ftWVITV.'V
Dot's KWATIA
WOENSDAG
27 OCTOBER 1926
DE WENTELTRAP
JAW REEPEN
Pluimveeteelt.
Prijs per kwartaal. I
Losse nummersf 0,07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een muximum
yan 10 regels elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
8E JAARGANG. - N°. 99
De week van Ford.
Waarachtig, we zijn nog niet oud, heb
ben nog geen vier kruisjes noodig om
onzen leeftijd te schrijven, en tóch lijken
vele toestanden en verhoudingen uit vroege
jeugd zóó verre achter ons, als waren het
herinneringen uit tijden van menschen-
geslachten terug, herinneringen, opgewekt
door het lezen van geschiedenisboeken.
Oorlog, revolutie, revolutiedreiging en
economische ontreddering hebben in
enkele jaren op politiek en sociaal gebied
eene evolutie geschapen, die in normale
omstandigheden een eeuw-duur zou heb
ben vereischt.
't Zijn nóg jonge mannen, zij, die zich
herinneren kunnen, dat de .normale"
arbeidsdag er een van 12—14 uur was.
De leuze der sociaal-democraten .Op, voor
den 8-urendag!" leek een onvervulbare
utopie, een onwezenlijke verwachting van
de regeeringen van een onmogeiijken
heilstaat. De Katholieke democraten wil
den zich in hun wenschen meer tot het
bereikbare bepalen en daarom schaarden
ze zich eendrachtig achter Mr. Aalberse,
die in de Tweede Kamer al wat conser
vatief was tegen zich in het harnas joeg
door een motie voor te stellen, waarbij
de wenschelijkheid werd uitgesproken van
een wettelijke regeling van den 10 urigen
arbeidsdag 1
Dat alles gebeurde nog maar een 15
jaren geleden, maar hoever ligt het ach
ter ons.
Wat een onwezenlijke verwachting leek,
is al lang werkelijkheid gewordende 8-
urige arbeidsdag is normaal. We gingen
zelfs verder: de Engelsche Zaterdag werd
ingevoerd en thans heeft Ford illusies ge
wekt van een weck van 5 werkdagen. In
zijn fabrieken werd de illusie reeds wer
kelijkheid en de gedachte is als leuze reeds
door de Amerikaansche arbeiders over
genomen.
Er is wel reden om zich af te vragen,
waar we heen gaan. Ons artikel wil vol
strekt geen requisitoir tegen den 8-uren
dag zijn. De 8-urendag moet als norm
gewaardeerd worden; het leven behoort
met méér gevuld tc zijn dan met werken
en slapen. We zouden het echter verkeerd
achten, als men van een streven om den
werkdag te normaliseeren op een rede
lijken iduur, overging tot een pogen om
den arbeidsduur zooveel mogelijk te be
korten en daarbij van toevallige economi
sche omstandigheden gebruik te maken.
Een te sterke bekorting van den arbeids
dag heeft ook nadeelen. De illusies, die
men gekoesterd heeft over de wijze, waar
op de arbeiders hun meerderen vrijen tijd
zouden besteden, werden op geen stukken
na vervuld. Er zijn tal van vereenigingen,
die zich hun geestelijke ontwikkeling ten
doel stellen, leeszalen en bibliotheken zijn
overal verrezen en wel wordt van al die
instellingen een nuttig gebruik gemaakt,
maar toch slechts door de besten, betrek
kelijk weinigen, een zéér gering percen
tage van het groote aantal, dat de gelegen
heid tot ontwikkeling geboden is. We
vinden het verschijnsel trouwens niet abnor
maal; de meeste menschen hebben geen
lust tot studie, omdat ze er de hersenen
niet voor hebben, wat voldoende is om ze
volkomen te excuseeren. Ieder mensch is
aan zich zelf en aan de maatschappij ver
plicht zich- een zekere ontwikkeling eigen
te maken, maar 't zou dwaasheid zijn om
menschen tot bijzondere studies te bewe
gen, die daartoe geen geschiktheid hebben.
Nu zijn er werkzaamheden, die zoo
zwaar zijn, dat een 8 urige arbeidsdag
volstrekt niet te kort geheeten mag wor
den, omdat de vrije uren voorrust onont
beerlijk zijn. In vele andere bedrijven zijn
de werkzaamheden wel niet zwaar, doch
zoo eentonig en dus geestdoodend dat 8
uren daags er ook welletjes is. Maar, de
arbeiders van de laatstbedoelde categorie
zijn nochthans niet vermoeid en voor zoo
ver ze geen bekwaamheid of lust tot studie
hebben, werkt de vele vrije tijd demora-
liseerend op ze, indien ze luieren, en leidt
die vrije tijd tot maatschappelijke uitwas
sen, indien ze zich met hun energie op
andere werkzaamheden toeleggen. Veel
werkloosheid ontstaat, doordat arbeiders
vaak nevenbetrekkingen bekleeden. De
handeldrijvende middenstand ondervindt
veel last van al de kleine winkeltjes
in het bijzonder ter verkoop van sigaren
welke gedreven worden door arbeiders.
Het assurantievak is bijna geheel verknoeid
en biedt nog slechts aan weinigen een
volledig bestaan, doordat 'n agentschap"
een zeer algemeen nevenbaantje is gewor
den. De kantoor-avondbetrekkingen zijn
legio. Te ontgaan zijn die uitwassen niet,
want indien de werkzaamheden niet te
zwaar zijn, dan is de 8-urige arbeidsdag
voor ijverige menschen wel de grens ge
bleken, tot welke de arbeidsduur mag
worden beperkt.
Wie over zijn vrijheid beschikt, in eigen
zaken is of zelf zijn arbeidstijd regelen
mag, stelt zich in het algemeen niet met
8 uren tevreden; ook doen dat niet de
vereenigingsbestuurderen, de schrijvers en
politici, die zich geroepen achten om voor
de arbeidsbeperkingvan anderen te ijveren.
Laten we ons daarom wachten voor het
najagen van slechts schijnbare successen,
als de voortdurende bekorting van arbeids-
j en -week. Een mooi doel is bereikt,
maar nu moeten we ons beheerschen. Voor
den mensch is arbeid éven noodig als
eten, drinken of slapen. De energie, die in
ons is, moeten we verwerken en als we
dat niet in normalen arbeid kunnen doen,
zullen we buitengewone bezigheden zoe
ken, die de economische orde verstoren.
FEUILLETON.
MARY ROBERTS RINEHART.
51) M-
Maar cr gebeurde niets en tenslotte ging ik
door met mijn werk en begon ik de opening wat
grooter te maken.
Ik bereikte cr niets mee. Toen ik een brandende
kaars achter de opening hield zag ik precies het
zelfde als aan den anderen kant van den schoor
steen een opening tusschen den achtermuur en
den schijnmuur, ongeveer een kleine twee meter
lang en één meter breed. Het leek niets op een
geheime kamer en het was duidelijk tc zien dat er
nooit iemand in geweest was, sedert 't huis ge
bouwd was. Het was een verschrikkelijke teleur
stelling.
Meneer Jamieson was van meening dat het ge
heime vertrek, als cr een was, zich ergens in de
buurt van de wenteltrap moest bevinden. Ik begon
te gelooven dat hij gelijk had, toen mijn oog
plotseling viel op den schoorsteenmantel en de
stookplaats. Deze laatste was blijkbaar nooit ge
bruikt; hij was afgesloten met een metalen vuur
scherm, cn pas toen ik dit niet verplaatsen kon,
en er bij nader onderzoek bleek dat het de bedoe
ling was dat het onbewegelijk vast zou zitten,
kreeg Ik weer hoop.
Ik liep naar de kamer die er aan grensde. En
ja, daar was precies zoo'n schoorsteenmantel, pre
cies zoo'n stookplaats en een dito scherm. In beide
Week-revue.
Binnenland.
Van zeer officieele zfjde de Nederland-
sche Justitie wordt de pers tegenwoordig
van interessante, graag gelezen, dus zeer
gewaardeerde engratis copie voorzien,
waartoe blikbaar het instituut van de Politie
rechtbank in het leven is geroepen. Oorspron
kelijk heette het, dat de vinding den achter
stand in de berechting moest opheffen en
indruk maken op de daders van kleine mis-
drljfjes, door ze in den kortst mogelijken
tijd voor den vertegenwoordiger der wreken
de gerechtigheid te voeren. Maar eilacie, de
zittingen van den politierechter zijn gewor
den tot een publieke vermakelijkheid, betref
fen het opvoeren van talrijke kluchtige een-
actertjes en wie verhinderd is om door per
soonlijke tegenwoordigheid het gebodene te
genieten, wordt in zijn lijfblad onthaald op
een nauwkeurig relaas van wet en „tot lee-
ringhe ende vermaack" van oud en jong ten
beste gegeven is.
De achterstand in de berechting lijkt vol
komen ingehaald, want de politierechters
houden zich bezig met de behandeling van
de meest onbenullige zaakjes, die voorheen
nimmer der moeite waard geoordeeld zyn
om door gewichtige heeren in toga en met
bef onderzocht en beoordeeld te worden.
Men leest geregeld van burenruzietjes of van
min-vriendelljke woorden, die vrouwen uit
zekere wijken elkaar toevoegen iets wat
in haar milieusfeer „gewoon" dan „misdadig"
geheeten moet worden drama's, waarin
dan getuigen charge en decharge worden
opgeroepen, waarin de „slachtoffers" al hun
best doen om de „daders" te ontlasten,
omdat ze, 24 uur na het „voorval", het sop
de kool al niet meer waard vonden, waarin
de verdachte een gefuifde held wordt en alle
getuigen hun best doen om door een note
comique het drama tot een blijspel om te
zetten.
Vorige week b.v. werd na een uitvoerige
behandeling een juffrouw uit Gouda tot 10,-
boete veroordeeld. In het volksbuurtje, waar
in ze woonde had ze een passeerende buur
vrouw toegevoegd: „Ga je vuile soepjurk
wasschen." „Was-tie èrg vuil?" vroeg de
politierechter. „Nou, en öf 1" zei de verdachte
met nadruk.
.Strafzaken" van zulken omvang worden
tegenwoordig geregeld verhandeld. Ze zyn
o.i. niet in staat om de vrees „met politie
handen in aanraking te komen" bijzonder
te versterken. Er wordt een grapje van
gemaakt en een „vonnis" te krijgen is geen
schande meer. Laten we de statistieken onzer
criminaliteit niet zoo on flatteus opvoeren
door in strafgedingen zaken te betrekken,
die ter afdoening overgelaten moeten - niet
aan den politierechter maar aan het goed
moedig en kalmeerend woord van den politie
agent.
Heel wat Hollandsche jonge meisjes met
rijke phantasie, die met hun gedachten zoo
gaarne in, het land der droomen verwijlen,
zijn van deweekuitgeloopen om den „echten"
Oosterscben priDS te zien, die viaÉDgeJaDd
tot ons gekomen was, gekleed in Arabisch
sprookjesgewaad, om het regeerend hoofd
der Lage Landen te komen bedanken voor
de erkenning van zijn papaatje als koning
van Hedzjas. De sprookjesprins zag er vrien
delijk uit en glimlachte goedig, zoodat we
mogen verwachten, dat hy zijn doorluchtigen
vader, den beheerscher van groote woestynen
en een tjokvollen harem, veel vriendelijks van
ons land te vertellen zal hebben. Vriend
kamers sprong de schoorsteen een heel eind naar
voren. Ik begon het op te nieten, en mijn handen
beefden zóó, dat ik den centimeter nauwelijks kon
vasthouden. In iedere kamer stak de schoorsteen
bijna een meter uit, dus met den meter tusschen-
ruimtc tusschen de muren mee, was dit bijna drie
meter in de andere richting wat een enorme
schoorsteen!
Maar ik wist nu pas waar de geheime kamer
was. Ik was er nog niet in cn drukken op het
snijwerk van de schoorsteenmantel, en het zoeken
op den vloer naar losse planken leverde niets op.
Dat er een manier moest zijn om er te komen, cn
waarschijnlijk een heel eenvoudige manier, daar
van was ik overtuigd. Maar hoe dan? Had de
detective gelijk, en lagen het geld en de effecten
van de Handelsbank daar? Of was onze heelc
veronderstelling cr naast? Zou Paul Armstrong
zijn buit niet meegenomen hebben? En als dat
niet zoo was, en dokter Walker kende zijn geheim,
dan zou hij toch zeker weten hoe hij in den schoor
steenmantel moest komen. Wie had dan het andere
gat In den muur gemaakt?
HOOFDSTUK XXXII.
Waf Anne Watson vertelde.
Terwijl wij aan de koffietafel zaten, ontdekte
Liddy het nieuwe gat in den muur en gillend liep
ze de trap af. Ze beweerde dat toen zij op den
kofferzolder kwam onzichtbare handen bezig
waren met het wegbreken van het pleisterwerk
dat te er mee waren opgehouden toen zij tiaar
binnen liep cn dat ze toen een kouden, vochtigen
luchtstroom had gevoeld. Om haar verhaal kracht
bij te zetten bracht ze mijn natte, modderige
schoenen mee, die ik helaas verzuimd had te ver
stoppen cn liet ze aan den detective cn mij zien.
„Wat heb ik u gezegd?" zei ze op dramatischen
toon. „Kijk nu eens. Het zijn uw laarzen, juffrouw
Rachel vol modder en doorweekt I Jk zeg maar,
u kunt spotten zooveel als u wilt, maar iets heeft
uw schoenen aangehad. Zoo zeker als u daar zit,
ruiken ze naar een kerkhof! Wie weet of ze van
nacht niet over het kerkhof van Casanova ge-
loopen hebben!"
Jamieson stikte bijna van het lachen. „Het zou
me heelemaal niet verbazen, Llddy," zei hij, toen
hij weer op adem was gekomen. „Ze zien er wel
naar uit."
Ik geloof dat de detective met een plan rond
liep, dat hij ten uitvoer wilde brengen, en dat
np slag de oplossing moest brengen. Maar er ge
beurde zooveel en dat zoo snel achter elkaar, dat
hij er geen tijd voor had. In de eerste plaats werd
er opgebeld door het ziekenhuis in de stad dat
Juffrouw Watson stervende was en om mij gevraagd
was. Het lokte mij niets aan, maar ik ging. Toen
ik vertrok, waren Jamieson en een der andere
detectives bezig oni iederen vierkanten centimeter
van de wenteltrap te onderzoeken en ze waren
overal in de buurt aan 't kloppen cn onderzoeken
en nieten. Inwendig verheugde ik mij op de manier
waarop Ik hen 's avonds verrassen zou; cn ik
heb hen verrast en hoel
Ik reed van het station naar het ziekenhuis en
werd in de kamer gelaten waar juffrouw Watson
lag. Ze was heel zwak en ze deed alleen maar haar
oogen open en keek mij aan toen ik ging zitten.
Ik had diep berouw.
schappelijke betrekkingen met dezen Ooster-
schen vorst zyn voor ons van belang, omdat
hij sinds de afschaffing van het kalifaat een
der invloedrykste en machtigste Mahome-
danen is en de beschermer der Heilige Plaat
sen, waarheen jaarlyks tienduizenden inlan
ders uit ons Indië ter beêvaart gaan.
Een prins en een princes van Nederland-
schen bloede, een zoon en een dochter der
Koninklijke Kunsten, zijn op enthousiaste
wjjze gehuldigd. Mevr.deMann-Bouwmeester
viert feest om haar... afscheid van het too-
neel; 't lijkt parodoxaal, feest te vieren om
een afscheid, maar zij mag het doen, omdat
op haar hoogen leeftyd als actieve mede
werkster der Tooneelkunst na een roemvolle
carrière heengaat, niet omdat zij door ouder
dom ongeschikt werd, maar alleen omdat ze
het recht van rust incasseert, terwyi ze nog
volkomen in staat is om met haar spel te
beantwoorden aan elke redely ke verwachting,
die we van een talentvolle artiste koesteren
mogen.
De kunstenaar, die gehuldigd werd, was
de heer Braakensiek; hij gaat nog niet heen,
gelukkig, maar werd geëerd om het feit, dat
hy 40 jaar lang de „politieke prent" van de
groene Amsterdammer verzorgde. Als zoo
danig heeft hy ten volle zyn artistieke ver
mogens kunnen ontplooien; de caricatuur-
kunst, die bij den aanvang van zyn optreden
niet byzonder hoog stond in ons land, heeft
hy tot ongekende ontwikkeling gebracht. De
caricaturist ontziet in het algemeen niets en
niemand en Braakensiek heeft zeer zeker
vriend noch vyand gespaard, maar nochthans
was niemand ooit verontwaardigd als de stift
des kunstenaars hem in een raak beeld den
volke te kqk gesteld had, want Braakensiek
kon wel treffen, maar hij wondde niet.
In onze mynindustrie is men tot overeen
stemming gekomen, zoodat we niet voor
eene staking behoeven te vreezen. Die had
voor heel het land catastropheel kunnen
worden, want ook zonder zoo'n staking on
dervinden we op het oogenblik al het groote
ongerief van een tekort aan kolen. Alle
voorraden in Europa zyn tengevolge van de
Engelsche staking opgeruimd, tegen goede
pry'zen 1 Overal moet dus hard gewerkt
worden om in de des winters sterk sty
gende behoeften van eigen land te voorzien,
zoodat van invoer in ons land geen sprake
kan zijn, terwyl de productie van Limburg
nog ver beneden het benoodigde blijft. De
kolen zullen dus duur en schaarsch worden
en 't is niet onmogeiyk, dat in verschillen
de industriön moeiiykheden door kolenge-
brek zullen ontstaan.
Buitenland.
De bankiers zyn er weer eens op uit c
wereld te redden 1 Een keur flnancieele spe
cialiteiten uit alle landen, ook uit de Yer.
Staten, zyn ons komen vertellen, dat Europa
slechts door vrijhandel te redden is. Zelfs
de Amerikaanscbe bankiers zyn 't daarover
eens, maar ze achten het middel alleen
voor export geschikt; de toren-hooge tol
muren om de Vereen. Staten moeten on
aangetast biyven.
Viyhandel zou inderdaad misschien in
staat zijn om meer welvaart te brengen en
de energie der volkeren te prikkelen, maar
't is er mee als met de ontwapening. In
ternationale ontwapening is 'n ideaal, maar
wie het leger afschaft vóór de buren het
ook doen, stelt zich aan den aanval bloot.
Merkwaardig is het besluit der Noorsche
bevolking om terug te komen op de droog
legging van het land, waartoe hethaarwensch
te kennen gaf met 500 duizend tegen 400
duizend stemmen. De drooglegging is er
trouwens nooit volkomen geweest, want de
verkoop van drank met minder dan 21
alcohol was niet verboden. De erkenning,
dat dwingende bepalingen in zake drank
verkoop in de practyk niet het gewenschte
resultaat gaven, bevat ook een les aan de
Ver.Staten, waar immer méér oppositie tegen
de drooglegging ontstaat, eene drooglegging,
die de zucht naar drankgebruik niet beteu
geld heeft, maar verheven tot een -sportief
streven.
Wij waren zoo vervuld geweest van andere
dingen, dat ik dit arme schepsel aan haar lot had
overgelaten zonder ook maar ooit bericht te sturen.
De verpleegster gaf haar een drankje in en na
ccn poosje was ze in staat om te spreken. Maar
haar verhaal was zoo onsamenhangend en verward,
dat ik het maar met mijn eigen woorden zal over
tellen. Een uur nadat ik het ziekenhuis was binnen
gegaan had ik een droevige geschiedenis gehoord,
en een vrouw zien wegzakken in de bewusteloos
heid, die een voorbode is van den naderenden dood.
In het kort vertelde de huishoudster dit:
Ze was bijna veertig jaar oud en was de pleeg
moeder geweest van een groot gezin. Een voor
een waren zij gestorven en begraven naast hun
ouders in een klein stadje in het westen. Er was
nog maar één zuster over, de jongste, Lucy. De
oudere zuster had haar verzorgd en vertroeteld.
Toen Anne twee en dertig was, cn Lucy negentien,
was er een jongmcnsch in het stadje verschenen.
Hij was op reis naar het oosten, nadat bij den
zomer had doorgebracht op een beroemde „ranch"
in Wyoming een van die oorden waar rijke
menschen hun ondegelijke zoons heen sturen, om
eens een tijd lang een gezond leven te leiden in de
open lucht. De zusters wisten van dit alles na
tuurlijk niets af en het jongmensch viel zeer bij
haar in den smaak. En 't eind van het liedje was
dat, zeven jaar geleden, Lucy Hawell getrouwd
was met een jongmcnsch, wiéns naam heette te
zijn: Aubrey Wallace.
Anne Hawell was met een timmerman getrouwd
geweest, en was weduwe. Drie maanden lang ging
alles goed. Aubrey nam zijnljonge vrouw mee naar
Chicago, waar ze in een hotel woonden, Misschien
stond haar eenvoud, die hem juist too had aan-
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Slechts één merk kan't beste zyn
Vragen, deze rubriek betreffende, kun
nen door ome abonné's gezonden worden
aan „De Combinatie", Westersingel 27a,
Rotterdam Postzegel van 10 ct. insluiten.
(Nadruk verbodenk.
Pokken en diphteritis.
Ze heerschen weer in erge mate, deze
vreeseiyke kippenziekten, waaraan in het
natte, gure najaar niet te ontkomen schynt.
Toch, in werkeiykheid zijn die plagen te
ontgaan en tydig genoeg hebben we er onze
lezers over ingelicht, boe ze hun dieren door
enting met het serum van Dr L de Blieck
en Dr. F. van Heelsbergen immuun (onvat
baar) konden maken. Honderdduizenden die
ren worden er jaariy bs mee behandeld en 't is
gebleken, dat de metbode beslist afdoende is,
mhar nog meer honderdduizenden zyn niet op
de geschetste wyze tegen de dreigende ziekte
gevaren beschermd.
Vele kippenhouders verzuimen de enting
uit onkunde, voor andere, die voor het be
oogde doel geen samenwerking met meerdere
pluimveehouders kunnen krijgen, komt ze te
duur, maar de meesten biyven nalatig uit
onverschilligheid en maken zich wys, dat 't
zoon vaart wel niet loopen zal. Welnu, de
berichten in de dagbladen en de vele brieven
die by ons binnenkomen, leeren ons anders.
De ziekten heerschen weer onrustbarend.
Pokken en diphteritis worden „de" kippen
ziekten geheeten, eerstens omdat ze al
thans vóór de vinding van het bovenge
noemde serum niette vermijden schenen
en tweedens om de vreeselyke gevolgen De
besmetting grijpt snel om zich been, bet
ziekteproces is zeer laDgdurig van aard. vele
dieren sterven er aan, andere hervatten den
leg niet meer en alle gaan in productiviteit
achteruit. Kuikens, uit eieren vanz.g.genezen
getrokken op het platteland, hem hier in de stad
tegen. Hij was zelf gedurende die drie maanden
allesbehalve een model-echtgenoot geweest, en
toen hij verdween was Anne bijna dankbaar. Met
de jonge vrouw was het echter anders. Ze kwijnde
weg en stierf bij de geboorte van haar zoontje.
Anne nam het kind tot zich en noemde hem Lucien.
Anne had zelf geen kinderen en had al haar
ongebruikte moederliefde aan Lucien gegeven. Een
ding stond echter bij haar vast: Aubrey Wallace
moest de opvoeding van zijn eigen zoon betalen.
Het hoorde bij haar liefde voor het kind. dat ze
ook eerzuchtig voor hem was; hij moest het zoo
goed mogelijk hebben. En ze reisden dus naar het
Oosten. Hier en daar bleef ze een poosje, verdiende
den kost met naaien en hield den jongen bij zich.
Ten slotte kwam ze echter tot de conclusie dat
huishoudelijk werk het eenige was, dat ze goed
kende en ze bracht den jongen onder in een soort
tehuis, toen ze een betrekking kon krijgen als
huishoudster bij de familie Armstrong. Daar ont
dekte ze Lucien's vader, maar ditmaal onder zijn
waren naam. Het was Arnold Armstrong.
Ik maakte uit haar verhaal op, dat Anne hem
toentertijd niet bepaald vijandig gezind was. Ze
vertelde hem van den jongen en dreigde hem,
dat ze alles openbaar zou maken, als hij niet voor
het kind zorgde. Een poosje deed hij dit ook
Toen besefte hij dat Lucien voor deze vrouw
onmisbaar was. Hij kwam er achter waar het
kind zich bevond en dreigde hem daar te zullen
weghalen. Anne was radeloos.
Wordt vervolgd.)