Stoomwasscherij Boerenleenbank fiWATTA^ ADVOCAAT fiEEP Openbare Verkooping HUIS, SCHUREN EN GROND, „VOORNE& PUTTEN" Nieuw-Helvoet. Franco verzending door geheel Flakkee. M. SPOON Az. AAMBEIEN. JL DE SALAMANDER JL Middelharnis-Sommelsdijk WOENSDAG 16 FEBRUARI 1927 VAN EÉN STAM. BINNENLAND Predikbeurten. Zondag 13 Februari 1927. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Jiddelharnis, vra. en 'sav. ds. DeD Oudsten. Sominelsdijk, 's av. dhr. Bouman uit Stellendam. )irksland, vm. leeskerk en nm. ds. Baarslag. Ierkingen, nam. dhr Vetter, lelissant, vm. ds. Baarslag, itellendaro, vm. dhr. Bouman. loedereede, nam. ds. v. d. Zee. iddorp, vm. leeskerk en nm. ds. den Oudsten, fcieuwe Tonge, vm. leeskerk en nm. ds. Polhuijjs. ben Bommel, vm. ds. v. d. Zee. fïtad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuys en nm. leeskerk. PROTESTANTENBOND, jommelsdyk (Langeweg) 'sav, 7 uur, ds. E. J. v. d. Brugh, pred. uit Tiel. GEREFORMEERDE KERK. Lliddelharnis, vm. en 'sav. leeskerk. ptellendam, vm. en 'sav. ds. Van Velzen. iddorp, vm. en nm. ds. Diemer. boltgensplaat, vm. en 'sav. ds. de Lange. Den Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma. ptad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 'sav. ds. De Blois. ierkingen, vm. en 's av. leeskerk. DOOPSGEZINDE KERK. puddorp, vm. en 's av. dhr. Schoppenhouwer. iHUFKEHI# 7 Irrigatoren gSLDERSCHEKAD op Vrijdag 25 Febr. 1927 bij Inzet, op Vrijdag 4 Maart 1927 bij Affsiag? telkens des namiddags 3 latar in het Café van F. VAN DER PLAAT, te Den Bommel, aan den Zeedijk te Den Bommel, thans in gebruik bij J. BOELHOU WERS aldaar. Breeder bij biljetten omschreven. Notaris VAN BUUREN. NIEUW-HELVOET. RADICALE GENEZING d e hardnekkigste Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. Kipstraat 43, JR'dam I Niet goed, geld terug. COP.NOPJ.'Ao mm Beslist verkrijgbaar bij: Wed. v. Oosten- brugge te Dirksland, C. de Mooij ie Oud dorp; P. Wielhouwer te Middelharnls en A. J. Hobbel te Ooltgcns plaat. De bank leent gelden aan leden tegen 4.68 'sjaars. Zij neemt gelden op tegen 3,75 °/0 's jaars, ook van niet-leden. Voorschotten kunnen dagelijks aangevraagd worden bij een der leden van het Bestuur. Gelegenheid tot inbrengen en terugbetaling van gelden eiken Maan dagavond en Vrijdagavond van 68 uur ten huize van den kassier D. JOPPE Cz. te Sommelsdijk Prijs per kwartaal. f I. Losse nummersf 0,07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en 'Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Hiddelharnis. 9S JAARGANG. - N°. 30 De ontslagname van den Heer SIX EX J. VLETTER, als Directeur der Muziek' vereeniging „Sempre Crescendo". Bijna veertig jaar geleden werd door den Heer M. M. J. Vletter, in overleg met eenige andere ingezetenen uit Hiddelharnis en Som melsdijk, het initiatief genomen tot oprich ting van een muziekgezelschap voor genoem de beide gemeenten. Hoewel de opzet heel gemakkelijk te be spreken viel, was daarmede de Vereeniging nog niet gevestigd, en kostte het nog een geruimen tijd van voorbereiding voor en aleer men zoover was dat aan hen, die zich hadden opgegeven als lid, dé eerste lessen konden worden gegeven. Onder de energieke leiding van den Heer Vletter, kon echter spoedig begonnen worden om met die leden, welke met vrucht de uitstekende lessen had den gevolgd, een nummertje te gaan instu- deeren. Niets was den Heer Vletter te veel en heel wat vrije uurtjes zyn door hem geheel belangloos gegeven om de jonge vereeniging zoo vlug mogelijk op een zeker peil te bren gen. De directie was echter in goede handen en men mocht al vlug het genoegen smaken een eerste concert te geven. Vanaf dat oogenblik ging het een geruimen tijd crescendo en mocht het onder de emi nente leiding van den directeur de vereeni ging meermalen gelukken met eer uit het strijdperk te treden. Het is de vereeniging, ondanks de buitengewone leiding op muzi kaal gebied, toch niet altijd even voorspoedig gegaan, en het heeft dan ook den Directeur gedurende die lange reeks van jaren niet aan teleurstellingen op alle gebied ontbroken. Meermalen is het toch gebeurd dat een leer ling door hem was opgeleid tot een vry goeden muzikant onder dilettanten, waarvan hij hoopte het noodige plezier te beleven, of dikwijls zonder eenige noodzaak werd het lidmaatschap opgezegd. Het is ook voor hem geweest ebbe en vloed, doGh moet er dadelijk aan worden toegevoegd dat de Directeur steeds weer onvermoeid en met geestdrift de leidsels opnam. Het is dan ook uitsluitend en alleen aan hem te danken dat de ver eeniging de plaats welke zy thans inneemt, heeft kunnen bereiken. Hulde aan hem die haast een menschenleeftyd heeft gezwoegd om het voor oogen gestelde doel te bereiken. Jammer dat het een mensch niet is gegeven het door hem opgelegde werk te blijven verrichten. Zoo ook voor den Heer Vletter. Wegens vry hoogen leeftijd heeft hij ge meend zijn werk aan de vereeniging, dat hem zonder twyfel was lief geworden, te moeten beëindigen. Het is dan ook daarvoor, dat deze regelen worden geschreven door het Bestuur der Muziekvereeniging „Sempre Crescendo", welke haar Directeur noode ziet vertrekken. Zeer zeker meent het in den geest van alle oud-leden, alsmede de tegenwoordige leden der vereeniging te handelen wanneer den Heer Vletter van deze plaats dank wordt gebracht voor alles wat hij gedurende het bestaan der vereeniging heeft gedaan. Dat hem de leiding volkomen was toevertrouwd, bewijzen wel de zeer vele prijzen welke het vaandel versieren en waarvan het verkrijgen vooral den directeur heel wat moeite en zorg heeft gekost. Het bestuur betreurt het ten zeerste niet in de gelegenheid te zyn hem, FEUILLETON. Vrij bewerkt naar den Roman van LOUISE B. B. 26) Er. terwijl Huib langzaam zijn blikken beur telings sloeg op zijn broeder en zijn meisje, en cr in zijn oogen een pijnlijke uitdrukking kwam van al hopeloozer droefheid, stond Sofie, haar handen krampachtig om de leuning van een stoel geslagen, met groote verschrikte oogen de beide mannen aan te staren. Ze begreep de geheele waarheid niet, maar ze begon te beseffen, dat haar geluk zou worden ten koste van het geluk van anderen.waarvan zij er een zielsliefhad, en smartelijk trilde de wanhoopskreet van Huib in haar na, toen hij met een beweging van radeloos heid zijn voorhoofd legde op Wolfgang's schouder en met een snik uitriep: Wolf, mijn eenige, mijn arme oudste! Wolfgang zag neder op het gebogen blonde hoofd, dat tegen hem aanlag. Door de smart van Huibert begreep hij zijn vonnis. Een treurige, bittere grimlach vertrok zijn dunne lippen. Troost je, Huib, wie verandert het verleden! Herinner je dien tak meidoorn, dien ik je wees in ons rijtuig, op onzen tocht in het Bois de 'Boulogne? Je begreep me toen niet. Welnu, jij °fint als de heerlijke, mooie, reine bloesems, ik j*ls de door rupsen opgegeten blaren. Vergeet dat jp I Vergeet ook nooit, mijn jongen, dat In d mijn somber waardeloos leven mijn eenige "m00tste vreugde bent geweest, want... ik cem voor goed afscheid ook van jou. die gedurende den besten tijd van zijn leven met lust en ijver de vereeniging heeft ge dirigeerd, finantieel die vergoeding te geven, die men na een zoo lange staat yan dienst mocht verwachten. Ieder die weet wat den heer Vletter voor Sempre is geweest, zal er van overtuigd zijn dat het weggaan niet mag gebeuren zonder hem voor zijn onvolprezen yver eenige ver goeding te geven. Het tegenwoordige Bestuur heeft dan ook in zijn laatste vergadering met algemeene stemmen besloten om aan hem, die Sempre heeft gebracht tot op de plaats welke het thans inneemt, tot eerelid der vereeniging te benoemen Dat het hem en zijne trouwe gade nog lange jaren gegeven mag zijn van hunne welverdiende rust te genieten is de wensch van alle leden van Sempre Crescendo. Paaldorpbewoners in de Kinderzee. Zullen deze typische nederzet* tingen verdwijnen? Ongeveer in het midden van Java's Zuid kust, waar de Tji Tjandoei uitmondtin den Indischen Oceaan, dringt een wijde binnenzee diep het land in, geleidelijk overgaande in de zeer moerassige vlakte, welke die rivier door stroomt. Dat is de Segara Anakan, de Kinderzee, een stuk van den wijden Oceaan, waarmede deze ondiepe zeeboezem door een tweetal natuur lijke kanalen in verbinding staat. De Wes- teiyke van die twee uitgangen is slechts een korte, nauwe door een zware zandbank verstopte poort tusschen Java's vasteland en het eiland Noesa Kembaugan, dat zich als een zware barrière verheft tusschen den Oceaan en de Kinderzee. De Oostelijke uit gang, de kali Pasoeroean, is daarentegen een diep, breed kanaal, dat ter lengte van meer dan tien kilometers van den Zuid- Oosthoek der Kinderzee langs Noesa Kem- bangans Noordwal voert naar de reedevanTji- latjap. Dit kanaal vormt den grooten toe gangsweg naar dit geïsoleerde gebied; ook van de Noordzijde kan men het bereiken, na een urenlangen tocht langs de beneden- Tjandoei, van uit het dorpje Kali Poetjang, de Zuideiykste vastelands-desa in deze stre ken. Tot voor korten ty d was deze binnen zee uiterst moeilijk te bereiken en werd vrijwel nimmer bezocht; thans gaat een motorbootje iederen dag van Tjilatjap over de Kinderzee naar Kali Poetjang, een tocht van ruim vijf uren stoomens, waardoor het isolement dezer streek eindelijk is opge heven. Onherbergzamer oord dan deze wijde water vlakte, geheel omringd door uitgestrekte, on begaanbare moerasbosschen vol krokodillen, kan men zich moeilijk voorstellen. Voor den mensch biedt de kuststrook hier geen voet breedte plaats en toch woont en leeft hier een vrij talrijke bevolking, vindt men hier ver scheidene dorpen en een vrij levendigen,zij het ook heel bescheiden handel. Maar niet op den „vasten wal", welke hier immers tever geefs gezocht zou worden, doch op het water. Wanneer men met het motorbootje den tocht maakt over het wijde, glanzende wa tervlak, dan ziet men hier en daar, midden Neen, zeg niets, leg je hoofd weer tegen mijn schouder, zoo kan ik je beter vertellen wat ik nog te zeggen heb. Het is beter, dat wij scheiden. Ik... zal je geluk niet kunnen zien, zonder te denken aan... wat mijn leven had kunnen zijn en dat zou het ergste van alles zijn, niet waar, als haat enafgunst kwamen in de plaats van onze krachtige broederliefde. Je begrijpt me, is het niet?. Bij de laatste woorden maakte hij zich zachtjes los van zijn jongen broeder, die als geslagen was door dit zware leed. Hij wenkte Sofie, die werk tuigelijk nader kwam en toen, hem begrijpende, haar armen om Huib heen sloeg. Met een langen blik op hen beiden trad Wolfgang achteruit... De deur sloeg achter hem dicht. Huib zag op. „Wolf," riep hij angstig, niaar het was Sofie die hem antwoordde met een blik en een liefkoozing. Zijn broeder was verdwenen. „Als ge dezen brief, mijn biecht, leest, ben ik reeds op weg u allen te verlaten. Ik dank u voor de welwillende vriendelijkheid, waarmee gij mij in uwen kring hebt opgenomen, toen ik mij bij u aanmeldde als eên vreemde. Helaas, dat moet ik weer voor u allen worden... Maar eerst rust op mij nog de plicht het misverstand op te helderen, dat mijn broeders geluk in den weg staat. Niet hij maar ik ben hier de schuldige. „Huib betaalde indertijd mijne speelschulden. Ik was in een periode van mijn leven, dat ik roekeloos doorholde op den weg, die mij ten val bracht. Zoo mijn broeder mij niet het is waar, op dat oogenblik buiten mijn willen en weten met hulp van den advocaat Kraaijenhof gered had uit de handen van slimme woekeraars, dan was ik reeds toen reddeloos verloren geweest. Zóó werd ik zijn schuldenaar. Ik los nu mijn schuld in het water, een verzameling huisje3 staan, Naderbij gekomen blijkt, dat deze rusten op palen, waarop een groot bamboe-platvorm is aangebracht, eenige meters boven den waterspiegel. Een lengtezijde van dit plat form is geheel vrij gelaten, bij wijze van „dorpstraat", waarlangs dan in een lange rij de primitieve bamboe- en ataphuisjes der dorpsbewoners zijn geschaard. Op die „dorpsstraat" speelt zich-heel het leven dier menschen af. Daar worden de groote hoeveelheden visch en garnalen gedroogd, op brengst van de talryke fuiken, die overal in de zeer ondiepe zee zyn opgesteld eninwyden krans het „dorp" omringen, als de bouwlan den een plattelandsdorpje in Holland. Die visch vormt het groote handelsproduct der paaldorpbewoners, dat door het motorbootje of met de prauwtjes, die een veilige lig plaats vinden onder het platform, naar Tji latjap worden vervoerd. Opkoopers komen geregeld de dorpjes bezoeken, wei-voorzien van hun Donte lapjes, hun sarongs, huis houdelijk gerei, en dergelijke eenvoudige artikelen, die in de dorpsstraat uitgestald worden en alle ydele vrouwtjes uit haar hutjes lokken. Des avonds, wanneer de man nen met hun prauwtjes teruggekeerd zijn van hun geregelden gang langs de fuiken, is het daar, op die open strook, een drukte van belang; de kinderen spelen er, de man nen zitten bgeen rondom een vuurtje en beraadslagen over de dorpsbelangetjes, de vrouwen zitten er te weven en babbelen over de jongste dorpsschandaaltjes, daar wordt gevrijd en getrouwd, daar leert het jonge kind zyn eerste stappen doen en blaast de oude van dagen zyn laatsten adem uit. Heel het leven dier eenvoudige menschen speelt zich of op die paar tientallen vier kante meters bamboelatjes, boven het wa- tèrvlak. Men vindt er dorpjes van slechts enkele huisjes by elkaar, maar ook wel flin ke dorpen, waar tientallen huizen in lange rij naast elkander geschaard staan. Het aller grootste dorp is Moelean, eenige honderden meters voor den ingang van de kali Pasoe roean, op een breede zandplaat gebouwd. Tot den uitersten rand van de modderbank dringen de huisjes zich daar naast elkaar, geen handbreedte ruimte vrijlatend, behalve de breede platforms, welke zich als een drie tal flinke straten over de gansche -lengte van het dorp uitstrekken, Honderden hui zen staan daar bijeen, flinke houten met zink gedekte loodsen, ja zelfs een steenen woning met een verdieping, waarin een welvarende Chineesche opkooper gevestigd is, ryst er trotsch boven de lage huisjes op. Maar dat is dan ook de „metropool" der Kinderzee, waar de bewoners der andere paal- dorpjes naar toe komen roeien, wanneer'ze eens behoefte hebben om 't „groote leven" eens even mee te maken. Heel vaak kunnen dergeiyke bezoeken niet gemaakt worden, want het is een afstand van uren varen over het wijde watervlak voor vele dorpjes. Een wonderlijk bestaan is het voor die menschen De dorpjes langs de Westzyde van de Kinderzee hebben ten minste nog de dagelijksche verbinding met de buiten wereld door het motorbootje, dat hen voor een luttel bedrag overvoert naar Tjilatjap, de dorpjes langs de Oostzijde echter, die buiten de geregelde vaarroute liggen, hebben af, door zijn geluk te verzekeren. De houding van Huibert in deze zaak moet uwe bewondering op wekken voor zijn edel, onbaatzuchtig karakter. Nu staat niets meer zijn geluk in den weg. „Maar na deze bekentenis zult ge ook wel over tuigd zijn, dat mijn plaats niet meer is te midden van U. Ik zal mijn verlof in het buitenland door brengen om te gelegener tijd mijn bestemming in Indië te vervolgen. Wolfgang van Maldeghem." Het was avond, toen Wolfgang dien brief per soonlijk bezorgde aan zijn adres. Hij zag op naar het donkere huis, dat dien ochtend, toen hij het zoo hoopvol binnen was gegaan, gebaad had in zonnegloed. De avond was donker, een grijze damp, die opsteeg uit het water om den zoom van het bosch, gaf een vochtig kil waas in de straat. En ook Wolfgang zag zijn verderen levens weg somber en koud voor zich. Plotseling voelde hij weer na al de emoties van dezen dag, de pijn terugkeeren in zijn rechterzijde, dat afmattende gevoel, dat hem zoo dikwijls reeds had doen grijpen naar kunstmatige opwekking... todat twee blauwe heldere oogen voor hem gelicht hadden als schitterende sterren in den nacht voor een verdoolde en zouden blijven lichten. Want zelfs op dit oogenblik van zoo diepe smart voelde hij zich sterk. Fier hief hij het hoofd op; als een geknakte bloem zou zij treuren om haar verloren liefde, maar nimmer zou zij zich over haar liefde behoeven te schamen En hij sloeg den terugweg in. De lantaarns, aan weerszijden van den weg, bakénden in één rechte lijn de lange straat voor hem af. In de verte vervloeiden de lichten tot één gloeiende streep, die wat omboog bij de brug, om dan plotseling op de brug op te houden als met een mes afgesneden. Zoo ook zag Wolfgang alleen hun verbinding met de buitenwereld door hun prauwtjes. Daar gaan dan ook voor menigen dorpeling, vooral voor de vrouwen en kinderen, jaren en jaren voorby zonder dat ze grond onder de voeten voelen, jaren, die maar worden doorleefd daar op dat kleine bamboe-platje, dat den ganschen dag onbarmhartig geteisterd wordt door den zonnebrand, met niets dan het eeuwige, een tonige glinsterende watervlak en de blauwe vormen van het Java-gebergte in het verre verschiet als uitzicht. Putten of bronnen hebben de menschen ér natuurlyk niet; zorgvuldig wordt het regen water opgevangen in aarden potten en heel zuinig beheerd. In tijden van langdurige droogte, als het stinkende water uit de regen vaten is opgeraakt, moeten er verre tochten per prauw worden ondernomen naar het verre vasteland, waar een kleine bron zoet water oplevert, of soms wordt de Tjandoei opgeroeid, tot boven de brakwaterstrook, waar de vloed binnendringt. Het eenige voedsel, dat ze zelf winnen, is de visch der Kinderzee en, voor de dorpjes die nabij den Westelijken bergrand liggen, ook wat varen- toppen en dergelijke voortbrengselen van het oerwoud. Voor de rest zijn ze aangewezen op den aankoop van alle levensbehoeften, waartoe hun vischvangst hen in staat stelt. Het is een heel bijzonder type volk, dat deze eenzame waterdorpjes bewoont. Met hun gedrongen, stevige gestalte, donker bruine huid en ronde, dikke koppen, wijken ze sterk af van de lichtgekleurde, slanke bevolking van de naburige streken, en ze geven grond aan het vermoeden, dat we hier te doen hebben met een restant der oude bevolking van Java van vóór de groote Hindoe-invasie, geiy'k die ook nog wel in enkele moeiiyk bereikbare en zeer geïso leerde streken van Java's binnenland worden aangetroffen. Geheel ras-zuiver is deze zee bewoner echter ook niet geblevenreeds van oudsher toch boden deze zoo uiterst moeiiyk bereikbare paal dorpen een veilig asyl aan vluchtelingen van het vasteland, die om de een of andere „perkara" het veiliger vonden naar „buiten" te gaan en die daar door hun grootere wereldwijsheid en pienterheid ge- makkeiyk een overwicht verkregen op het primitieve volkje. Sedert Noesa Kerabangan werd ingericht als dwangarbeidersoord, komen ook vandaar nieuwe bewoners een veilige verbiyfplaats zoeken, hoewel niet veel vluchtelingen er ia slagen den ontzettenden, dagenlangen tocht door het moeraswoud, voortdurend bedreigd door haaien en krokodillen, zonder voedsel, zonder onderdak, in de wyde mod- derwereld te volbrengen! Er is nog maar betrekkeiyk weinig bekend omtrent de zeden en gewoonten van dit primitieve volkje, hoewel deze ongetwijfeld zeer belangwekkend zijn, met het oog op de oude, elders reeds door de beschaving ver drongen volksbegrippen. Maar tot voor korten tijd was de Kinderzee nog een gebied, waar mede maar weinig aanraking werd ver kregen, omdat toen een prauwtocht van dagen daarvoor noodig was. Nu heeft het kleine motorbootje dit isolement opgeheven; met iederen dagelijkschen tocht dringt de beschaving weer een stukje verder binnen. Het is te verwachten, dat dit het begin van zijn levensweg plotseling afbreken. Met grimmig genot sloeg hij de hand op zijn zijde, waar de stekende pijn hem schier den adem benam. „God dank," dacht hij daarbij, „de Voorzienigheid is genadig, zoo heel lang zal mijn somber leven nipt meer duren!" Maar Wolfgang was een sterke tak van den ouden stam en zijn afscheiding van zijn familie was als het afscheuren van een zwaren boomtak midden in het woud, die, door stormgeweld los gerukt van zijn stam, andere takken met zich medesleept, den ouden boom kneuzend. Want terwijl Wolfgang verdween, om zijn verderen levensweg alleen te gaan, ontving Hui bert, met den arm van zijn jonge verloofde in den zijne, met droevig oog en verstrooiden glimlach de gelukwenschen zijner twee oudste nichtjes en haar echtgenooten. Zijn weemoedige gedachten vergezelden zijn „oudste" op diens eenzamen weg, en Sofie, de gelukkige, dacht aan de zuster, wier liefdedroom zoo wreed moest worden verstoord om haar het geluk te hergeven. En boven, in een stille kamer, daar klemde een grijze moeder haar onschuldig kind in de armen, over wier onschuldig hart, dat zich pas, gelijk een bloem zich opent voor de zon, voor de liefde ontsloten had, de kille adem van een stormwind was gegaan Enkele jaren zijn voorbijgegaan. Een groote sombere zaal vol kleine bedjes, en in elk zoo'n kribje een ziek kind. Het is avond. Flauw branden de lichten, want het is siapenstijd. Zuster Hilde, het gewonde jongetje in dien hoek vraagt naar U, hij kan weer van pijn niet slapen. Alleen als zuster Hilde zingt, vergeet ik de pijn, kreunt hij onophoudelijk. Een slanke, tengere gestalte, in het eenvoudig het einde dezer nederzettingen zal zijn; reeds zijn er enkele dorpjes, die hun paal woningen naar de kuststrook hebben over gebracht en daar, naast hun visscherij, een primitieven tuinbouw hebben aangevangen. Dit proces, door de nauwere aanrakingen met de beschaving uitgelokt, zal zich steeds verder uitbreiden, zoodat verwacht mag worden, dat, wanneer eenmaal het oude, nog aan zijn waterdorpjes vastgeroeste geslacht heeft plaats gemaakt voor de jongeren, deze belangwekkende volksgroep haar typische zeewoningen zal verlaten en zich zal op lossen onder de bevolking van "het vasteland. BLANDA. INGEZONDEN MEDEDEELING. Beter dan Goed: DE BESTE LEEUWERIKSZ1NG. Er klonk een jubelzang door het duin, In zuiv're blyde tonen, En 'k voelde in mijn eigen hart Eenzelfde blydschap komen. O, zanger styg maar hoog, omhoog By frissche duinegeuren, Bij 't ruischen van de schoone zee, Van 't woud, het lentefleuren. En zanger, troost het eenzaam kind Dat dwalend langs de zee Weer de gezondheid vinden moet Deel van Uw vreugd haar mee. R.dam. Marie den Ouden. DE ONTSPORING BIJ SCHENKENSCHANS Een passagier uit den coupé geslingerd. LEEUWARDEN, 12 Febr. Het ontspo ren van twee wagons by Schenkenschans heeft toch nog een persoonlijk ongeval ten gevolge gehad. In een 3de-klasse wagon werd door de reizigers een hevige schok gevoeld. De heer Tiemersma, van Deinum, werd door den schok uit den coupé geslingerd en'aan den kant van den weg gevonden. Later werd de heer T. per auto naar het ziekenhuis ge voerd, waar het bleek, dat hy een bloeduit storting aan den schouder had bekomen. Het ongeluk moet geweten worden aan het breken van een as van een 2de-klasse wagon, waardoor twee wagons derailleerden. De materieele schade is niet groot. Het is nog denzelfden avond gelukt, de ontspoorde wagons op de rails te brengen, zoodat de stagnatie in het verkeer spoedig werd op geheven. EEN DRIELING GEBOREN. AMSTERDAM, 11 Febr. Het echtpaar H. de Vries De Vries, wonende in de Vespucci- straat 96, is verbiyd met de geboorte van kleed eener pleegzuster, staat op van het bedje, waarbij zij zat en gaat naar het andere einde van de zaal, waar het arme kereltje ligt. Mijn arm ventje, is de pijn weer zoo erg, kan je niet slapen? zegt ze zacht, op mee lijdenden toon. Dan knielt zij voor zijn bedje en legt zijn woelig hoofdje op haar arm, tegen haar schouder zoo ligt hij het liefst. Hoe pijnlijk trekt dat kleine mondjes- Zij begint zacht te zingen, eerst voor hem alleen, eenvoudige zachte melodieën, maar dan dwalen haar gedachten af en ze zingt voort, nog even zacht, maar nu hare lievelingsliederen en onbewust komt het lied haar op de lippen dat ze eens zong, in dat Parijsch salonnetje, toen ze... hem... voor het eerst zag. Haar knippende oogen openen zich wijd en staren weer in een droomen-wereld; er komt een uitdrukking in, vol droeve smart. Zouden zij op dat oogenblik heel, heel ver van dit kleine kribje, een ander eenzaam sterfbed zien van iemand, wiens laatste heldere gedachte was gewijd aan die reine, donkerblauwe meisjesoogen?. Het zachte steunen heeft tang opgehouden. Haar gezang eindigend, legt de pleegzuster voor zichtig het hoofdje van den kleinen knaap op het kussen. Ze staat op en ziet op hem neder. Hij slaapt, zijn leed is vergeten. Ook hare smart? Met stillen, vredigen glimlach ziet zij op het rustige gezichtje, zooeven nog zoo pijnlijk vertrokken. Kan men, zoo troostend, ongelukkig blijven? EINDE.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 1