EBMIIEII tegen chines VIS DE WENTELTRAP artesisch wate I p. 100 kg. 0,50 per kg. per k.g. 0,80 p. 100 k.g. 11,- p. kg. 00 kg. 12,- p. 100 kg. p. 100 k.g. t 6,10 p. 100. per kistje. 00 bos. per 100 st. 0 per 100 st. per 100 st. 0 per 100 st. >r 100 krop. per 100 k g. - per 100 k g. 12,- p. 100 kg. 10 p. 100 k g. >er stuk. [en. er 1926. MDE KERK. Is. Den Oudsten- g uit Melissant- ii. ds. Den Oud- nm. dhr. Vetter. l 'sav. ds. Bax. uit Stad aan 't H. s Polhuijs.uatu >ND. 10 uur, Ds. II. fERK. Van Vclren. ange uit O'plaat. skerk. Scbaafsma. iv. ds. De GraatT. lEMEENTE. in'sav.leeskerk. EENTEN. Blois. rk. TEL. 224 rektijden 'TERDAMv.v. jgbaar aan de igenten. leur, KUIPER- rassen te Mlddelharnls ELIOST leveren, ilge Matrassen- heelt. Verder alle REDDEN. LEDI- int. verkrijgbaar, aal op alle moge- trassen cn Meu- cwcnscht de Ma- irtg In orde terug, innen ook nfcnwc :nschte maat bin- vNDPAO.Tel.44. ikcrj).Tapijth»ndcl Auplngsnutrassen rinkellers korting. Wed. v. Oosten de MooiJ re Oud- Mlddelharnls en :nsplaat. '.ert in ,nden 1 Prijs per kwartaal. f I. Losse nummersf 0,07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Üieustuanbiedingen en Dien staan vragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. WOENSDAG 29 September 1926 Dit blad verschijnt iederen Woonsdag- en Zaterdagmorgen Het wordt uitgegeven door di N V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. I.' Voorstraat Middelharnis 8JAARGANG - N°. 91 De Arbeidsvooruitzichten. De Staten-Generaal zijn weder met groote plechtigheid door H. M. de Konin gin geopend. De Troonrede heeft velen bevredigd, anderen vinden het een „slap" Staalssluk. De MilHoenennota maakte op de meesten, na de hoopvolle verwachtin gen, welke de mededeelingen van den Minister van Financiën aan de Commissie tot Voorbereiding der aanhangige belas tingwetten hadden gewekt, een teleurstel lenden indruk. Waar echter de begrooting der gewone uitgaven voor het jaar 1927 een batig saldo van 12 millioen gulden vertoont en de Regeering daarom kan af zien van de onmiddellijke invoering der weeldeverteringsbelasting, om de verlaging der successiebelasting*te verkrijgen, lijkt het ons, zonder ons al te ver op de, dik wijls zoo gevaarlijke paden der „begroo- tings-rekenkunde" te wagen, toch nogal te schikken met den toestand der schat kist. Wij meenen, dat wij het verloop van de gebeurtenissen op dit gebied rustig kunnen afwachten. Doch er is iels anders, waarop wij zij het in korte woorden en met slechts enkele cijfers de aandacht wenschen te vestigen. Het is een volkomen bekend en vol strekt natuurlijk verschijnsel, dat, toen ge durende de inobilisatiejaren, de oveTgioote meerderheid der gezonde en krachtige huisvaders aan de grenzen en langs de kust lagen ter beveiliging van ons vader land, het aantal der levend aangegeven kinderen sterk achteruitliep. Dat aantal, hetwelk b.v. in 1914 176.831 bedroeg, liep in 1918 terug tot 164.417 en eerst in 1920 werd het cijfer weer hooger, dan in het laatste jaar voor de mobilisatie. En het is duidelijk, dat het arbeidsaanbod in de komende jaren, vooral omstreeks 1933, door #dezc tijdelijke verlaging in de ge boortecijfers moet worden beinvloed. Bij het vergelijken van de verdere cijfers, welke wij uit de statistieken der volkstel lingen kunnen nemen, blijkt, dat zich in 1927 minder jeugdige arbeidskrachten zul len aanbieden, dan men, met het oog op de toename der bevolking in de laatste jaren zou vermoeden hierbij vooropge steld, dat jongelieden, die zich bij fabrie ken, bij den landbouw, de visscherij, enz. aanbieden om werk te krijgen, van om streeks veertien jarigen leeftijd zijn. Dc landen om ons heen gaan, uit den aard der zaak, op nog veel ernstiger wijze mank aan dit euvel, zoodat hoewel de vervanging van mcnschen in fabrieken e.d. steeds meer geschiedt door machinerieën en dus een groot aantal arbeiders minder noodig is, het overschot niettegenstaan de dat, zooals boven aangetoond, in de komende jaren niet groot zal zijn even tueel werk kan vinden in Duitschland, België en Frankrijk. Nu zou het een ernstige fout onzer Regeering zijn, indien zij in haat staat kunde geen rekening zou houden met de mogelijkheden, die zich door een derge- lijken toestand kunnen voordoen. Zij moet dus aan de Nederlandsche arbeiders vrij heid van vestiging verzekeren, op dezelfde wijze, waarop wij dit aan vreemde arbei ders toestaan. Vooral in Frankrijk wordt de landbouw nu reeds de dupe van den trek der landbouwers naar de groote ste- dencentra. Honderden en nog eens hon derden boerenhofsteden staan ledig en duizenden en duizenden hectaren bouw grond liggen braak, doch kunnen niet braak blijven liggen. Hoe prachtig kan de Regeering daar een soort kolonisatie voor bereiden; want het is zeker, dat een land als Frankrijk alles in het werk zal stellen en blijven stellen om dat cultuurland ont gonnen en bebouwd te krijgen en daar voor arbeiders van vreemde nationaliteiten tot zich zal trekken. Een prachtige kolo nisatie, vlakbij huis, onder vrijwel dezelfde levensomstandigheden en temperatuur een schitterende gelegenheid voor de land bouwers, voor wie Amerika zijn poorten gesloten houdt en die in Canada onder geheel andere omstandigheden moeten werken I Een mogelijkheid als deze is werkelijk de moeite van het beschouwen waard en het is ons, jammer genoeg, niet mogelijk in het kleine bestek van een artikel als dit, meer te doen, dan de aandacht op deze mogelijkheid te vestigen. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG De Belastitigverlagings* Ontwerpen. Men zal zich wellicht nog wel herinneren, dat minister De Geer eenigen ttyd geleden gekomen is met een voorstel tot wijziging van verschillende belastingwetten en invoe ring van een paar nieuwe heffingen. Dit voorstel bevatte o.a. een halveering van de Verdedigingsbelasting II en een af schaffing van de leeningsopcenten op de Personeele Belasting en op den Suikeraccijns. Voorls zou de hoofdsom dor Personeele Be lasting een verlaging ondergaan en zouden de Successierechten worden verlaagd. Daar tegenover zou ingevoerd worden een Weelde verteringsbelasting en een Zegelgeld op ver teringen in hotels, restaurants en cafe's. Dit samenstel van wetsontwerpen is ter bestudeering in handen gegeven van een commissie van advies uit de Tweede Kamer. Dezer dagen nu is het eerste gedeelte van het verslag dezer commissie verschenen. En daarin lezen we thans, dat de regeering haar oorspronkelijke voorstel niet handhaaft. De ontwerpen tot halveering der Verdedigings belasting II en tot afschaffing der leenings- feuilleton. van MARY ROBERTS RINEHART. 43) -)o(- W'eer moest ik mc over Oertrude verbazen. ,,Die zijn niet hij elkaar," ze| ze driftig. „Ik ik weet waar meneer Bailey is en mijn broer is niet bij hem." De detective keerde zich om en keek haar strak aan. „Juffrouw Ger.trvidc," zei hij, „als juffrouw Louise en u mij maar alles wilden vertellen wat u weet cn vermoedt over deze zaak zou ik een hecleboel meer kunnen bereiken. Ik geloof dat ik dan uw broer zou kunnen vinden, cn ook nog andere dingen zou kunnen doen." Maar Gertrude sloeg haar oogen niet neer. „Ik weet niets dat u zou kunnen helpen om Haïsey te vinden," zei ze koppig. „Ik begrijp evenmin hoe en waarom hij verdwenen is, ais u en ik kan alleen dit zeggen, ik vertrouw dokter Walker niet. Ik geloof dat hij Halsey haatte en dat hij hem uit den weg zou mimen, als hij er kans toe zag." „Misschien heeft u gelijk. Zooiets had ik ook al gedacht. Maar dokter Walker is gisteravond ge roepen bij een ernstigen patient in Summitville, en daar is hij nog. Burns heeft herti nagegaan. Wij hebben voorzichtig geïnformeerd bij de Green- wood-club en in het dorp. Niets hebben we te weten kunnen komen. Vlak bij den spoo"weg, opcenten zullen worden teruggenomen en in de plaats daarvan zal komen een ontwerp tot afschaffing der 25 rijksopcenten op de hoofdsom der rijksinkomstenbelasting. Het ontwerp, dat een verlaging der Personeele belasting beoogt, blijft gehandhaafd, maai aan de Gemeenten en aan de Provincies zal ruimer gelegenheid gegeven worden om opcenten te heffen op de hoofdsom der Per soneele Belasting. Ook het Successie-ontwerp blijft. Maar de Weeldeverteringsbelasting, d.i de voorgestelde heffing op de aanschaffing van luxe-voorwerpen, welke heffing volgens de laatste -lezing zou geschieden van de fabrikanten en de importeurs der belaste artikeleD, wil de minister voorloopig buiten invoering laten. De regeering is namelijk van oordeel, dat eerst afgewacht moet worden of de overige middelen voldoende zullen opbrengen voor de schatkist, alvorens nieuwe lasten van dezen aard op de schouders der burgerij te leggen. Het voorstel tot heffing van een Zegelgeld voor hotel- en koffiehuis verteringen blijft gehandhaafd. Maar daar tegenover staat, dat ditzelfde ontwerp een bepaling inhoudt, die een verlaging der Per soneele Belasting voor café's, restaurants en dergelijke inrichtingen bedoelt, in den trant zooals deze verlaagde belasting reeds nu is geregeld voor logementen en winkels. De huurwaarde en de mobilairwaarde van der gelijke inrichtingen zal namelijk tot geen hooger bedrag dan een derde voor de belas tingheffing in aanmerking komen. De vraag is nu voornamelijk, waarmede de burgerij het meeste gebaat zou zijn ge weest. Met een halveering der Verdedigings- belastiDg II en een-afschaffing deer leenings opcenten op Personeele Belastingen Suiker- accijns, of met de nu voorgestelde afschaffing der rijksopcenten op de inkomstenbelasting. Nu is de Verdedigingsbelasting II voor namelijk het meest drukkend voordehooge inkomens, omdat bij de toeneming van het heffingspercentage der Verdedigingsbelasting vrij sterk stijgt. Een halveering dezer heffing zou dus vooral van belang zijn geweest voor de groote in komens. De bedoeling van het oorspronke lijke ontwerp was dan ook om besparings- mogeiykheid, opleg van kapitaal, in de hand te werken. Voor de middelmatige inkomens legt de Verdedigingsbelasfing II weinig gewicht in <ie schaal. Kijkt maar op uw aanslagbiljet -der inkomstenbelasting! HalveeriDg van die belasting zou dus voor dezen niet heel veel beteekenen. Het verdwijnen der 26 rijksopcenten op de inkomstenbelasting komt ieder belasting plichtig burger ten goede. De rijksbelasting wordt er feitelijk met '/r> door verlaagd. Het terugnemen van het voorstel tot af schaffing der leeningsopcenten op Personeele Belasting en Suikeraccjjns is vooral een tegenvaller voor de auto-houders De gewone leeningsopcenten op de Personeele Belasting bestaan uit 10 of 20 opcenten op de hoofd som der belast.iDg; 10 of 20, afhankelijk van de huurwaarde der perceelen. Maar op de grondslagen paarden en motorrijtuigen rus ten nog 80 opcenten extra. Afschaffing dezer opcenten zon dus speciaal voor houders van motorrijtuigen een vermindering der belas ting van deze vervoermiddelen tot de helft hebben beteekend. Waren de opcenten op den Suikeraccijns afgeschaft, dan zou de suiker een paar cent per pond goedbooper hebben kunnen worden. Het ontwerp tot verlaging van de hoofd som der Personeele Belasting is gebleven. Dit ontwerp wil de grenzen der onbelast baarheid van perceelen wegens huurwaarde en van mobilairwaarde eenigszins omhoog brengen. Verschillende perceelen van lage huurwaarde, die nu nog in de belasting vallen, zullen daardoor vrij bomen. Verder worden de grenzen van den kinderaftrek door dit wetsvoorstel uitgebreid. Bewoners van per ceelen met een hooge huurwaarde, die nu geen aftrek krijgen wegens inwonende kin deren, zullen daardoor nog wel van een af trek bunnen profiteeren. Tegen dit ontwerp is verzet gekomen van gemeenten en provincies, omdat door het uitvallen van perceelen en het lager worden der. belasting de opcenten voor gemeente en provincie minder zouden opleveren. De re geering wil nu voor de gemeenten en pro vincies de gelegenheid openen meer opcen ten te heffen dan tot dusverre de wet toe stond. Wat ons aan rijksbelasting dus ge schonken wordt, zal gemeente en provincie weer van ons opeischen. Veel baat zal de burgerij hiervan dus niet hebben,behoudens dan de minst draagbrachtigen, die wonen in de vrij van belasting komende woningen. Specht. INGEZONDEN MEDEDEELING. biedt aan, overal op Flakk op te sporen. Betaling na succes. Verplichte vergoeding van reis en vij blijfkosten. Br. onder No. 7, Bureau „Onze Eilande: waar we dc auto gevonden hebben, staat 'n klein huisje. Daar woont een oude vrouw met een dochter, die erg mank is. Ze zeggen dat zc duide lijk het geluid van de botsing gehoord hebben en dat ze in hun tuin zijn gaan kijken. Zc zagen dc lichten van de auto en ze dachten dat er iemand gewond was. Het was heel donker maar zc zagen twee menschen staan. Dc vrouwen waren nieuwsgierig en liepen langs een omweg naar de plek van de botsing toe. toen ze daar kwamen stond de auto er nóg. Het koplicht was stuk en de kap ingedrukt, maar er was geen mensch te zien." De detective verdween onmiddellijk en voor Gertrude en mij bleef er niets anders over dan af tc wachten. Om een uur waren we nog niets verder cn ik werd wanhopig. Tenslotte ging ik naar boven, want ik kon het niet langer uithouden om tegen Gertrude's bedroefde gezichtje aan tc kijken. Liddy was in mijn kleedkamer; haar oogen zagen verdacht rood en zc was bezig om de rechter mouw in het linkerarmsgat van een nieuwe blouse voor mij te zetten. Ik was te veel in dc war om er aanmerkingen op te maken, „Wat voor naam heeft die nieuwe keukenmeid opgegeven?" vroeg zc. „Bliss, Mattie Bliss," antwoordde ik. „Bliss. M. B. Nu, dat staat niet op haar koffer. Daar staat N. F. C. op." Ik verdiepte mc niet verder in de nieuwe keu kenmeid en haar voorletters. Ik zette mijn hoed op en liet een Victoria voor komen. Als ik een maal tot iets besloten ben. kom ik er niet gemak kelijk van terug. Warner ging mee als koetsier; hij vond het blijkbaar beneden z'n waardigheid De watervoorziening ten plattenlade. Rede van den directeur van hel Rijks bureau voor Drinkwatervoorziening in een vergadering van de af deeling Gelder land van de Vcrceniging van Nederl. gemeenten. Vorige week heeft de afdeeiing Gelderland van de Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten ten gemcentehuize te Lochem een vergadering gehouden, waarin dc heer W. F. J. M. Krul, directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening te 's-Gravenhave, een inleiding hield over: de drinkwatervoor ziening ten plattelande. Nadat de voorzitter, de lieer de Monchy, den aanwezigen had welkom geheeten, in het bij zonder den lieer Jonker," directeur der Ver eeniging v. Ned. Gemeenten, gaf hij het woord aan den heer Krul. Deze begon met de verklaring, dat door hem in zijn betoog alle bebouwde kommen met een inwonertal kleiner dan 10.000 tot het plat teland worden gerekend. Van de 1081 ge meenten in ons land behoorden er aldus op I Januari 1926 tot de „steden": 70, tot het „platteland" 1011. Die „steden" zijn alle van waterleiding voorzien, van de 1011 plattelandsgemeenten slechts pl.m. 300, d.i. nog geen 30 pet.zondert men Noord-Holland uit, waar practisch alle gemeenten leidingwater betrekken (ruim 100), dan blijft voor de rest van het land nog slechts een percentage van 22 over. Centrale drinkwatervoorzieningen nu zijn eisch des tijds, ook in streken, waar men niet van een absolute noodzakelijkheid kan spre ken, zooals in Gelderland (volksgezondheid, algemeen beschavingspeil, woningstandaard, veeteelt, brandveiligheid). Ten aanzien van de volksgezondheid deelde spr. mede, dat het Rijksbureau vaak den mees ten last heeft van de 90-jarige en oudere groot vaders, die in plattelands-gemeenten dikwijls ten tooneele worden gevoerd, om het over bodige van een waterleiding aan te toonen. en bestuurde het koetspaard alsof het een auto was, met zijn linkervoet zoekend naar een rem en tevergeefs naar een hoorn grijpend als er een hond over den weg liep. Warner had iets op z'n hart en toen wc een maal op den groofen weg waren, kwam hij er mee voor den dag. „Juffrouw Innes," zei hij. „ik heb gisteren een stuk van een gesprek gehoord, dat ik niet begreep. Het ging mij ook eigenlijk niets aan, maar 'het lijkt me nu toch beter, dat ik het u vertel. Gister middag toen juffrouw Gertrude en u uit waren, had ik de auto weer zoo'n beetje in orde gemaakt na den brand, en ik ging naar dc bibliotheek om meneer Innes te vragen, of hij er eens naar wilde komen kijken. „Juffrouw Liddy zei dat hij in de huiskamer zat en terwijl ik halverwege de biblio theek liep, hoorde ik hem met iemand praten. Hij scheen heen en weer te loopen en ik verzeker n, dat hij razend was." „Wat zei hij?" „Het eerst wat ik hoorde was neem me niet kwalijk, juffrouw Innes, maar hij zei het: „Die vervl. schurk," zei hij. Toen zei er iemand anders wat een vrouw. Ze zei*. „Ik heb ze nog gewaar schuwd, maar ze dachten dat ik bang zuu zijn." „Een vouw! En ben je niet gaan kijken wie het was?" „Ik ben geen spion', juffrouw Innes," zei Warner vol waardigheid. Zc zei: „Ik begreep dadelijk at dat er iets niet in den haak was. Een man, die den cenen dag springlevend is, gaat den volgenden dag niet dood zonder dat er een reden voor is!" Ik dacht dat ze het over Thomas had." „En je weet niet wie het was!" riep ik uit. „Warner, je hadt daar den sleutel van het heele Spr. was overtuigd, dat hij in dez krina het weinig steekhoudende van dit argumi niet behoefde aan te toonen, doch wees slee* op het feit, dat de voorsprong van het platl land op de groote steden ten aanzien van sterftekansen, in de laatste kwarteeuw ge ha ten nadeele van het platteland veranderd i zeker mede tengevolge van de totstand-koml van waterleidingen In de groote steden. Ook een goede woningvoorziening zal rJ te bereiken zijn zonder waterleiding. Spr. meende, dat alle aanwezigen als axioJ zullen aanvaarden, dat een goede watervol ziening ook voor het platteland een eisch cj tijds is, al kan men over de uitvoering en mate van urgentie van gevoelen verschillfl Spr. maakte een vergelijking tusschen I electrificatie en de aquaficatie van het platl land, waaruit bleek dat de eerste een groot voorsprong heeft op de laatste. Bij de drir watervoorziening ging alles meer geleideli In 1853 kwam de eerste waterleiding (die v Amsterdam) tot stand, doch pas na 1913, to de Zuid-Bevelandsche waterleiding gestie werd, is van voorziening van het plattelai op grootere schaal sprake, maar deze is n lang niet zoo ver gevorderd als de electrificat waarmee pas tijdens den oorlog een begin we gemaakt. De hoogere besturen zijn op het gebied d electrificatie in sterkere mate regelend en ze ondernemend opgetreden. Op waterleidinggebied eischen verschillen* zaken een betere regeling; spr. noemt als voi beelden: de absolute vrijheid van een gemeer om een waterleiding te stichten indien daa; door een rationeele voorziening van de b< trokken streek wordt geschaad; controle tij hygiënisch oogpunt op plannen voor drinl I watervoorziening, bescherming van grondwatH winplaatsen; opheffing van belemmeringdH van privaatrechtelijken aard bij aanleg en uif I breiding van waterleidingen. Sommige van deze onderwerpen zijn i I provincilea waterleidingsverordeningen gl I regeld, maar op zeer uiteenloopende wijzj I Een wettelijke regeling is bier gcwenschl I evenals deze reeds voor de electrieiteitsvooH ziening bestaat. Spr, behandelde in het kort den toestand i I Zwitserland, België, Frankrijk, Engeland e I Duitschland en concludeerde dat wij tevredeB kunnen zijn, doch dat er alle reden is om voorB te gaan en niet tot voldaanheid. Wat de vraag betreft, of een groepswateHH leiding van grootcn omvang voordeeliger is da I splitsing in kleine bedrijfjes, meende spr., da9 jn deze een algemeene conclusie niet kan worl I geheim voor 't grijpen!" Enfin, er was verder niets aan te doen. tk besloot om nog eens een onderzoek in te stellen als ik weer thuis was en in dien tussclientijd nam mijn plan al mijn aandacht in beslag. Ik wilde namelijk Louise Armstrong opzoekencn probeeren van haar te weten te komen, wat ze wist, of vermoedde over Halsey. Maar ook hier slaagde ik niet. Een keurig dienstmeisje deed mij open, maar ze bleef breeduit in de deur staan en zonder mij belachelijk (e maken, kon ik haar onmogelijk opzij duwen. „juffrouw Armstrong is erg ziek cn kan nie mand ontvangen," zei ze. Ik geloofde er niets van. „En mevrouw Armstrong is die ook ziek?' „Die is bij juffrouw Louise en wil niet gestoord worden. „Zeg haar dan, dat juffrouw Innes haar graag zou willen spreken over enn zaak van het grootste gewicht." „Het zou niets helpen," juffrouw Innes. Ze heeft mij strenge instructies gegeven." Op dat oogenblik klonk er een zware stap op de trap. Over den schouder van het dienstmeisje heen zag ik een bekende grijze haardos en even later stond ik van aangezicht tot aangezicht met dokter Stewart. Hij keek heel ernstig en van zijn gewone opgewektheid was weinig te bespeuren. „U is net degeen die ik hebben moet," zei hij dadelijk. „Stuur uw rijtuigje weg, dan zal ik u thuis brengen. Wat is Cr met uw neef gebeurd?" „Hij is verdwenen, dokter. Dat niet alleen, maar alles wijst er op, dat hij oiitvoerd is, of..." Ik kon niet verder. Zwijgend hielp dc dokter mij in zijn karretje en zwijgend reden we een eindje door. Toen'keek hij mij aan. „Vertel u mij nu eens alles,"zei hij. en hij luisterdM zonder n.ij in de rede te vallen. „En deukt u da Louise er iets van weet?" vroeg hij toen ik kla» was met m'n verhaal. „Ik (>en er zelfs van oveifl tuigd. En dit is het beste bewijs: ze vroeg n. t of er ook bericht van hem gekomen was, en er nog nieuws was. Ze wil Walker niet zien, en zH heeft "mij laten beloven dat ik naar u toe zom gaan, on u dit tc zeggen: „ga door met naar her, te zoeken. Probeer hem zoo spoedig mogelijk t vinden. Hij is in leven." „Nu, zei ik - „als ze dat weet, weet ze nog we meer. Ik vind haar wreed en ondankbaar." „Zc is erg ziek," zei hij op ernstigen toon' „Noch u, noch ik kunnen haar vcroordcelen voo i we alles weten. Zoowel zij als haar moeder zijl schimmen van wat zij vroeger waren.» Achter di alles deze twee plotselinge sterfgevallen, de be rooving aan de Bank, de inbrekerij op Zonnehoel en de verdwijning van Halsey, schuilt een geheid dat den een of anderen dag" moet uitkomen, le op mijn woorden. En als het uitkomt zullen wi zien, dat Louise Armstrong ook een slachtoffei was." Ik had niet opgelet waar we heen reden, maai nu zag ik, dat we naast de spoorbaan stonden en aangezien er op een plekje een hecleboel men schen stonden, begreep ik dat daar een auto ge vonden was. Behalve wat stukjes gesplinterd hout op den grond was er geen enkel spoor meer var het ongeval te bekennen. „Waar is de goederentrein die werd aangereden?' vroeg de dokter aan een der omstanders. „Die is vann.orgcn vroeg al weggehaald." (Word/ vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1926 | | pagina 1