UL WOENSDAG 6 JANUARI 1926 I Prijs per kwartaal. f i. Losse nummersf 0,07' Advcrtentien v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Sij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaauvrugen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deer de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. Ng. 15 Voorstraat Hiddeiharnis. 86 JAARGANG. - N°. 17 Pluimveeteelt. Vragendeze rubriek betreffende, kun nen door onze abonné's gezonden worden aan „De CombinatieDe Vliegerstraat 13b, Rotterdam. Postzegel van 10 cent insluiten. (Nadruk verboden}. KUNSTMOEDERS. We hebben dus kachelkunstmoeders voor groote pluimveehouders eu bakkunstmoeders voor de midden-groote. Ook deze bakkunst moeders zyn in den handel en kunnen door handige menschcn zelve vervaardigd worden. Dit artikel echter schreven we voor de knut selende houders van kleine koppels, die op tijd te beschikken wenschen over eene gele genheid om het kleine goed groot te brengen. Zulke hoenderhouders hebben keuze tus- schen z.g. koude kunstmoeders en warme. Koude kunstmoeders zijn in den oorlogs tijd voel gebruikt, toen er gebrek aan brand stof was. Er is geen reden om ze bijzonder aan te bevelen en nu weer voldoende over brandstof beschikt kan worden, hebben de meesten ze weer door warme kunstmoeders vervangen. Koude kunstmoeders hebben, zooals de naam reeds aangeeft, goen verwarming; zij berusten allo op het principe, dat de kuikens elkaar moeten verwarmen. De ruimte is daarop berekend. Zijn allo kuikens er in, dan ontwikkelt zich een voldoende warmte, maar trachten slechts enkele diertjes warmte te vinden, dan vinden ze die er onvoldoende. Zoo'n koude kunstmoeder is zeer goed van een kistje te maken; voor de grootte houdt men rekening met hot aantal kuikens, dat er warmte in moet vinden. Zoo'n kistje kan d03 nachts gemakkelijk binnenshuis een plaatsje vinden, terwijl het overdag bij nor male voorjaarstemperatuur by voorkeur buiten gozot wordt, op eon windvryo plaats. In het kistje wordt aan de voor-en achter zijde een gat uitgezaagd, welk gat 3»n de voorzijde afgesloten wordt door een schuif voor hot. in- en uitlaten van de kuikens; tegen het gat aan de achtor/.yde wordteen stuk glas geplaatst, wat licht moet door laten naar het eigenlijke kuikonverblijf. In elkcu wand is bovendien in don rechter bovenhoek een opening gemaakt voor den aanvoer van versche lucht. Die lucht echter mag niet rechtstreeks naar binnen stroomen en daarom moet er aan do binnenzyde van de kist een lange, smalle, naar beneden loopende koker van blik of zink tegen ge timmerd worden, in don vorm van een doos voor domino- of damsteenen, waarvan bet deksel is afgenomen. Deze koker loopt, tot op den bodem on van onder zyn er tal vatj gaatjes ingeslagen, waar door heen versche lucht kan binnen komen en bedorven lucht ontsnappen. In het kistje wordt, voorts een ronde. opstaande rand van blik, zink of carton geplaatst. Deze rand is weer ruim voorzien van gaten voor lucht, doorlating en ontsnap ping van het bil de ademhaling der kuikens opgewekte vocht. De rand meel 7,00 groot z(jn. dat. bit aausluit tegen de zywanden van het. kistje en de bij het. glas en de in- gangaapening aangebrachte afsluit blokjes Tegenover «ie vier hoeken van het kistje is een opstaand latje aan <leu rand bevestigd met gaatjes voor hot hooger of lager stel len van een nader te noemen ring met kussentjes. Deze ring moet juist in denop- staandeu rand passen, gemaakt worden van IJzerdraad van plm. 3 m.M., en met een lapje van flanel of wol worden overspannen, zóó slap, dat het lapje naar het middenpunt uitzakt. De ring wordt nu voorzien van vier stelhaakjes, tegenover de bovengenoemde latjes aangebracht, waardoor die ring naar behoefte kan worden omhooggehaald of neer gelaten. Op de overspannen ring wordteen zeer dun en licht veeren kussentje gelegd. Nu worden aan den ring en boven het in gezakte veeren kussentje nog twee draden vastgemaakt, kruislings over elkaar gespan nen en op dit kruis van draden wordt een tweede kussen van veeren of kapok gelegd, iets dikker dan het onderste kussen. Het kistje in baar geheel wordt afgedekt door een goed sluitend deksel, in het midden waarvan zich een opening van één dM2 bevindt, voorzien van gaas voor den afvoer van bedorven lucht en overtollige warmte Den bodem voorziet men van een laagje turfmolm By het inbrengen der kuikensin de kunst moeder wordt de ring zoodaniggesteld.dat de onderzyde van den doek slechts eenige centimeters boven den bodem hangt; de kuikens, die den eersten tyd slechts behoefte aan warmte hebben, kruipen onder den doek met het lichte kussen, dat zacht op het rug getje ligt en doen zich te goed aan de door hun lichaam geproduceerde warmte, even als de mensch in zyn bed onder de delfens. By het groeien der kuikens wordt de ring naar behoefte hooger gesteld. Aanbevolen wordt de warmte mot een thermometer te controleeren. Door meerdere gaten in den opstaanden rand aan te breDgen kunnen overtollige warmte en vocht afge voerd worden. Deze kunstmoeder gebruike men by voor keur niet in de koudste maandeD. Veel eenvoudiger is het een kleine ver warmde kunstmoedor te maken. Mtn neme weer een kistje, waarvan hot deksel juist zóó verkleind moet worden, dat het juist inde kist past Door gaten met pennen in voor- en INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. Een dei meest betrouwbaarste Spaarbanken is de NUTSSPAARBANK Middelharnis—Sommelsdijk KANTOOR VOORSTRAAT 5 - OIIDDEIHARNIS aangesloten bl| bet Nederlandscli Spaarbankbureau. Rentevergoeding 3.6 Nieuwe spaarboekjes worden dagelijks afgegeven. achterwand kan men het deksel hooger nf lager stellen naarmate minder of meer warmte vereischt wordt. Door het midden van het deksel voert men de geleiddraad voor een olectrische verwarming met koolspitsen of draad. De torwarmingsbron komt dus in de kist en wordt beschermd door een ruime omspanning met blik, waaromheen weer een bescherming van fijnmazig gaas. waarriooT de kuikens niet tegen het hoetc blik kunnen komen De toegang in de vonrzyde wordt afgesloten met een of twee flanellen lappen, waarin met. een schaar kort naast elkaar knippen gegeven zijn, zoodat. de lap een FEUILLETON. DE BERENBURCHT. DOOR NATALY VON ESCHSTRUTH. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 00) I Dc netels (geen stoelen), waarop men zat. rust ten op gesneden, behaaglijk uitgestrekte beren, die de pooten vervingen; bruine berenvellen lagen, als een zacht tapijt, over den planken vloer; beren flankeerden rechts en links den schoonsteen, en waarheen men het oog ook wendde, vertoonde de lambrizecring der wanden het berenwapen, zagen vanaf kasten, aanrcchttafcls cn huisraad dc berenkoppen met strakke oogen neer op de be woners van den Burcht. „Hoe komt het toch, mevrouw dc gravin, dat alles en nog wat op Hoogtnstijn liet beeld ver toont van den Beer?" vraagde W'anda zachtjes, op bijna fluisterenden toon, ten einde den lezerf niet te storen. „Men tréft in andere kasteden ook «wel de vcelvuldgic herhaling van het familie wapen, maar zoo, tot in de kleinste bizonder- heden, zag ik het nog niet aangebracht, en kwam reeds vroeger de gedachte bij mij op, dat dit wel een gewichtige bedoeling moet hebben!" Meta schudde glimlachend het hoofd. „Tien liefhebberij, een gril van dc eigenaars! De Beren van Hoogeiistijn vonden er nu eenmaal een aardigheid in, hun hol tot een origineel, echt herennest te maken. Dc oudste voorzaat is ermee begonnen, kinderen en kindskinderen hebben het doorgezet en richtten, deels in ernst, deels uit kortswijl, dezen Burcht zoo eigenaardig in, opdat de nakomelingen van den eersten Beer van Hoo- genstijn steeds zich zouden herinneren, waaraan zij liet bestaan van hun geslacht tc danken hebben.' „Het bestaan van hun geslacht? Wat hebben dc beren uit tc staan met uwe familie, geachte gravin, cn vanwaar komt het. dat de leuen ervan het vreemde toevoegsel verkregen: De „Beren" van Hoogcnstijn?" „Als ge er belang in stelt, vertel Ik jc graag eens onze oude familielegende, lieve Wandal" De gravin schoof het spinnewiel der jonge dame r aar deze toe cn bracht haar eigen wieltje weer in snorrende beweging. Kuno Kracht liet werk tuigelijk de krant zakken, en zag met gespannen aandacht naar Wanda. „Bizonder interesseert het me. geachte gra vin!" riep Wanda met vuur, „wat kan mij wcl- komer zijn. dan met de antieke wereld, die mij hier omgeeft, op gemeenzamen voet tc geraken! Ja. toe, vertel u mij dat eens!" Bij een spinne wiel behooren van oudsher de romances, zoo niet rle gezongene, dan toch die bij mondelinge over levering bekend zijn, en ik vermoed, dat de Bcrcn- legcnde van dezen Brfrcht een stukje is van dien ridder- en heldentijd, zoo rijk aan poëzie, en waarbij ik zoo graag in gedachten stilsta." „Nu, luister dan eens, Wanda! En als jc hartje ook iets kan gevoelen voor de brave Berin, die onzen stamvader weleer zulke uitstekende dien sten bewees, dan ben ik overtuigd, dat dc bruine beschermers van dit slot, al hun hulpvaardige liefde op de jongste gaste van dit huis zullen over dragen." Met groote, vragende oogen 2ag Wanda op, breede open franje wordt, waardoorheen de kuikens kunnen in en uitloopen. Practisch aangebrachte ventilatiegaatjes voltooien de inrichting. Met petroleumverwai ming is ook zoo iets te maken, de lamp staat op den bodem in een soort wyde eacaobus, die op eenige centi meters afstaDd weer door fgnmazig gaas be schermd moet zijn. Onder en boven de bus moet zooveel luchttoevoer of -uitlaat verze kerd zyn, dat de lamp kan branden; de lucht, door de lamp verbruikt, mag niet in de kist kunnen komen. Aanbeveling verdient een dubbele bodem, zoodat ook de vloer, waarop de kuikens loopen of rusten, verwarmd is. LAMP j Iurichting van het deksel en afsluiting van den toegang: als boven. Op de meest ge schikte plaats brengt men ook glas voor verlichting aan. Gedurende de eerste nachten na het uitkomen der kuikens kan men. indien het buiten zeer koud is, het deksel met een opgevouwen zak of met een stuk molton bedekken. Wie er nu prijs op stelt zelf iets te knut selen, kan zijn kleine kunstmoeder nog op tijd gereedmaken. Overigens wijzen wy er op, dat er verschillende goede systemen voor lagen pri$ in den handel verkrijgbaar zyn. VRAGENBUS. E. R. v. d. W. heefteen kip, die sinds drie w eken vreemd doet. Ze werpt den kop diep achterover tot deze over den rug schuurt; eet. goed, maar kan het voedsel en vooral het drinken byna niet weg krijgen. Overigens ziet het beest er prachtig uit en heeft zelfs een mooie roode kam. Antw. De ziekte vaii dat dier komt be trekkelijk weinig voor. Het iy«t aan een bJoodaandrang naar de hersenen, waarvan oorzaken vaak zyn: het opvliegen tegen harde voorwerpen, opwinding bij gevechten en groote inspanniDg (soms bij broeden). Kam en lellen zijn dan styver en dikker dan gewoonlijk. Kop en hals worden vaak zeer eigenaardig verdraaid, soms zóó, dat1 de bovenzijde van den kop naar onderen gebeerd is Onzekerè gang, ook wel stuipen en toevallen. Zorg, dat de vogels by het opvliegen naar de zitstokken den kop niet kunnen stooten, volop groenvoer geven, geen prikkelend voer. Meermalen yskoud water op den kop laten druipen en een purgeermiddel toedienen, b.v. een lepel wonderolie. Afzonderen in een half-donker hok op koele plaats. J. K heeft een Pat.r(js-Leghorn, broed '25, pas aan den leg, loopt als ecu loopeend, zit veel, overigens gezond. Antw. Een geval van legnood. Oorzaken: ziekelijke toestand van den eileiderwand, de vorming van groote eieren, windeieren of in den eileider gebroken eieren. Zulke gevallen kunnen doodtiyk zijn. Is ziekelijke toestand van den eileider oorzaak, dan kan het dompelen van den buik in lauwwarm water gunst ig gevolg hebben. Helpt dit niet dan moet het. ei kunstmatig verwijderd wor den Yogel op den rug leggen, door een ander vast laten honden, voorzichtig en lang durig den eileider masseeren, daarnatrach- haar blik hing aan de lippen der oude dame, alsof zij. zij alleen in de hal aanwezig was. De stem van vrouwe Meta klonk diep en vol, met harmonisch geluid, tusschen het zachte gegons van het spinne wiel in de ruime zaal. „Onze oude familielefcnde is, naar den schijn, cenc nabootsing van de phantastische sage waar aan Rome hare stichting heeft te danken, der halve nieuw noch origineel. En toch stamt zc uit ccn grijs verleden, waarvan merf zeker kan aan nemen, dat het sprookje van Romulus en Remris, nog veel was te zoeken, althans iets geheel on bekends is geweest. Een bewijs ervoor is het, hoe grillig de goddelijke vonk der poczie den aardbol omvat, in Noord en Zuid vonken ontsteekt, welke gescheiden door een half werelddeel toch onderling overeenkomst bezitten cn zich afspie gelen in één en hetzelfde beeld, met het chkel onderscheid, dat de ruwe, kraehtbolle wildheid derTcutonen dc sterke Berin u tkoos tot voedster van een ridderlijk geslacht, waartegen de schran dere, hu'gzame en listige Romein dc slanke Wol vin verkoos, als zoogster van een heldengeslacht. „Een jaartal is van de sage op ons blazoen niet bekend, maar liet strekt zeer ver in de duisternis van een voortijd en mag aangenomen worden in een tijdperk, toen de graven van Hoogenstijn, als ren ridderlijk gcJacht, als beschermers van deze si reek, reeds met den Burcht Hoogcnstijn waren beleend. Dc geschiedenis gewaagt van een vrec- sclijke epidemie, die alom het land ontvolkte en duizenden mcnschen wegmaaide. Ook hier, aan de poorten, van het slot, had de pest met haar knokeüge vingers aangeklopt, „Dc Burchtheer, zijn edele gade. twee zonen en twee dochters vielen als slachtoffers in een, ten het ei inwendig met duim en wysvin- ger na wat olie ingegoten te hebben naar buiten te schuiven. Mislukken alle pogingen, dan het ei stubstooten en deschaai- stukken met een breedpuntig pincet ver- wyderen. Komt legnood herhaaldelijk bij denzelfden vogel voor, dan afslachten. Dezelfde inzender vraagt, of hy raszuivere kuikens kan krijgen van een Patrijs-Leg- homhaan en -hennen mèt 2 Barnevelder- hennen. Antw. De eieren van de P. L.-hennen geven dan raszuivere P.L.-kuibens; de eieren van de Barnevelders geven truislingen. Worden de laatste niet gewenscht, dan gebruike men de eieren der Barnevelders, kenbaar aan de bruine kleur, niet voor bi\>eddoeleinden. C. v. W. heeft 8 jonge Barnevelders, pas aan den leg. Bijna eiken dag vindt hij een windei, zelfs in den nacht. Yoerochtend- voer (Sluis), 's middags huisafval, in den loop van den dag groenvoer, 's avonds flink gemengd graanvolop grit. Antw. Het leggen van windeieren is bij vogels,, pas aan den leg. niet ongewoon. Het geval doet zich bij Uw dieren echter te regelmatig voor. Een der oorzaken is te groote vetheid der hennen en we meenen, dat die fout ook bij Uw dieren voorkomt U vermeldt by het huisafval' aardappelen- resten en bij het gemengde voer: mais. Laat beide, sterk vet aanzettende stoffen weg uit de voeding; Barnevelders en andere midden- zware rassen worden gauw vet. Grit doet. geen dienst voor schaalvormiDg, doch helpt het voedsel vermalen. Voor schaalvorming voegt men nog wat koolzure kalk toe aan het ochtendvoer. Het door U aangegeven ochtend-voer bevat er reeds van. Strooi ook wat fijn geklopt kalkpuin in de ren. J. H. D. vraagt welk voer gegeven moet worden aan 12 Leghorns met haan en op welken tyd. Antw.: Dat hangt van vele omstandig heden af: al of niet vijje uitloop, rustige of levendige hoenders, aan den leg of niet. Laf en we aannemen, dat het vastzittende hoenders zijn. Geef dan 's morgens vroeg een ochtendvoer van prima firma. Maak het 's winters met warm, 's zomers met gewoon water tot een droog-rulle massaper hen een goed-volle eetlepel. Zorg voor een z g. krabbed van turfstrooisel b.v. 10 cM. dik, waarin wat hardvoer wordt ondergebarkt, 's avonds zooveel hardvoer als de dieren met graagte opeten, in het algemeen een handvol per hen. Voer als hardvoer afwisselerpl haver, tarwe, gerst, (»f gemengd, boekweit e.d. óók goed, boter géén mais. Op den dag zooveel groen voer, als de dieren lusten. Dagelijks schoon drinkwater. Goed is per 10 hoeuders een lep?l ruwe levertraan door het ochtendvoer. Het ochtendvoer kan ook droog gevoederd worden in automatische droogvoedei bakken. Ochtendvoer èn hardvoer tezamen 120 130 gram por boen en per dag. Het. door U gevraagde adres is: Gebrs. Welleman, Buurmalsen. G. W. Aan LTw schrijven wijden we ons eerst-volgend artikel. Een schriftelijk antwoord ontvingen: W. v. H.; J. B. v. L.. A. K.. ,T. J.W.. L.v.V L. ten PI.; H. v. W. f L. E. M.. H. W.. S.ten V., E. H., J. de J., B. V.; v. G S.B W. v. H.; C. J. O.; G v. d. H H. B. C Jac. v. I,.; Jan J.L.; H v.d.D E.M. S.; Sim. de J. en L. L. H. (Adv.) Ingezonden Stukken. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Stnkken die volgens het oordeel der Redactie niet aan den eisch van altcrste beknoptheid voldoen, worden terzijde gelegd.Kopie wordt niet terag gezonden Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding der vragen door uwen verslaggever aan mij gedaan, in uw blad van 25 Dec. 1925, verzoek ik u beleefd eenige plaatsruimte in uw blad waarvoor bij voor baat mynen dank. In de eerste plaats wensch ik u mijnheer van Eesteren attefit te maken, dat u, als verslaggever beter dient te luisteren naar hetgeen er in den raad besproken wordt want het verslag dat u van de laatst gehouden vergadering gaaft, lijkt kant of wal van het geen gesproken is U vraagt mij in welk verband het stond, dat ik over het schilderen van de autogarage van den Heer Camphens sprak. Welnu verslaggever, al staan B en W en den Heer Varik ver boven de klets praatjes van den Heer Dorsman, toch i§ het niet aangenaam om heinde en ver belasterd te worden waarvan ten slotte alles onwaar heid is. En in dit verband bracht ik het schilderen der Garage toen ik tegen Dorsman sprak dat hy de eene vergadering tegen de Garage was omdat er welstandswoningen moesten komen, en toen hij de begrooting mocht maken wat het schilderen der G moest kosten, stemde hij er de volgende vergadering voor, En toen ik vroeg of dat zoo was werd Dorsman boos, terwijl het een feit was, dat werkelijk zoo was. Hadt u bet.er geluisterd jongeheer v Eesteren dan hadt u die vraag dunkt my wel achterwege kunnen laten Dan komt u in uw naschrift met de tweede vraag Wie beslist er wat er in ons blad komt, Dorsman of de Redactie. Welnujongeh van E ge slaat alweer den bal mis als u zoo door gaat, deugt u evenmin voor keeper als voor verslaggever. Ik sprak niet dat de Redactie dat stuk van Dorsman niet mocht plaatsen, ik wees den Heer Dorsman er op dat hij het heeft laten plaatsen, want wanneer ik iemand in de openbare raadsvergadering beleedigen zou en het bleek dan by een latere bespreking dat ik ongelijk had. zou ik direct by de Redactie geweest zyn om te verzoeken te schrappen wat ik als laster van deze of gene gesproken had. U zegt wel wat in de open bare vergadering gesproken wordt, hebben wy' het volste recht om dat te plaatsen, zeer zeker heeft u dit recht maar plaatst dan wat gesproken is, en neem geen copie van den Heer Dorsman die hy thuis al eenige dagen geleden had geschreven, want dan kon je bedrogen uitkomen zooals nu weer ten duidelijkste blijkt Dan zegt u verder. Ook van den Voorzitter begrijpen wij het niet, dat die de meening van Struik nog onder steunde enz. Ach je zijt een onnoozele jongen die maar raak schrijft in de verslagen en ge begrijpt zelf niet wat u schrijft. Want staat u zoo verwonderd als iemand beleedigd is, dat hij, wanneer de zaak recht gezet word dat onderschrijft. Dan schrijft u wij enkelen nacht; alleen de jongste spruit, een pas geboren zoontje, zijn voedster en een oude zuster van den graat bleven in leven. „Toen bcvai de oude dame, in grooten angst en bekommernis, dat de voedster met den zui geling ijlings zich moest begeven naar het nabij gelegen visscltsrsdorp, om het kind daar bij ver trouwde lieden een onderkomen te hezorgeri, tot dat de worgengel het land zou hebben verlaten. „Een schildknaap steeg te paard, tot geleide van de voedster en hel knaapje. Nauwelijks had den ze een half uur door het bosch gereden, of een doodelijkc zwakte overviel den man, hij stort te van het paard en stierf ellendig onderweg. „Vol angst en ontzetting vluchtte de vrouw door het duistere dennenwoud, en nauwelijks hoorde ze het ruischen der branding van de zee, of een kolossale berin versperde haar den weg, ging op de achterste pooten staan, verhief drei gend haar klauwen en brulde met een b'oedigen „In haren vreeselijkcn angst wist de meld niet wat ze deed, ze wierp liet kind, dat ze wegens dc koude nachtlucht in een schapenvacht had gestoken, van zich en zette het, zinneloos van schrik, op ccn loopen. „Ze kwam in het visschersdorp, verschool zich in een hut, cn durfde niet te zeggen van het uit einde van liet kind. „De tijd verliep. Op zekeren dag verscheen plotseling de reeds lang doodgewaande oude zuster van den Burggraaf in het dorp, zocht naar dc voedster, en deze gevonden hebbende, eischtc zij het knaapje op. „De ongetrouwe viel schreiend op dc knieën, verhaalde haar wedervaren in het bosch, den dood van den wapenknecht, de ontmoeting met den beer, en zei. dat ze op haar vlucht het kind uit dc vacht had verloren. „Droeve klachten werden aangeheven. De oude dame riep de visschers.bijeen en zei: „Laten we gaan zoeken in het woud! De heiligen in den hemel hebben mijne gebeden voor het kind ver hoord; als het hun genadige wil is geweest, is het gered uit den muil van den beer!" „De visschers schudden bedenkelijk het hoofd en waren van mecning. dat er sedert de maand, die reeds na het gebeurde vcrloopen was, wel geen beentje meer van het knaapje zou te vinden zijn; maar toch wapenden zij zich en togen zc naar het bosch. „En gekomen ter plaatse, door de voedster aan geduid, hoorden zij een geweldig ge'nrom, als van een beer; en door het dichte kreupelhout zich een doortocht banend, aanschouwden zc een werkelijk wonder. Daar lag de berin uitgestrekt in het mós. en bij haar het nog in de vacht gewikkeld knaapje, dat zij zoogde. „Zij lokten het dier met schreeuwen uit zijn schuilplaats, een stoutmoedige onder de visschers sprong toe en greep het kind. Het was gezond sterk en stevig als een beer. „Dc tijding van het gebeurde bereikte het oor van den vorst des lands. Hij liet het knaapje tot hem brengen, wiegelde bet op de armen en loofde den Heer. „E, gij graafje van Hoogenstijn," zei hij, „als ge berenblned tot voedsel hebt gehad, zult ge sterk en moedig worden! Wij zullen u van nu af noemen „Beer van Hoogenstijn". Uw blazoen zij een beer, als herinnering aan het mirakel Gods, dat aan u is geschied." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1926 | | pagina 1