f
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 6 FEBRUARI 1926.
BUITENLAND.
In den nacht van 81 Januari op 1 Februari
hebben de klokken van Keulen een vrij
heidslied gegalmd; de bezetting van de
Keulsche zóne was beëindigd, 't Is een stap
naar de volledige liquidatie van den grooten
wereldoorlog, want de bezetting van Duitsch
gebied door vreemde troepen is, al heeft
Duitschland er dan ook nolens-volens in be
willigd een daad van geweld, die misschien
wel noodig is, maar toch zoo gauw als 't
kan beëindigd moet worden. Nog een ge
deelte kan i jaar bezet blijven en een laat
ste deel nog 9 jaar. Als Duitschland echter
goeden wil tot vrede en verzoening toont,
zullen de geallieerden goed doen die gezind
heid te bevorderen en elke revanche-idee te
smoren, door het Duitsche gebied zoo spoe
dig mogelijk te verlaten.
Keulen is vrij en de klokken hebben ge
beierd van vreugde, vreugde om de vrijheid,
niet zoo zeer om het vertrek van de En-
gelsche troepen, die men zonder verwijt liet
heentrekken. Dat hebben de Engelschenop
vele andere naties voor. Ze kunnen bemoei
als zijn, imperialistische neigingen hebben,
hardnekkig zijn in den strijd, als overwin
naars hebben ze zich steed3 nobel getoond.
De Keulenaars hebben ze ook beschermd
tegen de separatisten en dat is gewaardeerd
geworden. Als de Franschen en Belgen straks
het bezette gebied verlaten, zullen deDuit-
schers hen dan eveneens naroepen: Sans
rancune? Laten we hopen, dat ze trachten
zullen het daarnaar alsnog te maken.
Stel u voor, lezer, dat er ten Uwent een
petroleumstel omvalt en er een begin van
brand ontstaat. Stel u dan verder nog het
volgende voor: u wilt er een emmer water
op gooien, maar uw vrouw weerhoudt u,
omdat het zoo'n natte boel geeft.
Dan neemt uw vrouw een tafelkleed en wil
dat over de vlammen werpen om ze te doo-
ven. U weerhoudt ze echter juist op tijden
vraagt, of ze niet goed wijs is om zoo'n duur
kleed te bederven. Dan neemt u een emmer
zand, wil die over de vlammen werpen, doch
uw vrouw ontrukt u de emmer onder de
opmerking, dat ze geen zin heeft om al dat
zand weer op te gaan vegen. U zult het met
ons eens zqn, dat onder zulke discussie het
heele huis afbrandt en u beiden rijp zoudt
zijn voor een zekere inrichting Onze geluk-
wenschen daarom, dat u zoo niet zoudt
handelen.
Oogenschjjnlijk verstandige mensc'nen in
Frankrijk echter doen het wèl zoo. Het geld
daalt in waarde, hun bezit vermindert dus
De begrooting moet sluitend zeggen ze, dan
wordt de franc stabiel. Juist", roepen ae
allemaal in koor. Dan zullen we.maar hier
ontstaat een helsch kabaal. De een wil dit
en de ander wil dkt en er gebeurt niets. De
eene minister na de andere is gesneuveld en
in plaats, dat ze allen zeggen: doe nu maar
iets, al is het dan ook niet wat ik zou willen
doen, blijft ieder op eigen idee staande gans
wil de veeren van de kip en de kip wil de
veeren van de kikvorsch geplukt zien. En
onderwijl daalt het bezit. Zóó is de toestand
in Frankrijk, op eenvoudige wijze geschetst.
Waar men óók den tijd mee heeft, dat is de
internationale ontwapening. De voorberei
dende conferentie zal worden uitgesteld...
tot afstel Het verlangen gaat uit van Frank
rijk, Italië, twee rijken met imperialistische
neigingen, Tsecho-Slowakije, een byioopertje
van Frankrijk en.Uraguay, een onbeteeke-
nend Zuid-Amerikaansch republiekje, dat
goed genoeg is om haar naam te leenen, ten
einde FrankrQk's en Italië's bedoelingen te
camoufleeren.
De Fransche franc zal er wèl by varen I
RECHTZAKEN.
Mannen
Indien bij het scheren uw huid pijn doet
of stuk gaat, kunt gij dit voorkomen
door uw huid vóór het inzeepen
eerst in te wrijven met een weinig
30-60-90 ct.
PUROL
(Adv.)
VOOR DEN ROTTERDAMSCHEN
POLITIERECHTER.
Zitting van 1 Februrri.
De tweede Kerstdag wordt door velen be
schouwd als een dag gewyd aan vreugdeen
joiyt. Vooral ten plattelande. Zoo was het
dan ook niet zoo heel verwonderiyk, dat
Arend H. in gezelschap van zyn broer Aart
en diens vriend Joh. V., allen arbeiders te
Sommelsdyk, naar Middelharnis waren ge
togen op den tweeden Kerstdag 1925, om
daar eens pleizier te maken. Het gevolg
van dit pleziermaken was echter, dat Arend
stomdronken werd en zyn beide metgezel
len ook „onder den invloed" raakten. Toen
werden de „blommetjes natuuriyk buiten ge
zet". 't Heele dorp stond op stelten. De
gemeente-secretaris durfde zelfs het drietal
niet te naderen. Ongelukkig genoeg liep het
vrooiyk driemanschap den ryksveldwachter
en twee gemeenteveldwachters tegen het lyf,
en deze meenden, dat het noodzakelyk
was Arend te arresteeren. De heeren pret
makers waren echter van een heel andere
meening en het gevolg was een relletje,
waarby de politie leelijke klappen uitdeelde.
Om erger te voorkomen liet men de drie
echter maar verder ongemoeid, tot zy zich
heden voor den politierechter moesten ver
antwoorden. Arend gaf toe dronken te zyn
geweest en wist niets van het gebeurde,
maar Aart stelde verontwaardigd de vraag,
of men zich dan maar door de politie dood
moet laten slaan. Volgens hem was het niet
meer dan natuuriyk, dat hij zich verzette,
toen de politie zyn broer wilde meenemen.
Dat zou toch iedereen doen.
De officier van juistitie, mr. J. G. Hol-
steyn, achtte het feit zeer ernstig en eischte
voor ieder der beklaagden 1 maand gevan
genisstraf. Het vonnis luidde voor Arend
1 maand gevangenisstraf en voor de beide
anderen ieder twee weken. En zoo trokken
zij terug naar hun dorpje, naar Sommels
dyk, dat er met zy'n kleine nette huisjes
voor den stedeling zoo vreedzaam uitziet.
Een verhuizing bracht opluchting.
De 37-jarige A. C. K., metselaar te Som
melsdyk, zou het op 7 November nog al
aardig aan den stok hebben gehad met
zyn buurman Blok, en wel over één hun
ner kinderen. (Het gevolg van deze buren-
wry ving was, dat genoemde Blok „aan neus
en rechteroog verwond", een klacht indien
de tegen K. Vanmorgen stond deze terecht.
Hy zei, dat 't niet zoo erg was als de ge
tuigen deden voorkomen.
Toen mejuffrouw Blok was gehoord en
aan den verdachte het woord werd gegeven,
zei hy, om zich te verweren
- Die vrouw zegtehdeze vrouw,
die zegt, datehnu ja, maar zoo
als deze vrouw het zegt, is het niet waar!
Waarop de vrouw antwoordde:
O mynheer, die staat te liegen 1, en
de polietierechter de opgewonden gemoe
deren tot bedaren suste.
Nu het bleek dat K. tegenwoordig ergens
anders woont, en dat dus stryd met Blok
zoo goed als uitgesloten is, eischte het
O.M. voor dezen keer nog eens een geldboete
van 20 of 10 dagen hechtenis. De politie
rechter veroordeelde vd. tot 10 boete subs.
5 dagen hechtenis.
DE ONTWAPENINGSQUAESTIE.
In het midden van December 1925 viel het
besluit van den Raad van den Volkenbond
om aan de plannen tot het houden van een
algemeene ontwapeningsconferentie een vaste-
ren vorm te geven, door te bepalen dat op
den 15 Februari 1926 een voorbereidende
conferentie zou worden gehouden te Genève.
De uitnoodigingen daartoe werden aan de
diverse mogendheden verzonden en achtereen
volgens kwamen de toezeggingen binnen, dat
aan de voorbereidende werkzaamheden zou
worden deelgenomen.
Zooals gezegd, betrof het hier nog slechts
voorbereidend werk. De opvattingen over het
ontwapeningsvraagstuk toch liepen nog zoo
danig uiteen, dat men niet kon verwachten,
dat een directe conferentie vruchten zou
afwerpen. Door een voorbereiding zou men
trachten op verschillende hoofdpunten tot een
zekere mate van overeenstemming te geraken,
opdat een definitieve bespreking niet zou ver-
loopen in eindelooze discussies zonder tot
eenig positief resultaat te leiden.
Ten dage, dat men het besluit tot een voor-
bereidings-bijeenkomst nam, had men nog
geen volstrekte zekerheid, dat Duitschland
zou toetreden tot den Volkenbond. De ver
dragen van Locarno, aan welker in werking-
treding stilzwijgend de conditie van Duitsch-
lands toetreding tot den Bond was verbonden,
maakten het echter vrijwel zeker, dat de Duit
sche republiek in dit opzicht niet terug zou
blijven. Over de conditie van Duitschland om
een zetel in den Raad toegewezen te krijgen
bestond weinig verschil van meening.
Tevens'wist men in December 1925 alreeds,
dat de Amerikaansche regeering van de be
sprekingen wenschte uit te schakelen de be
wapening ter zee, wijl daaromtrent reeds in
1921 te Washington geconfereerd was'. En ook
was het bekend, dat Groot-Brittanië de mee
ning in dit opzicht van Amerika was toegedaan.
Voorts was het bekend, dat Rusland in
conflict lag met Zwitserland en er niet toe
bereid was om een conferentie op Zwitsersch
grondgebied te doen bijwonen. Terwijl overi
gens nog men overtuigd was, dat in zake
ontwapening tusschen Engeland en Frankrijk
sterke meeningsverschillen bestonden.
Desniettemin werd, zooals is gezegd, in
December 1925 besloten tot het houden van
een voorbereidingsconferentie. En van alle
zijden kwamen de toezeggingen tot deelneming
binnen.
Maar wat ziet men gebeuren, nu de datum
voor de conferentie vastgesteld in het zicht
komt? Dat verschillende landen, met name
Frankrijk, Italië, Spanje, Japan, Tsjecho-Slo-
wakije en zelfs Uruguay, om uitstel van de
conferentie verzoeken. Terwijl van Engeland
wordt gezegd, dat het niet afkeerig is, om zulk
een verzoek om uitstel te steunen.
Wat heeft deze landen er toe geleid, om
zulk een uitstel te vragen? In de verzoeken
wordt geen reden opgegeven. Men wil alleen
verdagen. En dat, terwijl men toch, van tevo
ren wist, dat Duitschland nog geen perma
nenten zetel in den Raad kon hebben op het
oogenblik der bijeenkomst, daar de Volken-
bondsraad zelve pas in Maart 1926 zou ver
gaderen en in die vergadering de Duitsche
verlangens kenbaar gemaakt zouden worden.
Men wil verdagen, terwijl men tevoren reeds
wist, dat tusschen Rusland en Zwitserland een
conflict bestond, dat slechts na moeizaam
overleg kan worden opgelost, dat Frankrijk
en Engeland tegenstrijdige belangen hadden
op het punt van ontwapening, vooral doordat
Amerika de ontwapening ter zee buiten de
bespreking wenschte te houden.
Waartoe dus het uitstel, terwijl de volken
wachten, met spanning wachten op maatrege
len, welke er toe kunnen leiden om de bewa
peningslasten blijvend te verlichten? Men kan
er slechts naar raden. En men vermoedt dan
ook, dat men door een uitstel een kans ziet,
om door voorbesprekingen het zoover te bren
gen, dat althans op een voorbereidingsconfe
rentie de zwaarste hinderpalen voor productief
werk uit den weg zijn geruimd.
Men wil met een bijeenkomen wachten tot
na de Maart-vergadering van den Volken
bondsraad. In die vergadering treft men nog-
eens weer samen en kan men elkaar opnieuw
polsen over de ontwapeningsquaestie. En in
de maand Mei zou men dan spijkers met
koppen willen slaan.
De tijd tot 15 Februari is nog slechts kort.
De Amerikaansche afgevaardigden staan op
het punt zich ter conferentie in te schepen.
Nog is het besluit tot uitstel niet afgekomen.
Wil men het uitstel inderdaad, dan zal een
beslissing zeer spoedig moeten komen, wil men
althans geen blamage tegenover Amerika, dat
zich thans weder eens interesseert voor de
belangen van Europa.
SPECHT.
LEER EN LEVEN.
Als men als van de
Barmhartigheid aanprijst,
Ea vergevensgezindheid
Als levensplicht ons wy'st;
Maar in het daag'iyksch leven
De hand die men ons bood,
Ter demping van een twistvuur,
Verbolgen van zich stoot
Is zulk een taalgeschetter,
Misdadig woordenspel
En hy, die dit bestaan durft:
Een rinkelende schel.
Als men als van de daken
De zelfverlooch'ning preekt,
Daarby van stofvergoding
Als grove zonde spreekt,
Maar zelf voor geest'lljk' arbeid
Geen loon genoeg ooit heeft,
Ook nog uit alles munt slaat.
Zoo voor gewin slechts leeft
Is zulk een taal slechts klinkklank,
Misdadig woordenspel,
En hy, die zulks bestaan durft:
Een rinkelende schel.
Al wie, als van de daken
Reinheid des harten eischt,
Onreine taal en wandel
Den mensch onwaard mispryst,
Maar onder zyn intiemen
Het platte gaarn opdischt,
'tOnkiesche immer toejuicht,
En zoo zyn roeping mist
Diens leer is driest gegoochel,
Laakbare woordenpraal,
En hy die zulks bestaan durft,
Een valsch klinkend metaal.
Al wie als van de daken
Gemakzucht immer laakt,
Veracht'iyk over luiheid
Zyn bitt're gal uitbraakt,
Aan ieder burgerarbeid,
Als eisch van 't leven stelt,
Arbeidmet lust en liefde
Niet enkel om het geld
Maar zelf aan plichtsvervulling
Zyn halve kracht slechts geeft,
En steeds tracht te vermyden
Dat zelf men druk het heeft
Verdient, dat 'tschynschoonmasker
Hem eens worde afgerukt,
Zyn laakbare misleiding
Daardoor niet meer gelukt
Maar hy, die tracht te leven
Naar wat zyn leer verkondt
Als echte paarlen vallen
De lessen van zyn mond,
Als gouden spreuken wellen
Door menschenmin gevoed
Vermaningen en leering
Uit een oprecht gemoed;
En zulk een taal des harten
Is 't slechts die zielen wint
Geen leer, die in oprechtheid
Geen diepen oorsprong vindt.
„Paulus".
Ingezonden Stukken.
(Bulten rerentwoordeUJkheld der Redactie. Stukken
ale volgeDB het oordeel der Redactie niet aan deD
eisch yon uiterste beknoptheid voldoen, wordeo
terzijde gelegd. Kopie wordt niet terng gezonden
Mijnheer de Redacteur 1
Goedereede, 4 Februari 1926.
Naar aanleiding van het onvolledige verslag
van de algemeene vergadering van de vereeni-
ging „Het Groene Kruis", alhier moet ik mede-
deele'n, dat ik met dit verslag niet accoord ga.
Bij het behandelen van punt 4 der Agenda,
onderwerp: „Aansluiting bij de Z.-H. vereeni-
ging", licht de voorzitter dit punt toe op de
volgende wijze. Het bestuur onzer vereeniging
adviseert tot aansluiten, om de volgende reden:
de Z.-H. V. heeft reeds zooveel goeds voor
ons gedaan en zal dat nog doen, n.l. wanneer
wij aansluiten, zooals alle gemeenten op dit
eiland, kunnen wij te allen tijde ook buiten
kantooruren telefonische verbinding krijgen
met Rotterdam, aangaande ziektegevallen; dit
is tot op heden een menschlievende daad,
welke verricht wordt door den betrokken amb
tenaar, wanneer hij ons helpt buiten kantoor
uren verbinding te krijgen met het ziekenhuis,
waarvoor ik de betrokken ambtenaar hier dan
ook hulde breng. Bij ziekenvervoer kunnen
wij te allen tijde een motorboot aanvragen
vanuit Rotterdam, wij hebben verpleegsters
tot onze beschikking, wij kunnen sprekers
aanvragen en lichtbeelden-avonden organisee-
ren enz. enz. Voor al dat goeds behoeven wij
slechts als lid toe te treden tot de Z.-H. V.
wij hebben daarvoor te betalen tien procent
van onze contributie, alles blijft bij onze ver.
eeniging zooals het is en er behoeft niets
veranderd te worden. De Z.-H. V. verzoekt
ons als lid toe te treden en ons bestuur zo
dit gaarne doen en adviseert dus aan te sluiter
Wenscht iemand hierover nog iets te vragen?]
De Heer Troost vraagt of die motorboo-
betaald moet worden. Hierop antwoordt dt
Voorzitter in strijd met zijn voorstelling: ja:
Daarop antwoord de heer Troost, dat voor
onze vereeniging die motorboot weinig waardi!
bezit, er is hier geen directe behoefte aan, on
reden onze visschers hier altijd bereid zijn oij
hulp te verleenen en dadelijk gereed wannee
er een zieke vervoerd moet worden naar Rol.
terdam. Hij is dus niet voor aansluiten. Mei
het gesprokene van den heer Troost was besli;:
heel de vergadering het eens, doch de ve;.
binding van hier met Rotterdam per teleft;
speelde de hoofdrol en uit dat oogpunt wr.
beslist aan te sluiten; wanneer de voorzit:;,
eerlijk in zijn toelichting ware geweest, wj]
het advies geweest niet aan te sluiten, immer,
het is geen menschlievende daad van den b>;
trokken postambtenaar om buiten kanton
uren aansluiting met Rotterdam te verleenet
voor onze vereeniging, doch plicht, welke
dienst beschouwd kan worden.JDe motordienj
heeft voor onze vereeniging weinig waard-:
verpleegsters kan men buiten de Z.-H. V
mogelijk goedkooper krijgen, sprekers hebbt-
wij niet noodig, lichtbeelden evenmin, gezie-
vorige week voor de voorstelling slechts twe
bezoekers waren. Het voorstel om aan te slu
ten bij de Z.-H. V. is er dus door gegaan doe
onjuiste voorstellingen.
Dan de verantwoording van den penning
meester; geruimen tijd geleden is er besloten,
om niet de namen te noemen van hen, r
ondersteuning gehad hebben. Daar vergist
penningmeester zich waarlijk.
Hij noemt bij inkomsten:
A. Rgestort in kas J
Bij uitgaaf noemt hij
W. K. Rvoor reisgeld 5,
Verder geen bijzondere ziektegevallen, er i
dus geen wijn gedronken, mogelijk wel op he
ijs, doch dit is buiten de vereeniging, dit
dus ook buiten den penningmeester. Er
J 305,87 aan uitgaaf.
Laten wij nemen voor drukwerk J 30,?
plus de vergiste j 5,reisgeld, wordt di.
j 35,87. Schiet over j 17O,Waar zijn 6
nu voor gebruikt. Zijn die allemaal eebrad
bij de buurman van W. K. Rof vergis
de penningmeester zich weer. Troelstra is da
niet meer alleen hij krijgt collega's in 't vergij-
sen."
Volgt rondvraag. Daarop stelt de heer J.v.
Heest voor, gelden uit de kas te leenen ua
leden, die zeer goede borgstelling kunnen
geven. Hij wii dus van de vereeniging maken
een credietinstelling voor dc bezittende klasse
Een pracht-idée. Jammer dat er voor dergelijk:
ideeën geen tentoonstelling gehouden wordt-
Uit het verslag in de Scheldebode blijkt oei
nog dat wanneer alle gemeenten nu aansluiten
de ziekenauto er komt. Hoe komt de verslaj
gever daarbij, er is op onze vergadering ovc
geen auto gesproken. Het gaat ver.
Hierbij zal ik eindigen, de plaatsruimte u
anders te groot worden. Dit nog wel: op
agenda stond: trouwe opkomst dringend vt:
zocht. Zou het niet beter zijn indien er voor:
aan staat: blijft allemaal maar thuis, wij volgt:
toch onzen eigen wil, hoe ook, dan kan
mand uwer zich meer vergissen.
Mijn oprechten dank voor de verleend
plaatsruimte,
Hoogachtend,
Lid van het Goereesch Groene Krui
Geachte Redactie,
Sedert eenige dagen heerscht cr onder ea
deel der inwoners van Dirksland eenige op
gewondenheid. De oorzaak hiervan wil ik
in 't kort meedeclen.
Zooals gebruikelijk zou de muziekveree:
„Amicitia" alhier, haar winterconcert geve-
De gewoonte is, dat er wegens het drukl
bezoek een avond wordt gegeven voor betalen.'
publiek en een avond voor de kunstlievend
leden der vereeniging.
Behalve een tiental muzieknummers korr
er op het programma ook altijd een toonec
stuk voor; dezen keer het blijspel Z.B.B.H.H
(Zijne bezigheden buitenshuis hebbende.) O
dat niemand denke dat dit soms een stuk
DE AVONTUREN VAN DIKKE DORUS.
't Water droop hen van z'n haren
En de vrienden snelden heen,
Zoo stond Dorus met Jan Koks,
Druipend nat nu nog alleen,
246
Wat wou jij, zei Dorus woedend
Tot den langen Jantje Koks,
Ik zal je op je falie timmeren;
Wil je een partijtje boks?
Dorus greep hem bij zijn beenen,
Sjorde Jan toen naar de pomp,
't Olng niet gemakkelijk, maar wat gaf 't.
Hij had maling aan 'n stomp,
Vlug 'n rukje aan de slinger,
Nog 'n tweede geprobeerd:
't Water stroomde in Jan's pijpen;
De rollen waren omgekeerd.