«land Vinkei DE WENTELTRAP igenaar aan van een g op de pechplaats Jen grooten 'wagen 'n Smid verschaft enschen, waaronder en zich voor het zenuwachtiger en een straatje om 'n lodigen is nog weg. ion zich ook te in- oud van den wagen, iiiedammer en een d'Anvers. a waar de chauffeur 3 ver weg. FSTAL. de weide van den Jwalmen, gehucht terries gestolen. De de Duitsche grens er bosschen. De te 3 rijksveldwachter 'achter B. volgden Waldniel, waar ze t met lange heide b\jna ondoordring- verder te zoekeu itsche politie inge- onafgebroken na- an den avond tus- adbach de paarden e zich daar beviu- sP uit Dusseldovf, en te hebben ver- Een tweede per- losch te ontkomeu. leedingstukken en den by de paarden kou den volgenden aldniel terughalen, last der Duitsche at onderzoek wordt AR GESLOTEN»', eich nan te geven, kantoor van Neu- r in October 1925 r gegaan. Er werd leming tegen hem :ht de politie naar- ry willig terug om nds 11 uur meldde s van Bewaring te afgewezen. „Het ts is de zaak geslo* r probeerde hll het gewezen. Dit koer n rechter van in- 3ucccs. echerche zich over aar. Maar, in ge- man kwalijk kun- e afwijzingen, er aan? ichten. viering van den Koningin, zal de rente plaats vln- itus, inplaats van ïoegzamo deelnc- g 'savonds 8 uur org.miseerd wor- beleefd verzocht 1 op de kaai dan 9 uur muziek en ringrijden voor n, balwcrpcn door n op los paard, ima s. "^bq HET BESTUUR. J. FLOHIL. er Commissie, a Druppels :erd No. 47641 en onschadelijk (RUGBAAR gscheveer 6a Prijs per kwartaal. f I, Losse nummersf 0,07" Advertcntiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer1 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanrragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. WOENSDAG 1 September 1926 Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij ,,0nze Eilanden", Tel. Int. No, 15 Voorstraat Middelharnis. 8E JAARGANG. - N°. 83 WIJZIGING PERSONEELE BELASTING. Een wetsontwerp is ingediend om een wijzi ging aan te brengen in art. 31 bis, 5a, der wet op de personeele belasting. Zooals de wet thans luidt, bepaalt dit onderdeel van art. 31 bis, dat de belasting voor motorrijtuigen (motorrijwielen en auto's) verminderd wordt tot de helft voor die motorrijtuigen, welke uit sluitend of hoofdzakelijk worden gebezigd voor liet beroep of bedrijf van den belastingplichtige. Van deze verminderde belasting kunnen pro- fiteeren de houders van motorrijtuigen, die hun vervoermiddel bezigen in liet beroep of bedrijf van fabrikant of handelaar, namelijk om fabrieken elders of afnemers te bezoeken, van handelsreizigers, van aannemers, archi tecten, rentmessters, artsen en vele anderen. Ook al maken zij nu en dan van liet vervoer middel gebruik voor eigen genoegen, b.v. voor een autotocht op Zondag of op mooie zomermaanden, dan kunnen zij nog aanspraak maken op de verminderde belasting. Nu heeft den 19 Nov. 1924 de Hooge Raad in een arrest vastgesteld, dat het woord hoofd zakelijk in het bedoelde artikel een zoodanige beteekenis heeft, dat iets meer dan de helft van het gebruik voor beroep of bedrijf reeds aanspraak geeft op dc halve belasting. Volgens den minister was het echter de bedoeling van den wetgever, dat liet bezigen voor genoegen slechts hij uitzondering mocht plaats hebben, wilde men aanspraak doen gelden op be lastingvermindering. De Hooge Raad beeft echter gemeend met deze bedoeling van den wetgever geen rekening te mogen houden, omdat deze bedoeling niet sprak uit de bewoordingen van het artikel der wet. Naar het taaleigen kon aan het woord „hoofdzakelijk" niet de beteekenis worden gegeven van „anders dan bij uitzondering," zodals de minister dit wilde. Het gevolg van dit verschil in opvatting is nu, dat de regeering voorstelt het woord „hoofdzakelijk" in liet artikel te schrappen. De belastingvermindering zal daardoor alleen geldende blijven voof dc motorrijtuigen, welke uitsluitend worden gebezigd in net beroep of bedrijf van den belastingplichtige. Zoodra men dus een beroeps- of bedrijfsauto gaat bezigen voor een tocht voor eigen genoe gen, dan vervalt het recht op halve belasting en zal men moeten bijdragen naar het volle alge- meene tarief. Komt het wetsontwerp tot stand, dan zal dit dus een Icclijkc tegenvaller zijn voor de autolioudcrs. Het valt intusschen wel te betwijfelen, of de Kamer liet voorgestelde ontwerp zal goed keuren. Een belasting toch van uitsluitend beroeps- of ghedrijfsobjectcn kent de wel op de personeele belasting eigenlijk niet. Dit zou ook strijden met de bedoeling van deze wet, die uitingen van vertering en welstand wel treffen. Dat nu alreeds halve belasting wordt geeischt van motorrijtuigen uitsluitend (of hoofd zakelijk) voor beroep of bedrijf dienend, mag hier niet misleidend wezen, daar het welhaast nooit zal voorkomen dat een houder van zulk een auto niet nu ert dan eens van het vervoer middel gebruik maakt voor eigen of anderer genoegen. Dit zal wel de reden zijn, dat men zich nooit bijzonder gestooten heeft aan dc bestaande bepaling. Door de wijziging der wet zal het nu echter geheel anders en veel scherper gesteld worden. Het minste gebruik voor eigen genoegen zal de auto in het volle tarief doen vallen. Terwijl het zuivere gebruik voor beroep of bedrijf halve belasting zal medebrengen. Aldus doende zou men evengoed een fabrieksgebouw in de personeele belasting kunnen betrekken of een fabrikant of landbouwer in deze belasting naar het halve tarief aanslaan voor hun arbei ders of werkpaarden. Wil de wetswijziging tot haar recht doen komen de bedoeling van den vroegeren wet gever, dan zal men dit kunnen bereiken door een term te gebruiken als: bijkomstig of bij uitzondering bezigen voor andere doeleinden dan voor beroep of bedrijf. Ook dan zal een grens nog wel moeilijk te trekken zijn, maar men dupeert er althans niet de duizenden auto- en motorrijwielhouders mede, die bij de aanschaffing van hun vervoermiddel op een matige belasting rekenden ook al bezigden zij hun auto of motor nu en dan eens voor ont spanning. Specht. feuilleton. van MARY ROBERTS RINEHART. 35) M— Dinsdagsmorgens doorzocht dc detective den tuin, maar hij vond niets. Middags verdween hij en het was al laat, toen hij 's avonds terug kwam. Hij zei dat hij den volgenden dag naar dc stad terug moest en sprak met Halsey cn Alex af, dat zij het huis zouden bewaken. Liddy kwain 's Woensdagsmorgens bij me met haar schort in de hoogte als een zak cn een uit drukking van deugdzame woede op haar gezicht. Het was de dag dat Thomas begraven werd cn Alex cn ik waren in dc serre bloemen voor hem aan *t afsnijden. Liddy is nooit zoo gelukkig, dat wanneer ze treurig kan doen en nu zette ze een hanglip, maar er was een triomfantelijke uitdruk king in haar oogen. „ik heb. altijd wel gezegd dat er onder onze neus een hecfcbocl gebeurde, dat we niet konden zien," zei ze, terwijl ze mij haar schort toestak. ..Ik kijk niet met mijn neus," zei ik. „Wat heb jc daar?" Liddy duwde een half dozijn geraniumpotfen opzij en op dc open plek, die daardoor ontstond, legde ze den inhoud van haar schort een hand vol papiersnippers. Alex was opzij gegaan, maar ik zag dat hij nieuwsgierig naar haar keek. „wacht eens even, Liddy," zei ik „heb je de priillcmand in dc bibliotheek weer doorgezocht? DE LUCHTVAARTDAGEN IN SCHEVEN INGEN. Binnenland. „Neerlands Driekleur wordt het hoogst ge houden in de lucht!" Deze zeer geestige voor de Luchtvaartdagen in Scheveningen bedachte spreuk van den Heer Hans Martin, Secretaris der K.L.M., heeft in de dagen, die aan de Nationale Vliegtuigindustrie en Luchtvaart gewijd zijn, zeer zeker op bijna ieders lippen gelegen, moge hij de tentoonstelling en de demonstraties aanschouwd hebb'én of niet. En zij, die niet naar Scheveningen zijn getogen hebben zeer zeker heel wat gemist. Het snorren der Militaire vliegtuigen vlak boven strand en pier, de vluchten van de escadrille uit Soester- berg onder leiding van Kapitein Verstcegh met zijn cquipe-genooten, de Luitenants van Woerden Poelman en Kappen en de Serg.- Majoors Bakkenes en van der Griend, de be roemde escadrille, die alle toeren uitvoeren, als waren de vijf verschillende bestuurders door draden aan elkander verbonden, waren meer dan bewonderenswaardig. Zij hadden kunnen genieten van de zekerheid, waarmede alle mogelijke vluchten werden volbracht: ge- veclitsvliegen, salto's, loopings en alles werd zoo regelmatig, zoo stipt gelijktijdig uit gevoerd, dat het was, alsof de vijf machines vijf vingers waren van één hand. Intusschen schoot het kleine Pander machientje, bestuurd door den Heer van Vloten, den stoutmoedigen piloot, als een libel tusschen de anderen door, er boven, er onder, eromheen, en voerde dc dolste capriolen uit. Even later voegden zich nog drie watervliegtuigen van de Marine tc den Helder bij de anderen, zoodat het nu een snorren en zoemen was van belang. Duizenden cn nog eens duizenden hebben genoten van de lucht-evolutién en hebben een voldaan gevoel mee naar huis genomen, een gevoel van rustige zekerheid, van vastheid en bestuurbaarheid, een gevoel, dat als een fluïdum door de vliege niers met hun bewegingszekerheid in het vol brengen van dc stoutste toeren, werd uit gegoten. En de uitspraak van ccn hooge Engelsche Luchtvaart autoriteit, die zeide: „De Nederlander is op weg een der beste Luchtvaardcrs te worden, evenals hij in de oude tijden een der beste zeevaarders is ge weest", is niets anders, dan de bevestiging van den indruk, die de menigte van de demonstra tie heeft gekregen. En de tentoonstelling zelf, dc kern van de luchtvaartdagen, heeft ook zeer de aandacht getrokken. Alles, wat op dc moderne lucht vaart betrekking heeft, was daar aanwezig en het heeft de bezoekers zonder uitzondering ge ïnteresseerd. Een compleete Fokker C Vil met 350 P.K. Hispano-Suiza motor, een ver kenningsvliegtuig, stond op het Kurhaus- terras opgesteld en was voor het publiek te bezichtigen. Motoren, onderdeelen, benzine, oliën, registreer-instrumenten, radio-uitrus tingen, verder alle mogelijke instrumenten op vüeg-technisch, radio-telegrafisch en vlieg- mecfisch gebied, alsmede statistieken, lucht tunnel van het instituut van den Rijksstudie dienst, gegevens, kaarten en fotografieën vormden een zeer overzichtelijk geheel. Wij zijn met een trotsch en voldaan gevoel huiswaarts gegaan; trotsch op onze nationale vliegkunst, voldaan over het gebodene en ver vuld van de hoop, dat de berichten, die wij over een der grootste Nederlanders op het ge bied der vliegtuigindustrie, Fokker, onwaar zullen blijken. Hoe jammer toch, zou het zijn, indien hij zich werkelijk als Amerikaan zou laten naturaliseeren; hoe jammer, als hij het zou doen, dat het dan zou gebeuren, omdat zijn Vaderland hem niet de mogelijkheid bood een „Fordsche" fabriek van vliegtuigen te bouwen en te exploiteeren in de lage landen aan de Noordzee, waar eens zijn wieg stond! Doch wij hopen en vertrouwen, dat al werkt hij en zwoegt hij en fabriceert hij in Amerika hij toch het Hollandsche bloed niet zal verloochenen dat hij Hollander zal blijven, niet alleen voor zijn gevoel, doch ook metterdaad en van een naturaliseering zal afzien. Liddy rangschikte de papiertjes met de handig heid van iemand die het meer gedaan heeft, en gaf geen antwoord. „Is het nooit hij je opgekomen," ging ik voort, terwijl ik mijn hand op dc stukjes papier legde, „dat menschcn, die hun brieven verscheuren, dat juist doen omdat ze niet willen dat een ander zc leest?" „Als zc er zich voor schaamden zouden zc er zich met zooveel nioeitc voor geven, juffrouw Rachel," zei Liddy eigenwijs. „Bovendien, nu er iederen dag zulke vreemde dingen gebeuren, be schouw ik het als mijn plicht. Als u het niet lezen wilt cn er werk van maakt, geef ik het aan dien Jamicson cn dan wed ik dat hij vandaag niet naar de stad terug gaat." Toen begon ik er anders over tc denken. Als de stukjes papier iets met den moord cn de rost tc maken hadden behoefde ik cr mc ook niet druk over te maken of het eigenlijk wel netjes was om ze te lezen. Dus Liddy rangschikte de stukjes, zooals een kind dat een puzzle legt cn ze deed het met evenveel enthousiasme. Toen ze klaar was ging zc opzij en liet het mij lezen. „Woensdagavond negen uur. Brug," las ik hardop. Toen merkte ik dat Alex naar ons keek en keerde mij om naar Liddy. „Wat gaat het ons eigenlijk aan?" zei ik. Liddy was boos. Zc wilde mc wat zeggen, toon ik de stukjes opraapte en dc serre uit girtg. „Vertel me nu eens," zei ik even later, waarom je Alex in vertrouwen hebt genomen? Hij is lang niet dom en beeft 'i natuurlijk goed onthouden. Je hebt het zeker ook In de keuken laten zien, en in plaats van mij de kans te geven om van avond stilletjes hij de brug tc gaan kijken, om Waterwinplaatp. Voorbereidende werkzaamheden. Door dc Staatscommissie voor Drinkwater voorziening werd in het jaar 1912 een geo- en hydrologisch onderzoek verricht in het ge bied der Oost- en Middelduinen, om na te gaan of aldaar water in voldoende hoeveelheid en van goede hoedanigheid zou kunnen worden gevonden, teneinde het geheele eiland van drinkwater te voorzien. Van de gevolgtrekkingen, waartoe genoemde Commissie kwam, laten wij hieronder de voor naamste volgen en wel: 1 e. Het gebied der Oostduinen is als water- winplaats voor eene groepswaterleiding voor het eiland Gocdereede en Overflakkee bruik baar, in dier voege, dat daaraan voldoende hoeveelheid water te onttrekken is, dat door aëratie, ontijzering en filtratie in goed drink water is om te zetten. 2e. De benoodigde hoeveelheid water mag niet uitsluitend uit het diepduinwater worden verkregen, doch moet hoofdzakelijk worden gewonnen uit het bovenduinwater," waarbij in droge tijden en in de toekomst voor aanvul ling vau een mogelijk tekort slechts een voor zichtig gebruik kan worden gemaakt van het diepwaterduin, dat moet worden verkregen met behulp van eenige, in dc grove formatie, zooveel mogelijk aan de westzijde van het waterwingebied te plaatsen afsluitbare bron nen. Deze boorputten moeten gesloten worden, zoodra en zoolang het bovenwater alleen in de behoefte kan voorzien. 3e. De zekerste, regclmatig-krachligste en op den duur meest economische wijze van draineering van het bovenwater geschiedt in dit geval niet behulp van een open kanaal van voldoende diepte en profiel-inhoud. Het winnen van diepduinwatcr. Zooals uit deze conclusie blijkt, beveelt de Commissie aan, om den voorraad diepduin- water in de laatste plaats aan te spreken en allereerst tot eene drainage van het boven- duinwatergebied over te gaan. Zij wordt tot deze conclusie geleid door de meerling, dat eene sterke afpomping van het diepduinwater tot eene verzouting van de boorputten aan leiding zou kunnen geven. Hoewel op grond van verschillende over wegingen veel voor de opvatting der Commissie te zeggen valt, hebben onderzoekingen aan getoond, dat eene stijging van de zoutwater- grens en eene daarmede gepaard gaande ver zouting der boorputten niet zoo spoedig plaats vindt als aanvankelijk werd verondersteld. Wij nieenen te dien aanzien te mogen ver wijzen naar de pompproeven, gedaan in het duinterrein der Haagsche waterleiding, waarbij bleek, dat bij eene afpomping van 6 Meter, nog steeds zoet water werd opgepompt, hoe wel volgens theoretische beschouwingen bij eene afpomping van I Meter liet zoute water reeds omhoog zou moeten stijgen. De vrees, door vele deskundigen aan den dag gelegd, ten opzichte van eene verzouting der duinwater-prises d'eau van Den Haag en Amsterdam, welke reeds jaren geleden zou moeten zijn ingetreden, is niet bewaarheid geworden, hoewel toch juist de laatste jaren de diepwateronttrekking aan de duinen in sterke mate is toegenomen. Men moet daarom wel tot de conclusie komen, dat door het zijdeling, toestroomen van diepgrondwater, de potentiaal van het zoete water ter plaatse niet in zoo sterke mate verminderd wordt, dat de zoutwatergrens zich naar boven verplaatst. De duingebieden bevatten in het algemeen zoo groote hoeveelheden zoet water, dat zelfs ondanks de groote hoeveelheden duinwater, die de talrijke duinwaterleidingen uit het duingebied pompen, geen onmiddellijke vrees behoeft te bestaan voor een opdringen van het onderliggende zoutwatergebied. Nu wordt onmiddellijk toegegeven, dat eene vergelijking tusschen de duin terreinen, waarin de Noord- en Zuid-Hollandsche waterwinnings- gebieden gelegen zijn, en de duinen van Goede reede, niet geheel opgaat, omdat deze laatsten van geringe afmetingen zijn, zoodat het zoet waterreservoir dus aanmerkelijk kleiner is dan dat van de evengenoemde duinstreken. Daartegen vallen de hoeveelheden water, die voor de watervoorziening van Goedereede en Overflakkee benoodigd zijn, in het niet in vergelijking met de enorme kwantiteit, die ten'behoeve van de drinkwatervoorziening jvoor Amsterdam, Den Haag, Leiden, Haar lem enz. aan de duinen onttrokken worden. De hoeveelheid zoet water die zich onder de Oost- en Middelduinen bevindt, zal ruw berekend (1.400.000 800.000) X 13.750.000 M3 bedragen, waarbij eene gemid delde diepte van bet zoetwaterbekken van 25 Mater is verondersteld en het poriënvolume op */4 is aangenomen. Dit is altoos nog eene zeer groote water- hoeveelheid, vergeleken met een waterver bruik van 405.000 M3, voor het jaar 1945. Er mag daarom worden verondersteld, dat zelfs bij het oppompen van water door middel van diepboringen, zijdelings uit het diepwater- reservoir voldoende water zal toevloeien om eene vei zouting van de boorputten te ver hinderen Wij verwijzen te dien aanzien nog naar de opvatting van den hydroloog Dr. J. Versluijs te zien, wie cr zijn, zal het heele huishouden er wel in optocht heen gaan. „Niemand weet er iets van," zei Liddy bedeesd. „Ik heb het gevonden in dc prullemand in de kleedkamer van juffrouw Gertrude. Kijkt u eens op den achterkant I" Ik keerde een paar snippers om, cn daar stond warempel de naam van de Handelsbank op ge drukt. Dus Gertrude zou Jack Bailey dien avond bij dc brug ontmoeten. En ik dacht "nogal dat hij ziek was! Het pleitte niet erg voor zijn onschuld, dat hij zoo het daglicht en de familie van zijn meisje vermeed. Ik besloot om in ieder geval 's avonds zelf naar de brug toe te gaan en ik stemde toe. „Ik begin nu meer waarde te hechten aan het verhaal van dokter Stewart," zei hij, „nu ik dat adres in den zak van Thomas heb gevonden. Het maakt het ook waarschijnlijker dat de vrouw met het kind en de vrouw, die op straat ruzie met Armstrong had, dezelfde zijn. Hel kan wel zijn dat Thomas iets wist, dat nu bepaald pleitte voor den vermoorden man en dat hij uit een soort aanhankelijkheid voor de familie voor zich wilde houden. Ën dan komt die geschiedenis van dc vrouw, bij het raam van het spcclzaaltjc ook ir een heel ander licht tc staan. Warner bracht ons met den auto naar Rich field. Het was een heel eind met den trein maar door overal de kortste wegen te nemen, waren wc er nogal gauw. Het was ccn aardig stadje, aan de rivier en op een heuvel zag ik het groote huis van de familie Morton liggen, waar Halsey en Gertrude tot den avond van den moord logeerd hadden. Olmstraat was vrijwel de eenige straat en ogeat Dc we vonden nummer veertien gemakkelijk. Het was een klein wit huisje, een beetje vervallen, maar allesbehalve schilderachtig, niet een laag raam en een soort van terras, niet meer dan een dertig centimeter boven het stukje tuin. Er stond een kinderwagen op het pad en bij een schommel opzij van het huis werd heftig gekibbeld door drie kleine kinderen; een jonge vrouw met een vrien delijk gezicht probeerde hen te kalmceren. Toen ze ons zag deed ze vlug haar schort af en kwam naar ons toe. „Goeden middag," zei ik. Jamicson nam zijn hoed af zonder iets te zeggen. „Ik kwam infor- meeren naar Lucicn Wallace." „Ik ben blij dat u gekomen is," zei ze. „Hoe wel hij iltct de andere kinderen speelt, geloof ik toch dat het ventje zich een beetje eenzaam voelt. Wij dachten dat zijn moeder vandaag misschien zou komen." Jamicson mengde zich nu in 't gesprek. „Is u juffrouw Tate?" Hoe ter wereld wist die detective dat nu weer? „Ja, meneer." „Juffrouw Tate, wc wilden graag enkele in lichtingen van u hebben. Misschien in huis..." „Komt u binnen,zei zc gastvrij. En even later zaten we in bet kleine kamertje. Juffrouw Tate zat met haar handen in haar schoot en voelde zich blijkbaar niet erg op haar gemak. „Hoe lang is Lucien al hier?" vroeg Jamicson. „Verleden Vrijdag is het een week geweest. Zijn moeder heeft een weck voor hem vooruit betaald verder nog niets." „Was hij ziek toen hij hier kwam?" „Neen, meneer, niet bepaald ziek. Hij was nog wat zwak, onidat hij typhus gehad had zcf ze, mi.., die eveneens tot de conclusie komt, dat de gevreesde verzouting van de duingebieden in elk geval zeer langzaam zal geschieden en zelfs in vele gevallen geheel zal uitblijven (voordracht van Dr. J. Versluijs, gehouden in de zesde buitengewone vergadering van het Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap op 18 October 1913, zie tijdschrift „Water" 1919, nr 5). Ondanks deze gunstige overwegingen, zou het onttrekken van diepduinwater aan den bodem nog toelaatbaar zijn, wanneer niet vast staat, dat de hoeveelheid neerslag, die aan het diepduinwater ten goede komt, grooter is dan de hoeveelheid water, die daaraan ten behoeve der watervoorziening wordt ont trokken. Het diepgrondwater wordt aangevuld met het neerslagwater, dat over eene oppervlakte- de Oost- en Middelduinen omvattende, in den bodem dringt. Wordt aangenomen, waarom trent hieronder meer, dat 60 van den neer slag aan het bovenduin,water en daarvan a/5 gedeelte of 32 aan het diepduinwater ten goede komt, dan komt van een jaarlijks toe vloeiende hoeveelheid neerslagwater op eene totale oppervlakte van 220 H.A., welke de Oost- en Middelduinen te zamen beslaan, bij 32 een regenval van 350 m.M. per jaar: -L x 2.200.000 0.65 ruim 457.000 M3 in het diepduinwaterreservoir terecht. Ook wanneer dus al het voor de water leiding benoodigde water aan het diepgrond- waterbekken onttrokken wordt, zal de hoe veelheid water die aan dit bekken ten goede komt, de daaraan te onttrekken waterhoeveel- heid althans in de naaste toekomst overtreffen. Dat ondanks al deze gunstige omstandig heden dezerzijds voorgesteld wordt, niet af te wijken van het advies van de toenmalige Staatscommisse, om den diepduinwatervoor- raad slechts aan te spreken, wanneer de nood daartoe dringt, is daarin gelegen, dat het door den neerslag aan het diepduinwatergebied ten goede komende water niet in zijn geheel tot eene vermeerdering van den aanwezigen voor raad bijdraagt, doch gedeeltelijk naar weers zijden afstroomt. Door uitsluitend den djep- duinwatervoorraad aan te spreken, is eene vermindering daarvan dus niet geheel uit gesloten en volgens de thans veelal geldende opvatting is het niet gewenscht, om tot eene zoodanige vermindering aanleiding te geven. Om deze reden is dan in het onderhavige ontwerp gevolg gegeven aan de voorstellen van de Staatscommissie, om door het aan leggen van een draineerkanaal eene drainage van het bovenduinwatergebied over een zeker gedeelte van de Oostduinen te verkrijgen. Slechts voor het geval dat het waterverbruik de productie van het draineerkanaal overtreft zal met behulp van in het kanaal te boren putten, het diepduinwater tekort aan boven duinwater moeten aanvullen. In den bodem van het draineerkanaal zullen een achttal putten worden geboord, die slechts dan uit den diepduinwatervoorraad zullen syppleeren, wanneer het draineerkanaal is uitgeput. Indien n.l. het waterpeil in het kanaal tot pl.m. A.P. is gedaald en de zich aan de bovenzijde der putten bevindende af sluiters worden geopend, zal het diepduin water zich uit zelf in het kanaal vloeien, om dat de overdruk in dat geval pl.m. 65 c.M. bedraagt. Te ontveinzen valt niet, dat het winnen van drinkwater met behulp van een draineer- maar hij knapt erg goed op." „Wilt u n.ij het adres en den naam van zijn moeder zeggen?" „Dat is het nu juist," zei de vrouw. „Ze zei dat ze .juffrouw Wallace heette, maar geen adres had. Zc vertelde dat ze in een warenhuis werkte en niet voldoende op het kind kon passen en dat hij frissche lucht en melk moest hebben. Ik heb zelf drie kinderen en nog een ev bij gaf me niet zooveel extra drukte, maar ik wou dat zij zijn kostgeld maar betaalde." „Zei ze ook welk warenhuis het was?" „Neen, meneer, maar de kleeren van den jongen kwamen allemaal van King. Hij heeft veel te mooie kleeren voor hier buiten." Opeens hoorden we geschreeuw en gegil bij de voordeur en gestamp van de kinderen. Toen kwa men cr een jongen en een meisje de kan.er in, paardje spelend met een waschlijn als leidsel en de „koetsier" was een lachende jongen van onge veer zeven jaar in een bruin linnen pak met koperen knoopen. Deze kleine trok dadelijk mijn aandacht: het was een knap kind cn hoewel er nog wel aan hem tc zien was dat hij kort geleden ziek was geweest, zag hij eT nu toch tamelijk gezond uit." „Ho," riep hij. „Ho Flinders." Jamicson lokte hem naar zich toe door hem een geel met blauw gestreept potlood voor te houden. „Ziezoo," zei hij, toen dc jongen het potlood gepakt had en bezig was het op den machet van den detective te probeeren „ziezoo ik wed dat jij niet eens weet hoe je heet." „Wel waar," zei de jongen. „Lucien Wallace." (WVifl vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1926 | | pagina 1