EERSTE BLAD aim=iini= Bel opTelefoon No. 1051. J. POORTVLIET, Hoek Winterstr. Dirksland ZATERDAG 8 DECEMBER 1923 VINETA. D 2 3. Grootste sorteering Sigaren in gewone en luxe mon teering, keuze uit lOO merken van eerste klas fabrikaat, pracht collectie assortimentskisten. Sigaretten in gewone en luxe verpakking, assor timenten, doozen en kistjes, ook van import merken. Pijpen in gewone en luxe uitvoering met etui. Vraagt mijn gezondheidspijp „City de Luxe". Prachtig gesorteerd in luxe Lederwaren. Overal te ontbieden met monster collectie en levering franco door geheel Flakkee. Aanbevelend, nini=Hni Prijs par Kwartaal f i. Losse nummers f 0.07' Advertentiën v. i—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0.20 9ij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvrugen f l,per plaatsing tot een maximum ran 10 regels; elke re^el meer 15 cent. Olt blad verschijnt lederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deer de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Veerstraat Middelharnis. 6E JAARGANG. - N°. 11. Fijn gevoel. Het spraakgebruik dreigt een woord van rijke beteekenis ons te ontnemen. Wèl wordt het niet onttrokken aan den taal schat, maar het is ontdaan van zijne oor spronkelijke bekoorlijkheid. Velen toch, met name jonge menschen, bezigen het uit sluitend als epitheton voor hetgeen hen aan trekt; of ook door sommigen wordt het toegepast op personen, die naar hunne op vatting te star en te strak vasthouden aan leerstelsel en kerkvorm. In dien zin hooren wij tegenwoordig het woord fijn uitspreken. In werkelijkheid roept het ons voor den geest al wat zacht is van kleur, teeder van lijn, smeltend van toon. Daar is porselein tegenover aarde werk, kristal tegenover glas, vogelgekweel tegenover grammofoongekras. En daar is ook het fijn gevoel. Wil men spreken van tact of van kieschheid: al deze namen duiden een begrip aan, dat eene voor eenen goeden en gezegenden omgang in huisgezin en samenleving onmisbare voorwaarde omschrijft. Wie haar bezitten zijn weldoeners der menschheid. Warme Zonneschijn treedt allerwegen met hen bin nen. Muziek is hunne stem. Zij verzachten het leed, voorkomen grieven, ruimen stee- nen des aanstoots uit den weg, ontsteken koude harten weer in gloed. Om te erkennen of iemand fijn gevoel bezit, behoeft gij maar te letten op de ver houding van dien persoon tot degenen die onder hem zich eene plaats zien aangewezen in huis of werkplaats. Wanneer Boaz, de rijke landeigenaar, zijne velden in den oogsttijd gaat bezien, dan groet hij de maaiers met een vriendelijk: „God zij met u 1" waarop van hunne zijde een niet minder hartelijk „God zegene u!" terugklinkt. Dat deed zeker niet iedereen, allerminst in een tijd toen de „onderhoorigheid" nog gold in eigenlijken zin. Dat deed alleen een mensch met fijn gevoel. Hoezeer blijkt deze eigenschap, wanneer hij aan de maai ers en schovenbindsters een wenk geeft, om voor de aren lezende Ruth wat koren te laten liggen, en haar zelf uitnoodigt in Ingezonden Mededeelingen. ZITDAGEN TIJDENS BEURS Woensdag, SOMMELSDIJK Hotel TABBERS Donderdag, DIRKSLAND v. d. DOEL Vrijdag, OUDE TONGE GELUK en de le Zaterdag der maand van 2-6 uur te OuddorpFLOHIL Ingezonden Mededeelingen. Gesprongen winterhanden en jeukende wintervoeten geneest men metPurol. In doozen van 30, 60 en 90 ets. Bij apothekers en drogisten. den kring van zijn volk mee te eten. Wellevendheid, hoffelijkheid is in de samenleving de olie, welke de verschillende deelen van het groote werktuig als vanzelf doet loopen. Van fijn gevoel behoeft daar bij nog geen sprake te zijn. Wèl vinden wij haar op den ondergrond der wellevend heid, indien deze betracht wordt óók ten opzichte van den allernaasten kring, wan neer men ook daar een stoel gereed zet, eene deur ontsluit, de trap oploopt om iets te halen, een pakje draagt, vriendelijk en vlug een wensch raadt en voorkomt. Van welk eene blijdschap was die werkman de oorzaak, die thuis komende zijne vrouw verraste met het eerste sneeuwklokje dat hij buiten gevonden had! In de ziekenkamer komt aan fijn gevoel eene eerste plaats toe. Het zegt, dat won den verbinden, dranken ingeven, kussens opschudden nog geen ziekenverplegen is, maar dan alleen wanneer het geschiedt met een prettig opgewekt gezicht. Voorts, dat gefluister uit den booze is; dat de gesprek ken zoo min mogelijk over de ziekte moeten handelen; dat bloemen en vooral kleine oplettendheden niet te veel kunnen ge bracht worden; dat men steeds vol ge duld behoort te wezen, en den zieke ver zekeren hoe allen zich zullen verheugen in zijne genezing. Ten opzichte van „al wat zwak is, arm en kleen" betaamt eene bescheidenheid, die niet praalt met eigen gaven en vermogens, eene hulpvaardigheid zóó onopzettelijk lij kend, dat het een genoegen is daarvan ge bruik te maken. Wie de kunst verstaat van wachten, toont de gave van fijn gevoel te bezitten. Hier althans is méér dan tact. Tactvol het geschikte oogenbük afwachten, kan geschie den uit eigenbaat. Fijn gevoel is van baat zucht vrij. Die gelooven haasten niet. Waar FEUILLETON. VAN E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 29) Ik ben niet blind voor al haar uitmuntende eigen schappen, die zich meer en meer openbaren, sedert zij zich van kind tot mensch heeft ontwikkeld; maar wat ik van den eersten dag af, dat ik haar aan haar vader overgaf, gevreesd heb, is ongelukkig uitgekomen. Door zijne overgroote teederheid, door de vergoding als het ware van zijne dochter heeft hij u en mij een zwaren strijd bereid. Wanda kent geen anderen wil dan haar eigen; ze is ge woon dien altijd door te drijven en gij leert haar ongelukkig ook geen anderen kennen." „Ik verzeker u, mama, dat ik vandaag alles behalve toegeeflijk voor haar geweest ben," ant woordde Leo op een toon, die nog altijd zijn ver stoordheid verried. De vorstin haalde de schouders op. „Vandaag misschien! Maar morgen ligt ge toch weer voor haar op de knieën en smeekt haar om vergiffenis. Zij heeft je tot hiertoe immer nog altijd weer zoo ver gebracht. Hoe dikwijls moet ik je voorhouden, dat dit niet de weg is om zulk een trotsch en ei genzinnig meisje de achting in te boezemen, die gij, als ge eens haar echtgenoot zijt, onder alle omstandigheden van haar moet vorderen." „Tot «ulke koele berekeningen ben ik niet in staat," riep Leo hartstochtelijk. „Als ik iemand liefheb, met mijn geheele hart aanbid, kan ik niet altijd bedenken of ik in het vervolg ais haar man soms een andere gedragslijn zal volgen." „Dan moet gij je ook niet beklagen, als je liefde niet zóó beantwoord wordt als gij 't verlangt," zeide de vorstin koel. „Zooals ik Wanda ken, zal zij nooit een man liefhebben, die zich onvoor waardelijk voor hare heerschappij buigt, maar veeleer iemand die haar durft weerstaan. Een natuur als de hare wil tot liefde gedwongen wor den en dat hebt gij tot hiertoe nog niet begrepen." Hij wendde wrevelig het hoofd af. „Ik heb ook eigenlijk nog geen recht op Wanda's liefde. Onze verloving mag nog niet eens openlijk bekend ge maakt worden; ons huwelijk wordt tot in de verre, verre toekomst verschoven I" „Omdat 't nu geen tijd is om aan verloving en trouwen te denken," viel zijne moeder met groote vastberadenheid hier in. „Omdat ge nu andere en ernstiger plichten te vervullen hebt dan een jonge vrouw te aanbidden, die al het andere voor je op den achtergrond zou dringen. Verre toekomst! Als er hoogstens van een jaar uitstel sprake isl Verdien eerst je uitverkoreneDe gelegenheid daar toe zal je niet ontbreken; Wanda zelve zal nooit besluiten je eerder hare hand te geven. Dit brengt mij echter op een ander punt, dat ik je niet mag verzwijgen, Leoje oom is zeer ontevreden over je." „Heeft hij zich bij u over mij beklaagd?" vroeg de jonge man met een somberen oogopslag. „Dat moest hij, helaas! wel doen. Moet ik je nog herinneren, dat gij je ouderen bloedverwant, den leider van je partij, ten allen tijd gehoorzaam heid verschuldigd zijt? In plaats van dit tc be denken, legt ge hem allerlei moeilijkheden In den oneenigheid heerscht, wil men zoo gaarne den vrede herstellen; doch tusschenkomst op een ongeschikt oogenblik doet meer kwaad dan goed. Beidt uw tijd. Van hoeveel fijn gevoel spreekt het woord „tusschen u en hem alleen". Onder vier oogen moet, wanneer deze noodig is, de beschuldiging, de kastijding plaats vin den. En daarna geene zinspeling op het gebeurde meer. Vooral ten opzichte van kinderen is dit vereischte. Zij zijn zoo uiterst fijngevoelig. Hebben zij de voelho rens door onhandige aanraking ingetrok ken, dan is het contact niet gemakkelijk te herstellen. Hoe fijn leert Ligthart ons: „Uw hand stil op zijn hoofd gelegd, een enkel woord heel stil gezegd; en menige quaestie komt terecht". Deze zegenrijke eigenschap is niet aange leerd, maar aangeboren. De schaaf blijft zoolang aan het werk, totdat al het grove is weggevaagd, maar aan de kern van het hout kan zij niets veranderen. Die bescha ving is van groot belang; wee wie op goede vormen geen prijs meer steltDoch inner lijke beschaving is van hooger waarde, zij, die zoo na verwant is aan de liefde, aan welke in den klassieken lofzang van Paulus wordt toegekend, dat zij „nooit onwel- voegelijk handelt". Zij is het instinct des gemoeds. Instinctmatig, intuïtief gevoelt zij hoe te moeten handelen, opdat dit voor anderen het beste zij. Vaak kent zij de neiging zich terug te trekken van de aanra king met eene ruwe, grove, onaandoenlijke wereld. Die liefde heeft haar strijd; maar toch, zij ontwijkt dezen niet. Wie dit instinct niet van nature bezit, beter gezegd, de mensch in wien dit ge voel sluimert, die kan het doen ontwaken, en door oefening brengt zoo iemand het ver. Het gezin met zijne vele scherp ge- teekende karakters en telkens wijzigende gelegenheden biedt eene uitnemende oefen school. Oprechte belangstelling, ware liefde richt het roer en stevent naar veilige haven. N.A. C. Landbouw. weg en komt ge aan het hoofd van een menigte andere jongelieden van je leeftijd openlijk in ver zet tegen hem. Wat is eigenlijk je doel daarmee?" „Wij zijn geen kinderen meer, die ons door anderen laten leiden," antwoordde Leo op stroe ven en trotschen toon. „Indien wij al de jongsten zijn, hebben we toch het recht om een eigen over tuiging te bezitten en we kunnen dat eeuwige talmen en bedenken niet uitstaan, waardoor we weerhouden worden om te doen wat ons goed dunkt. „Denkt ge dan dat mijn broeder zich door zulk een troep jonge heethoofden in een richting zal laten voortdrijven, die hij verderfelijk acht?" vroeg de vorstin scherp. „In dat geval vergist gij je zeer. 't Valt hem al moeilijk genoeg al die tegenstrijdige elementen in bedwang te houden, en nu moet hij het bovendien nog beleven, dat zijn eigen neef het voorbeeld geeft van't verzet." „Ik heb hem alleen tegengesproken en niets meer," verdedigde Leo zich. „Ik draag oom Mo- rynski inderdaad liefde en eerbied toe als4uw broe der en meer nog als Wanda's vader, maar het hindert mij, dat hij mij niet zelfstandig wil laten denken en handelen. Gij zelve hebt mij dikwijls genoeg gezegd, dat ik door mijn naam en afkomst gerechtigd ben een eerste plaats in te nemen, en nu eischt oom van mij, mij met een ondergeschikte te vergenoegen." „Omdat hij het nog niet durft wagen, aan zoo'n eenentwintigjarigen driftkop iets van belang toe te vertrouwen. Geloof mij, gij beoordeelt hem ge heel verkeerd. Het geluk is hem ontzegd, een zoon en erfgenaam te hebben, en hoezeer Wanda ook zijn afgod moge zijn, zoo berusten zijne verwach tingen, die slechts een zoon voor hem kan ver DE BOTER- EN KAASHANDEL. Bestrijding van knoeierijen. Toen in het jaar 1870 het den Franschen chemist Mège Mouriès na jarenlange proef nemingen gelukt was een behoorlijk surrogaat te vervaardigen voor natuurboter, welke door de mindere ontwikkeling van de zuivelberei ding ter dier tijde zeer schaarsch en daardoor zeer hoog in prijs was, werd daarmede de grondslag gelegd voor een belangrijke indu strie, die niet alleen zeer vele handen werk ver schafte, maar die ook het minder koopkrachtige publiek een uitstekend voedingsmiddel ter be schikking stelde. De techniek der margarine bereiding ging evenwel spoedig zóóver, dat het in vele gevallen moeilijk werd het natuur- van het kunstproduct te onderscheiden, waarvan gewetenlooze knoeiers direct gebruik maakten, om margarine onder den naam van natuur boter en tegen daarmede overeenstemmende prijzen aan den man te brengen. De uitvinding welke bedoeld was een zegen te worden voor den kleinen man, dreigde slechts onredelijk hooge winsten voor oneerlijke fabrikanten en verkoopers te zullen opleveren. Van overheids wege zag men echter spoedig in, dat hiertegen met kracht diende opgetreden en werden daar om in verschillende landen z.g.n. boter- of margarinewetten in het leven geroepen, welke ten doel hebben een scherpe scheiding te ma ken tusschen de beide genoemde producten. De aflevering van margarine zonder dat deze als -zoodanig voor den kooper duidelijk gemerkt was, werd strafbaar gesteld en speciale diensten werden veelal met het toezicht op de naleving dier wetten belast. Het is te begrijpen dat de knoeiers zich de winsten die hun zoo rijkelijk waren toegevloeid niet zonder meer lieten ontglippen en dat zij naar mazen in de wet zochten om door te glippen. Aanvankelijk waren die er in de Ne- derlandsche Boterwet vele, maar toen de wet eenige malen herzien was, bleek zij technisch wel zoo ver volmaakt, dat bij behoorlijke hand having belangrijke knoeierijen onmogelijk wa ren geworden. Dit kwam niet alleen het Neder- landsche publiek ten goede maar herstelde ook den goeden naam van onze boter op de buiten- landsche markten, die door het weinige ver trouwen in de zuiverheid der Nederlandsche boter zeer had geleden. Daar de boter een zeer belangrijk uitvoer- product vormt was dit een zaak van groot be lang zoowel voor onze handels-balans in het algemeen, als voor den landbouw in het bij zonder. Het scherpe toezicht had langzamerhand de knoeierij zeer beperkt, zoodat in de laatste jaren vóór den oorlog het aantal overtredingen in die mate was afgenomen, dat men zich wel eens afvroeg of beperking van het toezicht niet mogelijk was. De oorlog kwam echter met zijn demoraliseerenden invloed op de mentali teit van het publiek en er kwamen ook door toezicht op de naleving van verschillende crisis- wetten en bepalingen weder handen vol werk voor den Rijkszuivelinspectiedienst. Doch ook deze invloeden verloren allengs weder hun wezenlijken, enkel en alleen op u, die toch ook een afstammeling van zijn geslacht zijt en bin nenkort zijn schoonzoon zult worden. Indien hij 't voor het oogenblik noodig acht je nog wat in bedwang te houden, vertrouwt hij toch voor de toekomst op je jonge, frissche krachten, zoodra de zijne hem beginnen te begeven. Hij heeft mij beloofd, dat vorst Leo Baratowski, wanneer het tot een beslissing komt, de voor hem bestemde plaats zal innemen en we hopen beiden dat gij je die waardig zult betoonen." „Twijfelt ge daaraan?" riep Leo opgewonden en met glinsterende oogen. Zijne moeder legde zacht de hand op zijn arm. „Aan je moed zeker niet. Wat je ontbreekt, is overleg en bedachtzaamheid, en ik vrees dat deze je zullen blijven ontbreken, omdat ge hetzelfde temperament als je vader hebt. Ook Baratowski liet zich altijd zoo schielijk medesleepen, zonder mogelijke hinderpalen of onvoorziene gebeur tenissen te berekenen, en dit heeft hem en mij leed genoeg berokkend. Maar ge zijt toch ook m ij n zoon, Leo, en iets zult ge, hoop ik, ook wel van je moeder geërfd hebben. Daarvoor ben ik mijn broeder borg gebleven het staat aan u dien borgtocht te voldoen." Ondanks den diepen ernst sprak er toch zulk een moederlijke trots uit deze woorden, dat Leo haar met een opwelling van kinderlijk gevoel om den hals viel. De vorstin glimlachte; zij was slechts zelden toegankelijk voor dergelijke uitingen van gemoedelijkheid, maar op dit oogenblik openbaar de zich al hare moederlijke teederheid in den blik en den toon, waarmede zij de omhelzing van haar zoon beantwoordde en zeide: „Wat i k van u, mijn Leo In de toekomst hoop en verwacht» dat kracht en verschillende malen werd dan ook weder, thans onder den drang van dringend noodige bezuiniging op de staatsuitgaven, de vraag geopperd of opheffing, althans belang rijke inkrimping van de zuivelinspectie niet rationeel ware. Belangrijke inkrimping, we meenen met ongeveer 20 van het aantal ambtenaren heeft intusschen reeds plaats ge had en die is onder de bestaande omstandig heden wellicht gewettigd. Of verdere inkrimping of opheffing der zui velinspectie in 's lands belang is te achten, daaromtrent behoeft o.i. geen twijfel te be staan wanneer we b.v. het jaarverslag over 1922 van genoemden dienst eens opslaan. Daar uit toch blijkt, dat van de zijde van den mar- garinehandel door het gebruiken van dezelfde verpakkingen als voor boter, het opmaken van de margarine in denzelfden vorm als zulks voor boter gebruikelijk is en het plaatsen van afbeeldingen en opschriften welke den indruk moeten wekken dat het aangeboden product van de zuivelbereiding afkomstig is, nog steeds getracht wordt bij het slecht ingelichte pub.iek de idee ingang te doen vinden, dat men met het natuurproduct te doen heeft. Ten einde het publiek in deze meer tegen misleiding te be schermen is bij Ministerieele Beschikking van 16 Nov. 1922 bepaald dat de margarine-verpak kingen voortaan aan alle zijden van de op schriften margarine moeten zijn voorzien. Een tijd lang werd goedkoope Deensche en Austra lische boter hier te lande ingevoerd. Toen de invoer ophield, trachtten verschillende hande laren margarine met verschillende fantasie namen als „Australia" enz. en ook wel brutaal weg onder den naam van Deensche of Austra lische boter in de plaats van het eerstgeleverde natuurproduct te slijten. In het geheel gaven 319 overtredingen in 1923 aanleiding tot ge rechtelijke vervolging. De vraag rijst, hoe groot het aantal overtredingen wel zou geweest zijn, indien er geen toezicht ware geweest. Hoe be langrijk de winsten kunnen zijn, welke door knoeierijen met boter het argelooze publiek uit den zak geklopt worden, moge blijken uit een geval te 's-Gravenhage, waar een winke lier niettegenstaande proces-verbaal op proces verbaal wegens den verkoop van vervalschte boter, voor welke overtredingen hem een totaal bedrag van pl.m. 1700 aan geldboeten en een maand gevangenisstraf is opgelegd, aanvanke lijk rustig met zijn practijken doorging, daar hij blijkbaar oordeelde, toch nooit zooveel boete te krijgen of de behaalde winsten maakten het ruimschoots goed. Gelukkig dat in dergelijke gevallen de rechter ten slotte principale hech tenis kan opleggen (d.w.z. hechtenis welke niet door een boete te vervangen is). Meermalen moest ook art. 328bis van het wetb. v. Strafr. te hulp worden genomen om aan oneeilijke mededinging door margarine-handelaars den eerlijken handel aangedaan een eind te maken. Doch ook onderling bleken de verschillende Ingezonden Mededeelingen. behoef ik je niet te herhalen: ge hebt 't dikwijls genoeg van mij gehoord. Zijt ge niet altijd mijn eenige, mijn alles geweest?" „Uw óenige?" herhaalde de jonge vorst min of meer verwijtend. „En Waldemar dan?" „Waldemar!" De vorstin hief het hoofd op; bij dien naam verdween op eens alle zachtheid uit haar wezenstrekken, alle teederheid uit haar stem. Haar gelaat werd weer even streng en ern stig als straks, en haar toon klonk ijskoud, toen ze er op liet volgen: ,,'t Is waar, ik had hem vergeten. Het noodlot heeft hem nu ééns tot heer van Wilicza gemaakt wij zullen hem moeten dulden." Op eenigen afstand van het kasteel lag de wo ning van den administrateur Frank. Het beheer van het kasteel en het landgoed was sedert on heuglijke jaren gesplitst geweest. Het eerste, het zij het bewonod werd of niet, verhief zich in al zijne trotsche afzondering, en het laatste bevond zich uitsluitend in handen van een beambte. Het statige woonhuis van dezen laatste, de omlig gende, tot de bezitting behoorende, voor het mee- rendeel nieuwe gebouwen, zoowel als de orde, die op de geheele plaats hccrschte, verschilden aanmerkelijk van hetgeen men op de naburige landgoederen gewoon was te zien en werden ook werkelijk in den geheelen omtrek beschouwd als door ieder aangestaard, maar door niemand na gevolgd voorbeeld. De positie van den administra teur van Wilicza was van dien aard, dat menige grondbezitter hem kon benijden, zoowel wat zijn inkomen als wat zijn levenswijs betrof. f Wordt vervolgd*)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1