EBMIIEII
tegen
chines
VIS
DE WENTELTRAP
artesisch wate
I p. 100 kg.
0,50 per kg.
per k.g.
0,80 p. 100 k.g.
11,- p. kg.
00 kg.
12,- p. 100 kg.
p. 100 k.g.
t 6,10 p. 100.
per kistje.
00 bos.
per 100 st.
0 per 100 st.
per 100 st.
0 per 100 st.
>r 100 krop.
per 100 k g.
- per 100 k g.
12,- p. 100 kg.
10 p. 100 k g.
>er stuk.
[en.
er 1926.
MDE KERK.
Is. Den Oudsten-
g uit Melissant-
ii. ds. Den Oud-
nm. dhr. Vetter.
l 'sav. ds. Bax.
uit Stad aan 't H.
s Polhuijs.uatu
>ND.
10 uur, Ds. II.
fERK.
Van Vclren.
ange uit O'plaat.
skerk.
Scbaafsma.
iv. ds. De GraatT.
lEMEENTE.
in'sav.leeskerk.
EENTEN.
Blois.
rk.
TEL. 224
rektijden
'TERDAMv.v.
jgbaar aan de
igenten.
leur,
KUIPER-
rassen
te Mlddelharnls
ELIOST leveren,
ilge Matrassen-
heelt. Verder alle
REDDEN. LEDI-
int. verkrijgbaar,
aal op alle moge-
trassen cn Meu-
cwcnscht de Ma-
irtg In orde terug,
innen ook nfcnwc
:nschte maat bin-
vNDPAO.Tel.44.
ikcrj).Tapijth»ndcl
Auplngsnutrassen
rinkellers korting.
Wed. v. Oosten
de MooiJ re Oud-
Mlddelharnls en
:nsplaat.
'.ert in
,nden 1
Prijs per kwartaal. f I.
Losse nummersf 0,07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Üieustuanbiedingen en Dien staan vragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
WOENSDAG
29 September 1926
Dit blad verschijnt iederen
Woonsdag- en Zaterdagmorgen
Het wordt uitgegeven door di
N V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. I.'
Voorstraat Middelharnis
8JAARGANG - N°. 91
De Arbeidsvooruitzichten.
De Staten-Generaal zijn weder met
groote plechtigheid door H. M. de Konin
gin geopend. De Troonrede heeft velen
bevredigd, anderen vinden het een „slap"
Staalssluk. De MilHoenennota maakte op
de meesten, na de hoopvolle verwachtin
gen, welke de mededeelingen van den
Minister van Financiën aan de Commissie
tot Voorbereiding der aanhangige belas
tingwetten hadden gewekt, een teleurstel
lenden indruk. Waar echter de begrooting
der gewone uitgaven voor het jaar 1927
een batig saldo van 12 millioen gulden
vertoont en de Regeering daarom kan af
zien van de onmiddellijke invoering der
weeldeverteringsbelasting, om de verlaging
der successiebelasting*te verkrijgen, lijkt
het ons, zonder ons al te ver op de, dik
wijls zoo gevaarlijke paden der „begroo-
tings-rekenkunde" te wagen, toch nogal
te schikken met den toestand der schat
kist. Wij meenen, dat wij het verloop van
de gebeurtenissen op dit gebied rustig
kunnen afwachten.
Doch er is iels anders, waarop wij
zij het in korte woorden en met slechts
enkele cijfers de aandacht wenschen te
vestigen.
Het is een volkomen bekend en vol
strekt natuurlijk verschijnsel, dat, toen ge
durende de inobilisatiejaren, de oveTgioote
meerderheid der gezonde en krachtige
huisvaders aan de grenzen en langs de
kust lagen ter beveiliging van ons vader
land, het aantal der levend aangegeven
kinderen sterk achteruitliep. Dat aantal,
hetwelk b.v. in 1914 176.831 bedroeg,
liep in 1918 terug tot 164.417 en eerst
in 1920 werd het cijfer weer hooger, dan
in het laatste jaar voor de mobilisatie. En
het is duidelijk, dat het arbeidsaanbod in
de komende jaren, vooral omstreeks 1933,
door #dezc tijdelijke verlaging in de ge
boortecijfers moet worden beinvloed. Bij
het vergelijken van de verdere cijfers,
welke wij uit de statistieken der volkstel
lingen kunnen nemen, blijkt, dat zich in
1927 minder jeugdige arbeidskrachten zul
len aanbieden, dan men, met het oog op
de toename der bevolking in de laatste
jaren zou vermoeden hierbij vooropge
steld, dat jongelieden, die zich bij fabrie
ken, bij den landbouw, de visscherij, enz.
aanbieden om werk te krijgen, van om
streeks veertien jarigen leeftijd zijn.
Dc landen om ons heen gaan, uit den
aard der zaak, op nog veel ernstiger wijze
mank aan dit euvel, zoodat hoewel de
vervanging van mcnschen in fabrieken e.d.
steeds meer geschiedt door machinerieën
en dus een groot aantal arbeiders minder
noodig is, het overschot niettegenstaan
de dat, zooals boven aangetoond, in de
komende jaren niet groot zal zijn even
tueel werk kan vinden in Duitschland,
België en Frankrijk.
Nu zou het een ernstige fout onzer
Regeering zijn, indien zij in haat staat
kunde geen rekening zou houden met de
mogelijkheden, die zich door een derge-
lijken toestand kunnen voordoen. Zij moet
dus aan de Nederlandsche arbeiders vrij
heid van vestiging verzekeren, op dezelfde
wijze, waarop wij dit aan vreemde arbei
ders toestaan. Vooral in Frankrijk wordt
de landbouw nu reeds de dupe van den
trek der landbouwers naar de groote ste-
dencentra. Honderden en nog eens hon
derden boerenhofsteden staan ledig en
duizenden en duizenden hectaren bouw
grond liggen braak, doch kunnen niet
braak blijven liggen. Hoe prachtig kan de
Regeering daar een soort kolonisatie voor
bereiden; want het is zeker, dat een land
als Frankrijk alles in het werk zal stellen
en blijven stellen om dat cultuurland ont
gonnen en bebouwd te krijgen en daar
voor arbeiders van vreemde nationaliteiten
tot zich zal trekken. Een prachtige kolo
nisatie, vlakbij huis, onder vrijwel dezelfde
levensomstandigheden en temperatuur
een schitterende gelegenheid voor de land
bouwers, voor wie Amerika zijn poorten
gesloten houdt en die in Canada onder
geheel andere omstandigheden moeten
werken I
Een mogelijkheid als deze is werkelijk
de moeite van het beschouwen waard en
het is ons, jammer genoeg, niet mogelijk
in het kleine bestek van een artikel als
dit, meer te doen, dan de aandacht op
deze mogelijkheid te vestigen.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG
De Belastitigverlagings*
Ontwerpen.
Men zal zich wellicht nog wel herinneren,
dat minister De Geer eenigen ttyd geleden
gekomen is met een voorstel tot wijziging
van verschillende belastingwetten en invoe
ring van een paar nieuwe heffingen.
Dit voorstel bevatte o.a. een halveering
van de Verdedigingsbelasting II en een af
schaffing van de leeningsopcenten op de
Personeele Belasting en op den Suikeraccijns.
Voorls zou de hoofdsom dor Personeele Be
lasting een verlaging ondergaan en zouden
de Successierechten worden verlaagd. Daar
tegenover zou ingevoerd worden een Weelde
verteringsbelasting en een Zegelgeld op ver
teringen in hotels, restaurants en cafe's.
Dit samenstel van wetsontwerpen is ter
bestudeering in handen gegeven van een
commissie van advies uit de Tweede Kamer.
Dezer dagen nu is het eerste gedeelte van
het verslag dezer commissie verschenen. En
daarin lezen we thans, dat de regeering haar
oorspronkelijke voorstel niet handhaaft. De
ontwerpen tot halveering der Verdedigings
belasting II en tot afschaffing der leenings-
feuilleton.
van
MARY ROBERTS RINEHART.
43) -)o(-
W'eer moest ik mc over Oertrude verbazen.
,,Die zijn niet hij elkaar," ze| ze driftig. „Ik
ik weet waar meneer Bailey is en mijn broer is
niet bij hem."
De detective keerde zich om en keek haar strak
aan.
„Juffrouw Ger.trvidc," zei hij, „als juffrouw
Louise en u mij maar alles wilden vertellen wat
u weet cn vermoedt over deze zaak zou ik een
hecleboel meer kunnen bereiken. Ik geloof dat ik
dan uw broer zou kunnen vinden, cn ook nog
andere dingen zou kunnen doen." Maar Gertrude
sloeg haar oogen niet neer.
„Ik weet niets dat u zou kunnen helpen om
Haïsey te vinden," zei ze koppig. „Ik begrijp
evenmin hoe en waarom hij verdwenen is, ais u
en ik kan alleen dit zeggen, ik vertrouw dokter
Walker niet. Ik geloof dat hij Halsey haatte en
dat hij hem uit den weg zou mimen, als hij er
kans toe zag."
„Misschien heeft u gelijk. Zooiets had ik ook al
gedacht. Maar dokter Walker is gisteravond ge
roepen bij een ernstigen patient in Summitville,
en daar is hij nog. Burns heeft herti nagegaan.
Wij hebben voorzichtig geïnformeerd bij de Green-
wood-club en in het dorp. Niets hebben we te
weten kunnen komen. Vlak bij den spoo"weg,
opcenten zullen worden teruggenomen en in
de plaats daarvan zal komen een ontwerp
tot afschaffing der 25 rijksopcenten op de
hoofdsom der rijksinkomstenbelasting. Het
ontwerp, dat een verlaging der Personeele
belasting beoogt, blijft gehandhaafd, maai
aan de Gemeenten en aan de Provincies zal
ruimer gelegenheid gegeven worden om
opcenten te heffen op de hoofdsom der Per
soneele Belasting. Ook het Successie-ontwerp
blijft. Maar de Weeldeverteringsbelasting, d.i
de voorgestelde heffing op de aanschaffing
van luxe-voorwerpen, welke heffing volgens
de laatste -lezing zou geschieden van de
fabrikanten en de importeurs der belaste
artikeleD, wil de minister voorloopig buiten
invoering laten. De regeering is namelijk van
oordeel, dat eerst afgewacht moet worden
of de overige middelen voldoende zullen
opbrengen voor de schatkist, alvorens nieuwe
lasten van dezen aard op de schouders der
burgerij te leggen. Het voorstel tot heffing
van een Zegelgeld voor hotel- en koffiehuis
verteringen blijft gehandhaafd. Maar daar
tegenover staat, dat ditzelfde ontwerp een
bepaling inhoudt, die een verlaging der Per
soneele Belasting voor café's, restaurants en
dergelijke inrichtingen bedoelt, in den trant
zooals deze verlaagde belasting reeds nu is
geregeld voor logementen en winkels. De
huurwaarde en de mobilairwaarde van der
gelijke inrichtingen zal namelijk tot geen
hooger bedrag dan een derde voor de belas
tingheffing in aanmerking komen.
De vraag is nu voornamelijk, waarmede
de burgerij het meeste gebaat zou zijn ge
weest. Met een halveering der Verdedigings-
belastiDg II en een-afschaffing deer leenings
opcenten op Personeele Belastingen Suiker-
accijns, of met de nu voorgestelde afschaffing
der rijksopcenten op de inkomstenbelasting.
Nu is de Verdedigingsbelasting II voor
namelijk het meest drukkend voordehooge
inkomens, omdat bij de toeneming van het
heffingspercentage der Verdedigingsbelasting
vrij sterk stijgt.
Een halveering dezer heffing zou dus vooral
van belang zijn geweest voor de groote in
komens. De bedoeling van het oorspronke
lijke ontwerp was dan ook om besparings-
mogeiykheid, opleg van kapitaal, in de hand
te werken.
Voor de middelmatige inkomens legt de
Verdedigingsbelasfing II weinig gewicht in
<ie schaal. Kijkt maar op uw aanslagbiljet
-der inkomstenbelasting! HalveeriDg van die
belasting zou dus voor dezen niet heel veel
beteekenen.
Het verdwijnen der 26 rijksopcenten op de
inkomstenbelasting komt ieder belasting
plichtig burger ten goede. De rijksbelasting
wordt er feitelijk met '/r> door verlaagd.
Het terugnemen van het voorstel tot af
schaffing der leeningsopcenten op Personeele
Belasting en Suikeraccjjns is vooral een
tegenvaller voor de auto-houders De gewone
leeningsopcenten op de Personeele Belasting
bestaan uit 10 of 20 opcenten op de hoofd
som der belast.iDg; 10 of 20, afhankelijk van
de huurwaarde der perceelen. Maar op de
grondslagen paarden en motorrijtuigen rus
ten nog 80 opcenten extra. Afschaffing dezer
opcenten zon dus speciaal voor houders van
motorrijtuigen een vermindering der belas
ting van deze vervoermiddelen tot de helft
hebben beteekend.
Waren de opcenten op den Suikeraccijns
afgeschaft, dan zou de suiker een paar cent
per pond goedbooper hebben kunnen worden.
Het ontwerp tot verlaging van de hoofd
som der Personeele Belasting is gebleven.
Dit ontwerp wil de grenzen der onbelast
baarheid van perceelen wegens huurwaarde
en van mobilairwaarde eenigszins omhoog
brengen. Verschillende perceelen van lage
huurwaarde, die nu nog in de belasting vallen,
zullen daardoor vrij bomen. Verder worden
de grenzen van den kinderaftrek door dit
wetsvoorstel uitgebreid. Bewoners van per
ceelen met een hooge huurwaarde, die nu
geen aftrek krijgen wegens inwonende kin
deren, zullen daardoor nog wel van een af
trek bunnen profiteeren.
Tegen dit ontwerp is verzet gekomen van
gemeenten en provincies, omdat door het
uitvallen van perceelen en het lager worden
der. belasting de opcenten voor gemeente en
provincie minder zouden opleveren. De re
geering wil nu voor de gemeenten en pro
vincies de gelegenheid openen meer opcen
ten te heffen dan tot dusverre de wet toe
stond. Wat ons aan rijksbelasting dus ge
schonken wordt, zal gemeente en provincie
weer van ons opeischen. Veel baat zal de
burgerij hiervan dus niet hebben,behoudens
dan de minst draagbrachtigen, die wonen in
de vrij van belasting komende woningen.
Specht.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
biedt aan, overal op Flakk
op te sporen.
Betaling na succes.
Verplichte vergoeding van reis en vij
blijfkosten.
Br. onder No. 7, Bureau „Onze Eilande:
waar we dc auto gevonden hebben, staat 'n klein
huisje. Daar woont een oude vrouw met een
dochter, die erg mank is. Ze zeggen dat zc duide
lijk het geluid van de botsing gehoord hebben
en dat ze in hun tuin zijn gaan kijken. Zc zagen
dc lichten van de auto en ze dachten dat er
iemand gewond was. Het was heel donker maar
zc zagen twee menschen staan. Dc vrouwen waren
nieuwsgierig en liepen langs een omweg naar de
plek van de botsing toe. toen ze daar kwamen
stond de auto er nóg. Het koplicht was stuk en
de kap ingedrukt, maar er was geen mensch te
zien."
De detective verdween onmiddellijk en voor
Gertrude en mij bleef er niets anders over dan
af tc wachten. Om een uur waren we nog niets
verder cn ik werd wanhopig. Tenslotte ging ik
naar boven, want ik kon het niet langer uithouden
om tegen Gertrude's bedroefde gezichtje aan tc
kijken.
Liddy was in mijn kleedkamer; haar oogen
zagen verdacht rood en zc was bezig om de rechter
mouw in het linkerarmsgat van een nieuwe blouse
voor mij te zetten. Ik was te veel in dc war om er
aanmerkingen op te maken,
„Wat voor naam heeft die nieuwe keukenmeid
opgegeven?" vroeg zc.
„Bliss, Mattie Bliss," antwoordde ik.
„Bliss. M. B. Nu, dat staat niet op haar koffer.
Daar staat N. F. C. op."
Ik verdiepte mc niet verder in de nieuwe keu
kenmeid en haar voorletters. Ik zette mijn hoed
op en liet een Victoria voor komen. Als ik een
maal tot iets besloten ben. kom ik er niet gemak
kelijk van terug. Warner ging mee als koetsier;
hij vond het blijkbaar beneden z'n waardigheid
De watervoorziening ten plattenlade.
Rede van den directeur van hel Rijks
bureau voor Drinkwatervoorziening in
een vergadering van de af deeling Gelder
land van de Vcrceniging van Nederl.
gemeenten.
Vorige week heeft de afdeeiing Gelderland
van de Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten ten gemcentehuize te Lochem een
vergadering gehouden, waarin dc heer W. F.
J. M. Krul, directeur van het Rijksbureau
voor Drinkwatervoorziening te 's-Gravenhave,
een inleiding hield over: de drinkwatervoor
ziening ten plattelande.
Nadat de voorzitter, de lieer de Monchy, den
aanwezigen had welkom geheeten, in het bij
zonder den lieer Jonker," directeur der Ver
eeniging v. Ned. Gemeenten, gaf hij het woord
aan den heer Krul.
Deze begon met de verklaring, dat door
hem in zijn betoog alle bebouwde kommen met
een inwonertal kleiner dan 10.000 tot het plat
teland worden gerekend. Van de 1081 ge
meenten in ons land behoorden er aldus op
I Januari 1926 tot de „steden": 70, tot het
„platteland" 1011.
Die „steden" zijn alle van waterleiding
voorzien, van de 1011 plattelandsgemeenten
slechts pl.m. 300, d.i. nog geen 30 pet.zondert
men Noord-Holland uit, waar practisch alle
gemeenten leidingwater betrekken (ruim
100), dan blijft voor de rest van het land nog
slechts een percentage van 22 over.
Centrale drinkwatervoorzieningen nu zijn
eisch des tijds, ook in streken, waar men niet
van een absolute noodzakelijkheid kan spre
ken, zooals in Gelderland (volksgezondheid,
algemeen beschavingspeil, woningstandaard,
veeteelt, brandveiligheid).
Ten aanzien van de volksgezondheid deelde
spr. mede, dat het Rijksbureau vaak den mees
ten last heeft van de 90-jarige en oudere groot
vaders, die in plattelands-gemeenten dikwijls
ten tooneele worden gevoerd, om het over
bodige van een waterleiding aan te toonen.
en bestuurde het koetspaard alsof het een auto
was, met zijn linkervoet zoekend naar een rem
en tevergeefs naar een hoorn grijpend als er een
hond over den weg liep.
Warner had iets op z'n hart en toen wc een
maal op den groofen weg waren, kwam hij er mee
voor den dag.
„Juffrouw Innes," zei hij. „ik heb gisteren een
stuk van een gesprek gehoord, dat ik niet begreep.
Het ging mij ook eigenlijk niets aan, maar 'het
lijkt me nu toch beter, dat ik het u vertel. Gister
middag toen juffrouw Gertrude en u uit waren,
had ik de auto weer zoo'n beetje in orde gemaakt
na den brand, en ik ging naar dc bibliotheek om
meneer Innes te vragen, of hij er eens naar wilde
komen kijken. „Juffrouw Liddy zei dat hij in de
huiskamer zat en terwijl ik halverwege de biblio
theek liep, hoorde ik hem met iemand praten.
Hij scheen heen en weer te loopen en ik verzeker
n, dat hij razend was."
„Wat zei hij?"
„Het eerst wat ik hoorde was neem me niet
kwalijk, juffrouw Innes, maar hij zei het: „Die
vervl. schurk," zei hij. Toen zei er iemand anders
wat een vrouw. Ze zei*. „Ik heb ze nog gewaar
schuwd, maar ze dachten dat ik bang zuu zijn."
„Een vouw! En ben je niet gaan kijken wie het
was?"
„Ik ben geen spion', juffrouw Innes," zei Warner
vol waardigheid. Zc zei: „Ik begreep dadelijk at
dat er iets niet in den haak was. Een man, die
den cenen dag springlevend is, gaat den volgenden
dag niet dood zonder dat er een reden voor is!"
Ik dacht dat ze het over Thomas had."
„En je weet niet wie het was!" riep ik uit.
„Warner, je hadt daar den sleutel van het heele
Spr. was overtuigd, dat hij in dez krina
het weinig steekhoudende van dit argumi
niet behoefde aan te toonen, doch wees slee*
op het feit, dat de voorsprong van het platl
land op de groote steden ten aanzien van
sterftekansen, in de laatste kwarteeuw ge ha
ten nadeele van het platteland veranderd i
zeker mede tengevolge van de totstand-koml
van waterleidingen In de groote steden.
Ook een goede woningvoorziening zal rJ
te bereiken zijn zonder waterleiding.
Spr. meende, dat alle aanwezigen als axioJ
zullen aanvaarden, dat een goede watervol
ziening ook voor het platteland een eisch cj
tijds is, al kan men over de uitvoering en
mate van urgentie van gevoelen verschillfl
Spr. maakte een vergelijking tusschen I
electrificatie en de aquaficatie van het platl
land, waaruit bleek dat de eerste een groot
voorsprong heeft op de laatste. Bij de drir
watervoorziening ging alles meer geleideli
In 1853 kwam de eerste waterleiding (die v
Amsterdam) tot stand, doch pas na 1913, to
de Zuid-Bevelandsche waterleiding gestie
werd, is van voorziening van het plattelai
op grootere schaal sprake, maar deze is n
lang niet zoo ver gevorderd als de electrificat
waarmee pas tijdens den oorlog een begin we
gemaakt.
De hoogere besturen zijn op het gebied d
electrificatie in sterkere mate regelend en ze
ondernemend opgetreden.
Op waterleidinggebied eischen verschillen*
zaken een betere regeling; spr. noemt als voi
beelden: de absolute vrijheid van een gemeer
om een waterleiding te stichten indien daa;
door een rationeele voorziening van de b<
trokken streek wordt geschaad; controle tij
hygiënisch oogpunt op plannen voor drinl I
watervoorziening, bescherming van grondwatH
winplaatsen; opheffing van belemmeringdH
van privaatrechtelijken aard bij aanleg en uif I
breiding van waterleidingen.
Sommige van deze onderwerpen zijn i I
provincilea waterleidingsverordeningen gl I
regeld, maar op zeer uiteenloopende wijzj I
Een wettelijke regeling is bier gcwenschl I
evenals deze reeds voor de electrieiteitsvooH
ziening bestaat.
Spr, behandelde in het kort den toestand i I
Zwitserland, België, Frankrijk, Engeland e I
Duitschland en concludeerde dat wij tevredeB
kunnen zijn, doch dat er alle reden is om voorB
te gaan en niet tot voldaanheid.
Wat de vraag betreft, of een groepswateHH
leiding van grootcn omvang voordeeliger is da I
splitsing in kleine bedrijfjes, meende spr., da9
jn deze een algemeene conclusie niet kan worl I
geheim voor 't grijpen!"
Enfin, er was verder niets aan te doen. tk besloot
om nog eens een onderzoek in te stellen als ik
weer thuis was en in dien tussclientijd nam mijn
plan al mijn aandacht in beslag. Ik wilde namelijk
Louise Armstrong opzoekencn probeeren van haar
te weten te komen, wat ze wist, of vermoedde
over Halsey. Maar ook hier slaagde ik niet.
Een keurig dienstmeisje deed mij open, maar ze
bleef breeduit in de deur staan en zonder mij
belachelijk (e maken, kon ik haar onmogelijk
opzij duwen.
„juffrouw Armstrong is erg ziek cn kan nie
mand ontvangen," zei ze. Ik geloofde er niets van.
„En mevrouw Armstrong is die ook ziek?'
„Die is bij juffrouw Louise en wil niet gestoord
worden.
„Zeg haar dan, dat juffrouw Innes haar graag
zou willen spreken over enn zaak van het grootste
gewicht."
„Het zou niets helpen," juffrouw Innes. Ze
heeft mij strenge instructies gegeven."
Op dat oogenblik klonk er een zware stap op
de trap. Over den schouder van het dienstmeisje
heen zag ik een bekende grijze haardos en even
later stond ik van aangezicht tot aangezicht met
dokter Stewart. Hij keek heel ernstig en van zijn
gewone opgewektheid was weinig te bespeuren.
„U is net degeen die ik hebben moet," zei hij
dadelijk. „Stuur uw rijtuigje weg, dan zal ik u
thuis brengen. Wat is Cr met uw neef gebeurd?"
„Hij is verdwenen, dokter. Dat niet alleen, maar
alles wijst er op, dat hij oiitvoerd is, of..." Ik
kon niet verder. Zwijgend hielp dc dokter mij in
zijn karretje en zwijgend reden we een eindje
door. Toen'keek hij mij aan.
„Vertel u mij nu eens alles,"zei hij. en hij luisterdM
zonder n.ij in de rede te vallen. „En deukt u da
Louise er iets van weet?" vroeg hij toen ik kla»
was met m'n verhaal. „Ik (>en er zelfs van oveifl
tuigd. En dit is het beste bewijs: ze vroeg n. t
of er ook bericht van hem gekomen was, en
er nog nieuws was. Ze wil Walker niet zien, en zH
heeft "mij laten beloven dat ik naar u toe zom
gaan, on u dit tc zeggen: „ga door met naar her,
te zoeken. Probeer hem zoo spoedig mogelijk t
vinden. Hij is in leven."
„Nu, zei ik - „als ze dat weet, weet ze nog we
meer. Ik vind haar wreed en ondankbaar."
„Zc is erg ziek," zei hij op ernstigen toon'
„Noch u, noch ik kunnen haar vcroordcelen voo i
we alles weten. Zoowel zij als haar moeder zijl
schimmen van wat zij vroeger waren.» Achter di
alles deze twee plotselinge sterfgevallen, de be
rooving aan de Bank, de inbrekerij op Zonnehoel
en de verdwijning van Halsey, schuilt een geheid
dat den een of anderen dag" moet uitkomen, le
op mijn woorden. En als het uitkomt zullen wi
zien, dat Louise Armstrong ook een slachtoffei
was."
Ik had niet opgelet waar we heen reden, maai
nu zag ik, dat we naast de spoorbaan stonden
en aangezien er op een plekje een hecleboel men
schen stonden, begreep ik dat daar een auto ge
vonden was. Behalve wat stukjes gesplinterd hout
op den grond was er geen enkel spoor meer var
het ongeval te bekennen.
„Waar is de goederentrein die werd aangereden?'
vroeg de dokter aan een der omstanders.
„Die is vann.orgcn vroeg al weggehaald."
(Word/ vervolgd.)