ENDE KWALITEIT
is het die ze ook repareert
reuklijders
aire nptl
andbrieven
Tandarts HERWE1JER
fIGGELAAR Co., Roosendaal.
I1)
SCHOLTE,
SCHOENMAGAZIJN
Dr. LEHiWAN SON, Tandarts
14V2 millioen gulden
Pandbrieven a 100%,
VOORSTRAAT - Sommelsdijk
WOENSDAG
24 JUNI 1925
Dames= en Meisieskleeding.
DE BERENBURCHT.
IHIDDELHARNIS-SOHIIMELSDIJK.
en GerritjeSpee.
echtgenoot© van
[.eentje Vijfhuizen,
iutje v. d. Stolpe.
ID.
1 Stolk en A. Lugt-
loedegebuure, oud
irten.
hl 1925.
lOKilDE KERK.
|dniaaii ta 'sav. da.
Montfraus.
I Van A3.
loutfraus uit S'tlyk.
1 Baarslag,
liiits uit Goedereede
Ir uit Lansstraat.
Ills.
pin. d3 Bax uit Oude
Ik en 'sav. ds. Kruyt.
|hen.
en uit Oollgensplaat.
i.en nm. ds.Polhuijs.
\r. ds. Timmer.
Nieuw-Helvoet. vm. ds. Priester.
Nieuwen hoorn, vm. ds. du Voogd v. d. Straaten.
Hoekanje, geta dienst.
Oostvoorue, vin. ds. F. W. Boers van Abbekerk.
Vierpolders. vm. ds. Stuik.
Zwartewaal, vm ds Burtslru.
UeeuvJiel. vm. ds. Rtuujjn.
Abbeubroek, vm. ds. Wnnrooy.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelbarnis, vm. ds. Van Volzeu en 'sav.
ler.-kerk.
Melissant, vm. en 'sav. dhr. v. d. Lugt.
Stellendam, vui. eu 'sav. ds. Du Lange uit
Oollgensplaat.
Ouddorp, vm. eu um. ds. Diemer.
Ooltgeusplaat, vm. en 'sav. leeskerk
Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Sehaafsma.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds deGraaff.
HclJevoétsluis. 'sav. ds. Weslerbuis.
Nieuw-Helvoet, vm ds. Westerhuis.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 's av. ds. Verhoge uil Middel-
burg.
Herkingen, nm. ds. Verhage uit Middelburg.
Drie jongens verbrand.
Dinsdagavond omstreeks 11 uur is een felle
brand uitgebroken in de woning van J. Leers
te Urmond (Limburg). Het geheele huis werd
een prooi der vlammen.
Drie zoons, zeventien, vijftien en tien jaar
oud. die niet tydig konden gewekt worden,
zijn in de vlammen omgekomen.
TABAK - SIGAREN
SIGARETTEN
e\t>V^WIJNEN
AO>/ LIKEUREN
RANJA - SORBETTA
leen oud systeem breukban-
Ir, waardoor spier-, buik- en
lien ontstaan en die uw breuk
Imaken in plaats van genezen
loor de nieuwe uitvinding van
JTENT reguleerbaarlucht-
I kan uw breuk genezen.
|>rn mijn geïllustreerde brochu-
ik U zonder eenige kosten
pezend. 31
iNesstraat 105a, ROTTERDAM.
NIC. W. STENSTRA, Ooudsche-
weg 63b, ROTTERDAM
tegenover Veemarkt.
Een oud adres. Koopt daar eens uwe
schoenen en ge zult tevreden zijn.
Billijk maatwerk voor lastige voeten.
te ZIERIKZEE.
in omloop voor
rkrijgbaar:
bekende Heeren Agenten
en Correspondenten.
makerij A. WETERINGS
Grootstraat 78, ö/d Veemarkt R'DAM
ntuigen, Zweepen, Roskammen,
Reparatie Inrichting. 4 1
■teert in „Onze Eilanden."
f KUNSTTANDEN
Nieuwste methodes
Pijnlooze behandeling
Oppert 156 - ROTTERDAM
dagelijks te consulteeren
van 8V2 tot 10 uur voorm. en van
1 tot 21/2 n.m. en volgens afspraak.
Telefoon No. 236.
VOOR DE VROUW
Vraagt mijn pillen en drnppels
ter regeling v. d. bloedsomloop
Inlichtingen grat>s, ook per brief.
Consult Maandag, Dinsdag en
Donderdag van 10—5 oor.
MEJUFFR. SPIJKER
Klein Polderkade 19 Oversell!©
(bij Rotterdam)
Groentenplanten.
Bloemkool p. 1000 f5,-. Roode-, Witte-,
Gele-, Groene-, Spruiten- en Boerenkool
p 1000 f 2,-p. 10090 f 18.— Prei p. 1000
f 1.50. Knolrapen p. 1000 f 1,30 p. 10000
f 10,Knolsellerie verspeend per 1000
f 5,—.
H.VANN00RT.ZW1JNDRECHT
Prijs per kwartaal. f I
Losse nummersf 0,07®
Advertentie» v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstuunbiedingen en Dienstnnn vragen
f 1»per plaatsing tut oen maximum
van 10 regols elke regol moer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N V. Uitgeversmaatschappij
,,0nze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Kliddelharnis.
7f JAARGANG. - N°. 64
NIJVERHEID, HANDEL EN SCHEEP
VAART EN HET TARIEF.
In 1845 zetto Nederland de eerste schrede
de richting van het vrije handelsverkeer,
1802 volgde de groote verlaging der in-
oerrechten, en op 1 Juli a.s. zal de eerste
:ap achteruit worden gedaan.
Dit is een belangrijk feit en wordt door
elen geacht te zijn een roekelooze proef-
öoiing. Tweemaal hebben de Nederlandsche
iezers een dergelijke poging door de stembus
erljdeld, en is het betreffende wetsontwerp
oor de Regoering teruggenomen. Ditmaal
het daartoe, helaas,-reeds te laat 1 Roe
eloos wordt het geacht, omdat tariefsver
hoging voor een land als het onze zooals
)U de vorige gelegenheid het anti-revolution-
laire Tweede Kamerlid, G. A. A. Middelberg,
ndertyd voorzitter van de Anti-Revolution-
ïaire Partij het noemde is een sprong
a het duister".
Immers na 1847 heeft ons bedrijfsleven
•ich krachtig ontwikkeld, en met reuzen
schreden is ons handelsverkeer vooruitge-
»aan. Tot staving hiervan- volgen eenige
oorbeelden. Deze zijn ontleend aan dejaar-
s tot 1913, het laatste jaar vóór de
wereldgebeurtenissen, die toen nog steeds den
iaellen vooruitgang van ons land kwamen
onderbreken. Er is evenwel een omstandig
heid, waarom wij de vergelijking tusschen
jaren vóór en nh het uitbreken van den
wrlog niet zullen voortzetten, en deze is
dat de statistieken vóór en nadien anders
zijn ingericht, zoodat zij in verschillend
opzicht en juist op die punten, welke wij
hier op het oog hebben, geen aansluitend
geheel vormen. Zoo wordt na 1916 de sta
tistiek van in-, uit- en doorvoer, die ingericht
T73S volgens voorschriften van 1845, op
nieuwe en in menig opzicht betere wijze
bewerkt. De berekening der waarde, tot dus
ver geschied naar een vaststaanden, ver
ouderden maatstaf, zou voortaan plaats
lebben overeenkomstig de jaarlijks vast te
stellen werkelijke prijzen, en in zoover leve
ren de cijfers vooral in jaren van sterke
fluctuatie, als die, welke thans achter ons
iggen, geen duidelijk beeld bij vergeiyking
ip. Verder is b.v. verandering gebracht in
de opgaven omtrent de in- en uitklaringen
der zeeschepen, de samenstelling der vis-
scherfl vloot, en worden er geen gegevens
gepubliceerd, waaruit een volledig overzicht
:e verkrijgen is omtrent de beweegkracht
in de fabrieken. De cijfers die hier volgen
zijn dus nog verkregen op de oude manier.
Zij geven van den invoer (tot verbruik) en
den uitvoer (uit het vrije verkeer) de gemid
delde cijfers gedurende de aangegeven jaren.
In het tydvak 1845 1851 bedroegen de
in- en uitvoer onderscbeidelijk 184 en 132
millioen Gulden; in 1857 1861 311 en246
millioen. Juist 50 jaar later was het gemid
delde van de jaren 1907 1911 3040 millioen
en 2410 millioen, dus bijna tienmaal zooveel.
In 1913 waren die cijfers opnieuw
J.JANSEN - SOMMELSDIJK
HET VOORDEELIGST ADRES
VOOR
(Adv.)
FEUILLETON.
DOOR
NATALV VON ESCHSTRUTH.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE.)
thans tot resp. 3918 en 3083 millioen gulden
(dat is 25 X het bedrag van 1847).
In den wereldhandel nam Nederland in
1912 de vijfde plaats in. De vier landen, die
hooger op de ranglijst stonden, waren Groot-
Brittanje, Duitschland, de V. S. van Noord-
Amerika en Frankrijk.
De tonnemaat der in- en uitgeklaarde
schepen in onze havens, in kub. Meters, was
van 6,3 (in 1850) gestegen tot 88 (in 1912).
Het vervoervermogen van de Nederland
sche Koopvaardijvloot nam van 1903 1913
toe met 77 pet.
In den scheepsbonio was Nederland No. 3
Niet alleen zeeschepen worden in ons land
gebouwd, maar ook Rijnschepen, voorname
lijk voor Duitsche rekening, uit Duitsch
staal en met Duitsche kolen.
De zeemscherij had zich sedert de afschaf
fing, in 1857, van de beschermende wetten,
die haar bijna dooddrukten, snel ontwikkeld.
In dat jaar was de vangst van pekelharing,
in ronde cijfers: 22.000 ton, in 1900 414.000
ton en in 1910 755.000 ton. In 1857 voeren
82 kielschepen op de haringvangst, in 1912
was dit aantal gestegen tot 541, waarvan
46 stoomschepen.
In betrekkelijk korten tijd hadden ver
schillende takken van Nijverheid, als de
aardappelmeel-, .stroocarton-, turfstrooisel-,
chocolade-, margarine-industrie, de glasbla
zerij, de goud- en zilversmederij, benevens
de tuinbouw, bollenteelt en boomkweekerij
zich vertien- vertwintigvoudigd en meer.
Snelle en belangrijke vorderingen waren
ook gemaakt, behalve door den scheepsbouw,
door de chemische nijverheid, de lucifers-,
verf- en vernis-, papier-, schoenen-, stearine-,
olie- en veekoeken-, textiel-, gloeilampen-,
zuivel- en houtindustrie, deze en nog
zoovele andere verheugden zich in een
ongekenden bloei. Van 1881 tot 1912 steeg
het aantal der door stoomkracht gedreven
fabrieken van 2831 tot 5019, dat der stoom
ketels van 3664 tot 7681, en nam het ver
warmingsoppervlak daarvan toe van 89.275
tot 381.041 M2. Deze cijfers geven echter
geen volledig beeld van de uitbreiding onzer
fabrieksnijverheid, omdat niet tevens mel
ding wordt gemaakt Jvan de gas,- petroleum
en electromotoren, die juist in dit tijdvak
veelvuldig in toepassing werden gebracht.
Onze nij verheid had allerminst bescherming
noodig, doch de protectie leverde voor den
uitvoer harer producten, dus voor haar be
staan, een groot gevaar op. Toch sprak men
bij de vorige ontworpen tariefs-verhoogingen,
die door den wil der kiezers gelukkig voor
komen zijn, niet alleen van technische ver
beteringen en van het fiscale karakter dier
wetsvoordrachten. doch merkwaardigerwijze
ook van de opheffing onzer „kwijnende"
industrie uit haar „inzinking".
Ongetwijfeld waren er ook toen sommige
bedrijven, die niet bloeiden, in vele gevallen
was deze stilstand of achteruitgang echter
daaraan toe te schrijven, dat de leiders niet
meegingen met hun tijd. Had men deze
takken van nijverheid willen beschermen
van overheidswege, dan zou daarentegen
niet het minste bezwaar hebben bestaan,
mits die bescherming doeltreffend ware
weest, dat wil zeggen, indien zij had bestaan
uit bevordering der vakopleiding, zoowel
voor de werklieden als voor de bedrijfsleiders.
Deze bescherming ware de natuurlijke ge
weest, doch men wilde de onnatuurlijke
protectie, die de vrije mededinging weert
15)
,,Dat spreekt vanzelf. Ge betaalt de schulden
af met uw vermogen en tracht het goed opnieuw
te doen rendeeren!"
„Met mijn vermogen?"
„Ja, uw erfdeel van tante Margaretha. Weet
ge nu, waarom gij mij destijds onder eede hebt
moeten beloven, daarvan nooit een woord te
reppen aan Fredcrik Karei?"
Meta is verschrikt opgestaan. „Dat erfdeel,
waarvan gij het vruchtgebruik geniet?"
Agatha glimlacht vreetnd. „Ik heb het voor u
geadministreerd en behouden, anders niet."
Roode vlekken kleuren Meta's bleeke wangen.
„Tante Agatha," zegt ze met bevende stem,
zoudt ge mc werkelijk dit kapitaal willen voor
schieten, opdat ik niet genoodzaakt zij bij den
hertog hulp aan te vragen of wel naar een geld
schieter om te zien?"
,,Tot dien einde en ook alleen daarvoor
hield ik dat geld voor je disponibel."
Een zucht van verlichting ontsnapt Meta's
boezem. „Ik heb nooit meer aan dat geld gedacht,
noch minder er op gerekend, omdat ik het tot
uw overlijden als uw eigendom beschouwde,
maar nu als gij het mij niet schenken, maar
slechts leenen wildet, tante Agatha... alles zou
dan gered zijn. Ik zou het zaad kunnen zaaien
en God zal mij een rijken oogst waarborgen?"
Het slot Walsleven en de heerlijkheid Govers-
berg werden verkocht; de Burcht Hoogcnstijn,
met het kleine grondbezit en de bosschen, bleven
na voldoening van alle schulden het eigendom
der gravin. De heer Werner had met nauwgezetten
ijver alle belangen der weduwe behartigd, de be
rooide zaken geregeld en met behulp van liet
door tante Agatha zoo secuur beheerd kapitaal
voor den jongen Beer van Hoogenstijn een be
scheiden, van de wereld verwijderde bezitting
behouden. Hij zorgde bovendien voor een zeer
vertrouwden cn schranderen opzichter, die onder
de oogen der gravin het goed zou administreeren,
terwijl hij zelf onvermoeid zich onledig hield, om
Meta in financiëele en huishoudelijke aangelegen
heden tot haar eigen bestuurster tc vormen.
De gravin overzag weldra alles met haar schran
der begrip, legde een groote volharding aan den
dag cn een mannelijke zucht, om practische ver
beteringen te scheppen. Niet lang duurde hel
dan ook, of haar energie bracht het zoo ver, dat
zij met een ijzeren volhardingsvermogen dag cn
nacht, in weer cn wind, bij de zaken, was om
door onvcrmociden ijver in jaren terug tc ver
krijgen, 'wat Frederik Karei binnen een paar
vluchtige nachtelijke uren roekeloos had verspeeld.
Had destijds de plotselinge dood van den graaf
van Hoogenstijn in de residentie veel opsrpaak
met behulp van invoerrechten. Op deze wyze
zouden vun de ondersteunde bedry ven broei
kasplantjes zyn gemaakt, die steeds meer
bescherming zouden vragen en op den duur
toch niet levensvatbaar zouden bljjken tezijn.
Nu kan men wel beweren, dat de opbloei
van onze welvaart met onze handelspolitiek
niets had uit te staan. Maar zij, die zoo
spreken, zullen dit onmogelijk kunnen aan-
toonen. En zoolang dat niet mogelijk is,
blijft het een roekelooze waaghalzerij af te
wijken zonder noodzaak van den ge
durende zoo vele jaren gevolgden koers,
want te ontkennen valt het niet, en dit zal
ook wel niemand probeer en, dat gedurende
den tijd, dat in deze richting is gestuurd,
het ons land is welgegaan. Evenmin kan
het als een argument gelden, dat andere
landen hoogere invoerrechten heffen. Immers
principieel verschil bestaat hier niet, want
zaten wij ook niet reeds vroeger tusschen
de protectionistische landen in, Engeland uit
gezonderd? Heeft met name zoover Duitsch
land betreft, niet reeds Bismarck, oorspron
kelijk vrijhandelaar, het onder zijn bewind
in 1879 vastgestelde tarief in 1885 verdub
beld en in 1887 vervijfvoudigd, niet omdat
de Duitsche industrie dit verlangde, doch
met het doel, uit hoofde van politieke over
wegingen, de agrariërs tot vriend te houden?
Dit geschiedde onder de leuze, dat het Duit
sche Vaderland voldoende voedsel moest
kunnen voortbrengen voor de bevolking en
het leger in tijd van oorlog, en dat daarom
de landbouw moest worden aangemoedigd.
Dat natuurlijk ook in Duitschland de ver
hoogde invoerrechten de productiekosten
deden stijgen, spreekt reeds uit het klassiek
geworden geval van het personeel der Ne
derlandsche Spoorwegmaatschappijen, dat bij
de lijnen op Duitsch grondgebied was ge-
ëmployeerd, en reeds lang voor den oorlog
een duurtetoeslag ontving van 25 pCt., en
bovendien uit den hierboven reeds vermel
den bouw van Rijnschepen met Duitsch
materiaal voor Duitsche rekening.
Ondanks de hooge invoertarieven van an
dere landen en voor een gedeelte zelfs
juist daardoor heeft Nederland het zonder
tariefsverhooging goed kunnen stellen. En
dit is het geval gebleven tot op ditoogen
blik. En daarom kan noch de voortdurende
drang, uitgeoefend door sommige groepen
van industriëelen in de Zuidelijke provinciën
(die nog lang niet voldaan zijn), noch het
sluitendmaken der Staatsbegrooting voor
1925— dus voor slechts éón jaar— als een
voldoend motief gelden tot het nemen van
een zoo belangrijk besluit, als dat tot wijzi
ging onzer handelspolitiek.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NG.
NUTSSPAARBANK
KANTOOR VOORSTRAAT 5 - MIDDELHUIS
Vraagt thans ten kantore der Nutsspaarbank
inlichtingen tot verkrijging van
EEN SPAARBUSJE VOOR UWE KINDEREN.
Busjes worden gratis in bruikleen afgestaan.
Bevorder den Spaarzin Uwer kinderen door
hen de gelegenheid te geven hunne Spaar
penningen in een Spaarbusje der Nutsspaar
bank te deponeeren.
Algemeen Comité van Verzet
tegen Protectie.
Na de toetredingen tot het lidmaatschap,
die gedurende de laatste maanden hebben
plaats gehad, bestaat het Comité thans uit de
volgende personen:
J. K. W.F. van Bommel, Ir. V.R. IJ. Croe-
sen, beiden te 's-Gravenhage; E. G. Duyvis
Tzm, Koog a/d Zaan; Mr. J. P.Ekker(Fen-j
ningmeesteij, 's-Gravenhage; H. P. Gelder
man, Oldenzaal; Ed Gerzon, J. ter Haar Jr.,
E. Heldring, allen te Amsterdam; J. G. Hib-
ma, Sneek; W. C. Hudig,Rotterdam;Ernst
H. Krelage, Haarlem; Johan A.Laan, Bloe-
mendaal; A B. van Leer,F.Lieftinck J.Hzn.,
beiden te Amsterdam; J. M. Matthïjsen,
Aarle-RixtelH. Nijgh, Rotterdam; W. H.J.
Oderwald, Amsterdam; Mr. H. E. Oving,
Groningen"W. F. Piek, Ir. A. Plate, beiden te
Rotterdam; Dr. F. E. Posthüma, 's-Graven
hage; Th. van "Weideren Baron Rengers.
Oenkerk; Jac. Rinse (Secretaris), Mr. C. D
Salomonson, beiden te Amsterdam. E, Schra
ge, Assen; P.A.Selles,Amsterdam;Jhr.Mr.
H. Smissaert, (Voorzitter), 's-Gravenhage;
Mr. Jan Smit Azn., Vlissingen; Alb. Span
jaard, 's-Gravenhage; Jac. Spanjaard, Borne.;
Mr. I. van der Spek, Zutphen; Ir. C. F. Stork.
Hengelo; Mr. Q. J. Terpstra, Rotterdam;
A. H. Verkade, Zaandam. Mr. Th. M. Verster.
's-Gravenhage.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Landbouw en Veeteelt.
verwekt, de belangstelling voor zijne weduwe
was nog wel zoo groot, als het plaats gehad
hebbend ongeluk, dat velen reeds jaren te voren
in al zijn tragische bizonderheden hadden voor
speld.
Wat moet er worden van de ongelukkige vrouw?
Wat van het arme kind?
Het antwoord op deze vragen bleek andermaal
eene verrassing.
Met de hulp van tante Agatha van Waanrust
had de gravin haar berooide fortuin weder op de
been geholpen en daarbij een energie cn overleg
ontwikkeld, die da bewondering der wereld had
den gaande gemaakt.
Ofschoon het haar wel mogelijk zou geweest
zijn, het zoo bizonder gemakkelijker gelegen hoog
heerlijke landgoed Walsleven voor haren zoon te
behouden, had zij er tegen aller verwachting
afstand van gedaan en instcde daarvan liet oude
berenhol Hoogenstijn uit den boedel gered.
Zonderling! Zal zij dan voortdurend, in deze
afzondering van de wereld, huizen in dezen orige-
zclligcn, half vervallen slotmuur, die zoo ver
wijderd ligt van alle menschelijk verkeer, op zulk
een afstand van de residentie cn van alle goede
vrienden?
De schoone gravin Meta was altijd een zeer
gezochte cn gevierde persoonlijkheid; iedere salon
stond zeer zeker voor haar open, ook dan zelfs,
als de beklagenswaardige weduwe geen revanche
kan geven. Ongezocht zal ze gelegenheid genoeg
vinden, nog eens een goed huwelijk te doen, wat
die gedurende jaren hunne trouw ongeschonden
hebben bewaard voor de schoone vrouw.
Wat boeit de gravin aan dien zonderlingen
Berenburcht, waaromtrent zooveel geheimzinnige
MOND- EN KLAUWZHERBESTBIJDING.
Het gevaar oan fatalismeIs
een mond- en klauiozeer-instituut ge-
wenscht Indrukken van Dr. Hoef
nagel uit Duitschland. Wat men
in ons land doet.
De strijd tegen het mond- en klauwzeer.
- aldus denkt men wie gelooft er eigen
lijk nog in? Is het niet steeds geweest: een
strijd zonder succes? Men duizelt bijkans
van het aantal middelen van „serieuze" en
„niet-serieuze" menschen, men raakt den tel
kwijt bij het opnoemen der verschillende
behandelingsmethodes, imunisatie-pogingen,
enz. en met dat al... blijft het mond- en
klauwzeer den wereldveestapel teisteren en
berokkent een ontzaggelijke schade aan
vleesch en melk.
Is het dus wonder, dat de veehouder er
sedert lang aan is gaan twijfelen, of deze
ziekte wel óóit met een greintje succes be
streden zal kunnen worden, ondanks de
klinkende namen der wetenschappelijke
onderzoekers, als Pfeiler, Dahmen, Frosch,
wijlen prof. dr. D. A. de Jong, dr. Hoogland
Overbosch, Kuiper, Meier, Reinmelts, Berger,
erfk, allen harde en knappe werkers, van
wier arbeid wij in den loop der laatste twee
jaren t. z t. een overzicht konden geven, op
grond van wat zij ons mededeelden of lieten
zien. Maar... sedert den tijd, dat de be
roemde Jenasche hoogleeraar, pr. dr. "Wilh.
Pheiler en later ook zijn landgenooten
Dahmen en Frosch bij hun bezoek aan Neder
land ons in welwillend toegestane inter
views vertelden van den verwèkker van het
mond- en klauwzeer, ontdekt door den
eerste, indirect zichtbaar gemaakt door de
laatsten en tot in vele generaties voortge-
kweekt door beiden, is ons land niet meer
vrij geweest van deze gevreesde veeziekte,
brak in Zweden een geweldige epidemie uit,
die nog niet bezworen is, enz., enz.
Hoewel dus de schouder ophalende houding
der „practyk-menschen" alleszins te begrij
pen is, mag men toch vooral niet vergeten,
dat in dit, men zou kunnen zeggen: „fata
lisme" een groot gevaar is gelegen.
Het gevolg er van zou kunnen zijn
reeds vaak waar te nemen dat men a
priori elke vordering negeert, en „het voer
laat staan, zonder gekauwd te hebben",
terwijl anderen weer elk bedrag, dat men
hetzij de staat, hetzij de organisaties
wil uitgeven ten dienste van onderzoekingen
of proefnemingen, zonder meer als wegge
gooid geld beschouwen.
Gelukkig echter zijn er nog mannen in
ons land, die een flink intiatief aandurven
waar het geldt den strijd tegen het mond
en klauwzeer. Zoo zal b.v. de directeur van
het Utrechtsche Abattoir,, dr. K. Hoefnagel,
die steeds groote belangstelling en voort
varendheid toonde, waar het de tongblaar
betrof, op de a.s. jaarvergadering van den
Ned. Bond van Veehandelaren een rede
houden over de vraag, of het wenschelyk,
noodzakelijk en uitvoerbaar is, om in Neder
land een mond- en klauwzeer-instituut op
te richten.
Nu moet men weten, dat de heer Hoef
nagel eenigen tijd geleden een bezoek heeft
gebracht aan het Duitsch m.- en k.-instituut
op het eiland Riezns, aan welks hoofd de be
kende prof. Waldmann is gesteld, verbonden
aan de universiteit te Greifswald in Pomme-
ren. In verband met de aangekondigde rede
is het wellicht niet ondienstig, hier een en
ander mede te deelen, omdat de ervaringen
van den heer Hoefnagel, die we meldden
het reeds eerder - kortgeleden in de „Boer
derij" een lans brak voor de oprichting van
zulk een instituut hier te lande.
In twee groote stallen zijn daar onder
gebracht 150 ossen, die bestemd 2ijn, om
serum te leveren. Wekelijks worden 18 a
25 dieren door verbloeding gedood en door
nieuwe vervangen.
Elk dier levert pl.m 14 L hoogwaardig
bloed, serum; gewoonlijk is er een maand
of zes weken voor noodig. om deze dieren
door telkens herhaalde inspuitingen met
smetstof geschikt te maken voor de levering
van serum. De productie is op 't oogenblik
750 L. per week, doch zal worden opgevoerd
tot 1000 L en meer.
Na aankomst krijgen de ossen de eerste
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Vrees geen Examen
want er is een Middel dat u geheel bevrijdt
van Zenuwachtigheid, een Middel dat u Kalm
maakt en Kalm houdt, terwijl Uw Geest
Helder blijft. Mijnhardt's Zenuwtabletten
wetenschappelijk samengesteld en onschade
lijk, genezen u van uw Zenuwachtigheid.
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
sprookjes door het gansche land de ronde doen?(
De hertog was wel de eenige, die zich met de
keuze der gravin geheel en al kon vereenigen.
„Hoogenstijn is het stamslot der familie, waar
aan deze haar naam ontleent en dat eenmaal
voor den zoon van het hoogste belang moet zijn,"
zeide hij, „en dat de gravin aan dit kleine land
goed de voorkeur geeft boven het grootere en
veel kostbaarder te onderhouden, getuigt van
haar doorzicht en practischen zin. In haar benarde
omstandigheden zal het haar veel gemakkelijker
vallen liet kleine grondbezit huishoudelijk te
administreeren, dan zich op het elegante Wals
leven staande te houden. Geve de hemel, dat,
na den met tranen besproeiden zaaitijd, een des
te Ioonerder oogst haar deel moge zijn! Ik wil
alleen hopen, dat de „Berin van Hoogenstijn"
zich niet op den langen duur ingraaft in haar hol,
maar spoedig weer in dc residentie zal verschijnen,
opdat wij gelegenheid mogen hebben haar onze
volle sympathie tc betuigen."
Maar de gravin kwam niet naar dc hofstad.
Het rouwjaar verliep, werd door meerdere jaren
gevolgd, en men zou in onzen tijd van snel leven
de eenzame vrouw sedert reeds lang zijn vergeten,
wanneer dc Toggenburgs juist geen sterker ge
heugen hadden bezeten en liet aandenken van de
schoone Meta niet. getrouwer dan hun medc-
menscheti hadden bewaard.
Men had getracht de gravin tc genaken, maar
weldra ging tot ieders verbazing in de residentie
dc mare rond, dat gravin van Hoogenstijn geen
bezoeken ontving in haar betooverden Burcht cn
iedere toenadering barscli van de hand wees.
Hoe interessant was dit niet.
Ontbreekt het haar geheel cn al aan middelen,
om een lieven trouwen vriend, die als gast ver
schijnt, een glas wijn te schenken?
Volstrekt niet. Men heeft geïnformeerd en is
in ervaring gekomen, dat de gravin buitengewoon
veel geluk heeft met haar eigen administratie van
de goederen. De oogsten moeten buiten verwach
ting zijn uitgevallen, het gekapte hout is door
nieuwen aanplant vervangen, en de gravin moet
zelfs voornemens zijn, dit jaar reeds beschouwing
van grooteren omvang ten uitvoer te laten bren
gen. Stallen en voorraadschuren waren in be-
klagenswaardigen toestand aangetroffen, daarin
moest eerst verandering worden aangebracht.
„De gravin bezorgt dat alles zelf?" had men
hoofscliuddend gevraagd, en het ongelooflijkste
was erop geantwoord.
De schoone weduwe moet de beste, meest be
drijvige opzichter zijn, dien men zich kan voor
stellen niemand zou de voormalige zachtzinnige,
stille, geresigneerde gravin van Hoogenstijn meer
herkennen. In haar lang afhangend rouwgewaad
wandelt ze koel cn als een marmeren beeld door
huis en hof, boscli cn veld, om iedere kleinigheid
in persoon na le gaan, ieder werk te inspcctecfen,
iedere verrichting te prijzen of af tc keuren.
Geen mannenhand zou de teugcis van bestuur
niet vaster greep kunnen voeren, dan dc stevige,
manncrblanke rechter dezer bizondere chatelaine.
Voor en na blijft dc rouwsluier om liet schoone
hoofd, waarin dc oogen zoo streng en somber
staren, dat haar omgeving ervan ijst. Nooit ziet
men een glimlach op haar gelaat; zelfs niet, als
zij haar kind liefkoost en mei den kleine speelt;
dan maakt de sombere ernst slechts een wijle 1
voor smartelijken weemoed en rustige kalmte
plaats. (Wordt vervolgd.)