EERSTE READ
ïsKamer-
STOOMBOOTDIENST
15 cts-
15 c,s-
15 cts
Te Koop:
It
LSCHE"
[eip
mé
Huishoudster
Fotogralie
S. v. d. PLAAT,
Hypotheken en Credieten.
d. HOEK'S OCHTENDVOER.
OPENBARE VERKOOPINGEN.
"Woonhuis
met Erf en Grond,
verhuurde Arbeiderswoning.
ZATERDAG
15 December 1923
6e jaargang. - n°. 13.
feuilleton.
VINETA.
Financieel Overzicht.
Ingezonden Stukken.
j Portorlco
Maryland
uimtabak.
solide volledig eiken
Te bezichtigen bij P. KAPTIJN
te Ouddorp.
Prijsaanbiedingvóór 20 December
bij Mr. A. ZAAIJER te Dirksland.
tveriekering
■Voorzichtig beheer
ld
Hger
MIDDELHARNIS
it 17, AMSTERDAM
fcjfta
K «-«IM
Terstond gevraagd een
P. G. bij M. BREUR, Ooltgensplaat.
HOBBEMASTRAAT—MIDDELHARNIS
(5 minuten van het Station).
Billijkst en soliedst adres voor
foto's en vergrootingen.
In 't atelier opname bij elke
weersgesteldheid.
C. B. EPKER, AdwioUtrataur, Geldarschekade 27 A
(Beurtplein) ROTTERDAM en Otloweg 10, HEELSUM
belast zich met het bezorgen van
Hypotheken en Credieten.
Momentaal Kapitalen beschikbaar.
M1DDELHARNIS-R0TTERDAM VA.
via VLAARDINGEN
s.s. „MIDDELHARNIS"
Dienstregeling
aanvangende 1 October* 1923
van Middelharnïs
op Maandag en Dinsdag
V. Middelbamis 4.45 vm A. Vlaard. 7.00 vm.*
A. Rotterdam 8.00 vm.
Overige dagen (beb. Zon- en Feestd-)
Y.Middelharais 6.30 vm.A.Vlaard. 9.00vm
A. Rotterdam 10 00 vm.
van Rotterdam
op Maandag en Dinsdag
van 14 Nov. tot 1 Febr. dageljjksch beh.
Zon- en Feestdagen:
V. Rotterdam 2.15 nm. V. Vlaard. 3.10 nm. f
A. Middelbarnis 5.30 nm.
Overige dagen (beh. Zon- en Feestd.)
tot 14 November en vanaf 1 Februari
V. Rotterdam 3.15 nm. V.Vlaard.4.10 nm. ft
A. Middelbarnis 6 30 nm.
In aansluiting op den trein van 7.22 vm.
en 7.26 vm. van Vlaardingen.
ln aansluiting op den trein van 9.16 vm.
van Vlaardingen.
In aansluiting op den trein van 2.50 nm.
en 2.54 nm. te Vlaardingen.
jf In aansluiting op den trein van 3.58 nm.
te Vlaardingen.
Een goede raad
Voedert Uw Kippen met
dan komen ze spoedig aan den leg.
Verkrijgbaar bij: O. VERWEIJ,Nieuwe
TongeJ. v. PROOIJEN, Dirksland', Wed.
M. v. SETERS, Stellendamv. d. SPAAN.
MelissantH. BERK. Stad a.'t Haringvliet
JOH. VAN N1MWEGEN. Sommelsdijk;
B KOSTER en A. VISSER, Middelharnis;
A. MUNTERS, Herkingen.
Solide Afnemers gevraagd.
De Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overtlakkee
Ie Middelharnis tl.ar.geweg)
is op eiken werkdag voor belanestel*
lenden GRATIS TOEGANKELIJK. -
Desge^eoscht stevft de tniouiéin allo
i'-t'!j:- «kuw worden ver-
inlichtingen, mochten
lansrd
Op Donderdagen 13 en 20 Dee.
1923. telkens 's avonds uur, te
Den Bommel,in café KEI JZER
bij VEILING en AFSLAG vaneen
te DEN BOMMEL, aan den Oost-
Molendijk, bewoond door Job M\js Az.
Notarissen VAN DER SLU1JS en
AKKERMAN; en
Op Vrijdagen 14 en 21 Decem
ber 1923, telkens 's nam 3 uur te
Dirlfsland, resp in café's VAN
DEN DOEL en KEUVELAAR, bjj
VEILING en AFSLAG van eene
met ERF en GROND,
te DIRKSLAND, aan den Gelder-
schen Djjk, toebehoorend aan C.de
Bruin Mz.
Notaris VAN DER SLUIJS.
^rija «wantaal t i
Uisse numuiera f 0 07®
Advertentiën v. i6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0.20
8ij contract aanzienlijk korting.
Dieikstaanbiedinpen en Dienstuanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 19 regels; elke regel meer 15 «ent.
Dit blad verschijnt lederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven deor de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Veorstraat Middelharnis.
Stichting.
Vergissen wij ons, of is het niet zoo, dat
het woord „stichtelijk" bij den tegenwoor-
digen doorsnee-Hollander geen goeden
klank heeft? Mij dunkt, dat volgt reeds
uit het ironisch gebruik, dat ervan ge
maakt wordt. Het woord „wijding" valt
tegenwoordig weer meer in den smaak,
ja, is in zekere kringen zelfs in de mode.
Nu zullen wij daar geen kwaad van spre
ken. Maar „wijding" en „stichting" is
niet hetzelfde en daarom kunnen ze el
kaar nooit geheel vervangen; beide heb
ben wij noodig en misschien in onze
dagen „stichting" nog meer dan „wij
ding."
Dat „stichting" zoo in discrediet is
geraakt, ligt klaarblijkelijk daaraan, dat
niemand meer de eigenlijke kracht en be-
teekenis er van gevoelt.
Hoe komen de woorden „stichten" en
„stichting" aan in die bijzondere reli
gieuze beteekenis, die in „stichtelijk" de
uitsluitende is geworden? Ongetwijfeld uit
het Nieuwe Testament. Ze geven twee
Grieksche woorden weer waarvan het
werkwoord, het Grieksche „oikodomein",
beteekent: „huishouwen".
Wij hebben dus te doen met een beeld
spraak en wel met zulk eene, waarvan de
kracht door de N. T.-schrijvers nog duide
lijk gevoeld werd. Want zij gebruiken het
woord evengoed in zijn oorspronkelijke
beteekenis en dan staat in onzen Bij
bel „bouwen", als in de bekende plaat
sen, waar sprake is van het „bouwen"
van een huis op de steenrots, van een
toren, van de graven der profeten, van
den tempel enz. Evenzoo wordt het zelfst.
nw. „oikodome" nu eens door „gebouw"
dan weer door „stichting" vertaald.
Den overgang tot de overdrachtelijke
beteekenis zien wij duidelijk in een woord
als dit: „Zoo wordt ook gijlieden als
levende steenen „gebouwd" tot een gees
telijk huis." Paulus gaat slechts één stap
verder, wanneer hij spreekt van de „op
bouw ing des lichaams van Christus."
Nu krijgt dat bekende woord van hem „De
liefde sticht" eerst zijn rechte beteekenis
voor ons, evenals zijn vermaning om,
alle dingen te laten geschieden tot stich
ting." En nu beseffen wij ook, hoezeer wij
die vermaning noodig hebben.
Wij leven midden in een tijd van af
brokkeling en afbraak, van neerhaling en
instorting..., de liefde sticht! Wij leven
in een wereld van afgunst en nijd, in een
samenvoeging van menschen, die om
wederom met Paulus te spreken „el
kander bijten en vereten en van elkander
verteerd worden"laat alle dingen ge
schieden tot elkanders opbouwing!
Dat is toch nog wat anders, dan het
aanheffen van „stichtelijke" liederen en
het bijwonen van „stichtelijke" bijeen
komsten. Hoewel, waarom zouden die ook
niet opbouwend kunnen werken?
Het is tocli zoo'n rijk beeld, dat beeld
van het „huis-bouwen"! Dat gaat maar
niet zoo eventjes. Daartoe moet steen
voor steen worden aangedragen. En die
steenen zijn wij, onze persoonlijkheid, onze
krachten en gelegenheden. En die steenen
moeten deugdelijk zijn en goed en zorg
vuldig gelegd, opdat „de geheele oikodo,,
me", bekwamelijk samengevoegd zijnde,
opwasse tot een heiligen tempel in den
Heer." En hard en aanhoudend moet er
aan gewerkt worden, want zoo alleen
„wast het op." En goed onderhouden ook,
niet alleen als het af is ach, zoover
brengen wij het hier op aarde nooit!
maar ook terwijl het opgetrokken wordt
en voor zoover het af is. En alle ondeugde
lijkheid van materiaal, alle onbekwaam
heid en zorgeloosheid van bouwmeesters
en bouwlieden wreekt zich. Het wordt
geen huis, Iaat staan een tempel, maar een
krot, een woonstede des gekijfs en der
ontevredenheid.
Het beeld heeft zoowel betrekking op
het persoonlijke. Het vindt altijd en overal
toepassing en niet alleen in buitengewone
omstandigheden. Dat onderscheidt juist
„stichtiug" van wijding", waarbij altijd
een stuk uit het leven uitgenomen en tijde
lijk omhoog geheven wordt. „Stichting"
beteekent een regelmatige en duurzame
verhooging van het gansche peil des le
vens. Het is niet alleen voor den Zondag,
maar voor alle dagen der week, niet alleen
voor de kerk, maar evengoed voor huis
en maatschappij. Letterlijk ieder oogen-
blik staan wij voor de taak: op te bouwen
of te helpen „huis-bouwen", telkens en
telkens weer verzuimen wij die taak, zoo
wij ook al niet rechtstreeks meedoen aan
het afbreken en verstoren.
Met ieder vriendelijk woord, waarmede
wij 'n medemensch toespreken, met iedere
welwillende gedachte, die wij aan een
ander wijden, met iedere daad van hulp,
daad of voorlichting, die wij voor een an
der over hebben, met iedere goede ge
zindheid, die wij in onszelf aankweeken,
met ieder ideaal, dat wij hooghouden of
helpen hooghouden, dragen wij een steen-
jtje bij tot grooten opbouw des lichaams,
„stichten" wij onszelf en anderen. Met
iedere opwelling van afgunst of haat,
met ieder gebaar van zelfzucht, met ieder
toegeven aan onze hartstochten, met
iedere liefdelooze veroordeeling, met allen
achterklap en laster, ja met ieder on-
heusch woord maken wij een steenthe los
of ondermijnen wij de fundamenten, ver
richten wij een „onstichtelijke" handeling.
Zou 't niet de moeite waard zijn de
woorden „stichten" en „stichting", ja
zelfs „stichtelijk" in de hun toekomende
eer te herstellen, niet met gedachten en
opvattingen alleen, maar vooral met onze
daden, met ons geheele levensgedrag?
N. A. C.
Ingezonden Mededeelingen.
DRAlSitlA'VAMVALKEriBURG'S-'
A mLEVERTRAM
Gesprongen winterhanden
en jeukende wintervoeten geneest men metPurol.
In doozen van 30, 60 en 90 cts. Bij apothekers
en drogisten.
Land- en iAanbouw.
VAN
E. WERNER.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
31)
Frank haalde de schouders op. „Onze jonge
landheer? Alsof hij zich ook over zijn Wilicza
bekommerd had! Sedert tien jaren heeft hij er
geen voet gezet; vrij wat liever zwerft hij de we
reld rond. Ik had gehoopt dat hij, toen hij meerder
jarig was geworden, een poos hier zou zijn geko
men, en dit was ook eerst bepaald, maar hij bleef
weg en zond ons zijne moeder in de plaats, die
dan ook niet aarzelde het bestuur In handen te
nemen. Geen van de beambten staat in direct
verkeer met hem wij moeten allen rekening
en verantwoording doen, geiden storten en aan
vragen bij den notaris te L. Overigens heb ik,
eer ik besloot mijn ontslag te nemen, nog een
laatste hulpmiddel aangegrepen en aan mijnheer
Nordeck zelf geschreven. Ik wist reeds dat mijn
positie hier onhoudbaar was, maar beschouwde
het toch na twintigjarigen dienst als mijn plicht,
hem omtrent den stand van zaken in te lichten
en ronduit te zeggen, dat als dit zóó voortging,
zelfs zijn vermogen niet daartegen bestand zou
zijn. Vier weken geleden verzond ik dien brief
denkt ge dat ik antwoord heb gekregen? Neen,
van dien kant is niets te hopen of te verwachten.
Maar zoo voortpratenden over al mijne grieven,
BIETEN VERBOUWERS.
De Bond van Bieten verbouwers heeft van
middag in Suisse te Rotterdam eenalgemeene
ieden vergadering gehouden, onder voorzitter
schap van den heer J. Hopman uit Wad-
dinzveen.
De heer J. Timmers, uit Pooxtugaal, deed
eenige mededeelingen over gehouden bespre
kingen ten kantore van de Centrale Suiker-
rnaatschappy te Amsterdam en over het
contract, door de Nederlandsche bietenver
bouwers met deze maatschappij afgesloten.
Dat contract, door den drang der verbouwers
tot stand gekomen, noemde spreker een goed
contract. Hij betreurde het, dat er onder de
Zuidhollandsche bietenverbouwers verdeeld
heid bestaat, en dat sommigen meenen, dat
zij, door zich bij den Bond van bieten verbou
wers aan te sluiten, afbreuk doen aan hun
coöperatie, de Suikerfabriek te Puttershoek.
Hij gaf aan de hand van verschillende gege
vens in overweging, een krachtige actie in
Zuidholland te beginnen; hy was overtuigd,
dat het gevolg daarvan zal zijn, dat men op
een gezonde basis, zonder veel risico voor de
vrije verbouwers, een goed contract met de
Suiker mij. zal kunnen afsluiten.
Een goede contröle op de fabrieken wordt,
zoo zeide hij verder, dringend noodig geacht.
Tallooze klachten komen daarover en over
andere wantoestanden van alle zijden in Men
moet komen tot gezamenlijken verkoop. De
regeling van den verkoop van bieten voor de
campagne 1924 brengt de wenschelijkheid
naar voren, plaatselijke vereenigingen op te
richten en aan de leden vragenlijsten toe te
zenden met verzoek, in te vullen, hoeveel
hectaren vrije bieten door hen geteeld worden.
Daarna dient men zich met andere organisa
ties in Zeeland, Gelderland en Noordholland
in verbinding te stellen, om gezamenlijk een
goed suikerprljscontract van de Centrale Sui
kermaatschappij te krijgen. Thans is het ver
band tusschen suiker- en bietenprijs weg. Er
is veel te bereiken. In de Hoekschewaard zijn.
naar gezegd wordt, 50 procent vrije bieten.
Wanneer de Centrale Suikermaatschappij
geen contract willen afsluiten, dan gaat men
een anderen weg. Het is absoluut uitgesloten
dat de bieten verbouwers met de bieten blij
ven zitten.
Vóór 15 Januari moet de vereeniging klaar
zijn om voor een bepaald kwantum te kunnen
contracteeren. Kan men niet tot overeen
stemming komen, dan zal men met machti
ging van de vergadering een anderen weg
bewandelen.
De heer Veltkamp, directeur van de coöpe
ratieve suikerfabriek Roosendaal, wekte de
aanwezigen op, zich aan te sluiten bij deze
coöperatie, die nog een aantal aandeelen
beschikbaar heeft. Het werken met een spe
culatieve onderneming als de Centrale Sui-
kermyried hy af. Zij heeft, zoo zeide h(jhaar
belangen op het oogenblik niet in hoofdzaak
in Nederland. Ook meende hij, dat het nu niet
het gunstige oogenblik is, om met de Centrale
Suikermij. te contracteeren. De fabriek Roo
sendaal verwerkt, zoo zeide deze spreker
verder, 1.600.000 kilogram bieten per dag,
welke hoeveelheid tot 2 millioen opgevoerd
kan worden. En de financieele toestand is zoo
gunstig, dat de commissarissen in beginsel
besloten hebben, de 7 procent leening van een
millioen dit jaar in haar geheel af te lossen.
Het pleidooi van den heer V eltkamp voor
de suikerfabriek Roosendaal maakte op de
vergadering niet den indruk, dien hij er mo
gelijk van verwacht heeft. Dit bleek na zyn
vertrek.
Besloten werd dat men zooveel mogelijk
vrije bieten in één hand zal zien loste krijgen,
en dat in Januari wederom een vergadering
gehouden zal worden om nader te bespreken,
hoe verder te handelen
In het bestuur van den Bond van bieten
verbouwers werden gekozen de heeren D J
Amptte Goudswaard, W Dam te Ridderkerk,
H. Glerum te Werkendam, J. Hopman te
Waddinzveen, J. Timmers te Poortugaal, I.
de Wilde te Moercapelle en C. Reedyk te
Voorburg, secretaris.
vergeet ik waarlijk dat wij nog in het donker zit
ten. Ik begrijp niet waarom Oreta niet evenals
anders de lamp binnenbrengt. Ze weet zeker niet
dat gij hier zijt."
„O, ja wel," zeide de assessor eenigszins gebelgd.
„Juffrouw Margaretha stond bij de huisdeur, toen
ik voor het plein opreed, maar ze gunde zich niet
eens den tijd om mijn groet in ontvangst te nemen.
In allerijl snelde ze de trap op, tot aan de vliering
toe."
Frank zag min of meer verlegen voor zich. „Zóo
erg zal 't wel niet geweest zijn," mompelde hij.
„De trap op tot aan de vliering toe!" herhaalde
het kleine mannetje met klem en nadruk, terwijl
hij de wenkbrauwen optrok en den administra
teur aanzag, of deze niet in zijne verontwaar
diging deelde; maar Frank lachte slechts.
„Dan spijt 't mij voor u, maar met den besten
wil van de wereld kan ik u niet helpen."
„Dat kunt ge wel," riep de assessor opgewonden.
„Heeft een vader niet een onbeperkte macht over
zijn dochter, en als ge haar zegt, dat 't uw uit
drukkelijk verlangen is
„Dat doe ik in geen geval," viel Frank hem
kalm en vastberaden in de rede. „Ge weet dat ik,
wat mij betreft, niets tegen uw aanzoek heb in
te brengen, daar ik geloof dat ge mijn kind op
recht liefhebt en ik niets op uw persoon of om
standigheden heb aan te merken, 't Is echter uw
zaak, het jawoord van het meisje te verkrijgen;
daarmede bemoei ik mij niet. Zegt zij uit eigen
beweging ja, dan zijt ge mij welkom als m'n schoon
zoon; maar 't komt mij voor dat daarop vooralsnog
weinig kans bestaat."
„Daarin vergist ge u, mijnheer Frank," zeide
de assessor vertrouwelijk, „daarin vergist ge u
Deze Maatschappij, die eens tot de finan
cieel sterkste gerekend werd, is misschien
niet zoo zwart als uit de koersen wel bleek.
Er is veel kwaads over geschreven maar mis
schien zal blijken, dat alles niet zoo zwart was.
Misschien waren speculatieve oogmerken
niet vreemd aan de verhalen inaar zal dit later
wel uitkomen.
Wel kan men zeggen dat de Finness Stokvis
zal profiteeren van de komendeimeerdere leven
digheid in de Rotterdamsche havens.
Suikeraandeelen lager, alleen waren in deze
afdeeling willig aandeelen Compania, die van
15 tot 22 stegen op geruchten van betere
zaken, die weer winst gaan afwerpen.
Rubberwaarden zonder handel en koers
verschillen.
Koninklijke Olie en hare bijwaarden waren
flauw op het tegenvallend interum-dividend.
Consol olie bleven echter vast tot prijshoudend.
Voor theeaandeelen is de animo weer be
koeld. Op de wisselmarkt waren de koersfluc
tuaties van geen beteekenis. Alleen Marken
vast met een stijging van 42 tot 63 cent per
billioen.
ten eenenmale. 't Is waar, juffrouw Margaretha
behandelt mij soms wat vreemd, wat nonchalant,
om zoo te zeggen, maar dat is de gewone preutsch-
heid van alle jonge meisjes. Ze willen gezocht en
het hof gemaakt worden, om door hare terug
houding den prijs nog wat begeerenswaardiger
te maken. O, ik ken die soort van dingen! Laat
't mij maar over ik zal die zaak wel klaar
spelen."
„Dar zal mij genoegen doen," antwoordde de
administtateur, maar zweeg daarop plotseling, wijl
de persoon in kwestie juist met de lamp in de
hand binnentrad.
Margaretha Frank telde ongeveer twintig ja-,
ren en was niet zoozeer een slanke en teedere
schoonheid, als wel het beeld van jeugd en ge
zondheid. Zij aardde iets naar haar vader in haar
krachtig en rijzig postuur, en het frissche, blozende
gelaat met de helderblauwe oogen en blonde vlech
ten boven het voorhoofd zag er in het heldere
schijnsel van de lamp zóo bekoorlijk uit, dat 't
niet te verwonderen was dat de assessor haarsnoode
vlucht „tot aan de vliering toe" ten eenenmale
vergat en ijlings opsprong om zijne uitverkorene
te begroeten,
„Goedenavond, mijnheer Hubert," zeide het
jonge meisje, zijn diepe buiging vrij koel beant
woordende. „Dus zijt gij 't geweest, die straks
het voorplein opreedt? Dat had ik niet gedacht,
omdat ge Zondag pas hier waart geweest."
De assessor hield zich, alsof hij dc laatste woor
den niet hoorde. „Ambtsbezigheden voeren mij
ditmaal herwaarts," antwoordde hij, „een hoogst
gewichtige zaak, die men m ij heeft toevertrouwd
en die mij eenige dagen hier in deze streken zal
ophouden. Ik ben zoo vrij geweest de gastvrijheid
De politieke toestand is deze week toch wel
van invloed geweest op de beurs.
Het inzicht dat door samenwerking van
beide partijen de vooruitzichten in het Roer
gebied binnen een niet al te langen tijd een
meer normaal aanzien zullen krijgen, geeft
hier te lande den indruk, dat een opleving
van de industrie in het Roergebied aanstaande
is, met gevolg een herleving in de handels
relaties van ons land met het Duitsche ach
terland.
Dat gaf op de beurs aanleiding tot een meer
opgewekte stemming.
In de eerste plaats gold dat voor onze scheep-
vaart-afdeeling.
Vóór den oorlog, als onze Nederlandsche
-schepen onze havens verlieten, waren zij
voor het overgroote deel geladen met voort
brengselen der Duitsche industrie en dus
is het niet misplaatst te denken, dat deze toe
stand weer langzamerhand hersteld zal wor
den en vandaar de willigte in onze scheep
vaartwaarden.
Van buitenlandsche Staatsfondsen trokken
Mexicanen de aandacht door een vaste stem
ming, welke echter wel lang duurde daar er
berichten kwamen van een nieuwen opstand
in Mexico onder leiding van Muerta.
In de afdeeling der industrieele waarden
plaatsten zich op den voorgrond aandeelen
Jurgens en aandeelen en obligaties Finness
Stokvis.
Voor deze laatste fondsen was de gedach-
tengang, als er reden is voor rijzing in de koers
van scheepvaartwaarden, dan is er ook reden
voor rijzing van de waarden van dit concern,
dat zoo nauw bij de scheepvaart betrokken is.
De aandeelen verbeterden van 14 tot 20
de Obligatiën van 40 tot 50
V Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Stnkken
die volgens het oordeel der Redactie niet aan den
eisch van uiterste beknoptheid voldoen, worden
terzijde gelegd. Kopie wordt niet terng gezonden
EEN SLUIMERENDE GEDACHTE
ONTWAART.
Geachte Redacteur!
Gaarne tvoor onderstaande eenige plaats
ruimte in Uw veelgelezen blad. Bij voorbaat
dank.
Zoo zeker als ieder denkend wezen hier
op dit ondermaansche behoort ook onder-
geteekende tot hen die nadenken over het
geen door mannen en vrouwen uit vooraan
staande kringen onzer samenleving wordt
bedacht, geschreven en besproken om ons
schoone eiland uit zijn Isolement te verlossen.
Het moet ieder onzer respect afdwingen
bij het zien van wat al„is gepraesteerd op dit
gebied.
Het voor onze voorouders zoo ver verwij
derde vasteland, schijnt door de bij uitstek
geregelde communicatie van den laatsten
tijd genaderd te zijn tot één schrede.
Modern vervoerwezen deed hier ook reeds
in al zijn vormen intrede. Gasverbruikers
zijn we reeds langen tijd.
Waterleiding behoort niet meer tot de vol
strekte onmogelijkheid.
Daarnaast bestudeert men bij Electra voor
ziening in Zuid-Hojland de donkerheid op dat
gebied van het door ons bewoonde eiland.
Een sluimerende gedachte is echter in mij
weer eens gevoelig wakker geschud, bij het
geen ik Maandag 10 dezer te aanschouwen
kreeg. Omstreeks 11 uur vm. te Herkingen
zijnde, was ik ooggetuige bij een gelukkig
niet alledaagsch gebeuren.
De huisvrouw van den Gem. Secretaris ter
plaatse moest noodwendig getransporteerd
worden naar een Rotterdamsch ziekenhuis
ter operatie voor blindedarm ontsteking.
De schijnbaar met den dood worstelende
vrouw moest bij dit jaargetijde en wegens
den lagen waterstand per draagbaar over de
plus minus 1500 Mr. lange slikken der bui
tenhaven gedragen worden naar een gereed
liggende roeiboot. Met dit primitievé ver
voermiddel bracht men haar plus den haar
van uw vader in te roepen. Wij, mannen van
de regeeering, hebben 't tegenwoordig niet ge
makkelijk, juffrouw Margaretha. Overal moeten
gisting, kuiperijen, revolutionnaire invloeden be-
kampt worden de geheele provincie is tegen
ons saamgezworen."
„Dat behoeft ge ons niet te vertellen," merkte de
administrateur droogjes aan. „Wij hebben dat
hier op Wilicza uit de eerste hand."
„Ja, juist, dit Wilicza is het eigenlijke brand
punt van alle conspiraties," riep de assessor op
gewonden. „Op Rakowicz wagen ze 't niet er zoo
openlijk mee voor den dag te komen; dit ligt dich
ter bij L. en is rechts en links door Duitsche ko
lonies ingesloten, wat graaf Morynski eenigszins
de handen bindt. Hier daarentegen heeft hij vrij
spel."
„En het gunstigste terrein," voegde Frank er bij.
„Enkel bosschen tot aan de uiterste grenzen van
de bezitting en alle houtvesters en opzichters on
dergeschikt aan de vorstin! Men zou denken dat
de grenzen zóo scherp bewaakt worden dat er
zelfs geen muis zou kunnen doorsluipen, en toch
worden ze alle nachten druk overschreden, en
wie van buiten komt, vindt de deuren van Wilicza
voor zich geopend, mogen 't voorhands ook nog
slechts de achterpoortjes zijn."
„Dat alles weten we, mijnheer Frank," ver
zekerde de assessor met een voorkomen van al
wetendheid. „Alles, zeg ik ut Maar we kunnen
niets doen, want de bewijzen ontbreken ons. Er
is niet het allergeringste te ontdekken. Zoodra
een van de onzen nadert, is alles doodstil in het
rond. Ook mijne zending hangt hiermede samen
en daar gij het toezicht op het handhaven der
politieverordening hebt, reken ik gedeeltelijk op
uw bijstand."
„Als 't niet anders kan! Ge weet, ik leen mij
mij niet gaarne tot zulke diensten al sta ik op
het kasteel voor een spion en politieagent bekend,
omdat ik mijn oogen niet met opzet dichtknijp
en de weerspannigheid van het werkvolk met ge
strengheid te keer ga."
„Ditmaal moet gij mij helpen. Het betreft twee
zeer gevaarlijke sujetten, die zich hier in den
omtrek onder allerlei voorwendsels ophouden en
zoo mogelijk onschadelijk moeten gemaakt wor
den. Ik ben hen reeds op het spoor. Toen ik hier
heen reed, kwam ik twee individus achterop, die
er zeer verdacht uitzagen. Ze gingen te voet."
„En is dat een reden om iemand te verdenken?"
vroeg Greta lachend. „Ze zullen geen geld hebben
gehad om den postwagen te betalen."
„Excuseer, juffrouw ze hadden zelfs geld
genoeg om per extra-post te reizen. Eerst waren
ze mij hiermee voorbijgereden. Op het laatste
station hadden ze echter liet rijtuig verlaten en
naar alle omstandigheden op Wilicza tot in de
kleinste bijzonderheden onderzoek gedaan. Een
gids, die zich aanbood om hen daarheen te brengen
sloegen zij af en gingen te voet verderden grooten
weg vermeden ze angstvallig en stapten dwars
de velden door. Den postmeester wilden ze op
geen zijner vragen antwoorden. Ik kwam ongeluk
kig op het station aan, toen zij juist vertrokken
waren, en dc invallende schemering verhinderde
voor het oogenblik alle verdere nasporingen, die
ik morgen echter met nieuwen ijver hoop voort
te zetten. Zeker zijn ze dan nog wel in de buurt."
(Wordt vervolgd.)