ANITAS
jRATIS
:k's Wendploegen C2
EERSTE BLAD
ZATERDAG
27 OCTOBER 1923
IS NAGEL Co, Arnhem
STERDAMSCHE"
IE EILANDEN"
Financieel Overzicht.
VINETA.
Landbouw en Veeteelt.
onder-
iande-
ïipula-
c werd
jonge
oor de
ian de
n naar
:mme-
rech-
lat hij
en se
ver de
ien hij
hem,
te zen
den. Ritter vond in danslokalen en dergelij
gelegenheden genoeg meisjes van 17 en 1& ja
en bracht die dan m café's met Van Gulp
in kennis. De Hollander wordt beschreven
een man van 30 jaren oud, middelmati
grootte, zeer elegant gekleed, met zwart h;
en kneveltje, en spreekt slechts gebrok
Duitsch. Van Gulpen deed het voorkomt
alsof de meisjes in Holland goed betaalde
trekkingen konden krijgen, doch liet bij Rit
geen twijfel bestaan, dat zij in werkelijkh
waren bestemd voor oneerbare doeleind
De beide mannen geleidden de meisjes
kens tot aan de grens en Ritter kreeg vo
elke levering eenige milUoenen, in totaal o
geveer 40 millioen.
Naar Van Gulpen wordt door de criminet
politie nog gezocht.
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummers f 0.07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Diens taonvragen
f 1,per plaatsing tut een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 eent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
5E JAARGANG. - N°. 100.
ag 26 Oct. 2 uur nam
id van den Heer P Heesterman
ider OUDE TONGE
rijke Demonstratie
met
F" Model 1923
n grondlegging en constructie.
Inlichtingen bij
möps - Middelharnis
S bij de
schappij van Levensverzekering
KOMEN ZEKERHEID
lagen
Groote
Voorzichtig beheer
openbaarheid
bij den Vertegenwoordiger
EESTEREN, Ring 155, MIDDELHARNIS
ot N. Spiegelstraat 17, AMSTERDAM
TEEG 7 - ROTTERDAM
n kousen in alle soorten en maten.
CKBANSEN, BUIKGORDELS,
ecialiteit Geneesmiddelen. -
ische artikelen voor Dames en Heeren
ons Inlichtingenboek a f 1,25.
maand OCTOBER als men zich
van 1 NOVEMBER a.s. abonneert.
yUL, DAARTOE IN:
Aan de Administratie van
ONZE EILANDEN
Middelharnis.
deel ik U mede, dat ik mij met ingang
er a.s. wensch. te abonneeren op Onze Eilan-
id hiermede verzoek ik GRATIS toezending
ie tot dien datum.
Hoogachtend,
DE RIJKSMIDDELEN.
In Ue beschouwing over de opbrengst der
Ljksmiddelen, opgenomen in ons vorig blad,
aakten wij de opmerking, dat de opbrengst
September ad ƒ5 1U6.368 uiet klopte met
ut bedrag dat men vindt, wanneer men het
rschil berekent lusscheu de opbrengst van
eerste negen en die van de eerste acht
iaanden en evenmin met het cijfer, dat
erkregeu wordt door een toepassing van
szelfde bewerking op degedetailieerdeopga-
in betreffende de laatste viif dienstjaren,
elke in de „Staatscourant" worden ver
rekt.
Nader blijkt ons, dat wij hiervan ten on-
chto de regeering een grief hebben ge-
aakt. Tot ons leedwezen werd u.l. een
oot over het hoofd gezien, die in de „Staats-
uraut" onder den Middelenstaat is opge-
pmen en die ais volgt luidt„De bedragen
r vorige maanden, begrepen in kolom acht,
n, voor zoover betreft die onder de volg-
ummers 1, 2 en 3, nader verminderd met
sp. 3 325.97, 189 661.82 en ƒ1 947 357.79
ens kwade posten over Augustus Door
LUdelljkheid munt deze mededeeiing niet
it. De bedoeling is echter blijkbaar, dat de
roegere opgaven over de eerste acht maan
:u voorde betreffende volgnummers, d.w.z.
ondbelasting, als nog vei minderd moeten
orden met de aangeduide bedragen.
Wat de inkomstenbelasting betreft, die in
eerste acht maanden ƒ76.536 496 had
geleverd volgens de opgaven in de „Staats-
urant". wordt het cijfer dus geacht voor
ze periode tot ƒ74.5b9.i39 te zijn verlaagd.
Is men dit verlaagde bedrag in mindering
■engt van de ƒ79.695.103 die thans als
ibrengst over de eerste negen maanden
ordt opgegeven, dan komt men, rekening
leudende met de opcenten, inderdaad op het
den maandstaat vermelde cijfer voor Sep-
mber.
Opmerkelijk is intusschen het enorme be-
ag van bijna 2 millioen, dat alleen over
ugustus blijkt te zijn afgeschreven voor
vade posten. Die kwade posten bestaan
nerzijds uit ontheffingen en kwijtscheldin-
n van verschillenden aard, zooals aan-
igen over de nog niet ingetreden maan-
in van het belastingjaar door degenen, die
•t Rijk metterwoon verlaten, aan hen wier
komen door staking van een bedrijf etc.
•4 ,alt beneden drie vierde van het bedrag
aarnaar de aanslag is geregeld, e.d. Daar-
Lvens zit hierin echter de restitutie voor
ds betaalde belasting, vaak ook overvo-
dienstjaren van diegenen, die zich tegen
bedrag van den aanslag hebben verzet
door den Raad van Beroep in het gelijk
gesteld Naast deze belangrijke schade,
iortvloeiende uit restitutie van reeds be-
aide belastingen, dreigt de economische
pressie natuurlijk bovendien nog te zullen
iden tot een vermindering van ontvangsten
ezens oninbare posten.
Wat de bovengenoemde kwade posten over
ugustus van bijna 2 millioen betreft, zal
schade overigens niet geheel ten laste
het Rijk komen. Naar ons blijkt, zijn in
bedrag o a. ook begrepen de provinciale
gemeentelijke opcenten. Krachtens de wet
1915 neemt het Rijk deze schade voor-
brieven kunnen worden toegezonden
■eau of ingeleverd bij een van onder
en
ST-ZAAUER, Dirksland; H. TIELEMAN, Melissant;
EN, StellendamC. DE MOOiJ, OuddorpW. v. REE,
v. d. TOL, Oude TongeFirma M. BREUR Zn.,
WOUDSTRA, Den BommelJ. C. ELVÉ, Stad aan 't
1UNTERS, Herkingen; J. v. d. HAM, Hellevoetsluis;
fw. HelvoetL. KRUIK, Maarland, Brielle, en L. GOUDS-
loopig voor zijn rekening, doch zal het aan
deel der gemeenten en provinciën te zijner
tjjd bij de definitieve vaststeliingderkohieren
over de desbetreffende dienstjaren met deze
publieke lichamen worden verrekend. Daar
mede kunnen echter allicht één of twee jaar
zjjn gemoeid.
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXXXVII.
De Hollandsche artisten maken een kwaden
tijd door. Zoowel financieel als moreel. Finan
cieel, wijl de meeste gezelschappen, althans
die de tooneelspeelkunst beoefenen, geen volle
zalen meer trekken, zoodat de directies het
niet aandurven om voor langen tijd te enga-
geeren en ook om dezelfde reden haar personeel
op een zoo klein mogelijk aantal brengen.
Moreel, omdat zij geen belegde boterham kun
nende verdienen, intusschen een toenemenden
import waarnemen van buitenlandsche krach
ten. En het is dus wel begrijpelijk, dat vooral
de tooneelartisten vervuld zijn met sombere
gedachten over de eerstvolgende maanden.
Waar de schuld ligt voor het ontvolken der
schouwburgen is niet gemakkelijk aan te wij
zen. In vorige brieven heb ik aleens een reden
aangegeven voor het geringe schouwburgbe
zoek: de aanpassing van de bioscoop-ontspan
ning aan ons zenuwachtig gejaagde stadsleven;
schoots wordt dan ook gezorgd voor afwisse
ling op dit gebied. Het concertgebouw-orkest
staat in dit opzicht vooraan. Zoowel wat het
volledige orkest betreft, als wat het samen
stellen van combinaties van vier of zes be
kende musici aangaat.
Onder de buitenlandsche artisten vallen
thans vooral in den smaak Alexander Moissi
met zijn opvoeringen van Duitsche of in het
Duitsch vertaalde tooneelwerken, en Basser-
mann met zijn eersterangs Duitsche tooneel-
spelers. Dan is er verder liet Duitsche gezel
schap, dat de aardige, pittige musikalische
Kammerspiele opvoert. Zelfs een Russisch en
semble heeft Amsterdam waardig gekeurd om
van goede Russische kunst te profiteeren. In
de muziekwereld treden op den voorgrond;
Erna Rubinstein, de achttienjarige Oosten-
rijksche violiste, die een goed bezette zaal
krijgt van enthusiaste bewonderaarsters
want hier is liet vrouwelijk bezoek overheer-
schend en de Amerikaansche violoncelliste
Mildred Wellerson.
Zooals men ziet is er overvloed van keuze,
als men een avond ontspanning wil zoeken.
En daar er wel altijd gelegenheid is om een
niet te dure plaats te bemachtigen, als men
er wat tijdig bij is, zoo verzeker ik u, dat ik
niet nalaat nu en dan eens te genieten van
een uitvoering van het concertgebouw-orkest,
of van een vioolavond van Erna Rubinstein,
Ingezonden Mededeeïingen.
ZITDAGEN TIJDENS BEURS
Woensdag, SOMMELSDIJK Hotel TABBERS
Donderdag, DIRKSLAND v. d. DOEL
Donderdag, OUDDORP FLOHIL
Vrijdag, OUDE TONGE GELUK
haar talent tot in haar verschrompelden grijzen
ouderdom.
Willem Mengelberg, de dirigent van het
concertgebouw-orkest, lijdt reeds geruimen tijd
aan een ontsteking in het rechterschouder
gewricht. Na een lange vacantie waagde hij
het wel weer eens den dirigeerstaf te hanteeren,
maar de opnieuw opkomende pijnen nood
zaakten hem zich opnieuw terug te trekken.
Karl Muck vervangt hem echter met succes
als dirigent.
En als derde ongeluksvogel noem ik Alexan
der Schmuller, de bekende violist. Des avonds
laat naar huis tuffend bracht de taxi-chauffeur
den auto in aanvaring met een lantaarnpaal,
waardoor onze veel gewaardeerde artist deer
lijk gehavend werd. Maar ook hij is herstellend
en als ik eenigszins kans heb, dan zal ik niet
nalaten om dezen volbloed-kunstenaar bij zijn
eerste wederoptreden van harte mede te hul
digen en geluk te wenschen met zijn herstel.
het commercieel afhandelen van een program
ma binnen den bepaalden tijd, zoodat elke
minuut van de door den bezoeker beschikbaar
gehouden tijdsruimte ten volle benut wordt
en de voldoening van het verlangen van het
groote publiek om eens te kunnen medeleven
de mondaine genoegens van de losbollen in de
samenleving en het luxebestaan van de aller
grootsten op aarde. Van eenigen invloed zal
ook wel zijn de duurte der goede plaatsen in
de schouwburgen, al kan men ook alweer niet
zeggen, dat de avondvoorstellingen in de bios
copen van Tuschinski en het Rembrandt-
theater zoo bijster goedkoop zijn. Over het
algemeen schijnt de smaak van het groote
publiek geleidelijk een wijziging te hebben
ondergaan, waardoor de goede, degelijke too-
neelstukken niet langer gewaardeerd worden,
doch men liever zijn ontspanning zoekt bij
lichtere, luchtige kunst en realisme. Vandaar
dan ook, dat de operettes het den laatsten
tijd weer doen.
Een gelukkig verschijnsel mag het intus
schen heeten, dat de concerten nog veel pu
bliek trekken. Waardeering voor goede muziek
blijft men allerwege waarnemen. En ruim-
FEUILLETON.
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
Ook ditmaal was er niemand op den heuvel, toen
boot aanlegde. Waldemar steeg aan land, terwijl
jonge gezeliln, zonder zijn hulp af te wachten,
op het witte oeverzand sprong en vervolgens
vooruit, de duin opsnelde.
De Beukenheuvel deed zijn naam eer aan. Het
heele bosch, dat zich bijna een mijl ver langs het
and uitstrekte, kon nergens zoovele en zulke
ichtige boomen van deze soort aanwijzen, als
op dit kleine plekje gronds bij elkaar stonden.
waren prachtige, overoude beuken, die hun
isachtige takken ver over de groene vlakte uit-
lidden, zoowel als over de grauwe en verbrokkel-
puinhoopen, die hier en daar verstrooid lagen
volgens de overlevering de overblijfsels van
oude heidensche offerplaats. Op de plek, waar
booten gewoonlijk aanlegden, splitste het ge-
>mte zich in tweeën en had men een prachtig
'gezicht over de zee. Donkerblauw strekte zich
onafzienbare vlakte uit; geen oever, geen eiland
irensde den blik; geen zeil vertoonde zich aan
i horizon, niets dan de zee in al haar trotsche
loonheid, en de Beukenheuvel lag daar zoo een
ini en afgezonderd, als ware hij werkelijk een
In eiland te midden van den oceaan.
Wanda had haar strooien hoed afgezet, waar
omheen slechts een eenvoudig zwart lint was
geslagen, en ging nu op een der met mos begroeide
steenen zitten. Zij was nog in den lichten rouw over
vorst Baratowski; haar wit kleedje was als éenig
sieraad met eenige zwarte linten afgezet, en de
lange einden van de evenzeer zwarte sjerp vielen
aan hare zijde neer. Die kleur des doods op het
witte gewaad gaf aan het voorkomen van het jonge
meisje iets ernstigs en weemoedigs, dat haar anders
zelden of nooit eigen was. Ze zag er onbeschrijfe
lijk bekoorlijk uit, terwijl ze daar met half gevou
wen handen peinzend naar de zee zat te staren.
Waldemar, die op den reusachtigen wortel
van een beuk naast haar had plaats genomen,
scheen ook van dit gevoelen te zijn, want hij hield
zich uitsluitend bezig met haar aan te kijken en
schrikte als uit een droom op, toen Wanda op
haar steenen zetel wijzende schertsend vroeg:
„Is dit nu soms een van je oude runensteenèn?"
Waldemar haalde de schouders op. „Dat moet
ge aan mijn gouverneur doctor Fabian vr/jagen,
was zijn antwoord. „Hij is in de eerste eeuwen van
onze jaartelling beter thuis dan in de tegenwoor
dige, en zou niets liever doen dan een zeer geleerd
en uitvoerig betoog over runensteenen, Hunne-
bedden en wat niet al meer voor je houden.'
„Als 't je belieft niet f" riep Wanda lachend.
„Maar als doctor Fabian in zulk een bewondering
over dien voortijd verkeert, verwondert het mij
dat hij ook bij u den lust daartoe niet heeft opge
wekt. Ge schijnt er vrij onverschillig voor te zijn,
dunkt mij."
De jonge man maakte een minachtend gebaar.
„Wat kunnen mij al die oude geschiedenissen sche
len? Bosschen en velden zijn alleen voor mij be-
ofjvangden grooten Kreissler.
'Nu ik er toe gekomen ben, om dezen brief
te wijden aan de kunst in de hoofdstad, dien
ik toch even gewag te maken van de physieke
tegenslagen, die een paar vooraanstaande per
soonlijkheden in de kunsten hebben getroffen.
Het ongeluk, dat Louis Bouwmeester trof door
de aanrijding vóór enkele weken, zal u wel
bekend zijn. Deze kranige oude heer is intus
schen alweer aan de beterende hand. Of hij
weer volkomen in staat zal zijn de vermoeiende
toeren door het land te maken zou men mogen
betwijfelen, als men denkt aan zijn meer dan
tachtigjarigen leeftijd. Voor zijn roem was het
wellicht ook beter, als hij na nog één enkel
optreden ter viering van zijn herstel, het too-
neel kon vaarwel zeggen. Ik ben althans wel
eens bang, dat hij anders de kans loopt zijn
roem te overleven. Ook voor een artist is
eenmaal de tijd daar, dat hij een plaats in de
zon moet afstaan aan jongeren. Ik ben ten
minste vast overtuigd, dat de roem van een
Sarah Bernardt hooger glans had behouden,
als zij op het toppunt van haar glorie zich van
het tooneel had teruggetrokken, dan te blijven
voortgaan met een geforceerde exploitatie van
langrijk, in zoover ze mij gelegenheid bieden om
te jagen."
„Hoe prozaïsch!" riep Wanda verontwaardigd.
„Dus denkt gij daarbij aan niets anders dan aan
jagen? Zelfs hier op den Beukenheuvei peinst ge
waarschijnlijk alleen over de reeën en hazen, die
er zich misschien ophouden?"
„Neen," zeide Waldemar langzaam, „hier niet!"
„'t Zou ook onvergeeflijk zijn in zoo'n omgeving
als deze. Let eens op die prachtige lucht! Daar
ginds schijnt de zee in vuur en vlam te staan."
Waldemar volgde onverschillig de richting die
zij hem aanwees. „Ja dat is de plek waar men
zegt dat Vineta verzonken is."
„Wat is daar verzonken?" vroeg de jonge dame,
belangstellend tot hem opziende.
„Hebt ge daarvan nog nooit iets gehoord? 't Is
een van onze oude zeesprookjes. Ik dacht dat gij
't al kendet."
„Neen. Vertel 't mij eens 1"
„Ik kan niet goed sprookjes vertellen," veront
schuldigde Waldemar zich. „Vraag onze zeelui
er maar eens naar. Elke oude visscher kan je dat
vrij wat beter en uitvoeriger verhalen dan ik."
„Maar ik wil 't nu van u en van niemand anders
hooren!" hield Wanda aan. „Vertel dus op!"
Op Waldcmar's voorhoofd vertoonde zich een
diepe rimpel dat bevel klonk voorwaar al te
gebiedend.
„Wilt gc dat?" herhaalde hij niet nadruk.
Wanda merkte dat ze hem beleedigd had, maar
ze was overmoedig geworden door de macht, die
zij gedurende de laatste weken dikwijls genoeg
op de proef had gesteld. „Ja, ik wil 't," verklaarde
zij, niet minder vastberaden dan de eerste maal.
De rimpel op het voorhoofd van den jongen
Het lijdelijk verzet in het Roergebied is
opgeheven, maar niets wijst er op dat dit
voor Europa een verbetering is en juist het
economische vraagstuk in alle landen is
dringend en eischt een oplossing.
Vandaar dat Engeland, Nederland en zelfs
Frankrijk het oog gericht hebben op Rus
land en schijnt West Europa, nu er in
Duitschland nog geen verbetering komt, er
aan te denken de handelsbetrekkingen met
Sovjet Rusland weer aan te knoopen.
Ons land is al eenigen tyd in die richting
werkzaam en schijnt al goed op gang te
zijn, gezien de verbetering in de koersen
van die Maatschappijen, o.a de Houtmaat
schappijen, welke met Rusland zakendoen.
Het is voor ons land van het grootste
belang, dat deze handel op Rusland zich
gaat uitbreiden, maar dan moeten de han
delaars zich ook houden aan de te sluiten
overeenkomsten en daarjuist is de Hollander
niet sterk in
Juist den laatsten tijd wordt er weer
klaagd dat de Hollandsche koopman niet
levert, wat hij verkoopt, m.a.w. dat de leve
ring niet beantwoordt aan het monster.
De naam van ons land lijdt daar gewel
dig onder en de groothandel zal wel onder
vinden, dat met dergelijke praktijken geen
eer is te behalen en juist daarmede weer
gauw het nieuwe afzetgebied zal verliezen
De groothandel wil teveel verdienen en zou
jammer zijn, nu de handel met het buiten
land weer wat opleeft, men weer alles ging
bederven.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat er
voor de Nederlandsche industrie weer betere
dagen in 't verschiet liggen.
De beurs vertoont echter geen neiging
zich door die verwachting wat opgewekter
te toonen. Integendeel, het is en blijft stil.
In de afgeloopen week waren er nu dan
omzetten in aandeelen Koninklijke Olie- en
Suikeraandeelen. Voor tabak-, rubber- en
scheepvaartaandeelen bestond in 't geheel
geen animo, hoewel wat de scheepvaart-
afdeeling betreft men toch kan spreken over
een lichte verbetering in de vrachtprijzen.
Ook de beleggingsmarkt was stil. Op de
valutamarkt was alleen handel van betee-
kenis in dollars en ponden en lieten marken
zien, dat zij toch nog lager in waarde konden
gaan.
Ingezonden Mededeeïingen.
DRAlSlflA-vAN-VALKEMBURC'S-
A ••iLLVERTRAATI
'.-LEEUWARDEN-
WIJZIGING VAN DE AAKDAPPELWET.
AMSTERDAM, 24 Oct. Uit het voor-
loopig verslag in zake het wetsontwerp tot
wijziging van de aardappelwet blykt, dat
verschillende leden meenden te weten, dat
de wratziekte in ons land van dien aard is,
dat zij weinig vrees behoeft te wekken, doch
dat men voor deze ziekte in anderelanden,
die een afzetgebied voor onze aardappelen
vormen, zeer bevreesd is en dat de regeering
zich hierdoor heeft laten leiden tot de indie
ning van dit ontwerp. Mocht dit zoo zyn
dan achtte men de totstandkoming der voor
gestelde bepalingen, welke tot verscheidene
moeilijkheden en extra uitgaven zal leiden
niet gewenscht.
Vele andere leden daarentegen achtten
voorschriften als de thans voorgestelde,
waarin niets anders moet worden gezien
dan een aanpassing van bij de toepassing
der wet in de practijk gebleken behoeften,
noodzakelijk. Zij juchten de indiening van
dit ontwerp dan ook zeer toe.
Sommige leden waren zeer sceptisch over
het nuttig effect, dat de voorgestelde bepa
lingen in de practijk zullen blijken te hebben.
NATUURBOTER.
Het „Nederlandsch Weekblad voor Zuivel
bereiding en Veeteelt" verneemt, dat het na
1 December niet meer mogelijk zal zijn
melanges af te leveren met een lager gehalte
dan 15 procent natuurboter. Dit houdt ver
band met een onderhandsche afspraak tus-
schen de directeuren en keuringsdiensten
en de margarine-fabrikanten. De eisch van
15 procent natuurboter kan niet hooger
worden gesteld, daar de Boterwet dit niet
toelaat. Het wordt niet onmogelijk geacht,
dat de justitie na 1 December zal ingrijpen
bij een lager natuurbotergehalte by de
melanches dan 15 procent.
VEETEELT.
Stand van het mond- en klauwzeer in Ne
derland, gedurende de week van 7 tot 14 Oc
tober 1923.
Aantal
Provinciën Veebeslagen Gemeenten
Friesland3 3
Drente 4 3
Overijsel
Gelderland11 9
Utrecht 167 37
Noord-Holland197 51
Zuid-Holland 246 95
Zeeland 6 6
Noord-Brabant13 10
Limburg 4 4
man nam toe. Het was weer een van die momenten,
waarin zijn geheele wezen in opstand kwam tegen
de betoovering, die hem in boeien hield geslagen,
maar thans ontmoette hij de donkere oogen, die
het bevel in een verzoek schenen te veranderen en
was 't gedaan met al zijn trots en tegenstand.
Zijn voorhoofd ontplooide zich, hij glimlachte
zelfs.
„Nu dan, zooals ik het vertellen kan, kort en
prozaïsch," zeide hij, op dit laatste woord den
klemtoon leggende, „Volgens de overlevering is
Vineta een oude zeevesting geweest, de hoofdstad
der toenmalige bevolking, die dc zee en de kusten
in het rond bcheerschte en in weelde en pracht
nergens haars gelijke vond, terwijl onmetelijke
schatten haar uit alle landen toestroomden. Maar
de trots en de zonden harer bewoners lokten het
oordeel Gods over haar uit en zoo werd zij door
de golven verslonden. Onze schippers zijn er be
paald van overtuigd, dat ginds, waar het strand
zoover terugwijkt, dc vesting Vineta nog in al
hare heerlijkheid op den bodem der zee ligt. Ze
verbeelden zich onder het water de torens en
koepeldaken te zien en de klokken te hooren lui
den; en soms, op bepaalde uren, zeggen ze dat de
geheele stad uit de diepte opstijgt en door enkele
begenadigden gezien wordt de zee biedt altijd
luchtspiegelingen genoeg en wij hebben hier in
het noorden ook een soort Fata-morgana, hoe zel
den dit
„Spaar mij als 't je belieft die nuchtere verkla
ring!" viel Wanda hem ongeduldig in de rede.
„Wie vraagt daarnaar, als dc legende maar schoon
is. En ze is prachtig! Vindt ge dat ook niet?"
„Ik weet 't niet," antwoordde Waldemar, eenigs
zins verlegen. „Uk heb er nooit over nagedacht.'
Totaal
651
217
„Maar hebt ge dan in het geheel geen gevoel voor
poëzie?" riep de jonge gravin wanhopig. ..Dat's
ontzettend!"
Hij zag haar verlegen aan. „Vindt ge dat wezen
lijk zoo ontzettend?"
„Zeker!"
„Nooit heeft iemand mij geleerd, poëzie te be
grijpen," zei de jonge man op verontschuldigden
toon. „Bij oom aan huis wordt er nooit over ge
sproken en mijn leermeesters hebben mij nooit
iets anders dan droge en vervelende lessen gege
ven. Ik begin nu eigenlijk eerst te begrijpen,
dat er poëzie in de wereld is."
De laatste woorden werden op een bijna droo
menden toon geuit, dien men anders nooit bij
Waldemar opmerkte. Hij streek het haar naar
achteren, dat hem zooals gewoonlijk over bet voor
hoofd viel, en liet het hoofd tegen den stam van
den beukenboom rusten. Wanda kwam voor de
eerste maal tot de ontdekking, dat 't een merk
waardig hoog en fraai gewelfd voorhoofd was, dat
zich daar onder die blonde, berwarde haren ver
borg. Nu het zoo vrij en onbedekt was, scheen 't
de leelijke, onregelmatige wezenstrekken werke
lijk te verdedclen. Aan den linkerslaap bevond
zich een bijzonder groote, blauwe ader, die zelfs
op dit kalme oogenblik duidelijk en scherp ge-
rcckend zichtbaar was; de jonge gravin had dien
nooit opgemerkt onder de „monsterachtige gele
leeuwenmanen," die steeds haar spotlust gaande
maakten.
„Weet ge wel, Waldemar, dat ik zoo even iets
ontdekt heb?" vroeg zij, hem schalks van ter
zijde aanziende.
1 (Wordt vervolgd