EERSTE READ ïsKamer- STOOMBOOTDIENST 15 cts- 15 c,s- 15 cts Te Koop: It LSCHE" [eip mé Huishoudster Fotogralie S. v. d. PLAAT, Hypotheken en Credieten. d. HOEK'S OCHTENDVOER. OPENBARE VERKOOPINGEN. "Woonhuis met Erf en Grond, verhuurde Arbeiderswoning. ZATERDAG 15 December 1923 6e jaargang. - n°. 13. feuilleton. VINETA. Financieel Overzicht. Ingezonden Stukken. j Portorlco Maryland uimtabak. solide volledig eiken Te bezichtigen bij P. KAPTIJN te Ouddorp. Prijsaanbiedingvóór 20 December bij Mr. A. ZAAIJER te Dirksland. tveriekering ■Voorzichtig beheer ld Hger MIDDELHARNIS it 17, AMSTERDAM fcjfta K «-«IM Terstond gevraagd een P. G. bij M. BREUR, Ooltgensplaat. HOBBEMASTRAAT—MIDDELHARNIS (5 minuten van het Station). Billijkst en soliedst adres voor foto's en vergrootingen. In 't atelier opname bij elke weersgesteldheid. C. B. EPKER, AdwioUtrataur, Geldarschekade 27 A (Beurtplein) ROTTERDAM en Otloweg 10, HEELSUM belast zich met het bezorgen van Hypotheken en Credieten. Momentaal Kapitalen beschikbaar. M1DDELHARNIS-R0TTERDAM VA. via VLAARDINGEN s.s. „MIDDELHARNIS" Dienstregeling aanvangende 1 October* 1923 van Middelharnïs op Maandag en Dinsdag V. Middelbamis 4.45 vm A. Vlaard. 7.00 vm.* A. Rotterdam 8.00 vm. Overige dagen (beb. Zon- en Feestd-) Y.Middelharais 6.30 vm.A.Vlaard. 9.00vm A. Rotterdam 10 00 vm. van Rotterdam op Maandag en Dinsdag van 14 Nov. tot 1 Febr. dageljjksch beh. Zon- en Feestdagen: V. Rotterdam 2.15 nm. V. Vlaard. 3.10 nm. f A. Middelbarnis 5.30 nm. Overige dagen (beh. Zon- en Feestd.) tot 14 November en vanaf 1 Februari V. Rotterdam 3.15 nm. V.Vlaard.4.10 nm. ft A. Middelbarnis 6 30 nm. In aansluiting op den trein van 7.22 vm. en 7.26 vm. van Vlaardingen. ln aansluiting op den trein van 9.16 vm. van Vlaardingen. In aansluiting op den trein van 2.50 nm. en 2.54 nm. te Vlaardingen. jf In aansluiting op den trein van 3.58 nm. te Vlaardingen. Een goede raad Voedert Uw Kippen met dan komen ze spoedig aan den leg. Verkrijgbaar bij: O. VERWEIJ,Nieuwe TongeJ. v. PROOIJEN, Dirksland', Wed. M. v. SETERS, Stellendamv. d. SPAAN. MelissantH. BERK. Stad a.'t Haringvliet JOH. VAN N1MWEGEN. Sommelsdijk; B KOSTER en A. VISSER, Middelharnis; A. MUNTERS, Herkingen. Solide Afnemers gevraagd. De Centrale Proeftuin voor Goeree en Overtlakkee Ie Middelharnis tl.ar.geweg) is op eiken werkdag voor belanestel* lenden GRATIS TOEGANKELIJK. - Desge^eoscht stevft de tniouiéin allo i'-t'!j:- «kuw worden ver- inlichtingen, mochten lansrd Op Donderdagen 13 en 20 Dee. 1923. telkens 's avonds uur, te Den Bommel,in café KEI JZER bij VEILING en AFSLAG vaneen te DEN BOMMEL, aan den Oost- Molendijk, bewoond door Job M\js Az. Notarissen VAN DER SLU1JS en AKKERMAN; en Op Vrijdagen 14 en 21 Decem ber 1923, telkens 's nam 3 uur te Dirlfsland, resp in café's VAN DEN DOEL en KEUVELAAR, bjj VEILING en AFSLAG van eene met ERF en GROND, te DIRKSLAND, aan den Gelder- schen Djjk, toebehoorend aan C.de Bruin Mz. Notaris VAN DER SLUIJS. ^rija «wantaal t i Uisse numuiera f 0 07® Advertentiën v. i6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0.20 8ij contract aanzienlijk korting. Dieikstaanbiedinpen en Dienstuanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 19 regels; elke regel meer 15 «ent. Dit blad verschijnt lederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deor de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Veorstraat Middelharnis. Stichting. Vergissen wij ons, of is het niet zoo, dat het woord „stichtelijk" bij den tegenwoor- digen doorsnee-Hollander geen goeden klank heeft? Mij dunkt, dat volgt reeds uit het ironisch gebruik, dat ervan ge maakt wordt. Het woord „wijding" valt tegenwoordig weer meer in den smaak, ja, is in zekere kringen zelfs in de mode. Nu zullen wij daar geen kwaad van spre ken. Maar „wijding" en „stichting" is niet hetzelfde en daarom kunnen ze el kaar nooit geheel vervangen; beide heb ben wij noodig en misschien in onze dagen „stichting" nog meer dan „wij ding." Dat „stichting" zoo in discrediet is geraakt, ligt klaarblijkelijk daaraan, dat niemand meer de eigenlijke kracht en be- teekenis er van gevoelt. Hoe komen de woorden „stichten" en „stichting" aan in die bijzondere reli gieuze beteekenis, die in „stichtelijk" de uitsluitende is geworden? Ongetwijfeld uit het Nieuwe Testament. Ze geven twee Grieksche woorden weer waarvan het werkwoord, het Grieksche „oikodomein", beteekent: „huishouwen". Wij hebben dus te doen met een beeld spraak en wel met zulk eene, waarvan de kracht door de N. T.-schrijvers nog duide lijk gevoeld werd. Want zij gebruiken het woord evengoed in zijn oorspronkelijke beteekenis en dan staat in onzen Bij bel „bouwen", als in de bekende plaat sen, waar sprake is van het „bouwen" van een huis op de steenrots, van een toren, van de graven der profeten, van den tempel enz. Evenzoo wordt het zelfst. nw. „oikodome" nu eens door „gebouw" dan weer door „stichting" vertaald. Den overgang tot de overdrachtelijke beteekenis zien wij duidelijk in een woord als dit: „Zoo wordt ook gijlieden als levende steenen „gebouwd" tot een gees telijk huis." Paulus gaat slechts één stap verder, wanneer hij spreekt van de „op bouw ing des lichaams van Christus." Nu krijgt dat bekende woord van hem „De liefde sticht" eerst zijn rechte beteekenis voor ons, evenals zijn vermaning om, alle dingen te laten geschieden tot stich ting." En nu beseffen wij ook, hoezeer wij die vermaning noodig hebben. Wij leven midden in een tijd van af brokkeling en afbraak, van neerhaling en instorting..., de liefde sticht! Wij leven in een wereld van afgunst en nijd, in een samenvoeging van menschen, die om wederom met Paulus te spreken „el kander bijten en vereten en van elkander verteerd worden"laat alle dingen ge schieden tot elkanders opbouwing! Dat is toch nog wat anders, dan het aanheffen van „stichtelijke" liederen en het bijwonen van „stichtelijke" bijeen komsten. Hoewel, waarom zouden die ook niet opbouwend kunnen werken? Het is tocli zoo'n rijk beeld, dat beeld van het „huis-bouwen"! Dat gaat maar niet zoo eventjes. Daartoe moet steen voor steen worden aangedragen. En die steenen zijn wij, onze persoonlijkheid, onze krachten en gelegenheden. En die steenen moeten deugdelijk zijn en goed en zorg vuldig gelegd, opdat „de geheele oikodo,, me", bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwasse tot een heiligen tempel in den Heer." En hard en aanhoudend moet er aan gewerkt worden, want zoo alleen „wast het op." En goed onderhouden ook, niet alleen als het af is ach, zoover brengen wij het hier op aarde nooit! maar ook terwijl het opgetrokken wordt en voor zoover het af is. En alle ondeugde lijkheid van materiaal, alle onbekwaam heid en zorgeloosheid van bouwmeesters en bouwlieden wreekt zich. Het wordt geen huis, Iaat staan een tempel, maar een krot, een woonstede des gekijfs en der ontevredenheid. Het beeld heeft zoowel betrekking op het persoonlijke. Het vindt altijd en overal toepassing en niet alleen in buitengewone omstandigheden. Dat onderscheidt juist „stichtiug" van wijding", waarbij altijd een stuk uit het leven uitgenomen en tijde lijk omhoog geheven wordt. „Stichting" beteekent een regelmatige en duurzame verhooging van het gansche peil des le vens. Het is niet alleen voor den Zondag, maar voor alle dagen der week, niet alleen voor de kerk, maar evengoed voor huis en maatschappij. Letterlijk ieder oogen- blik staan wij voor de taak: op te bouwen of te helpen „huis-bouwen", telkens en telkens weer verzuimen wij die taak, zoo wij ook al niet rechtstreeks meedoen aan het afbreken en verstoren. Met ieder vriendelijk woord, waarmede wij 'n medemensch toespreken, met iedere welwillende gedachte, die wij aan een ander wijden, met iedere daad van hulp, daad of voorlichting, die wij voor een an der over hebben, met iedere goede ge zindheid, die wij in onszelf aankweeken, met ieder ideaal, dat wij hooghouden of helpen hooghouden, dragen wij een steen- jtje bij tot grooten opbouw des lichaams, „stichten" wij onszelf en anderen. Met iedere opwelling van afgunst of haat, met ieder gebaar van zelfzucht, met ieder toegeven aan onze hartstochten, met iedere liefdelooze veroordeeling, met allen achterklap en laster, ja met ieder on- heusch woord maken wij een steenthe los of ondermijnen wij de fundamenten, ver richten wij een „onstichtelijke" handeling. Zou 't niet de moeite waard zijn de woorden „stichten" en „stichting", ja zelfs „stichtelijk" in de hun toekomende eer te herstellen, niet met gedachten en opvattingen alleen, maar vooral met onze daden, met ons geheele levensgedrag? N. A. C. Ingezonden Mededeelingen. DRAlSitlA'VAMVALKEriBURG'S-' A mLEVERTRAM Gesprongen winterhanden en jeukende wintervoeten geneest men metPurol. In doozen van 30, 60 en 90 cts. Bij apothekers en drogisten. Land- en iAanbouw. VAN E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 31) Frank haalde de schouders op. „Onze jonge landheer? Alsof hij zich ook over zijn Wilicza bekommerd had! Sedert tien jaren heeft hij er geen voet gezet; vrij wat liever zwerft hij de we reld rond. Ik had gehoopt dat hij, toen hij meerder jarig was geworden, een poos hier zou zijn geko men, en dit was ook eerst bepaald, maar hij bleef weg en zond ons zijne moeder in de plaats, die dan ook niet aarzelde het bestuur In handen te nemen. Geen van de beambten staat in direct verkeer met hem wij moeten allen rekening en verantwoording doen, geiden storten en aan vragen bij den notaris te L. Overigens heb ik, eer ik besloot mijn ontslag te nemen, nog een laatste hulpmiddel aangegrepen en aan mijnheer Nordeck zelf geschreven. Ik wist reeds dat mijn positie hier onhoudbaar was, maar beschouwde het toch na twintigjarigen dienst als mijn plicht, hem omtrent den stand van zaken in te lichten en ronduit te zeggen, dat als dit zóó voortging, zelfs zijn vermogen niet daartegen bestand zou zijn. Vier weken geleden verzond ik dien brief denkt ge dat ik antwoord heb gekregen? Neen, van dien kant is niets te hopen of te verwachten. Maar zoo voortpratenden over al mijne grieven, BIETEN VERBOUWERS. De Bond van Bieten verbouwers heeft van middag in Suisse te Rotterdam eenalgemeene ieden vergadering gehouden, onder voorzitter schap van den heer J. Hopman uit Wad- dinzveen. De heer J. Timmers, uit Pooxtugaal, deed eenige mededeelingen over gehouden bespre kingen ten kantore van de Centrale Suiker- rnaatschappy te Amsterdam en over het contract, door de Nederlandsche bietenver bouwers met deze maatschappij afgesloten. Dat contract, door den drang der verbouwers tot stand gekomen, noemde spreker een goed contract. Hij betreurde het, dat er onder de Zuidhollandsche bietenverbouwers verdeeld heid bestaat, en dat sommigen meenen, dat zij, door zich bij den Bond van bieten verbou wers aan te sluiten, afbreuk doen aan hun coöperatie, de Suikerfabriek te Puttershoek. Hij gaf aan de hand van verschillende gege vens in overweging, een krachtige actie in Zuidholland te beginnen; hy was overtuigd, dat het gevolg daarvan zal zijn, dat men op een gezonde basis, zonder veel risico voor de vrije verbouwers, een goed contract met de Suiker mij. zal kunnen afsluiten. Een goede contröle op de fabrieken wordt, zoo zeide hij verder, dringend noodig geacht. Tallooze klachten komen daarover en over andere wantoestanden van alle zijden in Men moet komen tot gezamenlijken verkoop. De regeling van den verkoop van bieten voor de campagne 1924 brengt de wenschelijkheid naar voren, plaatselijke vereenigingen op te richten en aan de leden vragenlijsten toe te zenden met verzoek, in te vullen, hoeveel hectaren vrije bieten door hen geteeld worden. Daarna dient men zich met andere organisa ties in Zeeland, Gelderland en Noordholland in verbinding te stellen, om gezamenlijk een goed suikerprljscontract van de Centrale Sui kermaatschappij te krijgen. Thans is het ver band tusschen suiker- en bietenprijs weg. Er is veel te bereiken. In de Hoekschewaard zijn. naar gezegd wordt, 50 procent vrije bieten. Wanneer de Centrale Suikermaatschappij geen contract willen afsluiten, dan gaat men een anderen weg. Het is absoluut uitgesloten dat de bieten verbouwers met de bieten blij ven zitten. Vóór 15 Januari moet de vereeniging klaar zijn om voor een bepaald kwantum te kunnen contracteeren. Kan men niet tot overeen stemming komen, dan zal men met machti ging van de vergadering een anderen weg bewandelen. De heer Veltkamp, directeur van de coöpe ratieve suikerfabriek Roosendaal, wekte de aanwezigen op, zich aan te sluiten bij deze coöperatie, die nog een aantal aandeelen beschikbaar heeft. Het werken met een spe culatieve onderneming als de Centrale Sui- kermyried hy af. Zij heeft, zoo zeide h(jhaar belangen op het oogenblik niet in hoofdzaak in Nederland. Ook meende hij, dat het nu niet het gunstige oogenblik is, om met de Centrale Suikermij. te contracteeren. De fabriek Roo sendaal verwerkt, zoo zeide deze spreker verder, 1.600.000 kilogram bieten per dag, welke hoeveelheid tot 2 millioen opgevoerd kan worden. En de financieele toestand is zoo gunstig, dat de commissarissen in beginsel besloten hebben, de 7 procent leening van een millioen dit jaar in haar geheel af te lossen. Het pleidooi van den heer V eltkamp voor de suikerfabriek Roosendaal maakte op de vergadering niet den indruk, dien hij er mo gelijk van verwacht heeft. Dit bleek na zyn vertrek. Besloten werd dat men zooveel mogelijk vrije bieten in één hand zal zien loste krijgen, en dat in Januari wederom een vergadering gehouden zal worden om nader te bespreken, hoe verder te handelen In het bestuur van den Bond van bieten verbouwers werden gekozen de heeren D J Amptte Goudswaard, W Dam te Ridderkerk, H. Glerum te Werkendam, J. Hopman te Waddinzveen, J. Timmers te Poortugaal, I. de Wilde te Moercapelle en C. Reedyk te Voorburg, secretaris. vergeet ik waarlijk dat wij nog in het donker zit ten. Ik begrijp niet waarom Oreta niet evenals anders de lamp binnenbrengt. Ze weet zeker niet dat gij hier zijt." „O, ja wel," zeide de assessor eenigszins gebelgd. „Juffrouw Margaretha stond bij de huisdeur, toen ik voor het plein opreed, maar ze gunde zich niet eens den tijd om mijn groet in ontvangst te nemen. In allerijl snelde ze de trap op, tot aan de vliering toe." Frank zag min of meer verlegen voor zich. „Zóo erg zal 't wel niet geweest zijn," mompelde hij. „De trap op tot aan de vliering toe!" herhaalde het kleine mannetje met klem en nadruk, terwijl hij de wenkbrauwen optrok en den administra teur aanzag, of deze niet in zijne verontwaar diging deelde; maar Frank lachte slechts. „Dan spijt 't mij voor u, maar met den besten wil van de wereld kan ik u niet helpen." „Dat kunt ge wel," riep de assessor opgewonden. „Heeft een vader niet een onbeperkte macht over zijn dochter, en als ge haar zegt, dat 't uw uit drukkelijk verlangen is „Dat doe ik in geen geval," viel Frank hem kalm en vastberaden in de rede. „Ge weet dat ik, wat mij betreft, niets tegen uw aanzoek heb in te brengen, daar ik geloof dat ge mijn kind op recht liefhebt en ik niets op uw persoon of om standigheden heb aan te merken, 't Is echter uw zaak, het jawoord van het meisje te verkrijgen; daarmede bemoei ik mij niet. Zegt zij uit eigen beweging ja, dan zijt ge mij welkom als m'n schoon zoon; maar 't komt mij voor dat daarop vooralsnog weinig kans bestaat." „Daarin vergist ge u, mijnheer Frank," zeide de assessor vertrouwelijk, „daarin vergist ge u Deze Maatschappij, die eens tot de finan cieel sterkste gerekend werd, is misschien niet zoo zwart als uit de koersen wel bleek. Er is veel kwaads over geschreven maar mis schien zal blijken, dat alles niet zoo zwart was. Misschien waren speculatieve oogmerken niet vreemd aan de verhalen inaar zal dit later wel uitkomen. Wel kan men zeggen dat de Finness Stokvis zal profiteeren van de komendeimeerdere leven digheid in de Rotterdamsche havens. Suikeraandeelen lager, alleen waren in deze afdeeling willig aandeelen Compania, die van 15 tot 22 stegen op geruchten van betere zaken, die weer winst gaan afwerpen. Rubberwaarden zonder handel en koers verschillen. Koninklijke Olie en hare bijwaarden waren flauw op het tegenvallend interum-dividend. Consol olie bleven echter vast tot prijshoudend. Voor theeaandeelen is de animo weer be koeld. Op de wisselmarkt waren de koersfluc tuaties van geen beteekenis. Alleen Marken vast met een stijging van 42 tot 63 cent per billioen. ten eenenmale. 't Is waar, juffrouw Margaretha behandelt mij soms wat vreemd, wat nonchalant, om zoo te zeggen, maar dat is de gewone preutsch- heid van alle jonge meisjes. Ze willen gezocht en het hof gemaakt worden, om door hare terug houding den prijs nog wat begeerenswaardiger te maken. O, ik ken die soort van dingen! Laat 't mij maar over ik zal die zaak wel klaar spelen." „Dar zal mij genoegen doen," antwoordde de administtateur, maar zweeg daarop plotseling, wijl de persoon in kwestie juist met de lamp in de hand binnentrad. Margaretha Frank telde ongeveer twintig ja-, ren en was niet zoozeer een slanke en teedere schoonheid, als wel het beeld van jeugd en ge zondheid. Zij aardde iets naar haar vader in haar krachtig en rijzig postuur, en het frissche, blozende gelaat met de helderblauwe oogen en blonde vlech ten boven het voorhoofd zag er in het heldere schijnsel van de lamp zóo bekoorlijk uit, dat 't niet te verwonderen was dat de assessor haarsnoode vlucht „tot aan de vliering toe" ten eenenmale vergat en ijlings opsprong om zijne uitverkorene te begroeten, „Goedenavond, mijnheer Hubert," zeide het jonge meisje, zijn diepe buiging vrij koel beant woordende. „Dus zijt gij 't geweest, die straks het voorplein opreedt? Dat had ik niet gedacht, omdat ge Zondag pas hier waart geweest." De assessor hield zich, alsof hij dc laatste woor den niet hoorde. „Ambtsbezigheden voeren mij ditmaal herwaarts," antwoordde hij, „een hoogst gewichtige zaak, die men m ij heeft toevertrouwd en die mij eenige dagen hier in deze streken zal ophouden. Ik ben zoo vrij geweest de gastvrijheid De politieke toestand is deze week toch wel van invloed geweest op de beurs. Het inzicht dat door samenwerking van beide partijen de vooruitzichten in het Roer gebied binnen een niet al te langen tijd een meer normaal aanzien zullen krijgen, geeft hier te lande den indruk, dat een opleving van de industrie in het Roergebied aanstaande is, met gevolg een herleving in de handels relaties van ons land met het Duitsche ach terland. Dat gaf op de beurs aanleiding tot een meer opgewekte stemming. In de eerste plaats gold dat voor onze scheep- vaart-afdeeling. Vóór den oorlog, als onze Nederlandsche -schepen onze havens verlieten, waren zij voor het overgroote deel geladen met voort brengselen der Duitsche industrie en dus is het niet misplaatst te denken, dat deze toe stand weer langzamerhand hersteld zal wor den en vandaar de willigte in onze scheep vaartwaarden. Van buitenlandsche Staatsfondsen trokken Mexicanen de aandacht door een vaste stem ming, welke echter wel lang duurde daar er berichten kwamen van een nieuwen opstand in Mexico onder leiding van Muerta. In de afdeeling der industrieele waarden plaatsten zich op den voorgrond aandeelen Jurgens en aandeelen en obligaties Finness Stokvis. Voor deze laatste fondsen was de gedach- tengang, als er reden is voor rijzing in de koers van scheepvaartwaarden, dan is er ook reden voor rijzing van de waarden van dit concern, dat zoo nauw bij de scheepvaart betrokken is. De aandeelen verbeterden van 14 tot 20 de Obligatiën van 40 tot 50 V Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Stnkken die volgens het oordeel der Redactie niet aan den eisch van uiterste beknoptheid voldoen, worden terzijde gelegd. Kopie wordt niet terng gezonden EEN SLUIMERENDE GEDACHTE ONTWAART. Geachte Redacteur! Gaarne tvoor onderstaande eenige plaats ruimte in Uw veelgelezen blad. Bij voorbaat dank. Zoo zeker als ieder denkend wezen hier op dit ondermaansche behoort ook onder- geteekende tot hen die nadenken over het geen door mannen en vrouwen uit vooraan staande kringen onzer samenleving wordt bedacht, geschreven en besproken om ons schoone eiland uit zijn Isolement te verlossen. Het moet ieder onzer respect afdwingen bij het zien van wat al„is gepraesteerd op dit gebied. Het voor onze voorouders zoo ver verwij derde vasteland, schijnt door de bij uitstek geregelde communicatie van den laatsten tijd genaderd te zijn tot één schrede. Modern vervoerwezen deed hier ook reeds in al zijn vormen intrede. Gasverbruikers zijn we reeds langen tijd. Waterleiding behoort niet meer tot de vol strekte onmogelijkheid. Daarnaast bestudeert men bij Electra voor ziening in Zuid-Hojland de donkerheid op dat gebied van het door ons bewoonde eiland. Een sluimerende gedachte is echter in mij weer eens gevoelig wakker geschud, bij het geen ik Maandag 10 dezer te aanschouwen kreeg. Omstreeks 11 uur vm. te Herkingen zijnde, was ik ooggetuige bij een gelukkig niet alledaagsch gebeuren. De huisvrouw van den Gem. Secretaris ter plaatse moest noodwendig getransporteerd worden naar een Rotterdamsch ziekenhuis ter operatie voor blindedarm ontsteking. De schijnbaar met den dood worstelende vrouw moest bij dit jaargetijde en wegens den lagen waterstand per draagbaar over de plus minus 1500 Mr. lange slikken der bui tenhaven gedragen worden naar een gereed liggende roeiboot. Met dit primitievé ver voermiddel bracht men haar plus den haar van uw vader in te roepen. Wij, mannen van de regeeering, hebben 't tegenwoordig niet ge makkelijk, juffrouw Margaretha. Overal moeten gisting, kuiperijen, revolutionnaire invloeden be- kampt worden de geheele provincie is tegen ons saamgezworen." „Dat behoeft ge ons niet te vertellen," merkte de administrateur droogjes aan. „Wij hebben dat hier op Wilicza uit de eerste hand." „Ja, juist, dit Wilicza is het eigenlijke brand punt van alle conspiraties," riep de assessor op gewonden. „Op Rakowicz wagen ze 't niet er zoo openlijk mee voor den dag te komen; dit ligt dich ter bij L. en is rechts en links door Duitsche ko lonies ingesloten, wat graaf Morynski eenigszins de handen bindt. Hier daarentegen heeft hij vrij spel." „En het gunstigste terrein," voegde Frank er bij. „Enkel bosschen tot aan de uiterste grenzen van de bezitting en alle houtvesters en opzichters on dergeschikt aan de vorstin! Men zou denken dat de grenzen zóo scherp bewaakt worden dat er zelfs geen muis zou kunnen doorsluipen, en toch worden ze alle nachten druk overschreden, en wie van buiten komt, vindt de deuren van Wilicza voor zich geopend, mogen 't voorhands ook nog slechts de achterpoortjes zijn." „Dat alles weten we, mijnheer Frank," ver zekerde de assessor met een voorkomen van al wetendheid. „Alles, zeg ik ut Maar we kunnen niets doen, want de bewijzen ontbreken ons. Er is niet het allergeringste te ontdekken. Zoodra een van de onzen nadert, is alles doodstil in het rond. Ook mijne zending hangt hiermede samen en daar gij het toezicht op het handhaven der politieverordening hebt, reken ik gedeeltelijk op uw bijstand." „Als 't niet anders kan! Ge weet, ik leen mij mij niet gaarne tot zulke diensten al sta ik op het kasteel voor een spion en politieagent bekend, omdat ik mijn oogen niet met opzet dichtknijp en de weerspannigheid van het werkvolk met ge strengheid te keer ga." „Ditmaal moet gij mij helpen. Het betreft twee zeer gevaarlijke sujetten, die zich hier in den omtrek onder allerlei voorwendsels ophouden en zoo mogelijk onschadelijk moeten gemaakt wor den. Ik ben hen reeds op het spoor. Toen ik hier heen reed, kwam ik twee individus achterop, die er zeer verdacht uitzagen. Ze gingen te voet." „En is dat een reden om iemand te verdenken?" vroeg Greta lachend. „Ze zullen geen geld hebben gehad om den postwagen te betalen." „Excuseer, juffrouw ze hadden zelfs geld genoeg om per extra-post te reizen. Eerst waren ze mij hiermee voorbijgereden. Op het laatste station hadden ze echter liet rijtuig verlaten en naar alle omstandigheden op Wilicza tot in de kleinste bijzonderheden onderzoek gedaan. Een gids, die zich aanbood om hen daarheen te brengen sloegen zij af en gingen te voet verderden grooten weg vermeden ze angstvallig en stapten dwars de velden door. Den postmeester wilden ze op geen zijner vragen antwoorden. Ik kwam ongeluk kig op het station aan, toen zij juist vertrokken waren, en dc invallende schemering verhinderde voor het oogenblik alle verdere nasporingen, die ik morgen echter met nieuwen ijver hoop voort te zetten. Zeker zijn ze dan nog wel in de buurt." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1