fÏÏERE SPINÏÏi
OKKINGR'S MM
is het die ze ook repareert!
ÏXtUÓ f'.
E. HARTOGS ZN.
KLOKKEN EN PENDULES
Hypotheken en Credieten.
Tandarts Regensburg,
WOENSDAG
9 JULI 1924
VINETA.
GRENADINE5AU5
van het Ministerie van
begroet. Zy werden ver-
Hongaarsehen edelwyn.
werd de Hollandaeh-
dschap gevierd,
n excursie naar de ge-
aad ondernomen waar de
^emde Hongaacsche kaut
-ten werden door de be
vangen. Bisschop Kris-
flcale mis op. waarna
rocessie voorby trokken,
he,kerkliederen zongen,
meekte den Hemel den
land en de weldadige Hoi-
Onder grootsche ovaties
verlieten de gasten des
svtooneel van dit onverge-
ksfeest. (V. D.)
Wat z\ja we toch een leutig land
Dacht daarna nummer elf:
Als 't petje nou toch prettig zit
Die elfde was ik zelf.
CLINGE D00RENB03.
WIGHEIDJE.
nde auto-pet,
ooi, niet chic,
ik me laatst
t publiek,
utpilarig staan
smond,
rouw, da's wel kras.
'loos stond,
een vierde aan
n pret,
het héél hard op
gge pet.
me lachend na:
p zyn kop?
"ie snuiter heb
op.
me na: zeg baas
kwijt,
ft me zoo iets
gezeid.
asjemenou!
is beslist,
in politiek,
en Fascist.
Predikbeurten.
Zondag 6 Juli 1924.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharuis. viu. en 's ar. ds. Den Oudsten.
Soininelsdyk, viu ds. Vao Moutfrans.
Dirksland, vin. ds. Van As
tlerkingen, 'sav. ds. Van As uit Dirksland.
Melissant, geen opgaaf.
Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bouman.
Goederende, vm. dhr. v. d. Velde uit Ouddorp.
Ouddorp, vm. leeskerk en um.ds. Van Montfrans
uit Soinmelsdyk.
Nieuwe Touge, vm. leeskerk.
Oude Tonge, vm. (doop) ds. Bax.
Ooltgensplaat. vm. leeskerk en om. ds. Polhuys
uit Stad aan 't Haringvliet.
Langstraat, vin. en 's av. dhr. Vetter.
Den Bommel, oin. ds. Den Oudsten uit Middel-
harnis.
Stad aan 't Uaringvliet, vm. ds. Polhuys en ntn.
leeskerk.
Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer-
Xieuw-Helvoet. vm. (doop) ds. Priesler.
Nieuwenhoorn.vm.ds.de Voogd vanderStraaten.
Oostvoorne, vm. ds Brinkerink.
Vierpolders, geen dienst.
Zwartewaal. vm. ds.-Bartstra.
Heenvliet, geen dienst.
Abbenbroek, vm. ds. Wanrooy.
LUTERSCHE KERK.
Hellevoetsluis, nm. 4 uur ds. Duivendak van
Schiedam.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharuis, vm. en 's av. ds Van Velzen.
Melissant, vm. en 'sav. dhr. v. d. Lugt.
Stellendam, vra. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp. vm. en nm. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. De Lange.
Den Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
Stad aan 't Haringvliet,vm. en 'sav. ds.de Graaft.
GOUD EN ZILVER
MIDDELHARNIS TELEFOON 25
M HEDEN ONTVANGEN SCHITTERENDE MODELLEN
m UITSLUITEND DE BETERE KWALITEITEN if
M WIJ GARANDEEREN VAKKUNDIGE BEDIENING
De Centrale Proeltuln
voor
Goeree en Overflakkee
Ie Mlddelharals (Langeweg)
s op eiken werkdag voor belangstel
enden GRATIS TOEGANKELIJK. -
)esgewenscht geeft de tuinman alle
nlichtingen, die mochten worden ver
angd.
C. 3. EPKER. ddmlaiatrateur, Gelderichekade 27 A
Beurtplein) ROTTERDAM en Ottoweg 10, HSELSUM
belast zich met hot bezorgen van
Hypotheken en Credieten.
Momentaal Kapitalen beschikbaar.
Laan van Meerdervoort 180. Den Haag.
TELL. 3943,
mI den eeraten Woensdag van
iedere maand in het Hótel Zaaljer te
MIDDELHARNfS te consulteeren zijn
?oor alle mondziekten en kunsttanden
van tl «nr lol half vier.
DR. TEN CATE,
Sendracbtsweg 63, ROTTERDAM
Specialist voor Spijsvertering. Stof
wisseling en Zenuwziekten is
10 Juli a.8.
niet te consulteereti.
Door de steeds betere inrichting onzer fabriek hebben wij de zekerheid
at de door ons gefabriceerd wordende Kalkzandsteen in Waal-
n Rijnvorm (witte roode- en blauwe kleuren) permanent van grima
waliteit zullen zijn.
Onze steenen zijn geschikt voor buiten zoowel als voor binnenmuren,
oor trasraam en kelderwerk. De groote drukvastheid onzer steen is daar-
poor een waarborg.
Vraagt s.v.p. monsters en prijzen aan onzen Vertegenwoordiger den Heer
H. VAN DEN BERGH, Bruinelaan 52 te Zwijndrecht, die zich voorstelt
eregeld de cliëntèle te komen bezoeken.
N.V. Stoom3ChelpenzuigeHj en Sche ^kalkbranderij
DEN BRIEL.
Niets beter ter genezing van dit
euvel dan
Dit van ouds bekende middel
geneest harde uiers en zeere
spenen en maakt het melken
gemakkelijk.
In bussen van f 0.50 en f 1.bij
Uw Drogist of Winkelier.
HoofdagentenFIRMA B. MEINDERSMA,
Den Haag - Amsterdam - Sneek
I te Middelharnis bij:
IpjvielhouwerJ
SPAARBANK
van bet Departement
MIDDELHARNIS en SOMMELSDIJK
der Majtschappl tot Kot via 't Algemeen.
De bank neemt gelden op tegen 3,11 °/o
rente 'ejaars.
Gelegenheid tot inbreng en terugbetaling
van gelden op Maandag. Dinsdag. Woens
dag en Donderdag var. 9—12, benevens
Maandagavond van 67 uur, ten kantore
van de Theaanrier-Boekboudst"r.
A. HOI.FF I d Midd«lhtimiR.
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummers f 0,0V
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meerf 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f ifper plaatsing tot een maximum
yan 10 regels elke regel meer 15 cent.
Reisplannen.
Wie maakt ze al niet! We geloovenniet
ver vau de waarheid te zijn, als we zeggen,
dat het reizen op groote schaal almede een
uitvloeisel is van den grooten Europeeschen
oorlog. Waarbij we dan met het reizen op
groote schaal bedoelen het wegtrekken van
over de landsgrenzen, naar streken waarheen
vroeger alleen enkele financieel bevoorrech
ten konden gaan.
Herinneren we ons nog niet allen den tijd,
dat het al een he^e-,^ «rtenis was, als
men zich eens een ,N jer wat verder
waagde dan* j welbekende pensionstreken
in het Geldersche of in het zuiden van Lim
burg. De Belgische Ardennen, het Duitsche
Rijn- en Ahrdal, het Eiffelgebergte of de Harz,
ze waren zoo ongeveer de sluitsteen van het
reisprogramma, dat men zich voorgesteld had
in zfin kortstondig bestaan op aarde af te
werken. Wie het een twintigtal jaren geleden
reeds had gebracht tot Parys, Zuid-Frankrijk,
Zwitserland, Oostenrijk, ze vormden in den
kring van hun kennissen de buitengewoon
bevoorrechten, naar wier reiservaringen men
wel gaarne luisterde, zonder dat het ook
maar een oogenblik in de gedachten kon
opkomen, dat de omstandigheden zich een
maal zoozeer zouden wijzigen, dat men per
soonlijk in de gelegenheid gesteld zou wor
den om zelf van dergelijke reizen te verhalen.
De waardevermindering van het betaal
middel in de meeste Europeesche landen
vergeleken bij de koopkracht van den Neder-
landschen gulden heeft in bijzondere sterke
mate er toe bijgedragen, dat een bezoek aan
de verder-afgelegen landen binnen de capa
citeit van de beurs van veel honderdtallen
van onze landgenooten kwam te vallen. Hoe
trok er niet een stroom van Nederlanders
in de eerste paar jaren na den oorlog de
Duitsche grens over, omdat men daar de
valutakoopjes ook in de pensionprijzen vond.
Voor nauweiyks iets meer dan een gulden
per dag kon men zich de weelde veroorloven
van een verblijf in de Duitsche bergstreken.
Treinreizen van enkele uren vergden niet
meer dan een paar dubbeltjes. Wie er eenmaal
den smaak van beet kreeg, zocht het nog
verder-op naar het hooggebergte van Zwit
serland en westelijk Oostenrijk. Voor een
enkele honderd gulden maakte men een reis
uit en thuis van een kleine veertien dagen
naar het wondermooie bergland van Tirol,
naar de blauw-groene meren van Zwitserland.
De debacle van de Duitsche Mark en de
Oostenrijksche Kroon werd gevolgd door de
inzinking van de Belgische en de Fransche
Franc. En toen dan ook in Duitschland al
lerhande bezwarende bepalingen werden ge
maakt omtrent het verblijf in de pension
streken, toen men daar de toeristen eeniger-
mate ging beschouwen als melkkoetjes en
men hen lastig viel met speciale belastingen
en politieformaliteiten, wel toen kon het
niet uitblijven of de stroom keerde zich naar
België en Frankryk. In de Ardennen en aan
het Belgische zeestrand viel men over zijn
Hollandsche bekenden en leveranciers. En
wie wat meer bereisd was, haastte zich ver
der weg naar Normandië en Bretagne, naar
de Zee-Alpen en naar de Pyreneeën.
Reisplannen! Wie maakte ze al niet in de
eerste na-oorlogsjaren, toen de schijnwelvaart
nog over ons land lag en de Nederlandsche
gulden zich verplicht gevoelde weg te rollen
naar alle hoeken van West Europa. En wie
is zo niet blijven maken, zomer op zomer,
toen hy eenmaal den smaak er van had ge
kregen om te genieten van de weelde in de
buitenlandsche groote steden en van het
wondermooie der bergen, bosschen en meren.
De inzinking in handel en industrie, nu
reeds sedert een paar jaren, zal enkelen weer
houden van een buitenlandsche reis. Heel
veel zijn het er echter niet, die zich op deze
wy'ze laten dwingen. Is eenmaal het voorjaar
in het land en komen de eerste mooie zomer-
sche dagen, dan is er weinig by machte om
de reislust, die tot een soort reiskoorts wordt,
te bedwingen. Of het moeten al juist de
financieel totaal geruïneerden, de betrekking-
loozen zijn, die noodgedwongen tot tehuis
blijven besluiten.
Uit de groote steden is deze week de uit
tocht begonnen. De vacanties aan enkele
scholen namen een aanvang. Wie liet zich
niet verlokken nu de Belgische franc 12 en
de Fransche 14 cent noteert, nu de stoom
vaartmaatschappijen goedkoope tochten ar-
rangeeren naar Zuid-Engeland, de Fransche
kust, de Middellandsche zee endeNoorsche
fjorden. Aan de reisbureaus liep het reeds
storm de laatste dagen Een paar weken
tevoren moest men zyn plaatsen reserveeren
in trein en op boot en maanden tevoren
moest men zijn kamers bespreken in de
bekende pensionstreken. Ook naar de noord
zeebadplaatsen in ons eigen land gaat de
groote trek en Gelderland en Limburg zullen
eveneens hun deel krijgen. Naar Duitschland
waagt men zich minder, hoofdzakeiyk ten
gevolge van het opdrijven der spoorweg
tarieven en het uitbuiten der toeristen. Naar
Engeland daarentegen zullen vele duizenden
gaan; Londen en Wembley met de mooie
tentoonstellingsmeisjes, het eiland Wight,
de geheele zuidelijke kuststreek, ze zullen
wemelen van de Hollanders.
We hebben het thuiszitten verleerd 1 Maar
we leven ook immers in de eeuw van ont
wikkeling van het snelverkeer. En we moe
ten toch toonen kinderen te zijn van dezen
tyd. K.
FEUILLETON.
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
84)
En dat door wien? Wie had de nederlaag
van dat corps op zijn geweten, dat ongewaarsc huwd
zonder eenige bedekking, aan een aanval was bloot
gesteld, waartegen het zich door de voorhoede
van vorst Baratowski beveiligd waande?
Waldemar spande zich in om kalm te blijven.
„Van waar hebt ge die berichten? Zijn ze betrouw
baar? Niet enkel geruchten?"
„Pawlick, de hofmeester, bracht ze mij," ant
woordde de administrateur. „Hij is ginds
„Bij u? Komt hij met die tijdingen bij u, terwijl
hij weet dat ik hier reeds sedert uren op zijne
terugkomst wacht? Waarom komt hij niet op het
kasteel?"
Wederom sloeg Frank de oogen op den grond
„Hij durfde niet de vorstin, de freule hadden
aan het venster kunnen staan; ze moesten toch
eerst worden voorbereid Pawlick is niet alleen,
mijnheer Nordeck."
„Wat is er gebeurd?" riep Waldemar, allengs
de waarheid vermoedende. „Mijn broeder
„Vorst Baratowski is gesneuveld," zeide de ad
ministrateur zacht. „Pawlick heeft zijn lijk mee
gebracht."
Waldemar zweeg. Een paar seconden bedekte
Ingezonden Mededeeling.
een,pame
hmt ui ozderpaJye
TA iPsAmdndeiyëspudd/^p^*
HET LONDENSCHE CONGRES
YAN HET REDDINGSWEZEN.
Een Hollandsche opinie.
De reddingsboot „Insulinde".
LONDEN, 4 Juli. Ik had vanmorgen
een onderhoud met den heer A. A. baron
Sweerts de Landas Wyborgh, vice-president
van de Zuidhollandsche Maatschappfi tot
Redding van Drenkelingen, die met de heeren
Julius (secretaris) en P. E. Tegelberg en
H. de Booy (resp. president en secretaris
van de Noord- en Zuid-hollandsche organi
satie) Nederland vertegenwoordigd heeft op
de internationale conferentie van het Red
dingswezen. Zooals men weet werd deze
gehouden in verband met het honderdjarig
bestaan van de Engelsche instelling, de Royal
hij de oogen met de hand, maar daarop raapte hij
al zijn moed bijeen en snelde met Frank naar diens
woning. Hier kwam Pawlick hen te gemoet. Be
schroomd zag hij tot zijn meester op, dien hij, de
trouwe dienaar der vorstin gewoon was als vijand
te beschouwen; maar de uitdrukking op Nordeck's
gelaat deed hem zien, wat hij ook 's morgens reeds
daarop had gelezen, dat het slechts de broeder van
zijn jongen gebieder was, die thans voor hem stond,
en toen kon de oude man zich niet langer bedwin
gen.
„Onze vorstin!" jammerde hij. „Ze zal 't niet
overleven en freule Wanda ook niet!"
„Hebt gij den vorst dus niet meer ingehaald?"
vroeg Waldemar.
„Ja wel," antwoordde Pawlick met een door
snikken afgebroken stem. „Ik bereikte hem nog
bijtijds en bracht hem uw waarschuwing over.
Hij wilde er niet naar luisteren, wilde niettemin
de grenzen overgaan; het struikgewas zou hem
wel beschermen, zeide hij. Ik wierp mij voor hem
op de knieën en vroeg hem of hij zich dan door de
wachten als een vervolgd hert wilde laten dood
schieten? Eindelijk liet hij zich overhalen en be
loofde mij tot 's avonds te zullen wachten. Juist
waren wij bezig met overleggen, of wij het hout
vestershuis zouden durven binnentreden, toen wij
van verre
„Een patrouille zagen naderen?"
„Neen, den pachter van Janowo. Van dezen
behoefden we geen verraad te vreezen; hij heeft
altijd tot de onzen behoort. Hij had zijn paarden
moeten leenen om de troepen te helpen vervoeren
en kwam nu terug van de grenzen. Bij deze ge
legenheid had hij gehoord, dat 't bij W. tot een
gevecht was gekomen, dat nog niet beslist was,
National Lifeboat Institution. Twee Hol
landsche reddingsbooten, de Prins der Neder
landen en de Brandaris, staken voor deze
gelegenheid de Noordzee over, en namen deel
aan den internationalen tocht die door de
booten der verschillendelanden op de Theems
werd gehouden.
De heer Sweerts uitte zich in de warmste
bewoordingen over de schitterende ontvangst,
die den buitenlandschen gedelegeerden ten
deel was gevallen. De bemanningen van de
booten brachten op den eersten dag een
bezoek aan het Lagerhuis. Op den tweeden
dag had de „processie" op de Theems plaats,
gevolgd door de officieele ontvangst door
het gemeentebestuur van Fulham en den
bisschop van Londen. Den dag daarna wer
den twee der booten de Engelsche boot
van het station New Brighton en de Hol
landsche boot Brandaris aan het terras
van het Lagerhuis geïnspecteerd.
Twee officieele diners hadden plaats. Het
eerste werd door de Engelsche regeering in
Lancaster House aangeboden, en gepresi
deerd door den minister van Handel, mr.
Sydney "Webb. Het tweede was het festyn
ter herdenking van het honderdjarig bestaan
der Engelsche instelling, en werd gepresi
deerd door den Prins van Wales. Aan het
eerste diner sprak de heer Tegelberg als
oudste der Hollandsche voorzittersaan het
tweede bracht onze gezant den toast uit op
den Prins van Wales.
De bemanningen van de Engelsche en
buitenlandsche booten woonden buitendien
op uitnoodiging van de Institution een voor
stelling bij in het Hippodrome Theatre.
De Royal National Lifeboat Institution,
die niet minder dan 230 stations telt, bezit
een geweldige organisatie. De heer Sweerts
de Landas Wyborgh had een bezoek gebracht
aan het „store-house" der instelling, waar
hij etteiy'ke booten bezichtigd had en een
levendigen indruk gekregen van de belang
rijke positie die deze instelling, die over
zulke geldmiddelen beschikt, in Engeland
inneemt.
„Dergeiyke congressen," zei hij, „hebben
altijd het groote nut, dat men allerlei nieuwe
dingen te zien krijgt en hoort bespreken.
Men neemt er iets van mee. Er werden een
aantal interessante voordrachten op de con
ferentie gehouden (ook een Hollandsche door
den heer De Booy, die een beschry ving gaf
van de nieuwe Hollandsche zelfrichtende
motorreddingsboot „Insulinde") en men had
de gelegenheid om eikaars technische nieu
wigheden te zien. In het algemeen kan men
zeggen, dat sommige dingen beter opgelost
schijnen te zijn in het eene land en andere
bij de overzeesche buren. U mocht nochtans
wel begrijpen, dat er geen uniform materiaal
voor alle landen kan bestaan, omdat wy te
doen hebben met verschillende kusten, dus
verschillende omstandigheden en verschillen
de gevaren. Dat onderscheid vindt men al
bij de beide Hollandsche organisaties. Een
boot die van de Wadden-eilanden uitgaat
moet veel grooter afstanden afleggen dan
bijv. onze booten aan den Hoek, zoodat zij
uiteraard veel zwaarder en verschillend
geconstrueerd moeten zyn.
Men is nu van plan om vljfjaarlijksche
internationale conferenties in te stellen, die
van nut zullen zijn".
en dat het Morynkische corps zich wanhopig tegen
een overval verweerde. Toen was 't opeens gedaan
met al het verstand en nadenken van onzen jon
gen vorst; hij had nog slechts éene gedachte: naar
W. te gaan en deel aan het gevecht te nemen. Wij
konden hem niet terughouden hij luisterde naar
niemand meer. Een half uur zal hij weg zijn ge
weest, toen wij schoten hoorden vallen, eerst twee
schielijk achter elkaar, toen een half dozijn op
eens, en daarop de oude man kon geen woord
meer uitbrengen; zijne stem stokte en de tranen
rolden hem over de wangen.
„Ik heb zijn lijk meegebracht," zeide hij na een
korte poos. „De ritmeester, die gisteren op het
kasteel is geweest, heeft het van de vijanden ver
kregen. Met den doode konden ze toch niet meer
aanvangen. Maar ik durfde niet dadelijk naar het
kasteel met hem gaan en zoo hebben wc hem ginds
voorloopig neergelegd."
Dit zeggende wees hij op het daar tegenover ge
legen vertrek. Waldemar wenkte hem en den admi
nistrateur om achter te blijven en trad binnen.
Daar lag de levenlooze gestalte van den jongen
vorst in de grauwe, sombere avondschemering.
Zwijgend stond zijn broeder bij het lijk. Het schoo-
ne gelaat, dat hij zoo dikwijls van leven en geluk
had zien stralen, was nu verstijfd en koud; de
donkere, schitterende oogen waren gesloten, en
dc borst, die de gedachte aan vrijheid en toekomst
zoo menigmaal had doen zwellen, droeg nu den
doodenden kogel in zich. Wat het wilde, onstui
mige bloed van den jongeling had misdreven, had
ook het bloed weer verzoend, dat uit dc doorboorde
borst vloeide; met akelig donkere vlekken kleurde
het zijne kleederen. Nog voor weinige uren woel
den in dit nu ontzield omhulsel al de hartstochten
Het volgende nog over de dubbelschroef
zelf-richtende motor-reddingsboot Insulinde,
waarover de heer H. de Booy een lezing
hield voor de conferentie.
De boot vertegenwoordigt het nieuwste
Hollandsche type, en wordt th^ns te Delfzyi
voor het station Schiermonnikoog gebouwd.
Zij is een geschenk van Ned. Oost Indië, en
krü'gt daarom den naam Insulinde.
Het Hollandsche type van reddingsboot,
dat zich ontwikkeld heeft, is gebouwd uit
staal en voorzien van petroleum-motoren.
Staal wordt toegepast omdat men gelooft
dat deze booten sterker zijn dan houten,
en zware olie-motoren worden geprefereerd
boven benzine motoren op grond van de
gunstige ervaringen, die de Hollandsche
visscherij ermee heeft opgedaan. Bovendien
zijn zij eenvoudig, en is de brandstof niet
zoo licht ontvlambaar. De zwaarte der
motoren is natuurlijk een nadeel, en door
het betrekkeiyk geringe toerenaantal is het
noodzakeiyk om een schroef van grooter
diameter te gebruiken bij een benzinemotor.
De Insulinde zal twee motoren hebben
hetzij van het Brons- of van het Kromhout
type. De machinekamers worden gescheiden
door waterdichte schotten, en de schroeven
werken in tunnels.
Het eerste model, dat in de proeftank te
Hamburg werd geprobeerd, moest verschei
dene wqzigingen ondergaan. Er is nu besloten
dat de lengte van de boot 18 M. 60 zal zyn,
de breedte 8 M. 92 en de diepte 2 M. 10.
De diepgang, met inbegrip van de kiel, zal
1 M. 27 bedragen. Het model van deze boot
zal opnieuw te Hamburg beproefd worden.
De motoren zullen elk 60 P.K. ontwikkelen
en 400 toeren per minuut maken. De nor
male snelheid zal, naar verwacht wordt,
9£ knoopen zijn, en de water verplaatsing
bedraagt 42 ton.
Een groot aantal waterdichte comparti
menten zullen het practisch onmogelijk
maken dat de boot kan zinken. Zij zal zelf-
richtend worden door het aanbrengen van
een tank in een der zijden, die automatisch
gevuld wordt als de boot mocht omslaan
en haar weer opricht. Een aantal buizen,
leidend naar de tank, zullen midscheeps in
het dek worden aangebracht. Door andere
buizen wordt de tank geleegd als de boot
weer in normale positie is, en een speciale
inrichting wordt gemaakt om te voorkomen
dat water door deze buizen binnenkomt als
de boot „rolt" in de golven. Het vullen van
de tank zal misschien «en halve minuut
duren.
Er zijn twee stuurinrichtingen, een op het
dek en een beneden. In gevaarlijke omstan
digheden kan de commandant de laatste, die
in een ingebouwde hut geplaatst is, gebruiken,
Men hoopte dat de Insulinde in acht
maanden tijds gereed zal zijn.
BERLIJN, 3 JULI '24.
Een Ladenmcidel, dat niet stram
wou staan.
Wie in Berlijn was, en het kecke, goed-
geefsch-lacherige. jolige,vrijgevochten meisje
kent, dat zich na kantoor- en winkeluren naar
haar Untergrundbahn spoedt, of nog wat door
Leipzigerstrasse en de lanen van Tiergarten
flaneert, weet ook, dat het slanke bijdehandte
18-jarige kind, dat daar voor het Kaufmans-
gericht in Moabit staat, het zuivere type is
van Beriynsche midinette. Ze staat er niet
der jeugd: haat en liefde, ijverzucht en wraak,
wanhoop over zijne overijlde daad met al hare ont
zettende gevolgen nu was dit alles voorbij, had
de kille hand des doods dit alles doen ophouden.
Slechts iets was op dat stille, bleeke gelaat achter
gebleven, slechts iets stond daarin zóo duidelijk
afgedrukt, alsof het er voor eeuwig in gegrift was:
die trek van bittere smart, waarmede de zoon zijn
lippen samenperste, toen de moeder hem een woord
tot afscheid weigerde, toen ze hem zonder vergif
fenis, zonder vaarwel liet heengaan. Al het andere
had tegelijk met het leven opgehouden, maar dit
leed had vorst Baratowski in den doodstrijd, in de
laatste schemering van zijn bewustzijn, tot aan de
overzijde van het graf vervolgd zeifs de sluier
des doods vermocht het niet te bedekken.
Waldemar verliet het vertrek, zwijgend en som
ber, zooals hij het betreden had; maar toen zij,
die hem daar buiten wachtten, hem te gemoet
kwamen, zagen zij toch, dat hij zijn broeder had
liefgehad.
„Breng het lijk naar het kasteel!" beval hij. „Ik
ga vooruit naar mijne moeder."
Het was lente geworden, ten tweeden male
sedert het begin van den opstand, die met zulk
een kracht het hoofd had opgestoken en nu onder
drukt en in den grond gefnuikt was. Die koude
Maartschc dagen waren niet alleen rampspoedig
geweest voor de bewoners van Wilicza, maar ook
noodlottig voor den geheelen opstand. Met de
nederlaag van het Morynski'sche corps had deze
een voornamen steun verloren. Bij den overval,
die hem en dc zijnen zoo geheel onvoorbereid trof,
daar zij zich door de voorhoede van vorst Bara
towski gedekt waanden, had graaf Morynski zich
Ingezonden Mededeeling.
MIJNHARDT's
Staal-Tabletten .90*
Maag-Tabletten. .75
Zenuw-Tabletten .75»
Laxeer-Tabletten .eo«
Hoofdpijn-Tabletten 60
Bij Apoth. en Drogisten.
als beklaagde, maar als klaagster tegen haar
chef, die weer het type is van brutaal-zakelljk
Beriynsche Kaufhaus-Director.
Ze is hoegenaamd niet verlegen tegenover
de rechtbankzooals ze ook niet verlegen is
in het leven, het Berlijnsche leven, dat er
spoedig alle teere kantjes afsiyt.zooalsze
ook niet verlegen was, tegen haar chef, den
eigenaar van het Kaufhaus. Warenhaus in
zakformaat, bruut-Berlfinsch zakenman, met
kordaat gezicht en een Pruisischen onderoffi-
ciersmond, die door niets is te overdonderen.
Ze is Ladenfr&uleinchen in zijn Kaufhaus
geweest, heeft daar ontslag genomen, vond
een nieuwe betrekking, waaruit ze echter snel
ontslagen werd, omdat haar eerste chef on
gunstige getuigenissen over haar hadgegeven.
Nu klaagt ze hem daarvoor aan en heeft
Mamachen ook meegebracht, als getuige en
desnoods om het op te nemen tegen Herr
Kaufhausbesitzer's grosze Schnauze Ze vraagt
een schadevergoeding van 250 mark.
Waarom heeft zij haar ontslag genomen,
vraagt de rechter.
Tja,taugte jar nitfür's Jeschaft.hatte
einenVerlobte.en daar was ze voortdurend
met haar gedachten bij, ze had geen zin in
het werk, was niet vlijtig, slordig, noncha
lant... arbeitete so jjut wie niks!
Miezel bloost. Ze had een verfoofde, wil
gaan zeggen, dat ze wèl bij haar werk was.
maar Mamachen neemt glad het woord over.
Ze heeft'neven beredeneerden mond als Heer
Kaufhalisdirectordoet een paar stappen
vooruit, en steekt een speech af zoo fel, zoo
raakdat Herr Direktor dadely k voelt zyn
meerdere te hebben gevondenEn als was
ze soms bevreesd, dat hy met zyn woorden
de hare weer zou afsnijden, treedt ze vlak
voor Herr Direktor, zoodat deze geschrokken
een stap achteruit wijkt.en naar den rech
ter ter bescherming omziet.
Wat? Nit fleiszig soil mein Madel gewe-
sen sein Wagen Sie det so sagenso einer
wie Sie, die Ihre Anjestellten stramm stehen
lassen und die Madchen Backpfeiten jeben
Wollen Sie det sagen Sie.die.
Aber HerrVorsitzender.verzeihung.
soil ik mich so zureden lassen vraagt Herr
Kaufhaus-Direktor onthutst, schuw, en ineens
klein.
Maar de dame laat zich niet afschrikken
deelt als een ratel mede, dat Herr Direktor
zijn personeel meestens meisjes van 15 tot
20, dwingt om stram te staan, met de hand
op den naad van den rokzoodra hij in zijn
privé-kantoor of op de magazijnen zich ver
waardigt het woord tot haar te richten, dat
hij daarbij oorvijgen uitdeelt... Dat zooiets
Miezel nicht gefallen ist, en daarom is ze
zelf weggegaan. Eine schande, zulk optreden
tegen dames...
De rechter vraagt of het waar is: Ja ik
muss auf Disziplin halten, und da scbeint
mir die milit&rische Methode am besten. Hij
heeft verder (daarover gevraagd) niet kunnen
onderzoeken of het meisje eerlijk was, meen-
met wanhopigen moed verdedigd en zelfs toen hij
zich omsingeld en verloren zag, nog al het mogelijke
in het werk gesteld om leven en vrijheid zoo duur
mogelijk te verkoopen. Zoolang hij aan de spits
bleef, bezielde zijn voorbeeld nog de weifelende
troepenmaar toen de aanvoerder bebloed en be
wusteloos neerzonk, was het met allen verderen
tegenstand gedaan. Wie niet ontvluchten kon,
werd neergehouwen of viel als gevangene den over
winnaars in handen. De nederlaag stond met een
geheele vernietiging gelijk, en indien zij al niet
het lot van den opstand besliste, zoo bracht zij
hierin toch een aanmerkelijk keerpunt teweeg.
Van toen af ging het steeds meer en meer achter
uit. Het verlies van Morynski, die onder de leiders
van den opstand verreweg de invloedrijkste en
vurigste was geweest, de dood van Leo Baratowski,
wiens naam en familietradities hem ondanks zijne
jeugd tot het middelpunt zijner partij in de toe
komst gemaakt hadden, waren zware slagen voor
de partij, die reeds sedert lang onderling verdeeld,
nu nog meer uiteen liep. Wel flikkerde de al lager
en lager zinkende ster telkens nog eens weer op,
wel werd er hier en daar nog vol vertwijfeling
en heldenmoed gestreden, maar men kwam meer
en meer tot besef, dat de zaak, waarvoor men
streed, verloren was. De opstand, die zich eerst
over het geheele land had uitgebreid, werd steeds
meer teruggedrongen, steeds binnen enger gren
zen besloten; de eene post na den anderen gaf
zich over, de eene schaar na de andere werd uit
eengedreven of onthouden cn aan het eind van
het jaar, in welks begin de opstand zoo dreigend
uitbarstte, was zelfs dc laatste vonk uitgebluscht.
(Wordt vervolgd.)