenhage,
_mr. Tobin; de marine-luchtvaart-attaché bij
het Amerikaansche.gezantschap, mr. Emmet;
de directeur der civiele luchtvaart in Engeland,
Sir Sefton Branker"; generaal Snijders, de groo
te en invloedrijke propagandist in ons land
voor het burgerluchtverkeer; de burgemeester
van Amsterdam, de heer W. de Vlugt, die met
de wethouders Jan ter Haar en von Frijtag
Drabbe het gemeentebestuur van de hoofd
stad vertegenwoordigde; de heeren E. Hel
dring, voorzitter, en mr. Dubois, secretaris
van de Kamer van Koophandel.
Maar wij willen deze droge opsomming sta
ken. Nog karakteristieker voor de waardee
ring van Nederland voor het groote werk dat
hier volbracht is, was de geweldige belang
stelling, hiervoor door het groote publiek aan
den dag gelegd, en de bruisende geestdrift,
waarin deze zich uitte op het oogenblik dat het
Indië-vlïegtuig in zicht kwam, meer nog toen
het t\vee wijde cirkels hoog boven het vlieg
veld en de hoofden der menigte beschreef en
daarna weder zijn eerste aanraking kreeg
met den bodem van het moederland.
Het was omstreeks twee uur in den middag,
dat de luidspreker, zeer duidelijk over heel.
het uitgestrekte vliegveld verstaanbaar, ver
kondigde dat de H.N.A.D.P. op de laatste
étappe van haar thuisreis (NeurenbergAm
sterdam) voor Keulen was. Nauwelijks vijf
minuten later volgde de mededeeling: Keulen
gepasseerd. En nauwelijks hadden wij tijd ge
had om kennis te nemen van een telegram van
den burgemeester van Rotterdam, waarin deze
uiting gaf aan zijn leedwezen, dat hij ver
hinderd was om persoonlijk namens zijn ge
meente de wakkere vliegers met hun schitte
rend volbrachten tocht geluk te wenschen,
of het galmde over het vliegveld: Venlo ge
passeerd! Wat gaat dat reizen door de lucht
verbijsterend snel. Dat was velen op dat oogen
blik wel een der sterkste indrukken, want zeer
kort daarop kwam de nieuwe mededeeling,
welke een algemeene spanning teweegbracht:
Over een half uur ongeveer is liet vliegtuig
uit lndië te verwachten. Tegelijk daarmee werd
een beroep gedaan op het publiek, om zoo
straks na de landing, bedacht op eigen gevaar
en gevaar voor degenen die men wenschte te
huldigen, niet op te dringen en achter de hek
ken te blijven. De luchtreizigers zouden im
mers direct na aankomst langs de afzettingen
rijden en ieder zou dan in de gelegenheid zijn
om hen te begroeten.
Wat men ook moge zeggen over het traag"
in geestdrift geraken van den Nederlander,
tot tooneelen als het onder de zeer ontvlam
bare Franschen is gekomen toen Lindbergh
te Parijs aankwam, tot vernieling van het toe
stel door reliquie-jagers is het hier niet geko
men, en ook is liet hier niet noodig geweest,
de helden van den dag stilletjes weg te smok
kelen, teneinde hen voor levensgevaarlijke
hulde-betuigingen te behoeden. Het publiek
is zeer ontvankelijk gebleken voor de vriende
lijk tot orde aanmanende .wenken van den
luidspreker.
Het laatste bericht voorde aankomst luidde:
De vliegers zijn boven Amsterdam: en op het
zelfde oogenblik zag men de drie vliegtuigen
(twee andere Fokkers waren, met passagiers,
de Indië-vliegers tot de grens van ons vader
land tegemoet gereisd en" escorteerden hen nu
in de lucht) boven de torens en koepels der
hoofdstad cirkelden.
En daarna heeft het nog maar nauwelijks
eenige minuten geduurd of het vliegtuig be
schreef weer twee wijde cirkels boven Schip
hol, dat het punt van uitgang was geweest
voor de ontzaglijke luchtreis.
Even voorspoedig als de heele reis is de lan
ding geweest. Het personeel van het vliegveld
dat hierbij de gewone assistentie verleende,
escorteerde het vliegtuig met bloemen en vlag
gen zwaaiend, toen het taxi-de tot voor het
podium. En toen leek het er toch wel een oogen
blik, heel even maar, op, dat het publiek
achter de afzetting, en ook de genoodigden op
het podium, van geen rem meer wilden weten.
De militaire politie, de maréchaussee en andere
W. HEIMBURG
VERTALING VAN HERMINA.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
43)
Erik zette zich op zijn gewone plaats bij de tafel,
van waar hij de geheele kamer kon overzien. Ginds
bij het venster Marlene's lichte gestalte, haar
fijn besneden kopje met de zware vlechten tee-
kende zich zoo duidelijk tegen de grijze lucht
daar buiten af.
Hij wist niet meer, hoe 't was gekomen, dat hij
op eens naar mevrouw van Leidnitz moest kijken.
Misschien door het rammelen van de kopjes, die
zij aan de kleine tafel inschonk. Zij stond mét den
rug naar hem toe, en hij zag in den spiegel hoe zij
schielijk de handen boven één kopje bewoog
en ook had hij even een papier hooren ritselen.
Daarop stak zij de hand ijlings in den zak van haar
japon 't scheen wel dat ze hierin iets verborg
en nu roerde ze de thee haastig met het lepeltje
C.T- Vervolgens had zij zich met het kopje in de
hand onbekeerd naar de plaats waar Mariene zat,
zoodat Erik haar in het aangezicht zag. 't Schenen
vel de verwrongen trekken van een krankzinnige.
Toen had hij plotseling alles begrepennog eens
had hij dat gezicht gezien in het park van
witten, op zijn verlovingsdag.
langzaam stapte zij op Mariene toe, even lang-
orde-handhavers moesten eenige moeite doen
om de geestdriftig juichende begroeters op een
afstand te houden, toen Geyssendorffer zijn
vrouw, Scholte zijn vrouw en zijn beide kleine
kindertjes, die hem de eerste bloemen op vader-
landschen bodem brachten, in de armen druk
ten.
Daarna wist de heer Plesman ruimte te
maken voor de talrijke persfotografen en cine-
matografen, wier taak het was het oogenblik
van dezen onvergetelijken terugkeer vast te
leggen.
En toen begon de
Officieels ontvangst.
Nadat de heer Joh. Bol, die op verzoek van
de K. N. L. M. als ceremoniemeester fungeerde
en zijn taak op voortvarende wijze ten uit
voer bracht, medegedeeld had dat zeer velen
toespraken hadden willen houden, doch dat
dit slechts enkelen vergund kon worden, werd
het woord gegeven aan generaal Snijders.
Namens de Kon. Ned. Luchtvaartmaat
schappij en namens het Vliegcomité Neder
land lndië bracht deze voorman onzer avia
tiek het wakkere quartet in de Engelsche taal
zijn welgemeende hulde. Spreker noemde het
welslagen van dezen geweldigen tocht een
brillant succes en dat het Nederlanders ge
weest zijn, die den ondernemenden Amerikaan
over zeeën en bergen heen én terug naar ons
lndië brachten en hier nu weer veilig en wel
neergestreken zijn, stemt ons dankbaar en
vervult ons met gerechtvaardigden trots. Spr.
wees er op hoe heel Nederland medegeleefd
heeft en huldigde den heer Van Lear Black
voor zijn initiatief en allen voor de betoonde
energie. Ten slotte bood generaal Snijders den
heer Van Lear Black een enormen krans aan
van de K. N. L. M. en stemden alle aanwezigen
op en nabij het podium in met een hartelijk
hoera.
Vervolgens werd het woord verleend aan
mr. H. van der Vegte, minister van water
staat. Spreker heette in de eerste plaats in de
Nederlandsche taal het viertal luchthelden
hartelijk welkom in Nederland, zeide hoe allen
in toenemende spanning de stoutmoedige
vlucht gevolgd hebben en dankte thans in de.
eerste plaats God dat Hij hen heeft behoed op
hun gevaarvolle» tocht en hen behouden in ons
midden deed terugkeeren. Namens de Neder
landsche regeering bracht minister Van der
Vegte daarop in de Engelsche taal den heer
Van Lear Black hulde voor zijn initiatief waar
door deze vlucht, die de Nederlandsche avia
tiek tot eer strekt en den naam van ons land
een wijle bewonderend doet noemen over heel
de aarde, mogelijk geworden is.
Daarop volgde de mededeeling dat het onze
Koningin behaagd heeft, den heer Van Lear
Black te benoemen tot ridder in de orde van
Oranje Nassau, waarop de minister den Ameri
kaan, die zichtbaar ontroerd was door deze
onderscheiding, hartelijk de hand schudde.
Zich vervolgens weer in de Nederlandsche
taal tot het driemanschap wendende, dat den
tocht volbracht, zeide de minister o.a. hen op
dezen dag niet inet „heeren" te willen aanspre
ken maar met broeders van ons vaderland.
Wij hebben door den loop der eeuwen koene
zeehelden gehad, doch reeds bleek bij den eer
sten lndiëNederland tocht en blijkt nu op
nieuw dat wij ons ook gelukkig mogen prijzen
in landgenooten, wier namen als luchthelden
voor altijd verbonden worden aan de geschie
denis van de aviatiek en van ons dierbaar
vaderland. Namens de Nederlandsche regee-
zaam stond hij ook op en liep aan den anderen
kant de tafel om, zoodat zij beiden tegelijk vóór
Mariene stonden. „Uw kopje mevrouw!" zeide
mevrouw van Leidnitz op nauw hoorbaren toon.
En op dit oogenblik had hij de hand daarnaar
uitgestrekt. „Die thee drink ik op, mevrouw!"
Een rauwe kreet. Mevrouw van Leidnitz hield
het kopje met beide handen stijf vast. Vol ont
zetting sloeg zij de oogen naar hem op. „Neen!
Neen! Dat niet!" gilde zij.
En toen hij gebiedend herhaalde. „Ge zult mij
dien kop thee geven!" week zij nog meer achteruit
en verzwolg den inhoud, als in een aanval van
wanhoop, met een' korten bitteren lach, eer hij 't
kon verhinderen, wierp den kop op den grond en
snelde de kamer uit.
Dit alles had niet langer dan een seconde ge
duurd. Mariene en haar man stonden tegenover
elkaar sprakeloos, geweldig verschrikt.
„Houd je bedaard!" verzocht zij haar. „Ik moet
zien waar zij gebleven is." En hij bukte zich,
beurde het kopje op en ijlde naar het Sanatorium.
Maar mevrouw van Leidnitz was niet in haar
kamer.
Hij zocht Rosenkranz op en deelde dezen het
voorgevallene mede. Zij bekeken het kopje; op den
bodem kleefden nog een paar korreltjes.
„En deed zij er dat in voor je vrouw?" vroeg
Rosenkranz.
Erik Dannz knikte toestemmend.^„Zelve heeft
zij 't opgedronken," zeide hij.
Rosenkranz kreeg zijn hoed. „Wij moeten haar
zien te vinden."
Maar juist toen hij met Dannz in de gang kwam
vloog het kamermeisje van de eerste etage hen
al te gemoet.
Ingezonden Mededeeling.
50
„Och, dokter, dokter! Mevrouw van Leidnitz
kwam zooeven uit den tuin. Ze gilt zoo vreeselijk."
,,'t Zal arsenicum zijn, Erik," zeide hij tot dezen.
,,'t Begint al te werken. Breng het noodige mee uit
onze apotheek."
Vervolgens ging hij de trap op naar de kamer van
de ongelukkige vrouw, die niet meer te redden
was en stervend nog slechts haar schuld beleed.
Toen Erik thuis kwam, door dit afgrijselijk
voorval zóó diep getroffen ais hij nog nooit van
zijn leven geweest was, vond hij zijn huis leeg en
eenzaam had Mariene hem en de kinderen ver
laten, was ze naar haar tante te Witten gevlucht.
Daarop volgde Marlene's ziekte, zijn reis naar
Witten, en de lange angstige dagen en nachten
aan het bed van de koortsige, bewustelooze vrouw.
Toen had hij ook een onderhoud met zijn schoon
vader gehad. Leopold Eisenhut, die zich ook dit
maal weer voornamelijk als koel practicus liet
kennen, wenschte, om het krediet van de inrichting
zooveel mogelijk op te houden, dat zijn dochter
terstond na hare herstelling naar Antonsbad zou
terugkeeren.
Maar Mariene was niet teruggekeerd, ook niet
toen haar eigenlijke ongesteldheid al lang over
was. Het aantal badgasten verminderde steeds.
Erik Dannz zat in zijn eenzame woning, waar
verdriet en verbittering met hém huisden
Op zekeren dag had Eisenhut hem schriftelijk
voorgesteld. „Ga reizen! Rosenkranz kan je praktijk
waarnemen. Onderwijl zal Mariene weer verstandig
worden. In de couranten staat iets van een studie
reis, een plan om de inrichting van de Sanatoriums
in andere landen te leeren kennen. Nu alles te
verkoopen, zou dwaasheid zijn."
Erik Dannz nam dien voorslag aan, zooals de
ring breng ik u drieën voor uwe wakkere daad
dank en hulde en het is mij een eer u de mede
deeling te kunnen doen dat het Hare Majesteit
onze geeerbiedigde Koningin behaagd heeft
ook u alle drie te benoemen tot ridder in de
Orde van Oranje Nassau.
Spreker trad daarop naar voren en reikte
het drietal dappere mannen hartelijk de hand,
waarop een nieuwe ovatie volgde.
Natuurlijk was ook de burgemeester van
Amsterdam ter begroeting aanwezig, en warm
klonk ook zijn huldigingswoord. Namens de
stad- Amsterdam bracht de burgemeester op
rechte hulde en dank voor dezen èn uit econo
misch èn uit sportief oogpunt zoo beteekenis-
rijken tocht.
In de Engelsche taal richtte de burgemeester
zich nog in hartelijke bewoordingen tot den
drenkeling zich aan een stroohalm vastklampt,
't Was een straal van hoop.
En toch, toen hij nu de kamer verliet, had hij
een gevoel, aisof hij van leven en geluk scheidde.
Hij liep nog eens de gang door" en nam hier den
schreienden kleinen jongen op den arm. „Komaan,
mijn ventje, huil maar niet!" troostte hij hem.
„Komaan, ik zal je in het rijtuig dragen."
Vervolgens gaf hij juffrouw Kreïsler en de
dienstboden de hand. „Past goed op het huis!"
zeide hij tot de laatsten, „en als mijn vrouw soms
mocht komen, doet dan alles voor haar wat ge
kunt ze was erg ziek en móet zeer ontzien wor
den. En nu maar vooruit!"
Hij was in het rijtuig gestegen en hield zijn jon
gen op de knieën. De oude Trui reed achteruit met
het kleine meisje, haar dochter hielp plaids en
doeken aandragen en schreide daarbij tranen met
tuiten.
„Moeder, schrijf toch maar als ge niet kunt
wennen! Dan kom ik je dadelijk halen. Om op je
ouden dag nog zoo ver, zóó héél ver weg te gaan!"
De oude vrouw was de eenige te Antonsbad, aan
wie Mariene tot hiertoe had geschreven. Eenige
dagen geleden was de brief uit Munchen gekomen
en behelsde slechts de korte mededeeling, dat zij
naar het zuiden ging, maar nu, moe van de reis,
een paar dagen te Munchen moest blijven en ver
langde iets van de beide kinderen te hooren. Als
zij op de plaats was gekomen, waar ze voorloopig
wenschte te blijven, zou zij terstond haar adres
opgeven.
En Trui had toen met behulp van haar dochter
een antwoord opgesteld, waarin ze haar meedeelde,
dat de kinderen wél waren, maar dat ze naar hun
moeder verlangden en dikwijls naar haar vroegen.
heer van Lear Black en hij overhandigde daar
op zoowel den ondernemenden passagiers als
de energieke bemanning van den luchtvogel
de zilveren medaille van de stad Amsterdam.
De verdere huldiging.
In tegenstelling met het aanvakelijk voor
nemen om nog een twintigtal sprekers korten
tijd aan het woord te laten hoe goed gezien
was dit stuiten van den woordenvloed!
deelde daarop de ceremoniemeester mede, dat
verdere toespraken achterwege blijven moes
ten en alleen nog aan de als sprekers opgegeven
personen gelegenheid gegeven zou worden per
soonlijk de luchthelden te complimenteren en
bloemen en geschenken te overhandigen.
Namens de Kamer van Koophandel te Am
sterdam sprak nog de heer E. Heldring, doch
Dr. Dannz had zwijgend den brief van zijn
vrouw gelezen, toen de oude Trui hem dien liet
zien. Dus te Munchen! Zij reisde dat was toch
een bewijs, dat zij hare apathie te boven was!
Misschien zou'alles nog terechtkomen!
Nu reed het rijtuig voorbij het Sanatorium, waar
Dr. Rosenkranz op het terras stond en met zijn
hoed een afscheidsgroet wuifde. Toen ging 't den
berg af en sloeg den weg door het bosch in. 't Was
een heldere, warme lentedag; alles begon te groeien
en te bloeien en verheugde zich in licht en zonne
schijn. Dr. Dannz reed door de hem zoo dierbaar -
geworden streek met een hart vol droefheid en zorg.
Aan het station vond hij den gereserveerden coupé,
dien hij had besteld. Van Witten wilde hij met
denzelfden trein doorreizen tot Hamburg, waar
hij'een plaats op een Wormannboot had besproken.
Voorloopig had hij plan om naar Engeland te gaan.
Naar Witten sporende, zat hij naast zijn jongen,
die meestal op het kussen van de bank stond en
uit het raampje keek. Het kind was vroolijk en
opgewekt. Hij merkte alles op, vroeg naar alles,
en dan weer keerde hij zich eensklaps naar zijn
vader om en sloeg de armpjes om diens hals. En
zóó zich vasthoudend, wipte hij op zijn elastische
zitplaats en juichte van pret.
Met elke minuut maakte het kleine ventje hem
het afscheid moeilijker. Onwillekeurig begon hij
zichzelf te verwijten, dat hij tot die reis had kunnen
besluiten, waardoor hij zich zoover van de kinderen
verwijderde. De hoop, dat Mariene naar hen toe
zou snellen, zoodra zij hoorde, dat hij niet bij hen
was, zou misschien ijdel blijken te zijn!
(Wordt vervolgd