iigende
:ties
elingen
JING
flinke dienstbode
AAT SOMELSDIJK
;n vocht en koude
Geeft U op als Abonné.
at - Rotterdam
et
eizoen 1923-1924
Vollen
ederen
Tandarts KROS
Donderdag,
ERJURKEN, BORSTROKKEN,
(en JONGENS-ONDERPAKKEN,
in natuurwol, voorhanden bij
ET U DAAROM VROEGTIJDIG
WOENSDAG
3 OCTOBER 1923
VINETA.
a j. en
K> j.
k. A.J.
Fran-
Geld-
|RK.
uit de
nsten).
t trans.
ten uit
Kruijt.
Tonge.
[oinmel.
olhuij?.
Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink.
Vierpolders, vin. ds. Zwiep.
Zwartewaal, vm. ds. Bartstra. (Doop).
Heenvliet. vm. ds. Bom\jn.
Abbenbroek, vm. ds. Wanrooy.
PROTESTANTENBOND.
Brielle, vm. 11) uur, ds. G. Hulsman uit Den
Haag.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Vau Velzen.
Melissant. vm. en 'sav. leeskerk.
SteUeudaiu, vm. en 's av. ds. Schuurman uit Den
Haag.
Otiddorp. vm. eu nam. dhr. Schelhaas uit Hooge-
veen.
Ooltgensplaat, geen opgaaf.
Deu Bommel, vm en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 'sav. leeskerk.
Hellenet sluis. vm. eu 'sav. dhr. De Jong, cand.
te Rut tenia ui.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Melissant. vm., nm. eu 's av. leeskerk.
Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vui., nm. en 's av. leeskerk
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 's av. ds. Minderman.
|s de wormen schaars zijn
én omdat de koopkracht van 't
Strijd staalt spieren 1
iden om 't grootste deel van de
len,
en voor niemand te hoog.
201
P
ZENVEEiy
Mevrouw KOERT te Nieuwe
Tonge vraagt tegen 1 Novem
ber a.s. een
houdt voortaan niet Zaterdags
Zitdag maar iederen
in Hotel Meuer te Middelharnis.
Prijs per kwartaalf I,
Losse msmoiers f 0,07*
Advertentie» v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
üieiistumibitMiingeii en Dienstnanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 rebels; elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven deur de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
5E JAARGANG. - N°. 93.
VAN DE VIERDE ALGEMEENE VER
GADERING VAN DEN VOLKENBOND.
V.
Het gaat met de beraadslagingen in de
Algeineene Vergadering dit jaar met hor
ten en stooten. Vandaar dan ook, dat de
verschillende, toch niet onbelangrijke pun
ten van min of meer algemeenen aard, die
in het rapport van den Volkenbondsraad
voorkomen, niet zoozeer als voorgaande
jaren aan bespreking zullen worden onder
worpen. Dit heeft een^zeker nadeel, maar
het heeft ook het voordeel, dat de hoofd
punten van het beleid van den Volken
bondsraad meer naarvoren treden dan
vroeger het geval was. Toen namen ver
schillende vraagstukken van secundairen
aard wel eens wat te ruime plaats in de
algemeene beschouwingen in, en dat is
thans niet het geval.
De Raad van den Volkenbond heeft nog
eens een openbare vergadering gehouden
over de bevoegdheid inzake het geval Cor
fu, een openbare vergadering, die een
beetje op een mystificatie heeft geleken,
aangezien geheel de verwachte discussie,
de groote redevoeringen van Cecil en Sa-
landra zich beperkten tot het door deze
beiden zich accoord verklaren met het
voorstel van den Voorzitter, dat de Raad
nader zal vaststellen op welke wijze een
onderzoek naar de bevoegdheid, niet in dit
speciale geval, maar in het algemeen, zal
worden ingesteld. Die oplossing verdient
ongetwijfeld toejuiching, al is zij theore
tisch niet geheel bevredigend. Immers de
bevoegdheidsvraag is reeds getreden in het
zuiver academisch stadium; het Itali-
aansch-Grieksche geschil kan opgelost
worden gerekend, en de wijze, waarop
Europa het heeft behandeld, is een duide
lijke wenk geweest aan Mussolini's al te
imperialistische aspiraties. Of de Volken
bond reeds voor den Gezantenraad be
voegd was om in te grijpen, doet nu weinig
meer ter zake. Wel echter is het verloop
dezer aanklacht een les geweest, die men
zich ten nutte kan maken. Wat de Raad
van den Volkenbond dan ook wenscht.
Hoewel het naar de meening van de over-
groote meerderheid vaststaat, dat de Vol
kenbond in dit opzicht bevoegd is, wil de
Raad dit toch nog nader doen uitmaken.
De wijze waarop zal nu worden geregeld,
maar men neemt algemeen aan, dat hier
bij het Hof van Justitie in Den Haag een
voorname rol zal spelen. Dit Hof is zeker
meer dan eenig ander lichaam competent
om te beoordeelen hoever de bepalingen
van het Pacte van den Volkenbond gaan,
en in welken zin zij de leden binden. Geen
der leden van den Volkenbond kan zijn
nationale eer of waardigheid gekwetst
achten door een advies van die zijde op te
volgen, terwijl dit advies daarom te ob
jectiever valt te geven, wijl het, nu het
Ïtaliaansch-Grieksche incident practisch
van de baan is, een advies meer in het
theoretisch luchtledige dan in het prac-
FEU I LLETON.
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
12)
Maar juist toen ik op het punt stond mij op mijn
naderend eind voor te bereiden, zag ik op eens de
blauwe zee door het geboomte schemeren en her
kende den omtrek van den Beukenheuvel. Mijn
ridder uit den voortijd bleef staan, keek mij nog
eens aan, alsof hij mij met huid en haar wilde ver
slinden, en scheen 't nauwelijks te hooren dat ik
hem bedankte. Eén oogenblik later was ik aan het
strand en zag onze boot. Verbeeld je dus nu
mijn verbazing, toen ik van morgen thuiskomende,
mijn boschduivel, mijn hunnebedbewoner, dien
ik reeds lang weer in allerlei onderaardsche holen
en spelonken verzonken waande, bij tante in het
salon zag zitten en gezegde duivel mij daarop als
neef Waldemar werd voorgesteldl 't Is waar, hij
deed vandaag alsof hij een heer was; hij leidde mij
tells aan tafel, maar o hemel, hoe stelde hij zich
daarbij aan! Ik geloof, dat 't de eerste maal in
rijn leven was, dat hij een dame den arm presen
teerde! En hebt ge wel opgelet, hoe hij boog en hoe
hij zich aan tafel hield? Neem mij niet kwalijk,
Leo, maar die nieuwe broer van je behoort in
een wildernis thuis, en wel in de afgelegenste die
er te vinden is. Daar kan hij zijn omgeving ten
minste nog ontzag Inboezemen; maar beschaafde
tiscli substantieve betreft. Dat de Raad
van den Volkenbond nu eens rnstig bin
nenkamers over de procedure van dit
onderzoek wil praten, is begrijpelijk.
De heer Loudon heeft er echter terecht
in de Algemeene Vergadering de aan
dacht op gevestigd, dat de beginsel
kwestie en de uitlegging van de betref
fende bepalingen van het Pact nog on
beslist zijn. Hij geloofde het gevoelen
weer te geven van het meerendeel der
gedelegeerden, wanneer hij den Raad
verzocht de resultaten van het onderzoek
omtrent dit geschil, welk onderzoek aan
leiding zal_ kunnen zijn tot verdere be
spreking der kwestie, onverwijld aan de
leden van den bond mede te deelen. De
Japansche voorzitter van den Volken
bondsraad bleek daartoe in beginsel niet
ongeneigd. Eerst zullen met behulp van
juristen de punten van meeningsverschil
over de kwestie der competentie en inter
nationale rechtsvraag nader worden op
gesteld, daarna zal dan over te de volgen
proceduren worden beslist. Uitgesloten is
liet zeker niet, dat men deze aangelegen
heid nog voor het einde van de vergade
ring voor het plenum kan brengen. Maar
ook dan is er iets juisEin de aanmaning
van Motta, den Zwitserschen gedelegeer
de, dat de noodige beperking worde be
tracht. Motta heeft er nog eens op ge
wezen, en hij ging zoover van openlijk te
durven uitspreken, dat, wanneer de Vol
kenbond in 1914 reeds had bestaan, de
moordenaars van Serajewo zeker gevon
den zouden zijn.
Meer applaus nog dan Motta oogstte
Léon Bourgeois, de groote voorstander
van den Volkenbond; de man die meer
dan iemand anders in Europa het wel
slagen van den Bond heeft verzekerd. Hij
heeft niet het woord gevoerd, maar reeds
bij zijn binnentreden was er een storm
achtig applaus. Naast hem was het vooral
Nansen, die de toehoorders op zijn hand
kreeg in een uitvoerige rede, waarin hij
verschillende urgente problemen van den
Volkenbond besprak. Zoo allereerst het
Saar-vraagstuk en de humanitaire werk-,
zaamheden van den Volkenbond. Hij gaf
daarbij uiting aan zijn spijt, dat de Raad
niets tot leniging van den grooten nood
in Europa en tot herstel van het econo
misch leven heeft kunnen doen. Slechts
met medewerking van alle naties kan in
dat opzicht iets bereikt worden. Voor de
kleine naties is wel het komen tot over
eenstemming in de eerste plaats nood
zakelijk, want die leiden hieronder nog
het meest. Het ligt in niemands bedoeling,
aldus heeft Nansen uiteengezet, zich op
eenige wijze in de kwestie van de betaling
der reparatie te mengen. Nansen verklaar
de niet te twijfelen aan liet recht van
Frankrijk en België, wier gebieden gedeel
telijk verwoest zijn, om aan te dringen
op betaling van de reparatie. Eenige
dagen na het sluiten van den wapenstil
stand heeft hij een reis door de gebieden
menschen werkt hij enkel op de lachspieren. En
dat is dus de aanstaande heer en meester van
Wilicza!"
Leo was het in den grond van de zaak volkomen
met haar eens; maar toch voelde hij zich verplicht
de partij van zijn broeder op te nemen. Hij wist
maar al te goed, welk een verschillenden indruk
zijn eigen houding en manieren maakten en hier
door viel het hem gemakkelijk edelmoedig te zijn.
„Maar 't is Waldemar's schuld niet, dat er zoo
veel aan zijn opvoeding ontbreekt," merkte hij
aan. „Mama zegt dat zijn voogd hem stelselmatig
heeft laten verwilderen."
„Kort en goed, hij is een monster," besliste het
jonge meisje, en„ ik verklaar hierbij plechtig,
dat als men mij nog eens zulk een cavalier geeft,
ik dien middag vrijwillig vast en niet aan tafel
verschijn."
Gedurende dit gesprek was Wanda's zakdoek,
waarmee zij zicli verkoeling had toegewuifd, van
haar schoot gegleden en lag nu tusschen de klim
opranken, waarmede het balkon begroeid was.
Leo zag dit en bukte zich hoffelijk om hem op te
rapen, waarbij hij zich op éene knie moest neer
laten. In deze houding reikte hij den zakdoek aan
zijné nicht over die, in plaats van hem te bedanken,
weer in een luiden lach uitbarstte.
De jonge vorst sprong driftig op. „Waarom lacht
ge?"
„Niet over u, Leo! ik bedacht op eens, hoe ont
zettend bespottelijk je broer er in zóo'n houding
zou uitzien I"
„Waldemar? Ja, dat zou hem zeker moeilijk
afgaan. Maar dat genoegen zult ge niet licht sma
ken. Hij buigt zeker nooit de knie voor eene dame
en wel het allerminst voor u."
gemaakt en liet is hem onmogelijk, de ver
woestingen te beschrijven van de vrucht
baarste streken der beide landen. Vele
jaren moeten verloopen voordat hier weer
iemand kan wonen. Kort geleden bezocht
hij dezelfde streken echter nog eens, en
heeft verbaasd gestaan over den buiten
gewonen arbeid, die daar in zeer korten
tijd is verricht. Natuurlijk konden de ont
zaglijke uitgaven, die daarvoor worden
vereisclit, niet ten laste worden gelegd
van de landen zelf, maar men heeft sedert
1920 in de conferentie te Brussel de werk
wijze aangegeven, die tot den wederop
bouw der wereld zou kunnen leiden. De
derde Volkenbondsvergadering is nog ver
der gegaan dan deze conferentie en heeft
vastgesteld, dat de materieele ontwape
ning onmogelijk was, wanneer zij niet
door een moreele ontwapening werd voor
afgegaan, en dat dit slechts mogelijk was
in een atmospheer van rust en zekerheid.
Sedert dien is een vol jaar verloopen en
men is geen stap verder gekomen. Niette
min zou de Volkenbond in de regeling van
al deze moeilijkheden een vooraanstaande
rol kunnen spelen. Alle vraagstukken be
treffende deze regeling zijn door hem gron
dig bestudeerd en nog is men niet tot
overeenstemming gekomen en heeft men
zich niet tot den bond gewend om hem
om zijn medewerking te verzoeken.
Het behoeft geen betoog, dat deze rede
een hoogtepunt van de discussie vormde,
omdat daarin eindelijk, niet alleen indi
rect, maar ook vrij direct, de vraag werd
gesteld in hoeverre de Volenbond aan
het oplossen van de Herstelkwestie zal
deelnemen. Totdusverre is die vraag nog
onbeslist; de redenaars die op Nansen
volgden, hebben zich vooral met andere
aangelegenheden bezig gehouden. Maar
de Deensche gedelegeerde Zahle, "iSn der
genen die veel klein en nuttig werk doet,
heeft tegenover de twijfelaars van den
Volkenbond vastgesteld, dat alles wat de
Bond reeds heeft weten te volbrengen en
den zwaren strijd, dien zijn vertegen
woordigers tegen historische en politieke
vooroordeelen hebben te voeren gehad,
het levensrecht van den Bond vaststellen.
De Algemeene Vergadering heeft in-
tusschen nog geen verdere beslissing ge
nomen. De toelating van Abessinië is nu
het eerst aan de orde; sedert de daarover
in het bijzonder gehoorde Fransche afge
vaardigden gunstig voor dit verzoek ge
stemd zijn, is de toelating vrijwel ver
zekerd. Belangrijk is, dat de derde Com
missie uit de vergadering met haar be
raadslagingen over het garantie-tractaat
van Cecil is gereed gekomen. Er was een'
Franscli voorstel om de bepaling te schrap
pen betreffende de toetreding van niet
leden van den Volkenbond tot het garan
tieverdrag. Dit voorstel is verworpen, ter
wijl een Finsch voorstel, de mogelijkheid
scheppende van instelling van gedemili
tariseerde zones door bemiddeling van
den Volkenbondsraad, werd aangenomen.
„Het allerminst voor mij?" herhaalde Wanda
beleedigd. „Ge bedoelt waarschijnlijk dat ik nog
zóo jong ben, dat 't niet de moeite waard is voor
mij te knielen? Ik iiad grooten zin om je van het
tegendeel te overtuigen."
„Waardoor?" vroeg Leo lachend. „Door een
knieval van Waldemar soms?"
De jonge dame trok spijtig de lippen saam. „En
ais ik mij nu eens voornam hem daartoe te brengen
„Welnu, probeer eens je macht op mijn broer,"
antwoordde hij min of meer geraakt. „Misschien
leert ge dan inzien, dat ge niet alles kunt wat ge
wilt."
Wanda sprong op met de opgewondenheid van
een kind, dat men een stuk speelgoed voorhoudt.
„Best! Waarom zullen we wedden?"
„Maar 't moet een voetval zijn, die in allen ernst
gemeend is, Wandal Geen aardigheid zooals de
mijne van straks!"
„Natuurlijk!" stemde dc jonge gravin toe.
„Lacht ge? Beschouwt ge dat als zoo'n onmogelijk
heid? Nu, we zullen zien, wie van beiden dc wed
denschap wint. Nog voor ons vertrek zult gc Walde
mar voor mij op dc knieën zien. Alleen verzoek
ik vriendelijk, dat gc er hem niets van laat merken.
Ik zou vreezen dat zijn berennatuur in al haar
woede losbarstte, als hij vernam dat wij ons ver
stoutten hem tot het voorwerp van een wedden
schap te maken."
„Ik zal zwijgen ais het graf," verzekerde Leo,
die, door haar moedwil mcdegesleept, thans ook
in de grap toestemde. „Eénc uitbarsting van zijn
woede zullen wc echter niet ontgaan, als gij hem
ten slotte uitlacht en hij merkt, hoe de vork aan
den steel zit. Of hebt ge soms plan hem het ja
woord te geven?"
Uit de stemming over de verschillende
amendementen wordt de sterkte der ver
schillende stroomingen aldus becijferd:
tegenstanders zes; uiterste Fransche groep
ten voordeele van bijzondere garantie
verdragen zeven; Engelsche middengroep
ten voordeele van het oorspronkelijk
Cecil-tractaat: twaalf; terwijl een tiental
delegaties zich totdusver onthielden en
op haar stemmen dus geen staat valt te
maken.
In verband met de besprekingen over
het bewapeningsvraagstuk, die zoowel in-
als buiten de Volkenbondskringen de
meeste belangstelling wekken, komt de
publicatie betreffende de uitgaven voor
defensie van de verschillende landen,
zulks evenzeer als een vorig jaar, op tijd.
Ditmaal gaat de vergelijking niet tot 1914
terug, doch beperkt zich tot de laatste
drie jaren. Nadrukkelijk wordt weer ge
waarschuwd tegen vergelijking van de
cijfers der verschillende landen, omdat
deze onmogelijk is om vele redenen. De
begrootingstelsels loopen uiteen; de be
grootingen van Oorlog en Marine van het
eene land omvatten posten, welke in
andere landen op andere budgetten voor
komen; in landen, waar door den oorlog
de uitgaven voor de verdediging enorm
waren opgevoerd, is uiteraard het terug-
loopen sterker dan in landen, die normaal
bleven. Maar toch, ook zonder deze ver
gelijking, zijn de cijfers belangrijk genoeg
te achten om er hier enkele van weer te
geven. Wat allereerst de groote Euro-
peesche Mogendheden aangaat, leert dit
overzicht:
Engeland gaf in 1921-1922 voor defen
siedoeleinden (leger, vloot en luchtvloot)
202 millioen pond sterling uit, terwijl de
begroote uitgaven voor 1922/23 150 en
voor 1923/24 131 millioen bedragen index
cijfers resp. 100, 74 en 65. Berekend naar
het prijsniveau van voor den oorlog, zou
den die getallen 111, 95 en 82 millioen
geweest zijn (indexcijfers 100, 86 en 74).
In Frankrijk zijn de begroote uitgaven
voor de defensie van 6998 millioen voor
1922 teruggeloopen tot 5373 millioen voor
1924, of in indexcijfers uitgedrukt 100 tot
77 (berekend naar het prijsniveau van
voor den oorlog, zouden de uitgaven resp.
2140 en 1310 millioen bedragen, index
cijfers resp. 100 en 61).
Het Italiaansche budget geeft als eind
cijfers voor defensie-uitgaven voor 1922
2686 millioen lire, voor 1923 3165 en voor
1924 3076 (indexcijfers 100, 118 en 114).
Omgerekend naar voor-oorlogsprijzen resp
462, 557, en 541 millioen, indexcijfer: 100,
120 en 117).
De Belgische defensieuitgaven waren
voor 1922 begroot op 653 millioen, voor
1923 op 645 millioen, indexcijfers resp.
100 en 99 (omgerekend naar voor-oorlogs
prijsniveau 178 en 135 millioen, index
cijfers 100 en 76).
Wat nu de nieuwe Staten aangaat,
blijkt achtereenvolgens voor:
De beide kinderen want eigenlijk waren ze
nog niet veel meer dan kinderen, ondanks hun
zestien en zeventien jaren lachten en schertsten
nog een geruime poos met elkander. Ze waren
zoo gewoon elkaar weerkeerig te plagen, dat 't hen
zeer vergeeflijk voorkwam, ook eens een derde daar
in te betrekken. De gedachte kwam niet in hun
ziel op, dat Waldemar met zijn ontoegankelijk
karakter de ongeschiktste persoon was, dien ze
hiertoe hadden kunnen kiezen, noch in welken
bitteren ernst hij het spel zou doen verkeeren,
dat zij in hunne jeugdige onbedachtzaamheid op
touw hadden gezet.
Eenige weken waren voorbijgegaan. De zomer
liep ten eind en op den Oldenhof gaf de oogst ieder
handen vol werk. De landheer, die den geheeien
voormiddag op de velden had doorgebracht, om
alles zelf na te zien en te regelen, was moe en afge
mat thuisgekomen en verheugde zicli thans na het
eten op zijn welverdiend middagslaapje. Terwiji
hij de noodige voorbereidingen hiertoe trof, keek
hij met een gemengd gevoel van ergernis en ver
wondering naar zijn pleegzoon, die in zijn gewoon
rijkostuum bij het venster stond, wachtende dat
zijn paard zou worden voorgebracht.
„Dus wilt ge wezenlijk in die hitte naar C. rij
den?" vroeg dc heer Witold. „Nu veel plezier
op dien zonnigen weg! Twee uur lang en dan op
het heetst van den dag! Ge zult een zonnesteek
krijgen, maar ge schijnt niet meer te kunnen leven,
als gij je moeder niet drie- of viermaal 's weeks
een bezoek brengt."
De jonge man trok de wenkbrauwen saam. „Ik
Polen: begrootingscijfers 1921: 61033
millioen mark, 1922: 152849, 1923
2554.512 millioen; indexcijfers 100, 250
en 4185. Omgerekend naar voor-oorlogs
prijsniveau krijgen wij een juister denk
beeld: 101 millioen, 111 millioen en 337
millioen. Indexcijfers 100, 110 en 235.
Tsjecho-Slowakyedefensiebegrooting
1921 3366 millioen kronen, 1922 3361,
1923 3000. Indexcijfers 100, 99.8, 89.1.
Ook hier geeft de omrekening een juister
beeld: resp. 201 millioen, 258 millioen en
296 millioen kronen; indexcijfers 100, 128
en 147.
Finland zijn de indexcijfers 100, 106 en
108 (omgerekend 100, 109 en 109).
Tenslotte de neutrale landen, ten aan
zien waarvan blijkt:
Zweden: Werkelijke uitgaven 1921: 230
millioen kronen, 1922: 184, 1923/24: 149
millioen. Indexcijfers: 100, 80, 65. Om
gerekend: resp. 103, 106 en 91 millioen.
Indexcijfers resp. 100, 102 en 88.
Noorwegen: werkelijke uitgave 1921/22:
62 millioen kronen, begrooting 1922/23
54, 1923/24 46.8 millioen kr. Indexcijfers:
100, 87 en 75. Omgerekend resp. 23.5, 23.9
en 19.9 millioen kr., indexcijfers 100, 101
en 85.
Denemarken: Werkelijke uitgaven 1921-
22 65.6 millioen kr., begrooting 1922/23:
60 millioen, 1923/24 47.6 millioen, index
cijfers 100, 91 en 72. Omgerekend: 31.1
millioen, 32.6 en 23.2 millioen. Index
cijfers 100, 104,7 en 74.7.
Zwitserland: Werkelijke uitgaven 1921:
130.7 millioen fr. (waaronder nog 47 mil
lioen mobilisatiekosten). 1922: 79.7 mil
lioen, 1923 begrooting 77.8 millioen fr.
Nederland: (leger, vloot in moederland
en koloniën). Werkelijke uitgaven 1921:
119.8 millioen gulden, 1922 121.2-,- 1923
105.3 millioen. Indexcijfers 100, I§2~en 88.
Nog worden afzonderlijke cijfers^ ge-'
publiceerd voor de Vereenigde Staten,
voor Rusland, voor Engelsch-indië en
voor Canada. De werkelijke defensie-uit
gaven van de Vereenigde Staten hebben
achtereenvolgens in de drie besproken
jaren bedragen 789,9, f&9,7 en 568,8 mil
lioen dollar; de indexcijfers 100, 76 en 72.
Aan de Russische cijfers is ontleend, dat
de uitgaven voor leger en vloot, die in
1918 beliepen 32.4 van het totaal bud
get, in de volgende jaren zijn gedaald tot
resp. 18,8, 11,1 en 1.1 In Engelsch-
indië waren de uitgaven in de drie jaren
achtereenvolgens 777, 720,9 en 650,4 mil
lioen roepijen; in Canada resp. 23,8, 20,2
en 17,5 millioen dollar. Cijfers dus, welke
er naarbuiten allen zeer hoopvol uitzien,
maar waarvan zonder nadere gepreciseer
de gegevens moeilijk is uit te maken of
zij inderdaad aan dit uiterlijk aspect be
antwoorden.
De meening wordt in Genève geuit, dat
de vergadering tegen het einde dezer week
zal uiteengaan. Dan is zij de vier regle
mentaire weken bijeen geweest en heeft zij
de begrooting niet overschreden. Onmoge-
kan toch niet neen zeggen, als moeder mij bij zich
wenscht te zien. Nu wij zoo dicht bij elkaar zijn,
heeft zij bovendien recht, dat ik haar van tijd tot
tijd bezoek."
„Ze maakt er dan ook geen karig gebruik van,"
merkte Witold aan. Maar dat zou ik weleenswil-
len weten, hoe ze t' eigenlijk heeft aangevangen
om iemand als u tot een gehoorzamen zoon te kne
den. Ik heb dat bijna twintig jaren lang vergeefs
beproefd en zij kreeg 't in een enkelen dag gedaan.
Is waar, van jongsaf heeft ze kunnen regeeren."
„Oom, ge weet best dat ik mij niet laat regeeren,"
antwoordde Waldemar driftig. „Moeder is mij op
liefderijke en verzoenende wijs tegemoet gekomen
en dit wil noch kan ik zoo ruw terugwijzen als gij
het dcedt, toen ik nog onder uw voogdijschap
stond
„Hoe dikwijls hebben zij je daar ginds wel ge
zegd, dat ge nu niet meer daaronder staat?"
viel zijn pleegvader hem in de rede. „Gedurende
de laatste weken brengt ge dit merkwaardig dik
wijls te pas. Maar dat is geheel onnoodig, mijn
jongen. Ge hebt ongelukkig van kindsbeen af
nooit iets anders gedaan dan wat ge zelf verkoost,
en daarentegen dikwijls genoeg iets tegen mijn zin
gedaan. Je meerderjarigverklaring is enkei een
vorm, dat wil zeggen voor mij, niet voor de Bara-
towski's. Die zullen wel weten wat ze daarmee
doen zuilen en waarom zij er je voortdurend aan
herinneren."
„Waarom komt gc mij eeuwig met die verdacht
makingen aan boord?" barstte Waldemar uit.
..Moet ik dan afstand doen van allen omgang met
mijn bloedverwanten, alleen omdat gij op een
vijandigen voet met hen staat?"
(Wordt vervolgd;.