30 Landbouw en Veeteelt. - - hoek BINNENLAND Gemengd ÜNieuws. ONZE EILAND EN VAN ZATERDAG 22 JANUARI 192 7. 3 zeer nneer werd g een at het ordt s. is ge keerd r een eldw. situ- dat d ge- bs. 8 ndeld evolg ver- het aven- etop wam eken stok van onge hech- and- legd j; uit zich -"ken uw- het em dan ver- run- een nis. deel hier ver- -ete gen om- uto laat J-, ein en- eid te Zij en gen dat ter het oon jat. "12 pis. liet iel ter oon m. orp de jachtwet. Een losloopende hond van verdiep achter het wild en verd. riep hem niet terug. Op de tafel ligt een sterke knuppel, aan welks einde zich een groote scherpe spijker bevindt. De kantonrechter vraagt verdachte, waar voor hy dien stok gebruikt. Verdachte: Om, als er wat in de sloot ligt het op te pikken. Volgens het proces-verbaal dat nu wordt voorgelezen, had de rijksveldwachter verdach te en nog een persoon die op zijn komst ge vlucht was en die hij niet herkende een langen tijd gadegeslagen. De ontvluchte persoon, verborg op zijn komst snel een voorwerp on der zijn jas, wat verbalisant toedacht een schopje te zijn, waarmede de wilddieven de holen der konijnen uitgraven. De stok wordt gebruikt om het wild uit de holen te trekken. Verbalisant heeft met ge weld den stok aan verd. moeten ontworstelen. Verdachte had hem toegeroepen: „laat los, anders ben je er nog niet!" Verdachte ontkent. Hij had den hond aan een touw en stond kalm naar de zee te kyken. De veldwachter had hem hard aangepakt en hem de pistool op de borst gezet, onder het uitroepen: „geef me den stok anders schiet ik je in je d. Gehoord wordt de rijksveldwachter die zegt te blijven bij zijn proces-verbaal. Het is heel moeilijk de wilddieven op heeterdaad te betrappen. Hij is verdachte al lang op het spoor geweest, maar kon hem niet betrappen, daar hij zijn minderjarige jongens op den uit kijk zet om hem te waarschuwen. Den be- wusten Zondag was verbalisant in burger- kleeding en heeft op een afstand van 1G0 a 150 Meter verdachte gadegeslagen terwijl deze bezig was een hol uit te graven. Het is wel gebeurd dat verdachte 41 konijnen in één week ving. Dien Zondag had verd. 11 konij nen thuis liggen. Het O.M. vraagt aan verdachte wat zijn beroep is. Verd.: Veldarbeider. Het O.M.: wat verdien je daar mee? Verd.: 1,— per dag. Verdachte had een groot gezin, zoodat het moeilijk is aan de kost te komen. Verdachte vindt het hier geen eerlijke zaak. Hij is niet op heeterdaad be trapt. Het O. M. zegt in zijn requisitoir dat de bevolking van Ouddorp voor een groot deel leeft van den konijnenvangst, met het gevolg dat zij die geen vergunning hebben er op uit trekken zonder toestemming. Het is moeilijk deze overtreders te pakken te krijgen. Zy hebben middelen om aan de wrekende ge rechtigheid te ontkomen. Niet altijd lukt hun dat. Zooals hier het geval is. Na veel moeite is het verbalisant, die nog maar enkele jaren te O. is en die heel goed bekend staat, ge lukt een overtreding der jachtwet te consta- teeren. Een flinke boete is hier op zijn plaats en dat wel om twee redenen. In de eerste plaats om verdachte te be wegen, de wildvangst in den steek te laten en te trachten op eerlijke manier in het onderhoud van zich en zyn gezin te voor zien en in de tweede plaats om de bevolking van Ouddorp te laten zien wat er gebeurt wanneer men toch met overtreding der jacht wet doorgaat. Geëischt wordt 25, sub. 25 dagen hechtenis. Verdachte wordt schriftelijk vonnis ge wezen. A. J. 18 jaar werkman te Stellendam en J. K. 17 jaar verd. arbeider aldaar, liepen op het station emplacement zonder vergun ning van den agent. Verdachten voeren aan dat zij een „vrien dinnetje" op de tram moesten breDgen. Het O.M. wijst er op dat overal behalve het station te Middelharnis de halten van de R. T. M. op een eenvoudige wijze zijn aan gebracht, om hooge kosten te sparen. Het gevolg is dat ieder die er niet te maken heeft moet wegblijven. Geëischtwordt ƒ4,- sub. 4 dagen hechtenis. A. B. 44 jaar landbouwer te Ooltgensplaat overtrad de jachtwet. Deze zaak wordt aan gehouden om getuigen te hooren. Bij verstek werden veroordeeld: L. T. te Sommelsdijk wegens openbare dronkenschap f 10 sub. 10 dagen hechtenis. J. v. d. V. wegens rijden zonder licht ƒ5,- sub. 5 dagen hechtenis. A. J. v. d. P. twee geldboeten ad ƒ5,- sub. 2X5 dagen hechtenis. J. V. wegens rijden zonder licht ƒ5,— sub. 5 dagen hechtenis. M. T. wegens het niet midden op den weg rijden te Ouddorp 8 sub. 3 dagen hech tenis. A. S. wegens het venten met koopwaar te Stad a. h. Haringvliet zonder vergunning f 3 sub. 3 dagen hechtenis. J. T. te Ouddorp wegens het verkoopen van vuile melk f 10 sub. 10 dagen hechtenis. (Adv) Bemesting van weiland met „Ureum"- lil het Landbouwkundig Tijdschrift vu" November geeft de Heer L. Vfeyer, leer» aan de Rpslandbouwwinterschool te MepP' een beredeneerd, uitgebreid verslag van*® groote bemestingsproef op weiland met „Lr um". Ureum ia zooals iedere landbouwer o' met zijn tijd meegaat wel reeds weten zal, een betrekkelijk nieuwe stikstof-meststof, welke echter reeds bewezen heeft dat het zaak is dat iedere landbouwer er z(jn volle aandacht aan schenkt. Ook in genoemd ver slag komt de werking van Ureum zoo moor voor den dag dat wij niet naiaten kunnen dit beknopt hier weer te geven. De heer Egbert ter Haar te Ruinerwold stelde zijn veestapel en weiland ter beschik king om in samenwerking mét de Vereen van Oudleerliugen der Rijkslandbouwwinter- school te Meppel, den Directeur en Leeraren dezer inrichting deze proef door te zetten. Ongeveer 6 H A. prima weiland, op goeden zandgrond, met 350UO K.G. stalmest per H. A. bemest (vorig jaar een goede kali- en fosfor- zuurbemesting) werd in tweeen verdeeld. Eén deel kreeg een extra stikstof'bemesting van 210 K.G. Ureum-BASF per H.A. en wel in twee giften (19 Apr. en 5 Juni) De koeien en jong vee en een paard liepen afwisselend op deze twee perceelen, zoolang, tot telkens weer het gras vrijwel verbruikt was. De melk .werd iedere 5 dagen gewogen en op vetge halte onderzocht, om na te gaan hoeveel melk, hoeveel vet en hoeveel weidedagen het met Ureum en het zonder Ureum be meste perceel opbrachten. Hieronder staat het resultaat, alles omgerekend per HA. op melkkoeien alleen van 2 April tot 23 Juli: Gewoon bemest per H.A. Melkkoeien: Weidedagen 280.2 K.G. melk 4491.5 Gram vet 155603.5 Extra bemest (per H.A.) met 210 Kg. Ureum Melkkoeien Weidedagen 357.7 K.G. melk 5720.- Gram vet 203290. Verschil per H.A. Weidedagen 77.5 K.G. melk- 122S.5 Gram vet 47686.5 De geldswaarde van 1228.5 K.G. melken 47686.5 gr. botervet wordt voor deze periode volgens opgave van den heer Directeur der Coóp. Stoomzuivelfabriek te Ruinerwold ge steld op plm. 107.20. Daartegenover staat een uitgave aan stikstof van f 73 per HA. indien men de Ureum rekent tegen pl.m f 35 per 100 Kg., zoodat er een zuivere winst overblijft van f 107.20-f 73 f34,20: dat is bijna 47 winst van het geld aan de Ureum besteed. (Bij de tegenwoordige stik stof prijzen zou deze winst nog beduidend grooter worden nl. plm. 42,50 per H.A. bij dezelfde melkprijzen van dezen zomer, dat is ruim 65 winst.) De heer Weijer heeft de uitkomsten ook in grafische voorstellingen verwerkt. Het blijkt, dat de melkopbrengst per koe per dag practised op beide perceelen gelijk was(n.l. gemiddeld 16.08 Kg. melk.) En dat het ge middelde vetgehalte op de met Ureum extra bemeste weide 0.10 hooger was (nl. 3 45 op stalmest en 3 55 op stalmest en 2.1U Kg. Ureum per H.A. INGEZONDEN MEDEDEELING Speciaal HOEDEN en PETTEN VOO» DLK Z'^i KBUS Sport- en Reispetten f 0,75 Lakenpetten, kleurhoudend vanaf f 2,50 Gleufhoeden, nieuwste kleuren v.af f 2,75 Stijve Hoeden vanaf t 2,95 Hooge Hoeden vanaf I 8,50 ERNSTIG ONGELUK TE GRONINGEN. Twee meisjes en een jongeman verdronken. GRONINGEN, 17 jan. Hedenavond om elf uur is een auto met vijf inzittenden in het Hoendiep alhier gereden. Twee personen, onder wie de chauffeur, wisten zich te redden; de overige drie, twee meisjes en een jonge man, zijn jammerlijk verdronken. De omgekomenen zijn mej. Wienema, Nieuwstraat, 93 a alhier en de heer Teuben, eveneens alhier woon achtig. Van het derde slachtoffer, een meisje, kon de identiteit nog niet worden vastgesteld. De auto is met een Sincktoestel op het droge gebracht. De lijken werden in het water gevonden. Waarschijnlijk was het den inzittenden dus nog gelukt uit den wagen te komen. Nader kan nog het volgende over het droe vig ongeval gemeld worden: Een gezelschap van zes personen, drie jonge mannen en drie meisjes, was uit geweest. Zij hadden met een kapauto, bestuurd door den 23-jarigen J. Teuben, naar Paterswolde* en Haren een plezierritje gemaakt. De meisjes zouden achtereenvolgens naar huis worden gebracht. Een van haar, een dienstmeisje, wo nende in de H. W. Mesdagstraat, had juist den auto verlaten. Met de anderen reed men door de Taco Mesdagstraat naar den A-weg. Een es meisjes, mej. Wienema, moest naar de juwstraat in het Zuid-Oosten der stad. penomt^0 scïllint de bocht niet te hebben 2 feed vlak voor de Taco Mesdag straat het Hoendiep in. Twee der inzittenden, de jongelui M. Roorda en H. Jager, zaten achter in den wagen. Zij hebben zich weten te redden en zwemmende den wal bereikt. Van den geheelen auto was niets te zien. Men wist alleen, dat er onder het groezelige wateroppervlak in het Hoendiep een auto lag waarin zich nog drie personen moesten bevinden, nl. genoemde Teuben en de twee meisjes. Een van haar had naast den chauffeur gezeten, het andere tusschen de beide jonge mannen in, die kans hadden gezien zich te redden. Inmiddels werden de politie en de brand weer gewaarschuwd. Het duurde nog al eeni- gen tijd voordat het Sinck-toestel ter plaatse verschenen was. Van de overzijde van het kanaal naderden schippers met een praam. Al boomende stelden zij vast, waar de auto in het water lag. Een groot aantal menschen, dat op het ge rucht van het onheil was toegeschoten, assis teerde de politie, om met dreglijnen zoo mo gelijk hulp te bieden. Eenigen van hen be gaven zich te water en bevestigden touwen aan het voertuig. Al trekkende trachtten zij gezamenlijk den auto op te lichten, maar de dikke touwen braken herhaaldelijk af. Einde lijk slaagde het Sinck-toestel er in den wagen op te hijschen en haalden schippers met hun boomen de lijken op. De politiedokter constateerde den dood van de drie drenkelingen. De lijken werden binnen gebracht in het naburige café „Bandringa". De fungeerende hoofdcommissaris van politie, de heer Tonckens, leidde het onderzoek. Getracht wordt, de identiteit van het derde slachtoffer vast te stellen. De politie, die de treurige tijding moest brengen aan de juist van een zware ziekte herstellende moeder van mej. Wienema, hoopte aldaar te vernemen, wie de derde was. GRONINGEN, 18 Jan. Nader wordt ons over het auto-ongeval alhier gemeld: De naam van het derde slachtoffer is Jan- tina Hoetze, in dienstbetrekking Verlengde Heereweg 115, Groningen, afkomstig uit Win schoten. Zij was 21 jaar oud, juffrouw Wiene ma was 23 haar. De politie had een wel treurige taak, toen zij vannacht zooveel mogelijk de familie van de slachtoffers de droevige tijding van het ongeluk moest brengen. De juiste oorzaak van het ongeval is nog niet vastgesteld. Mogelijk heeft Teuben, die den auto bestuurde, ge meend, dat hij van de Taco Mesdagstraat uit over een brug kon rijden. PRINSES JULIANA NAAR KATWIJK AAN ZEE. 's-GRAVENHAGE, 18 Jan. Naar het Corr. Bur. mededeelt, hebben H.M. de Ko ningin en Z.H.K. de Prins er hun goedkeuring aan gehecht, dat Prinses Juliana ook na dezen zomer haar studiën zal voortzetten, ten aan zien van enkele onderwerpen, waarin de Prin ses bijzonder belangstelt, en welke voor de Prinses van bijzondet gewicht zijn o.a. door het volgen van eenige colleges aan de Rijks Universiteit te Leiden. Gedurende de dagen, waarop de Prinses daartoe de Hoogeschool. zal bezoeken, zal H.K.H. een eigen huis te Katwijk aan Zee bewonen. Voor dit doel is gelijk gemeld, het oog ge vallen op de villa ,,'t Baerle" aan de Boulevard te Katwijk aan Zee, terwijl de daaraan gren zende villa „Hoogcate" ingericht zal worden voor den aan den dienst der Prinses toege- voegden heer met diens gezin. H.M. de Koningen en Z.K.H. de Prins heb ben de directrice der particuliere zaken van H.M. op Het Loo en omstreken, Mej. A. L. Schoch, bereid gevonden, om gedurende de dagen, dat de Prinses te Katwijk vertoeft, de leiding op zich te nemen over „'t Baerle". Prinses Juliana zal de laatste dagen der week bij haar ouders doorbrengen en verder ook telkens wanneer dit noodig zal zijn, uit Katwijk overkomen. DE BORINGEN BIJ GROENLO. Tweede kolenlaag gevonden. ARNHEM, 18 Jan. Naar wij vernemen, werd gisteren officieel een tweede kolenlaag geconstateerd bij de boring „Hupsel", welke door de Nederlandsche Maatschappij tot het verrichten van Mijnbouwkundige Werken te Heerlen, ten Noorden van Groenlo wordt uit gevoerd. Tevens vernemen wij, dat de boring „Mein- sink", die door bovengenoemde maatschappij ten Westen van Groenlo wordt uitgevoerd, zich nog steeds in het zout bevindt, nu reeds ter dikte van bijna 400 meter. ONZE PROVINCIALE STATEN. Over eenige maanden zal weder de stemming voor de leden van de Provinciale Staten plaats hebben. In den regel is de belangstelling voor de Statenverkiezingen niet heel groot. Echter zijn deze verkiezingen toch van veel beteeke- nis, omdat de kiezer door zijn stem indirect invloed kan oefenen op de samenstelling der Eerste Kamer, welker leden, gelijk bekend, door de Staten der Provinciën worden gekozen. Art. 134 van de Grondwet luidt: „Aan de Staten wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der provincie overgelaten." Zeker is tot die taak te rekenen de zorg voor goede verkeerswegen naast en ter aan vulling van de Rijkswegen, en reeds uit dit oogpunt is de samenstelling van de Provinciale Staten ten volle de aandacht der kiezers Niet door beperkende en remmende bepa lingen, doch door-het tot stand brengen van gemakkelijke practische verkeerswegen, wordt de vrije ontplooiing van handel en industrie bevorderd, worden land- en tuinbouw gediend. Het wegenvraagstuk vraagt een oplossing in den zin van vrije ontwikkeling van den onder nemingsgeest. Uit een economisch oogpunt bezien is de samenstelling van de Provinciale Staten dan ook van het grootste belang. INGEZONDEN MEDEDEELING. Immers, bij den enormen omvang ,dien het licht en zwaar vervoer meer en meer aanneemt, in de eerste plaats tengevolge van de geweldige toeneming van het autoverkeer, treedt de noodzakelijkheid van het aan eggen en onder houden van bruikbare landwegen sterk op den voorgrond. EEN FERME JONGEN. Hij was 17 jaar, George Young, en wilde fortuin maken. Dat kost tijd en Goergé had haast. Hij was een goed zwemmer en daar werd zoowaar een prijs van 60.000 gulden uitgeloofd voor wien het eerst het kanaal van San Pedro tusschen het vasteland van Californië en het eiland Catalina over zou zwemmen. George geloofde het wel te kunnen, maar hij woonde in Toronto en van daar naar Los Angeles is een verre en kostbare reis. Zijn moeder schonk hem echter haar spaarduitjes, een 300 guldenl ongeveer, waarvoor George een oude motor-' fiers met zijspan kocht. Daarmee zette hij met een vriend koers naar Los Angeles. Zij brachten het tot Little Rick in Arkansas, maar daar gaf de motorfiers het voorgoed op. Een paartje, dat per auto op de huwelijksreis was, ontferm de zich over de jongens en bracht ze naar San Pedro. Met nog geen dollar op zak kwamen zij er aan. Het geluk diende George. Niemand was hem voor geweest. Hij kon den prijs nog verdienen en hij heeft het gedaan. Hij ligt nu nog in het ziekenhuis om van de afmatting van dien zwemtocht van 35 K.M. te bekomen, maar het geluk lacht hem tegen. Niet alleen de prijs is hem, hij kan ook nog een hoop geld verdienen ,door zch te laten kijken in de bioscoop. George schrijft zijn succes toe aan zijn ferme training en aan het feit, dat hij nooit gerookt of alcohol gedronken heeft. EEN VEELGEPLAAGDE FILMHELD. Chaplin krijgt het nu ook met den fircus te kwaad. Charlie Chaplin heeft het wel hard te ver antwoorden den laatsten tijd. Bij de narigheid van zijn huwelijksleven en het beslag op zijn bezittingen en inkomsten komt nu een eisch van den fiscus om betaling van ruim 2\ miljoen gulden, welk bedrag een navordering is, omdat Charlie de laatste zeven jaar te weinig inkom stenbelasting moet hebben betaald. Intusschen maakt de arme man het al heel wat beter, wat zijn gezondheid betreft. Hij heeft alweer mannen van de krant ontvangen en naar de New-York Herald meldt, is hij Maandag ook naar... de bioscoop geweest. Daar werd een oude film van hem afgespeeld en het feit, dat de bezoekers hem op het witte doek nog steeds toejuichten moet Charlie veel goed gedaan hebben. EEN FILM-STER ONDERGEGAAN. Men meldt uit Berlijn: Wederom is een te Berlijn zeer gevierde film-artieste naar het buiteniand gevlucht na hier eerst groote schulden te hebben gemaakt. De heldin van de nieuwe schandaalaffaire is Imogene Robertson, in Amerika om haar schoonheid bekroond, maar een paar jaar ge leden heeft zij haar vaderland om de een of andere onverkwikkelijke rdeen moeten ver-! laten. Vermoed wordt, de de schoone Imogene, die verleden jaar te Berlijn ongeveer 80.000 mark heeft verdiend, naar haar vaderland is teruggekeerd. Zij was buitengewoon verkwis-| tend en had gewoonlijk geen mark op zak; kleeren en hoeden betaalde zij vrijwel nooit1 en ook de huur bleef zij steeds schuldig, zoodat zij vaak gedwongen werd te verhuizen. Van München, waar zij dezer dagen nog gefilmd heeft, schijnt zij naar Parijs te zijn vertrokken om vandaar verder te gaan. Reeds zijn er vele klachten tegen haar ingediend. Enkele bladen weten te vertellen, dat het vele geld, dat Imogene verdiende voor het grootste deel voor haar vriend, een Italiaansch film-operateur bestemd was, die enkele maan den geleden Duitschland is uitgezet. Hij schijnt Imogene echter toch te München te hebben ontmoet en met haar naar Parijs te zijn ge vlucht. Imogene Robertson heet in werkelijkheid Annie Wilson. Twee jaar achter elkander is zij, als de mooiste vrouw van de Vereenigde Staten, tot miss America uitgeroepen. DE BEDROGEN BEDRIEGERES. Een oplichtster door haar ijdelheid verraden. Een chic gekleede jonge dame, die zeide de dochter van Lord Crewe, den Engelschen ge zant, te zijn en dan ook behoorlijk gebroken Fransch sprak, heeft Maandagmiddag groote inkoopen in een Parijsch modemagazijn gedaan Zij eischte, dat een bediende van de zaak haar naar huis zou vergezellen, omdat zij niet ge noeg geld bij zich had en men haar niet kende. De firma stelde haar een der afdeelingschefs ter beschikking en de goederen werden in een auto geladen, waarna men naar het Engelsche gezantschap reed. Onderweg stelde de dame haar begeleider voor even een cocktail in een bekend restautanr te gebruiken, daar ze na de vele inkoopen een opwekking behoefde. De goederen werden in de garderobe afgegeven en de dame nam het bewijsje in ontvangst. Nadat men een of twee coktails gebruikt had, excuseerde de jonge dame zich een oogenblik. Toen de begeleider ten slotte achterdocht kreeg, bleek de volge gevlogen, met mede neming natuurlijk van het gekochte. Zij heeft er echter niet lang pleizier van gehad, want nog denzelfden avond is zij door de politie in hechtenis genomen. Zij had de verleiding niet kunnen weerstaan zich dadelijk met een kost bare Spaansche halsdoek in een bekende nacht gelegenheid te vertoonen! EEN ADVOCAAT VAN TIEN JAAR. Uit de rubriek rechtzaken van de Figaro: Osczac! roept de deurwaarder van de elfde kamer. En men ziet een kleine jongen van tien jaar binnenkomen, met blond haar en een snugger gezicht. Hij voert een man aan de hand met een grooten grijzen snor en een gebogen rug. Osczac, dat ben ik, zegt de jongen. Maar jij hebt toch geen ijzer gestolen uit de fabriek van Citroën, antwoordt de pre sident. Neen, meneer, dat heeft mijn vader ge daan. Maar hij is Pool, hij verstaat niet goed Fransch en daarom ben ik met hem meege komen, om hem te helpen. De kleine jongen is niet verlegen; de recht bank heeft terstond schik in hem. Hij ziet er zindelijk uit en is aardig en beleefd. Je vader heeft bekend, dat hij ijzer gestolen heeft, is 't niet? Het kind rekt zich op zijn teenen en fluistert zijn vader in het Poolsch iets in het oor. Dan wendt het zich weer tot de rechtbank: Ja, meneer, maar hij zal het nooit weer doen, nooit weer! Jongen, je vader heeft den besten advo- kaat, die er bestaat. En de rechtbank veroordeelt den vader tot acht dagen gevangenisstraf, met opschorting van de straf. Zeg hem, dat hij niet opnieuw begint. Ja, meneer! Weer rekt het kind zich naar het oor van den vader en blij omdat de straf zoo licht is, trekt hij hem vlug de zaal uit. Ontroering onder het publiek. INGEZONDEN MEDEDEELING. MIJNHARDT'S Hoestfablef&en tegen hoest en verkoudheid. Bij Apoth. en Drog. Doos Ct. DE BASIS VAN ONS GEZAG IN INDIE. Ongetwijfeld steunt het Nederlandsche ge zag in Indië niet op de kracht van onze wa penen naar buiten. Nederland's gezag steunt op het vele goede werk, dat zijn zonen in Indië verricht hebben en nog verrichten, en op dé goede leiding welke aan de groote Inlandsche bevolking is gegeven. In staatkundig opzicht is veel goed werk gedaan door het onder ons rechtstreeksch bestuur brengen van tal van streken, waardoor aldaar orde en rust zijn gekomen in plaats van vroegere onveiligheid, onderlinge oorlogjes en onduldbare toestanden. Maar vooral in maatschappelijk en econo misch opzicht hebben de Nederlanders door hun schitterend werk in Indië een grooten dienst aan de wereld bewezen. Want de wereld heeft behoefte aan de thee, de suiker, de rub ber, de koffie,|de petroleum, de kina en de andere producten, die door Nederlands' werk kracht uit den Indischen bodem zijn en nog steeds worden gehaald, De basis van het Nederlandsch gezag in Indië bestaat dus uit onze praestaties. Het is derhalve onze eerste plicht, door krachtige handhaving van ons gezag in Indië zelf ons waardig te toonen om dit goede werk te blijven voortzetten. Nederland moet er dus op bedacht zijn om de overwegende positie, die het in Indië tot dusver had en nóg heeft, te behouden door een doelbewuste handhaving van zijn gezag. GEDWONGEN VERSOBERING. De wereld is door den oorlog verarmd. Dat dit met de vroegere oorlogvoerende landen is geschied, begrijpt ieder, Maar ook ons land heeft bij den oorlog meer verloren dan ge wonnen. Het op peil houden van onze welvaart is 1 een heel moeilijk probleem. Jaarlijksch neemt onze bevolking met 100.000 zielen toe. Daar voor moet werkgelegenheid worden geschapen, hetgeen per jaar 400 a 500 millioen gulden nieuw kapitaal eischt. Dit beteekent, dat jaar lijks per gezin van vijf personen gemiddeld 325,op zij moet worden -gelegd om aan de nieuwe monden voedsel te kunnen geven. 1 Met kapitaal om fabrieken te bouwen zijn wij er nog niet. Wij moeten voor de producten van onze industrie, land- en tuinbouw ook afzet hebben. Deze afzet is alleen mogelijk zoolang het buitenland onze prijzen aantrek kelijk vindt, met andere woorden zoolang wij met goedkoope productie-prijzen scherp kun nen concurreeren. Van grooten invloed nu op de productie is de arbeidsduur. Nu alle menschen korter werken dan vroeger en in dien korteren werktijd ook minder voortbrengen, kunnen zij gezamenlijk ook minder gebruiken dan vroeger. De toenemende bevolking en de verkorte arbeidsduur dwingen ons tot een versobering van het leven, ook bij hen wier inkomen een zekere luxe veroorlooft. Van die versobering valt echter nog niet veel te bemerken. Integendeel er bestaat veeleer een streven om te leven op den voet, dien het inkomen maar eenigszins toelaat. Dit nu is een ernstige hinderpaal op den weg naar het economisch herstel! TERUGBLIK. In velerlei opzicht heeft het algefoopen jaar een hoopgevend verschiet geopend. Al zijn zeker nog niet alle wenschen vervuld, die een jaar geleden voor het herstel van de wereld werden uitgesproken, toch valt niet te ont kennen, dat in het vorige jaar belangrijke dingen zijn tot stand gekomen. En al heeft 1926 geen Locarno gekend, de scherpe tegen stellingen en verwijdering, welke het verdrag van Versailles had geschapen, beginnen plaats te maken voor wederzijdsche toenadering. Aan 1926 vooral danken wij het verder veld- winnen van de denkbeelden omtrent beperking van de oorlogstoerustingen. Ten aanzien van de militaire bewapingen is men al een eind voortgeschreden op den weg der beperking. Helaas is dit nog niet in die mate het geval niet de economische bewapingen. Nog steeds is niet prijs gegeven het streven naar bescher ming door het opwerpen van allerlei kunst matige hindernissen en het verhoogen van reeds bestaande tariefmuren. Nochtans is ook hier eenig licht doorgebroken en hebben verschillende staatslieden van gezag, en dan nog wel juist uit landen, die met het nemen van beschermende maatregelen h.et verst waren gegaan, de wenschelijkheid uitgesproken om ook in dit opzicht tot beperking te geraken. Al zal men goed doen, zijn verwachtingen inzake de verwezenlijking van deze verlangens niet te hoog te spannen, zoo is toch het feit op zichzelf bemoedigend, dat de onmogelijk heid om voort te schrijden op den weg der bescherming in steeds breedere kringen wordt gevoeld. EEN VALSCHE PATIËNT. Een gewapend inbreker by den dokter. Een Parjjsch dokter, zoo vertelt de Daily Mail, Parijsche editie, ontving Donderdag bezoek van een goedgekleed man, die zeide erge buikpijn te hebben en verzochfr eerst eenigen tijd op de sofa te mogen blyven liggen. Toen de dokter even later alleen in zjjn spreekkamer was, verscheen de patiënt, die hem met een revolver in bedwang hield en begon met hem van zyn poitefeuille met 2500 francs te ontlasten. Vervolgens liet hy den dokter rechts en links door het vertrek loopen, terwijl hij verschillende dingen van waarde opnam, die gemakkelijk mee te ne men waren. Het tweetal voerde intusschen een druk gesprek en de inbreker bood den dokter zelfs een cigaret aan. Ten slotte bond de inbreker den dokter vast en gaf hem een tik met een stok op het hoofd, waardoor deze een oogenblik versuft bleef. Toen ging hy DE SCHILDWACHT VAN KONING WILHELM. Koning Wilhelm had met zijn zoon Frie- drich afgesproken, in een der kamers van 't paleis op een zeker uur bij elkaar te ko men en dan samen een uitstapje te maken. De koning was voor een der zij-gangen uit gestegen; de daar staande schildwacht, een boerenjongen, presenteerde het geweer en Zijne Majesteit verdwijnt in 't paleis.Eenige oogenblikken later verschijnt de kroonprins. Is Zijn Majesteit de koning reeds in het paleis? vraagt hij den schildwacht. (Drommels, denkt de Pommeraan, nu dien ik, toch zoo netjes mogelijk te antwoorden). Ja, Uwe Koninklijke Hoogheid, Uw papaatje is zoo juist naar binnen gegaan. Vol verwondering bekijkt Friedrich den man van boven tot onder en antwoord ein delijk: Kerlist er betrunken (Volgens de Duitsche gewoonte, dat de meerderen bun minderen in den derden persoon aanspreken). Zonder een oogenblik te aarzelen, ant woordt de soldaat op vrymoedigen toon: Ik heb niets aan hem bemerkt, Konink lijke Hoogheid. De kroonprins vond 't nu maar beter 't ge sprek niet verder voort te zetten en na den schildwacht een „dank je wel" toegevoegd te hebben, trad hij 't paleis binnen. Maar toen hij uit de tegenwoordigheid van den soldaat was, barstte hij in lachen uit en de koning, die gewoonlijk nog al ernstig gestemd was, kon bij het hooren van het geval niet nalaten eveneens hartelijk mee te lachen. Om zijn zoon te bewijzen, dat de soldaat de volle waarheid gesproken had, liep hy als een kaars zoo recht vlak voor hem uit. Gepareerd. Snibbig zei een vrouw tot haar man: Ik begrijp niet van wie onze Karei die slechte gewoonte heeft overgenomen, van mij heeft hij ze zeker niet. Dat geloof ik ook niet, antwoordde de man, ik heb althans niet gemerkt, dat je er een kwijt bent.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1927 | | pagina 3