DE BERENBURCHT. Doet Uw Schoenen Goed Prjjs per kwartaal. f I Losse nummersf 0,07® Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meerf 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels elke regel meer 15 cent. WOENSDAG 25 November 1925 Officieele. Mededeelingen. Geleibiljetten voor vervoer van melk en melkproducten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Middelharnis maken bekend, dat in hunne vergadering van den 17 November 1925 is vastgesteld het volgende besluit: Burgemeester en Wethouders van Middel harnis, Gelet op de artikelen 24 en 28 van het Melkbesluit (S. 1925, no. 256; Besluiten: het noodig te verklaren, dat vervoer van melk en of melkproducten en van als zoo danig aangeduide waren door of vanwege hem, die het bedrijf van melkverkooper uit oefent, in deze gemeente niet mag plaats vinden zonder een door of vanwege den Burgemeester van de gemeente, waarin het bedrijf gevestigd is, verstrekt geleibiljet. Dit biljet zal voor personen of ondernemin gen, welke binnen deze gemeente zjjn geves tigd door don Burgemeester worden verstrekt na inzending vóór 1 December a.s. van een formulier, waarop juiste opgave is gedaan van de ligging van het perceel en de perceols- gedeelten, waarin het bedrijf zal worden uitgeoefend met vermelding, of de melken melkproducten geheel of ten deele zullen worden verkocht,alsmede welke behandeling of bewerking zij zullen ondergaan vóór de aflevering aan dqgkoopers. Dit besluit is niet van toepassing op: a. winkeliers, die uitsluitend melk en/of melkproduten in blik-of glasverpakking aan verbruikers verkoopen. b. melkveehouders, die niet meer dan 20 liter melk per dag uitsluitend aan ver bruikers, woonachtig in de onmiddel lijke omgeving hunner hofstede, ver koopen. Formulieren voor het doen der vereischte opgaven zijn ter gemeente-secretarie ver krijgbaar. Middelharnis, 21 November 1925. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, NIJGH. L. J. DEN HOLLANDER Bewapenings-beperking. We leven in een tijd, dat de vriendelijk klinkende woorden van wederzlJdsche waar deering, van wederzydsch vertrouwen, door regeeringspersonen of regeoringsvertegen- woordigcrs uitgesproken bi) de eene of andere belangrijke gebeurtenis, een diepere betee- kenis hebbeu dan men daaraan vroeger wei eens kon hechten, toen zy in den grond niet meer waarde hadden dan elke willekeurige beleefdheidsuiting. De groote oorlog en de daarop gevolgde eindelooze misère, de steeds voortlevende verbittering, de voortdurend voedsel-vindondc haat, al deze factoren heb ben de volken uit hun evenwicht gebracht cn men is gaan smachten naar het vinden van een steunpunt, om tot een kalm over leg, tot rustige beschouwing te kunnen komen. Zoomin ala de menscheiyke ziel op den duur bevrediging vTndt in afbreken en neorhalen,zoo min vindt de algemeene volks ziel over een lang verloop voldoening in het voeden van onwaardige neigingen. Onver- mUdeiyk komt het oogenblik zoowel voor feuilleton. DOOR NATALY VON ESCHSTRUTH. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.) 59 „En daarop heeft zij gcscljfcven „Hoé kun je zoo vreemd vragen! Wel zeker!" „Waar woont barones van Spcngelenbtirg?" Dc gravin zag in den brief en noemde een stadje van het hertogdom, maar de Beer van Hoogen- stijn keek met strak gezicht uit het venster cn zweeg. „Je bedoelt toch ook, dat ik het met Wanda van Spcngelenbtirg slechts kan probeeren?" ging de gravin een weinig ongeduldig voort. Kuno voer langzaam met dc hand over het voorhoofd; zijn vaalhleek gezicht zag er zoo pijn lijk uit, als van iemand, die op het foltcrraam ligt uitgestrekt. „Daarover hebt ti toch alleen te beschikken „Ik ben het met mijzelvc volkomen eens en heb de barones reeds geschreven." Weer voer den graal een schok door de leden: „Maar dan is het immers een afgedane zaak," zei hij met klanklooze stem. „Wil je het portret nog houden?" Hij maakte een plotselinge beweging. Weer rustte zijn blik op het lief gezichtje, dat hem met dc wonderlijke nixenoogen zoo groot en kalm het individu als voor een volk, dat de betere gevoelens op den voorgrond gaan treden en met een lichte beïnvloeding, soms zelfs zonder eenigen moreelen steun van buitenaf, is hun overwinning verzekerd. De tot stand koming van het verdrag van Locarno heeft in sterke mate er toe mede gewerkt, dat een verzachting in de gevoelens tusochen de volken onderling is ingetreden. De wondermooie natuur van het matig- vredige stadje in het zuiden van Zwitserland heeft een indruk teweeg gebracht, die zich heeft afgespiegeld zoowel in de bewoordingen van de verdragsbepalingen, als in de verdere verlangens die sluimerden in de volksziel. En deze verdere verlangens zijn het thans, die vooral de aandacht verdienen. De besprekingen te Locarno, zoowel waar het ging om de verdragsbepalingen als om het lidmaatschap van Duitschland van den Volkenbond, hebben aan het licht gebracht, hoe verwonderlijk onevenwichtig de ver houdingen zijn geworden tusschen de cen trale mogendheden en de haar omringende landen. Terwijl de centrale rijken, Duitsch land en Oostenrijk, onderworpen bleven aan de strenge ontwapeniügsbepalingen van het vredesverdrag van Versailles, konden de overige staten voortgaan met het voeren van den stillen bewapeninesstryd. Totdat men zich op een oogenblik ging afvragen, waartoe dit opvoeren der bewapening feite lijk wel diende, als de oude vijand tegen wien zij in wezen gericht was, met onmacht geslagen is. Het stellen van deze vraag had tot onmid dellijk gevolg het opkomen van een tweede vraag, namelijk of niet het oogenblik van thans benut kon worden om een onderling bindende regeling te treffen, waardoor zulk een bewapening aan grenzen gebonden zou worden. De flnancieele moeilijkheden, waar in zoowel Frankrijk als Engeland tegenwoor dig verkeeren, hebben sterk het verlangen doen opkomen, om deze vraag in studie te nemen, teneinde binnen afzienbaren tijd een antwoord daarop te kunnen geven. Het is niet voor het eerst, dat de bewa- peningsquaestie de volken heeft bezig ge houden. De ruïneerende wedloop in de be wapening ter zee leidde er in 1921 reeds toe, dat te Washington een conferentie werd gehouden, waarop de vlif groote zeemogend heden Engeland, Amerika. Frankrijk,Italiö en Japan met elkaar overeenkwamen den aanbouw van groote oorlogsschepen te be perken en een onderlinge sterkteverhouding in het groote materiaal te handhaven. In werkelijkheid heeft deze overeenkomst van Washington nog niet datgene uitge werkt, wat men hoopte te bereiken. Wel bleef de verhouding in tonnen maat. der groote schepen zoo goed mogelijk gehandhaafd, maar het gebrek aan wederzydsch vertrou wen bracht de regeeringen der landen er toe, om een vlootuitbreiding te zoeken in aanbouw van klein npateriaal, speciaal van torpedobootjagers en onderzeebooten. Vele honderden millioenen zijn in de jaren na 1921 besteed aan dezen aanbouw, zoodat. men tenslotte niet kan zeggen, dat. de conferentie van Washington een verlichting van de vloot- lasten der vijf Staten heeft gebracht. Tot ontmoediging behoeft dit nog niette stemmen. Want dit voortgaan van den be- bewapening88tryd heeft aangetoond, dat de bepalingen van Washington herziening be hoeven. En het is vooral Engeland, dat door aanzag. Toen schoof hij eensklaps de photographic naar zijn moeder toe. „Neen, dank u, mama „Nu, ik mag lijden, dat je weldra het origineel zult leeren kennen." „Wanneer.wanneer komt de jonge dame hier?" „Begin van dc volgende maand. Er valt te voren nog wel een cn ander te regelen." „Zei u mc niet, dat ze verloofd is?" Dc gravin hief verbaasd het hoofd op. „Wel necnl Hoe kom je daarop? Moeder en dochter staan geheel alleen in de wereld, zonder eenigen steun. Kuno liet somber het hoofd zakken. „Och, ik vergis me. Mijn hoofd loopt om vandaag. We hebben van middag een proeftocht gemaakt met de nieuwe reddingboot, daarover was het, dat ik u wilde spreken. De gravin schoof het portretje weer in dc enve loppe, stond haastig op cn legde haar hand op den arm van den zoon. „Ja vertel mc dèt eens. Je hebt zooeven je aandacht geschonken aan m ij n belang, nu zul len we eens praten over wat j o u aan het hart ligt!" Ze trad in het helder daglicht van het venster raam en zag met verbazing naar het gezicht van den jongen Beer! „Heb je verdriet of ergernis gehad, Kuno?" vraagde de moeder bezorgd, „je ziet cr heel ont daan uit, of hen je ziek, wat scheelt er aan?" Hij deed zich geweld aan, om luchtig te zeggen: „Och, een gezonde kwade luim heeft ieder al op zijn beurt, moederl Dat de boom niet neervalt bij den eersten slag, dat er hier en daar nog kleine de droevige ervaringen van den laatsten tijd - het verongelukken van onderzeeers, waar door de opvarenden een ellendigen dood vonden zich genoopt heeft gevoeld, deze bewapeningsbeperking tej; zee opnieuw aan de orde te stellen. De Engelsche regeering propageert thans het denkbeeld om een verbod te verkrijgen betreffende het bezigen van onderzeebooten. De andere mogendheden erkennen het wen- scheiyke, maar zjj zien in de duikbooten juist het middel om het Engelsche eilanden rijk in tijd van oorlog de zwaarste slagen toe te brengen. Invoering van een duikboo tenverbod zou aan Engeland dus een belang rijken voorsprong geven in de macht ter zee boven de andere landen. En zeker zullen de overige landen er slechts toe overgaan om zulk een verbod te erkennen, indien Engeland daartegenover stelt een belangrijke vermindering van de sterkte van deeigenlyke vloot. Blijft het verlangen van Engeland uitgaan naar de afschaffing der duikbooten, dan zal men dus mogen verwachten, dat een verdere bespreking van den aanbouw van andere oor logschepen als eisch gesteld zal worden door de overige landen. En eerst dan komt men inderdaad op den goeden weg. Een herziening van het bewapeningsver drag van Washington, een afschaffing van de duikbooten als oorlogswerktuig, een beper king van de bewapening te land en in de lucht, al deze onderwerpen zij vormen slechts één geheel. De tot stand koming van het ver drag van Locarno is oorzaak, dat zjj met nieuw vertrouwen aan de orde gesteld kun nen worden. Zal men er in slagen om middels nieuwe verdragen den wedstrijd in bewape ning daadwerkelijk in te perken, dan zal daarmede in belangrijke mate zijn tegemoet gekomen aan de wenschen van hen, die streven naar een oorlogsvoering met inacht neming van de wetten der menschelykheid en naar een vermindering van de veel te zwaar drukkende bewapeningslasten. Specht. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. Een der meest betrouwbaarste Spaarbanken is de NUTSSPAARBANK Middelharnis—Sommelsdijk KANTOOR VOORSTRAAT 5 - MIDDELHARNIS aangesloten bij het Nederlandscb Spaarbanltbnreau. Rentevergoeding 3.6 Nieuwe spaarboekjes worden dagelijks afgegeven. VERSLAG van de vergadering van don Gemeenteraad van HEENVLIET, op 18 November 1925, v.m. 10.80 uur. Voorzitter de Burgemeester. Alle leden zijn tegenwoordig. Ie. Na opening der vergadering, volgt voorlezing en goedkeuring der notulen van de vorige vergadering, waarbij de beer Kwee kei opmerkt in de vorige vergadering te hebben gezegd, dat bij zich wel beschikbaar wil stellen voor de werkverschaffing, doch niet als commissielid. 2e. Worden hierna eenige ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 8e. Deelt voorzitter mede, dat Heeren Gedeputeerde Staten het wenschelljk vinden, gebreken zich voordoen, spreekt immers vanzelf. In hoofdzaak ben ik zeer tevreden met de Red- dingloods en dank den hemel innig en u niet minder! Dat in Walslevcn het nieuwe arbeiders huis al in geraamte staat, zult ge weten?" „Natuurlijk!" „Wie heeft daar het toezicht?" „Wel, de opzichter, je waart het toch daar mee eens!" De graaf ging terzijde cti schoof de zware da masten gordijnen nog meer van de vensterruiten weg. „Ik heb er nog eens over gedacht, mama! Hèt is eigenlijk wat al te vertrouwd, om niet te zeggen lichtzinnig, dat we ons zeiven niet met den bouw bemoeien!" „Wc weten toch, dat deze belangen al vijftien jaar lang in beste handen zijn. De opzichter Bruin is toch een zeer vertrouwd, bekwaam en ijverig man." „Het zou me intcresseeren, zelf eens een kijkje te gaan nemen, men kan zooveel nog veranderen en verbeteren..." „Natuurlijk! Ik zou het heel goed vinden, als je er eens heengingt! lk zou zeggen morgen. „Morgen? Neen!" Kuno viel zijn moeder wat voorbarig in de rede: „Voor het moment kan ik niet best hier weg, ik moet den tijd benutten, waarop hier aan de reddingssloep gewerkt wordt, hef want fs nog te onvast en dc riemen moeten aan dc klampen worden vastgemaakt..." „Nu, wanneer denk je dan naar Waisleven te gaan?" Kuno trad nog meer terzijde. „Zoodra mogelijk. Misschien in het begin van de volgende maand", zei hij luchtigjes, keerde om in het raadsbesluit tot conversie der geldleening per resto groot 2000.— het woord dienstjaar te veranderen in kalender jaar, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. 4e. Stelt voorzitter aan de orde een ver zoek van het comité tot verkrijging van een rechten verkeersweg voor de eilanden Voorne en Putten en IJsselmonde met Rotterdam. De Heer Nieuwland informeert hoe B. en W. over deze aangelegenheid denken, waarop voorzitter mededeelt, dat dit College advi seert, op het verzoek niet in te gaan, daar op het oogenblik het plan van Heeren Gede puteerde Staten nog aan de orde is. De Heer Oostdijk zegt, dat hjj niet gaarne zijn stem voor dit adres zou verleenen en dat zijnst inziens den Briel ons wil tegenwerken. De' Heer Wevels zegt, dat de oude weg voor Heenvliet veel geschikter is, vooral met het oog op den dam. De Heer Nieuwland vindt dat als in het Groene Kruis-plan de afdamming niet inbe grepen is, we nooit voor dit plan kunnen zjjn. Met algemeene stemmen wordt daarna op het adres afwijzend beschikt. 5e. Wordt met algemeene stemmen beslo ten, behoudens goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten, den ontruimingster mijn der onbewoonbaar verklaarde woning, bewoond door Gebrs. Noordermeer, ingaande 1 Januari 1926 met 6 maanden te verlengen. 6e. Is aan de orde de benoeming van een commissie voor de werkloosheidsvoorziening. Voorzitter zegt, dat verleden jaar de heeren Kweekei, Oostdjjk en Nieuwland leden der commissie waren, en het oorspronkelijk idee van B. en W. is, deze heeren hiervoor weder aan te wijzen. Spreker verzoekt daarom den heer Kweekei om op zijn zooeven gedane mededeeling om zich niet beschikbaar te stellen terug te komen. De heer Kweekei vraagt welke werkzaam heden door de commissieleden vervuld moe ten worden, waarop voorzitter mededeelt, dat daaronder moet worden verstaan, het vinden van werk, het regelen der werkzaamheden van de werkloozen, het bepalen van het uurloon, alles in overleg met B. en W. Spre ker adviseert den heer Kweekei weder lid van voornoemde commissie te worden, daar het in het belang der gemeente is, dat nie mand zich terugtrekt. Kunnen B. en W. dat werk niet uitvoeren, vraagt de heer Kweekei, waarop voorzitter antwoordt, dat het standpunt van B. en W is, dat deze gaarne een adviseerend lichaam naast zich hebben, in verband met de werk loosheidsvoorziening. Het doel is, dat er toezicht gehouden wordt, zegt de heer Wevels, waarop de heer Kweekei verklaart, dat het by hem juist daarover gaat, en hy zich daarvoor wel beschikbaar wil stellen, al is het 4 maanden lang, doch hy wil niet onder toezicht van de commissie. Wel onder B. en W. zegt spreker. De heer Oostdijk kan de benoeming als commissielid niet aannemen, en zou gaarne wenschen, dat in zyn plaats een ander werd aangewezen. 't Gaat alles in overleg met B. en W., en dat een lid onder de commissie stond is nooit gebeurd, zegt de heer Wevels. Voorzitter vindt dat de heer Kweekei zich ondergeschikt moet voelen, waarop de heer Kweekei antwoordt, dat hy geen onderge schikte wil zyn van de commissie. zich toen plotseling om en stak zijne moeder den arm toe: „En nu, mamaatje, moet u me nog eens naar den tuin gezelschap houden. Het is een prachtige avond en ik wil wel eens zien, hoever de tuinman met den nieuwen aanplant is ge vorderd 1" i Wanda van Spengelenburg was in reistenue en legde nog eenige voorwerpen in het handkoffertje, om prompt gereed te zijn, als de oude koetsier voorreed, om haar naar het spoorwegstation te brengen. Ze zag er zoo stil, ernstig en kalm uit, alsof alle verandering, die nu met haar plaats greep, niet de minste opwinding waard was. Ze zou gezelschapsdame worden van een oude, eenzame vrouw, eene vrouw, die, naar het zeggen der menschen, een verbitterd, hardvochtig en menschenhatend karakter bezat. Het sprak vanzelf wel, dat een jong meisje, in dergelijke omgeving, met het leven moest hebben afgerekend. En daar Wanda dit had gedaan, nu het in haar hart koud en duister was geworden, sedert de schitterende zon van haar ideaal, van haar dweepzucht en geestdrift, in nacht was over gegaan; nu van dit oogenblik liet leven toch $lle waarde en aantrekkelijkheid voor haar had ver loren, kwam het haar niet als een opoffering voor, zich nu reeds levend op Hoogenstijn te begraven. Toen hare moeder, opgewonden en met gloeiende wangen, haar in het eerst kwam vertellen, dat het de'gravin van Hoogenstijn was, die een dame van gezelschap zocht en zij Wanda boven alle andere sollicitanten dc voorkeur had gegeven, zag het jonge meisje met een onverschilligheid naar den brief, alsof die haar niets aanging. En toen barones van Spengelenburg, in moedér- Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 8E JAARGANG. - N°. 7 INGEZONDEN MEDEDEELING. Spreker wil voorts nog aan den heer Wevels antwoorden, dat de heeren Oostdijk en Nieuw land hem op den dyk stonden te controleeren, om hetgeen zy zagen, hier als een argument tegen spreker ter tafel te brengen. De Heer Wevels zegt, dat er verschillende werkzaamheden zyn, die niet altyd alleen kunnen worden gedaan, en daarvoor onder linge samenwerking noodig is. De Heer Oostdyk merkt op, dat den eersten keer het werk niet gemeenschappeiyk is gegaan, daar de Heer Kweekei direct alleen de leiding nam, en, spreker wil voor niemen dal geen ongenoegen hebben. n't Is in 't belang der gemeente zegt de Heer Wevels, waarop de Heer Oostdyk ver volgt, dat hy geen uitbater wil wezen. Als er kwesties zijn, merkt de Voorzitter op, dan kunnen deze in de commissiever gadering worden besproken, en B. en W. als scheidsrechter worden beschouwd. 't Is een ondankbaar werk, zegt de Heer Wevels. 't Is zoo dankbaar mogeiyk, meent de Heer Kweekei. Spreker vervolgt, dat men hem alleen het zaakje op liet knappen, en dat men de commissieleden Nieuwland en Oostdyk nooit zag. De Heer Wevels heeft den Heer Kweekei wel eens anders hooren spreken, als van dankbaar werk, waarop de Heer Kweekei opmerkt, dat de menschen gevormd moeten worden, en 't een groot verschil is, hoe men tegenover de werkloozen optreedt, daar het allemaal geen 18 karaats is. Voorzitter advi seert de Heeren de benoeming aan te nemen. De Heer Oostdyk volhardt by zyn weige ring. De Heer Nieuwland ziet in zijn plaats liever een ander benoemd, daar er dikwyis ongenoegen is, en'teen ondankbaar werk is. De Heeren Van Hees en De Knegt hebben geen tyd om deze functie waar te nemen. Als ik alleen sta, als commissielid, aldus de Heer Kweekei dan neem ik de benoeming aan. We kunnen ook een lid buiten den Raad benoemen, zegt de Heer Wevels, waarop Voorzitter antwoordt, dat de mogelijkheid open wordt gehouden, om de commissie nog nader aan te vullen. Voorzitter stelt daarna nog voor om de regeling van het uurloon etc. over te laten aan B. en W., die daarover in overleg met de commissie zullen treden, waarmede met algemeene stemmen accoord wordt gegaan. 7e. Is aan de orde de benoeming van een lid van het Burgeriyk Armbestuur, in de vacature ontstaan door het overly den van den Heer C. Lageweg. Nadat voorzitter eenige waardeerende woorden in verband met dit overiyden heeft lijke opgewondenheid, een toespeling maakte, dat het geluk misschien nog eens bij hen wilde aan kloppen, als Kuno Kracht, graaf van Hoogenstijn, zijn destijds zoo spoedig ontvlamde neiging ge trouw was gebleven, verhief zich de slanke meisjesgestalte fier en trotsch, flikkerden de hel dere oogen even afkeurend als weleer, toen zij de aanzoeken van den graaf met koude onverschillig heid afwees. „Als ge u vleit met zulke bedriegelijke hoop, mama, dan is het beter, dat ik de betrekking in het geheel niet aanneem! Zoudt u soms denken, dat armoede en verlatenheid mij zoozeer hebben ontzenuwd en nietswaardig gemaakt, om een man te trouwen voor wien ik niets gevoel? Zoo immo reel zal ik nooit denken noch minder handelen!" „Wie zegt, dat ge mettertijd hem niet zult lief hebben?" Een bittere glimlach speelde om Wanda's lippen. „Liefde is zulk een onderscheiden begrip: voor sommigen is ze alleen een middel tot het doel een tijdverdrijf een zeker voorbeeld of kwestie van smaak. Voor mij zal ze altijd het toppunt blijven van hartstochtelijke bewondering en ver eering. Ge hebt dikwijls met deze dweepachtige en fratsige gevoelens gelachen, mama, maar toch ben ik niet van zienswijze veranderd. Ik wil in den man, van wien ik houd en dien ik wil toe- behooren, iets meer zien dan een van alledaagsch slag. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1925 | | pagina 1