30
Landbouw en Veeteelt.
- - hoek
BINNENLAND
Gemengd ÜNieuws.
ONZE EILAND
EN VAN ZATERDAG 22 JANUARI 192 7.
3
zeer
nneer
werd
g een
at het
ordt
s.
is ge
keerd
r een
eldw.
situ-
dat
d ge-
bs. 8
ndeld
evolg
ver-
het
aven-
etop
wam
eken
stok
van
onge
hech-
and-
legd
j; uit
zich
-"ken
uw-
het
em
dan
ver-
run-
een
nis.
deel
hier
ver-
-ete
gen
om-
uto
laat
J-,
ein
en-
eid
te
Zij
en
gen
dat
ter
het
oon
jat.
"12
pis.
liet
iel
ter
oon
m.
orp
de
jachtwet. Een losloopende hond van verdiep
achter het wild en verd. riep hem niet terug.
Op de tafel ligt een sterke knuppel, aan
welks einde zich een groote scherpe spijker
bevindt.
De kantonrechter vraagt verdachte, waar
voor hy dien stok gebruikt.
Verdachte: Om, als er wat in de sloot
ligt het op te pikken.
Volgens het proces-verbaal dat nu wordt
voorgelezen, had de rijksveldwachter verdach
te en nog een persoon die op zijn komst ge
vlucht was en die hij niet herkende een langen
tijd gadegeslagen. De ontvluchte persoon,
verborg op zijn komst snel een voorwerp on der
zijn jas, wat verbalisant toedacht een schopje
te zijn, waarmede de wilddieven de holen
der konijnen uitgraven.
De stok wordt gebruikt om het wild uit de
holen te trekken. Verbalisant heeft met ge
weld den stok aan verd. moeten ontworstelen.
Verdachte had hem toegeroepen: „laat los,
anders ben je er nog niet!"
Verdachte ontkent. Hij had den hond aan
een touw en stond kalm naar de zee te kyken.
De veldwachter had hem hard aangepakt en
hem de pistool op de borst gezet, onder het
uitroepen: „geef me den stok anders schiet
ik je in je d.
Gehoord wordt de rijksveldwachter die
zegt te blijven bij zijn proces-verbaal. Het is
heel moeilijk de wilddieven op heeterdaad te
betrappen. Hij is verdachte al lang op het
spoor geweest, maar kon hem niet betrappen,
daar hij zijn minderjarige jongens op den uit
kijk zet om hem te waarschuwen. Den be-
wusten Zondag was verbalisant in burger-
kleeding en heeft op een afstand van 1G0 a
150 Meter verdachte gadegeslagen terwijl deze
bezig was een hol uit te graven. Het is wel
gebeurd dat verdachte 41 konijnen in één
week ving. Dien Zondag had verd. 11 konij
nen thuis liggen.
Het O.M. vraagt aan verdachte wat zijn
beroep is.
Verd.: Veldarbeider.
Het O.M.: wat verdien je daar mee?
Verd.: 1,— per dag. Verdachte had een
groot gezin, zoodat het moeilijk is aan de
kost te komen. Verdachte vindt het hier geen
eerlijke zaak. Hij is niet op heeterdaad be
trapt.
Het O. M. zegt in zijn requisitoir dat de
bevolking van Ouddorp voor een groot deel
leeft van den konijnenvangst, met het gevolg
dat zij die geen vergunning hebben er op uit
trekken zonder toestemming. Het is moeilijk
deze overtreders te pakken te krijgen. Zy
hebben middelen om aan de wrekende ge
rechtigheid te ontkomen. Niet altijd lukt hun
dat. Zooals hier het geval is. Na veel moeite
is het verbalisant, die nog maar enkele jaren
te O. is en die heel goed bekend staat, ge
lukt een overtreding der jachtwet te consta-
teeren. Een flinke boete is hier op zijn plaats
en dat wel om twee redenen.
In de eerste plaats om verdachte te be
wegen, de wildvangst in den steek te laten
en te trachten op eerlijke manier in het
onderhoud van zich en zyn gezin te voor
zien en in de tweede plaats om de bevolking
van Ouddorp te laten zien wat er gebeurt
wanneer men toch met overtreding der jacht
wet doorgaat. Geëischt wordt 25, sub. 25
dagen hechtenis.
Verdachte wordt schriftelijk vonnis ge
wezen.
A. J. 18 jaar werkman te Stellendam en
J. K. 17 jaar verd. arbeider aldaar, liepen
op het station emplacement zonder vergun
ning van den agent.
Verdachten voeren aan dat zij een „vrien
dinnetje" op de tram moesten breDgen.
Het O.M. wijst er op dat overal behalve
het station te Middelharnis de halten van de
R. T. M. op een eenvoudige wijze zijn aan
gebracht, om hooge kosten te sparen. Het
gevolg is dat ieder die er niet te maken
heeft moet wegblijven. Geëischtwordt ƒ4,-
sub. 4 dagen hechtenis.
A. B. 44 jaar landbouwer te Ooltgensplaat
overtrad de jachtwet. Deze zaak wordt aan
gehouden om getuigen te hooren.
Bij verstek werden veroordeeld:
L. T. te Sommelsdijk wegens openbare
dronkenschap f 10 sub. 10 dagen hechtenis.
J. v. d. V. wegens rijden zonder licht ƒ5,-
sub. 5 dagen hechtenis.
A. J. v. d. P. twee geldboeten ad ƒ5,-
sub. 2X5 dagen hechtenis.
J. V. wegens rijden zonder licht ƒ5,—
sub. 5 dagen hechtenis.
M. T. wegens het niet midden op den weg
rijden te Ouddorp 8 sub. 3 dagen hech
tenis.
A. S. wegens het venten met koopwaar
te Stad a. h. Haringvliet zonder vergunning
f 3 sub. 3 dagen hechtenis.
J. T. te Ouddorp wegens het verkoopen
van vuile melk f 10 sub. 10 dagen hechtenis.
(Adv)
Bemesting van weiland met „Ureum"-
lil het Landbouwkundig Tijdschrift vu"
November geeft de Heer L. Vfeyer, leer»
aan de Rpslandbouwwinterschool te MepP'
een beredeneerd, uitgebreid verslag van*®
groote bemestingsproef op weiland met „Lr
um". Ureum ia zooals iedere landbouwer o'
met zijn tijd meegaat wel reeds weten zal,
een betrekkelijk nieuwe stikstof-meststof,
welke echter reeds bewezen heeft dat het
zaak is dat iedere landbouwer er z(jn volle
aandacht aan schenkt. Ook in genoemd ver
slag komt de werking van Ureum zoo moor
voor den dag dat wij niet naiaten kunnen
dit beknopt hier weer te geven.
De heer Egbert ter Haar te Ruinerwold
stelde zijn veestapel en weiland ter beschik
king om in samenwerking mét de Vereen
van Oudleerliugen der Rijkslandbouwwinter-
school te Meppel, den Directeur en Leeraren
dezer inrichting deze proef door te zetten.
Ongeveer 6 H A. prima weiland, op goeden
zandgrond, met 350UO K.G. stalmest per H. A.
bemest (vorig jaar een goede kali- en fosfor-
zuurbemesting) werd in tweeen verdeeld.
Eén deel kreeg een extra stikstof'bemesting
van 210 K.G. Ureum-BASF per H.A. en wel
in twee giften (19 Apr. en 5 Juni) De koeien
en jong vee en een paard liepen afwisselend
op deze twee perceelen, zoolang, tot telkens
weer het gras vrijwel verbruikt was. De melk
.werd iedere 5 dagen gewogen en op vetge
halte onderzocht, om na te gaan hoeveel
melk, hoeveel vet en hoeveel weidedagen
het met Ureum en het zonder Ureum be
meste perceel opbrachten. Hieronder staat
het resultaat, alles omgerekend per HA. op
melkkoeien alleen van 2 April tot 23 Juli:
Gewoon bemest per H.A.
Melkkoeien:
Weidedagen 280.2
K.G. melk 4491.5
Gram vet 155603.5
Extra bemest (per H.A.) met 210 Kg. Ureum
Melkkoeien
Weidedagen 357.7
K.G. melk 5720.-
Gram vet 203290.
Verschil per H.A.
Weidedagen 77.5
K.G. melk- 122S.5
Gram vet 47686.5
De geldswaarde van 1228.5 K.G. melken
47686.5 gr. botervet wordt voor deze periode
volgens opgave van den heer Directeur der
Coóp. Stoomzuivelfabriek te Ruinerwold ge
steld op plm. 107.20. Daartegenover staat
een uitgave aan stikstof van f 73 per HA.
indien men de Ureum rekent tegen pl.m
f 35 per 100 Kg., zoodat er een zuivere winst
overblijft van f 107.20-f 73 f34,20: dat
is bijna 47 winst van het geld aan de
Ureum besteed. (Bij de tegenwoordige stik
stof prijzen zou deze winst nog beduidend
grooter worden nl. plm. 42,50 per H.A. bij
dezelfde melkprijzen van dezen zomer, dat
is ruim 65 winst.)
De heer Weijer heeft de uitkomsten ook
in grafische voorstellingen verwerkt. Het
blijkt, dat de melkopbrengst per koe per dag
practised op beide perceelen gelijk was(n.l.
gemiddeld 16.08 Kg. melk.) En dat het ge
middelde vetgehalte op de met Ureum extra
bemeste weide 0.10 hooger was (nl. 3 45
op stalmest en 3 55 op stalmest en 2.1U
Kg. Ureum per H.A.
INGEZONDEN MEDEDEELING
Speciaal HOEDEN en PETTEN
VOO» DLK Z'^i KBUS
Sport- en Reispetten f 0,75
Lakenpetten, kleurhoudend vanaf f 2,50
Gleufhoeden, nieuwste kleuren v.af f 2,75
Stijve Hoeden vanaf t 2,95
Hooge Hoeden vanaf I 8,50
ERNSTIG ONGELUK TE GRONINGEN.
Twee meisjes en een jongeman verdronken.
GRONINGEN, 17 jan. Hedenavond om
elf uur is een auto met vijf inzittenden in het
Hoendiep alhier gereden. Twee personen, onder
wie de chauffeur, wisten zich te redden; de
overige drie, twee meisjes en een jonge man,
zijn jammerlijk verdronken. De omgekomenen
zijn mej. Wienema, Nieuwstraat, 93 a alhier
en de heer Teuben, eveneens alhier woon
achtig. Van het derde slachtoffer, een meisje,
kon de identiteit nog niet worden vastgesteld.
De auto is met een Sincktoestel op het droge
gebracht.
De lijken werden in het water gevonden.
Waarschijnlijk was het den inzittenden dus
nog gelukt uit den wagen te komen.
Nader kan nog het volgende over het droe
vig ongeval gemeld worden:
Een gezelschap van zes personen, drie jonge
mannen en drie meisjes, was uit geweest. Zij
hadden met een kapauto, bestuurd door den
23-jarigen J. Teuben, naar Paterswolde* en
Haren een plezierritje gemaakt. De meisjes
zouden achtereenvolgens naar huis worden
gebracht. Een van haar, een dienstmeisje, wo
nende in de H. W. Mesdagstraat, had juist den
auto verlaten. Met de anderen reed men door
de Taco Mesdagstraat naar den A-weg. Een
es meisjes, mej. Wienema, moest naar de
juwstraat in het Zuid-Oosten der stad.
penomt^0 scïllint de bocht niet te hebben
2 feed vlak voor de Taco Mesdag
straat het Hoendiep in.
Twee der inzittenden, de jongelui M. Roorda
en H. Jager, zaten achter in den wagen. Zij
hebben zich weten te redden en zwemmende
den wal bereikt. Van den geheelen auto was
niets te zien. Men wist alleen, dat er onder
het groezelige wateroppervlak in het Hoendiep
een auto lag waarin zich nog drie personen
moesten bevinden, nl. genoemde Teuben en
de twee meisjes. Een van haar had naast den
chauffeur gezeten, het andere tusschen de beide
jonge mannen in, die kans hadden gezien zich
te redden.
Inmiddels werden de politie en de brand
weer gewaarschuwd. Het duurde nog al eeni-
gen tijd voordat het Sinck-toestel ter plaatse
verschenen was. Van de overzijde van het
kanaal naderden schippers met een praam. Al
boomende stelden zij vast, waar de auto in
het water lag.
Een groot aantal menschen, dat op het ge
rucht van het onheil was toegeschoten, assis
teerde de politie, om met dreglijnen zoo mo
gelijk hulp te bieden. Eenigen van hen be
gaven zich te water en bevestigden touwen
aan het voertuig. Al trekkende trachtten zij
gezamenlijk den auto op te lichten, maar de
dikke touwen braken herhaaldelijk af. Einde
lijk slaagde het Sinck-toestel er in den wagen
op te hijschen en haalden schippers met hun
boomen de lijken op.
De politiedokter constateerde den dood van
de drie drenkelingen. De lijken werden binnen
gebracht in het naburige café „Bandringa".
De fungeerende hoofdcommissaris van politie,
de heer Tonckens, leidde het onderzoek.
Getracht wordt, de identiteit van het derde
slachtoffer vast te stellen. De politie, die de
treurige tijding moest brengen aan de juist
van een zware ziekte herstellende moeder van
mej. Wienema, hoopte aldaar te vernemen,
wie de derde was.
GRONINGEN, 18 Jan. Nader wordt ons
over het auto-ongeval alhier gemeld:
De naam van het derde slachtoffer is Jan-
tina Hoetze, in dienstbetrekking Verlengde
Heereweg 115, Groningen, afkomstig uit Win
schoten. Zij was 21 jaar oud, juffrouw Wiene
ma was 23 haar.
De politie had een wel treurige taak, toen
zij vannacht zooveel mogelijk de familie van
de slachtoffers de droevige tijding van het
ongeluk moest brengen. De juiste oorzaak van
het ongeval is nog niet vastgesteld. Mogelijk
heeft Teuben, die den auto bestuurde, ge
meend, dat hij van de Taco Mesdagstraat uit
over een brug kon rijden.
PRINSES JULIANA NAAR
KATWIJK AAN ZEE.
's-GRAVENHAGE, 18 Jan. Naar het
Corr. Bur. mededeelt, hebben H.M. de Ko
ningin en Z.H.K. de Prins er hun goedkeuring
aan gehecht, dat Prinses Juliana ook na dezen
zomer haar studiën zal voortzetten, ten aan
zien van enkele onderwerpen, waarin de Prin
ses bijzonder belangstelt, en welke voor de
Prinses van bijzondet gewicht zijn o.a. door
het volgen van eenige colleges aan de Rijks
Universiteit te Leiden. Gedurende de dagen,
waarop de Prinses daartoe de Hoogeschool.
zal bezoeken, zal H.K.H. een eigen huis te
Katwijk aan Zee bewonen.
Voor dit doel is gelijk gemeld, het oog ge
vallen op de villa ,,'t Baerle" aan de Boulevard
te Katwijk aan Zee, terwijl de daaraan gren
zende villa „Hoogcate" ingericht zal worden
voor den aan den dienst der Prinses toege-
voegden heer met diens gezin.
H.M. de Koningen en Z.K.H. de Prins heb
ben de directrice der particuliere zaken van
H.M. op Het Loo en omstreken, Mej. A. L.
Schoch, bereid gevonden, om gedurende de
dagen, dat de Prinses te Katwijk vertoeft, de
leiding op zich te nemen over „'t Baerle".
Prinses Juliana zal de laatste dagen der
week bij haar ouders doorbrengen en verder
ook telkens wanneer dit noodig zal zijn, uit
Katwijk overkomen.
DE BORINGEN BIJ GROENLO.
Tweede kolenlaag gevonden.
ARNHEM, 18 Jan. Naar wij vernemen,
werd gisteren officieel een tweede kolenlaag
geconstateerd bij de boring „Hupsel", welke
door de Nederlandsche Maatschappij tot het
verrichten van Mijnbouwkundige Werken te
Heerlen, ten Noorden van Groenlo wordt uit
gevoerd.
Tevens vernemen wij, dat de boring „Mein-
sink", die door bovengenoemde maatschappij
ten Westen van Groenlo wordt uitgevoerd,
zich nog steeds in het zout bevindt, nu reeds
ter dikte van bijna 400 meter.
ONZE PROVINCIALE STATEN.
Over eenige maanden zal weder de stemming
voor de leden van de Provinciale Staten plaats
hebben. In den regel is de belangstelling voor
de Statenverkiezingen niet heel groot. Echter
zijn deze verkiezingen toch van veel beteeke-
nis, omdat de kiezer door zijn stem indirect
invloed kan oefenen op de samenstelling der
Eerste Kamer, welker leden, gelijk bekend,
door de Staten der Provinciën worden gekozen.
Art. 134 van de Grondwet luidt: „Aan de
Staten wordt de regeling en het bestuur van
de huishouding der provincie overgelaten."
Zeker is tot die taak te rekenen de zorg
voor goede verkeerswegen naast en ter aan
vulling van de Rijkswegen, en reeds uit dit
oogpunt is de samenstelling van de Provinciale
Staten ten volle de aandacht der kiezers
Niet door beperkende en remmende bepa
lingen, doch door-het tot stand brengen van
gemakkelijke practische verkeerswegen, wordt
de vrije ontplooiing van handel en industrie
bevorderd, worden land- en tuinbouw gediend.
Het wegenvraagstuk vraagt een oplossing in
den zin van vrije ontwikkeling van den onder
nemingsgeest.
Uit een economisch oogpunt bezien is de
samenstelling van de Provinciale Staten dan
ook van het grootste belang.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Immers, bij den enormen omvang ,dien het
licht en zwaar vervoer meer en meer aanneemt,
in de eerste plaats tengevolge van de geweldige
toeneming van het autoverkeer, treedt de
noodzakelijkheid van het aan eggen en onder
houden van bruikbare landwegen sterk op den
voorgrond.
EEN FERME JONGEN.
Hij was 17 jaar, George Young, en wilde
fortuin maken. Dat kost tijd en Goergé had
haast. Hij was een goed zwemmer en daar werd
zoowaar een prijs van 60.000 gulden uitgeloofd
voor wien het eerst het kanaal van San Pedro
tusschen het vasteland van Californië en het
eiland Catalina over zou zwemmen. George
geloofde het wel te kunnen, maar hij woonde
in Toronto en van daar naar Los Angeles is
een verre en kostbare reis. Zijn moeder schonk
hem echter haar spaarduitjes, een 300 guldenl
ongeveer, waarvoor George een oude motor-'
fiers met zijspan kocht. Daarmee zette hij met
een vriend koers naar Los Angeles. Zij brachten
het tot Little Rick in Arkansas, maar daar gaf
de motorfiers het voorgoed op. Een paartje,
dat per auto op de huwelijksreis was, ontferm
de zich over de jongens en bracht ze naar San
Pedro. Met nog geen dollar op zak kwamen zij
er aan. Het geluk diende George. Niemand
was hem voor geweest. Hij kon den prijs nog
verdienen en hij heeft het gedaan. Hij ligt
nu nog in het ziekenhuis om van de afmatting
van dien zwemtocht van 35 K.M. te bekomen,
maar het geluk lacht hem tegen. Niet alleen
de prijs is hem, hij kan ook nog een hoop geld
verdienen ,door zch te laten kijken in de
bioscoop.
George schrijft zijn succes toe aan zijn ferme
training en aan het feit, dat hij nooit gerookt
of alcohol gedronken heeft.
EEN VEELGEPLAAGDE FILMHELD.
Chaplin krijgt het nu ook met den fircus
te kwaad.
Charlie Chaplin heeft het wel hard te ver
antwoorden den laatsten tijd. Bij de narigheid
van zijn huwelijksleven en het beslag op zijn
bezittingen en inkomsten komt nu een eisch
van den fiscus om betaling van ruim 2\ miljoen
gulden, welk bedrag een navordering is, omdat
Charlie de laatste zeven jaar te weinig inkom
stenbelasting moet hebben betaald.
Intusschen maakt de arme man het al heel
wat beter, wat zijn gezondheid betreft. Hij
heeft alweer mannen van de krant ontvangen
en naar de New-York Herald meldt, is hij
Maandag ook naar... de bioscoop geweest.
Daar werd een oude film van hem afgespeeld
en het feit, dat de bezoekers hem op het witte
doek nog steeds toejuichten moet Charlie veel
goed gedaan hebben.
EEN FILM-STER ONDERGEGAAN.
Men meldt uit Berlijn:
Wederom is een te Berlijn zeer gevierde
film-artieste naar het buiteniand gevlucht na
hier eerst groote schulden te hebben gemaakt.
De heldin van de nieuwe schandaalaffaire is
Imogene Robertson, in Amerika om haar
schoonheid bekroond, maar een paar jaar ge
leden heeft zij haar vaderland om de een of
andere onverkwikkelijke rdeen moeten ver-!
laten. Vermoed wordt, de de schoone Imogene,
die verleden jaar te Berlijn ongeveer 80.000
mark heeft verdiend, naar haar vaderland is
teruggekeerd. Zij was buitengewoon verkwis-|
tend en had gewoonlijk geen mark op zak;
kleeren en hoeden betaalde zij vrijwel nooit1
en ook de huur bleef zij steeds schuldig, zoodat
zij vaak gedwongen werd te verhuizen. Van
München, waar zij dezer dagen nog gefilmd
heeft, schijnt zij naar Parijs te zijn vertrokken
om vandaar verder te gaan. Reeds zijn er vele
klachten tegen haar ingediend.
Enkele bladen weten te vertellen, dat het
vele geld, dat Imogene verdiende voor het
grootste deel voor haar vriend, een Italiaansch
film-operateur bestemd was, die enkele maan
den geleden Duitschland is uitgezet. Hij schijnt
Imogene echter toch te München te hebben
ontmoet en met haar naar Parijs te zijn ge
vlucht.
Imogene Robertson heet in werkelijkheid
Annie Wilson. Twee jaar achter elkander is
zij, als de mooiste vrouw van de Vereenigde
Staten, tot miss America uitgeroepen.
DE BEDROGEN BEDRIEGERES.
Een oplichtster door haar ijdelheid verraden.
Een chic gekleede jonge dame, die zeide de
dochter van Lord Crewe, den Engelschen ge
zant, te zijn en dan ook behoorlijk gebroken
Fransch sprak, heeft Maandagmiddag groote
inkoopen in een Parijsch modemagazijn gedaan
Zij eischte, dat een bediende van de zaak haar
naar huis zou vergezellen, omdat zij niet ge
noeg geld bij zich had en men haar niet kende.
De firma stelde haar een der afdeelingschefs
ter beschikking en de goederen werden in een
auto geladen, waarna men naar het Engelsche
gezantschap reed. Onderweg stelde de dame
haar begeleider voor even een cocktail in een
bekend restautanr te gebruiken, daar ze na
de vele inkoopen een opwekking behoefde.
De goederen werden in de garderobe afgegeven
en de dame nam het bewijsje in ontvangst.
Nadat men een of twee coktails gebruikt had,
excuseerde de jonge dame zich een oogenblik.
Toen de begeleider ten slotte achterdocht
kreeg, bleek de volge gevlogen, met mede
neming natuurlijk van het gekochte. Zij heeft
er echter niet lang pleizier van gehad, want
nog denzelfden avond is zij door de politie in
hechtenis genomen. Zij had de verleiding niet
kunnen weerstaan zich dadelijk met een kost
bare Spaansche halsdoek in een bekende nacht
gelegenheid te vertoonen!
EEN ADVOCAAT VAN TIEN JAAR.
Uit de rubriek rechtzaken van de Figaro:
Osczac! roept de deurwaarder van de elfde
kamer.
En men ziet een kleine jongen van tien jaar
binnenkomen, met blond haar en een snugger
gezicht. Hij voert een man aan de hand met
een grooten grijzen snor en een gebogen rug.
Osczac, dat ben ik, zegt de jongen.
Maar jij hebt toch geen ijzer gestolen
uit de fabriek van Citroën, antwoordt de pre
sident.
Neen, meneer, dat heeft mijn vader ge
daan. Maar hij is Pool, hij verstaat niet goed
Fransch en daarom ben ik met hem meege
komen, om hem te helpen.
De kleine jongen is niet verlegen; de recht
bank heeft terstond schik in hem. Hij ziet er
zindelijk uit en is aardig en beleefd.
Je vader heeft bekend, dat hij ijzer
gestolen heeft, is 't niet?
Het kind rekt zich op zijn teenen en fluistert
zijn vader in het Poolsch iets in het oor. Dan
wendt het zich weer tot de rechtbank:
Ja, meneer, maar hij zal het nooit weer
doen, nooit weer!
Jongen, je vader heeft den besten advo-
kaat, die er bestaat.
En de rechtbank veroordeelt den vader tot
acht dagen gevangenisstraf, met opschorting
van de straf.
Zeg hem, dat hij niet opnieuw begint.
Ja, meneer!
Weer rekt het kind zich naar het oor van den
vader en blij omdat de straf zoo licht is, trekt
hij hem vlug de zaal uit.
Ontroering onder het publiek.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
MIJNHARDT'S
Hoestfablef&en
tegen hoest en verkoudheid.
Bij Apoth. en Drog. Doos
Ct.
DE BASIS VAN ONS GEZAG IN INDIE.
Ongetwijfeld steunt het Nederlandsche ge
zag in Indië niet op de kracht van onze wa
penen naar buiten. Nederland's gezag steunt
op het vele goede werk, dat zijn zonen in Indië
verricht hebben en nog verrichten, en op dé
goede leiding welke aan de groote Inlandsche
bevolking is gegeven.
In staatkundig opzicht is veel goed werk
gedaan door het onder ons rechtstreeksch
bestuur brengen van tal van streken, waardoor
aldaar orde en rust zijn gekomen in plaats
van vroegere onveiligheid, onderlinge oorlogjes
en onduldbare toestanden.
Maar vooral in maatschappelijk en econo
misch opzicht hebben de Nederlanders door
hun schitterend werk in Indië een grooten
dienst aan de wereld bewezen. Want de wereld
heeft behoefte aan de thee, de suiker, de rub
ber, de koffie,|de petroleum, de kina en de
andere producten, die door Nederlands' werk
kracht uit den Indischen bodem zijn en nog
steeds worden gehaald,
De basis van het Nederlandsch gezag in
Indië bestaat dus uit onze praestaties. Het is
derhalve onze eerste plicht, door krachtige
handhaving van ons gezag in Indië zelf ons
waardig te toonen om dit goede werk te blijven
voortzetten.
Nederland moet er dus op bedacht zijn om
de overwegende positie, die het in Indië tot
dusver had en nóg heeft, te behouden door
een doelbewuste handhaving van zijn gezag.
GEDWONGEN VERSOBERING.
De wereld is door den oorlog verarmd. Dat
dit met de vroegere oorlogvoerende landen is
geschied, begrijpt ieder, Maar ook ons land
heeft bij den oorlog meer verloren dan ge
wonnen.
Het op peil houden van onze welvaart is
1 een heel moeilijk probleem. Jaarlijksch neemt
onze bevolking met 100.000 zielen toe. Daar
voor moet werkgelegenheid worden geschapen,
hetgeen per jaar 400 a 500 millioen gulden
nieuw kapitaal eischt. Dit beteekent, dat jaar
lijks per gezin van vijf personen gemiddeld
325,op zij moet worden -gelegd om aan
de nieuwe monden voedsel te kunnen geven.
1 Met kapitaal om fabrieken te bouwen zijn
wij er nog niet. Wij moeten voor de producten
van onze industrie, land- en tuinbouw ook
afzet hebben. Deze afzet is alleen mogelijk
zoolang het buitenland onze prijzen aantrek
kelijk vindt, met andere woorden zoolang wij
met goedkoope productie-prijzen scherp kun
nen concurreeren.
Van grooten invloed nu op de productie is
de arbeidsduur. Nu alle menschen korter
werken dan vroeger en in dien korteren
werktijd ook minder voortbrengen, kunnen
zij gezamenlijk ook minder gebruiken dan
vroeger.
De toenemende bevolking en de verkorte
arbeidsduur dwingen ons tot een versobering
van het leven, ook bij hen wier inkomen een
zekere luxe veroorlooft.
Van die versobering valt echter nog niet veel
te bemerken. Integendeel er bestaat veeleer
een streven om te leven op den voet, dien het
inkomen maar eenigszins toelaat.
Dit nu is een ernstige hinderpaal op den weg
naar het economisch herstel!
TERUGBLIK.
In velerlei opzicht heeft het algefoopen jaar
een hoopgevend verschiet geopend. Al zijn
zeker nog niet alle wenschen vervuld, die een
jaar geleden voor het herstel van de wereld
werden uitgesproken, toch valt niet te ont
kennen, dat in het vorige jaar belangrijke
dingen zijn tot stand gekomen. En al heeft
1926 geen Locarno gekend, de scherpe tegen
stellingen en verwijdering, welke het verdrag
van Versailles had geschapen, beginnen plaats
te maken voor wederzijdsche toenadering.
Aan 1926 vooral danken wij het verder veld-
winnen van de denkbeelden omtrent beperking
van de oorlogstoerustingen. Ten aanzien van
de militaire bewapingen is men al een eind
voortgeschreden op den weg der beperking.
Helaas is dit nog niet in die mate het geval
niet de economische bewapingen. Nog steeds
is niet prijs gegeven het streven naar bescher
ming door het opwerpen van allerlei kunst
matige hindernissen en het verhoogen van
reeds bestaande tariefmuren. Nochtans is
ook hier eenig licht doorgebroken en hebben
verschillende staatslieden van gezag, en dan
nog wel juist uit landen, die met het nemen
van beschermende maatregelen h.et verst waren
gegaan, de wenschelijkheid uitgesproken om
ook in dit opzicht tot beperking te geraken.
Al zal men goed doen, zijn verwachtingen
inzake de verwezenlijking van deze verlangens
niet te hoog te spannen, zoo is toch het feit
op zichzelf bemoedigend, dat de onmogelijk
heid om voort te schrijden op den weg der
bescherming in steeds breedere kringen wordt
gevoeld.
EEN VALSCHE PATIËNT.
Een gewapend inbreker by den dokter.
Een Parjjsch dokter, zoo vertelt de Daily
Mail, Parijsche editie, ontving Donderdag
bezoek van een goedgekleed man, die zeide
erge buikpijn te hebben en verzochfr eerst
eenigen tijd op de sofa te mogen blyven
liggen. Toen de dokter even later alleen in
zjjn spreekkamer was, verscheen de patiënt,
die hem met een revolver in bedwang hield
en begon met hem van zyn poitefeuille met
2500 francs te ontlasten. Vervolgens liet hy
den dokter rechts en links door het vertrek
loopen, terwijl hij verschillende dingen van
waarde opnam, die gemakkelijk mee te ne
men waren. Het tweetal voerde intusschen
een druk gesprek en de inbreker bood den
dokter zelfs een cigaret aan. Ten slotte bond
de inbreker den dokter vast en gaf hem een
tik met een stok op het hoofd, waardoor
deze een oogenblik versuft bleef. Toen ging hy
DE SCHILDWACHT VAN KONING
WILHELM.
Koning Wilhelm had met zijn zoon Frie-
drich afgesproken, in een der kamers van
't paleis op een zeker uur bij elkaar te ko
men en dan samen een uitstapje te maken.
De koning was voor een der zij-gangen uit
gestegen; de daar staande schildwacht, een
boerenjongen, presenteerde het geweer en
Zijne Majesteit verdwijnt in 't paleis.Eenige
oogenblikken later verschijnt de kroonprins.
Is Zijn Majesteit de koning reeds in
het paleis? vraagt hij den schildwacht.
(Drommels, denkt de Pommeraan, nu dien
ik, toch zoo netjes mogelijk te antwoorden).
Ja, Uwe Koninklijke Hoogheid, Uw
papaatje is zoo juist naar binnen gegaan.
Vol verwondering bekijkt Friedrich den
man van boven tot onder en antwoord ein
delijk:
Kerlist er betrunken (Volgens de
Duitsche gewoonte, dat de meerderen bun
minderen in den derden persoon aanspreken).
Zonder een oogenblik te aarzelen, ant
woordt de soldaat op vrymoedigen toon:
Ik heb niets aan hem bemerkt, Konink
lijke Hoogheid.
De kroonprins vond 't nu maar beter 't ge
sprek niet verder voort te zetten en na den
schildwacht een „dank je wel" toegevoegd
te hebben, trad hij 't paleis binnen.
Maar toen hij uit de tegenwoordigheid
van den soldaat was, barstte hij in lachen
uit en de koning, die gewoonlijk nog al
ernstig gestemd was, kon bij het hooren van
het geval niet nalaten eveneens hartelijk
mee te lachen. Om zijn zoon te bewijzen,
dat de soldaat de volle waarheid gesproken
had, liep hy als een kaars zoo recht vlak
voor hem uit.
Gepareerd. Snibbig zei een vrouw tot haar
man: Ik begrijp niet van wie onze Karei
die slechte gewoonte heeft overgenomen, van
mij heeft hij ze zeker niet.
Dat geloof ik ook niet, antwoordde de
man, ik heb althans niet gemerkt, dat je
er een kwijt bent.