fÏÏERE SPINÏÏi OKKINGR'S MM is het die ze ook repareert! ÏXtUÓ f'. E. HARTOGS ZN. KLOKKEN EN PENDULES Hypotheken en Credieten. Tandarts Regensburg, WOENSDAG 9 JULI 1924 VINETA. GRENADINE5AU5 van het Ministerie van begroet. Zy werden ver- Hongaarsehen edelwyn. werd de Hollandaeh- dschap gevierd, n excursie naar de ge- aad ondernomen waar de ^emde Hongaacsche kaut -ten werden door de be vangen. Bisschop Kris- flcale mis op. waarna rocessie voorby trokken, he,kerkliederen zongen, meekte den Hemel den land en de weldadige Hoi- Onder grootsche ovaties verlieten de gasten des svtooneel van dit onverge- ksfeest. (V. D.) Wat z\ja we toch een leutig land Dacht daarna nummer elf: Als 't petje nou toch prettig zit Die elfde was ik zelf. CLINGE D00RENB03. WIGHEIDJE. nde auto-pet, ooi, niet chic, ik me laatst t publiek, utpilarig staan smond, rouw, da's wel kras. 'loos stond, een vierde aan n pret, het héél hard op gge pet. me lachend na: p zyn kop? "ie snuiter heb op. me na: zeg baas kwijt, ft me zoo iets gezeid. asjemenou! is beslist, in politiek, en Fascist. Predikbeurten. Zondag 6 Juli 1924. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharuis. viu. en 's ar. ds. Den Oudsten. Soininelsdyk, viu ds. Vao Moutfrans. Dirksland, vin. ds. Van As tlerkingen, 'sav. ds. Van As uit Dirksland. Melissant, geen opgaaf. Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bouman. Goederende, vm. dhr. v. d. Velde uit Ouddorp. Ouddorp, vm. leeskerk en um.ds. Van Montfrans uit Soinmelsdyk. Nieuwe Touge, vm. leeskerk. Oude Tonge, vm. (doop) ds. Bax. Ooltgensplaat. vm. leeskerk en om. ds. Polhuys uit Stad aan 't Haringvliet. Langstraat, vin. en 's av. dhr. Vetter. Den Bommel, oin. ds. Den Oudsten uit Middel- harnis. Stad aan 't Uaringvliet, vm. ds. Polhuys en ntn. leeskerk. Hellevoetsluis, vm. ds. Timmer- Xieuw-Helvoet. vm. (doop) ds. Priesler. Nieuwenhoorn.vm.ds.de Voogd vanderStraaten. Oostvoorne, vm. ds Brinkerink. Vierpolders, geen dienst. Zwartewaal. vm. ds.-Bartstra. Heenvliet, geen dienst. Abbenbroek, vm. ds. Wanrooy. LUTERSCHE KERK. Hellevoetsluis, nm. 4 uur ds. Duivendak van Schiedam. GEREFORMEERDE KERK. Middelharuis, vm. en 's av. ds Van Velzen. Melissant, vm. en 'sav. dhr. v. d. Lugt. Stellendam, vra. en 'sav. leeskerk. Ouddorp. vm. en nm. leeskerk. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. De Lange. Den Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet,vm. en 'sav. ds.de Graaft. GOUD EN ZILVER MIDDELHARNIS TELEFOON 25 M HEDEN ONTVANGEN SCHITTERENDE MODELLEN m UITSLUITEND DE BETERE KWALITEITEN if M WIJ GARANDEEREN VAKKUNDIGE BEDIENING De Centrale Proeltuln voor Goeree en Overflakkee Ie Mlddelharals (Langeweg) s op eiken werkdag voor belangstel enden GRATIS TOEGANKELIJK. - )esgewenscht geeft de tuinman alle nlichtingen, die mochten worden ver angd. C. 3. EPKER. ddmlaiatrateur, Gelderichekade 27 A Beurtplein) ROTTERDAM en Ottoweg 10, HSELSUM belast zich met hot bezorgen van Hypotheken en Credieten. Momentaal Kapitalen beschikbaar. Laan van Meerdervoort 180. Den Haag. TELL. 3943, mI den eeraten Woensdag van iedere maand in het Hótel Zaaljer te MIDDELHARNfS te consulteeren zijn ?oor alle mondziekten en kunsttanden van tl «nr lol half vier. DR. TEN CATE, Sendracbtsweg 63, ROTTERDAM Specialist voor Spijsvertering. Stof wisseling en Zenuwziekten is 10 Juli a.8. niet te consulteereti. Door de steeds betere inrichting onzer fabriek hebben wij de zekerheid at de door ons gefabriceerd wordende Kalkzandsteen in Waal- n Rijnvorm (witte roode- en blauwe kleuren) permanent van grima waliteit zullen zijn. Onze steenen zijn geschikt voor buiten zoowel als voor binnenmuren, oor trasraam en kelderwerk. De groote drukvastheid onzer steen is daar- poor een waarborg. Vraagt s.v.p. monsters en prijzen aan onzen Vertegenwoordiger den Heer H. VAN DEN BERGH, Bruinelaan 52 te Zwijndrecht, die zich voorstelt eregeld de cliëntèle te komen bezoeken. N.V. Stoom3ChelpenzuigeHj en Sche ^kalkbranderij DEN BRIEL. Niets beter ter genezing van dit euvel dan Dit van ouds bekende middel geneest harde uiers en zeere spenen en maakt het melken gemakkelijk. In bussen van f 0.50 en f 1.bij Uw Drogist of Winkelier. HoofdagentenFIRMA B. MEINDERSMA, Den Haag - Amsterdam - Sneek I te Middelharnis bij: IpjvielhouwerJ SPAARBANK van bet Departement MIDDELHARNIS en SOMMELSDIJK der Majtschappl tot Kot via 't Algemeen. De bank neemt gelden op tegen 3,11 °/o rente 'ejaars. Gelegenheid tot inbreng en terugbetaling van gelden op Maandag. Dinsdag. Woens dag en Donderdag var. 9—12, benevens Maandagavond van 67 uur, ten kantore van de Theaanrier-Boekboudst"r. A. HOI.FF I d Midd«lhtimiR. Prijs per kwartaal. f I, Losse nummers f 0,0V Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meerf 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f ifper plaatsing tot een maximum yan 10 regels elke regel meer 15 cent. Reisplannen. Wie maakt ze al niet! We geloovenniet ver vau de waarheid te zijn, als we zeggen, dat het reizen op groote schaal almede een uitvloeisel is van den grooten Europeeschen oorlog. Waarbij we dan met het reizen op groote schaal bedoelen het wegtrekken van over de landsgrenzen, naar streken waarheen vroeger alleen enkele financieel bevoorrech ten konden gaan. Herinneren we ons nog niet allen den tijd, dat het al een he^e-,^ «rtenis was, als men zich eens een ,N jer wat verder waagde dan* j welbekende pensionstreken in het Geldersche of in het zuiden van Lim burg. De Belgische Ardennen, het Duitsche Rijn- en Ahrdal, het Eiffelgebergte of de Harz, ze waren zoo ongeveer de sluitsteen van het reisprogramma, dat men zich voorgesteld had in zfin kortstondig bestaan op aarde af te werken. Wie het een twintigtal jaren geleden reeds had gebracht tot Parys, Zuid-Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, ze vormden in den kring van hun kennissen de buitengewoon bevoorrechten, naar wier reiservaringen men wel gaarne luisterde, zonder dat het ook maar een oogenblik in de gedachten kon opkomen, dat de omstandigheden zich een maal zoozeer zouden wijzigen, dat men per soonlijk in de gelegenheid gesteld zou wor den om zelf van dergelijke reizen te verhalen. De waardevermindering van het betaal middel in de meeste Europeesche landen vergeleken bij de koopkracht van den Neder- landschen gulden heeft in bijzondere sterke mate er toe bijgedragen, dat een bezoek aan de verder-afgelegen landen binnen de capa citeit van de beurs van veel honderdtallen van onze landgenooten kwam te vallen. Hoe trok er niet een stroom van Nederlanders in de eerste paar jaren na den oorlog de Duitsche grens over, omdat men daar de valutakoopjes ook in de pensionprijzen vond. Voor nauweiyks iets meer dan een gulden per dag kon men zich de weelde veroorloven van een verblijf in de Duitsche bergstreken. Treinreizen van enkele uren vergden niet meer dan een paar dubbeltjes. Wie er eenmaal den smaak van beet kreeg, zocht het nog verder-op naar het hooggebergte van Zwit serland en westelijk Oostenrijk. Voor een enkele honderd gulden maakte men een reis uit en thuis van een kleine veertien dagen naar het wondermooie bergland van Tirol, naar de blauw-groene meren van Zwitserland. De debacle van de Duitsche Mark en de Oostenrijksche Kroon werd gevolgd door de inzinking van de Belgische en de Fransche Franc. En toen dan ook in Duitschland al lerhande bezwarende bepalingen werden ge maakt omtrent het verblijf in de pension streken, toen men daar de toeristen eeniger- mate ging beschouwen als melkkoetjes en men hen lastig viel met speciale belastingen en politieformaliteiten, wel toen kon het niet uitblijven of de stroom keerde zich naar België en Frankryk. In de Ardennen en aan het Belgische zeestrand viel men over zijn Hollandsche bekenden en leveranciers. En wie wat meer bereisd was, haastte zich ver der weg naar Normandië en Bretagne, naar de Zee-Alpen en naar de Pyreneeën. Reisplannen! Wie maakte ze al niet in de eerste na-oorlogsjaren, toen de schijnwelvaart nog over ons land lag en de Nederlandsche gulden zich verplicht gevoelde weg te rollen naar alle hoeken van West Europa. En wie is zo niet blijven maken, zomer op zomer, toen hy eenmaal den smaak er van had ge kregen om te genieten van de weelde in de buitenlandsche groote steden en van het wondermooie der bergen, bosschen en meren. De inzinking in handel en industrie, nu reeds sedert een paar jaren, zal enkelen weer houden van een buitenlandsche reis. Heel veel zijn het er echter niet, die zich op deze wy'ze laten dwingen. Is eenmaal het voorjaar in het land en komen de eerste mooie zomer- sche dagen, dan is er weinig by machte om de reislust, die tot een soort reiskoorts wordt, te bedwingen. Of het moeten al juist de financieel totaal geruïneerden, de betrekking- loozen zijn, die noodgedwongen tot tehuis blijven besluiten. Uit de groote steden is deze week de uit tocht begonnen. De vacanties aan enkele scholen namen een aanvang. Wie liet zich niet verlokken nu de Belgische franc 12 en de Fransche 14 cent noteert, nu de stoom vaartmaatschappijen goedkoope tochten ar- rangeeren naar Zuid-Engeland, de Fransche kust, de Middellandsche zee endeNoorsche fjorden. Aan de reisbureaus liep het reeds storm de laatste dagen Een paar weken tevoren moest men zyn plaatsen reserveeren in trein en op boot en maanden tevoren moest men zijn kamers bespreken in de bekende pensionstreken. Ook naar de noord zeebadplaatsen in ons eigen land gaat de groote trek en Gelderland en Limburg zullen eveneens hun deel krijgen. Naar Duitschland waagt men zich minder, hoofdzakeiyk ten gevolge van het opdrijven der spoorweg tarieven en het uitbuiten der toeristen. Naar Engeland daarentegen zullen vele duizenden gaan; Londen en Wembley met de mooie tentoonstellingsmeisjes, het eiland Wight, de geheele zuidelijke kuststreek, ze zullen wemelen van de Hollanders. We hebben het thuiszitten verleerd 1 Maar we leven ook immers in de eeuw van ont wikkeling van het snelverkeer. En we moe ten toch toonen kinderen te zijn van dezen tyd. K. FEUILLETON. VAN E. WERNER. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 84) En dat door wien? Wie had de nederlaag van dat corps op zijn geweten, dat ongewaarsc huwd zonder eenige bedekking, aan een aanval was bloot gesteld, waartegen het zich door de voorhoede van vorst Baratowski beveiligd waande? Waldemar spande zich in om kalm te blijven. „Van waar hebt ge die berichten? Zijn ze betrouw baar? Niet enkel geruchten?" „Pawlick, de hofmeester, bracht ze mij," ant woordde de administrateur. „Hij is ginds „Bij u? Komt hij met die tijdingen bij u, terwijl hij weet dat ik hier reeds sedert uren op zijne terugkomst wacht? Waarom komt hij niet op het kasteel?" Wederom sloeg Frank de oogen op den grond „Hij durfde niet de vorstin, de freule hadden aan het venster kunnen staan; ze moesten toch eerst worden voorbereid Pawlick is niet alleen, mijnheer Nordeck." „Wat is er gebeurd?" riep Waldemar, allengs de waarheid vermoedende. „Mijn broeder „Vorst Baratowski is gesneuveld," zeide de ad ministrateur zacht. „Pawlick heeft zijn lijk mee gebracht." Waldemar zweeg. Een paar seconden bedekte Ingezonden Mededeeling. een,pame hmt ui ozderpaJye TA iPsAmdndeiyëspudd/^p^* HET LONDENSCHE CONGRES YAN HET REDDINGSWEZEN. Een Hollandsche opinie. De reddingsboot „Insulinde". LONDEN, 4 Juli. Ik had vanmorgen een onderhoud met den heer A. A. baron Sweerts de Landas Wyborgh, vice-president van de Zuidhollandsche Maatschappfi tot Redding van Drenkelingen, die met de heeren Julius (secretaris) en P. E. Tegelberg en H. de Booy (resp. president en secretaris van de Noord- en Zuid-hollandsche organi satie) Nederland vertegenwoordigd heeft op de internationale conferentie van het Red dingswezen. Zooals men weet werd deze gehouden in verband met het honderdjarig bestaan van de Engelsche instelling, de Royal hij de oogen met de hand, maar daarop raapte hij al zijn moed bijeen en snelde met Frank naar diens woning. Hier kwam Pawlick hen te gemoet. Be schroomd zag hij tot zijn meester op, dien hij, de trouwe dienaar der vorstin gewoon was als vijand te beschouwen; maar de uitdrukking op Nordeck's gelaat deed hem zien, wat hij ook 's morgens reeds daarop had gelezen, dat het slechts de broeder van zijn jongen gebieder was, die thans voor hem stond, en toen kon de oude man zich niet langer bedwin gen. „Onze vorstin!" jammerde hij. „Ze zal 't niet overleven en freule Wanda ook niet!" „Hebt gij den vorst dus niet meer ingehaald?" vroeg Waldemar. „Ja wel," antwoordde Pawlick met een door snikken afgebroken stem. „Ik bereikte hem nog bijtijds en bracht hem uw waarschuwing over. Hij wilde er niet naar luisteren, wilde niettemin de grenzen overgaan; het struikgewas zou hem wel beschermen, zeide hij. Ik wierp mij voor hem op de knieën en vroeg hem of hij zich dan door de wachten als een vervolgd hert wilde laten dood schieten? Eindelijk liet hij zich overhalen en be loofde mij tot 's avonds te zullen wachten. Juist waren wij bezig met overleggen, of wij het hout vestershuis zouden durven binnentreden, toen wij van verre „Een patrouille zagen naderen?" „Neen, den pachter van Janowo. Van dezen behoefden we geen verraad te vreezen; hij heeft altijd tot de onzen behoort. Hij had zijn paarden moeten leenen om de troepen te helpen vervoeren en kwam nu terug van de grenzen. Bij deze ge legenheid had hij gehoord, dat 't bij W. tot een gevecht was gekomen, dat nog niet beslist was, National Lifeboat Institution. Twee Hol landsche reddingsbooten, de Prins der Neder landen en de Brandaris, staken voor deze gelegenheid de Noordzee over, en namen deel aan den internationalen tocht die door de booten der verschillendelanden op de Theems werd gehouden. De heer Sweerts uitte zich in de warmste bewoordingen over de schitterende ontvangst, die den buitenlandschen gedelegeerden ten deel was gevallen. De bemanningen van de booten brachten op den eersten dag een bezoek aan het Lagerhuis. Op den tweeden dag had de „processie" op de Theems plaats, gevolgd door de officieele ontvangst door het gemeentebestuur van Fulham en den bisschop van Londen. Den dag daarna wer den twee der booten de Engelsche boot van het station New Brighton en de Hol landsche boot Brandaris aan het terras van het Lagerhuis geïnspecteerd. Twee officieele diners hadden plaats. Het eerste werd door de Engelsche regeering in Lancaster House aangeboden, en gepresi deerd door den minister van Handel, mr. Sydney "Webb. Het tweede was het festyn ter herdenking van het honderdjarig bestaan der Engelsche instelling, en werd gepresi deerd door den Prins van Wales. Aan het eerste diner sprak de heer Tegelberg als oudste der Hollandsche voorzittersaan het tweede bracht onze gezant den toast uit op den Prins van Wales. De bemanningen van de Engelsche en buitenlandsche booten woonden buitendien op uitnoodiging van de Institution een voor stelling bij in het Hippodrome Theatre. De Royal National Lifeboat Institution, die niet minder dan 230 stations telt, bezit een geweldige organisatie. De heer Sweerts de Landas Wyborgh had een bezoek gebracht aan het „store-house" der instelling, waar hij etteiy'ke booten bezichtigd had en een levendigen indruk gekregen van de belang rijke positie die deze instelling, die over zulke geldmiddelen beschikt, in Engeland inneemt. „Dergeiyke congressen," zei hij, „hebben altijd het groote nut, dat men allerlei nieuwe dingen te zien krijgt en hoort bespreken. Men neemt er iets van mee. Er werden een aantal interessante voordrachten op de con ferentie gehouden (ook een Hollandsche door den heer De Booy, die een beschry ving gaf van de nieuwe Hollandsche zelfrichtende motorreddingsboot „Insulinde") en men had de gelegenheid om eikaars technische nieu wigheden te zien. In het algemeen kan men zeggen, dat sommige dingen beter opgelost schijnen te zijn in het eene land en andere bij de overzeesche buren. U mocht nochtans wel begrijpen, dat er geen uniform materiaal voor alle landen kan bestaan, omdat wy te doen hebben met verschillende kusten, dus verschillende omstandigheden en verschillen de gevaren. Dat onderscheid vindt men al bij de beide Hollandsche organisaties. Een boot die van de Wadden-eilanden uitgaat moet veel grooter afstanden afleggen dan bijv. onze booten aan den Hoek, zoodat zij uiteraard veel zwaarder en verschillend geconstrueerd moeten zyn. Men is nu van plan om vljfjaarlijksche internationale conferenties in te stellen, die van nut zullen zijn". en dat het Morynkische corps zich wanhopig tegen een overval verweerde. Toen was 't opeens gedaan met al het verstand en nadenken van onzen jon gen vorst; hij had nog slechts éene gedachte: naar W. te gaan en deel aan het gevecht te nemen. Wij konden hem niet terughouden hij luisterde naar niemand meer. Een half uur zal hij weg zijn ge weest, toen wij schoten hoorden vallen, eerst twee schielijk achter elkaar, toen een half dozijn op eens, en daarop de oude man kon geen woord meer uitbrengen; zijne stem stokte en de tranen rolden hem over de wangen. „Ik heb zijn lijk meegebracht," zeide hij na een korte poos. „De ritmeester, die gisteren op het kasteel is geweest, heeft het van de vijanden ver kregen. Met den doode konden ze toch niet meer aanvangen. Maar ik durfde niet dadelijk naar het kasteel met hem gaan en zoo hebben wc hem ginds voorloopig neergelegd." Dit zeggende wees hij op het daar tegenover ge legen vertrek. Waldemar wenkte hem en den admi nistrateur om achter te blijven en trad binnen. Daar lag de levenlooze gestalte van den jongen vorst in de grauwe, sombere avondschemering. Zwijgend stond zijn broeder bij het lijk. Het schoo- ne gelaat, dat hij zoo dikwijls van leven en geluk had zien stralen, was nu verstijfd en koud; de donkere, schitterende oogen waren gesloten, en dc borst, die de gedachte aan vrijheid en toekomst zoo menigmaal had doen zwellen, droeg nu den doodenden kogel in zich. Wat het wilde, onstui mige bloed van den jongeling had misdreven, had ook het bloed weer verzoend, dat uit dc doorboorde borst vloeide; met akelig donkere vlekken kleurde het zijne kleederen. Nog voor weinige uren woel den in dit nu ontzield omhulsel al de hartstochten Het volgende nog over de dubbelschroef zelf-richtende motor-reddingsboot Insulinde, waarover de heer H. de Booy een lezing hield voor de conferentie. De boot vertegenwoordigt het nieuwste Hollandsche type, en wordt th^ns te Delfzyi voor het station Schiermonnikoog gebouwd. Zij is een geschenk van Ned. Oost Indië, en krü'gt daarom den naam Insulinde. Het Hollandsche type van reddingsboot, dat zich ontwikkeld heeft, is gebouwd uit staal en voorzien van petroleum-motoren. Staal wordt toegepast omdat men gelooft dat deze booten sterker zijn dan houten, en zware olie-motoren worden geprefereerd boven benzine motoren op grond van de gunstige ervaringen, die de Hollandsche visscherij ermee heeft opgedaan. Bovendien zijn zij eenvoudig, en is de brandstof niet zoo licht ontvlambaar. De zwaarte der motoren is natuurlijk een nadeel, en door het betrekkeiyk geringe toerenaantal is het noodzakeiyk om een schroef van grooter diameter te gebruiken bij een benzinemotor. De Insulinde zal twee motoren hebben hetzij van het Brons- of van het Kromhout type. De machinekamers worden gescheiden door waterdichte schotten, en de schroeven werken in tunnels. Het eerste model, dat in de proeftank te Hamburg werd geprobeerd, moest verschei dene wqzigingen ondergaan. Er is nu besloten dat de lengte van de boot 18 M. 60 zal zyn, de breedte 8 M. 92 en de diepte 2 M. 10. De diepgang, met inbegrip van de kiel, zal 1 M. 27 bedragen. Het model van deze boot zal opnieuw te Hamburg beproefd worden. De motoren zullen elk 60 P.K. ontwikkelen en 400 toeren per minuut maken. De nor male snelheid zal, naar verwacht wordt, 9£ knoopen zijn, en de water verplaatsing bedraagt 42 ton. Een groot aantal waterdichte comparti menten zullen het practisch onmogelijk maken dat de boot kan zinken. Zij zal zelf- richtend worden door het aanbrengen van een tank in een der zijden, die automatisch gevuld wordt als de boot mocht omslaan en haar weer opricht. Een aantal buizen, leidend naar de tank, zullen midscheeps in het dek worden aangebracht. Door andere buizen wordt de tank geleegd als de boot weer in normale positie is, en een speciale inrichting wordt gemaakt om te voorkomen dat water door deze buizen binnenkomt als de boot „rolt" in de golven. Het vullen van de tank zal misschien «en halve minuut duren. Er zijn twee stuurinrichtingen, een op het dek en een beneden. In gevaarlijke omstan digheden kan de commandant de laatste, die in een ingebouwde hut geplaatst is, gebruiken, Men hoopte dat de Insulinde in acht maanden tijds gereed zal zijn. BERLIJN, 3 JULI '24. Een Ladenmcidel, dat niet stram wou staan. Wie in Berlijn was, en het kecke, goed- geefsch-lacherige. jolige,vrijgevochten meisje kent, dat zich na kantoor- en winkeluren naar haar Untergrundbahn spoedt, of nog wat door Leipzigerstrasse en de lanen van Tiergarten flaneert, weet ook, dat het slanke bijdehandte 18-jarige kind, dat daar voor het Kaufmans- gericht in Moabit staat, het zuivere type is van Beriynsche midinette. Ze staat er niet der jeugd: haat en liefde, ijverzucht en wraak, wanhoop over zijne overijlde daad met al hare ont zettende gevolgen nu was dit alles voorbij, had de kille hand des doods dit alles doen ophouden. Slechts iets was op dat stille, bleeke gelaat achter gebleven, slechts iets stond daarin zóo duidelijk afgedrukt, alsof het er voor eeuwig in gegrift was: die trek van bittere smart, waarmede de zoon zijn lippen samenperste, toen de moeder hem een woord tot afscheid weigerde, toen ze hem zonder vergif fenis, zonder vaarwel liet heengaan. Al het andere had tegelijk met het leven opgehouden, maar dit leed had vorst Baratowski in den doodstrijd, in de laatste schemering van zijn bewustzijn, tot aan de overzijde van het graf vervolgd zeifs de sluier des doods vermocht het niet te bedekken. Waldemar verliet het vertrek, zwijgend en som ber, zooals hij het betreden had; maar toen zij, die hem daar buiten wachtten, hem te gemoet kwamen, zagen zij toch, dat hij zijn broeder had liefgehad. „Breng het lijk naar het kasteel!" beval hij. „Ik ga vooruit naar mijne moeder." Het was lente geworden, ten tweeden male sedert het begin van den opstand, die met zulk een kracht het hoofd had opgestoken en nu onder drukt en in den grond gefnuikt was. Die koude Maartschc dagen waren niet alleen rampspoedig geweest voor de bewoners van Wilicza, maar ook noodlottig voor den geheelen opstand. Met de nederlaag van het Morynski'sche corps had deze een voornamen steun verloren. Bij den overval, die hem en dc zijnen zoo geheel onvoorbereid trof, daar zij zich door de voorhoede van vorst Bara towski gedekt waanden, had graaf Morynski zich Ingezonden Mededeeling. MIJNHARDT's Staal-Tabletten .90* Maag-Tabletten. .75 Zenuw-Tabletten .75» Laxeer-Tabletten .eo« Hoofdpijn-Tabletten 60 Bij Apoth. en Drogisten. als beklaagde, maar als klaagster tegen haar chef, die weer het type is van brutaal-zakelljk Beriynsche Kaufhaus-Director. Ze is hoegenaamd niet verlegen tegenover de rechtbankzooals ze ook niet verlegen is in het leven, het Berlijnsche leven, dat er spoedig alle teere kantjes afsiyt.zooalsze ook niet verlegen was, tegen haar chef, den eigenaar van het Kaufhaus. Warenhaus in zakformaat, bruut-Berlfinsch zakenman, met kordaat gezicht en een Pruisischen onderoffi- ciersmond, die door niets is te overdonderen. Ze is Ladenfr&uleinchen in zijn Kaufhaus geweest, heeft daar ontslag genomen, vond een nieuwe betrekking, waaruit ze echter snel ontslagen werd, omdat haar eerste chef on gunstige getuigenissen over haar hadgegeven. Nu klaagt ze hem daarvoor aan en heeft Mamachen ook meegebracht, als getuige en desnoods om het op te nemen tegen Herr Kaufhausbesitzer's grosze Schnauze Ze vraagt een schadevergoeding van 250 mark. Waarom heeft zij haar ontslag genomen, vraagt de rechter. Tja,taugte jar nitfür's Jeschaft.hatte einenVerlobte.en daar was ze voortdurend met haar gedachten bij, ze had geen zin in het werk, was niet vlijtig, slordig, noncha lant... arbeitete so jjut wie niks! Miezel bloost. Ze had een verfoofde, wil gaan zeggen, dat ze wèl bij haar werk was. maar Mamachen neemt glad het woord over. Ze heeft'neven beredeneerden mond als Heer Kaufhalisdirectordoet een paar stappen vooruit, en steekt een speech af zoo fel, zoo raakdat Herr Direktor dadely k voelt zyn meerdere te hebben gevondenEn als was ze soms bevreesd, dat hy met zyn woorden de hare weer zou afsnijden, treedt ze vlak voor Herr Direktor, zoodat deze geschrokken een stap achteruit wijkt.en naar den rech ter ter bescherming omziet. Wat? Nit fleiszig soil mein Madel gewe- sen sein Wagen Sie det so sagenso einer wie Sie, die Ihre Anjestellten stramm stehen lassen und die Madchen Backpfeiten jeben Wollen Sie det sagen Sie.die. Aber HerrVorsitzender.verzeihung. soil ik mich so zureden lassen vraagt Herr Kaufhaus-Direktor onthutst, schuw, en ineens klein. Maar de dame laat zich niet afschrikken deelt als een ratel mede, dat Herr Direktor zijn personeel meestens meisjes van 15 tot 20, dwingt om stram te staan, met de hand op den naad van den rokzoodra hij in zijn privé-kantoor of op de magazijnen zich ver waardigt het woord tot haar te richten, dat hij daarbij oorvijgen uitdeelt... Dat zooiets Miezel nicht gefallen ist, en daarom is ze zelf weggegaan. Eine schande, zulk optreden tegen dames... De rechter vraagt of het waar is: Ja ik muss auf Disziplin halten, und da scbeint mir die milit&rische Methode am besten. Hij heeft verder (daarover gevraagd) niet kunnen onderzoeken of het meisje eerlijk was, meen- met wanhopigen moed verdedigd en zelfs toen hij zich omsingeld en verloren zag, nog al het mogelijke in het werk gesteld om leven en vrijheid zoo duur mogelijk te verkoopen. Zoolang hij aan de spits bleef, bezielde zijn voorbeeld nog de weifelende troepenmaar toen de aanvoerder bebloed en be wusteloos neerzonk, was het met allen verderen tegenstand gedaan. Wie niet ontvluchten kon, werd neergehouwen of viel als gevangene den over winnaars in handen. De nederlaag stond met een geheele vernietiging gelijk, en indien zij al niet het lot van den opstand besliste, zoo bracht zij hierin toch een aanmerkelijk keerpunt teweeg. Van toen af ging het steeds meer en meer achter uit. Het verlies van Morynski, die onder de leiders van den opstand verreweg de invloedrijkste en vurigste was geweest, de dood van Leo Baratowski, wiens naam en familietradities hem ondanks zijne jeugd tot het middelpunt zijner partij in de toe komst gemaakt hadden, waren zware slagen voor de partij, die reeds sedert lang onderling verdeeld, nu nog meer uiteen liep. Wel flikkerde de al lager en lager zinkende ster telkens nog eens weer op, wel werd er hier en daar nog vol vertwijfeling en heldenmoed gestreden, maar men kwam meer en meer tot besef, dat de zaak, waarvoor men streed, verloren was. De opstand, die zich eerst over het geheele land had uitgebreid, werd steeds meer teruggedrongen, steeds binnen enger gren zen besloten; de eene post na den anderen gaf zich over, de eene schaar na de andere werd uit eengedreven of onthouden cn aan het eind van het jaar, in welks begin de opstand zoo dreigend uitbarstte, was zelfs dc laatste vonk uitgebluscht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1924 | | pagina 1