NGERS QcIilmdtöc€£leiA 5EINT0ESTELLEN 1ILVER5UM fjjSSg WOENSDAG 13 JULI 1927 ook Hoor kuikens pij per so h.gn f 8.25 too f.J6.~ Franca boot of spoor Rotterddtn M.V. GEBR. CGBEQS -ROTTERDAM WIJNSTRAAT 17 TELEFOON ÖDOO; >eintoestellen Fabriekte Hilversum te Middelharnis. DOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW, Prijs per kwartaal. f i, Losse nummersf 0,07s Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat fftiddelharnis. Deu Bommel, vm. ds. Van der Zee. Stad aan 't Haringvliet, vm.ds. Polhuijsen nm. leeskerk. PROTESTANTENBOND. Sommelsdijk, (Langeweg) vm. 10 uur ds. Hulsman uit Den Haag. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Voogel uit,Hil versum. Stellendam, vin. en 'sav. ds. Dekker uit Den Haag. Ouddorp, vm. en nra. ds. Diemer. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. leeskerk. Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en'sav. ds. DeGraaff. DOOPSGEZINDE KERK. Ouddorp, vm. ds. Schopenhouwer. KERK. Oudsteu. 'ao der Zee. [eperen- B> ssM Of B..1IT 9E JAARGANG. - N°. 70 oogenblikken tijds steeg het water van de Mtlglitz en van de Gottleuba, twee beekjes, die door nauwe dalen naar de Elbe stroomen, eenige meters en vulden de dalen geheel. Met donderend geweld sleurde het water alles wat het op ziju weg vond mede, zware, eeuwenoude boomen werden ontworteld, bruggen en huizen omvergeworpen, telegraaf- en telefoonpalen meegesleurd. De spoorweg werd vernield. De verschillende stadjes en dorpjes in deze streek zijn alle zeer ernstig geteisterd. Het zwaarst had Berggieshübel te lijden, waar volgens de laatste berichten 45 menschen om het leven zijn gekomen. Te Rotterndorf telt men 20 dooden, te Neuen dorf 14, te Gottleuba 10 en in het wereld beroemde Glashütte, het centrum van de horlogefabïicage, eveneens 10 dooden. Het gehucht Oelsengrund is geheel verwoest, alle 25 huizen zijn volkomen door het water weggevaagd In alle dorpen vermist men tal van lieden en men vreest, dat vele vermisten in het water zijn omgekomen. Een inwoner van Glashütte vertelde aan het Acht Uhr Abenblatt, dat de ramp zich in slechts enkele minuten afspeelde: Het had den geheelen avond geonweerd en de menschen hadden den indruk, dat er een tweede zondvloed op til was. Dit bleek echter nog slechts een inleiding te zijn. Omstreeks 11 uur drong plotseling een golf van wel twee meter hoogte het dal binnen. In enkele oogenblikken tijds stond het station twee meter onder water. Een stampvolle trein, die op het punt stond van vertrekken, werd door het water ingesloten. In enkele seconden Hjds steeg het water in de wagens tot een meter hoogteeenige passagiers, die in hun doodsangst uit den trein sprongen, werden door den stroom meegesleurd en kwamen in de golven om. De andere passagiers bleven echter in den trein en moesten eenige uren tot aan het middel in het water blijven zitten, voor zij gered konden worden. Het dorpje Berggieshübel is verreweg het zwaarst getroffen. Men vreest dat er van de 130 inwoners 60 a 80 zijn verdronken of door het instorten van huizen zijn gedood. Op het oogenblik zijn politie en soldaten aan het werk om de puinhopen op te rui men. Men vindt onder het puin nog voort durend lijken. 12 huizen zijn spoorloos ver dwenen, van tal van andere huizen zijn de gevels of zijmuren ingestort, Te Pirna zijn tot dusverre reeds 21 dooden komen aan drijven. Al deze dooden zijn afkomstig uit de hooger gelegen bergdorpjes en zijn vele kilometers door het water meegesleurd. Voores drijft er voortdurend zeer veel ver dronken vee aan. De schade in het Ertsgebergte wordt door de Saksische regeering op gemiddeld 12 mil- lioen mark geschat. Alleen te Gottleuba bedraagt ze 3 h 4 millioen. De dalen van Gottleuba en van de Müglitz zijn thans, nu het water is weggestroomd, geheel bedekt met een laag slijk van wel een halve meter dikte. Uit alle deelen van het land zijn rijks weerbaarheidstroepen naar de ernstig getroffen streken onderweg om hulp te verleenen. Later meldde men nog uit Berlijn; Uit nadere hier ontvangen berichten blijkt, dat bij de ramp in Saksen 130 menschen om het leven zijn gekomen. Nadere mede- deelingen zijn uiterst moeilijk te verkrijgen, daar het telegrafische verkeer met het gebied van de ramp geheel verbroken is. Glashütte, de beroemde stad van de horlogeindustrie, schijnt vooral te hebben geleden. Te Pirna zijn veel lijken aangespoeld en te Dresden is veel dood vee uit de Elbe opgehaald. De Saksische regeering heeft een eerste bedrag van 125,000 mark uitgetrokken voor de slachtoffers. De spoorwegdirectie Dresden deelt mee» dat op de lyn Heidenau—Altenberg detrein' die Vrijdagavond om 9 uur uit Altenau ver' trokken was te Glashuette is opgehouden. De reizigers konden, tengevolge van den plotselingen geweldigen was van de Mueglitz den trein slechts ten deele verlaten. Het heele station stond drie meters onder water. De reizigers, die in den trein achter moesten blijven, konden eerst om 1 uur 's nachts verlost worden. DE CATASTROFE IN SAKSEN. Door den vloed achtervolgd. Ik bleef op straat, totdat het water mij tot den hals kwam. Toen begaf ik mij naar de eerste verdieping van het Hotel „Sachsisches Haus". Maar ook daar volgde ons de vloed en .wij moesten naar de tweede verdieping vluch ten, waar wij met 42 personen bijeen waren. Wij zagen voor onze oogen, hoe huis na huis door de golven werd ondermijnd, totdat de muren het begaven. Lat waren verschrikke lijke minuten 1 Want het gevaar dreigde, dat wij allen zouden verdrinken. Wij moesten naar een veiliger plaats vluchten, maar hoe? Een moedig man waagde het een gat in het dak të slaan en begaf zich daarop via aan eengeknoopte beddelakens naar een aangren zend huis. Daarna volgden wij allen, aldus besluit de burgemeester zyn rapport. In het geheele geteisterde gebied heerscht groot gebrek aan levensmiddelen, vooral aan brood. De militaire autoriteiten hebben daar om veldkeukens naar de verschillende cen tra gezonden. Babies in hun wiegjes over het water. Te Glashütte heeft zich de Müglitz in twee armen verdeeld en omspoelt een huizeneiland, dat te midden van den stroom is gelegen. Den geheelen dag was men daar in de weer, om de bewoners die in de huizen waren achterge bleven, te redden. Kleine kinderen werden in hun wiegjes over het water gebracht. Al heeft te Glashütte de ramp niet zulk een omvang aangenomen als te Berggiesshübel, toch is ook daar de ellende zeer groot. De lij ken, die men te Glashütte uit den stroom opvisch te, waren meerendeels naakt, daar door de kracht van het water de kleeren van de lichamen waren gescheurd. In een kasteel, dat iets lager dan Glashütte geleegen is, speelden drie mannen kaart, toen zij door het water werden verrast. Zij verdronken allen. Te Neuendorf zijn de dooden voorloopigin het stationsgebouw ondergebracht. Vermoedelijk geen buiten landers onder de dooden. Onder de vacantiegangers, die bij de cata strophe om het leven zijn gekomen, bevinden zich, voor zoover tot dusver kon worden vast gesteld, geen buitenlanders. Het meerendeel der om het leven gekomen vacantiegangers is uit Saksen afkomstig en wel voorname lijk uit Dresden. Een paar slachtoffers kwa men uit Berlijn. De Duitsche bladen beschouwen de ramp als de grootste van dezen aard, die sinds men ingezonden Mededeeling FLAKKEESCHE BOERENBOND. Aan Hare Majesteit, de Koningin der Neder landen, geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Het Dagelijksch Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond, goedgekeurd by Koninklijke Besluiten, laatst van 24 Decem ber 1924, No. 24. Dat het met belangstelling en verwonde ring kennis nam van de Wet van 30 De cember 1926, Staatsblad No. 464, in zake het berijden der wegen met tractors, en de daarvoor geheven wegbelasting. Dat het hen heeft verbaasd dat de wetgever geen onderscheid heeft gemaakt tusschen particuliere en openbare wegen, wegen welke in onderhoud zijn van polders en water schappen en gemeenten. Dat door het heffen van deze belasting op wegen welke geheel in onderhoud zijn bij publiekrechterlijke lichamen, het wegenfonds onrechtmatig in het bezit wordt gesteld van eeu belastingopbrengst, welke rechtens zoude behooren te vloeien in de kas van deze lichamen. Dat deze belasting bovendien aan tal van menschen, welke tijdelijk hun bestaan vinden in het loondorschen, en voor het vervoeren van hunne dorschmachine, van den eenen akker naar den anderen, een tractor gebrui ken, welke door zijne samenstelling, zoowel trek- als drijfkracht bezit, dermate worden getroffen, dat dit bedrijf niet meer loonend zal zijn, en waardoor deze categorie van menschen, vrij groote kapitalen, waardeloos zullen worden gemaakt, althans zulk een gering rendement zullen afwerpeD, dat het voortbestaan minstens twijfelachtig zal worden. Dat het hunne overtuiging is, dat het de bedoeling van den wetgever niet kan zijn ge weest, om in te grijpen in het eigendomsrecht van bedoelde publiekrechterlijke lichamen, noch ook om het wegenfonds te verrijken met bedragen, welke het niet toekomt, doch dat de redactie allerongelukkigst is uitge vallen, waarvan de gevolgen, behalve on rechtmatig, voor tal van menschen boven dien funest zullen zijn. Redenen, waarom het zich tot Uwe Ma jesteit wendt met eerbiedig verzoek, een zoodanige wjjziging te willen bevorderen, dat voor deze machines alleen belasting verschuldigd zal ziju, wanneer zij gebruik maken van wegen, welke door het Rijk of de Provincie worden onderhouden. Hetwelk Doende. Het Dagelijksch Bestuur voornoemd: De Voorzitter P. v. SCHOUWEN. De Secretaris A. W. KEIJZER. °UdbeT°nge' 6 Juli 1927. Herkingen, schenheugenis in Duitschland heeft plaats ge vonden. Men moet aannemen, dat het aantal dooden nog zal stjjgeh, dat uit het door de bergstroo- men achtergelaten slik en uit de ruïnes der huizen nog altijd lijken worden geborgen. De verwoesting vertoont een beeld van groote eentonigheid. Overal liggen kadavers van die ren op de doorweekte velden. Veel vee, voor namelijk paarden, koeien en varkens, is ver dronken. In één enkelen stal kwamen dertig paarden om het leven. Vele dieren hebben zichzelf kunnen redden. Zij slaagden er in zich los te werken en zwommen met den stroom -mee; hier en daar konden zij wor den opgevangen, doch vele stortten langs de1 berghellingen te pletter. Rijks weer, Roode Kruis en vrij willigers zijn druk bezig de door het water ingesloten menschen vaak met eigen levensgevaar te redden. Ook ellende in het Reuzen gebergte. Het Reuzengebergte is eveneens door de catastrophe geteisterdvooral de streek rond Alt-Chemnitz is getroffen. Ook hierzljn huizen en bruggen weggespoeld.De dorpen Seifershau en Crommenau vertoonen een beeld der groot ste verwoesting. Menschenslevens zijn hier evenwel niet te betreuren. Wel is het verkeer naar alle richtingen gestremd, terwijl de electrische geleidingen zijn vernield. Het Boheemsch-Saksische grensgebied in de streek van Bodenbach in Cechoslovakije heeft eveneens onder het noodweer te lijden gehad. Het onweer in het Ertsgebergte. Vele menschen omgekomen. Huizen en bruggen weggespoeld. Een trein overstroomd. Voor miljoenen schade. De regeering zal steun verleenen. Men meldt uit Berlijn: Het Ertsgebergte is Vrijdagnacht getroffen door een verschrikkelijke ramp, waarbij vol gens de laatste nog oncontroleerbare be richten 100 tot 150 menschen om het leven zijn gekomen. Omstreeks 11 uur had een wolkbreuk plaats, zooals men in deze streek nog nimmer had aanschouwd. In enkele antwoordde hij wrevelig. „Volstrekt niet, want ik heb mijn rijtuig vandaag al tweemaal naar het station gestuurd om haar af te halen. Mariene had mij a! verscheidene dagen geleden geschreven, dat zij bij mij wilde komen." „Zoo? Nu, dan kunt ge haar meenemen, als ge wilt, zoolang totdat ze tot inzicht is gekomen en ons gelieft te vertellen wat er eigenlijk is voor gevallen." „Goed, Leopold, dan neem ik haar mee. Hier schijnt ge niet in een stemming te zijn om met een vrouw te onderhandelen, die zulk een gewichtigen stap heeft gedaan of wil doen. Vind ik Mariene dus bij je vrouw?" Haastig verliet zij het vertrek en klopte aan de deur van het boudoir. Zonder antwoord te wach ten, trad zij binnen. Mariene zat in een leunstoel bij de kachel, maar stond op, toen zij haar tante in het oog kreeg. Zij kwam de vrouw, die met bezorgd gelaat op haar toetrad, in haar nauwsluitende en sleepende rouwjapon grooter en slanker voor dan vroeger. Maar ook haar gelaat was geweldig veranderd zoo bleek en ingevallen. De oude dame schrikte er van. „Tante Bertha!" zeide Mariene zacht, de on natuurlijk groote en in hun kassen gezonken oogen neerslaande. „Mijn beste kind!" stamelde mevrouw Bertha, terwijl ze haar nicht omhelsde, „waarom zijt ge niet dadelijk bij mij gekomen?" „Ik dacht, dat 't mijn plicht was om eerst naar vader en ook wist ik niet of gij mij wel bij u wilt hebben Ik ben weggeloopen van mijn man en ga nooit weer naar hem toe." „Praat toch niet zoo dwaas, kind 1 Kom maar, mee! Jochem wacht beneden met de lantaren." Mariene nam haar mof en volgde zonder tegen spraak. Zij vonden den ouden man beneden in de gang. Hij groette verlegen mevrouw Dannz, die hem de hand toestak, maar keerde zich toen schielijk om en liep met de lantaren voor. De twee dames kwamen uit de tuinzaal buiten achter hem aan. Zij trotseerden zwijgend den storm, die nog was toegenomen en door de takken van de boomen zwiepte en huilde. Aan genen kant van de kleine brug beschutte haar het hooge struikgewas eenigszins, maar op het voorplein bij het heerenhuis kostte 't haar weer moeite op de been te blijven. Zij waren blij, toen de zware huisdeur achter haar in het slot viel. „Kom dadelijk boven, Mariene! Jochem, zeg aan Mieke, dat we naar thee en brood verlangen. Je kamer is al lang klaar voor je ik wist 't wel dat ge zoudt komen. Zoo, kindlief, loop zacht op de trap." fluisterde de oude dame, „het kind slaapt." Toen zij boven kwamen en de kinderkamer voorbijgingen, begon de kleine jongen eensklaps luidkeels te schreien, welke uitbarsting een heesche, beverige vrouwenstem met een ouderwetsch wiege liedje trachtte te bezweren. Plotseling kostte 't de jonge vrouw moeite zich staande te houden. Ze wankelde, leunde met den arm tegen den muur, boog het hoofd en begon wanhopig te snikken. Eindelijk gelukte 't mevrouw Zehmen haar naar de slaapkamer te brengen, maar aan een geregeld gesprek was voorloopig niet te denken. En zoo stelde zij zich tevreden met de nog altijd onbe daarlijk schreiende Mariene in bed te bezorgen Een geruime poos bleef ze bij haar zitten, zonder een woord te spreken. Eerst tegen den ochtend sliep Mariene in. Nu verliet mevrouw Bertha onhoorbaar het vertrek en ontmoette in de voorkamer haar kinderen, die van het bal thuiskwamen en hun moeder verbaasd en vragend aanzagen. „Houdt je zoo rustig mogelijk!" zeide zij met haperende stem. „Mariene is gekomen maar ze is ziek." En toen zij haar verwonderd aan staarden, liet zij er op volgen. „Hebt ge veel plezier gehad? Nu, slaapt wel dan, kinderen! Ik ben doodmoe." „Moeder!" fluisterde Robert, haar volgende, „weet u al iets naders?" „Iets naders? Bedoelt ge van Mariene?" „Ja!" „Zoo? Weet gij dan iets?" „Ga naar bed, kindlief!" dus wendde zich haar zoon tot zijn vrouw. „Ik heb nog even een woordje met moeder." Op de teenen volgde hij de oude dame naar haar zitkamer. „Moeder," begon hij hier, half binnensmonds, „dat's een akelig geval. Wat zegt Mariene er toch van?" „Robert, martel mij niet, maar spreek!" ant woordde mevrouw Bertha bevend en ontsteld. De uitdrukking op het aangezicht van haar zoon voorspelde weinig goeds. „Misschien zal Mariene de toedracht van de zaak anders vertellen, moeder. Maar zooals 't in het avondblad van de Maagdenburger courant staat, ziet 't er wonderlijk uit." „In de courant? Marlene's naam in de courant!" riep tante Bertlia, haar zoon bij den arm grijpende. Hij haalde een courant uit den zak van zijn jas te voorschijn en las op gesmoorden toon „Antonsbad. Gisteren namiddag heeft zekere mevrouw van L., die voor hare gezondheid in het Sanatorium van Dr. Dannz vertoefde, de jonge vrouw van bovengenoemden heer met arsenicum trachten te vergeven. De dame had bijna eiken dag met de familie van den dokter omgegaan en onlangs nog de oude mevrouw Dannz, de moeder van den dokter, tot aan haar dood met bijna kinderlijke toewijding verpleegd. De dokter merkte gisteren, dat mevrouw van L. in een kopje thee, dat zij inschonk voor zijn vrouw, die niet recht wel was, een poeder schudde; hij zag dit door een spiegel, waarvoor de theetafel toevallig was neergezet. Terstond trad hij op de dametoe.en zeide haar ,dat zijn vrouw die thee niet zou ge bruiken en hij zelf dat kopje wilde hebben. Hij was voornemens den drank te onderzoeken. Zijn onverwachte tusschenkomst bracht mevrouw van L. echter geheel van haar stuk, en, eer hij 't ver hinderen kon, dronk zijzelve de thee op. Na weinige minuten openbaarden zich de vergifti gingssymptomen en, ondanks alle aangewende tegengiften, gelooft men niet ds blijkbaar krank zinnige dame in het leven te behouden. Uit betrouwarbe bron vernemen wij nog, dat de on gelukkige in vroeger jaren gezelschapsjuffrouw bij de moeder van den dokter is geweest en dat er toen een zekere liaison tusschen hem en haar heeft bestaan. Zij heeft bekend, dat 't haar plan is geweest mevrouw Dannz uit den weg te ruimen, daar deze niet in staat was haar man gelukkig te maken. De jonge vrouw heeft zich naar hare familie begeven." {Wordt vervolgd). W. HEIMBURG VERTALING VAN HERMINA. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) „Neen, dat is 't niet. Ze heeft mij opgedragen, hem te zeggen, dat zij niet terugkomt. Meer niet. Ik heb haar de reden gevraagd mijn vrouw ook ze antwoordt niets anders dan: „'t Moest well" 't Moest wel, dat beteekent zooveel als: Stel je tevreden met wat ik je wil meedeelen, en neem mij weer bij je, want gij zijt mijn vader. Of 't dien vader al dan niet ge legen komt, daarnaar vraagt de dochter van je zuster natuurlijk niet!" „Zoudt gij je overleden vrouw in dit geval niet buiten spel laten? 't Is toch waarlijk niet haèr schuld, dat je dochter een ongelukkige onder vinding in haar huwelijk heeft opgedaan?" „Wel zeker is 't haar schuld!" bulderde Eisen hut, zóó verwoed als zijn schoonzuster hem nog nooit had gezien. „Het kind is opgegroeid in een atmospheer van verzet tegen mij en tegen mijn vaderlijk gezag. Hoe zou ze ooit een verstandige vrouw zijn geworden? Ga maar naar haar toe en tracht haar tot reden te brengen ik geef 't op." „Aanstonds. Maar heeft Mariene dan uitdrukke lijk gezegd, dat ze hier bij jou wil blijven?" „Dat spreekt toch wel van zelf, zou ik denken," bedrag men ook bij aan- /an een Fongers wenscht iteden, wij leveren er een ;oed, prijswaardig en ten gegarandeerd rijwiel voor. van af 72 gulden (compleet met vrijwielN rem, bel en reflector,/

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1