«land
Vinkei
DE WENTELTRAP
igenaar aan van een
g op de pechplaats
Jen grooten 'wagen
'n Smid verschaft
enschen, waaronder
en zich voor het
zenuwachtiger en
een straatje om 'n
lodigen is nog weg.
ion zich ook te in-
oud van den wagen,
iiiedammer en een
d'Anvers.
a waar de chauffeur
3 ver weg.
FSTAL.
de weide van den
Jwalmen, gehucht
terries gestolen. De
de Duitsche grens
er bosschen. De te
3 rijksveldwachter
'achter B. volgden
Waldniel, waar ze
t met lange heide
b\jna ondoordring-
verder te zoekeu
itsche politie inge-
onafgebroken na-
an den avond tus-
adbach de paarden
e zich daar beviu-
sP uit Dusseldovf,
en te hebben ver-
Een tweede per-
losch te ontkomeu.
leedingstukken en
den by de paarden
kou den volgenden
aldniel terughalen,
last der Duitsche
at onderzoek wordt
AR GESLOTEN»',
eich nan te geven,
kantoor van Neu-
r in October 1925
r gegaan. Er werd
leming tegen hem
:ht de politie naar-
ry willig terug om
nds 11 uur meldde
s van Bewaring te
afgewezen. „Het
ts is de zaak geslo*
r probeerde hll het
gewezen. Dit koer
n rechter van in-
3ucccs.
echerche zich over
aar. Maar, in ge-
man kwalijk kun-
e afwijzingen, er
aan?
ichten.
viering van den
Koningin, zal de
rente plaats vln-
itus, inplaats van
ïoegzamo deelnc-
g 'savonds 8 uur
org.miseerd wor-
beleefd verzocht
1 op de kaai dan
9 uur muziek en
ringrijden voor
n, balwcrpcn door
n op los paard,
ima s. "^bq
HET BESTUUR.
J. FLOHIL.
er Commissie,
a Druppels
:erd No. 47641
en onschadelijk
(RUGBAAR
gscheveer 6a
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummersf 0,07"
Advertcntiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer1 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanrragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels elke regel meer 15 cent.
WOENSDAG
1 September 1926
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
,,0nze Eilanden", Tel. Int. No, 15
Voorstraat Middelharnis.
8E JAARGANG. - N°. 83
WIJZIGING PERSONEELE BELASTING.
Een wetsontwerp is ingediend om een wijzi
ging aan te brengen in art. 31 bis, 5a, der wet
op de personeele belasting. Zooals de wet
thans luidt, bepaalt dit onderdeel van art.
31 bis, dat de belasting voor motorrijtuigen
(motorrijwielen en auto's) verminderd wordt
tot de helft voor die motorrijtuigen, welke uit
sluitend of hoofdzakelijk worden gebezigd voor
liet beroep of bedrijf van den belastingplichtige.
Van deze verminderde belasting kunnen pro-
fiteeren de houders van motorrijtuigen, die
hun vervoermiddel bezigen in liet beroep of
bedrijf van fabrikant of handelaar, namelijk
om fabrieken elders of afnemers te bezoeken,
van handelsreizigers, van aannemers, archi
tecten, rentmessters, artsen en vele anderen.
Ook al maken zij nu en dan van liet vervoer
middel gebruik voor eigen genoegen, b.v.
voor een autotocht op Zondag of op mooie
zomermaanden, dan kunnen zij nog aanspraak
maken op de verminderde belasting.
Nu heeft den 19 Nov. 1924 de Hooge Raad
in een arrest vastgesteld, dat het woord hoofd
zakelijk in het bedoelde artikel een zoodanige
beteekenis heeft, dat iets meer dan de helft
van het gebruik voor beroep of bedrijf reeds
aanspraak geeft op dc halve belasting. Volgens
den minister was het echter de bedoeling van
den wetgever, dat liet bezigen voor genoegen
slechts hij uitzondering mocht plaats hebben,
wilde men aanspraak doen gelden op be
lastingvermindering.
De Hooge Raad beeft echter gemeend met
deze bedoeling van den wetgever geen rekening
te mogen houden, omdat deze bedoeling niet
sprak uit de bewoordingen van het artikel
der wet. Naar het taaleigen kon aan het woord
„hoofdzakelijk" niet de beteekenis worden
gegeven van „anders dan bij uitzondering,"
zodals de minister dit wilde.
Het gevolg van dit verschil in opvatting is
nu, dat de regeering voorstelt het woord
„hoofdzakelijk" in liet artikel te schrappen. De
belastingvermindering zal daardoor alleen
geldende blijven voof dc motorrijtuigen, welke
uitsluitend worden gebezigd in net beroep of
bedrijf van den belastingplichtige.
Zoodra men dus een beroeps- of bedrijfsauto
gaat bezigen voor een tocht voor eigen genoe
gen, dan vervalt het recht op halve belasting en
zal men moeten bijdragen naar het volle alge-
meene tarief. Komt het wetsontwerp tot stand,
dan zal dit dus een Icclijkc tegenvaller zijn voor
de autolioudcrs.
Het valt intusschen wel te betwijfelen, of de
Kamer liet voorgestelde ontwerp zal goed
keuren. Een belasting toch van uitsluitend
beroeps- of ghedrijfsobjectcn kent de wel op de
personeele belasting eigenlijk niet. Dit zou ook
strijden met de bedoeling van deze wet, die
uitingen van vertering en welstand wel treffen.
Dat nu alreeds halve belasting wordt geeischt
van motorrijtuigen uitsluitend (of hoofd
zakelijk) voor beroep of bedrijf dienend, mag
hier niet misleidend wezen, daar het welhaast
nooit zal voorkomen dat een houder van zulk
een auto niet nu ert dan eens van het vervoer
middel gebruik maakt voor eigen of anderer
genoegen. Dit zal wel de reden zijn, dat men
zich nooit bijzonder gestooten heeft aan dc
bestaande bepaling.
Door de wijziging der wet zal het nu echter
geheel anders en veel scherper gesteld worden.
Het minste gebruik voor eigen genoegen zal de
auto in het volle tarief doen vallen. Terwijl
het zuivere gebruik voor beroep of bedrijf halve
belasting zal medebrengen. Aldus doende zou
men evengoed een fabrieksgebouw in de
personeele belasting kunnen betrekken of een
fabrikant of landbouwer in deze belasting
naar het halve tarief aanslaan voor hun arbei
ders of werkpaarden.
Wil de wetswijziging tot haar recht doen
komen de bedoeling van den vroegeren wet
gever, dan zal men dit kunnen bereiken door
een term te gebruiken als: bijkomstig of bij
uitzondering bezigen voor andere doeleinden
dan voor beroep of bedrijf. Ook dan zal een
grens nog wel moeilijk te trekken zijn, maar
men dupeert er althans niet de duizenden
auto- en motorrijwielhouders mede, die bij de
aanschaffing van hun vervoermiddel op een
matige belasting rekenden ook al bezigden zij
hun auto of motor nu en dan eens voor ont
spanning.
Specht.
feuilleton.
van
MARY ROBERTS RINEHART.
35) M—
Dinsdagsmorgens doorzocht dc detective den
tuin, maar hij vond niets. Middags verdween
hij en het was al laat, toen hij 's avonds terug
kwam. Hij zei dat hij den volgenden dag naar dc
stad terug moest en sprak met Halsey cn Alex
af, dat zij het huis zouden bewaken.
Liddy kwain 's Woensdagsmorgens bij me met
haar schort in de hoogte als een zak cn een uit
drukking van deugdzame woede op haar gezicht.
Het was de dag dat Thomas begraven werd cn
Alex cn ik waren in dc serre bloemen voor hem
aan *t afsnijden. Liddy is nooit zoo gelukkig, dat
wanneer ze treurig kan doen en nu zette ze een
hanglip, maar er was een triomfantelijke uitdruk
king in haar oogen.
„ik heb. altijd wel gezegd dat er onder onze
neus een hecfcbocl gebeurde, dat we niet konden
zien," zei ze, terwijl ze mij haar schort toestak.
..Ik kijk niet met mijn neus," zei ik. „Wat heb
jc daar?"
Liddy duwde een half dozijn geraniumpotfen
opzij en op dc open plek, die daardoor ontstond,
legde ze den inhoud van haar schort een hand
vol papiersnippers. Alex was opzij gegaan, maar
ik zag dat hij nieuwsgierig naar haar keek.
„wacht eens even, Liddy," zei ik „heb je
de priillcmand in dc bibliotheek weer doorgezocht?
DE LUCHTVAARTDAGEN IN
SCHEVEN INGEN.
Binnenland.
„Neerlands Driekleur wordt het hoogst ge
houden in de lucht!" Deze zeer geestige voor
de Luchtvaartdagen in Scheveningen bedachte
spreuk van den Heer Hans Martin, Secretaris
der K.L.M., heeft in de dagen, die aan de
Nationale Vliegtuigindustrie en Luchtvaart
gewijd zijn, zeer zeker op bijna ieders lippen
gelegen, moge hij de tentoonstelling en de
demonstraties aanschouwd hebb'én of niet. En
zij, die niet naar Scheveningen zijn getogen
hebben zeer zeker heel wat gemist. Het snorren
der Militaire vliegtuigen vlak boven strand en
pier, de vluchten van de escadrille uit Soester-
berg onder leiding van Kapitein Verstcegh
met zijn cquipe-genooten, de Luitenants van
Woerden Poelman en Kappen en de Serg.-
Majoors Bakkenes en van der Griend, de be
roemde escadrille, die alle toeren uitvoeren, als
waren de vijf verschillende bestuurders door
draden aan elkander verbonden, waren meer
dan bewonderenswaardig. Zij hadden kunnen
genieten van de zekerheid, waarmede alle
mogelijke vluchten werden volbracht: ge-
veclitsvliegen, salto's, loopings en alles werd
zoo regelmatig, zoo stipt gelijktijdig uit
gevoerd, dat het was, alsof de vijf machines
vijf vingers waren van één hand. Intusschen
schoot het kleine Pander machientje, bestuurd
door den Heer van Vloten, den stoutmoedigen
piloot, als een libel tusschen de anderen door,
er boven, er onder, eromheen, en voerde dc
dolste capriolen uit. Even later voegden zich
nog drie watervliegtuigen van de Marine tc
den Helder bij de anderen, zoodat het nu een
snorren en zoemen was van belang. Duizenden
cn nog eens duizenden hebben genoten van de
lucht-evolutién en hebben een voldaan gevoel
mee naar huis genomen, een gevoel van rustige
zekerheid, van vastheid en bestuurbaarheid,
een gevoel, dat als een fluïdum door de vliege
niers met hun bewegingszekerheid in het vol
brengen van dc stoutste toeren, werd uit
gegoten. En de uitspraak van ccn hooge
Engelsche Luchtvaart autoriteit, die zeide:
„De Nederlander is op weg een der beste
Luchtvaardcrs te worden, evenals hij in de
oude tijden een der beste zeevaarders is ge
weest", is niets anders, dan de bevestiging van
den indruk, die de menigte van de demonstra
tie heeft gekregen.
En de tentoonstelling zelf, dc kern van de
luchtvaartdagen, heeft ook zeer de aandacht
getrokken. Alles, wat op dc moderne lucht
vaart betrekking heeft, was daar aanwezig en
het heeft de bezoekers zonder uitzondering ge
ïnteresseerd. Een compleete Fokker C Vil met
350 P.K. Hispano-Suiza motor, een ver
kenningsvliegtuig, stond op het Kurhaus-
terras opgesteld en was voor het publiek te
bezichtigen. Motoren, onderdeelen, benzine,
oliën, registreer-instrumenten, radio-uitrus
tingen, verder alle mogelijke instrumenten op
vüeg-technisch, radio-telegrafisch en vlieg-
mecfisch gebied, alsmede statistieken, lucht
tunnel van het instituut van den Rijksstudie
dienst, gegevens, kaarten en fotografieën
vormden een zeer overzichtelijk geheel.
Wij zijn met een trotsch en voldaan gevoel
huiswaarts gegaan; trotsch op onze nationale
vliegkunst, voldaan over het gebodene en ver
vuld van de hoop, dat de berichten, die wij
over een der grootste Nederlanders op het ge
bied der vliegtuigindustrie, Fokker, onwaar
zullen blijken. Hoe jammer toch, zou het zijn,
indien hij zich werkelijk als Amerikaan zou
laten naturaliseeren; hoe jammer, als hij het
zou doen, dat het dan zou gebeuren, omdat
zijn Vaderland hem niet de mogelijkheid bood
een „Fordsche" fabriek van vliegtuigen te
bouwen en te exploiteeren in de lage landen
aan de Noordzee, waar eens zijn wieg stond!
Doch wij hopen en vertrouwen, dat al
werkt hij en zwoegt hij en fabriceert hij in
Amerika hij toch het Hollandsche bloed
niet zal verloochenen dat hij Hollander zal
blijven, niet alleen voor zijn gevoel, doch ook
metterdaad en van een naturaliseering zal
afzien.
Liddy rangschikte de papiertjes met de handig
heid van iemand die het meer gedaan heeft, en
gaf geen antwoord.
„Is het nooit hij je opgekomen," ging ik voort,
terwijl ik mijn hand op dc stukjes papier legde,
„dat menschcn, die hun brieven verscheuren, dat
juist doen omdat ze niet willen dat een ander zc
leest?"
„Als zc er zich voor schaamden zouden zc er
zich met zooveel nioeitc voor geven, juffrouw
Rachel," zei Liddy eigenwijs. „Bovendien, nu er
iederen dag zulke vreemde dingen gebeuren, be
schouw ik het als mijn plicht. Als u het niet lezen
wilt cn er werk van maakt, geef ik het aan dien
Jamicson cn dan wed ik dat hij vandaag niet naar
de stad terug gaat."
Toen begon ik er anders over tc denken. Als
de stukjes papier iets met den moord cn de rost
tc maken hadden behoefde ik cr mc ook niet druk
over te maken of het eigenlijk wel netjes was om
ze te lezen. Dus Liddy rangschikte de stukjes,
zooals een kind dat een puzzle legt cn ze deed
het met evenveel enthousiasme. Toen ze klaar
was ging zc opzij en liet het mij lezen.
„Woensdagavond negen uur. Brug," las ik
hardop. Toen merkte ik dat Alex naar ons keek
en keerde mij om naar Liddy.
„Wat gaat het ons eigenlijk aan?" zei ik.
Liddy was boos. Zc wilde mc wat zeggen, toon
ik de stukjes opraapte en dc serre uit girtg.
„Vertel me nu eens," zei ik even later, waarom
je Alex in vertrouwen hebt genomen? Hij is lang
niet dom en beeft 'i natuurlijk goed onthouden.
Je hebt het zeker ook In de keuken laten zien,
en in plaats van mij de kans te geven om van
avond stilletjes hij de brug tc gaan kijken, om
Waterwinplaatp.
Voorbereidende werkzaamheden.
Door dc Staatscommissie voor Drinkwater
voorziening werd in het jaar 1912 een geo-
en hydrologisch onderzoek verricht in het ge
bied der Oost- en Middelduinen, om na te
gaan of aldaar water in voldoende hoeveelheid
en van goede hoedanigheid zou kunnen worden
gevonden, teneinde het geheele eiland van
drinkwater te voorzien.
Van de gevolgtrekkingen, waartoe genoemde
Commissie kwam, laten wij hieronder de voor
naamste volgen en wel:
1 e. Het gebied der Oostduinen is als water-
winplaats voor eene groepswaterleiding voor
het eiland Gocdereede en Overflakkee bruik
baar, in dier voege, dat daaraan voldoende
hoeveelheid water te onttrekken is, dat door
aëratie, ontijzering en filtratie in goed drink
water is om te zetten.
2e. De benoodigde hoeveelheid water mag
niet uitsluitend uit het diepduinwater worden
verkregen, doch moet hoofdzakelijk worden
gewonnen uit het bovenduinwater," waarbij in
droge tijden en in de toekomst voor aanvul
ling vau een mogelijk tekort slechts een voor
zichtig gebruik kan worden gemaakt van het
diepwaterduin, dat moet worden verkregen
met behulp van eenige, in dc grove formatie,
zooveel mogelijk aan de westzijde van het
waterwingebied te plaatsen afsluitbare bron
nen. Deze boorputten moeten gesloten worden,
zoodra en zoolang het bovenwater alleen in de
behoefte kan voorzien.
3e. De zekerste, regclmatig-krachligste en
op den duur meest economische wijze van
draineering van het bovenwater geschiedt in
dit geval niet behulp van een open kanaal
van voldoende diepte en profiel-inhoud.
Het winnen van diepduinwatcr.
Zooals uit deze conclusie blijkt, beveelt de
Commissie aan, om den voorraad diepduin-
water in de laatste plaats aan te spreken en
allereerst tot eene drainage van het boven-
duinwatergebied over te gaan. Zij wordt tot
deze conclusie geleid door de meerling, dat
eene sterke afpomping van het diepduinwater
tot eene verzouting van de boorputten aan
leiding zou kunnen geven.
Hoewel op grond van verschillende over
wegingen veel voor de opvatting der Commissie
te zeggen valt, hebben onderzoekingen aan
getoond, dat eene stijging van de zoutwater-
grens en eene daarmede gepaard gaande ver
zouting der boorputten niet zoo spoedig plaats
vindt als aanvankelijk werd verondersteld.
Wij nieenen te dien aanzien te mogen ver
wijzen naar de pompproeven, gedaan in het
duinterrein der Haagsche waterleiding, waarbij
bleek, dat bij eene afpomping van 6 Meter,
nog steeds zoet water werd opgepompt, hoe
wel volgens theoretische beschouwingen bij
eene afpomping van I Meter liet zoute water
reeds omhoog zou moeten stijgen.
De vrees, door vele deskundigen aan den
dag gelegd, ten opzichte van eene verzouting
der duinwater-prises d'eau van Den Haag en
Amsterdam, welke reeds jaren geleden zou
moeten zijn ingetreden, is niet bewaarheid
geworden, hoewel toch juist de laatste jaren
de diepwateronttrekking aan de duinen in
sterke mate is toegenomen.
Men moet daarom wel tot de conclusie
komen, dat door het zijdeling, toestroomen
van diepgrondwater, de potentiaal van het
zoete water ter plaatse niet in zoo sterke mate
verminderd wordt, dat de zoutwatergrens zich
naar boven verplaatst.
De duingebieden bevatten in het algemeen
zoo groote hoeveelheden zoet water, dat zelfs
ondanks de groote hoeveelheden duinwater,
die de talrijke duinwaterleidingen uit het
duingebied pompen, geen onmiddellijke vrees
behoeft te bestaan voor een opdringen van
het onderliggende zoutwatergebied.
Nu wordt onmiddellijk toegegeven, dat eene
vergelijking tusschen de duin terreinen, waarin
de Noord- en Zuid-Hollandsche waterwinnings-
gebieden gelegen zijn, en de duinen van Goede
reede, niet geheel opgaat, omdat deze laatsten
van geringe afmetingen zijn, zoodat het zoet
waterreservoir dus aanmerkelijk kleiner is dan
dat van de evengenoemde duinstreken.
Daartegen vallen de hoeveelheden water,
die voor de watervoorziening van Goedereede
en Overflakkee benoodigd zijn, in het niet in
vergelijking met de enorme kwantiteit, die
ten'behoeve van de drinkwatervoorziening
jvoor Amsterdam, Den Haag, Leiden, Haar
lem enz. aan de duinen onttrokken worden.
De hoeveelheid zoet water die zich onder
de Oost- en Middelduinen bevindt, zal ruw
berekend (1.400.000 800.000) X
13.750.000 M3 bedragen, waarbij eene gemid
delde diepte van bet zoetwaterbekken van 25
Mater is verondersteld en het poriënvolume
op */4 is aangenomen.
Dit is altoos nog eene zeer groote water-
hoeveelheid, vergeleken met een waterver
bruik van 405.000 M3, voor het jaar 1945.
Er mag daarom worden verondersteld, dat
zelfs bij het oppompen van water door middel
van diepboringen, zijdelings uit het diepwater-
reservoir voldoende water zal toevloeien om
eene vei zouting van de boorputten te ver
hinderen
Wij verwijzen te dien aanzien nog naar de
opvatting van den hydroloog Dr. J. Versluijs
te zien, wie cr zijn, zal het heele huishouden er
wel in optocht heen gaan.
„Niemand weet er iets van," zei Liddy bedeesd.
„Ik heb het gevonden in dc prullemand in de
kleedkamer van juffrouw Gertrude. Kijkt u eens
op den achterkant I"
Ik keerde een paar snippers om, cn daar stond
warempel de naam van de Handelsbank op ge
drukt. Dus Gertrude zou Jack Bailey dien avond
bij dc brug ontmoeten. En ik dacht "nogal dat hij
ziek was! Het pleitte niet erg voor zijn onschuld,
dat hij zoo het daglicht en de familie van zijn
meisje vermeed. Ik besloot om in ieder geval
's avonds zelf naar de brug toe te gaan en ik
stemde toe.
„Ik begin nu meer waarde te hechten aan het
verhaal van dokter Stewart," zei hij, „nu ik dat
adres in den zak van Thomas heb gevonden. Het
maakt het ook waarschijnlijker dat de vrouw met
het kind en de vrouw, die op straat ruzie met
Armstrong had, dezelfde zijn. Hel kan wel zijn
dat Thomas iets wist, dat nu bepaald pleitte voor
den vermoorden man en dat hij uit een soort
aanhankelijkheid voor de familie voor zich wilde
houden. Ën dan komt die geschiedenis van dc
vrouw, bij het raam van het spcclzaaltjc ook ir
een heel ander licht tc staan.
Warner bracht ons met den auto naar Rich
field. Het was een heel eind met den trein maar
door overal de kortste wegen te nemen, waren
wc er nogal gauw. Het was ccn aardig stadje,
aan de rivier en op een heuvel zag ik het groote
huis van de familie Morton liggen, waar Halsey
en Gertrude tot den avond van den moord
logeerd hadden.
Olmstraat was vrijwel de eenige straat en
ogeat
Dc
we vonden nummer veertien gemakkelijk. Het
was een klein wit huisje, een beetje vervallen,
maar allesbehalve schilderachtig, niet een laag
raam en een soort van terras, niet meer dan een
dertig centimeter boven het stukje tuin. Er stond
een kinderwagen op het pad en bij een schommel
opzij van het huis werd heftig gekibbeld door drie
kleine kinderen; een jonge vrouw met een vrien
delijk gezicht probeerde hen te kalmceren. Toen
ze ons zag deed ze vlug haar schort af en kwam
naar ons toe.
„Goeden middag," zei ik. Jamicson nam zijn
hoed af zonder iets te zeggen. „Ik kwam infor-
meeren naar Lucicn Wallace."
„Ik ben blij dat u gekomen is," zei ze. „Hoe
wel hij iltct de andere kinderen speelt, geloof ik
toch dat het ventje zich een beetje eenzaam voelt.
Wij dachten dat zijn moeder vandaag misschien
zou komen."
Jamicson mengde zich nu in 't gesprek.
„Is u juffrouw Tate?" Hoe ter wereld wist die
detective dat nu weer?
„Ja, meneer."
„Juffrouw Tate, wc wilden graag enkele in
lichtingen van u hebben. Misschien in huis..."
„Komt u binnen,zei zc gastvrij. En even
later zaten we in bet kleine kamertje. Juffrouw
Tate zat met haar handen in haar schoot en voelde
zich blijkbaar niet erg op haar gemak.
„Hoe lang is Lucien al hier?" vroeg Jamicson.
„Verleden Vrijdag is het een week geweest. Zijn
moeder heeft een weck voor hem vooruit betaald
verder nog niets."
„Was hij ziek toen hij hier kwam?"
„Neen, meneer, niet bepaald ziek. Hij was nog
wat zwak, onidat hij typhus gehad had zcf ze,
mi.., die eveneens tot de conclusie komt, dat
de gevreesde verzouting van de duingebieden
in elk geval zeer langzaam zal geschieden en
zelfs in vele gevallen geheel zal uitblijven
(voordracht van Dr. J. Versluijs, gehouden in
de zesde buitengewone vergadering van het
Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap op
18 October 1913, zie tijdschrift „Water" 1919,
nr 5).
Ondanks deze gunstige overwegingen, zou
het onttrekken van diepduinwater aan den
bodem nog toelaatbaar zijn, wanneer niet vast
staat, dat de hoeveelheid neerslag, die aan
het diepduinwater ten goede komt, grooter is
dan de hoeveelheid water, die daaraan ten
behoeve der watervoorziening wordt ont
trokken.
Het diepgrondwater wordt aangevuld met
het neerslagwater, dat over eene oppervlakte-
de Oost- en Middelduinen omvattende, in den
bodem dringt. Wordt aangenomen, waarom
trent hieronder meer, dat 60 van den neer
slag aan het bovenduin,water en daarvan a/5
gedeelte of 32 aan het diepduinwater ten
goede komt, dan komt van een jaarlijks toe
vloeiende hoeveelheid neerslagwater op eene
totale oppervlakte van 220 H.A., welke de
Oost- en Middelduinen te zamen beslaan, bij
32
een regenval van 350 m.M. per jaar: -L x
2.200.000 0.65 ruim 457.000 M3 in het
diepduinwaterreservoir terecht.
Ook wanneer dus al het voor de water
leiding benoodigde water aan het diepgrond-
waterbekken onttrokken wordt, zal de hoe
veelheid water die aan dit bekken ten goede
komt, de daaraan te onttrekken waterhoeveel-
heid althans in de naaste toekomst overtreffen.
Dat ondanks al deze gunstige omstandig
heden dezerzijds voorgesteld wordt, niet af
te wijken van het advies van de toenmalige
Staatscommisse, om den diepduinwatervoor-
raad slechts aan te spreken, wanneer de nood
daartoe dringt, is daarin gelegen, dat het door
den neerslag aan het diepduinwatergebied ten
goede komende water niet in zijn geheel tot
eene vermeerdering van den aanwezigen voor
raad bijdraagt, doch gedeeltelijk naar weers
zijden afstroomt. Door uitsluitend den djep-
duinwatervoorraad aan te spreken, is eene
vermindering daarvan dus niet geheel uit
gesloten en volgens de thans veelal geldende
opvatting is het niet gewenscht, om tot eene
zoodanige vermindering aanleiding te geven.
Om deze reden is dan in het onderhavige
ontwerp gevolg gegeven aan de voorstellen
van de Staatscommissie, om door het aan
leggen van een draineerkanaal eene drainage
van het bovenduinwatergebied over een zeker
gedeelte van de Oostduinen te verkrijgen.
Slechts voor het geval dat het waterverbruik
de productie van het draineerkanaal overtreft
zal met behulp van in het kanaal te boren
putten, het diepduinwater tekort aan boven
duinwater moeten aanvullen.
In den bodem van het draineerkanaal zullen
een achttal putten worden geboord, die slechts
dan uit den diepduinwatervoorraad zullen
syppleeren, wanneer het draineerkanaal is
uitgeput. Indien n.l. het waterpeil in het
kanaal tot pl.m. A.P. is gedaald en de zich
aan de bovenzijde der putten bevindende af
sluiters worden geopend, zal het diepduin
water zich uit zelf in het kanaal vloeien, om
dat de overdruk in dat geval pl.m. 65 c.M.
bedraagt.
Te ontveinzen valt niet, dat het winnen
van drinkwater met behulp van een draineer-
maar hij knapt erg goed op."
„Wilt u n.ij het adres en den naam van zijn
moeder zeggen?"
„Dat is het nu juist," zei de vrouw. „Ze zei
dat ze .juffrouw Wallace heette, maar geen adres
had. Zc vertelde dat ze in een warenhuis werkte
en niet voldoende op het kind kon passen en dat
hij frissche lucht en melk moest hebben. Ik heb
zelf drie kinderen en nog een ev bij gaf me niet
zooveel extra drukte, maar ik wou dat zij zijn
kostgeld maar betaalde."
„Zei ze ook welk warenhuis het was?"
„Neen, meneer, maar de kleeren van den jongen
kwamen allemaal van King. Hij heeft veel te
mooie kleeren voor hier buiten."
Opeens hoorden we geschreeuw en gegil bij de
voordeur en gestamp van de kinderen. Toen kwa
men cr een jongen en een meisje de kan.er in,
paardje spelend met een waschlijn als leidsel en
de „koetsier" was een lachende jongen van onge
veer zeven jaar in een bruin linnen pak met koperen
knoopen. Deze kleine trok dadelijk mijn aandacht:
het was een knap kind cn hoewel er nog wel aan
hem tc zien was dat hij kort geleden ziek was
geweest, zag hij eT nu toch tamelijk gezond uit."
„Ho," riep hij. „Ho Flinders."
Jamicson lokte hem naar zich toe door hem
een geel met blauw gestreept potlood voor te
houden.
„Ziezoo," zei hij, toen dc jongen het potlood
gepakt had en bezig was het op den machet van
den detective te probeeren „ziezoo ik wed
dat jij niet eens weet hoe je heet."
„Wel waar," zei de jongen. „Lucien Wallace."
(WVifl vervolgd.)