iigende :ties elingen JING flinke dienstbode AAT SOMELSDIJK ;n vocht en koude Geeft U op als Abonné. at - Rotterdam et eizoen 1923-1924 Vollen ederen Tandarts KROS Donderdag, ERJURKEN, BORSTROKKEN, (en JONGENS-ONDERPAKKEN, in natuurwol, voorhanden bij ET U DAAROM VROEGTIJDIG WOENSDAG 3 OCTOBER 1923 VINETA. a j. en K> j. k. A.J. Fran- Geld- |RK. uit de nsten). t trans. ten uit Kruijt. Tonge. [oinmel. olhuij?. Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink. Vierpolders, vin. ds. Zwiep. Zwartewaal, vm. ds. Bartstra. (Doop). Heenvliet. vm. ds. Bom\jn. Abbenbroek, vm. ds. Wanrooy. PROTESTANTENBOND. Brielle, vm. 11) uur, ds. G. Hulsman uit Den Haag. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Vau Velzen. Melissant. vm. en 'sav. leeskerk. SteUeudaiu, vm. en 's av. ds. Schuurman uit Den Haag. Otiddorp. vm. eu nam. dhr. Schelhaas uit Hooge- veen. Ooltgensplaat, geen opgaaf. Deu Bommel, vm en 'sav. ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet, vm. en 'sav. leeskerk. Hellenet sluis. vm. eu 'sav. dhr. De Jong, cand. te Rut tenia ui. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Melissant. vm., nm. eu 's av. leeskerk. Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vui., nm. en 's av. leeskerk GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 's av. ds. Minderman. |s de wormen schaars zijn én omdat de koopkracht van 't Strijd staalt spieren 1 iden om 't grootste deel van de len, en voor niemand te hoog. 201 P ZENVEEiy Mevrouw KOERT te Nieuwe Tonge vraagt tegen 1 Novem ber a.s. een houdt voortaan niet Zaterdags Zitdag maar iederen in Hotel Meuer te Middelharnis. Prijs per kwartaalf I, Losse msmoiers f 0,07* Advertentie» v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. üieiistumibitMiingeii en Dienstnanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 rebels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deur de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 5E JAARGANG. - N°. 93. VAN DE VIERDE ALGEMEENE VER GADERING VAN DEN VOLKENBOND. V. Het gaat met de beraadslagingen in de Algeineene Vergadering dit jaar met hor ten en stooten. Vandaar dan ook, dat de verschillende, toch niet onbelangrijke pun ten van min of meer algemeenen aard, die in het rapport van den Volkenbondsraad voorkomen, niet zoozeer als voorgaande jaren aan bespreking zullen worden onder worpen. Dit heeft een^zeker nadeel, maar het heeft ook het voordeel, dat de hoofd punten van het beleid van den Volken bondsraad meer naarvoren treden dan vroeger het geval was. Toen namen ver schillende vraagstukken van secundairen aard wel eens wat te ruime plaats in de algemeene beschouwingen in, en dat is thans niet het geval. De Raad van den Volkenbond heeft nog eens een openbare vergadering gehouden over de bevoegdheid inzake het geval Cor fu, een openbare vergadering, die een beetje op een mystificatie heeft geleken, aangezien geheel de verwachte discussie, de groote redevoeringen van Cecil en Sa- landra zich beperkten tot het door deze beiden zich accoord verklaren met het voorstel van den Voorzitter, dat de Raad nader zal vaststellen op welke wijze een onderzoek naar de bevoegdheid, niet in dit speciale geval, maar in het algemeen, zal worden ingesteld. Die oplossing verdient ongetwijfeld toejuiching, al is zij theore tisch niet geheel bevredigend. Immers de bevoegdheidsvraag is reeds getreden in het zuiver academisch stadium; het Itali- aansch-Grieksche geschil kan opgelost worden gerekend, en de wijze, waarop Europa het heeft behandeld, is een duide lijke wenk geweest aan Mussolini's al te imperialistische aspiraties. Of de Volken bond reeds voor den Gezantenraad be voegd was om in te grijpen, doet nu weinig meer ter zake. Wel echter is het verloop dezer aanklacht een les geweest, die men zich ten nutte kan maken. Wat de Raad van den Volkenbond dan ook wenscht. Hoewel het naar de meening van de over- groote meerderheid vaststaat, dat de Vol kenbond in dit opzicht bevoegd is, wil de Raad dit toch nog nader doen uitmaken. De wijze waarop zal nu worden geregeld, maar men neemt algemeen aan, dat hier bij het Hof van Justitie in Den Haag een voorname rol zal spelen. Dit Hof is zeker meer dan eenig ander lichaam competent om te beoordeelen hoever de bepalingen van het Pacte van den Volkenbond gaan, en in welken zin zij de leden binden. Geen der leden van den Volkenbond kan zijn nationale eer of waardigheid gekwetst achten door een advies van die zijde op te volgen, terwijl dit advies daarom te ob jectiever valt te geven, wijl het, nu het Ïtaliaansch-Grieksche incident practisch van de baan is, een advies meer in het theoretisch luchtledige dan in het prac- FEU I LLETON. VAN E. WERNER. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 12) Maar juist toen ik op het punt stond mij op mijn naderend eind voor te bereiden, zag ik op eens de blauwe zee door het geboomte schemeren en her kende den omtrek van den Beukenheuvel. Mijn ridder uit den voortijd bleef staan, keek mij nog eens aan, alsof hij mij met huid en haar wilde ver slinden, en scheen 't nauwelijks te hooren dat ik hem bedankte. Eén oogenblik later was ik aan het strand en zag onze boot. Verbeeld je dus nu mijn verbazing, toen ik van morgen thuiskomende, mijn boschduivel, mijn hunnebedbewoner, dien ik reeds lang weer in allerlei onderaardsche holen en spelonken verzonken waande, bij tante in het salon zag zitten en gezegde duivel mij daarop als neef Waldemar werd voorgesteldl 't Is waar, hij deed vandaag alsof hij een heer was; hij leidde mij tells aan tafel, maar o hemel, hoe stelde hij zich daarbij aan! Ik geloof, dat 't de eerste maal in rijn leven was, dat hij een dame den arm presen teerde! En hebt ge wel opgelet, hoe hij boog en hoe hij zich aan tafel hield? Neem mij niet kwalijk, Leo, maar die nieuwe broer van je behoort in een wildernis thuis, en wel in de afgelegenste die er te vinden is. Daar kan hij zijn omgeving ten minste nog ontzag Inboezemen; maar beschaafde tiscli substantieve betreft. Dat de Raad van den Volkenbond nu eens rnstig bin nenkamers over de procedure van dit onderzoek wil praten, is begrijpelijk. De heer Loudon heeft er echter terecht in de Algemeene Vergadering de aan dacht op gevestigd, dat de beginsel kwestie en de uitlegging van de betref fende bepalingen van het Pact nog on beslist zijn. Hij geloofde het gevoelen weer te geven van het meerendeel der gedelegeerden, wanneer hij den Raad verzocht de resultaten van het onderzoek omtrent dit geschil, welk onderzoek aan leiding zal_ kunnen zijn tot verdere be spreking der kwestie, onverwijld aan de leden van den bond mede te deelen. De Japansche voorzitter van den Volken bondsraad bleek daartoe in beginsel niet ongeneigd. Eerst zullen met behulp van juristen de punten van meeningsverschil over de kwestie der competentie en inter nationale rechtsvraag nader worden op gesteld, daarna zal dan over te de volgen proceduren worden beslist. Uitgesloten is liet zeker niet, dat men deze aangelegen heid nog voor het einde van de vergade ring voor het plenum kan brengen. Maar ook dan is er iets juisEin de aanmaning van Motta, den Zwitserschen gedelegeer de, dat de noodige beperking worde be tracht. Motta heeft er nog eens op ge wezen, en hij ging zoover van openlijk te durven uitspreken, dat, wanneer de Vol kenbond in 1914 reeds had bestaan, de moordenaars van Serajewo zeker gevon den zouden zijn. Meer applaus nog dan Motta oogstte Léon Bourgeois, de groote voorstander van den Volkenbond; de man die meer dan iemand anders in Europa het wel slagen van den Bond heeft verzekerd. Hij heeft niet het woord gevoerd, maar reeds bij zijn binnentreden was er een storm achtig applaus. Naast hem was het vooral Nansen, die de toehoorders op zijn hand kreeg in een uitvoerige rede, waarin hij verschillende urgente problemen van den Volkenbond besprak. Zoo allereerst het Saar-vraagstuk en de humanitaire werk-, zaamheden van den Volkenbond. Hij gaf daarbij uiting aan zijn spijt, dat de Raad niets tot leniging van den grooten nood in Europa en tot herstel van het econo misch leven heeft kunnen doen. Slechts met medewerking van alle naties kan in dat opzicht iets bereikt worden. Voor de kleine naties is wel het komen tot over eenstemming in de eerste plaats nood zakelijk, want die leiden hieronder nog het meest. Het ligt in niemands bedoeling, aldus heeft Nansen uiteengezet, zich op eenige wijze in de kwestie van de betaling der reparatie te mengen. Nansen verklaar de niet te twijfelen aan liet recht van Frankrijk en België, wier gebieden gedeel telijk verwoest zijn, om aan te dringen op betaling van de reparatie. Eenige dagen na het sluiten van den wapenstil stand heeft hij een reis door de gebieden menschen werkt hij enkel op de lachspieren. En dat is dus de aanstaande heer en meester van Wilicza!" Leo was het in den grond van de zaak volkomen met haar eens; maar toch voelde hij zich verplicht de partij van zijn broeder op te nemen. Hij wist maar al te goed, welk een verschillenden indruk zijn eigen houding en manieren maakten en hier door viel het hem gemakkelijk edelmoedig te zijn. „Maar 't is Waldemar's schuld niet, dat er zoo veel aan zijn opvoeding ontbreekt," merkte hij aan. „Mama zegt dat zijn voogd hem stelselmatig heeft laten verwilderen." „Kort en goed, hij is een monster," besliste het jonge meisje, en„ ik verklaar hierbij plechtig, dat als men mij nog eens zulk een cavalier geeft, ik dien middag vrijwillig vast en niet aan tafel verschijn." Gedurende dit gesprek was Wanda's zakdoek, waarmee zij zicli verkoeling had toegewuifd, van haar schoot gegleden en lag nu tusschen de klim opranken, waarmede het balkon begroeid was. Leo zag dit en bukte zich hoffelijk om hem op te rapen, waarbij hij zich op éene knie moest neer laten. In deze houding reikte hij den zakdoek aan zijné nicht over die, in plaats van hem te bedanken, weer in een luiden lach uitbarstte. De jonge vorst sprong driftig op. „Waarom lacht ge?" „Niet over u, Leo! ik bedacht op eens, hoe ont zettend bespottelijk je broer er in zóo'n houding zou uitzien I" „Waldemar? Ja, dat zou hem zeker moeilijk afgaan. Maar dat genoegen zult ge niet licht sma ken. Hij buigt zeker nooit de knie voor eene dame en wel het allerminst voor u." gemaakt en liet is hem onmogelijk, de ver woestingen te beschrijven van de vrucht baarste streken der beide landen. Vele jaren moeten verloopen voordat hier weer iemand kan wonen. Kort geleden bezocht hij dezelfde streken echter nog eens, en heeft verbaasd gestaan over den buiten gewonen arbeid, die daar in zeer korten tijd is verricht. Natuurlijk konden de ont zaglijke uitgaven, die daarvoor worden vereisclit, niet ten laste worden gelegd van de landen zelf, maar men heeft sedert 1920 in de conferentie te Brussel de werk wijze aangegeven, die tot den wederop bouw der wereld zou kunnen leiden. De derde Volkenbondsvergadering is nog ver der gegaan dan deze conferentie en heeft vastgesteld, dat de materieele ontwape ning onmogelijk was, wanneer zij niet door een moreele ontwapening werd voor afgegaan, en dat dit slechts mogelijk was in een atmospheer van rust en zekerheid. Sedert dien is een vol jaar verloopen en men is geen stap verder gekomen. Niette min zou de Volkenbond in de regeling van al deze moeilijkheden een vooraanstaande rol kunnen spelen. Alle vraagstukken be treffende deze regeling zijn door hem gron dig bestudeerd en nog is men niet tot overeenstemming gekomen en heeft men zich niet tot den bond gewend om hem om zijn medewerking te verzoeken. Het behoeft geen betoog, dat deze rede een hoogtepunt van de discussie vormde, omdat daarin eindelijk, niet alleen indi rect, maar ook vrij direct, de vraag werd gesteld in hoeverre de Volenbond aan het oplossen van de Herstelkwestie zal deelnemen. Totdusverre is die vraag nog onbeslist; de redenaars die op Nansen volgden, hebben zich vooral met andere aangelegenheden bezig gehouden. Maar de Deensche gedelegeerde Zahle, "iSn der genen die veel klein en nuttig werk doet, heeft tegenover de twijfelaars van den Volkenbond vastgesteld, dat alles wat de Bond reeds heeft weten te volbrengen en den zwaren strijd, dien zijn vertegen woordigers tegen historische en politieke vooroordeelen hebben te voeren gehad, het levensrecht van den Bond vaststellen. De Algemeene Vergadering heeft in- tusschen nog geen verdere beslissing ge nomen. De toelating van Abessinië is nu het eerst aan de orde; sedert de daarover in het bijzonder gehoorde Fransche afge vaardigden gunstig voor dit verzoek ge stemd zijn, is de toelating vrijwel ver zekerd. Belangrijk is, dat de derde Com missie uit de vergadering met haar be raadslagingen over het garantie-tractaat van Cecil is gereed gekomen. Er was een' Franscli voorstel om de bepaling te schrap pen betreffende de toetreding van niet leden van den Volkenbond tot het garan tieverdrag. Dit voorstel is verworpen, ter wijl een Finsch voorstel, de mogelijkheid scheppende van instelling van gedemili tariseerde zones door bemiddeling van den Volkenbondsraad, werd aangenomen. „Het allerminst voor mij?" herhaalde Wanda beleedigd. „Ge bedoelt waarschijnlijk dat ik nog zóo jong ben, dat 't niet de moeite waard is voor mij te knielen? Ik iiad grooten zin om je van het tegendeel te overtuigen." „Waardoor?" vroeg Leo lachend. „Door een knieval van Waldemar soms?" De jonge dame trok spijtig de lippen saam. „En ais ik mij nu eens voornam hem daartoe te brengen „Welnu, probeer eens je macht op mijn broer," antwoordde hij min of meer geraakt. „Misschien leert ge dan inzien, dat ge niet alles kunt wat ge wilt." Wanda sprong op met de opgewondenheid van een kind, dat men een stuk speelgoed voorhoudt. „Best! Waarom zullen we wedden?" „Maar 't moet een voetval zijn, die in allen ernst gemeend is, Wandal Geen aardigheid zooals de mijne van straks!" „Natuurlijk!" stemde dc jonge gravin toe. „Lacht ge? Beschouwt ge dat als zoo'n onmogelijk heid? Nu, we zullen zien, wie van beiden dc wed denschap wint. Nog voor ons vertrek zult gc Walde mar voor mij op dc knieën zien. Alleen verzoek ik vriendelijk, dat gc er hem niets van laat merken. Ik zou vreezen dat zijn berennatuur in al haar woede losbarstte, als hij vernam dat wij ons ver stoutten hem tot het voorwerp van een wedden schap te maken." „Ik zal zwijgen ais het graf," verzekerde Leo, die, door haar moedwil mcdegesleept, thans ook in de grap toestemde. „Eénc uitbarsting van zijn woede zullen wc echter niet ontgaan, als gij hem ten slotte uitlacht en hij merkt, hoe de vork aan den steel zit. Of hebt ge soms plan hem het ja woord te geven?" Uit de stemming over de verschillende amendementen wordt de sterkte der ver schillende stroomingen aldus becijferd: tegenstanders zes; uiterste Fransche groep ten voordeele van bijzondere garantie verdragen zeven; Engelsche middengroep ten voordeele van het oorspronkelijk Cecil-tractaat: twaalf; terwijl een tiental delegaties zich totdusver onthielden en op haar stemmen dus geen staat valt te maken. In verband met de besprekingen over het bewapeningsvraagstuk, die zoowel in- als buiten de Volkenbondskringen de meeste belangstelling wekken, komt de publicatie betreffende de uitgaven voor defensie van de verschillende landen, zulks evenzeer als een vorig jaar, op tijd. Ditmaal gaat de vergelijking niet tot 1914 terug, doch beperkt zich tot de laatste drie jaren. Nadrukkelijk wordt weer ge waarschuwd tegen vergelijking van de cijfers der verschillende landen, omdat deze onmogelijk is om vele redenen. De begrootingstelsels loopen uiteen; de be grootingen van Oorlog en Marine van het eene land omvatten posten, welke in andere landen op andere budgetten voor komen; in landen, waar door den oorlog de uitgaven voor de verdediging enorm waren opgevoerd, is uiteraard het terug- loopen sterker dan in landen, die normaal bleven. Maar toch, ook zonder deze ver gelijking, zijn de cijfers belangrijk genoeg te achten om er hier enkele van weer te geven. Wat allereerst de groote Euro- peesche Mogendheden aangaat, leert dit overzicht: Engeland gaf in 1921-1922 voor defen siedoeleinden (leger, vloot en luchtvloot) 202 millioen pond sterling uit, terwijl de begroote uitgaven voor 1922/23 150 en voor 1923/24 131 millioen bedragen index cijfers resp. 100, 74 en 65. Berekend naar het prijsniveau van voor den oorlog, zou den die getallen 111, 95 en 82 millioen geweest zijn (indexcijfers 100, 86 en 74). In Frankrijk zijn de begroote uitgaven voor de defensie van 6998 millioen voor 1922 teruggeloopen tot 5373 millioen voor 1924, of in indexcijfers uitgedrukt 100 tot 77 (berekend naar het prijsniveau van voor den oorlog, zouden de uitgaven resp. 2140 en 1310 millioen bedragen, index cijfers resp. 100 en 61). Het Italiaansche budget geeft als eind cijfers voor defensie-uitgaven voor 1922 2686 millioen lire, voor 1923 3165 en voor 1924 3076 (indexcijfers 100, 118 en 114). Omgerekend naar voor-oorlogsprijzen resp 462, 557, en 541 millioen, indexcijfer: 100, 120 en 117). De Belgische defensieuitgaven waren voor 1922 begroot op 653 millioen, voor 1923 op 645 millioen, indexcijfers resp. 100 en 99 (omgerekend naar voor-oorlogs prijsniveau 178 en 135 millioen, index cijfers 100 en 76). Wat nu de nieuwe Staten aangaat, blijkt achtereenvolgens voor: De beide kinderen want eigenlijk waren ze nog niet veel meer dan kinderen, ondanks hun zestien en zeventien jaren lachten en schertsten nog een geruime poos met elkander. Ze waren zoo gewoon elkaar weerkeerig te plagen, dat 't hen zeer vergeeflijk voorkwam, ook eens een derde daar in te betrekken. De gedachte kwam niet in hun ziel op, dat Waldemar met zijn ontoegankelijk karakter de ongeschiktste persoon was, dien ze hiertoe hadden kunnen kiezen, noch in welken bitteren ernst hij het spel zou doen verkeeren, dat zij in hunne jeugdige onbedachtzaamheid op touw hadden gezet. Eenige weken waren voorbijgegaan. De zomer liep ten eind en op den Oldenhof gaf de oogst ieder handen vol werk. De landheer, die den geheeien voormiddag op de velden had doorgebracht, om alles zelf na te zien en te regelen, was moe en afge mat thuisgekomen en verheugde zicli thans na het eten op zijn welverdiend middagslaapje. Terwiji hij de noodige voorbereidingen hiertoe trof, keek hij met een gemengd gevoel van ergernis en ver wondering naar zijn pleegzoon, die in zijn gewoon rijkostuum bij het venster stond, wachtende dat zijn paard zou worden voorgebracht. „Dus wilt ge wezenlijk in die hitte naar C. rij den?" vroeg dc heer Witold. „Nu veel plezier op dien zonnigen weg! Twee uur lang en dan op het heetst van den dag! Ge zult een zonnesteek krijgen, maar ge schijnt niet meer te kunnen leven, als gij je moeder niet drie- of viermaal 's weeks een bezoek brengt." De jonge man trok de wenkbrauwen saam. „Ik Polen: begrootingscijfers 1921: 61033 millioen mark, 1922: 152849, 1923 2554.512 millioen; indexcijfers 100, 250 en 4185. Omgerekend naar voor-oorlogs prijsniveau krijgen wij een juister denk beeld: 101 millioen, 111 millioen en 337 millioen. Indexcijfers 100, 110 en 235. Tsjecho-Slowakyedefensiebegrooting 1921 3366 millioen kronen, 1922 3361, 1923 3000. Indexcijfers 100, 99.8, 89.1. Ook hier geeft de omrekening een juister beeld: resp. 201 millioen, 258 millioen en 296 millioen kronen; indexcijfers 100, 128 en 147. Finland zijn de indexcijfers 100, 106 en 108 (omgerekend 100, 109 en 109). Tenslotte de neutrale landen, ten aan zien waarvan blijkt: Zweden: Werkelijke uitgaven 1921: 230 millioen kronen, 1922: 184, 1923/24: 149 millioen. Indexcijfers: 100, 80, 65. Om gerekend: resp. 103, 106 en 91 millioen. Indexcijfers resp. 100, 102 en 88. Noorwegen: werkelijke uitgave 1921/22: 62 millioen kronen, begrooting 1922/23 54, 1923/24 46.8 millioen kr. Indexcijfers: 100, 87 en 75. Omgerekend resp. 23.5, 23.9 en 19.9 millioen kr., indexcijfers 100, 101 en 85. Denemarken: Werkelijke uitgaven 1921- 22 65.6 millioen kr., begrooting 1922/23: 60 millioen, 1923/24 47.6 millioen, index cijfers 100, 91 en 72. Omgerekend: 31.1 millioen, 32.6 en 23.2 millioen. Index cijfers 100, 104,7 en 74.7. Zwitserland: Werkelijke uitgaven 1921: 130.7 millioen fr. (waaronder nog 47 mil lioen mobilisatiekosten). 1922: 79.7 mil lioen, 1923 begrooting 77.8 millioen fr. Nederland: (leger, vloot in moederland en koloniën). Werkelijke uitgaven 1921: 119.8 millioen gulden, 1922 121.2-,- 1923 105.3 millioen. Indexcijfers 100, I§2~en 88. Nog worden afzonderlijke cijfers^ ge-' publiceerd voor de Vereenigde Staten, voor Rusland, voor Engelsch-indië en voor Canada. De werkelijke defensie-uit gaven van de Vereenigde Staten hebben achtereenvolgens in de drie besproken jaren bedragen 789,9, f&9,7 en 568,8 mil lioen dollar; de indexcijfers 100, 76 en 72. Aan de Russische cijfers is ontleend, dat de uitgaven voor leger en vloot, die in 1918 beliepen 32.4 van het totaal bud get, in de volgende jaren zijn gedaald tot resp. 18,8, 11,1 en 1.1 In Engelsch- indië waren de uitgaven in de drie jaren achtereenvolgens 777, 720,9 en 650,4 mil lioen roepijen; in Canada resp. 23,8, 20,2 en 17,5 millioen dollar. Cijfers dus, welke er naarbuiten allen zeer hoopvol uitzien, maar waarvan zonder nadere gepreciseer de gegevens moeilijk is uit te maken of zij inderdaad aan dit uiterlijk aspect be antwoorden. De meening wordt in Genève geuit, dat de vergadering tegen het einde dezer week zal uiteengaan. Dan is zij de vier regle mentaire weken bijeen geweest en heeft zij de begrooting niet overschreden. Onmoge- kan toch niet neen zeggen, als moeder mij bij zich wenscht te zien. Nu wij zoo dicht bij elkaar zijn, heeft zij bovendien recht, dat ik haar van tijd tot tijd bezoek." „Ze maakt er dan ook geen karig gebruik van," merkte Witold aan. Maar dat zou ik weleenswil- len weten, hoe ze t' eigenlijk heeft aangevangen om iemand als u tot een gehoorzamen zoon te kne den. Ik heb dat bijna twintig jaren lang vergeefs beproefd en zij kreeg 't in een enkelen dag gedaan. Is waar, van jongsaf heeft ze kunnen regeeren." „Oom, ge weet best dat ik mij niet laat regeeren," antwoordde Waldemar driftig. „Moeder is mij op liefderijke en verzoenende wijs tegemoet gekomen en dit wil noch kan ik zoo ruw terugwijzen als gij het dcedt, toen ik nog onder uw voogdijschap stond „Hoe dikwijls hebben zij je daar ginds wel ge zegd, dat ge nu niet meer daaronder staat?" viel zijn pleegvader hem in de rede. „Gedurende de laatste weken brengt ge dit merkwaardig dik wijls te pas. Maar dat is geheel onnoodig, mijn jongen. Ge hebt ongelukkig van kindsbeen af nooit iets anders gedaan dan wat ge zelf verkoost, en daarentegen dikwijls genoeg iets tegen mijn zin gedaan. Je meerderjarigverklaring is enkei een vorm, dat wil zeggen voor mij, niet voor de Bara- towski's. Die zullen wel weten wat ze daarmee doen zuilen en waarom zij er je voortdurend aan herinneren." „Waarom komt gc mij eeuwig met die verdacht makingen aan boord?" barstte Waldemar uit. ..Moet ik dan afstand doen van allen omgang met mijn bloedverwanten, alleen omdat gij op een vijandigen voet met hen staat?" (Wordt vervolgd;.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1