:lsdijk
RIL
tomohiehZaak
ts KROS
NIGROIDS
indelaree
ZATERDAG
30 APRIL 1927
ierste blad
pér tram arriveeren en
|n reductie van 50 pCt.
middagtreinen
de volgende exemplarei
IVEEo
;e toé en met 7=jarig"
sen aan de uitspraak dej
op WOENSDAG 27 APRI!
MMELSDIJ
JDAGMIDBAG 6 uur
OPENING
ielangstellende wordt beleefd tot
een bezoek uitgenoodigd.
te 7.30 in de zaal van Hötel Meijer
'OOT-FILËIS
ld gevend van de enorme fabrieken]
e moderne fabricage methoden.
[rijen Toegang,
[vezigheid wordt op hoogen prijs gesteld.!
La K. WITVLIET.
Prinses Juliana
fOKTER DANNZ EN ZIJN VROUW.
PIANO'S ORGELS
KUN STSPEL PIANO'S
C. QUISPEL
PIANOFABRIKANT
DOOF?
Gehoorapparaten Centrale
H. C. SCHOONENBEÏÏG
GELDERSCHEKADE 20 ROTTERDAM
0ÓÓR S2 UUR.
Prijs per kwartaal. f
Lossa nummersf
Adverter.tiën v. I—6 regels f 1,20
Elke regel.meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing een maximum
Tan 10 regels elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
fiV. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Kliddelharnis.
9E JAARGANG. - N°. 50
le prijs 2e prijs 3e pri
20.-, f SO.-. I 5
id. id. 3t
„id. id. i
Vaarsid. id. i<
id. id. it
id. id. ii
vaas onze nieuwe
rtooning van interessante
|over van de rondgezonden invitaties]
sbruik wordt gemaakt heeft ieder]
1909 30 APRIL 1927
Meerderjarig
ie zijn niet gewoon de verjaardagen der
len van ons Koninklijk Huis met veel luid-
Migheid en uiterlijk vertoon te vieren; we
oerken ons in de meeste gevallen slechts tot
{t vlaggen van openbare gebouwen en een
pditie geworden zanguitvoering of vuurwerk,
je bescheidenheid in de feestviering komt
lerminst voort uit gebrek aan waardeering,
ch is een gevolg van onzen kalmen en be-
[chtzamen volksaard, die slechts gelegenheid
geestelijke ontdooiing laat, als iets zéér
jzonders, een buiten regel' of verwachting
jrwekte gebeurtenis, het bloed 'n oogenblik
leller door onze aderen laat loopen.
Zóó was het b.v. achttien jaar geleden op
:en dag.
"at goed en heilzaam gebleken is, boven
dien door de historie wijding heeft gekregen,
ëËddt weet ons volk te waardeeren. Vandaar
dp eerbied voor het Huis van Oranje, welker-
storie met die van ons volk is samengeweven,
tijden van ellende en verdrukking, in dagen
in voorspoed en glorie.
[Als het oude, dat goed bleek, verloren dreigt
.gaan, dan vreezen we voor het nieuwe dat
.idoemt. Vandaar de zorg van alle goede
federlanders, toen het, in het begin dezer
ïuw, scheen, alsof het Huis van Oranje-Nas-
iu zou uitsterven, en er vizioenen rezen van
in vreemde erfopvolging of érger nog: van
visten.
Meermalen werd de hoop gewekt, dat een
mg verbeden gebeurtenis in het Koninklijk
ezin de sombere verwachtingen zou wegdrij
ven, maar telkenmale werd de hooge Lands
vrouwe èn haar volk teleurgesteld.
Totdat eindelijk in den vroegen morgen van
[en 30en April 1909 de klokken begonnen te
leieren en menschelijke juichtonen door de
jraten van stad en dorp galmden op het blijde
'.richt, dat het Koninklijk Echtpaar eene
Jchter, het volk eene vorstinne geboren was.
:Dai was een dier weinige gelegenheden,
aarbij het strakke Hollandsche gezicht eens
[ij ontplooide en we in een innig verbroede-
ïgsfeest tusschen rangen en standen van
ize recht-Hollandsche blijdschap in opgewon-
:n toonen uiting gaven.
I We hebben nog wel eens aan een prinsje
Idacht, maar waren toch ook heel tevreden,
len het bleef, zooals het sinds bovengenoem-
Kn dag geworden was en jaar in, jaar uit,
[erden we op onze eenvoudige, weinig emotio
nele wijze, Prinsesje's verjaardag.
J Ook heden kenmerkt die dag zich niet door
liitengewoon vertoon, maar niettemin is ons
Vlk zich wèl bewust van de bijzondere betee-
fenis, die deze 18e verjaardag voor de Prinses
live, voor ons Koninklijk Huis en voor héél
ret volk heeft.
Wat dan is de beteekenis van den 18en
Irjaardag onzer Kroonprinses
[Juist, laten we haar zoo noemen: onze
mroonprinses.
FEUILLETON.
TEL MEIJER
.HARMS,
3g van 9 tot 2 oor
De Centrale ProeMul;
voor
Goeree en Overtlaklf
te 'Mf d&elïiarnls (Lange*T
is op eiken werkdag voor belaiJfL
lenden GRATIS TOEGANKELlJl
Desgewenscht geeft de tuinmanI
inlichtingen, die mochten wordefl
W. HEIMBURG
VERTALING VAN HERMINA.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
I „Ik heb al gehoord, dokter, dat Selma weg is.
len dwaallichtje is ze altijd geweest dat ligt
haar aard. De oude mevrouw behoeft zich dat
let aan te trekken. Maar ondankbaarheid treft
r dat's zeker!"
|De vrienden zaten nog bijeen, totdat de nacht
Inbrak, en Erik vertelde van zijn jonge liefde
toen ook het voorgevallene met Selma.
'.Ik geef je mijn woord van eer," zeide hij
Nelijk, „ik heb nooit iets gedaan om het meisje
den waan te brongen, dat ik iets anders voor
®denV"e^e C*an belangstelling in haar omstandig-
I „Jawel! Jawel!" ginnegapte zijn vriend, hem
f p kn'P°Qgje toewerpend.
Erik zag hem ernstig aan.
„Hoor eens, een heilige ben ik nooit geweest.
Pat weet gij misschien beter dan menig ander
ïaar tegenover haar ben ik zoo onschuldig als
fep pasgeboren kind. Ik heb niets gedaan ik
nog eens, niets, dat haar het recht gaf
Officieel schijnt deze titel haar nog niet toe
te komen, want er bestaat nog de theoretische
mogelijkheid van de geboorte eens prinsen, die
hoogere rechten op de ei fop volging zou kunnen
doen gelden. Maar practisch is Juliana toch
de Kroonprinses der Nederlanden.
En de beteekenis van haar 18en verjaardag
ligt daarin, dat zij thans aan alle voorwaarden
voldoet, die bij de Grondwet gesteld zijn, om
bij een onverhoopt verscheiden onzer Koningin
deze aanstonds op den troon op te volgen.
Bij leven onzer Kroonprinses is een regent
schap dus thans uitgesloten.
Als een recht immers van haar koninklijke
geboorte is Prinses Juliana op heden meerder
jarig geworden. Zij is een onafhankelijk rechts
persoon geworden en zal uit dien hoofde ook
binnenkort haar eigen woning gaan betrekken, L
een eigen hofhouding voeren en ambten ver-1
vullen, haar door de Grondwet toegewezen, j
Zoo treedt zij nu toe tot het hoogste advies- j
college van ons land: den Raad van State;1
in een plechtige zitting zal de Kroonprinses
een wijze moeder op den troon der Neder
landen op te volgen.
Leve onze Kroonprinses
Week-revue.
Binnenland.
Het 40-jarig priesterschap van Mgr. Nolens
moge dan al een uitsluitend kerkelijke betee
kenis hebben, het is niettemin aanleiding ge
worden tot een inderdaad treffende huldiging
van den Staatsman Nolens, treffend vooral
daarom, wijl mannen en vrouwen van allerlei
richting tot het slagen van het feest hebben
bijgedragen en daardoor te kennen hebben
gegeven, hoe de bekwaamheid, het karakter
.en de geest van dezen partijman trots alle
politieke animositeit de waardeering van alle
weidenkenden verwiervan. Op de receptie en
huldiging stond de vertegenwoordiging van
heel het Nederlandsche volk, en bovendien
van vele buitenlandsche Rijken; niet alleen
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Buitengewoon moeilijk te beoordeelen
voor een leek is de hoedanigheid van een
Piano of Orgel. Bij het koopen van zulk
een instrument is men aangewezen op de
betrouwbaarheid van den leverancier. Onze
firma die sedert 1865 bestaat, verkoopt alle
instrumenten onder de ruimste garantie.
Vraagt de speciale condities van ons
huurkoopsysteem.
GOUDSCHESINGEL 3, ROTTERDAM
Maandag a.s. als lid worden geïnstalleerd.
Voor het Nederlandsche volk is er alle reden
om dezen dag als een gewichtigen in haar
historie te beschouwen. Als God de Kroon
prinses behoedt, zal deze eens haar Moeder
op den troon opvolgen. Die wetenschap kan
ons volk een vredige rust verzekeren.
Moge Juliana in volle mate de gaven van
geest en hart van haar Moeder blijken te be
zitten, zich kenmerkend door mannelijke vast
beradenheid en vrouwelijke tact en beheer-
sching om den vrede te bewaren.
Daarvoor bidden we.
Me., blijdschap hebben we Juliana's geboorte
begroet.
Met trots en vreugde vieren we heden haar
meerderjarigheid.
Met vertrouwen zien we den dag tegemoet,
waarop het haar droeve plicht zou worden,
:RT IN ONZE EILANDEN
losenk aPZet niet> zeker niet» Eriki" antwoordde
■,i„rh;anz> du ook weer hoogst ernstig. „Maar
I len onoPzettelijk denk eens, wat zij voor
jou als haar redder moet voelen!" 't Arme kind!"
„Ik vind 't dan al een zeer onaangenaam geval!"
mompelde Erik.
„Ge moet 't niet zoo tragisch opnemen! Ze komt
't wel weer te boven. Menschen van haar kaliber
gelijken op de katten, die altijd op hun pooten
terechtkomen. En dat ze weggeloopen is, kunt gij
haar niet kwalijk nemen. Moet zij 't mee aanzien,
hoe gij als gelukkig minnaar, denkende aan je
uitverkorene bij jezelf zit te lachen en eten en
drinken vergeet? Neen, weet ge, er zit ras in haar.
Laat haar maar loopen die zal haar fortuin
wel maken! Over eenige jaren ziet ge haar eens
hier of daar terug als een welgestelde, corpulente
vrouw, die een goede partij heeft gedaan, en
zullen haar oogen misschien nog een schitterend
vuurwerk afsteken bij de gedachte, dat het-lot
jou haar heeft bespaard."
„Dat zal mij plezier doen," verzekerde Erik
lachend. En nu begonnen ze te spreken over het
idee van den jongen dokter om te Antonsbad een
Sanatorium voor zenuwlijders op te richten, totdat
't tijd werd om naar bed te gaan.
Al te vijf uur kwam het rijtuig voor en reed
met Erik Dannz door het nog half slapende bosch
naar het station.
Mévröuw Zehmen en Mariene kwamen eerst
's avonds te Witten aan, daar tante Bertha inder
haast nog een boodschap te Halle had willen doen
en hier dus een trein was overgebleven. Zij werden
door Robert, wien zij haar komst getelegrapheerd
hadden, aan het station afgewacht.
„Wat is er gebeurd, dat ge zoo gauw weerkomt?"
vroeg hij vroolijk en nieuwsgierig, toen hij, tegen
over de dames gezeten, huiswaarts reed.
in de Nederlandsche politiek immers heeft Mgr.
Nolens al vele jaren een leidende positie in
genomen, maar ook nam hij actief deel aan
de bevordering van internationale samenwer
king, in het bijzonder op het gebied van sociale
wetgeving.
Mgr. Nolens is nog een politicus uit de oude
school; hoe zeer het parlement in de laatste
jaren ook aan achting en respect van het volk
inboette, hij behield het aanzien, 'twelk men
(Adv.)
„Dat's de schuld van Mariene," antwoordde
mevrouw Zehmen glimlachend.
„Aha!" hernam Robert, vlug van begrip, „zoo
gauw al?"
'tWas goed, dat 't donker begon te worden,
want al het bloed stroomde het meisje naar de
wangen. In de flauw verlichte gang van tante
Bertha's woning aangeland, begaf zij zich ijlings
naar haar eigen kamer, waar Jochem Tutebusch
een ruiker bonte bloemen als welkom thuis op
tafel had gezet. Zij trad aan het open venster
en keek naar den hoogen gevel van haar vaderlijk
huis, dat boven de toppen van de linde- en kas-
tanjeboomen uitstak.
Ze was zoo gelukkig, 't Verheugde haar nu bijna,
dat haar vader ook trouwplannen had, en freule
van Horsten kwam haar veel minder onsympa
thiek voor. Alles alles zag er veel helderder uit.
Uit de boerderij, die achter den grooten tuin,
meer naar den kant van het vrije veld was ge
legen, klonk het tweestemmig gezang van de
knechts en meiden haar in de ooren, en op den
toren van de Sint Mariakerk sloeg 't negen uur.
Overmorgen, tegen den middag, zou „hij" hier
zijn en wilden ze samen naar den ouden goudsmid
Relling gaan om verlovingsringen te laten maken.
Deze had ze vroeger ook voor moeder en vader
gesmeed.
Ondertusschen stortte mevrouw Bertha haar
hart voor haar zoon uit:
,,'t Is een innemend mensch, die dokter! En ik
geloof ook niet, dat hij Mariene alleen om haar
geld wil hebben."
„Ze is ook mooi genoeg om zonder dat op haar
te verlieven, moeder."
„Ja maar Och, de menschen praten daar
Ingezonden Mededeeling.
eertijds voor alle leidende parlementariërs
koesterde. Figuren als een Borgesius, Kuiper,
Lohman, Troelstra en Nolens, zij zullen niet
meer gewekt worden uit het huidige beroeps-
parlementarisme. Te meer waardeering om
straalt daarom dien éénen veteraan, die met
zijn zeven én zestig jaren nog lang geen ver
sleten ouderling is, maar als een geweldige
woudreus het jonge bosch beheerscht en aan
zien geeft, dat in den loop der jaren om hem
heen werd geplant.
Sommige Belskes beginnen nu toch wel een
beetje èrg vervelend en lastig te worden. Kon
men den nachtelijken autotocht door een stukje
van Limburg nog aan de brooddronkenheid
van een troepje jongelui toeschrijven, het vlie
gen over Nederlandsch gebied met het doel
om opruiende blaadjes uit te strooien en de
bevolking tegen het vaderlandsche gezag op
te zetten, is een strijd met „grooter" middelen
en gevaarlijker consequenties. We nemen na
tuurlijk graag aan, dat de agitatoren slechts
een zéér klein deel van hun volk achter zich
hebben, maar dat neemt niet weg, dat indien
hun eigen overheid zich niet tegen het onbe
kookte gedoe keert, zulke agitatie tenslotte
de publieke verhoudingen vergiftigen kan, ge
lijk reeds meermalen in de geschiedenis is ge?
bleken. Actie ontlokt reactie en als straks eeni
ge groot-Nederlanders boven Vlaanderen gaan
kruisen om de bevolking tot afscheiding van
België op te hitsen, dan zouden de oorlogs-
zènuwen van Noord en Zuid ernstig geprikkeld
worden.
Het groepje agitatoren in België vertoont
een ijver, een betere zaak waardig. In Brussel
belegden ze een openbare bijeenkomst, waarin
heftige redevoeringen tegen ons land werden
uitgesproken en na afloop organiseerden ze
een overigens vrijwel mislukte straat-
betooging, waarbij borden als „Weg met de
Hollanders" werden meegevoerd.
Een spoedig resultaat met nieuwe onder
handelingen over de Verdragskwestie, zou ver
dere actie smoren, 't Is daarom maar te hopen,
dat de nieuwe tsap bij de Belgische regeering
door onzen gezant in Brussel welke stap de
heropening der besprekingen beoogt, succes
moge hebben.
En intusschen moeten we ons maar niet druk
maken over de zenuwachtige misdragingen van
een stelletje Brusselsche heertjes. Met een lach
en wat goeden spot zal mep ze nog eerder tref
fen dan met een dreigende vuist.
In het lekkere zonnetje van Monaco hebben
de goden van den Olympus zitten beraadslagen
over het festijn, dat ze het volgend jaar- binnen
Amsterdam's veste denken te orgariiseeren.
Er zijn mooie woorden gesproken, maar we
kregen tenslotte allerminst eenige garantie
voor welslagen. In het bijzonder het geschil
over de kwalificatie van voetbal-amateurisme,
een geschil, dat een groot aantal landen van
zoo wat van een meisje, dat bij hem aan huis is.''
„Nu ja, moeder de menschen praten altijd!''
„Ik weet 't wel, mijn zorg is eigenlijk dwaas,
Robert. Maar ze is Leopold's dochter vergeet
dat niet!"
„Wilt u oom Leopold morgenochtend op het
nieuws gaan voorbereiden?"
„Ja. Ik wilde dat een ander 'tdeed!"
Mariene liep den volgenden ochtend het pad
langs de wilde Witte, dat naar het bruggetje
voerde, angstig en onrustig op en neer. Tante
Bertha was ginds bij vader. Hoe zou hij die mede
deeling opnemen? Men kon toch niet weten!
En hij was ook nog boos op haar.
Maar toen mevrouw Bertha terugkwam, wenkte
ze het meisje al van verre opgeruimd toe.
„Hij schijnt er niet tegen en is niet ontevreden,"
vertelde zij vervolgens. „Breng nu maar eerst
die andere zaak in orde en vraag je aanstaande
moeder excuus. Verder zal alles afhangen van den
indruk, dien Dannz op je vader maakt."
Mariene omhelsde hare tante juichend. Mevrouw
Zehmen schudde het hoofd. Ze had hier al ééns
een gelukkige verloofde zoo hooren juichen en
lachen, hier onder die zelfde boonien, bij dat
zelfde langzaam voortstroomende water! En wat
was het eind geweest?
Mariene ging nu door de tuinzaal het huis
binnen.
Ze stond even stil, als om tot bedaren te komen.
Nu stapte ze langzaam naar het kantoor, waarvoor
ze een paar trappen op moest. Bij de ronde kelder
deur, naast de trap, die naar de bovenverdieping
voerde, bleef zij stilstaan deze deur werd ge
woonlijk alleen door haar vader gebruikt. De in
gang naar de kelders voor de kuipers en knechts
de Olympiade afwezig dreigt te houden, is er
niet tot oplossing gekomen. En toch kan uit-,
sluitend een goed voetbal-tournooi ons voor
'n financieelen strop behoeden. De verstand
houding in het Nedérlandsch Olympisch Co
mité is tengevolge van de vrees voor mislukken
ook al geen botertje tot den bodem, hetgeen
weer tot gevolg had, dat uit kirngen van den
Amsterdamschen raad stemmen opgingen om
te waarschuwen tegen een al te lucratieven sta-
dionbouw. Hoevelen, die in groot enthousias
me de gouden garantie-tonnen hielpen aan
rollen, houden nu reeds hun hart vast!
Staten-Generaal.
Terwijl de Tweede Kamer nog alle geneugten
van een gerekte Paasch-vacantie geniet, zijn
de heeren van de overzij doende alle begroo-
tingsstukken nog eens te overzien, zonder
nochtans veranderingen te kunnen aanbrengen
Ze hebben de begrootingen, zooals die door
de Tweede Kamer zijn vastgesteld, slechts in
haar geheel te aanvaarden of te verwerpen en
daar ze tot het laatste slechts in buitengewoon
gewichtige omstandigheden overgaan en die
op het oogenblik niet bestaan, hebben de ge
geven op- en aanmerkingen weinig of geen
nut, zoodat we ze den lezers gevoegelijk be
sparen kunnen, te meer omdat geen enkele
nieuwe gedachte naar voren werd gedragen.
Onder de begrootingsbedrijven door werden
ook nog de wetsontwerpen tot uitbreiding van
Haarlem en Breda aangenomen, met respect.
3013 en 376 stemmen, zoodat de annexatie
kwesties in en rondom die gemeenten daarmee
voorgoed hebben afgedaan.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
«dewScbal aan kanlTT""
bevond zich op het voorplein. De met ijzer be
slagen deur stond op een kier. Denkelijk was haar
vader nu juist beneden. Zij kwam nader en luis
terde -v jawel, daar kwam hij de trappen op en
kon Mariene hem al in de gang begroeten.
„Ik hoor van tante Bertha," zeide hij daarop,
„dat gij mij iets te zeggen hebt. Ga maar even
in de tuinzaal, ik kom dadelijk."
Toen Mariene een half uur gewacht had, ver
scheen hij eindelijk, bleef voor zijn dochter staan,
en vroeg:
„Ziezoo wat hebt ge mij nu te zeggen?"
„Eerst wilde ik u en freule van Horsten excuus
vragen, Vader. Als u 't goedvindt, zal ik straks
naar haar toe gaan en
„Doe maar geen moeite, freule van Horsten is
al naar Wiesbaden vertrokken. Maar ge zult haar
terstond schrijven, wat al veel eerder had moeten
geschieden."
„Ja, vader, vandaag nog
Hij zweeg en wachtte, wat zij verder te vertellen
had. Met geen woord kwam hij haar te hulp.
„En dan, vader," ging zij haperend voort, „wilde
ik u verzoeken Dr. Dannz vriendelijk te ontvangen,
als hij bij u komt om
„Ja, dat weet ik. Morgen zal ik met hem spre
ken."
„Afs 't u blieft, vader!" zeide zij, bijna oot
moedig.
„Voorshands valt daarover niet te spreken," liet
Leopold Eisenhut er op volgen, alsof hij er nu
genoeg van had.
„Och, vader, ik wilde u zoo graag vertellen,
hoe goed hij is en hoe knap en
{Wordt vervolgd.)