,ïriri
AAI
EERSTE BLAD
IHEN1GER - Kipstraat Ml
KWATTAM
NIS
Geeft U op als Abonné.
tbode
PON
n
WIJ VLIEGEN
M*rcr^-
Openbars VrïSwill. VerRooping
a. Het Huis met Erf
b. Het Huis met Erf
c. van een TUIN
ZATERDAG
6 NOVEMBER 1926 j
DE WENTELTRAP
VERSLAGEN
VÖLLE-MELK-REEP,
Beter dan Goed: DE BESTE
gen van
risteren-
der was,
a, maar
dat
't hoofd
t... de
og even
n Lêon
Koning;
terkeL
naar de
rs zoo'n
al thuis
rklaring
t Maria-
ten. Dat
ing toe
in z'n
n vond
van z'n
mogen
d, n.aar
hoamen
ruit ge
rst, dat
ter-op
rekking
igenlijk
denken
n.et 'n
rd door
e moes
te ver
meisje
ns zoo
tof
wisten
ad ons
el van
gingen
achten
n been:
m daar
er iets
we ons
„ik
n niet
idueel
aar in
hierop
el nog
cholen
"gelijk,
Daar-
kander
verstaan.
Het hoofd en de onderwijzers, iaat ik 't liever
anders zeggen: al de leden van 't personeel, moeten
niet alleen leven in goede verstandhouding, maar
moeten ook zoeken elkander te verstaan'
n School is 'n organisme, geen mecanisme.
Laat het nog eens weer herhalen van die waarheid
ook werkelijkheid?u niet verdrieten. Ik heb
altijd zoo moeten vechten om niet machinaal te
worden, om geen sleurdier te worden. Gelukkige
gij, als ge u altijd levende actie weet! 'n Machine
wordt door 't omdraaien van een handel in actie
en weer stil gezet, en is er een raadje of '11 schroefje
onklaar, dan neemt men het er uit en vervangt
het door 'n ander, en... de zaak draait weer.
Maar in 'n organisme is 't zoo, dat als één lid
lijdt, alle leden daaronder lijden. M'n opvolger
vroeg me, wat er aan den noteboom kon haperen,
die achter de schoolwoning staat: die verloor alle
blad en dreigde te sterven. De oplossing van het
vraagstuk was eenvoudig: men had 'n nieuwe
rioleering door den tuin n oeten leggen en daar
voor nog al belangrijk de wortels van den boom
n.oeten aantasten, 't Verschijnsel zat boven, de
kwaal beneden. En er kon in worden voorzien,
nu de oorzaak van het onheil was ontdekt.
En zoo is 't met het leven in de school ook.
Ik wil en mag dat niet in bijzonderheden uitwer
ken, maar moet er wel op wijzen in verband met
ons onderwerp. Eens sprak ik voor een gezelschap
als dit over: „Wat geen schoolwet regelen kan",
en ik ben van meening, dat dat voor de wet on
bereikbare, dal ondefinieerbare in formules en
artikelen, toch is het echte, het essentieele. En
daartoe behoort ook en niet het minst de schoone
samenwerking.
't Gaat niet over: beneden de kwaal, boven 't
ziekteverschijnsel, ook niet anderson maar wel
hierover: op onzen schoolboon. worden telkens
nieuwe loten geënt, die moeten uitgroeien tot ze
zelfstandig kunnen worden uitgezet en kunnen
•vassen iemand met tuinbouwakte houde 't mij
ten goede, als 't beeld niet volkomen zuiver is
en als dat wezenlijk goed zal gaan, dan moet de
boom heelemaal gezond zijn: kerngezond, en ge
zond van wortel, enz. èn er moet 'n zuivere onder
linge functionneering zijn, komt er ergens storing,
dan is dat altijd min of meer tot schade, voor het
geheele organisme en van de plaats dus, die 't in
't geheel der schepping heeft te vervullen.
Elkander verstaan, terwille van de leerlingen,
ter wille van eiken leerling individueel.
Dit brengt b.v. mede, dat tuchtzaken deze
genomen in den meest algemeenen zin: alles wat
van het kwade tot het goede trekt dat tucht
zaken ook op de schoolvergadering thuis behooren,
wanneer ze 't geheele schoolleven omvatten; dat
ze 'n punt van ernstige bespreking kunnen vormen,
wanneer 'n leerling van de eene in de andere hand
overgaat, of wanneer meerderen tegelijk aan hem
moeten arbeiden.
Vervolg verslag a.s. Zaterdagnummer.
een
der Middel-
agelijks
orm. en van
ns afspraak.
236.
dag tot
vefflber
IG
ERDAM
ester
fellaken
•m pM. «V
Ejl r i fc 1.1 a w
Wm|N
ariM «ft e*J»rbcod*oö»<» UtaJ «4
few «MM «mt «TM
mt kwartaal van IS wman»
toes,
GRATIS pt*>fMmwrf
- wM lm—
vml orati
iitmiMiA
SLlH.
ttEUSTMZüHOABSBOB
Ma «w pV W ftTMaaataw
Op WOENSDAG 3 NOVEMBER
1926 bij Afslag, telkens des avonds
7 uur in het Hotel Spee te
SOMMELSDIJK.
aan den Binnenweg aldaar, kad. Sec
tie B nummer 1882, groot 2 aren
24 centiaren. Direct te aanvaarden.
Ten verzoeke van Mej. Wed. J.
VAN DER WENDE.
aan den Molendijk, aldaar, kadastraal
bekend Sectie B nummer 121, groot
53 centiaren.
Ten verzoeke van den heer C.
HOOGZAND.
aan de WildeiManskreek te SOM
MELSDIJK, Sectie B nummer 816,
groot 9 aren 90 centiaren.
Ten verzoeke van den heer W.
BOEKHOVEN Sr. te Sommelsdijk.
Notaris VAN BUUREN.
Prijs per kwartaal. f i
Losse nummersf 0,07"
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meerf 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f I,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
95 JAARGANG.
N°. 2
Annexatie.
Tijdens den oorlog heeft het annexatie-
vraagstuk allerwegen ruime belangstelling
ondervonden en heeft zich daaromtrent
een opinie gevormd, die vrijwel algemeen
door de weidenkenden der wereld wordt
gedeeld. Men was het er over eens, dat
de oorlog verwekt was uit de naweeën
van de annexatie van Elzas en Lotharingen
in 1870 en om eindelijk een duurzamen
wereldvrede te vestigen, wilde men den
grooten Europeeschen krijg ook beëindigd
zien met de erkenning van het zelfbe
schikkingsrecht der volkeren, een prachtig
ideaal, dat in den vrede van Ver
sailles helaas echter een zeer gebrekkige
verwezenlijking kreeg. Toch moet de idee
zooveel mogelijk nagestreefd blijven, want
de practijk heeft het maar al te vaak uit
gewezen, dat samenvoeging van verschil
lende volkeren, verschillend van aard en
zeden, uitloopend op de overheerschingvan
een der volkeren over het andere, steeds
tot gewelddadige conflicten leidt.
Maar het is tenslotte niet over de an
nexatie van landen en volkeren, dat we
het dezen keer willen hebben, doch over
het zich meer en meer uitend streven van
tal van gemeenten in den lande om na
burige dorpen of gedeelten er van in te
palmen. Natuurlijk zijn er gevallen van
noodzaak wanneer twee gemeenten b v.
volstrekt aaneengebouwd zijn maar in
't algemeen achten we het streven om den
bloei van een stad of dorp teverhoogen,
oppervlakte en zielental te vergrooten ten
koste van andere gemeenten, beslist af
te keuren.
Natuurlijk kunnen voor ons standpunt
niet in dezelfde mate de argumenten wor
den aangevoerd, als we hierboven voor
landen en volkeren lieten gelden, maar
volstrekt mank gaat eene vergelijking er
mee toch niet, omdat de verschillen in
taal (dialect), aard en zeden, die volkeren
scheiden, althans onderscheiden, eveneens
.tusschen de verschillende gemeenten be
staan en meestal bok in de historie
wortelen. Men ziet meermalen, dat tusschen
de bewoners van verschillende gemeenten,
een onderlinge naijver bestaat, een naijver,
die zich gelukkig meestal in gezonde
vormen uit, maar zich ook wel eens tot
een uitwas van vijandschap ontwikkeld
heeft, wat naluurlijk ten scherpste is af te
keuren. Naijver is er mede tusschen de
besturen van omliggende gemeenten, en
zulke naijver is voordeelig voor de ge
meentenaren, die de onderlinge concur
rentie op een laag gehouden belasting
aanslag tot uitdrukking zien komen.
In de practijk wordt annexatie het felst
nagestreefd door gemeenten, die gewoon
zijn om op grooten voet te leven en zich
er niet toe weten te brengen de tering
naar de nering te zetten. Er komt steeds
grooter verschil tusschen de door haar
uitgegeven belasting-billetten en die uit
de omgeving. Het heet dan, dat de om
liggende gemeenten den Hoofdelijken
Omslag laag kunnen houden, doordat ze
parasiteeren op de stad, maar in werke
lijkheid is het de weelderige opvatting
van stadsbeheer, die de verschillen zoo
groot maakt. Ze voeren dan de tactiek
van een schraperigen kruidenier (par
exemple de dire, want kruideniers zijn
niet schraperig), die de zaken zijner concur
renten opkoopt om de alleenheerschappij
in zijn wijk te kunnen blijven voeren, te
blijven doen wat hij wil en te laten be
talen, wat hij eischt.
Met annexatie verdwijnt gewoonlijk de
stimulans, die het stadsbestuur of het
bestuur van het grootere dorp aanzet om
de uitgaven te beperken en de belasting
laag te houden, teneinde een uittocht naar
omliggende gemeenten te verhoeden, waar
het comfort misschien minder is, maar de
belasting aanzienlijk lager.
De practijk heeft bovendien uitgewezen,
dat annexatie noch „goedkoop" is voor de
geannexeerde burgers, noch voor de in
woners der groote gemeente, omdat de
moreele verplichting den nieuwen gemeen
tenaren dezelfde voordeelen van comfort,
hygiëne e.d, (bestrating, verlichting, politie,
rioleering, Teiniging) te verschaffen door
de groote afstanden zoo hooge uitgaven
eischt, dat deze in afzienbaren tijd niet
rendabel kunnen worden gemaakt.
FEUILLETON.
MARY ROBERTS RIN EHART.
54) —lof-
Ik wist, dat ik over enkele* uren bewusteloos
zou zijn, en als ik niet meer in staat was om te
roepen, zou mijn eenige kans op redding verkeken
zijn. Ik probeerde de bewusteloosheid af te weren
door in de kamer op en neer te loopen, maar ik
had de kracht niet om het vol te houden en ten
slotte ging ik weer op de tafel zitten, met mijn
rug tegen de muur.
Het was stil in huis. Eens dacht ik, dat ik voet
stappen onder mij hoorde, waarschijnlijk in mijn
eigen kamer. Ik greep den stoel beet en beukte er
mee op den vloer. Maar er gebeurde niets; ik
kwam tot liet bittere besef, dat het lawaai, zoo
het al gehoord werd, gehouden zou worden voor
het geklop waarvan we kort geleden zoo geschrok
ken waren.
Het was onmogelijk om na te gaan hoa laat het
zou zijn. Ik probeerde vijf minuten af te meten
door mijn pols te tellen en twee-en-zeventig
slagen per minuut te rekenen. Maar het duurde
ecuwen en tenslotte viel het mij vïoeilijk om
te tellen, mijn hoofd was zoo verward.
En toen hoorde ik beneden in het huis lawaai.
Er was een soort van trillend geluid, dat ik meer
voelde dan hoorde, zooiets als een metorbrand-
spuit in de stad. Een oogenblik dacht ik dat het
huis in brand stond en mijn hart stond haast stil
INGEZONDEN M^DEDEELING.
Speciaal HOEDEN en PETTEN
VOOS ELK 2J«1N KLUS
LeS op deze lichtreclame
- - hoek Pannekoekstiaat.
Sport- en Reispetten fi 0,75
Lakenpetten, kleurhoudend vanaf t 2,50
Gleufhoeden, nieuwste kleuren v.af i 2,75
Stijve Hoeden vanaf 8 2,95
Hooge Hoeden vanaf S 8,50
Veryolg raslag Onderwiizersvergadering.
Conflicten kunnen niet altijd voorkomen worden,
maar dat tegenover het kind de een prijst, wat de
ander afkeurt, de een „fijn" vindt, wat de ander
„belachelijk" oordeelt, dat is gevaarlijk, dat moet
worden vermeden, voorkomen zooveel mogelijk,
doordat er is 'n onderling begrijpen en daardoor
'n onderling waardeeren, zelfs al is rr.en 't met de
motieven van collega niet eens. Ter wille van het
kind moet men met den meesten ernst trachten
van schrik; toen begreep ik het. Het was het ge
ronk van een auto, en Halsey was teruggekomen.
Dat gaf mij weer hoop. Halsey en Gertrude zouden
misschien samen wel slagen in wat Liddy en de
drie detectives niet gelukt was.
Na een poosje leek het er heusch op of ik gelijk
gehad had. Er gebeurde blijkbaar iets beneden;
er werden deuren dichtgeslagen en er drongen op
gewonden stemmen tot mij dcor. ik hoopte dat
ze dichter bij zouden komen, maar na een poosje
hield het geluid op en was er niets dan de stilte
en de hitte en de druk van de muren, die mij
dreigden te verstikken.
De eerste waarschuwing die ik kreeg was een
gemorrel aan den schoorsteenmantel. Ik was op
het punt om een gil te geven, maar zweeg. Mis
schien was ik door ondervinding voorzichtiger
geworden, misschien \yas liet instinct. Wat het ook
was, ik bleef onbewegelijk zitten en hoorde hoe er
iemand in alle stilte met zijn vingers langs het
snijwerk zocht en het verschuifbare paneeltje
vond.
Nu werd het lawaai beneden weer dubbel erg:
ik maakte ér uit op, dat er verscheidene menschen
tegelijk de trap op hepen en toen ze dichter bij
kwamen kon ik hen zelfs verstaan.
„De trappen in het oog houden!" riep Jamieson.
„Verdraaid er is hier geen licht!" En toen weer:
„Allemaal tegelijk'. Een twee drie
De deur van den kofferzolder was blijkbaar van
binnen op slot gedaan. Toen ze hem met vereende
krachten hadden opengebroken en er, te oordeelen
naar het lawaai, een van hen met de deur in de
kamer viel, werd de knop van den schoorsteen
mantel opzij geschoven het stuk ging open
en weer dicht. Nu was ik niet meer alleen in de
naar het begrijpen van den mede-arbeider aan
denzelfden geestelijken arbeid.
Voetangels en klemmen bij menigte, stellig, maar
toch zal men dienen te streven naar het eendrachtig
betreden van den weg. Dat men daarvoor vaak
noodig heeft 'n kennen van eikander, ook in
zooveel mogelijk vriendschappelijken zin, gaf ik
zooeven al door 'n losse opmerking aan en ik
kom er straks nog een oogenblik op terug. Mag
ik hier tevens wijzen op de opvoedkundige waarde
van 't voorbeelddat wij gaven op deze wijze.
Iets van dat samenwerken van Vader en Moeder
mag de leerling wel bespeuren bij degenen, die
hem samen onderwijs geven, en 't zal 'n weldadigen
'nvioed op z'n levensvorming kunnen hebben.
Van het eigenlijke leven der L. School stap ik
nu voorloopig af, om nog enkele woorden te wijden
aan 't begrijpen van de „rijpere jeugd", 'n neolo
gisme, dat binnen betrekkelijk korten tijd een
buitengewoon algemeen vaststaande waarde heeft
verkregen, wel 'n bewijs, dat de gedachten er
zich veel mede bezig houden.
In onze gezinnen, maar ook in 7e en 8e leerj. en
v.v. aan M.U.L.O.-Schoien, in avondscholen, in
Iandbouwcursussen, in allerlei vereenigingen van
jongelui met allerlei doel en van allerlei richting
staan wij hier voor 'n heel belangrijk, maar ook
tevens zeer moeilijk vraagstuk.
In een der laatste nrs. van „Het Kind", redactie
Prof. J. H. Gunning Wzn. tusschen twee haak
jes: 'n veertiendaagsch blad, dat ik gaarne aan
beveel aan ouders en ook aan onderwijzers, al is
't in de eerste plaats voor ouders daar wordt
behandeld de moeilijkheid, dat de 15-jarige oudste
van 'n moeder een meisje uit de 2e klasse (H.B.S.
of Gym.) „aardig v.ndt" en er mee gaat wandelen.
Zeer, zeer interessant, ingaand en ernstig is wat
de Redacteur hierover zegt ik mag 't hier niet
in z'n geheel aanhalen, hoe gaarne ik 't deed
maar ik leg den vinger op 't eenvoudige woord
van één der inzendsters, door Gunning met vol
komen instemming overgenomen: „Houd het ver
trouwen van uw jongen en dan zult u voor hem
den goeden weg wel vinden."
Ik wijs hier op het bekende werk van Jo van
Amers-Küller „De Opstandigen", waarvan dit jaar
reeds de 5e druk verscheen.
Mij frappeerde, dat mijn 25-jarige jongste doch
ter de beteekenis van dat boek geheel anders zag
dan ik. ,,'t Gaat eigenlijk over de emancipatie
van de vrouw, vader", zei ze, en, zeif in 't geheel
geen geëmancipeerde, sprak ze met heel veel in
genomenheid over dat stuk leven. En ik, ik zie
er vvêi in de kwestie der emancipatie, maar niet
alleen van de vrouw, óók van den man, van den
jongeling als dat woord niet te ouderwetsch
klinkt en ik zie er nog n.eer in: de ouderen
verstaan de jongeren niet, zoeken ze niet te ver
staan, willen 't niet, uit principe eerst, uit behoud-
ziekte ook, straks uit lamlendigheid, en dan komen
de gevoigerf voor den dag, 't gaat langs een hellend
vlak; wie nog" vast wil houden, moet dien strijd
met het leven boeten.
Al kent ge dezen roman, die geen roman is, ge
zult mij toch vergunnen enkele momenten er uit
nog even te belichten.
't Vertelt de historie van de familie Coornvelt
in 1840, in 1872 en n 1924.
In 1840 is het de oude Lodewijk Coornvelt, de
echte patriarch, van wiens vrouw 't zelfde gezegd
kon worden als van Sara: „dat zij Abraham is
gehoorzaam geweest, hem noemende haren heer."
L Petr. 3 9.
Maar de kinderen! Nicolaas, die in Engeland
is geweest en daar de'machines heeft zien werken
zijn vader heeft evenwel de teekeningen van
zich afgeschoven en den stoom een werktuig van
den duivel, den asenl van Beëlzebub genoemd.
En Bram is stiekem bezig stoomgetouwen uit te
Voor Allen die Sukkelen
met Verstopping of moeilijken, tragen en
onregelmatigen Stoelgang zijn
Mijnhardi's LaxeertabletSen
onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn.
Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 cent
(Adv.)
geheime kamer. Er was nog iemand in de duister
nis, iemand die zwaar ademhaalde, en die zoo
dicht bij was dat ik hem met mijn hand kon aan
raken.
Ik was verlamd van schrik. Buiten klonken op-
gewenden stemmen en ongeloovige uitroepen. De
koffers werden door elkaar gegooid, de ramen
werden opgengedaan; en de man die bij mij in
de kamer was stond stil en luisterde. Zijn achter
volgers wisten blijkbaar niet wat ze er van denken
moesten; ik hoorde hem diep ademhalen en zich
omdraaien om den weg te zoeken in de duisternis.
En toen raakte hij mijn hand aan.
Een hand in een leege kamer! Hij hield zijn
adem in. Behalve dat hij zijn hand plotseling weg
trok, bewoog hij zich niet. Ik denk dat hij volko
men hulpeloos was van schrik. Toen ging hij
achteruit, langzaam, stap voor stap wijkend voor
de hand in den hoek. Zijn adem kon ik niet
hooren.
Toen hij eenige passen van mij af was, gilde ik
als een krankzinnige, en ze hoorden mij.
In den schoorsteen!" gilde ik. „Achter den
schoorsteenmantel 1 Den schoorsteenmantel."
Met een vloek wierp de man zich op mij en ik
gilde weer. In zijn razernij had hij zich in de
ichting vergist en ik hoorde dat hij tegen den
muur aansloeg. Dien keer ontweek ik hem; ik
liep de kamer door en greep den stoel. Een seccnde
bleei hij staan luisteren, toen kwam hij opnieuw
op mij af en ik sloeg hem met den stoel. Ik denk
dat het hem verdoofde en toen riep er buiten
iemand:
„Wij kunnen er niet in. Hoe
at het open?"
Maar de man in de geheime kamer was van
denken, die tienmaal vlugger afleveren dan die
van Van Doeveren, den concurrent.
En Saartje leest met het Fransche nichtje bij
het licht van een snel slinkend stompje vetkaars,
terwijl ze samen op den rand van het groote bed
zitten in „Notre Dame de Paris", o gruwel! en
ze roept uit: „Ik kan niet uitscheiden, het is zóó
prachtig!" Ze kende wel Bilderdijk en Rhijnvis
Feith en zelfs de „grappige verhaaltjes" van Hil-
debrand, die ze op Davids kamer gevonden had.
Maar Chateaubriand en Walter Scott, Victor Hugo
en Alexandre Dumas, dat was toch wat anders.-
Daar gingen je ooren van gloeien, als je ze las!
Maar dat is het ergste niet. Er spelen zich heel
andere tooneelen af in de erentfeste woning op
het Rapenburg.
En het Fransche nichtje ontworstelt zich aan
den druk, ze ontvlucht de woning, waar ze ver
trouwd had, na den dood harer ouders 'n tehuis
te zuilen vinden.
„Vrij was ze... maar troosteloos eenzaam...
en klein van moed." „En het beeld van het veilige,
besloten huis, den kring van rustige gezichten
bleef haar kwellen met smartelijke duidelijkheid;
om haar heen was de wijde, wijde wereld, donker
en vijandig, nergens een veilige schouder om haar
hoofd aan te verbergen"... hier hebt ge 't con
flict, 't conflict in volle scherpte ja men wil
dat intieme, dat stille wel, maar de ouderen willen
de jongeren niet begrijpen, en de botsing komt,
onvermijdelijk.
In 1872 staat het vraagstuk natuurlijk geheel
anders, maar 't is hetzelfde vraagstuk. Ik doe maar
'n greep: Louis, de zoon van Prof. David Coorn
velt, wordt socialist, en daardoor is voor zijn
vader de kans op een ministerszetel voorgoed ver
keken; en Elize de dochter van Dr. Willem Wijs
man en Keejetje Coornvelt, wordt doctor in de
medicijnen, directrice van een ziekenhuis.
Toen vader Wijsman nog niet vader Wijsman
was, n.aar naar Keejetje Coornvelt vree, had hij
zijn ben inde dikwijls de koorts op het lijf gejaagd
door z'n griezelige doktersverhaien en z'n spelen
met bloedzuigers 't hinderde niet, want vader
had over de hand van zijn dochter te beslissen,
en die wilde het huwelijk en 't huwelijk werd
gesloten. En van Lize zei hij„Of het niet bovenste
best is, als een meisje, voor ze trouwt, wat van
ziekte en verwondingen te weten komt! Dat ze
niet met scheeve handen staat, 'als de nood aan
den man komt of flauw valt, als ze een bloedende
snee ziet?"
En de dochter wil dien wel weg op.
Maar als ze na eenige jaren haar verlangen
te kennen geeft, om in den arbeid van haar vader
te treden, dan is het' mis. Zoolang de dochter zich
in vaders gedachtenkring blijft bewegen, is alles
goed, maar zoodra de dochter smeekt, ja smeek',
dat Vader-ook eens haar denken wil trachten te
begrijpen, dan is het totaal mis. Als zij haar recht
durft laten gelden om het eerlijk te probeeren,
dan antwoordt hij vol verontwaardiging: „Recht!
Sedert wanneer praten kinderen van rechten tegen
hun ouders? Je hebt alleen maar plichten meisje,
en je eerste en voornaamste plicht is gehoorzaam
heid en ontzag."
Straks verlaat ze de ouderlijke woning, maar
schreit het uit: „Toch houd ik zooveel van mijn
lieven vader... toch vind ik het zoo vreeselijk
hem verdriet te doen," en later: Het zal zoo
moeilijk zijn, niet het werk, of de plichten, en zelfs
niet de tegenstand... Maar om zoo eenzaam en
zoo heel anders dan alle anderen te moeten zijn
Hier is 't conflict. Ze verlaat haar moeder, die
zich eens als Jephta's dochter heeft geofferd, maar
nu zegt: „als de "weg, welken gij kiest, u vrede des
gemoeds en zedelijke voldoening geeft, zal het
offer van mijn eigen leven niet tevergeefs zijn
gebracht." Die begreep haar, maar had geen eigen
wil meer.
Ze verlaat haar vader, die haar niet begrijpt,
ook niet begrijpen wil misschien: de grens tusschen
willen en kunnen is vaak zoo heel moeilijk'te
trekken.
En dan komt 1924. Dr. Elize Wijsman heeft
haar levenstaak volbracht en hoopt, na jaren-
langen arbeid in een groot ziekenhuis te Amster
dam, nog eenigen tijd van rust te vinden in het
INGEZONDEN MEDEDEELING
gezin van haar neef Steven Coornvelt. gehuwd
met Dorothea Wisdom, welke laatste lid van de
Tweede Kamer is. De man is een nul vóór de andere
cijfers en nog minder. Hier is 'f conflict over 't
geheel anders gesteld: de kinderen Coornvelts in
het vierde geslacht gaan, met volkomen goed
vinden van de ouders, geheel hun eigen gekozen
weg, evenals de ouders ieder, naast en tegenover
elkander hun eigen weg gaan, en er is in 't geheel
geen sprake meer van elkander begrijpen, in elk
anders denken zelfs belang stellen.
't Conflict komt het sterkst uit m.i. als Kitty
naar Weenen wil, om voor danseuse te worden
opgeleid, en haar vader, die zelf openlijk flirt met
'n vroegere huisgenoote, 25 jaren jonger dan hij,
zich daartegen verzetten wil,
„Maar ik verzeker je (U is je geworden) paps,
dat ik vast en heiiig besloten ben om het te doen
en dat niets... niets verstaat u, me er van zal
weerhouden."
En als z'n inderdaad zoo hartelijk geliefde doch
ter hem zegt, dat ze niet in het land wil blijven
om dat afschuwelijke: „dat je m'n moeder ontrouw
bent... en je belachelijk n.aakt,'" dan komt hij
in de eenzaamheid tot het zelfonderzoek, dat het
zijn eigen niet te dragen schuld zou zijn, als het
mis ging n.et haar."
Maar tot begrijpen komt het niet.
En at de jonge menschen uit het gezin, dat
geheel op modernen voet leeft, komen met het
volstrekt onvoldane van hun leege leven tot „tante
Dok," zooals ze de lieve nieuwe huisgenoote noe
men eh zij begrijpt hen niet.
Er zijn daar enkele groote, geweldige vragen
gesteld. Maar hoevele stelt de rijpere jeugd er niet.
Waarom mag ik niet fietsen op Zondag? Wat is
er nu eigenlijk tegen een „gemengd kamp?" Wat
tegen gemengde baden? Waarom mag ik m'n
haar niet laten afknippen? Vader, is God niet
onrechtvaardig, ais hij de zonden der vaderen
bezoekt aan het derde en vierde gelid? Moeder,
ik geloof alles wat in den Bijbel staat... maar
nu ben ik er nog niet. Waarom is dienstweigering
verkeerd?De sexueele vraagstukken, de infor-
matiën naar leven en sterven, naar schepping of
wording, ze liggen hier opgestapeld. O, zeker, 't
geheele leven door blijven vele er van raadsleen,
maar als 't jonge leven begint te bruisen, dan
staan ze met zooveel brute levendigheid voor de
jonge geesten, en, als die niet hebben geleerd, zich
in te sluiten in zich zeh, dan moet op de eene of
andere manier een antwoord worden gezocht.
Weet ge, wat 'n heel belangrijke factor is? 't
Geen Pierson ons ais ideaal voorhield.
Wijlen Prof. J. H. Gunning bracht de verschil
lende verhoudingen tot de verleiding eens op de
volgende wijze in beeld:
Theseus moest vareïi voorbij het eiland der
sirenen. Hij kende het gevaar, stopte zijn mede-
schepelingen de ooren vol was en liet zich zelf
aan den mast vastsnoeren. Toen ze de verleiding
naderden, had het scheepsvolk geen ooren en
bleef indolent, Theseus bleef gebonden, hoe hij
ook worstelde, gebonden door doode krachten.
Anders handelde Orpheus. Hij greep zijn lier'
en hoe luider het lied der verlokkende zangnimfen
opzong, des te krachtiger klonk het tokkelen der
snaren en het overstemde het koor der verleidende
jonkvrouwen.
Hij (Gunning) zeide: wat de lier was voor den
Griek is het kruis voor den Christen; ik zou in ons
verband willen zeggen: de sfeer van het huis
tactiek veranderd. Ik voelde dat hij heel lang
zaam op mij toesloop, maar ik wist niet uit welke
richting. En toen greep hij mij. Hij legde zijn
hand op mijn mond, en ik beet hem. Ik was hul
peloos, ik stikte haast en er was iemand bezig om
van buiten af door den schoorsteenmantel heen
te breken. Er scheen al iets geweken te zijn, want
er kwam een heel dun lichtstraaltje door het hout.
Toen hij dat zag liet de man mij los; toen draaide
plotseling volkomen geruischloos de tegenover
liggende muur open, ging even geruischloos dicht
en ik was weer alleen. De onbekende was ver
dwenen.
„In de kamer hiernaast!" riep ik opgewonden.
„Hier naast!" Maar mijn stem werd niet gehoord
door het geklop op den schoorsteenmantel. Toen
ik er eindelijk in slaagde mij verstaanbaar te
maken, waren er al een paar n inuten voorbij.
Toen holden allen naar dat andere vertrek, be
halve Alex, die doorwerkte tot hij mij bevrijd had.
Toen ik weer veilig en wel op den koffcrzolder
stond, hoorde ik hen beneden loopen.
Na al zijn inspanning om mij te bevrijden nam
Alex heel weinig notitie van me. Hij sprong door
de opening in de geheime kamer en greep de
draagbare brandkast.
Ik zal dit in de kamer van meneer Halsey zet
ten, juffrouw Innes, "zei hij, „en ik zal er een van
de detectives de wacht bij laten houden.
Ik verstond hem nauwelijks. Ik kon wel lachen
en huilen tegelijk en ik wilde naar bed en een kop
thee drinken, en Liddy een standje geven, en de
duizend-en-een dingen doen, die ik bijna nooit
meer had kunnen doen. En de lucht. De koele
avondlucht op mijn gezicht!"
Toen Alex en ik op de tweede verdieping waren
gekomen, kwam Jamieson ons tegemoet. Hij was
kalm en ernstig en knikte begrijpend toen hij het
brandkastje zag.
„Wilt u een oogenblik meegaan, juffrouw Innes?
vroeg hii en toen ik toestemde ging hij mij voor
naar den oostelijken vleugel. Beneden liepen ze
met lampen rond en er stonden een paar dienst
boden bij de trap te kijken. Ze gilden toen ze mij
zagen en weken achten it. Alex mompelde iets
achter mij dat ik niet verstaan kon en liep mij
zonder plichtplegingen voorbij. Toen zag ik dat
er iemand onder aan de trap lag en dat Alex
zich over hem heen boog.
Terwijl ik langzaam naar beneden kwam, ging
Winters op zij en Alex weer rechtop staan en keek
mij aan.
Hij had een grijze pruik in zijn hand en voor
mij op "den vloer lag de man wiens grafsteen op
het kerkhof in Casanova stond Paul Armstrong.
Winters vertelde mij met enkele woorden wat
er gebeurd was. In zijn snelle vlucht langs de
wenteltrap, met Winters vlak achter hein aan,
was Paul Armstrong voorover geslagen, met zijn
hoofd tegen de deur van de veranda, en had
blijkbaar zijn nek gebroken. Hij was al dood toen
Winters bij hem kwam.
Toen de detective uitgesproken was, zag ik
Halsey bij de deur van het speelzaaltje staan en
verloor ik voor het eerst dien avond mijn zelf-
beheersching. Ik sloeg mijn armen om mijn jongen
heen en een oogenblik moest hij mij steunen. En
'n oogenblik later zag ik over Halsey's schouder
heen iets, wat mij weer op een heel andere manier
opwond, want achter hem, in het donkere speel
zaaltje, stonden Gertrude en Alex, de tuinman
en hij kuste haart Wordt vervolgd.)