napiöJZ NIGROIDS EERSTE BLAD ïJejyeet niet Geeft U op ais Abonné. smederij, Gebitten Vraagt ons Advertentie-tarief moede - Zenuwzwakte MGUINOSE ZATERDAG 16 JULI 1927 DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW. Douwe Egbert DOOF? Gehoorapparaten Centrale H. C. SCHOONENBERG GELDERSCHEKADE 20 ROTTERDAM Landbouw en Veeteelt. lanvaar- van voor- lendam, Tarwe, Stellen- Hals- Goecl- UYS. Inzet Afslag nertyd) en Huis rsstraat en heer REN. 27, ten lemans ge Ver- ploe- snijder, ïetgeen gebo- IAN. avonds )ijer te Tarwe, genhei- m den IEN. frika. )ken in ian de motief gestolen, waarmee zij naar Standerton ge reden zijn, een afstand van 80 KM. Daar keerden zij de locomotief om en zonden haar terug zonder bemanning. Met een gangertje van 65- K.M. per uur heeft de locomotief den terugweg afgelegd. Te Volkrust liep de machi ne op een rist goederenwagens en kwam zoo tot staan. De locomotief en de wagens we.- den vernield. Een slavenhaler? De douane te Townsville in Queensland heeft gisteren een onderzoek ingesteld aan boord van een Fransch schip, dat 480 koelies aan boord heeft, die geronseld zouden zijn voor de Nieuwe Hebriden. Volgens de scheepsofficieren komen de koelies uit An- nam, zyn zij voorzien van Indo Chineesche paspoorten en hebben zij contracten gesloten voor werk op de eilanden in den Grooten Oceaan. De Chineesche inwoners van Towns ville hebben echter een protest-betooging op de kade gehouden, waarop een boodschap werd voorgelezen, die stiekum van het schip was gesmokkeld en waarin stond, dat de menschen met cigaretten bedwelmd waren en vervolgens geronseld in een Fransche concessie in China en bestemd waren voor de zilver- en loodmynen op de Nieuwe He briden. Het schip is één groote kooi, geheel voorzien van tralies met prikkeldraad en met gewapende stuurlieden als wachten. De bood schap vermeldde verder, dat de mannen niet genoeg te eten kregen en ook geen behoor lijke medische verzorging kregen. De uitslag van het onderzoek wordt nog niet meegedeeld. )plevert en gun- BEVELAND. •R. Boekhandel ib 3, GOES. al Medische esgewenscht in ok voor Zieken en kosteloos oor ndig'e rzekering iARD, Rotterdam oon No. 30013. 7—9 uur. n folphaertsbocht schestraat 56; aan 20 n. 39, Bhoon. Het BESTUUR van het Water schap „De Oude Polders, loozen- de op de haven van Middelharnis," maakt bekend, datdePOTTER- WEQ door het leggen van eene nieuwe heul ter vervanging van de bestaande voor het verkeer GESLOTEN zal zijn gedurende een tijdvak van vier weken van af 13 dezer. Middelharnis, 12 Juli 1927. De SecretarisDe Voorzitter NIJGH. J. TIMMERS. OUDDORP. Rookt voor alle gevaren, lijn 5,6,1,8, en 10 cents SIGAREN. Aanbevelend, C. DE MOOIJ. len daar men niet gering over denken moet; een jen terugkeert; arm bloed is een arm leven; een oer, bedroefd, verdrietig gestemd zijn en zich voor :len. lijden mede. Is dreigend. te; zenuwzwakte; neurasthenie; chronische hoofd- gemeene depressie; dat alles komt voort uit arm- plantaardig middel tegen bloedarmoede en zenuw- rijkt het bloed, sterkt de zenuwen, jkomt anaemie en neurasthenie, t snel en afdoende henderden die den moed reeds hadden opgegeven, iet middel" voor U! fl. f 2.-; 6 fl. f 11.— 12 fl. f 21.—. voorname Apothekers en Drogisten. WACHT U VOOR NAMAAK, t Co., De Riemerstraat 2c/4, Den Haag. oen an ontstaan door te Koude, Rheumatiek, Pijne. p ivrichtcn en Spieren, Influenza, Koorts, Hoofd- en Kiespijn H op doeltreffende wijze door het de genezende en pijnstillende M tnde en pijnstillende werking der j tabletten wordt niet overtroffen, door de duurste geneesmiddelen. lekers en Drogisten in glazen n 50 tabletten 75 ct., n 40 ct. en 12 tabletten Prijs per kwartaal. f i, Losse nummersf 0,07" Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Dit blad vsrschijnt lederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 9E JAARGANG. - N°. 71 Huisvaders vóór! Gedurende acht na-oorlogsche jaren hebben alle groote en kleine economen zich bezig gehouden met het zoeken van een antwoord op de vraag, hoe de maat schappij weer gezond te krijgen is en in 't bijzonder, op welke wijze het werk- loozenvraagstuk moet worden opgelost. Ze hebben ons gezegd, dat we moesten wachten op het .economisch herstel". Maar nu de wereld acht jaar geduld heeft geoefend, zwijgen de economen over dat verwachte herstel en begint de massa intuitief in te zien, dat er van geen in grijpende economische wijzigingen meer sprake kon zijn, dat de ongewone maat schappelijke verhoudingen normaal gewor den zijn en dat we nu zullen hebben te wennen aan de gedachte, dat er voor honderd-duizenden geenarbeid is of komen zal en deze slachtoffers op onderhoud door de gemeenschap zijn aangewezen. Tal van .oplossingen" zijn beproefd. Emigratie is aanbevolen, maar de Neder- landsche arbeiders bleken te honkvast; de meesten gelooven ook niet aan het heil van emigratie, welke ze beschouwen als een sprong uit bekende ellende naar on bekende misère. De z.g. productieve werk verschaffing blijkt kapitalen te verslinden en de mogelijke voordeelen er van liggen in een te verre toekomst. Met .stoom cursussen" wist men slechts te bereiken, dat van werkelooze sigarenmakers, wer- kelooze bouwvakarbeiders gemaaktwerden. Is er dan geen middel ter verbetering van den toestand? Ja! maar we zitten zóó vast aan onze principes, dat we noch de hoofdoorzaak der werkeloosheid durven vaststellen, nóch het middel ter verbetering durven aan geven. Er zijn een paar honderd duizend wer kelooze mannen in ons land, maar even eens zijn talrijke duizenden vrouwen en meisjes heden werkzaam in functies, die vroeger door mannen en jongens werden waargenomen. Niemand .durtt" meer zoo conservatief zijn om daartegen te ageeren we zijn bang om te tornen aan het door vrouwen veroverde recht om zich naast de mannen een zelfstandigen werkkring in de maatschappij te verzekeren. Laten we de lezers en vooral de lezeres sen onmiddellijk gerust stellen met de ver zekering, dat ook wij er niet aan denken om dat recht der vrouwen te miskennen. We vragen ons echter af, of het wel prac- tisch is, economisch en moraliter te ver dedigen, dat de vrouwen in de huidige omstandigheden van dat recht gebruik maken, en de werkgevers ze daartoe in de gelegenheid stellen. We maken natuurlijk eene uitzondering voor de vrouwen, die kostwinners zijn voor een gezin. Als ze dat echter niet zijn, dan behooren mannen, wier natuurlijke roeping het nog steeds is om het gezin te verzorgen vóór te gaan en eveneens de ongehuwde jongens vóór de ongehuwde meisjes, omdat de eersten voor de te verwachten economische gezinstaak moe ten worden gevormd. 'tls maatschappelijk niet te verdedigen, dat mannen, huisvaders, op den onderstand door de gemeenschap worden aangewezen, terwijl in andere gezinnen vrouw en man eigen inkomsten verwerven, soms ook nog meerdere dochters, die van den gezins welstand profiteeren door het verdiende loon aan nuttelooze opschik en banale genoegens te besteden. Men zal ons misschien tegenwerpen, dat werkeloosheid ook voorkomt in vak ken, waarvan de vrouwen en meisjes zich nog verre houden, maar als het principe mannen gaan vóór! eenige jaren conse quent werd volgehouden, dan zou door veranderde beroepskeuze eene opschuiving ontstaan naar de vakken, die door grooter vraag méér bestaansmogelijkheid bieden. Het .mannen vóór" is moeilijk bij de wet te regelen, maar alle werkgevers met een beetje sociaal gevoel, moesten het eigener beweging in toepassing brengen, gelijk ook weldenkende vrouwen en meis jes, als ze daartoe niet uit nood gedreven worden, zich zoolang de arbeidsmoge lijkheden niet verbeterd hebben ervan moesten onthouden om wanhopige huis vaders concurrentie aan te doen. En de overheid moest mede voorgaan. In Kamers en Gemeenteraden wordt telkens verkondigd, dat de gemeenschapskas de enorme uitgaven voor werkeloosheidszorg niet langer lijden kan, maar intusschen raken onze departementen en gemeente, bureaux meer en meer bevolkt met vrou wen en zoekt de overheid voor allerlei werk uitsluitend vrouwelijke krachten: typisten, inspectrices, cassières, controleu- res enz. De leiders van gemeenschapsbe drijven, spoor, tram, post, telephoon, tele graaf, licht, water enz. doen juist zoo. (Adv.) FEUILLETON. W. HEIMBURG VERTALING VAN HERMINA. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 40) „Hemelsche goedheid!" stamelde mevrouw Ber tha, geweldig ontroerd. „Maar ,moeder," zeide Robert, „ge zijt immers tegelijk met dat mensch te Antonsbad geweest. Hebt ge dan toen niets gemerkt?" „Wat zal ik je zeggen, Robert? Och ja, er ge beurde toen ook al iets naars, dat voor ieder geheim werd gehouden, alleen Dannz en Jochem wisten 't; op denzelfden dag, dat Marlene's engagement publiek werd, heeft dat ongelukkige schepsel ze was hem nagereisd daar beneden in den tuin ook al een poging aangewend om een eind aan haar leven te maken en „En hebt ge dat geweten, moeder, en 't geheim helpen houden?" vroeg haar zoon in eene ver bazing. „Ja, en niet alleen heb ik geholpen, maar ik was 'teigenlijk alleen, die er op aandrong dat alles, Seheim zou blijven," zeide de oude vrouw. „Dannz wilde Mariene volstrekt alles vertellen maar deed 't niet op mijn dringend verzoek. Hij be tuigde mij op zijn woord van eer, dat hij niet het allerminste met die vrouw had uit te staan en haar nooit van liefde had gesproken," In de pers beklaagde zich dezer dagen een werkelooze boekhouder, tevens gezins hoofd, dat hij op het bureau van Maat schappelijk Hulpbetoon in de plaats zijner inwoning, geholpen werd door een nieuw aangestelde kantoorjuffrouw, die géén kost- winster is. De man had de plaats graag gehad voor het loon, dat deze dame genoot, maar toen hij daarover met den directeur ging spreken, moest hij hooren dat hij toch geen kans had, omdat deze post „En waarom liet ge hem Mariene dan niet rond uit alles meedeelen?" „Maar Robert! Zoo'n kind als ze toen nog was! Ze wist nog niet wat er in de wereld omging ze zou er niets van begrepen hebben." „Gelooft ge' dan nret, dat 't eigenlijk vee! ver standiger van hem was geweest, als hij haar alles openhartig verteld had?" „Maar, Robert," viel de oude dame hem min of meer geërgerd in de rede „Mariene heeft alles gehoord haar man zelf heeft 't haar later „Zoo? Maar dan toch niet eerder dan toen ze met alle recht mocht vragen. Waarom heb ik alles niet dadelijk geweten, als ge onschuldig waart? Gij neemt mij niet kwalijk, moeder?En hoe zal 't nu verder gaan?" „Ik weet 't niet, Robert, ik weet 't niet! Toe, bel Mieke eens, ze moet bij mij blijven ik kan niet meer." Zij wierp het hoofd achterover op de sofa en drukte haar zakdoek tegen de oogen. „Is 't niet beter, dat we er Mieke buiten laten?" vroeg Robert. „Wacht even, ik kom dadelijk weer ik ga mij alleen wat verkleeden Moe ben ik niet." Toen haar zoon na eenige minuten terugkwam, zat mevrouw Bertha nog altijd stil op de sofa. Zij stak hem de hand toe, zeggende, „'t Moet weer in orde komen, ais zij d-; ware liefde heeft, de liefde, die alles vergeeftZie, Robert, ik ben met je vader zoo gelukkig geweest maar zonder vergeven komt een vrouw het leven niet door." Mariene bleef den volgenden dag uitgeput te bed. Na de geweldige aandoeningen van den laat-1 volgens een zekere instructie door een vrouwelijk employée bezet moest worden Wordt op die manier het aantal steun trekkers niet kunstmatig opgevoerd? INGEZONDEN MEDEDEELING. •ECHTE FRIESCHE HEERENBAAI W eek-reveu. Binnenland. Voor menschen met weinig doorzicht is 't baantje van politieagent zooveel als een renteniers vak. Tot die averechtsche meening komt de massa, als ze de politie op een zomerschen dag ziet wandelen, op regen dagen kijkt men geen agent aan. In werke lijkheid heeft de politiebeambte een vaak zware en alty d ondankbare taakvelen staan steeds met hun critiek klaar en het publiek is eer geneigd om den dienaar Hermandad's in den rug te bestoken, dan om hem een handje te helpen, wanneer dat noodig is. In die omstandigheden is het te begrijpen, dat een politieagent in critieke momenten méér vertrouwt op de kracht van zyn vuist en zijn revolver, dan op de hulp der om standers. Helaas komt hij zelfs wél eensin de noodzaak om, ter verdediging van zijn eigen leven, zijn aanrander buiten gevecht te stellen, wat geen redelijk denkend mensch hun euvel mag duiden. Is het dragen van een vuurwapen derhalve een noodzaak voor den politieman, het legt hem tevens een plicht op óm zich voldoende te beheerschen en zich niet te laten ver leiden om de revolver buiten volstrekte nood zaak te gebruiken, want politie is een rech ter- en géén gewelds-instituuthet politioneel- gezag mag geen politioneele willekeur worden. We hebben het ter dezer plaatse wel eens betoogd en het feit betreurd, dat niet alle politiebeambten voldoende karakter blijken te bezitten om zich in alle omstandigheden hun groote verantwoordelijkheid bewust te zijn, waardoor het vertrouwen van het pu bliek geschokt is. Het geregeld dragen van sten tijd was er een soort van reactie in haar gestel gekomen, die haar onbekwaam maakte om te denken, te spreken, te gevoelen. Zij had verzocht, dat de luiken zouden dlcht- blijven. Ze weigerde eten en drinken; met half gesloten oogen naar de zoldering starende, lag zij op den rug. Mevrouw Bertha had haar huisdokter laten halen, die aanried de zieke voorhands in alles haar zin te geven. Men liet haar dus begaan, en zij had behoefte aan die rust. 'tWas doodstil in huis. Tusschen Erik Dannz en tante Bertha werden verschillende telegrammen gewisseld. Hij kreeg de geruststellende verzeke ring, dat Mariene was aangekomen en er goed voor haar gezorgd werd. Hiermede moest hij zich voor- Ioopig tevreden stellen. 's Namiddags tegen vier uur verscheen Leopold Eisenhut, recht boos naar 't scheen. Mevrouw Zehmen ontving hem in haar huiskamer en deelde hem mede, dat hij zijn dochter niet kon zien. „Ik moet haar zien," hieid hij vol. „Een krach tige toespraak zal haar zeker goed doen." „O, Leopold, ze heeft zooveel verdriet gehad." „Door haar eigen schuld." Mevrouw Alice Eisenhut, die haar man verge zelde, verkoos ditmaal partij te kiezen voor Mar iene. „Als 't vandaag niet gaat, Leopold," zeide zij, „dan kunt ge morgen toch ook met haar praten." „Ik Wil vandaag zeggen wat ik te zeggen heb," hernam hij driftig, „er staat meer op het spel dan ge denkt 1" „Ik zal 't Mariene vragen," antwoordde me vrouw Bertha. „Maar volg mij niet dadelijk, Leo- gold ze is ziek, ik weet niet of zij je wel zien Ingezonden Mededeeling. een wapen en het weten, dat het gebruikt mè,g worden, doet sommige menschen licht vaardig worden en de grenzen van het ge oorloofde overschrijden, 'tls immers zoo gemakkelijk om zich achter reglementen en instructies te dekken 1 We weten als leek niet, hoe die instruc ties en reglementen luiden, maar een ieder voelt toch, dat de politiebeambte zijn be voegdheid te buiten gaat, als hy buiten nood zaak van zelfverdediging of minder gevaar lijken misdadiger te achterhalen, het leven van een mensch in gevaar brengt. Dat in Zundert een vader van een groot gezin om het leven werd gebracht om een vermeende drankwet-overtreding, in Leiden een bekwaam en jong rechercheur werd neergeschoten, omdat collega's hem voor een smokkelaar aanzagen, in Rotterdam een jonge kerel blind geschoten werd om een overtreding van het Ry wielreglement, in dezelfde piaats een onschuldige molenaar in zijn slaapkamer de doodende kogels moest opvangen, bestemd voor ontsnapte beroo vers, dat zyn dingen, die niet door den beu gel kunnen en waartegen we al eens hebben geprotesteerd. Het leven van dé zwaarste misdadigers.is bij de wet beschermt, doordat de doodstraf is afgeschaft, mag men dan het oordeel over leven of dood overlaten aan den eersten den besten politieman Wat ons over deze zaak weer doet schrij ven is het feit, dat de President van de Rotterdamsche Rechtbank deze week in twee verschillende zaken zijn ernstig misnoegen te kennen gaf over het feit, dat de politie in beide, weinig beteekenende gevallen van inbraak, op de verdachten geschoten had en ze ook had geraakt. Dat genoemde autoriteit tegen het euvel openlijk is opgetreden, doet vertrouwen wekken, dat kl te heet gebakerde agenten zich in den vervolge wat zullen be heerschen. Het aanzien en respect voor de politie kan er door winnen; respect is beter dan vrees. Nu de zomer eindelijk begonnen is en vele menschen de geneugten der vacantie genieten, stijgt het aantal verkeersongeval len onrustbarend, niet alleen aan onbewaak te overwegen, maar vooral op de hellingen onzer smalle dijken en wegen. Ons land had vroeger geen slecht wegennet, maar met het modere snelverkeer zijn we ineens achterop geraakt. Een slechte maar breede weg is gemakkelijker bereidbaar te maken, dan een goede, maar te smalle weg, 't is juist by het passeeren, dat zich herhaalde lijk ongevallen voordoen. We weten wel, dat het groote wegenplan ons in de toekomst schitterende wegen be looft, maar er ware toch wel wat meer haast gewenscht, op die gedeelten althans, waar het verkeer 't drukst en de weg allerslechtst is. Denken we b.v. eens aan Muiden by Am sterdam; aan Overschie by Rotterdam; aan Woerden, waar Zondag twee auto-reizigers wil." Mariene maakte een mat handgebaar, alsof zij wilde zeggen. Voor mijn partl Tante Bertha streek haar de verwarde haren liefkozend van het voor hoofd. „Misschien is 'tmaar goed, kind, dat ge aan hoort wat hij te zeggen heeft. Dan hebt ge 't achter den rug." Zij schelde en liet Eisenhut zeggen, dat zijn dochter hem verwachtte. Een minuut later trad hij binnen. Mevrouw Zehmen wachtte even met een blik op het bleeke, benauwd ademhalende schepseltje. Ze zou er zoo graag bij z'n gebleven! Maar haar zwager zag haar gebiedend aan en dwong haar letterlijk om zich te verwijderen en zoo ging zij naar haar slaapkamer daarnaast en liep hier in de schemering op en neer, gereed om bij de minste stemverheffing toe te snellen en een eind aan het gesprek te maken. Vooreerst scheen dit echter niet noodig, want Leopold Eisenhut praatte alleen, zee langzaam, zeer bedaard, terwijl Mariene boe noch ba ant woordde. Slechts eens of tweemaal verhief hij zijn stem en dan kon de angstige vrouw verstaan wat hij zeide. £Gij ruïneert de geheele onderneming, waarmee nu een groot kapitaal is gemoeid, door je koppig heid Ja, 'tis koppigheid!" Daarop weer een lang, zakelijk betoog. „En bovendien hebt ge niets met dat van vroe ger te maken. Dat zijn ook zulke romantische opvattingen van- wie gij die hebt, weten we maar al te goed!" En eindelijk, ,,'t Blijft er dus bij, zoo gauw gij je wat beter voelt, komt hij hier. Hij zal je verongelukken. Met het innen der penningen is de Staat wel vlug; we betalen nu al wegenbelasting voor de toekomstige verbeteringen. Mogen we nu ook eens spoedig „waar" voor ons geld ontvangen? Buitenland Is het nu de radio of.zy'n we inderdaad aan het einde der dagen? Feit is, dat we genoeg „vreemde dingen" zien gebeuren. Niet alleen zijn ten onzent cyclonen en wer velwinden inheemsch geworden deze week weer een wervelwind in Rhenenl maar wat we uit het buitenland vernemen, stemd nog droeviger. In Duitschland (Ertsgebergte) onweer, storm, overstroomingen 120 dooden boven Londen hevig noodweer, dat meerdere doodelyke ongevallen veroorzaakt; in Palesti na en Transjordanië een aarbeving, waardoor volgens berichten 200 dooden vielen en vol gens latere mededeelingen zelfs 10001 Al de Oude en Nieuwe Testamentische namen worden in de berichten genoemd, overal in die historische streken waarde de dood. Ten afwisseling leest men dan nog „sap pige verslagen over de rechtszitting in Moldavië, dat toch heusch in Europa ligt, waar zigeuners zich verantwoorden moeten over moorden en het... opeten van hun slachtoffer. Of over den Londenschen myn heer, die zyn slachtoffer in stukjes sneed en keurig verpakt in grauw papier en ge laden in een koffer, naar het station ver voerde om het daar „in bewaring" te geven. Eén troost liet ons maarschalk Foch, door te zeggen, dat hy binnen 15 h 20 jaar een nieuwen oorlog mogelijk achtte, waarin héél de wereld betrokken zou zyn, en waaraan ook alle vrouwen en kinderen zouden deel nemen. Langer dan 20 jaar behoeft het dus niet meer te duren met de menschheid. Roof en bloeddorst beheerschen de wereld en het goede wordt niet geduld. Zien we naar dat ongelukkige Ierland, dat eeuwen van verdrukking en vervolging heeft gekend, doch zich tenslotte verhief in de rijen der vrije naties, niet echter dan na een bloe- digen burgerstryd. Om die natie te leiden gaf zich een jonge krachtige man: O'Higgings; voor een groot deel door hun liefde het zwaar beproefde land op. En zijn loon? Zondag j.l. viel hy door de hand van drie sluipmoordenaars. Eerder reeds hadden laffe oproermakers zijn vader vermoord. En toch vergaf de zoon in zyn stervensuur aan zijn vyanden en verzuchtte hij: Arm IerlandI Waar het onkruid overwoekert, kan de roos niet bloeien. De zevende nationale tentoonstelling van liet Stamboek voor het Nederl. Trekpaard. Men schrijft ons: Stamboekleden en bestuur zullen ditmaal, natuurlijk excuus vragen. Maakt dit maar samen uit. Dat mensch is nu dood, zooals ik hoor, en dus" En nu klonk een schelle kreet, een gejammer als van een ziek kind. Tante Bertha wist zelve niet hoe, maar ze stond op eens bij het bed van de in heftige stuipen liggende vrouw. 't Was het begin van een ernstige ziekte, die Marlene's leven weken achtereen in gevaar bracht. Mariene wist niet, dat Erik Dannz al dien tijd naast haar bed zat, en als zij hem in een flikkering van bewustzijn gewaar werd, werkte dit aanstonds op haar zenuwen en moest hij zich verwijderen. Zij leed vreeseüjk in de meening, dat zij vergif had ingekregen en sterven moest. En dèn weer was zij met dat denkbeeld verzoend, omdat hij nu gelukkig werd. Als de kinderen er maar niet waren I Als zij sliep, liep Erik door den tuin, waar 't koud en winter was, en zag er uit alsof hij tien jaar ouder was geworden. Zijn schoonvader be handelde hem koel, ook mevrouw Zehmen hield zich op een afstand, en alleen Robert en zijn vrouw gingen vriendschappelijk met hem om, hoewel zij 't echter vermeden met hem over de aanleiding van Marlene's vlucht te spreken. En terwijl hier alles zweeg over die rampzalige zaak, terwijl Mariene met den dood worstelde, groeiden daar buiten in de menschenwereld de babbelpraatjes als een sneeuwlawine aan. Dr. Rosenkranz berichtte in zijn brieven, dat er veel patiënten vertrokken en liet hierop de drin gende vraag volgen. „Kunt ge door een openlijke verklaring niet een eind aan die ellendige geruchten maken? Als 't zóó doortgaat, is 't met ons heele Sanatorium gedaan, eer we er op verdacht zijn! En waarom? Om niets 1" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1