ftWVITV.'V Dot's KWATIA WOENSDAG 27 OCTOBER 1926 DE WENTELTRAP JAW REEPEN Pluimveeteelt. Prijs per kwartaal. I Losse nummersf 0,07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een muximum yan 10 regels elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 8E JAARGANG. - N°. 99 De week van Ford. Waarachtig, we zijn nog niet oud, heb ben nog geen vier kruisjes noodig om onzen leeftijd te schrijven, en tóch lijken vele toestanden en verhoudingen uit vroege jeugd zóó verre achter ons, als waren het herinneringen uit tijden van menschen- geslachten terug, herinneringen, opgewekt door het lezen van geschiedenisboeken. Oorlog, revolutie, revolutiedreiging en economische ontreddering hebben in enkele jaren op politiek en sociaal gebied eene evolutie geschapen, die in normale omstandigheden een eeuw-duur zou heb ben vereischt. 't Zijn nóg jonge mannen, zij, die zich herinneren kunnen, dat de .normale" arbeidsdag er een van 12—14 uur was. De leuze der sociaal-democraten .Op, voor den 8-urendag!" leek een onvervulbare utopie, een onwezenlijke verwachting van de regeeringen van een onmogeiijken heilstaat. De Katholieke democraten wil den zich in hun wenschen meer tot het bereikbare bepalen en daarom schaarden ze zich eendrachtig achter Mr. Aalberse, die in de Tweede Kamer al wat conser vatief was tegen zich in het harnas joeg door een motie voor te stellen, waarbij de wenschelijkheid werd uitgesproken van een wettelijke regeling van den 10 urigen arbeidsdag 1 Dat alles gebeurde nog maar een 15 jaren geleden, maar hoever ligt het ach ter ons. Wat een onwezenlijke verwachting leek, is al lang werkelijkheid gewordende 8- urige arbeidsdag is normaal. We gingen zelfs verder: de Engelsche Zaterdag werd ingevoerd en thans heeft Ford illusies ge wekt van een weck van 5 werkdagen. In zijn fabrieken werd de illusie reeds wer kelijkheid en de gedachte is als leuze reeds door de Amerikaansche arbeiders over genomen. Er is wel reden om zich af te vragen, waar we heen gaan. Ons artikel wil vol strekt geen requisitoir tegen den 8-uren dag zijn. De 8-urendag moet als norm gewaardeerd worden; het leven behoort met méér gevuld tc zijn dan met werken en slapen. We zouden het echter verkeerd achten, als men van een streven om den werkdag te normaliseeren op een rede lijken iduur, overging tot een pogen om den arbeidsduur zooveel mogelijk te be korten en daarbij van toevallige economi sche omstandigheden gebruik te maken. Een te sterke bekorting van den arbeids dag heeft ook nadeelen. De illusies, die men gekoesterd heeft over de wijze, waar op de arbeiders hun meerderen vrijen tijd zouden besteden, werden op geen stukken na vervuld. Er zijn tal van vereenigingen, die zich hun geestelijke ontwikkeling ten doel stellen, leeszalen en bibliotheken zijn overal verrezen en wel wordt van al die instellingen een nuttig gebruik gemaakt, maar toch slechts door de besten, betrek kelijk weinigen, een zéér gering percen tage van het groote aantal, dat de gelegen heid tot ontwikkeling geboden is. We vinden het verschijnsel trouwens niet abnor maal; de meeste menschen hebben geen lust tot studie, omdat ze er de hersenen niet voor hebben, wat voldoende is om ze volkomen te excuseeren. Ieder mensch is aan zich zelf en aan de maatschappij ver plicht zich- een zekere ontwikkeling eigen te maken, maar 't zou dwaasheid zijn om menschen tot bijzondere studies te bewe gen, die daartoe geen geschiktheid hebben. Nu zijn er werkzaamheden, die zoo zwaar zijn, dat een 8 urige arbeidsdag volstrekt niet te kort geheeten mag wor den, omdat de vrije uren voorrust onont beerlijk zijn. In vele andere bedrijven zijn de werkzaamheden wel niet zwaar, doch zoo eentonig en dus geestdoodend dat 8 uren daags er ook welletjes is. Maar, de arbeiders van de laatstbedoelde categorie zijn nochthans niet vermoeid en voor zoo ver ze geen bekwaamheid of lust tot studie hebben, werkt de vele vrije tijd demora- liseerend op ze, indien ze luieren, en leidt die vrije tijd tot maatschappelijke uitwas sen, indien ze zich met hun energie op andere werkzaamheden toeleggen. Veel werkloosheid ontstaat, doordat arbeiders vaak nevenbetrekkingen bekleeden. De handeldrijvende middenstand ondervindt veel last van al de kleine winkeltjes in het bijzonder ter verkoop van sigaren welke gedreven worden door arbeiders. Het assurantievak is bijna geheel verknoeid en biedt nog slechts aan weinigen een volledig bestaan, doordat 'n agentschap" een zeer algemeen nevenbaantje is gewor den. De kantoor-avondbetrekkingen zijn legio. Te ontgaan zijn die uitwassen niet, want indien de werkzaamheden niet te zwaar zijn, dan is de 8-urige arbeidsdag voor ijverige menschen wel de grens ge bleken, tot welke de arbeidsduur mag worden beperkt. Wie over zijn vrijheid beschikt, in eigen zaken is of zelf zijn arbeidstijd regelen mag, stelt zich in het algemeen niet met 8 uren tevreden; ook doen dat niet de vereenigingsbestuurderen, de schrijvers en politici, die zich geroepen achten om voor de arbeidsbeperkingvan anderen te ijveren. Laten we ons daarom wachten voor het najagen van slechts schijnbare successen, als de voortdurende bekorting van arbeids- j en -week. Een mooi doel is bereikt, maar nu moeten we ons beheerschen. Voor den mensch is arbeid éven noodig als eten, drinken of slapen. De energie, die in ons is, moeten we verwerken en als we dat niet in normalen arbeid kunnen doen, zullen we buitengewone bezigheden zoe ken, die de economische orde verstoren. FEUILLETON. MARY ROBERTS RINEHART. 51) M- Maar cr gebeurde niets en tenslotte ging ik door met mijn werk en begon ik de opening wat grooter te maken. Ik bereikte cr niets mee. Toen ik een brandende kaars achter de opening hield zag ik precies het zelfde als aan den anderen kant van den schoor steen een opening tusschen den achtermuur en den schijnmuur, ongeveer een kleine twee meter lang en één meter breed. Het leek niets op een geheime kamer en het was duidelijk tc zien dat er nooit iemand in geweest was, sedert 't huis ge bouwd was. Het was een verschrikkelijke teleur stelling. Meneer Jamieson was van meening dat het ge heime vertrek, als cr een was, zich ergens in de buurt van de wenteltrap moest bevinden. Ik begon te gelooven dat hij gelijk had, toen mijn oog plotseling viel op den schoorsteenmantel en de stookplaats. Deze laatste was blijkbaar nooit ge bruikt; hij was afgesloten met een metalen vuur scherm, cn pas toen ik dit niet verplaatsen kon, en er bij nader onderzoek bleek dat het de bedoe ling was dat het onbewegelijk vast zou zitten, kreeg Ik weer hoop. Ik liep naar de kamer die er aan grensde. En ja, daar was precies zoo'n schoorsteenmantel, pre cies zoo'n stookplaats en een dito scherm. In beide Week-revue. Binnenland. Van zeer officieele zfjde de Nederland- sche Justitie wordt de pers tegenwoordig van interessante, graag gelezen, dus zeer gewaardeerde engratis copie voorzien, waartoe blikbaar het instituut van de Politie rechtbank in het leven is geroepen. Oorspron kelijk heette het, dat de vinding den achter stand in de berechting moest opheffen en indruk maken op de daders van kleine mis- drljfjes, door ze in den kortst mogelijken tijd voor den vertegenwoordiger der wreken de gerechtigheid te voeren. Maar eilacie, de zittingen van den politierechter zijn gewor den tot een publieke vermakelijkheid, betref fen het opvoeren van talrijke kluchtige een- actertjes en wie verhinderd is om door per soonlijke tegenwoordigheid het gebodene te genieten, wordt in zijn lijfblad onthaald op een nauwkeurig relaas van wet en „tot lee- ringhe ende vermaack" van oud en jong ten beste gegeven is. De achterstand in de berechting lijkt vol komen ingehaald, want de politierechters houden zich bezig met de behandeling van de meest onbenullige zaakjes, die voorheen nimmer der moeite waard geoordeeld zyn om door gewichtige heeren in toga en met bef onderzocht en beoordeeld te worden. Men leest geregeld van burenruzietjes of van min-vriendelljke woorden, die vrouwen uit zekere wijken elkaar toevoegen iets wat in haar milieusfeer „gewoon" dan „misdadig" geheeten moet worden drama's, waarin dan getuigen charge en decharge worden opgeroepen, waarin de „slachtoffers" al hun best doen om de „daders" te ontlasten, omdat ze, 24 uur na het „voorval", het sop de kool al niet meer waard vonden, waarin de verdachte een gefuifde held wordt en alle getuigen hun best doen om door een note comique het drama tot een blijspel om te zetten. Vorige week b.v. werd na een uitvoerige behandeling een juffrouw uit Gouda tot 10,- boete veroordeeld. In het volksbuurtje, waar in ze woonde had ze een passeerende buur vrouw toegevoegd: „Ga je vuile soepjurk wasschen." „Was-tie èrg vuil?" vroeg de politierechter. „Nou, en öf 1" zei de verdachte met nadruk. .Strafzaken" van zulken omvang worden tegenwoordig geregeld verhandeld. Ze zyn o.i. niet in staat om de vrees „met politie handen in aanraking te komen" bijzonder te versterken. Er wordt een grapje van gemaakt en een „vonnis" te krijgen is geen schande meer. Laten we de statistieken onzer criminaliteit niet zoo on flatteus opvoeren door in strafgedingen zaken te betrekken, die ter afdoening overgelaten moeten - niet aan den politierechter maar aan het goed moedig en kalmeerend woord van den politie agent. Heel wat Hollandsche jonge meisjes met rijke phantasie, die met hun gedachten zoo gaarne in, het land der droomen verwijlen, zijn van deweekuitgeloopen om den „echten" Oosterscben priDS te zien, die viaÉDgeJaDd tot ons gekomen was, gekleed in Arabisch sprookjesgewaad, om het regeerend hoofd der Lage Landen te komen bedanken voor de erkenning van zijn papaatje als koning van Hedzjas. De sprookjesprins zag er vrien delijk uit en glimlachte goedig, zoodat we mogen verwachten, dat hy zijn doorluchtigen vader, den beheerscher van groote woestynen en een tjokvollen harem, veel vriendelijks van ons land te vertellen zal hebben. Vriend kamers sprong de schoorsteen een heel eind naar voren. Ik begon het op te nieten, en mijn handen beefden zóó, dat ik den centimeter nauwelijks kon vasthouden. In iedere kamer stak de schoorsteen bijna een meter uit, dus met den meter tusschen- ruimtc tusschen de muren mee, was dit bijna drie meter in de andere richting wat een enorme schoorsteen! Maar ik wist nu pas waar de geheime kamer was. Ik was er nog niet in cn drukken op het snijwerk van de schoorsteenmantel, en het zoeken op den vloer naar losse planken leverde niets op. Dat er een manier moest zijn om er te komen, cn waarschijnlijk een heel eenvoudige manier, daar van was ik overtuigd. Maar hoe dan? Had de detective gelijk, en lagen het geld en de effecten van de Handelsbank daar? Of was onze heelc veronderstelling cr naast? Zou Paul Armstrong zijn buit niet meegenomen hebben? En als dat niet zoo was, en dokter Walker kende zijn geheim, dan zou hij toch zeker weten hoe hij in den schoor steenmantel moest komen. Wie had dan het andere gat In den muur gemaakt? HOOFDSTUK XXXII. Waf Anne Watson vertelde. Terwijl wij aan de koffietafel zaten, ontdekte Liddy het nieuwe gat in den muur en gillend liep ze de trap af. Ze beweerde dat toen zij op den kofferzolder kwam onzichtbare handen bezig waren met het wegbreken van het pleisterwerk dat te er mee waren opgehouden toen zij tiaar binnen liep cn dat ze toen een kouden, vochtigen luchtstroom had gevoeld. Om haar verhaal kracht bij te zetten bracht ze mijn natte, modderige schoenen mee, die ik helaas verzuimd had te ver stoppen cn liet ze aan den detective cn mij zien. „Wat heb ik u gezegd?" zei ze op dramatischen toon. „Kijk nu eens. Het zijn uw laarzen, juffrouw Rachel vol modder en doorweekt I Jk zeg maar, u kunt spotten zooveel als u wilt, maar iets heeft uw schoenen aangehad. Zoo zeker als u daar zit, ruiken ze naar een kerkhof! Wie weet of ze van nacht niet over het kerkhof van Casanova ge- loopen hebben!" Jamieson stikte bijna van het lachen. „Het zou me heelemaal niet verbazen, Llddy," zei hij, toen hij weer op adem was gekomen. „Ze zien er wel naar uit." Ik geloof dat de detective met een plan rond liep, dat hij ten uitvoer wilde brengen, en dat np slag de oplossing moest brengen. Maar er ge beurde zooveel en dat zoo snel achter elkaar, dat hij er geen tijd voor had. In de eerste plaats werd er opgebeld door het ziekenhuis in de stad dat Juffrouw Watson stervende was en om mij gevraagd was. Het lokte mij niets aan, maar ik ging. Toen ik vertrok, waren Jamieson en een der andere detectives bezig oni iederen vierkanten centimeter van de wenteltrap te onderzoeken en ze waren overal in de buurt aan 't kloppen cn onderzoeken en nieten. Inwendig verheugde ik mij op de manier waarop Ik hen 's avonds verrassen zou; cn ik heb hen verrast en hoel Ik reed van het station naar het ziekenhuis en werd in de kamer gelaten waar juffrouw Watson lag. Ze was heel zwak en ze deed alleen maar haar oogen open en keek mij aan toen ik ging zitten. Ik had diep berouw. schappelijke betrekkingen met dezen Ooster- schen vorst zyn voor ons van belang, omdat hij sinds de afschaffing van het kalifaat een der invloedrykste en machtigste Mahome- danen is en de beschermer der Heilige Plaat sen, waarheen jaarlyks tienduizenden inlan ders uit ons Indië ter beêvaart gaan. Een prins en een princes van Nederland- schen bloede, een zoon en een dochter der Koninklijke Kunsten, zijn op enthousiaste wjjze gehuldigd. Mevr.deMann-Bouwmeester viert feest om haar... afscheid van het too- neel; 't lijkt parodoxaal, feest te vieren om een afscheid, maar zij mag het doen, omdat op haar hoogen leeftyd als actieve mede werkster der Tooneelkunst na een roemvolle carrière heengaat, niet omdat zij door ouder dom ongeschikt werd, maar alleen omdat ze het recht van rust incasseert, terwyi ze nog volkomen in staat is om met haar spel te beantwoorden aan elke redely ke verwachting, die we van een talentvolle artiste koesteren mogen. De kunstenaar, die gehuldigd werd, was de heer Braakensiek; hij gaat nog niet heen, gelukkig, maar werd geëerd om het feit, dat hy 40 jaar lang de „politieke prent" van de groene Amsterdammer verzorgde. Als zoo danig heeft hy ten volle zyn artistieke ver mogens kunnen ontplooien; de caricatuur- kunst, die bij den aanvang van zyn optreden niet byzonder hoog stond in ons land, heeft hy tot ongekende ontwikkeling gebracht. De caricaturist ontziet in het algemeen niets en niemand en Braakensiek heeft zeer zeker vriend noch vyand gespaard, maar nochthans was niemand ooit verontwaardigd als de stift des kunstenaars hem in een raak beeld den volke te kqk gesteld had, want Braakensiek kon wel treffen, maar hij wondde niet. In onze mynindustrie is men tot overeen stemming gekomen, zoodat we niet voor eene staking behoeven te vreezen. Die had voor heel het land catastropheel kunnen worden, want ook zonder zoo'n staking on dervinden we op het oogenblik al het groote ongerief van een tekort aan kolen. Alle voorraden in Europa zyn tengevolge van de Engelsche staking opgeruimd, tegen goede pry'zen 1 Overal moet dus hard gewerkt worden om in de des winters sterk sty gende behoeften van eigen land te voorzien, zoodat van invoer in ons land geen sprake kan zijn, terwyl de productie van Limburg nog ver beneden het benoodigde blijft. De kolen zullen dus duur en schaarsch worden en 't is niet onmogeiyk, dat in verschillen de industriön moeiiykheden door kolenge- brek zullen ontstaan. Buitenland. De bankiers zyn er weer eens op uit c wereld te redden 1 Een keur flnancieele spe cialiteiten uit alle landen, ook uit de Yer. Staten, zyn ons komen vertellen, dat Europa slechts door vrijhandel te redden is. Zelfs de Amerikaanscbe bankiers zyn 't daarover eens, maar ze achten het middel alleen voor export geschikt; de toren-hooge tol muren om de Vereen. Staten moeten on aangetast biyven. Viyhandel zou inderdaad misschien in staat zijn om meer welvaart te brengen en de energie der volkeren te prikkelen, maar 't is er mee als met de ontwapening. In ternationale ontwapening is 'n ideaal, maar wie het leger afschaft vóór de buren het ook doen, stelt zich aan den aanval bloot. Merkwaardig is het besluit der Noorsche bevolking om terug te komen op de droog legging van het land, waartoe hethaarwensch te kennen gaf met 500 duizend tegen 400 duizend stemmen. De drooglegging is er trouwens nooit volkomen geweest, want de verkoop van drank met minder dan 21 alcohol was niet verboden. De erkenning, dat dwingende bepalingen in zake drank verkoop in de practyk niet het gewenschte resultaat gaven, bevat ook een les aan de Ver.Staten, waar immer méér oppositie tegen de drooglegging ontstaat, eene drooglegging, die de zucht naar drankgebruik niet beteu geld heeft, maar verheven tot een -sportief streven. Wij waren zoo vervuld geweest van andere dingen, dat ik dit arme schepsel aan haar lot had overgelaten zonder ook maar ooit bericht te sturen. De verpleegster gaf haar een drankje in en na ccn poosje was ze in staat om te spreken. Maar haar verhaal was zoo onsamenhangend en verward, dat ik het maar met mijn eigen woorden zal over tellen. Een uur nadat ik het ziekenhuis was binnen gegaan had ik een droevige geschiedenis gehoord, en een vrouw zien wegzakken in de bewusteloos heid, die een voorbode is van den naderenden dood. In het kort vertelde de huishoudster dit: Ze was bijna veertig jaar oud en was de pleeg moeder geweest van een groot gezin. Een voor een waren zij gestorven en begraven naast hun ouders in een klein stadje in het westen. Er was nog maar één zuster over, de jongste, Lucy. De oudere zuster had haar verzorgd en vertroeteld. Toen Anne twee en dertig was, cn Lucy negentien, was er een jongmcnsch in het stadje verschenen. Hij was op reis naar het oosten, nadat bij den zomer had doorgebracht op een beroemde „ranch" in Wyoming een van die oorden waar rijke menschen hun ondegelijke zoons heen sturen, om eens een tijd lang een gezond leven te leiden in de open lucht. De zusters wisten van dit alles na tuurlijk niets af en het jongmensch viel zeer bij haar in den smaak. En 't eind van het liedje was dat, zeven jaar geleden, Lucy Hawell getrouwd was met een jongmcnsch, wiéns naam heette te zijn: Aubrey Wallace. Anne Hawell was met een timmerman getrouwd geweest, en was weduwe. Drie maanden lang ging alles goed. Aubrey nam zijnljonge vrouw mee naar Chicago, waar ze in een hotel woonden, Misschien stond haar eenvoud, die hem juist too had aan- INGEZONDEN MEDEDEELING. Slechts één merk kan't beste zyn Vragen, deze rubriek betreffende, kun nen door ome abonné's gezonden worden aan „De Combinatie", Westersingel 27a, Rotterdam Postzegel van 10 ct. insluiten. (Nadruk verbodenk. Pokken en diphteritis. Ze heerschen weer in erge mate, deze vreeseiyke kippenziekten, waaraan in het natte, gure najaar niet te ontkomen schynt. Toch, in werkeiykheid zijn die plagen te ontgaan en tydig genoeg hebben we er onze lezers over ingelicht, boe ze hun dieren door enting met het serum van Dr L de Blieck en Dr. F. van Heelsbergen immuun (onvat baar) konden maken. Honderdduizenden die ren worden er jaariy bs mee behandeld en 't is gebleken, dat de metbode beslist afdoende is, mhar nog meer honderdduizenden zyn niet op de geschetste wyze tegen de dreigende ziekte gevaren beschermd. Vele kippenhouders verzuimen de enting uit onkunde, voor andere, die voor het be oogde doel geen samenwerking met meerdere pluimveehouders kunnen krijgen, komt ze te duur, maar de meesten biyven nalatig uit onverschilligheid en maken zich wys, dat 't zoon vaart wel niet loopen zal. Welnu, de berichten in de dagbladen en de vele brieven die by ons binnenkomen, leeren ons anders. De ziekten heerschen weer onrustbarend. Pokken en diphteritis worden „de" kippen ziekten geheeten, eerstens omdat ze al thans vóór de vinding van het bovenge noemde serum niette vermijden schenen en tweedens om de vreeselyke gevolgen De besmetting grijpt snel om zich been, bet ziekteproces is zeer laDgdurig van aard. vele dieren sterven er aan, andere hervatten den leg niet meer en alle gaan in productiviteit achteruit. Kuikens, uit eieren vanz.g.genezen getrokken op het platteland, hem hier in de stad tegen. Hij was zelf gedurende die drie maanden allesbehalve een model-echtgenoot geweest, en toen hij verdween was Anne bijna dankbaar. Met de jonge vrouw was het echter anders. Ze kwijnde weg en stierf bij de geboorte van haar zoontje. Anne nam het kind tot zich en noemde hem Lucien. Anne had zelf geen kinderen en had al haar ongebruikte moederliefde aan Lucien gegeven. Een ding stond echter bij haar vast: Aubrey Wallace moest de opvoeding van zijn eigen zoon betalen. Het hoorde bij haar liefde voor het kind. dat ze ook eerzuchtig voor hem was; hij moest het zoo goed mogelijk hebben. En ze reisden dus naar het Oosten. Hier en daar bleef ze een poosje, verdiende den kost met naaien en hield den jongen bij zich. Ten slotte kwam ze echter tot de conclusie dat huishoudelijk werk het eenige was, dat ze goed kende en ze bracht den jongen onder in een soort tehuis, toen ze een betrekking kon krijgen als huishoudster bij de familie Armstrong. Daar ont dekte ze Lucien's vader, maar ditmaal onder zijn waren naam. Het was Arnold Armstrong. Ik maakte uit haar verhaal op, dat Anne hem toentertijd niet bepaald vijandig gezind was. Ze vertelde hem van den jongen en dreigde hem, dat ze alles openbaar zou maken, als hij niet voor het kind zorgde. Een poosje deed hij dit ook Toen besefte hij dat Lucien voor deze vrouw onmisbaar was. Hij kwam er achter waar het kind zich bevond en dreigde hem daar te zullen weghalen. Anne was radeloos. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1926 | | pagina 1