,ïriri AAI EERSTE BLAD IHEN1GER - Kipstraat Ml KWATTAM NIS Geeft U op als Abonné. tbode PON n WIJ VLIEGEN M*rcr^- Openbars VrïSwill. VerRooping a. Het Huis met Erf b. Het Huis met Erf c. van een TUIN ZATERDAG 6 NOVEMBER 1926 j DE WENTELTRAP VERSLAGEN VÖLLE-MELK-REEP, Beter dan Goed: DE BESTE gen van risteren- der was, a, maar dat 't hoofd t... de og even n Lêon Koning; terkeL naar de rs zoo'n al thuis rklaring t Maria- ten. Dat ing toe in z'n n vond van z'n mogen d, n.aar hoamen ruit ge rst, dat ter-op rekking igenlijk denken n.et 'n rd door e moes te ver meisje ns zoo tof wisten ad ons el van gingen achten n been: m daar er iets we ons „ik n niet idueel aar in hierop el nog cholen "gelijk, Daar- kander verstaan. Het hoofd en de onderwijzers, iaat ik 't liever anders zeggen: al de leden van 't personeel, moeten niet alleen leven in goede verstandhouding, maar moeten ook zoeken elkander te verstaan' n School is 'n organisme, geen mecanisme. Laat het nog eens weer herhalen van die waarheid ook werkelijkheid?u niet verdrieten. Ik heb altijd zoo moeten vechten om niet machinaal te worden, om geen sleurdier te worden. Gelukkige gij, als ge u altijd levende actie weet! 'n Machine wordt door 't omdraaien van een handel in actie en weer stil gezet, en is er een raadje of '11 schroefje onklaar, dan neemt men het er uit en vervangt het door 'n ander, en... de zaak draait weer. Maar in 'n organisme is 't zoo, dat als één lid lijdt, alle leden daaronder lijden. M'n opvolger vroeg me, wat er aan den noteboom kon haperen, die achter de schoolwoning staat: die verloor alle blad en dreigde te sterven. De oplossing van het vraagstuk was eenvoudig: men had 'n nieuwe rioleering door den tuin n oeten leggen en daar voor nog al belangrijk de wortels van den boom n.oeten aantasten, 't Verschijnsel zat boven, de kwaal beneden. En er kon in worden voorzien, nu de oorzaak van het onheil was ontdekt. En zoo is 't met het leven in de school ook. Ik wil en mag dat niet in bijzonderheden uitwer ken, maar moet er wel op wijzen in verband met ons onderwerp. Eens sprak ik voor een gezelschap als dit over: „Wat geen schoolwet regelen kan", en ik ben van meening, dat dat voor de wet on bereikbare, dal ondefinieerbare in formules en artikelen, toch is het echte, het essentieele. En daartoe behoort ook en niet het minst de schoone samenwerking. 't Gaat niet over: beneden de kwaal, boven 't ziekteverschijnsel, ook niet anderson maar wel hierover: op onzen schoolboon. worden telkens nieuwe loten geënt, die moeten uitgroeien tot ze zelfstandig kunnen worden uitgezet en kunnen •vassen iemand met tuinbouwakte houde 't mij ten goede, als 't beeld niet volkomen zuiver is en als dat wezenlijk goed zal gaan, dan moet de boom heelemaal gezond zijn: kerngezond, en ge zond van wortel, enz. èn er moet 'n zuivere onder linge functionneering zijn, komt er ergens storing, dan is dat altijd min of meer tot schade, voor het geheele organisme en van de plaats dus, die 't in 't geheel der schepping heeft te vervullen. Elkander verstaan, terwille van de leerlingen, ter wille van eiken leerling individueel. Dit brengt b.v. mede, dat tuchtzaken deze genomen in den meest algemeenen zin: alles wat van het kwade tot het goede trekt dat tucht zaken ook op de schoolvergadering thuis behooren, wanneer ze 't geheele schoolleven omvatten; dat ze 'n punt van ernstige bespreking kunnen vormen, wanneer 'n leerling van de eene in de andere hand overgaat, of wanneer meerderen tegelijk aan hem moeten arbeiden. Vervolg verslag a.s. Zaterdagnummer. een der Middel- agelijks orm. en van ns afspraak. 236. dag tot vefflber IG ERDAM ester fellaken •m pM. «V Ejl r i fc 1.1 a w Wm|N ariM «ft e*J»rbcod*oö»<» UtaJ «4 few «MM «mt «TM mt kwartaal van IS wman» toes, GRATIS pt*>fMmwrf - wM lm— vml orati iitmiMiA SLlH. ttEUSTMZüHOABSBOB Ma «w pV W ftTMaaataw Op WOENSDAG 3 NOVEMBER 1926 bij Afslag, telkens des avonds 7 uur in het Hotel Spee te SOMMELSDIJK. aan den Binnenweg aldaar, kad. Sec tie B nummer 1882, groot 2 aren 24 centiaren. Direct te aanvaarden. Ten verzoeke van Mej. Wed. J. VAN DER WENDE. aan den Molendijk, aldaar, kadastraal bekend Sectie B nummer 121, groot 53 centiaren. Ten verzoeke van den heer C. HOOGZAND. aan de WildeiManskreek te SOM MELSDIJK, Sectie B nummer 816, groot 9 aren 90 centiaren. Ten verzoeke van den heer W. BOEKHOVEN Sr. te Sommelsdijk. Notaris VAN BUUREN. Prijs per kwartaal. f i Losse nummersf 0,07" Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meerf 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f I,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 95 JAARGANG. N°. 2 Annexatie. Tijdens den oorlog heeft het annexatie- vraagstuk allerwegen ruime belangstelling ondervonden en heeft zich daaromtrent een opinie gevormd, die vrijwel algemeen door de weidenkenden der wereld wordt gedeeld. Men was het er over eens, dat de oorlog verwekt was uit de naweeën van de annexatie van Elzas en Lotharingen in 1870 en om eindelijk een duurzamen wereldvrede te vestigen, wilde men den grooten Europeeschen krijg ook beëindigd zien met de erkenning van het zelfbe schikkingsrecht der volkeren, een prachtig ideaal, dat in den vrede van Ver sailles helaas echter een zeer gebrekkige verwezenlijking kreeg. Toch moet de idee zooveel mogelijk nagestreefd blijven, want de practijk heeft het maar al te vaak uit gewezen, dat samenvoeging van verschil lende volkeren, verschillend van aard en zeden, uitloopend op de overheerschingvan een der volkeren over het andere, steeds tot gewelddadige conflicten leidt. Maar het is tenslotte niet over de an nexatie van landen en volkeren, dat we het dezen keer willen hebben, doch over het zich meer en meer uitend streven van tal van gemeenten in den lande om na burige dorpen of gedeelten er van in te palmen. Natuurlijk zijn er gevallen van noodzaak wanneer twee gemeenten b v. volstrekt aaneengebouwd zijn maar in 't algemeen achten we het streven om den bloei van een stad of dorp teverhoogen, oppervlakte en zielental te vergrooten ten koste van andere gemeenten, beslist af te keuren. Natuurlijk kunnen voor ons standpunt niet in dezelfde mate de argumenten wor den aangevoerd, als we hierboven voor landen en volkeren lieten gelden, maar volstrekt mank gaat eene vergelijking er mee toch niet, omdat de verschillen in taal (dialect), aard en zeden, die volkeren scheiden, althans onderscheiden, eveneens .tusschen de verschillende gemeenten be staan en meestal bok in de historie wortelen. Men ziet meermalen, dat tusschen de bewoners van verschillende gemeenten, een onderlinge naijver bestaat, een naijver, die zich gelukkig meestal in gezonde vormen uit, maar zich ook wel eens tot een uitwas van vijandschap ontwikkeld heeft, wat naluurlijk ten scherpste is af te keuren. Naijver is er mede tusschen de besturen van omliggende gemeenten, en zulke naijver is voordeelig voor de ge meentenaren, die de onderlinge concur rentie op een laag gehouden belasting aanslag tot uitdrukking zien komen. In de practijk wordt annexatie het felst nagestreefd door gemeenten, die gewoon zijn om op grooten voet te leven en zich er niet toe weten te brengen de tering naar de nering te zetten. Er komt steeds grooter verschil tusschen de door haar uitgegeven belasting-billetten en die uit de omgeving. Het heet dan, dat de om liggende gemeenten den Hoofdelijken Omslag laag kunnen houden, doordat ze parasiteeren op de stad, maar in werke lijkheid is het de weelderige opvatting van stadsbeheer, die de verschillen zoo groot maakt. Ze voeren dan de tactiek van een schraperigen kruidenier (par exemple de dire, want kruideniers zijn niet schraperig), die de zaken zijner concur renten opkoopt om de alleenheerschappij in zijn wijk te kunnen blijven voeren, te blijven doen wat hij wil en te laten be talen, wat hij eischt. Met annexatie verdwijnt gewoonlijk de stimulans, die het stadsbestuur of het bestuur van het grootere dorp aanzet om de uitgaven te beperken en de belasting laag te houden, teneinde een uittocht naar omliggende gemeenten te verhoeden, waar het comfort misschien minder is, maar de belasting aanzienlijk lager. De practijk heeft bovendien uitgewezen, dat annexatie noch „goedkoop" is voor de geannexeerde burgers, noch voor de in woners der groote gemeente, omdat de moreele verplichting den nieuwen gemeen tenaren dezelfde voordeelen van comfort, hygiëne e.d, (bestrating, verlichting, politie, rioleering, Teiniging) te verschaffen door de groote afstanden zoo hooge uitgaven eischt, dat deze in afzienbaren tijd niet rendabel kunnen worden gemaakt. FEUILLETON. MARY ROBERTS RIN EHART. 54) —lof- Ik wist, dat ik over enkele* uren bewusteloos zou zijn, en als ik niet meer in staat was om te roepen, zou mijn eenige kans op redding verkeken zijn. Ik probeerde de bewusteloosheid af te weren door in de kamer op en neer te loopen, maar ik had de kracht niet om het vol te houden en ten slotte ging ik weer op de tafel zitten, met mijn rug tegen de muur. Het was stil in huis. Eens dacht ik, dat ik voet stappen onder mij hoorde, waarschijnlijk in mijn eigen kamer. Ik greep den stoel beet en beukte er mee op den vloer. Maar er gebeurde niets; ik kwam tot liet bittere besef, dat het lawaai, zoo het al gehoord werd, gehouden zou worden voor het geklop waarvan we kort geleden zoo geschrok ken waren. Het was onmogelijk om na te gaan hoa laat het zou zijn. Ik probeerde vijf minuten af te meten door mijn pols te tellen en twee-en-zeventig slagen per minuut te rekenen. Maar het duurde ecuwen en tenslotte viel het mij vïoeilijk om te tellen, mijn hoofd was zoo verward. En toen hoorde ik beneden in het huis lawaai. Er was een soort van trillend geluid, dat ik meer voelde dan hoorde, zooiets als een metorbrand- spuit in de stad. Een oogenblik dacht ik dat het huis in brand stond en mijn hart stond haast stil INGEZONDEN M^DEDEELING. Speciaal HOEDEN en PETTEN VOOS ELK 2J«1N KLUS LeS op deze lichtreclame - - hoek Pannekoekstiaat. Sport- en Reispetten fi 0,75 Lakenpetten, kleurhoudend vanaf t 2,50 Gleufhoeden, nieuwste kleuren v.af i 2,75 Stijve Hoeden vanaf 8 2,95 Hooge Hoeden vanaf S 8,50 Veryolg raslag Onderwiizersvergadering. Conflicten kunnen niet altijd voorkomen worden, maar dat tegenover het kind de een prijst, wat de ander afkeurt, de een „fijn" vindt, wat de ander „belachelijk" oordeelt, dat is gevaarlijk, dat moet worden vermeden, voorkomen zooveel mogelijk, doordat er is 'n onderling begrijpen en daardoor 'n onderling waardeeren, zelfs al is rr.en 't met de motieven van collega niet eens. Ter wille van het kind moet men met den meesten ernst trachten van schrik; toen begreep ik het. Het was het ge ronk van een auto, en Halsey was teruggekomen. Dat gaf mij weer hoop. Halsey en Gertrude zouden misschien samen wel slagen in wat Liddy en de drie detectives niet gelukt was. Na een poosje leek het er heusch op of ik gelijk gehad had. Er gebeurde blijkbaar iets beneden; er werden deuren dichtgeslagen en er drongen op gewonden stemmen tot mij dcor. ik hoopte dat ze dichter bij zouden komen, maar na een poosje hield het geluid op en was er niets dan de stilte en de hitte en de druk van de muren, die mij dreigden te verstikken. De eerste waarschuwing die ik kreeg was een gemorrel aan den schoorsteenmantel. Ik was op het punt om een gil te geven, maar zweeg. Mis schien was ik door ondervinding voorzichtiger geworden, misschien \yas liet instinct. Wat het ook was, ik bleef onbewegelijk zitten en hoorde hoe er iemand in alle stilte met zijn vingers langs het snijwerk zocht en het verschuifbare paneeltje vond. Nu werd het lawaai beneden weer dubbel erg: ik maakte ér uit op, dat er verscheidene menschen tegelijk de trap op hepen en toen ze dichter bij kwamen kon ik hen zelfs verstaan. „De trappen in het oog houden!" riep Jamieson. „Verdraaid er is hier geen licht!" En toen weer: „Allemaal tegelijk'. Een twee drie De deur van den kofferzolder was blijkbaar van binnen op slot gedaan. Toen ze hem met vereende krachten hadden opengebroken en er, te oordeelen naar het lawaai, een van hen met de deur in de kamer viel, werd de knop van den schoorsteen mantel opzij geschoven het stuk ging open en weer dicht. Nu was ik niet meer alleen in de naar het begrijpen van den mede-arbeider aan denzelfden geestelijken arbeid. Voetangels en klemmen bij menigte, stellig, maar toch zal men dienen te streven naar het eendrachtig betreden van den weg. Dat men daarvoor vaak noodig heeft 'n kennen van eikander, ook in zooveel mogelijk vriendschappelijken zin, gaf ik zooeven al door 'n losse opmerking aan en ik kom er straks nog een oogenblik op terug. Mag ik hier tevens wijzen op de opvoedkundige waarde van 't voorbeelddat wij gaven op deze wijze. Iets van dat samenwerken van Vader en Moeder mag de leerling wel bespeuren bij degenen, die hem samen onderwijs geven, en 't zal 'n weldadigen 'nvioed op z'n levensvorming kunnen hebben. Van het eigenlijke leven der L. School stap ik nu voorloopig af, om nog enkele woorden te wijden aan 't begrijpen van de „rijpere jeugd", 'n neolo gisme, dat binnen betrekkelijk korten tijd een buitengewoon algemeen vaststaande waarde heeft verkregen, wel 'n bewijs, dat de gedachten er zich veel mede bezig houden. In onze gezinnen, maar ook in 7e en 8e leerj. en v.v. aan M.U.L.O.-Schoien, in avondscholen, in Iandbouwcursussen, in allerlei vereenigingen van jongelui met allerlei doel en van allerlei richting staan wij hier voor 'n heel belangrijk, maar ook tevens zeer moeilijk vraagstuk. In een der laatste nrs. van „Het Kind", redactie Prof. J. H. Gunning Wzn. tusschen twee haak jes: 'n veertiendaagsch blad, dat ik gaarne aan beveel aan ouders en ook aan onderwijzers, al is 't in de eerste plaats voor ouders daar wordt behandeld de moeilijkheid, dat de 15-jarige oudste van 'n moeder een meisje uit de 2e klasse (H.B.S. of Gym.) „aardig v.ndt" en er mee gaat wandelen. Zeer, zeer interessant, ingaand en ernstig is wat de Redacteur hierover zegt ik mag 't hier niet in z'n geheel aanhalen, hoe gaarne ik 't deed maar ik leg den vinger op 't eenvoudige woord van één der inzendsters, door Gunning met vol komen instemming overgenomen: „Houd het ver trouwen van uw jongen en dan zult u voor hem den goeden weg wel vinden." Ik wijs hier op het bekende werk van Jo van Amers-Küller „De Opstandigen", waarvan dit jaar reeds de 5e druk verscheen. Mij frappeerde, dat mijn 25-jarige jongste doch ter de beteekenis van dat boek geheel anders zag dan ik. ,,'t Gaat eigenlijk over de emancipatie van de vrouw, vader", zei ze, en, zeif in 't geheel geen geëmancipeerde, sprak ze met heel veel in genomenheid over dat stuk leven. En ik, ik zie er vvêi in de kwestie der emancipatie, maar niet alleen van de vrouw, óók van den man, van den jongeling als dat woord niet te ouderwetsch klinkt en ik zie er nog n.eer in: de ouderen verstaan de jongeren niet, zoeken ze niet te ver staan, willen 't niet, uit principe eerst, uit behoud- ziekte ook, straks uit lamlendigheid, en dan komen de gevoigerf voor den dag, 't gaat langs een hellend vlak; wie nog" vast wil houden, moet dien strijd met het leven boeten. Al kent ge dezen roman, die geen roman is, ge zult mij toch vergunnen enkele momenten er uit nog even te belichten. 't Vertelt de historie van de familie Coornvelt in 1840, in 1872 en n 1924. In 1840 is het de oude Lodewijk Coornvelt, de echte patriarch, van wiens vrouw 't zelfde gezegd kon worden als van Sara: „dat zij Abraham is gehoorzaam geweest, hem noemende haren heer." L Petr. 3 9. Maar de kinderen! Nicolaas, die in Engeland is geweest en daar de'machines heeft zien werken zijn vader heeft evenwel de teekeningen van zich afgeschoven en den stoom een werktuig van den duivel, den asenl van Beëlzebub genoemd. En Bram is stiekem bezig stoomgetouwen uit te Voor Allen die Sukkelen met Verstopping of moeilijken, tragen en onregelmatigen Stoelgang zijn Mijnhardi's LaxeertabletSen onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn. Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 cent (Adv.) geheime kamer. Er was nog iemand in de duister nis, iemand die zwaar ademhaalde, en die zoo dicht bij was dat ik hem met mijn hand kon aan raken. Ik was verlamd van schrik. Buiten klonken op- gewenden stemmen en ongeloovige uitroepen. De koffers werden door elkaar gegooid, de ramen werden opgengedaan; en de man die bij mij in de kamer was stond stil en luisterde. Zijn achter volgers wisten blijkbaar niet wat ze er van denken moesten; ik hoorde hem diep ademhalen en zich omdraaien om den weg te zoeken in de duisternis. En toen raakte hij mijn hand aan. Een hand in een leege kamer! Hij hield zijn adem in. Behalve dat hij zijn hand plotseling weg trok, bewoog hij zich niet. Ik denk dat hij volko men hulpeloos was van schrik. Toen ging hij achteruit, langzaam, stap voor stap wijkend voor de hand in den hoek. Zijn adem kon ik niet hooren. Toen hij eenige passen van mij af was, gilde ik als een krankzinnige, en ze hoorden mij. In den schoorsteen!" gilde ik. „Achter den schoorsteenmantel 1 Den schoorsteenmantel." Met een vloek wierp de man zich op mij en ik gilde weer. In zijn razernij had hij zich in de ichting vergist en ik hoorde dat hij tegen den muur aansloeg. Dien keer ontweek ik hem; ik liep de kamer door en greep den stoel. Een seccnde bleei hij staan luisteren, toen kwam hij opnieuw op mij af en ik sloeg hem met den stoel. Ik denk dat het hem verdoofde en toen riep er buiten iemand: „Wij kunnen er niet in. Hoe at het open?" Maar de man in de geheime kamer was van denken, die tienmaal vlugger afleveren dan die van Van Doeveren, den concurrent. En Saartje leest met het Fransche nichtje bij het licht van een snel slinkend stompje vetkaars, terwijl ze samen op den rand van het groote bed zitten in „Notre Dame de Paris", o gruwel! en ze roept uit: „Ik kan niet uitscheiden, het is zóó prachtig!" Ze kende wel Bilderdijk en Rhijnvis Feith en zelfs de „grappige verhaaltjes" van Hil- debrand, die ze op Davids kamer gevonden had. Maar Chateaubriand en Walter Scott, Victor Hugo en Alexandre Dumas, dat was toch wat anders.- Daar gingen je ooren van gloeien, als je ze las! Maar dat is het ergste niet. Er spelen zich heel andere tooneelen af in de erentfeste woning op het Rapenburg. En het Fransche nichtje ontworstelt zich aan den druk, ze ontvlucht de woning, waar ze ver trouwd had, na den dood harer ouders 'n tehuis te zuilen vinden. „Vrij was ze... maar troosteloos eenzaam... en klein van moed." „En het beeld van het veilige, besloten huis, den kring van rustige gezichten bleef haar kwellen met smartelijke duidelijkheid; om haar heen was de wijde, wijde wereld, donker en vijandig, nergens een veilige schouder om haar hoofd aan te verbergen"... hier hebt ge 't con flict, 't conflict in volle scherpte ja men wil dat intieme, dat stille wel, maar de ouderen willen de jongeren niet begrijpen, en de botsing komt, onvermijdelijk. In 1872 staat het vraagstuk natuurlijk geheel anders, maar 't is hetzelfde vraagstuk. Ik doe maar 'n greep: Louis, de zoon van Prof. David Coorn velt, wordt socialist, en daardoor is voor zijn vader de kans op een ministerszetel voorgoed ver keken; en Elize de dochter van Dr. Willem Wijs man en Keejetje Coornvelt, wordt doctor in de medicijnen, directrice van een ziekenhuis. Toen vader Wijsman nog niet vader Wijsman was, n.aar naar Keejetje Coornvelt vree, had hij zijn ben inde dikwijls de koorts op het lijf gejaagd door z'n griezelige doktersverhaien en z'n spelen met bloedzuigers 't hinderde niet, want vader had over de hand van zijn dochter te beslissen, en die wilde het huwelijk en 't huwelijk werd gesloten. En van Lize zei hij„Of het niet bovenste best is, als een meisje, voor ze trouwt, wat van ziekte en verwondingen te weten komt! Dat ze niet met scheeve handen staat, 'als de nood aan den man komt of flauw valt, als ze een bloedende snee ziet?" En de dochter wil dien wel weg op. Maar als ze na eenige jaren haar verlangen te kennen geeft, om in den arbeid van haar vader te treden, dan is het' mis. Zoolang de dochter zich in vaders gedachtenkring blijft bewegen, is alles goed, maar zoodra de dochter smeekt, ja smeek', dat Vader-ook eens haar denken wil trachten te begrijpen, dan is het totaal mis. Als zij haar recht durft laten gelden om het eerlijk te probeeren, dan antwoordt hij vol verontwaardiging: „Recht! Sedert wanneer praten kinderen van rechten tegen hun ouders? Je hebt alleen maar plichten meisje, en je eerste en voornaamste plicht is gehoorzaam heid en ontzag." Straks verlaat ze de ouderlijke woning, maar schreit het uit: „Toch houd ik zooveel van mijn lieven vader... toch vind ik het zoo vreeselijk hem verdriet te doen," en later: Het zal zoo moeilijk zijn, niet het werk, of de plichten, en zelfs niet de tegenstand... Maar om zoo eenzaam en zoo heel anders dan alle anderen te moeten zijn Hier is 't conflict. Ze verlaat haar moeder, die zich eens als Jephta's dochter heeft geofferd, maar nu zegt: „als de "weg, welken gij kiest, u vrede des gemoeds en zedelijke voldoening geeft, zal het offer van mijn eigen leven niet tevergeefs zijn gebracht." Die begreep haar, maar had geen eigen wil meer. Ze verlaat haar vader, die haar niet begrijpt, ook niet begrijpen wil misschien: de grens tusschen willen en kunnen is vaak zoo heel moeilijk'te trekken. En dan komt 1924. Dr. Elize Wijsman heeft haar levenstaak volbracht en hoopt, na jaren- langen arbeid in een groot ziekenhuis te Amster dam, nog eenigen tijd van rust te vinden in het INGEZONDEN MEDEDEELING gezin van haar neef Steven Coornvelt. gehuwd met Dorothea Wisdom, welke laatste lid van de Tweede Kamer is. De man is een nul vóór de andere cijfers en nog minder. Hier is 'f conflict over 't geheel anders gesteld: de kinderen Coornvelts in het vierde geslacht gaan, met volkomen goed vinden van de ouders, geheel hun eigen gekozen weg, evenals de ouders ieder, naast en tegenover elkander hun eigen weg gaan, en er is in 't geheel geen sprake meer van elkander begrijpen, in elk anders denken zelfs belang stellen. 't Conflict komt het sterkst uit m.i. als Kitty naar Weenen wil, om voor danseuse te worden opgeleid, en haar vader, die zelf openlijk flirt met 'n vroegere huisgenoote, 25 jaren jonger dan hij, zich daartegen verzetten wil, „Maar ik verzeker je (U is je geworden) paps, dat ik vast en heiiig besloten ben om het te doen en dat niets... niets verstaat u, me er van zal weerhouden." En als z'n inderdaad zoo hartelijk geliefde doch ter hem zegt, dat ze niet in het land wil blijven om dat afschuwelijke: „dat je m'n moeder ontrouw bent... en je belachelijk n.aakt,'" dan komt hij in de eenzaamheid tot het zelfonderzoek, dat het zijn eigen niet te dragen schuld zou zijn, als het mis ging n.et haar." Maar tot begrijpen komt het niet. En at de jonge menschen uit het gezin, dat geheel op modernen voet leeft, komen met het volstrekt onvoldane van hun leege leven tot „tante Dok," zooals ze de lieve nieuwe huisgenoote noe men eh zij begrijpt hen niet. Er zijn daar enkele groote, geweldige vragen gesteld. Maar hoevele stelt de rijpere jeugd er niet. Waarom mag ik niet fietsen op Zondag? Wat is er nu eigenlijk tegen een „gemengd kamp?" Wat tegen gemengde baden? Waarom mag ik m'n haar niet laten afknippen? Vader, is God niet onrechtvaardig, ais hij de zonden der vaderen bezoekt aan het derde en vierde gelid? Moeder, ik geloof alles wat in den Bijbel staat... maar nu ben ik er nog niet. Waarom is dienstweigering verkeerd?De sexueele vraagstukken, de infor- matiën naar leven en sterven, naar schepping of wording, ze liggen hier opgestapeld. O, zeker, 't geheele leven door blijven vele er van raadsleen, maar als 't jonge leven begint te bruisen, dan staan ze met zooveel brute levendigheid voor de jonge geesten, en, als die niet hebben geleerd, zich in te sluiten in zich zeh, dan moet op de eene of andere manier een antwoord worden gezocht. Weet ge, wat 'n heel belangrijke factor is? 't Geen Pierson ons ais ideaal voorhield. Wijlen Prof. J. H. Gunning bracht de verschil lende verhoudingen tot de verleiding eens op de volgende wijze in beeld: Theseus moest vareïi voorbij het eiland der sirenen. Hij kende het gevaar, stopte zijn mede- schepelingen de ooren vol was en liet zich zelf aan den mast vastsnoeren. Toen ze de verleiding naderden, had het scheepsvolk geen ooren en bleef indolent, Theseus bleef gebonden, hoe hij ook worstelde, gebonden door doode krachten. Anders handelde Orpheus. Hij greep zijn lier' en hoe luider het lied der verlokkende zangnimfen opzong, des te krachtiger klonk het tokkelen der snaren en het overstemde het koor der verleidende jonkvrouwen. Hij (Gunning) zeide: wat de lier was voor den Griek is het kruis voor den Christen; ik zou in ons verband willen zeggen: de sfeer van het huis tactiek veranderd. Ik voelde dat hij heel lang zaam op mij toesloop, maar ik wist niet uit welke richting. En toen greep hij mij. Hij legde zijn hand op mijn mond, en ik beet hem. Ik was hul peloos, ik stikte haast en er was iemand bezig om van buiten af door den schoorsteenmantel heen te breken. Er scheen al iets geweken te zijn, want er kwam een heel dun lichtstraaltje door het hout. Toen hij dat zag liet de man mij los; toen draaide plotseling volkomen geruischloos de tegenover liggende muur open, ging even geruischloos dicht en ik was weer alleen. De onbekende was ver dwenen. „In de kamer hiernaast!" riep ik opgewonden. „Hier naast!" Maar mijn stem werd niet gehoord door het geklop op den schoorsteenmantel. Toen ik er eindelijk in slaagde mij verstaanbaar te maken, waren er al een paar n inuten voorbij. Toen holden allen naar dat andere vertrek, be halve Alex, die doorwerkte tot hij mij bevrijd had. Toen ik weer veilig en wel op den koffcrzolder stond, hoorde ik hen beneden loopen. Na al zijn inspanning om mij te bevrijden nam Alex heel weinig notitie van me. Hij sprong door de opening in de geheime kamer en greep de draagbare brandkast. Ik zal dit in de kamer van meneer Halsey zet ten, juffrouw Innes, "zei hij, „en ik zal er een van de detectives de wacht bij laten houden. Ik verstond hem nauwelijks. Ik kon wel lachen en huilen tegelijk en ik wilde naar bed en een kop thee drinken, en Liddy een standje geven, en de duizend-en-een dingen doen, die ik bijna nooit meer had kunnen doen. En de lucht. De koele avondlucht op mijn gezicht!" Toen Alex en ik op de tweede verdieping waren gekomen, kwam Jamieson ons tegemoet. Hij was kalm en ernstig en knikte begrijpend toen hij het brandkastje zag. „Wilt u een oogenblik meegaan, juffrouw Innes? vroeg hii en toen ik toestemde ging hij mij voor naar den oostelijken vleugel. Beneden liepen ze met lampen rond en er stonden een paar dienst boden bij de trap te kijken. Ze gilden toen ze mij zagen en weken achten it. Alex mompelde iets achter mij dat ik niet verstaan kon en liep mij zonder plichtplegingen voorbij. Toen zag ik dat er iemand onder aan de trap lag en dat Alex zich over hem heen boog. Terwijl ik langzaam naar beneden kwam, ging Winters op zij en Alex weer rechtop staan en keek mij aan. Hij had een grijze pruik in zijn hand en voor mij op "den vloer lag de man wiens grafsteen op het kerkhof in Casanova stond Paul Armstrong. Winters vertelde mij met enkele woorden wat er gebeurd was. In zijn snelle vlucht langs de wenteltrap, met Winters vlak achter hein aan, was Paul Armstrong voorover geslagen, met zijn hoofd tegen de deur van de veranda, en had blijkbaar zijn nek gebroken. Hij was al dood toen Winters bij hem kwam. Toen de detective uitgesproken was, zag ik Halsey bij de deur van het speelzaaltje staan en verloor ik voor het eerst dien avond mijn zelf- beheersching. Ik sloeg mijn armen om mijn jongen heen en een oogenblik moest hij mij steunen. En 'n oogenblik later zag ik over Halsey's schouder heen iets, wat mij weer op een heel andere manier opwond, want achter hem, in het donkere speel zaaltje, stonden Gertrude en Alex, de tuinman en hij kuste haart Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1926 | | pagina 1