9
M
Leest„Onze Eilanden"
Zachte Huid
VARIA.
3
;'n goede zij-
Jud eigenaar
s veren. Was
|ouwens ook
nog aange-
bn, dat men
len hoorde,
pn, verhaal-
|aan.
ad zyn, is
Iche haan",
prong den
beleid van
een zee-
doet zien,
een naam
lige dieren
cht wordt,
y de hoen-
Ie hun met
1 hen met
Éauw ver-
Ben toe een
fcn andere
1 niet.
|pde,zoo'n
jen ziekte
In uiterst
Jn, dat zij
■het leven
■met geen
leen soort
Ten, want
"loor hun
lelijk een
jnneer zij
hebben,
l zijn ze
Iop een
eg kun-
q ze er
zorgen,
i eerste
I ze een-
beien ze
I flinken
i uitge-
Ipelhout
pit door
O zoo
maar,
fide uit
roorge-
en lief-1
rt, dat
doek
lonver-
pderen
(lagen:
i gaan
ftooiets
ien
dv.)
au
«Iing
roote
olen,
i tijd
bids-
1 aan
fer is
Jarbij
liden
|elke
fj den
Ider-
J de
(leid
leen
lent.
I ge
lote
voordeur geklopt, toen zich in de kamerkeü
ken achter de gelagkamer bevonden dry
mannen, twee uit Ginneken en van Meer'
benevens de vrouw en de dienstbode, fr'
stonden twee marechaussees met licht. Va'
Meer en zijn vrouw deden open.
Eén der marechaussees zeide dat hy in df
achterkamer wilde, waarop v. M. riep:Eerat
het bevelschrift van den Burgemeester too. 1
nen! Maar intusschen werd v. M. door dea
marechaussée gestompt door de deur, die
via de gang toegang verleent tot de achter.f
kamer-keuken. Toen duwde v. M. terug en
sloegen de marechaussees met hun gummi,
stok. Zij sloegen v. M. in de achterkamer]
waar hij neerviel, v, M. richtte zich op enk
kwam in het café terug. De wachtmeester)
Kooien riep toen: Ik schiet je dood! v.
had volgens de uitdrukkelijke verklaring van
de dienstbode niets, dus ook geen mes in
de hand. Er werd toen door K. geschoten
welk schot volgens de dienstbode v. M. in'
het been trof. v. M. viel nabij de kachel
waar ook zijn pet terecht kwam. Daarna'
schoot, volgens het meisje, de andere mare
chaussée, Claassen. Zij zag echter niet,
dit tweede schot trof. Toen werd een derde
schot gelost door K., dat v. M. in het hoofd
dood el ijk trof.
Wachtmeester K. is toen volgens het meis
je naar de keuken gegaan en kwam vandaar
terug met zijn pet en een mes in de hand
welk mes K. volgens het meisje bij het lijk
neerwierp. Het was een mes der familie v. ii,
Wij hebben ons daarna gewend tot iemand,
met het politioneel vooronderzoek belast!
Deze gaf ons eerst een heel verhaal, waar
het gezelschap in den nacht en den voornacht
zooal geweest was. Op onze vraag, of v. if.
goed stond aangeschreven, kon hij niet ja
en niet neen antwoorden. Het was hem
bekend, dat er in het café klandestien drank
verkocht werdmen had er geen vergunning.
Het gezelschap was ook nog in Achtmaal'
geweest, waar het een vriend had weg
gebracht, en doordat zij daar den auto on
beheerd hadden laten staan was de aandacht
der marechaussees op hen gevestigd. Toen
de marechaussees opmerkten, dat men een
auto toch niet onbeheerd mag laten staan,
moet v. M. zeer boos geworden zijn. De mart'
chaussees hebben hen toen gevolgd naar hel
café te Zundert. Daar onze zegsman niet
persoonlijk gezien heeft wat er in het café
gebeurd is, kon hij niet zeggen of de verkla
ringen van het meisje juist zijn, maar h|j
had sterk den indruk dat aan die verklaringen
de fantasie niet geheel vreemd is. In ieder
geval, zeide deze zegsman, moet er een zeer
hoogloopende ruzie zijn geweest.
Nog vernamen wij, dat het sectie-onder-
zoek heeft uitgewezen, dat het eerste schot
in het lyf moet zijn terechtgekomen en doo-
delijk is geweest, dit in tegenstelling met
de verklaringen van het meisje. In ieder geval
zyn er drie schoten gelost. Onze zegsman
zeide, dat Claassen niet geschoten heeft,
alleen Kooien.
Wij zijn daarna nog naar de marechaussee
kazerne geweest, waar men ons niets mocht
zeggen. Alleen verklaarde ons daar de mare
chaussee Claassen, dat het optreden ten volle
gewettigd is geweest. (N. R. Ct.)
GOEDE YANGST.
De politie heeft te Amsterdam een 21-jarig
jongmensch aangehouden en met deze arres-
tatie een goeden slag gelagen.
Ongeveer zeven jaar gelegen kwam dit
jongmensch in betrekking bij een firma in f
ijzerwaren op de Gelderschekade alhier. In
November 1925 verliet hij deze firma om
in een andere naar zyn zeggen betere be- j
trekking te komen. Ofschoon hij in den zomer
van 1926 werkloos was leefde hij royaal met
vrienden. Thans is gebleken dat hij toen
een bezoek heeft gebracht aan het perceel,
waarin de firma in ijzerwaren is gevestigd.
Door het belendende huis, dat een z.g.
open trap heeft, is hij op het dak gekomen
en door het openbreken van een luik kon hjj
"in het perceel van de bedoelde firma binnen
dringen. Hjj wist van vroeger waar de sleutel
van de brandkast was geborgen. Met dien
sleutel maakte hij de kast open en nam ƒ500
mee. De politie zocht tevergeefs naar den
dader.
In Augustus j.l. werd wederom op dezelfde
manier een bezoek gebracht bij de firma.
Ook au werd een luik op het dak geforceerd.
In het kantoor werden een paar lessenaars
opengebroken. Zestig gulden aan geld, be
nevens de inhoud van een paar spaar busjes
werden meegenomen. Ook ditmaal zocht c
politie tevergeefs naar den dader.
Dezer dagen echter kreeg de firma in ijzer
waren uit Amersfoort het verzoek om goe
deren te leveren. Alvorens men deze be
stelling uitvoerde, raadpleegde men de boe
ken, waaruit bleek, dat men reeds vroeger
zaken met de Amersfoortsche firma had
gedaan, doch dat deze firma nog een schuld
had van ongeveer 200. Te Amersfoort
werd een kwitantie gepresenteerd voor dit
bedrag en toen bleek dat deze post al betaald
was per postkwitantie. Een onderzoek werd
ingesteld en men kwam tot de slotsom, dat
de vroegere bediende vermoedelijk het geld
geïnd had. Dit heeft hij thans bekend. Hij
deelde mee, dat bij by zijn laatste onge-
noode bezoek aan de firma in een kaart
systeem, dat hem bekend was, had nagegaan»
dat de Amersfoortsche firma nog ƒ200 schul
dig was. Hij noteerde het bedrag, verscheurde
de kaart, waardoor later geen kwitantie werd
uitgeschreven, en inde zelf per postkwitantie
het geld. Dit is thans door toevallige om
standigheden uitgekomen.
Bfi een huiszoeking bij het jongmensch
werd een aantal bontmantels gevonden, wel
ke afkomstig bleken van een inbraak, dis
in November j.l op de Heerengracht heeft
plaats gehad. Aanvankelijk ontkende de
jongeman deze inbraak te hebben gepleegd
en zeide hij de mantels te hebben gekocht.
Vingerafdrukken, die destijds zijn genomen,
waren evenwel een betrouwbare aanwyzing
en ook deze inbraak heeft hij tenslotte
bekend.
De gasverstikking te IJmuiden.
Over het ongeluk te IJmuiden meldt men
OphhetVtèfrein6van de hoogovens worden
bouwwerkzaamheden uitgevoer^d, die door
de Gute Hoffnungshiitte te Oberhausenzijn
aangenomen. Daartoe behoort de aanleg van
zware leiding voor het transport van hoog-
ovengas naar de nieuwe, nog in aanbouw
zijnde cokesoven-batterij. ïn een dor wind-
vprhitters bij den nieuwen hoogoven waren
Woensdagochtend om 10 uur vier Duitsche
monteuisfin di8nat van de Gute Hoffnungs-
hütte a3n den arbeid. Om te voorkomen,
dat gas in den windverhitter stroomde, had
wen voor het verbindingsgat een asbest-
scherm geplaatst, wat ook den vorigen dag
gebeurd was. Op zeker oogenblik hoorde men
schreeuwen. Arbeiders snelden toe en de
smeltmeester v. d. K. ging in den windver
hitter en sleepte twee der monteurs, die het
dichtst bij den uitgang lagen, naar buiten
6U daarna ook de beide anderen, die verderop
lagen. De mannen werden overgebracht naar
de verbandkamer, waar de verbandmeesters
de eerste hulp verleenden. Later kwamen de
doctoren Boon en Büller uit Beverwijk en
Rutten uit IJmuiden. Het mocht gelukken,
bij de twee monteurs, die het eerst buiten
waren gebracht, de levensgeesten op te wek
ken, maar de beide anderen moeten reeds
gestorven zijn geweest toen zij naar buiten
werden gehaald.
De omgekomen monteurs zyn Bekker en-
Wesselzij waren woonachtig te Oberhausen.
zy laten vrouw en kinderen achter.
Het werk zou juist dezen dag door de Gute
Hoffnungshütte worden opgeleverd. In de zes
weken, die het werk geduurd heeft, was geen
enkel ongeval gebeurd.
Een der geredde monteurs deelde later
mee, dat hij bemerkte dat er gas in den
windverhitter stroomde. Hij begaf zich spoe
dig naar den uitgang, maar is dicht daarbij
bedwelmd neergevallen.
BLj bet onderzoek bleek het asbestscherm
nog voor de opening te staan.
De smeltmeester v. d.K. heeft zich bij het
reddingswerk zeer onderscheiden.
Rijks- en gemeentepolitie stellen een
onderzoek in.
Verhongerd.
Eenige politieagenten vonden gisternacht
in de Molenstraat te Roosendaal een zwer
ver, die van uitputting was neergevallen
en niet meer op kon staan. De agenten
brachten den man, H. uit Terneuzen, naai
de hoofdwacht, waar een dokter totale ver
hongering vaststelde en de overbrenging
van H. naar het ziekenhuis noodig oordeelde.
Daar is de man eenige uren later overleden.
aan en ik... ik zelf ook niet.
En toch was 't een heerlijke gedachte
voor mij, hij kwam en ik was nu bereid
hem te zeggen dat ik mijn plicht volbracht
had, om hem te volgen. Hij kwam en zag
Sibylle.
En weer zat ik op deze bank, hy stond
met een bleek gelaat voor my... ik wist
wat hem scheelde.
- Sophie, vroeg hij, wil je mijn vrouw
worden?
M\jn hart scheen stil te staan, ik had
moeite om niet in tranen uit te barsten.
- Maar je hebt Sibylle immers lief, zei
ik zacht, waartoe dan die vraag? Je weet
toch wel, ik kan niet aan me zelf denken de
anderen hebben mij nog te veel noodig, ik
ben immers hun kleine mama.
Hy viel op de knieén, een traan sprong
uit zijn oog.
- Sophie, zou je ons werkelijk je zegen
kunnen geven, Sibylle en mij? vroeg hy
met bevende stem.
- Ja, zei ik en lei mijn hand op zjjn
hoofd.
Morgen komen Henri en Sibylle met hun
kinderen by ons logeerenBenno en Frieda,
jn nu groot, ik ben echter een oude jonge
juffrouw geworden, de tyd der rozen is voor
bij. Allen hebben mij innig lief, en hoe
dankbaar klinkt het, als vader mij over 't
hoofd strykt en zegt:
- Onze kleine mama.
ONZE KLEINE MAMA.
DOOR
H. FROBEN.
Goddank, nu heb ik een oogenblikjerust
De logeerkamer is op orde gemaakt, voor
papa is 't eten klaar, en Benno en Frieda
zij op 't oogenblik hier over bij den predi
kant om hem goeden dag te zeggen.
Om mij heerscht nu een doodsche, ver
kwikkende stilte.
Onze kleine mama, hebben zy my ge
noemd, sinds de dood van myn lieve, goede
moeder en hoe lang is dat al niet gele
den. Hun kleine moeder ben ik geweest, in
goede en kwade uren, zoover mjjn krachten
het toelieten. Nu ben ik oud geworden, oud
als ik mij ten minste by mijn zusters verge
lijk; want morgen ben ik dertig jaar, en toen
ik van ochtend mijn haar opmaakte, zag ik
de eerste grijzen er al onder. Een oude vrij
ster. En ik heb er nauwelijks iets van ge
merkt.
Ben ik daarom treurig Wel neen I Een
ieder wordt hier op aarde zijn gedeelte ge
luk toegemeten, en wie zich daarin kan
schikken, is tevreden. Mijn geluk zijn mijn
plichten. Eens, ja eens heb ik van meer ge
droomd. Het is reeds lang geleden, en ik ben
't bijna vergeten het was op den avond
vóór mijn verjaardag... ja, nu herinner ik
't mij weer.
Ik zat op deze plaats, op dezelfde bank.
Maar ik was niet alleen, tegen den ouden
eik, leunde Henri, de speelkameraad uit
mjjn jeugd, mjjn trouwe vriend.
Sophie, zei hij en zag mij daarbij vol
vertrouwen in de oogen, je hebt een edel
hart, wie dat eens 't zfine mag noemen,
zal een gelukkig man zijn.
Ik voelde dat ik een hoogroode kleur kreeg.
Het was voor de eerste maal, dat ik zulke
■woorden vernam; zij maakte my overge
lukkig. Wat er nog gebeuren zou, \yist ik
niet, vader en de kinderen konden me niet
missen en ik dacht er ook niet verder over na.
Ik voelde me al gelukkig als hy zyn vacan
tiedagen bij den dominee doorbracht, en deed
m|jn plicht als naar gewoonlijk, ook toen
bij weer weg was, want ik hield dol veel
van vader en de kinderen.
Sibylle, myn jongste zuster, was nu al een
dame geworden; het was een allerliefst en
mooi meisje, zoo zei men algemeen, en ik
verheugde my al in 't vooruitzicht als Henri
zou komen.
Hoe zou hij haar wel vinden Na een jaar
ea Henri's ouders in de pastorie
Loo u stilzwijgend als zjjn aanstaande
chouwd, niemand anders dacht er
Een dure ring.
In Colombo maakten we kennis meteen
ry'k jongmensch. Gewoonlijk zat hy op de
veranda van het hotel, omgeven door de
eerste diamanthandelaars. Na tafel sloeg hij
^voor een partij biljart te spelen, doch daar
we niet voltallig waren, vroegen we aan
een heer, die uit Australië was gekomen,
of hij van de partij wilde zyn. Hij stemde
dadelijk toe.'
Bij den eersten stoot vielen mij twee
dingen op ten eerste, dat hij de queue voor
treffelijk wist te hanteeren en ten tweede,
dat hij aan zjjn linkerhand een diamanten
ring droeg van zeldzame schoonheid. Onze
vriend, als liefhebber van mooie steenen, had
natuurlyk slechts oogen voor den ring. De
vreemdeling maakte op ons een zeer aange-
namen indruk en spoedig hadden we vriend
schap met hem gesloten.
Wat een prachtigen ring hebt U daar,
zei onze jonge vriend, zou ik hem eens van
nabij mogen zien?
Wel zeker, met genoegen, maar ik dien
er U attent op te maken, dat het slechts
namaak is, zei de vreemdeling, terwijl hij
den ring van zijn vinger trok.
Onzin, meneer, zei 't jonge mensch,ik
heb eenige kennis van steenen en ik geloof
niet dat ik ooit mooier steen heb gezien.
Nu, ik zou wel wenschen dat hy echt
was, hij zou dan een waarde hebben van
zeshonderd pond.
Als het niet onbescheiden is, mag ik vra
gen, hoe U aan zoo'n zeldzaam exemplaar
gekomen is?
Ik erfde hem van mijn tante, zei de
eigenaar. Zij wist dat het een valsche steen
was, maar droeg hem toch dageiyks. Daar
ik bizonder veel van de oude dame hield,
ben ik gehecht aan den ring, en draag hem
altyd.
Zou ik hem morgen eens bij den dag
mogen zien zei onze vriend, terwijl hij den
ring teruggaf.
Zeker, morgen maken wij toch nog een
partytje, nietwaar heeren? Natuurlyk als U
er plezier in heeft. Daarna moet ik naar de
haven om eenige bekenden af te halen.
We wenschten elkaar goedendag en elk
van ons ging naar zijn slaapkamer met de
gedachte aan dien prachtigen ring.
Den volgenden morgen na het ontbijt zagen
we elkaar terug in de biljartzaal.
Het gesprek liep natuurlijk weer over den
ring, onze liefhebber had er vierduizend
gulden voor geboden. De andere zei echter,
dat hij hem niet verkoopen wilde, noch rui
len, omdat hy zeker wist, dat het een valsche
steen was.
Wilt U my dan den ring zoo lang toe
vertrouwen, tot ik hem kan laten onder
zoeken door een mij bekend ju weiier? Houdt
die hem voor echt, dan herhaal ik mijn bod
en geef ik U een wissel.
Welnu, ik wil hem U graag voor dien
prys verkoopen, maar het is een oneerlyke
daad, want ik weet, dat de steen niet echt
is. Wilt U mij echter een door U geteekend
stuk geven, waarin ge zegt een valschen
steen gekocht te hebben, dan stem ik toe
maar nogmaals ik zeg IJ, dat hij valsch is.
De jonge man nam met een verhengd ge
laat den ring, en ging naar een juwelier.
Deze onderzocht het voorwerp lang en nauw
keurig, en zei toen, dat het niet alleen een
echte diamant was, maar een van byzondere
zeldzaamheid; hy bood er vijf en veertig
honderd gulden voor.
De koop werd met den vreemdeling L
sloten, het geteekend bewys en de wissel
werden in tegenwoordigheid van eenige i
tuigen geschreven.
Den volgenden dag maakte ik met myn
vriend, die den ring met trots aan den vinger
droeg,een wandeling. Onwillekeurig brachten
wij een bezoek aan den juwelier. Nog eens
bekeek deze het voorwerp, en beproefde nog
maals de echtheid.
Maar meneer, riep deze ontsteld uit, U
is bedrogenDat is niet dezelfde ring van
gisterendeze steen is valsch.
En valsch was hij. Op de een of andere
manier was hij door den vreemdeling ver
ruild, ofschoon niemand van ons gezien had,
dat de ring, dien hij verkocht had, ook maar
een seconde van zyn vinger af was geweest,
De hartstochtelijke diamant liefhebber had
vierduizend gulden betaald voor een steen
die valsch was. En te reclameeren had hy
niets, omdat hij schriftelijk verklaard had
met deze hoedanigheid van den steen bekend
te zyn.
Wie heeft de lucifers uitgevonden
Volgens de meeste handboeken heeft men
de uitvinding der lucifers te danken aan
twee Duitschers, Romer en Preschel. Maar,
als men, op de getuigenis van een vriend
van den waren uitvinder, een Duitsch boek
mag gelooven, dan was dit een'Hongaar,
Janos Irinyi 'genaamd.
Toen deze in 1835, op negentien jarigen
leeftyd,«als kweekeling aan de polytechnische
school te Weenen de lessen volgde van Meis-
senheim, trof hem de sterke scheikundige
werking, die er plaats heeft, als men lood
superoxyde en zwavel te zamen wrijft. Hy
zou toen plotseling op het denkbeeld geko
men zijn, dat het de hevigheid dei' werking
nog zeer moest vermeerderen, als men den
zwavel verving door phosphorus. Van de
gedachte tot de daad overgaande, sloot hij
zich op in zijn kamer; dagen lang zag men
hem niet. Zy'n vriend, eindelijk eens wil
lende zien, wat er van hem was geworden,
werd ontvangen met het bescheid: „Ga heen,
Schab, ik ben bezig een ontdekking te doen!"
Toen hij onder zijn vrienden terugkwam, had
Irinyi de zakken vol zwavelstokjes, dien hij
aan den muur aanstreek en die allen vuur
vatten.
Om deze te maken liet hij phosphorus
smelten in een sterke oplossing van iym,
die hij zoolang roerde, tot de massa koud
geworden en de phosphorus daarin zeer fijn
verdeeld was. Daarna mengde hy deze met
lood superoxyde en doopte daarin houtjes,
wier uiteinden hy te voren in gesmolten
zwavel had gedompeld.
Irinyi moet zy'n uitvinding voor nog geen
350 gulden verkocht hebben aan een koop
man, Romer genaamd.
Een ander Duitsch tijdschrift zegt, dat
Johann Friedrich Kammerer van Ludwigs-
burg (Wurtemberg) de uitvinder is, gedu
rende een eenzame opsluiting wegens poli
tieke vergrijpen zou hij, in 1832, op het
denkbeeld zijn gekomen door phosphorus al
dus aan te wenden. Intusschen moet de uit
vinder daarvan zelf weinig profijt hebben
getrokkenbrevetten waren er toen nog niet
en concurrenten kwamen er van alle kanten
opdagen. Tot overmaat van ramp werd de
vervaardiging van lucifers, in 1835, wegens
het daaraan verbonden brandgevaar verboden.
Dit verbod werd later wel opgeheven, maai
de uitvinder was in dien tusschentijd krank
zinnig geworden. Hij stierf in 1857 te Lud-
wigsburg, in het krankzinnigengesticht.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Voor
Behoud van
een Q®V© en
van Banden en Gelaat
gebruik ik altijd
Gemengd .Nieuws.
STOOMBOOT NABIJ BERGEN VERGAAN.
BERGEN, 11 Jan. Destoomb. „Mistral'
heeft in den afgeloopen nacht in het
Korsfjord nabij Bergen schipbreuk geleden.
De equipage van acht man is verdronken.
(Wolff)
De „Mistral" is een stoomschip van 2219
bruto reg. ton en eigendom van de Noorsche
firma T. Wilhelms en A. W. Wilhelms te
Frederikstad. Het schip was op 4 Januari
in ballast van Londen via Sunderland naar
Bergen vertrokken. (Red.;
SPRINKHANENPLAAG IN BRITSCH-
INDIË.
Heele wolken reusachtige sprinkhanen zijn
op de Britsch-Indische provincies Gujarat en
Kathiawar neergestreken. De bewoners dei-
dorpen vertellen, volgens de „Daily Mail",
dat de dieren de zon verduisteren en dat
hun vlucht zich uitstrekt over een gebied
van 30 K.M. middellijn.
De Hindoesche boeren vechten zoo goed
zij kunnen tegen deze plaag, die den oogst
dreigt te vernietigen. Zij schudden de sprink
hanen uit de hoornen en vertrappen ze dan.
Maar daarbij blijft het, want voor geweer
salvo's zijn de dieren niet bang en ze worden
er niet door belet, op het koren aaü te vallen
In de kuststreek zijn reeds over verschei
dene K,M. lengte de akkers totaal kaalge
vreten.
EEN VALSCHE EN DURE PROMOTIE-
OORKONDE.
Een brutaal geval van lintjeszwendel is
dezer dagen in Italië aan het licht gekomen
en heeft tot de arrestatie van vijf personen
geleid.
De Zwitsersche industrieel Bhol, comman
deur in de Kroonorde van Italië, was te Rome
met drie gebroeders Binetti in aanraking ge
komen. Deze drie heeren beroemden zich op
de schitterende relaties, die zij in invloedrijke
kringen zouden hebben en zij spiegelden daar
bij den Zwitser voor, dat zij zijn bevordering
tot groot-officier in genoemde orde konden be
werkstelligen.
Bhoi, begeerig naar onderscheidingen, ging
gretig op het voorstel in en betaalde den hee
ren Binetti successieveiyk het sommetje van
500.00® liere. Ondanks zyn aandringen liet de
promotie evenwel op zich wachten en dit had
een goede reden. Want bet was Mussolini's
uitdrukkelijke wensch, dat iedere verleening
van decoraties voorloopig zou worden ge
staakt.
En dus geraakten de gebroeders Binetti in
groote verlegenheid, want het half millioentje
terug te geven, stond hun allerminst aan.
Maar alras vonden zij er wat op.
Zij stelden zich in verbinding met een
employé van de kanselary en een bankbe
diende uit Rome. En toen prutste het nobele
vijftal een valsch brevet in elkaar, volgens
hetwelk Bhoi tot groot-officier in de Kroon-
orde van Italië verheven werd.
En Bhoi zwelgde in gelukzaligheid en hij
zou tot het einde van zyn levensdagen zijn
fier zelfbewustzijn met zich hebben meege
dragen, indien niet een zijner vele vrienden
den onzaligen indruk had 'gehad, dat Bhoi
voor de decoratie wel wat heel veel had opge-
dokt. „Van je vrienden moet je 't hebben",
zegt een oud spreekwoord. En deze vriend was
een heel goede. En dus stelde hij een onder
zoek in, waarby de waarheid al spoedig aan
het licht kwam.
AANSLAG OP EEN SNELTREIN.
Op een hagelbui van steenen onthaald.
Vrydagavond kwam de sneltrein uit Bel
grado in plaats van om 9, pas om 10 uur
te Boedapest aan. Alle ruiten van de restau
ratiewagen en ook die van enkele andere
wagens waren vernield en een elftal passa
giers had min of meer ernstige builen en
schrammen opgeloopen. Het personeel deelde
mee, dat de trein bij het station Soroksar,
op drie kwartier afstands van Boedapest, op
een ware hagelbui van steenen onthuld was.
De machinist had niet dadelijk durven stop
pen, uit vrees, dat een rooverbende trachtte
op deze wy'ze den trein tot staan te brengen,
om vervolgens de reizigers uit te plunderen.
De politie heeft dadelijk een onderzoek
ingesteld, waarvan het resultaat nog niet
bekend is.
EEN GRUWELIJKE MOORD.
De dader herkend door een der slacht
offers, die hij dood waande.
Vrydagochtend ontdekte men inhetHon-
gaarsche plaatsje Adony aan den Don au, dat
de waard van een herberg aan de rivier ver
moord was. Men vond hem op zyn bed,
badend in zijn bloed, met ingeslagen hersen
pan. Zijn vrouw en het 15-jarig dienstmeisje
waren nergens te vinden. Ten slotte vond
men haar op zolder, de vrouw ook met in
geslagen schedel, evenals haar man reeds
overleden, het dienstmeisje met twee gapen
de wonden aan het hoofd, doch nog levend.
Men droeg het meisje naar de binnenplaats,
waar de doktoren haar verbonden. Na eenige
oogenblikken kreeg zij het bewustzijn terug.
Zy sloeg de oogen op en meteen riep zij,
terwijl zij een man in zyn Zondagsche pak
aanwees: „Daar staat de moordenaar."
Steirer, zoo heette de man, bleef van schrik
aan den bodem genageld staan en liet zich
willoos arresteeren. Toen hij van den schrik
bekomen was, loochende hij eerst iets met
den moord te maken te hebben. Men vond
echter bij hem thuis de met bloed bevlekte
bijl, waarmee de daad gepleegd was. Steirer
bekende toen, dat hij een zak zemelen bij
den herbergier had moeten brengen. Hy had
toen het plan opgevat de bewoners van de
herberg te dooden en zich het geld van den
herbergier toe te eigenen. De bijl had hij in
zijn zak verstopt. Na zijn daad verricht te
hebben, nam hij al het geld mee, dat hij
vinden kon, 7 miljoen kronen. Daarop ging
hij naar huis om zich te verkleed en.
Toen de moord ontdekt was, was de dader
een der eersten, die er by waren en riep hij
het hardst, dat men zorgen moest den moor
denaar te pakken te krijgen Hij had gedacht
alle drie zijn slachtoffers gedood te hebben.
De gendarmerie gelooft met Steirer een
goede vangst gedaan te hebben. Onlangs zijn
achtereenvolgens twee mannenspoorloos
verdwenen, die beiden het laatst met Steirer
gezien waren.
HET LAND VAN MANNEN-AUTOCRATIE
De Duce ontzegt de vrouw philosophic,
literatuur en geschiedenis.
Uit Rome wordt aan Central News gemeld,
dat de Italiaansche regeering instructie heeft
gegeven, dat aan meisjes, die de middelbare
scholen bezoeken, geen onderricht meer mag
worden gegeven in wijsbegeerte, letterkunde
en geschiedenis.
In een toelichting tot deze order wordt
gezegd, dat de ondervinding heeft geleerd,
dat de vrouwen niet geschikt zyn voor het
ontvangen van onderricht in de philosophie,
omdat zij deze wetenschap met de religie
in verband brengen.
Wat de letterkunde betreft is Mussolini,
die dit besluit wel zal hebben doorgedreven,
van meening, dat vrouwen toch niet kunnen
schryven.
Ook geschiedenis behoeft de vrouw niet
te leeren. Zij laat zich namelijk volgens Ita-
lië's regeering te veel leiden door haar anti'
en sympathieën met de helden der historie.
De Italiaansche zal zich dus in het vervolg
tevreden moeten stellen zonder bovenge
noemde wetenschappen'
GEVECHTEN OP DE FILM.
Een luchtgevecht uit den Europeeschen
oorlog, de Rough Riders op Cuba en een
gevecht tusschen koopvaarders en zee-
roovers in 1820.
Te San Antonio in Texas heeft een Ameri-
kaansche filmmaatschappij dezer dagen twee
oorlogsepisodes laten herleven, den aanval
uit de lucht op St. Mihiel en een gevecht
op Cuba.
Even buiten Alamo bevinden zich twee
heuvels, wier ligging overeenkomt met die
van de heuvels San Juan en de Ketel op
Cuba. Daar is de aanval van de Rough Riders
onder Theodoor Roosevelt op San Juan dezer
dagen op onbloedige wyze herhaald. Terwijl
de blauwgekleede troepen uit 1898 man
moedig de hellingen van den heuvel be
stormden, zag men achter den Ketelberg,
waar „Teddy" het gevecht gadesloeg, een
30-tal gevechtsvliegtuigen uit den groeten
oorlog te voorschijn komen, die neerdaalden
tot vlak boven net slagveld van St. Mihiel
(nagebootst aan den anderen kant van den
heuvel), waar logge tanks en kruipende
figuurtjes onder grauwe stale helmen over
en in de loopgraven opereerden.
Zoo herleefden twee spannende tijdperken
uit twee oorlogen, die gescheiden zijn door
een ganschen omkeer in oorlogstechniek,
wat misschien op zichzelf beschouwd nog
het merkwaardigste van het feit is.
Ook te water speelde zich een gevecht af,
uit nog vroeger tijd. Daar, op de kust van
den Grooten Oceaan, voeren drie ouder-
wetsche, groote zeilschepen en tal van klei
nere zeilvaartuigen, uitgevaren om een ge
vecht tusschen zeeroovers en koopvaarders
in de Spaansche wateren uit den jare 1820
na te bootsen. Om den tyd, waarin deze
film speelt, zoo goed mogelijk te benaderen,
waren de zeilsGhapen geheel teruggebracht
in den staat van een eeuw geleden. Alles
wat er zich aan „moderns" aan boord bevond,
was er afgehaald en eenige roestige vuur
monden, die misschien al langer dan een
eeuw gezwegen hadden, kregen weer een
woordje te spreken. Verder waren voor de
„aankleeding" van deze film 5000 costumes
van een eeuw geleden nagemaakt, waar
onder 1000 zeerooverspakken, 750 stuks
neegerkleeding, 500 Spaansche, 400Fransche
en 300 Amerikaansche matrozen- en soldaten
uniformen, lOOstuks gewone zeemanspakken
uit 1820, 400 kostbare baltoiletten uit dien
tijd, 200 pakken, zooals zy toen door de
burgers van New Orleans werden gedragen,
enz.
De „Rough Ridders", Vliegtuigen en de
Zeearend zijn de titels van deze films, die
wij zeker ook in Europa te zien zullen krijgen.
Een pechvogel.
„Kan ik den trein van 10 uur nog halen?"
„U-u-u-u-u z-z-z-z-z-z-zou-ou 'm-m-m-m-
g-g-g-g-e-h-h-haald h-h-hebben, m-m-m-m-
m-eneer, a-a-a-ls u-u-u-u 't a-a-a-n iemand
a-a-a-anders z-z-z-z-ou h-h-h-hebben g-g-g-
Het straatorgel.
Rechter„Hoeveel maak je nu per week
Orgeldraaier„Dertig, vijf-en-dertig gulden
Edelachtbare."
Rechter: „Met orgeldraaien
Orgeldraaier: „Nee, Edelachtbare, met op
houden en weggaan."
GRAPJES.
Een wenk. ZyWilt TJ zoo vriendelyk
zijn de deur te sluiten, Mynheer Haijer.
HijMaar, zij is gesloten.
Zy Ja, maar ik bedoel, of U haar aan
de andere zijde wilt sluiten.
Op (le kermis. Dat is geen dwerg. Hy is
meer dan 5 voet lang.
Dat is juist het merkwaardigste. Hij is de
grootste dwerg van de wereld.
Ongewonscht resultaat. DokterHeeft de
slaappoeder Uw vrouw geholpen
Heer: Ellendi g!
DokterEllendig Heeft ze niet kunnen
Heer: Slapen? Wel het kind heeft den
geheelen nacht van twaalf uur tot vanochtend
aan één stuk geschreeuwd en myn vrouw
heeft er doorheen geslapen.
Goede reden. Ik heb zooeven om mijn
nieuwe pak gezonden.
Ja het spfit me, maar 't is nog niet klaar.
Wat? en ge hebt gezegd dat ge het klaar
zoudt hebben als ge den geheelen nacht
doorwerktet.
Jawel, maar dat heb ik niet gedaan.
Een goede leer. A.'t Is of je visschen-
bloed in je lyf hebt. Kun-je dan nooit meer
over iets of iemand in verrukking geraken
B. Neen nooit meer. Eens tben ik over
iemand in verrukking geraakt en korten tijd
daarna is die iemand mijn vrouw geworden.
Dat was een goede les voor me om nooit
meer in verrukking te geraken.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren
ffiuuniiinmiiiiiiiiiiiiiiiUiiiiiiiiiJuuiiiiiiiiuiiiiuiiiiuiniiiioiiiiiiiiiuiiiiuiiiimuHiuiiuiiiio