napiöJZ
NIGROIDS
EERSTE BLAD
ïJejyeet niet
Geeft U op ais Abonné.
smederij,
Gebitten
Vraagt ons Advertentie-tarief
moede - Zenuwzwakte
MGUINOSE
ZATERDAG
16 JULI 1927
DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW.
Douwe Egbert
DOOF?
Gehoorapparaten Centrale
H. C. SCHOONENBERG
GELDERSCHEKADE 20 ROTTERDAM
Landbouw en Veeteelt.
lanvaar-
van
voor-
lendam,
Tarwe,
Stellen-
Hals-
Goecl-
UYS.
Inzet
Afslag
nertyd)
en Huis
rsstraat
en heer
REN.
27, ten
lemans
ge Ver-
ploe-
snijder,
ïetgeen
gebo-
IAN.
avonds
)ijer te
Tarwe,
genhei-
m den
IEN.
frika.
)ken in
ian de
motief
gestolen, waarmee zij naar Standerton ge
reden zijn, een afstand van 80 KM. Daar
keerden zij de locomotief om en zonden haar
terug zonder bemanning. Met een gangertje
van 65- K.M. per uur heeft de locomotief den
terugweg afgelegd. Te Volkrust liep de machi
ne op een rist goederenwagens en kwam zoo
tot staan. De locomotief en de wagens we.-
den vernield.
Een slavenhaler?
De douane te Townsville in Queensland
heeft gisteren een onderzoek ingesteld aan
boord van een Fransch schip, dat 480 koelies
aan boord heeft, die geronseld zouden zijn
voor de Nieuwe Hebriden. Volgens de
scheepsofficieren komen de koelies uit An-
nam, zyn zij voorzien van Indo Chineesche
paspoorten en hebben zij contracten gesloten
voor werk op de eilanden in den Grooten
Oceaan. De Chineesche inwoners van Towns
ville hebben echter een protest-betooging op
de kade gehouden, waarop een boodschap
werd voorgelezen, die stiekum van het schip
was gesmokkeld en waarin stond, dat de
menschen met cigaretten bedwelmd waren
en vervolgens geronseld in een Fransche
concessie in China en bestemd waren voor
de zilver- en loodmynen op de Nieuwe He
briden. Het schip is één groote kooi, geheel
voorzien van tralies met prikkeldraad en met
gewapende stuurlieden als wachten. De bood
schap vermeldde verder, dat de mannen niet
genoeg te eten kregen en ook geen behoor
lijke medische verzorging kregen.
De uitslag van het onderzoek wordt nog
niet meegedeeld.
)plevert en gun-
BEVELAND.
•R. Boekhandel
ib 3, GOES.
al Medische
esgewenscht in
ok voor Zieken
en kosteloos
oor
ndig'e
rzekering
iARD,
Rotterdam
oon No. 30013.
7—9 uur.
n
folphaertsbocht
schestraat 56;
aan 20
n.
39, Bhoon.
Het BESTUUR van het Water
schap „De Oude Polders, loozen-
de op de haven van Middelharnis,"
maakt bekend, datdePOTTER-
WEQ door het leggen van eene
nieuwe heul ter vervanging van
de bestaande voor het verkeer
GESLOTEN zal zijn gedurende
een tijdvak van vier weken van af
13 dezer.
Middelharnis, 12 Juli 1927.
De SecretarisDe Voorzitter
NIJGH. J. TIMMERS.
OUDDORP.
Rookt voor alle gevaren,
lijn 5,6,1,8, en 10 cents SIGAREN.
Aanbevelend, C. DE MOOIJ.
len daar men niet gering over denken moet; een
jen terugkeert; arm bloed is een arm leven; een
oer, bedroefd, verdrietig gestemd zijn en zich voor
:len.
lijden mede.
Is dreigend.
te; zenuwzwakte; neurasthenie; chronische hoofd-
gemeene depressie; dat alles komt voort uit arm-
plantaardig middel tegen bloedarmoede en zenuw-
rijkt het bloed,
sterkt de zenuwen,
jkomt anaemie en neurasthenie,
t snel en afdoende
henderden die den moed reeds hadden opgegeven,
iet middel" voor U!
fl. f 2.-; 6 fl. f 11.— 12 fl. f 21.—.
voorname Apothekers en Drogisten.
WACHT U VOOR NAMAAK,
t Co., De Riemerstraat 2c/4, Den Haag.
oen
an
ontstaan door
te Koude, Rheumatiek, Pijne. p
ivrichtcn en Spieren, Influenza,
Koorts, Hoofd- en Kiespijn H
op doeltreffende wijze door het
de genezende en pijnstillende M
tnde en pijnstillende werking der j
tabletten wordt niet overtroffen,
door de duurste geneesmiddelen.
lekers en Drogisten in glazen
n 50 tabletten 75 ct.,
n 40 ct. en 12 tabletten
Prijs per kwartaal. f i,
Losse nummersf 0,07"
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
Dit blad vsrschijnt lederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
9E JAARGANG. - N°. 71
Huisvaders vóór!
Gedurende acht na-oorlogsche jaren
hebben alle groote en kleine economen
zich bezig gehouden met het zoeken van
een antwoord op de vraag, hoe de maat
schappij weer gezond te krijgen is en in
't bijzonder, op welke wijze het werk-
loozenvraagstuk moet worden opgelost.
Ze hebben ons gezegd, dat we moesten
wachten op het .economisch herstel".
Maar nu de wereld acht jaar geduld heeft
geoefend, zwijgen de economen over dat
verwachte herstel en begint de massa
intuitief in te zien, dat er van geen in
grijpende economische wijzigingen meer
sprake kon zijn, dat de ongewone maat
schappelijke verhoudingen normaal gewor
den zijn en dat we nu zullen hebben te
wennen aan de gedachte, dat er voor
honderd-duizenden geenarbeid is of komen
zal en deze slachtoffers op onderhoud
door de gemeenschap zijn aangewezen.
Tal van .oplossingen" zijn beproefd.
Emigratie is aanbevolen, maar de Neder-
landsche arbeiders bleken te honkvast; de
meesten gelooven ook niet aan het heil
van emigratie, welke ze beschouwen als
een sprong uit bekende ellende naar on
bekende misère. De z.g. productieve werk
verschaffing blijkt kapitalen te verslinden
en de mogelijke voordeelen er van liggen
in een te verre toekomst. Met .stoom
cursussen" wist men slechts te bereiken,
dat van werkelooze sigarenmakers, wer-
kelooze bouwvakarbeiders gemaaktwerden.
Is er dan geen middel ter verbetering
van den toestand?
Ja! maar we zitten zóó vast aan onze
principes, dat we noch de hoofdoorzaak
der werkeloosheid durven vaststellen, nóch
het middel ter verbetering durven aan
geven.
Er zijn een paar honderd duizend wer
kelooze mannen in ons land, maar even
eens zijn talrijke duizenden vrouwen en
meisjes heden werkzaam in functies, die
vroeger door mannen en jongens werden
waargenomen. Niemand .durtt" meer zoo
conservatief zijn om daartegen te ageeren
we zijn bang om te tornen aan het door
vrouwen veroverde recht om zich naast
de mannen een zelfstandigen werkkring
in de maatschappij te verzekeren.
Laten we de lezers en vooral de lezeres
sen onmiddellijk gerust stellen met de ver
zekering, dat ook wij er niet aan denken
om dat recht der vrouwen te miskennen.
We vragen ons echter af, of het wel prac-
tisch is, economisch en moraliter te ver
dedigen, dat de vrouwen in de huidige
omstandigheden van dat recht gebruik
maken, en de werkgevers ze daartoe in
de gelegenheid stellen.
We maken natuurlijk eene uitzondering
voor de vrouwen, die kostwinners zijn
voor een gezin. Als ze dat echter niet zijn,
dan behooren mannen, wier natuurlijke
roeping het nog steeds is om het gezin
te verzorgen vóór te gaan en eveneens
de ongehuwde jongens vóór de ongehuwde
meisjes, omdat de eersten voor de te
verwachten economische gezinstaak moe
ten worden gevormd.
'tls maatschappelijk niet te verdedigen,
dat mannen, huisvaders, op den onderstand
door de gemeenschap worden aangewezen,
terwijl in andere gezinnen vrouw en man
eigen inkomsten verwerven, soms ook nog
meerdere dochters, die van den gezins
welstand profiteeren door het verdiende
loon aan nuttelooze opschik en banale
genoegens te besteden.
Men zal ons misschien tegenwerpen,
dat werkeloosheid ook voorkomt in vak
ken, waarvan de vrouwen en meisjes zich
nog verre houden, maar als het principe
mannen gaan vóór! eenige jaren conse
quent werd volgehouden, dan zou door
veranderde beroepskeuze eene opschuiving
ontstaan naar de vakken, die door grooter
vraag méér bestaansmogelijkheid bieden.
Het .mannen vóór" is moeilijk bij de
wet te regelen, maar alle werkgevers met
een beetje sociaal gevoel, moesten het
eigener beweging in toepassing brengen,
gelijk ook weldenkende vrouwen en meis
jes, als ze daartoe niet uit nood gedreven
worden, zich zoolang de arbeidsmoge
lijkheden niet verbeterd hebben ervan
moesten onthouden om wanhopige huis
vaders concurrentie aan te doen.
En de overheid moest mede voorgaan.
In Kamers en Gemeenteraden wordt telkens
verkondigd, dat de gemeenschapskas de
enorme uitgaven voor werkeloosheidszorg
niet langer lijden kan, maar intusschen
raken onze departementen en gemeente,
bureaux meer en meer bevolkt met vrou
wen en zoekt de overheid voor allerlei
werk uitsluitend vrouwelijke krachten:
typisten, inspectrices, cassières, controleu-
res enz. De leiders van gemeenschapsbe
drijven, spoor, tram, post, telephoon, tele
graaf, licht, water enz. doen juist zoo.
(Adv.)
FEUILLETON.
W. HEIMBURG
VERTALING VAN HERMINA.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
40)
„Hemelsche goedheid!" stamelde mevrouw Ber
tha, geweldig ontroerd.
„Maar ,moeder," zeide Robert, „ge zijt immers
tegelijk met dat mensch te Antonsbad geweest.
Hebt ge dan toen niets gemerkt?"
„Wat zal ik je zeggen, Robert? Och ja, er ge
beurde toen ook al iets naars, dat voor ieder geheim
werd gehouden, alleen Dannz en Jochem wisten 't;
op denzelfden dag, dat Marlene's engagement
publiek werd, heeft dat ongelukkige schepsel ze
was hem nagereisd daar beneden in den tuin
ook al een poging aangewend om een eind aan
haar leven te maken en
„En hebt ge dat geweten, moeder, en 't geheim
helpen houden?" vroeg haar zoon in eene ver
bazing.
„Ja, en niet alleen heb ik geholpen, maar ik was
'teigenlijk alleen, die er op aandrong dat alles,
Seheim zou blijven," zeide de oude vrouw. „Dannz
wilde Mariene volstrekt alles vertellen maar
deed 't niet op mijn dringend verzoek. Hij be
tuigde mij op zijn woord van eer, dat hij niet het
allerminste met die vrouw had uit te staan en
haar nooit van liefde had gesproken,"
In de pers beklaagde zich dezer dagen
een werkelooze boekhouder, tevens gezins
hoofd, dat hij op het bureau van Maat
schappelijk Hulpbetoon in de plaats zijner
inwoning, geholpen werd door een nieuw
aangestelde kantoorjuffrouw, die géén kost-
winster is. De man had de plaats graag
gehad voor het loon, dat deze dame genoot,
maar toen hij daarover met den directeur
ging spreken, moest hij hooren dat hij
toch geen kans had, omdat deze post
„En waarom liet ge hem Mariene dan niet rond
uit alles meedeelen?"
„Maar Robert! Zoo'n kind als ze toen nog was!
Ze wist nog niet wat er in de wereld omging ze
zou er niets van begrepen hebben."
„Gelooft ge' dan nret, dat 't eigenlijk vee! ver
standiger van hem was geweest, als hij haar alles
openhartig verteld had?"
„Maar, Robert," viel de oude dame hem min of
meer geërgerd in de rede „Mariene heeft alles
gehoord haar man zelf heeft 't haar later
„Zoo? Maar dan toch niet eerder dan toen ze
met alle recht mocht vragen. Waarom heb ik
alles niet dadelijk geweten, als ge onschuldig
waart? Gij neemt mij niet kwalijk, moeder?En
hoe zal 't nu verder gaan?"
„Ik weet 't niet, Robert, ik weet 't niet! Toe, bel
Mieke eens, ze moet bij mij blijven ik kan niet
meer."
Zij wierp het hoofd achterover op de sofa en
drukte haar zakdoek tegen de oogen.
„Is 't niet beter, dat we er Mieke buiten laten?"
vroeg Robert. „Wacht even, ik kom dadelijk
weer ik ga mij alleen wat verkleeden Moe
ben ik niet."
Toen haar zoon na eenige minuten terugkwam,
zat mevrouw Bertha nog altijd stil op de sofa.
Zij stak hem de hand toe, zeggende, „'t Moet weer
in orde komen, ais zij d-; ware liefde heeft, de liefde,
die alles vergeeftZie, Robert, ik ben met
je vader zoo gelukkig geweest maar zonder
vergeven komt een vrouw het leven niet door."
Mariene bleef den volgenden dag uitgeput te
bed. Na de geweldige aandoeningen van den laat-1
volgens een zekere instructie door een
vrouwelijk employée bezet moest worden
Wordt op die manier het aantal steun
trekkers niet kunstmatig opgevoerd?
INGEZONDEN MEDEDEELING.
•ECHTE FRIESCHE
HEERENBAAI
W eek-reveu.
Binnenland.
Voor menschen met weinig doorzicht is
't baantje van politieagent zooveel als een
renteniers vak. Tot die averechtsche meening
komt de massa, als ze de politie op een
zomerschen dag ziet wandelen, op regen
dagen kijkt men geen agent aan. In werke
lijkheid heeft de politiebeambte een vaak
zware en alty d ondankbare taakvelen staan
steeds met hun critiek klaar en het publiek
is eer geneigd om den dienaar Hermandad's
in den rug te bestoken, dan om hem een
handje te helpen, wanneer dat noodig is.
In die omstandigheden is het te begrijpen,
dat een politieagent in critieke momenten
méér vertrouwt op de kracht van zyn vuist
en zijn revolver, dan op de hulp der om
standers. Helaas komt hij zelfs wél eensin
de noodzaak om, ter verdediging van zijn
eigen leven, zijn aanrander buiten gevecht
te stellen, wat geen redelijk denkend mensch
hun euvel mag duiden.
Is het dragen van een vuurwapen derhalve
een noodzaak voor den politieman, het legt
hem tevens een plicht op óm zich voldoende
te beheerschen en zich niet te laten ver
leiden om de revolver buiten volstrekte nood
zaak te gebruiken, want politie is een rech
ter- en géén gewelds-instituuthet politioneel-
gezag mag geen politioneele willekeur worden.
We hebben het ter dezer plaatse wel eens
betoogd en het feit betreurd, dat niet alle
politiebeambten voldoende karakter blijken
te bezitten om zich in alle omstandigheden
hun groote verantwoordelijkheid bewust te
zijn, waardoor het vertrouwen van het pu
bliek geschokt is. Het geregeld dragen van
sten tijd was er een soort van reactie in haar gestel
gekomen, die haar onbekwaam maakte om te
denken, te spreken, te gevoelen.
Zij had verzocht, dat de luiken zouden dlcht-
blijven. Ze weigerde eten en drinken; met half
gesloten oogen naar de zoldering starende, lag zij
op den rug. Mevrouw Bertha had haar huisdokter
laten halen, die aanried de zieke voorhands in
alles haar zin te geven.
Men liet haar dus begaan, en zij had behoefte
aan die rust.
'tWas doodstil in huis. Tusschen Erik Dannz
en tante Bertha werden verschillende telegrammen
gewisseld. Hij kreeg de geruststellende verzeke
ring, dat Mariene was aangekomen en er goed voor
haar gezorgd werd. Hiermede moest hij zich voor-
Ioopig tevreden stellen.
's Namiddags tegen vier uur verscheen Leopold
Eisenhut, recht boos naar 't scheen. Mevrouw
Zehmen ontving hem in haar huiskamer en deelde
hem mede, dat hij zijn dochter niet kon zien.
„Ik moet haar zien," hieid hij vol. „Een krach
tige toespraak zal haar zeker goed doen."
„O, Leopold, ze heeft zooveel verdriet gehad."
„Door haar eigen schuld."
Mevrouw Alice Eisenhut, die haar man verge
zelde, verkoos ditmaal partij te kiezen voor Mar
iene.
„Als 't vandaag niet gaat, Leopold," zeide zij,
„dan kunt ge morgen toch ook met haar praten."
„Ik Wil vandaag zeggen wat ik te zeggen heb,"
hernam hij driftig, „er staat meer op het spel dan
ge denkt 1"
„Ik zal 't Mariene vragen," antwoordde me
vrouw Bertha. „Maar volg mij niet dadelijk, Leo-
gold ze is ziek, ik weet niet of zij je wel zien
Ingezonden Mededeeling.
een wapen en het weten, dat het gebruikt
mè,g worden, doet sommige menschen licht
vaardig worden en de grenzen van het ge
oorloofde overschrijden, 'tls immers zoo
gemakkelijk om zich achter reglementen en
instructies te dekken 1
We weten als leek niet, hoe die instruc
ties en reglementen luiden, maar een ieder
voelt toch, dat de politiebeambte zijn be
voegdheid te buiten gaat, als hy buiten nood
zaak van zelfverdediging of minder gevaar
lijken misdadiger te achterhalen, het leven
van een mensch in gevaar brengt.
Dat in Zundert een vader van een groot
gezin om het leven werd gebracht om een
vermeende drankwet-overtreding, in Leiden
een bekwaam en jong rechercheur werd
neergeschoten, omdat collega's hem voor een
smokkelaar aanzagen, in Rotterdam een
jonge kerel blind geschoten werd om een
overtreding van het Ry wielreglement, in
dezelfde piaats een onschuldige molenaar in
zijn slaapkamer de doodende kogels moest
opvangen, bestemd voor ontsnapte beroo
vers, dat zyn dingen, die niet door den beu
gel kunnen en waartegen we al eens hebben
geprotesteerd. Het leven van dé zwaarste
misdadigers.is bij de wet beschermt, doordat
de doodstraf is afgeschaft, mag men dan het
oordeel over leven of dood overlaten aan den
eersten den besten politieman
Wat ons over deze zaak weer doet schrij
ven is het feit, dat de President van de
Rotterdamsche Rechtbank deze week in twee
verschillende zaken zijn ernstig misnoegen
te kennen gaf over het feit, dat de politie
in beide, weinig beteekenende gevallen van
inbraak, op de verdachten geschoten had en
ze ook had geraakt. Dat genoemde autoriteit
tegen het euvel openlijk is opgetreden, doet
vertrouwen wekken, dat kl te heet gebakerde
agenten zich in den vervolge wat zullen be
heerschen. Het aanzien en respect voor de
politie kan er door winnen; respect is beter
dan vrees.
Nu de zomer eindelijk begonnen is en
vele menschen de geneugten der vacantie
genieten, stijgt het aantal verkeersongeval
len onrustbarend, niet alleen aan onbewaak
te overwegen, maar vooral op de hellingen
onzer smalle dijken en wegen. Ons land
had vroeger geen slecht wegennet, maar
met het modere snelverkeer zijn we ineens
achterop geraakt. Een slechte maar breede
weg is gemakkelijker bereidbaar te maken,
dan een goede, maar te smalle weg, 't is
juist by het passeeren, dat zich herhaalde
lijk ongevallen voordoen.
We weten wel, dat het groote wegenplan
ons in de toekomst schitterende wegen be
looft, maar er ware toch wel wat meer haast
gewenscht, op die gedeelten althans, waar
het verkeer 't drukst en de weg allerslechtst
is. Denken we b.v. eens aan Muiden by Am
sterdam; aan Overschie by Rotterdam; aan
Woerden, waar Zondag twee auto-reizigers
wil."
Mariene maakte een mat handgebaar, alsof zij
wilde zeggen. Voor mijn partl Tante Bertha streek
haar de verwarde haren liefkozend van het voor
hoofd.
„Misschien is 'tmaar goed, kind, dat ge aan
hoort wat hij te zeggen heeft. Dan hebt ge 't achter
den rug."
Zij schelde en liet Eisenhut zeggen, dat zijn
dochter hem verwachtte. Een minuut later trad
hij binnen.
Mevrouw Zehmen wachtte even met een blik
op het bleeke, benauwd ademhalende schepseltje.
Ze zou er zoo graag bij z'n gebleven! Maar haar
zwager zag haar gebiedend aan en dwong haar
letterlijk om zich te verwijderen en zoo ging
zij naar haar slaapkamer daarnaast en liep hier
in de schemering op en neer, gereed om bij de
minste stemverheffing toe te snellen en een eind
aan het gesprek te maken.
Vooreerst scheen dit echter niet noodig, want
Leopold Eisenhut praatte alleen, zee langzaam,
zeer bedaard, terwijl Mariene boe noch ba ant
woordde. Slechts eens of tweemaal verhief hij zijn
stem en dan kon de angstige vrouw verstaan wat
hij zeide.
£Gij ruïneert de geheele onderneming, waarmee
nu een groot kapitaal is gemoeid, door je koppig
heid Ja, 'tis koppigheid!"
Daarop weer een lang, zakelijk betoog.
„En bovendien hebt ge niets met dat van vroe
ger te maken. Dat zijn ook zulke romantische
opvattingen van- wie gij die hebt, weten we
maar al te goed!"
En eindelijk, ,,'t Blijft er dus bij, zoo gauw
gij je wat beter voelt, komt hij hier. Hij zal je
verongelukken.
Met het innen der penningen is de Staat
wel vlug; we betalen nu al wegenbelasting
voor de toekomstige verbeteringen. Mogen
we nu ook eens spoedig „waar" voor ons
geld ontvangen?
Buitenland
Is het nu de radio of.zy'n we inderdaad
aan het einde der dagen? Feit is, dat we
genoeg „vreemde dingen" zien gebeuren.
Niet alleen zijn ten onzent cyclonen en wer
velwinden inheemsch geworden deze week
weer een wervelwind in Rhenenl maar
wat we uit het buitenland vernemen, stemd
nog droeviger. In Duitschland (Ertsgebergte)
onweer, storm, overstroomingen 120 dooden
boven Londen hevig noodweer, dat meerdere
doodelyke ongevallen veroorzaakt; in Palesti
na en Transjordanië een aarbeving, waardoor
volgens berichten 200 dooden vielen en vol
gens latere mededeelingen zelfs 10001 Al de
Oude en Nieuwe Testamentische namen
worden in de berichten genoemd, overal in
die historische streken waarde de dood.
Ten afwisseling leest men dan nog „sap
pige verslagen over de rechtszitting in
Moldavië, dat toch heusch in Europa ligt,
waar zigeuners zich verantwoorden moeten
over moorden en het... opeten van hun
slachtoffer. Of over den Londenschen myn
heer, die zyn slachtoffer in stukjes sneed
en keurig verpakt in grauw papier en ge
laden in een koffer, naar het station ver
voerde om het daar „in bewaring" te geven.
Eén troost liet ons maarschalk Foch, door
te zeggen, dat hy binnen 15 h 20 jaar een
nieuwen oorlog mogelijk achtte, waarin héél
de wereld betrokken zou zyn, en waaraan
ook alle vrouwen en kinderen zouden deel
nemen. Langer dan 20 jaar behoeft het dus
niet meer te duren met de menschheid.
Roof en bloeddorst beheerschen de wereld
en het goede wordt niet geduld. Zien we
naar dat ongelukkige Ierland, dat eeuwen
van verdrukking en vervolging heeft gekend,
doch zich tenslotte verhief in de rijen der
vrije naties, niet echter dan na een bloe-
digen burgerstryd.
Om die natie te leiden gaf zich een jonge
krachtige man: O'Higgings; voor een groot
deel door hun liefde het zwaar beproefde land
op. En zijn loon? Zondag j.l. viel hy door de
hand van drie sluipmoordenaars. Eerder
reeds hadden laffe oproermakers zijn vader
vermoord. En toch vergaf de zoon in zyn
stervensuur aan zijn vyanden en verzuchtte
hij: Arm IerlandI
Waar het onkruid overwoekert, kan de
roos niet bloeien.
De zevende nationale tentoonstelling van
liet Stamboek voor het Nederl. Trekpaard.
Men schrijft ons:
Stamboekleden en bestuur zullen ditmaal,
natuurlijk excuus vragen. Maakt dit maar samen
uit. Dat mensch is nu dood, zooals ik hoor, en dus"
En nu klonk een schelle kreet, een gejammer als
van een ziek kind. Tante Bertha wist zelve niet
hoe, maar ze stond op eens bij het bed van de
in heftige stuipen liggende vrouw.
't Was het begin van een ernstige ziekte, die
Marlene's leven weken achtereen in gevaar bracht.
Mariene wist niet, dat Erik Dannz al dien tijd
naast haar bed zat, en als zij hem in een flikkering
van bewustzijn gewaar werd, werkte dit aanstonds
op haar zenuwen en moest hij zich verwijderen.
Zij leed vreeseüjk in de meening, dat zij vergif had
ingekregen en sterven moest. En dèn weer was zij
met dat denkbeeld verzoend, omdat hij nu gelukkig
werd. Als de kinderen er maar niet waren I
Als zij sliep, liep Erik door den tuin, waar 't
koud en winter was, en zag er uit alsof hij tien
jaar ouder was geworden. Zijn schoonvader be
handelde hem koel, ook mevrouw Zehmen hield
zich op een afstand, en alleen Robert en zijn
vrouw gingen vriendschappelijk met hem om,
hoewel zij 't echter vermeden met hem over de
aanleiding van Marlene's vlucht te spreken.
En terwijl hier alles zweeg over die rampzalige
zaak, terwijl Mariene met den dood worstelde,
groeiden daar buiten in de menschenwereld de
babbelpraatjes als een sneeuwlawine aan.
Dr. Rosenkranz berichtte in zijn brieven, dat er
veel patiënten vertrokken en liet hierop de drin
gende vraag volgen. „Kunt ge door een openlijke
verklaring niet een eind aan die ellendige geruchten
maken? Als 't zóó doortgaat, is 't met ons heele
Sanatorium gedaan, eer we er op verdacht zijn!
En waarom? Om niets 1" (Wordt vervolgd).