ie ze ook repareert SPAARBANK ;che Hypotheekbank ROS NG RENTE-VËfiCOEDING 4% WIJ VLIEGEN N:H.W.TOLENAARS SINGEL 196 ROTTERDAM rvaardiging si aakvolle meubileering - TAPIJTEN GORDIJNEN WOENSDAG 12 September 1923 5e jaargang. - n°. 87. Hypotheken en Credieten. ïwwinterschool te Dordrecht VÏNETA. 97'/47o|5'/20/o Pandbr. alOO0/» Zaterdags 30, Idelharnis. spelen ten, mber 1923, (Zomert^ d) DON AT. Erven van PROOIJEN SPELEN BUUREN. DER CENTRALE BOAZ-BANK UTRECHT. Correspondent voor Sommelsdijk en iVl'ddelharnis J. KNAPE Azn. p/a A Knape, Dubbele Ring 144, Sommelsdijk; Zitting: Vrijdag 7—9 n.m. - voor Stellendam: L. v. D. VLUGT, Voorstraat 26 Zitting: Zaterdag 3-5 nam. mmr pfcMf 6» tm V t&Mr mOa» *oof ««eM 87% I pw Imrtul ru 18 i pm pmsl fO33» 0RATI8 rato CM« Om*«mi M I na CiacL IMTKSKKMOILJST. sauusTjesm zommgssud üfwt 87* mm pmr tovtui. Ok* wm tom MINGINRICHTINGEN AAR EN U ZIJT TEVREDEN. Prijs per kwartaalf I, Losse nummers f 0.07' Advertentiën v. 1—6 regsls f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Sij contract aanzienlijk korting. IkienstiMinhiodin&iMi on I ions tawn vragen f 1,por plaatsing tot ooit maximum van 10 rogois; olkn regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. C. 8. EPKER. Administrateur. Gelderschekade 27 A (Beursplein) ROTTERDAM en Ottowcg 10. H tELSUM, belast zich met het bezorgen van Hypotheken en Credieten. Momentaal Kapitalen beschikbaar. URSUS 1923-1924. ieuwe leerlingen (laagste leeftijdsgrens 16 jaar) ondergeteekende tot uiterlijk 15 September as. ngen verstrekt de Directeur, Ir. J. A. VAN RIEL. f. Solide afwerking Of n Chique Coupe 'i, AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK. CXXX1I. Oranje-stad. Terwijl ik dit schrijf, is de laatste jubeltoon verstomd. En de gewone Zondagsrust ligt weer over de hoofdstad. Als ik opkijk en uit zie naar de overzijde van de straat, dan behoef ik niet te twijfelen, of ik zal hier of daar door een gordijnkier of een half-open balcondeur het wat bleek-slaperig fuifgezicht bespeuren van een stadgenoot, die even rondneust hoe het met de weersgesteldheid is, namelijk of de dag van heden er zich toe zal leenen, om eens naar zee of bosch te trekken, teneinde het gevoel van bruiloft te hebben gevierd van zich te laten afwaaien. Inderdaad, er is als het ware bruiloft gevierd in het groot. En alle rangen en standen hebben medegedaan. Medegedaan met animo. Op zweeping door drank was niet noodig. Heel Amsterdam was aangegrepen door die Oranje stemming, die je als champagne weer jong bloed in de aderen schijnt te geven, zoodat je de lasten van ouderdom en zorg voor enkele uren vergeet en je weer één voelt met de jeugd, die nog onbekommerd, vrij en frank weet te genieten van een blijden rondedans en van een arm-in-arm wandeling onder uitbundig gezang. Nu 't het zilveren regeeringsjubileum van onze vorstin, telg van het oude Oranjehuis, gold, kon het wel niet anders of de herdenkings feestelijkheden moesten in het teeken van het oranje staan. Bij de straatversieringen, in de winkeluitstallingen, bij de feestverlichting, overal was oranje de overheerschende kleur. Het rood-wit-blauw was op tal van plaatsen vervangen door de oude Statenvlag oranje- wit-lichtblauw. En duidelijk kwam het bij dit alles aan het lciht, hoe mooi het oranje zich leent, om, vooral bij een helder zonnetje, tot feesttooi te dienen. De intochtsweg, van Parkwegstation tot Danm, was kenbaar gemaakt door een versie ring met dwars gespannen oranjedoek, afge wisseld met aan hooge palen bevestigde oranje- schermen; de bekende Leidsche straat was daardoor als het ware overhuifd met een oranje dak. De Vijzelstraat had des avonds een weel derige feestverlichting van oranjekleurige lich ten. Op tal van pleinen was gezorgd voor een kleurige versiering, welke 's avonds werd ge volgd door een sprookjesachtige verlichting. Langs de grachtlijnen gloeiden duizenden lampjes. Geen gebouw van eenige bekendheid, of de gevellijnen waren 's avonds verlicht met electrische lampjes. De Westertoren prijkte aldus van den voet tot het hoogste punt van de spits in een parelkleed van lichtpunten. Maar waarom zou ik verdere bewijzen aan dragen, om aan te toonen hoe vol vuur Am sterdam de jubileerende vorstin heeft gehul digd. Wie Amsterdam ook maar enkele uren gezien heeft in de afgeloopen week, die moet wel ten volle overtuigd zijn geworden, dat Nederland zich nog één gevoelt met oranje. Want waar de hoofdstad zich aldus geuit heeft in niet te overtreffen eensgezindheid bij de herdenking van dit Oranjefeest, daar behoeft men niet te twijfelen, of hieruit spreekt de geest van het geheele Nederlandsche volk. K. Laixlbun en Neet eelt. Landbouwtoestanden. Het slechte weer. Het congres voor Rundveeteelt. De bestrijding van vee-tuberculose. De tentoonstelling in Den Haag en de volkskleederdrachten. Het begint er met den oogst in de kleistreken steeds slechter uit te zien; door de aanhou- 1 dende regens is het onmogelijk iets binnen te halen, zoodat thans, nu alles wat den tijd be- I treft, binnen de deuren kon zijn, nog groote hoeveelheden koren, erwten en zelfs vlas buiten staan. Daarbij heeft de storm van de vorige week nog veel kwaad gedaan; de hok- i ken en schelven zijn uit elkaar en over het I land en in de slooten gewaaid en die, welke I bleven staan, zijn in elkaar gezakt, daar het stroo dit jaar ook niet extra stevig was. In de zandstreken, waar men in hoofdzaak rogge verbouwt, is de toestand gunstiger, daar de rogge veel eerder rijp is dan de tarwe en de haver, doch in de kleistreken, waar men de groote boerderijen heeft, wordt de toestand werkelijk uiterst onaangenaam. Hier en daar probeert iemand nog te dorschen met de stoom- dorschmachine, doch het werk wil niet vlotten als het koren vochtig is en de prijs, dien men er voor aan de beurs bedingt, is natuurlijk niet hoog te noemen. Veel hangt er in dergelijke natte zomers nog van af of de hokken en schelven zorgvuldig zijn opgezet; is dit het geval, dan kan het heel wat lijden voor ze uit elkaar vallen of begin nen groen te worden van het zaad, dat in de aar reeds begint te ontkiemen. In vele streken van ons land laat het zetten van de schooven aan hokken echter veel te wenschen over; wij hebben het nergens ter wereld beter gezien dan in het noorden van Groningen. Het werk geschiedt daar door mannen, die aan elke hok vier en twintig schooven zetten, zooveel moge lijk rechtop en die dit zoo voortreffelijk doen, dat ook zelfs bij vrij harden wind geen enkele schoof over het land ligt en dat de hokken niet in elkaar zakken tot vormelooze hoopen, waar door het water niet kan afloopen, doch de massa doet rotten en het zaad doet ontkiemen, waardoor ze niet meer droog worden. Als alles voor. den wind gaat, is het gemakkelijk boer te zijn; in tijden van tegenspoed worden be kwaamheid en zorgvuldigheid dikwijls rijkelijk beloond. Pas zijn in Gouda het landhuishoudkundig congres en de tentoonstelling afgeloopen, of men heeft in de residentie een internationaal congres voor rundveeteelt en in aansluiting daarmede een tentoonstelling van het Neder landsche Rundveestamboek en het Stamboek voor het Nederlandsche trekpaard gehouden. Het schijnt, dat op het congres sommige der geleerde inleiders, die uit verre landen waren gekomen, zoo zeer genoten van hunne eigen woorden, die ook reeds schriftelijk aan de ver gadering waren medegedeeld, dat daardoor het congres van een buitengewone saaiheid werd en van de discussies uit tijdsgebrek niet veel terecht kwam. Voor den buitenstaander is vrijwel alleen van belang wat gezegd is omtrent de bestrij ding der tuberculose onder het rundvee. Reeds vele jaren staan op de begrooting van Land bouw belangrijke sommen voor de bestrijding der t.b.c. waarvan onze veeartsenijkundige dienst zich een warm voorstander betoonde. De resultaten van deze bestrijding van bovenaf zijn echter niet alleen zeer kostbaar, doch ook zeer gering geweest; de boeren wilden van de dwangmaatregelen, die door de veeartsen wer den voorgeschreven, niet weten en de onteige I FEUILLETON. van E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). De Directie: S. J. VAN Z1JST. MR. J F. VERSTEEVEN De geboorte van een zoon bracht geen verande ring in deze verhouding teweeg. De kloof tusschen de echtegenooten scheen zich integendeel nog te verwijden. Nordeck's karakter was inderdaad niet van dien aard om een vrouw achting in te boeze men; maar deze vrouw liet hem hare verachting blijken op een wijs, die eiken man tot het uiterste zou gebracht hebben. Vreeselijke tooneelen hadden er plaats, en na een van deze verliet de jonge mees teres van Wilicza het kasteel en zocht een toevlucht bij haar broeder. De kleine Waldemar, die destijds nauwelijks zijn eerste levensjaar achter den rug had, was bij zijn vader gebleven. Nordeck, in woede ontstoken, over de vlucht zijner gemalin, eischte gebiedend 4at zij zou terugkeeren, Broniskaw deed al wat 'n zijn vermogen stond om zijne zuster de hand boven het hoofd te houden, en wellicht was 't tusschen hem en zijn zwager tot het ergste ge komen toen de dood onverwachts de korte en foch zoo ongelukkige verbintenis verbrak. Een "'al van het paard op de jacht, waaraan hij zich tiet woesten hartstocht overgaf, maakte een eind Jan Nordeck's leven; maar op zijn sterfbed had nog genoeg kracht en bewustzijn overgehouden, om zijn testament te dicteeren, waarbij hij zijne vrouw geheel onterfde en haar tevens alle aanspraak ontnam om de opvoeding van haar kind te leiden. Hare vlucht uit zijn huis gaf hem het recht hier toe, waarvan hij een onmeedoogend gebruik maak te. Waldemar werd onder de voogdijschap gesteld van een voormaligen vriend en verren bloedver want, die met de onbeperkste volmacht over hem bekleed werd. De weduwe beproefde wel is waar hiertegen op te komen, maar de nieuwe voogd legde een krachtig getuigenis af van zijne vriend schap voor den afgestorvene, door de bepalingen van het testament in de uiterste gestrengheid te handhaven en alle verdere aanspraken over het hoofd te zien. Witold was reeds destijds eigenaar van den Oldenhof en dacht cr niet aan, op Wilicza te blijven of zijn pupil hier achter te laten, maar nam den knaap terstond mede naar zijn eigen huis. Het was een van Nordeck's laatste beschikkingen geweest, dat zijn zoon geheel aan den invloed zijner moeder, zoowel als aan zijne geheele familie van moederszijde zou onttrokken worden, en deze bepaling werd zoo streng gehandhaafd, datdcjonge erfgenaam gedurende al dien tijd, tot aan zijne meerderjarigheid toe, zich nauwelijks een paar ma len in gezelschap van zijn voogd op zijne goederen liet zien: zijn geheele jeugd bracht hij op den Ol denhof door. Wat de groote inkomsten van Wilicza betrof, waarvan men voorloopig nog geen gebruik kon maken, deze werden op voordeelige wijs be legd, en zoo was Waldemar Nordeck op zijn eenen twintigste jaar heer en meester van een fortuin, waarmede zich inderdaad slechts weinigen konden meten. De moeder van den toekomstigen gebieder van Wilicza hield aanvankelijk haar verblijf ten huize van haar broeder, die onderwijl ook In het ning der zieke dieren kostte veel geld, terwijl toch slechts enkele stallen werden behandeld. Ook was het merkwaardig, dat aan de zuivel fabrieken, die in zoo belangrijke mate hebben meegewerkt tot de verspreiding van besmette lijke ziekten door de teruggave der ondermelk en der wei, eerst voor betrekkelijk weinig jaren is voorgeschreven de ondermelk te pasteuri- seeren, terwijl nog op dit oogenblik de wei niet behoeft te worden onschadelijk gemaakt. Thans beginnen in verschillende streken en vooral in Friesland de landbouworgani saties en de zuivelfabrieken deze bestrijding zelf ter hand te nemen, door de stallen der aangesloten leden te controleeren en van aan getaste dieren te zuiveren. Voor den consument is dit niet zonder beteekenis, daar de weten schap steeds meer en meer het standpunt alsof de t.b.c. van het rundvee en die van den mensch twee zeer verschillende zaken zouden zijn, heeft moeten verlaten en velen meenen, dat ook wel degelijk de menschen door het drinken van ongekookte koemelk met deze ge vreesde ziekte kunnen worden besmet. Wij zullen ons natuurlijk niet verder op dit terrein begeven, doch voor een leek is dit laatste standpunt alleszins aannemelijk wanneer hij bedenkt, dat de meeste ziekten der huisdieren en ook der planten wel is waar over 't alge meen een bepaalde soort het meest bezoeken doch dat andere soorten daarom nog volstrekt niet steeds gevrijwaard zijn. Vrij algemeen waren de deskundigen op het congres van meening, dat deze vrijwillige be strijding de juiste methode is en het lijkt ons ook toe, dat ze meer succes zal hebben dan die van onzen veeartsenijkundigen dienst. De stedelingen hebben er belang bij, deze bestrij ding te steunen door de melk zooveel mogelijk te betrekken van stallen, die aan deze methode deelnemen. Meer dan van het congres heeft het publiek genoten van de tentoonstelling op het Malie veld op Woensdag en Donderdag, die beide dagen door prachtig weer werd begunstigd. Den vorigen' dag had er reeds een demonstratie in den grooten ring voor de tribune plaats ter eere van het bezoek der jubileerende Koningin, die daar verscheen met Prins Hendrik en Prinses Juliana, terwijl de Koningin-Moeder reeds eenige oogenblikken vroeger was geko men, doch toen was het weer ongunstig en men moet zich verwonderen over de volharding, waarmede een talrijk publiek den stroomenden regen trotseerde om toch alles tot het eind te zien. Het is trouwens ook voor een ieder een aardig gezicht, die fraaie paarden en koeien te zien rondgeleid en ook de niet-deskundige merkt wel, dat hier iets bijzonders is te zien. Ook de versierde wagens met boeren en boerin nen in nationale kleederdrachten, die volks liederen zongen, leverden een aardigen aanblik. Wil men veel publiek hebben, ten einde de groote uitgaven te bestrijden, dan moet men dergelijke attracties verzinnen; de deskun digen kunnen in de morgenuren bij de keurin gen voldoende hun hart ophalen en dergelijke tafereeltjes, die een of ander deel van het bedrijf voorstellen, maken door de bontheid der kleederdrachten altijd een aardigen indruk. Overigens merkt men bij al dergelijke ge legenheden waar vele landbouwers met hunne dames aanwezig zijn, dat de ouderwetsche kleederdrachten het niet lang meer zullen maken. Overal verdwijnen ze snel en behou dens enkele uitzonderingen zijn het nog alleen de ouderen, die zich er mee in het openbaar vertoonen. Voor een deel zal dit liggen aan het feit, dat sommige volksdrachten nogal kost baar zijn, doch de hoofdoorzaak is waarschijn lijk de meerdere ontwikkeling van den boeren stand, waarbij de betere verkeersmiddelen tevens een grooten invloed uitoefenen. Als maatschappelijk verschijnsel kunnen we dit dus niet betreuren en het is volkomen begrij pelijk, dat het jonge geslacht niet meer wenscht rond te loopen in een kleedij, die op de dragers zoowel als op den stand waartoe zij behooren, het stempel van achterlijkheid en behoudzucht drukt. Het landbouwbedrijf behoort niet te zijn een achterlijk bedrijf, de vertegenwoordigers er van behoeven er niet uit te zien als in de tijden, die een halve eeuw of langer nog achter ons liggen. huwelijk was getreden; maar zij bleef hier niet lang. Een der beste vrienden van den graaf, vorst Baratowski, werd weldra hartstochtelijk ver liefd op de jonge, schoone en geestige vrouw, die hem na verloop van een jaar hare hand reikte. Dit tweede huwelijk was vrij wel gelukkig. Wel werd er beweerd, dat de vorst, meer ridderlijk dan krachtig van natuur, zich onvoorwaardelijk onder den scepter zijner gemalin boog, maar toch hield hij innig veel van haar, zoowel als van den zoon, dien ze hem schonk. Ook deze echtverbintenis zou echter niet lang gelukkig blijven. Ditmaal kwamen de stormen van buitenaf. Leo was nog een kind, toen de omwenteling uitbrak, die half Euro pa in vuur en vlam zette. Ook in de provincie Po len barsstte de zoo dikwijls reeds onderdrukte opstand met nieuwe kracht uit. Morynski en Baratowski waren waardigen zonen van hun volk en namen met hart en ziel deel aan de revolutie, waarvan zij de redding des vaderlands en de her stelling zijner grootheid verwachtten. De opstand eindigde als zoovele vroegeren, hij werd met geweld onderdrukt en ditmaal ging men met de uiterste gestrengheid tegen de Poolschc gewesten te werk. Vorst Baratowski en zijn zwager vluchtten naar Frankrijk, waarheen hunne vrouwen met de kinderen hen volgden. De gravin Morynska, een teerc, ziekelijke vrouw, kon de lucht in den vreemde echter niet lang verdragen; zij stierf reeds in het daaropvolgende jaar. waarna Bronislaw zijn kind onder dc hoede zijner zuster stelde. Hij zelf kon het niet langer te Parijs uithouden, waar alles hem aan het verlies der zoo innig beminde vrouw herinnerde. Hij zwierf her- en derwaarts rond en vertoonde zich slechts van tijd tot tijd om zijne dochter te zien. Eindelijk stelde een algemeene VOORNE EN PUTTEN op de Tentoonstelling van het Nederlandsche Rundveestamboek en het Stamboek voor het Nederlandsche Trekpaard op het Malieveld te 's-Gravenhage op 5 en 6 September 1923. Deze tentoonstelling, met zeer veel zorg en zaakkennis voorbereid, is mede door het prach tige nazomerweer een waar succes geworden. De keur van Neerland's runderen en koud- bloedpaarden maakte op het schoon omzoomde Malieveld een wereklijk schitterend figuur. Wat telt de élite van onzen zwart-bonten vee stapel toch een prima dieren en wat zijn onze koudbloed stamboekpaarden toch dieren van hooge klassen! Wie zich de tentoonstelling van 1913 te Scheveningen nog helder voor den geest kan halen is over den vooruitgang in qualitiet van het laatste tiental jaren, ondanks al zijn misères, best te spreken en de goed ingewijde tot oor- deelen bevoegde bezoeker stelt met voldoening vast. dat die vooruitgang vooral te danken is aan een juiste teeltkennis en het volgen van een vast beraamd fokdoel. Geen fokker die lukraak laat paren, kan zulke dieren voor het front brengen. Natuurlijk! zeker! opvoeding, voeding, spre ken een woordje mede, maar bloed en bloed lijnen van het beste allooi bepalen het succes. Voorne en Putten liet zich als altijd niet onbetuigd; zoo vertrok op 3 September j.l. een extra-boot geladen met 21 runderen en 3 stamboekpaarden naar de Residentie om den naam van het Eilandenvee hoog te houden. De inzenders hebben eer van hun werk ge had. Het grootste succes heeft de heer A. Vijf- vinkel Lz., Kooistee, te Nieuwenhoorn te boe ken. Hij verwierf n.m. den eersten prijs met tien melkkoeien afstammende van één vader (de Verwachting) een prachtcollectie dieren, in natuurlijken voedingstoestand, die alge meen de aandacht trok en die het Oranjelint ten volle verdiende en een tweeden prijs in klasse II. Eigengefokte volbloeden. Ceasar Vaan VI, eig. „de Vaan" te Hille- gersberg, thans gestationneerd bij P. Scheij- grond te Abbenbroek was een ernstige mede dinger naar het Kampioenschap voor stieren. Deze buitengewoon besten fokstier werd een tweeden prijs toegekend. In de diverse rubrieken zijn nog prijzen be haald door A. Vijfvinkel Lz. voornoemd (5). P. C. Oosthoek, L. van den Hoonaard, KI. Dirkzwager, C. van Beek Pz., P. Scheijgrond en H. C. Spoon. De provinciale collectie (22 koeien en 3 stieren) hebben uitsluitend gedemonstreerd en werden niet geprijsd. Onze Zuid-Holland- sche collectie, waaraan „Voorne en Putten" 6 koeien en 1 stier leverde maakte een zeer goe den indruk, voorlal toen zij in den ring werden rondgeleid. Buitengewoon zwaar was de strijd Noord- Holland en Zuid-Drente maakten het ons voort durend lastig, doch herhaaldelijk sloegen onze fokkers krachtig van zich af, om meermalen het veld te behouden. De heer C. van Beek Lz. te Nieuwesluis-Heen- vliet heeft de eer der Zuid-Holl. fokkers van het trekpaardenstamboek opgehouden. Zijn drie Stamboekmerriën werden alle eervol ver meld. Prachtige dieren die het tegen het puikje van Zeeland, Limburg en Brabant moesten afleggen. Maar die men het praedicaat „eer vol' toch gaarne verleende. Hulde! Deze tentoonstelling behoort weer tot het verleden. Dank zij de reusachtige medewer king is zij bij uitstek geslaagd. Zij trok in deze sympathieke Oranjeweek duizenden bij duizenden toeschouwers en allerlei talen hoorde men spreken. „Eendracht maakt macht" was het symbool, alleen is het jammer, dat Fries land meende in zijn isolement zijn kracht te moeten zoeken, en zijne runderen thuis hield. Het N. R. S. toonde er te kunnen zijn. De extra-boot keerde op 7 September in de haven te Nieuwesluis terug; tot heden alles wel aan boord; de Oranjevlag in top met niet minder dan 16 groote of kleinere onderscheidingen liep zij binnen. Wij mogen gerust van een waar succes gewagen. amnestie hem in staat naar zijn vaderland terug te keeren, waar hem onderwijl door den dood van een bloedverwant het landgoed Rakowicz ten deel was gevallen. Hij vestigde zich thans op deze nieuwe bezitting. Voor vorst Baratowski, die van de vrijspraak uitgesloten bleef, had de zaak een anderen afloop. Hij was een der leiders van den opstand geweest en had mede aan de spits der beweging gestaan; aan zijn terugkeer was niet te denken en vrouw en zoon deelden met hem de ballingschap, totdat zijn dood ook hen de vrijheid gaf zich elders te vestigen. Het was voormiddag, en in de villa, die de fami lie Baratowski te C. bewoonde, in de kamer, die op het balkon uitkwam, bevond zich op het oogen blik niemand dan de vorstin. Zij was verdiept in een brief, dien ze een uur geleden had ontvangen en die Waldemar's bericht bevatte, dat hij dien dag bij haar zou komen en den bode op den voet hoopte te volgen. Zijne moeder tuurde zoo onaf gewend op het schrift, alsof zij uit die korte, koele woorden of uit dc hand liet karakter van den zoon wilde opmaken, die haar ten cenenmale vreemd was geworden. Sedert haar tweede huwelijk had zij hem slechts zelden en vluchtig gezien, en sedert zij in Frankrijk gewoond had, was bijna alle ver keer tusschen hen afgebroken. De herinnering, die haar van den tienjarigen knaap nog duidelijk was bijgebleven, had weinig bekoorlijks, en wat zij van den jongeling had ondervonden, stemde hier mede slechts al zeer te overeen. Niettemin was het zaak, ten koste van eiken prijs invloed op hem te verkrijgen, en de vorstin was er de vrouw niet RUSSISCHE PENNEKRASSEN. Nitsjewo. MOSKOU, Aug. U hebt misschien gehoord, dat de stadssovjets een nieuwe verordening definitief hebben afgekondigd een verorde ning, waarop men reeds lang wachtte, een zeer fundamenteele verordening, de basis fei telijk van een geheele hervorming. Men zal in de toekomst zoo-en zooveel omwegen, zoo-en zooveel tijd, geld en ergernis besparen... want een zeer gecompliceerde bureaucratische rompslomp is door deze verordening vereen voudigd. Sedert zes, zeven maanden worstelt de stadssovjet met dit hapje het schijnt haar niet goed te bekomen. De stadssovjet heeft nu juist geen haast.ten eerste in het algemeen niet en ten tweede in het geheel niet, omdat het bij deze verordening feitelijk gaat om een aangelegenheid van de bourgeois. Maar „geen oude koeien.is het devies! Vergeten, vergeten en vergeven in ieder geval ech ter, om je te overtuigen, loop je naar de stads sovjet om inlichtingen. Onderweg ontmoet je iemand, die iets over een of andere amnestie vertelt.vroeger heb je voor amnestie nooit zoozeer interesse ge had, liet het aan de arme drommels, die het aanging over, zich er over te verblijden... Maar nuniemands geweten is geheel zuiver, want het geweten-dat is in hef nieuwe Rus land het meest labiele begrip geworden. Er is een christelijk, een revolutionnair, een pro letarisch geweten-de stadssovjet, mag dat alles uit elkaar houden. Vroeger was er-zeer een- voudig-alleen een goed of een slecht geweten. maar dat alles is zoo gecompliceerdgeworden. En iedere wet is een galg, waaraan men u misschien met een of anderen zwaai zal weten op te hangen. i Het loont dus de moeite, met de amnestiën op de hoogte te zijn. naar om terug te schrikken voor een taak, waar van zij al het moeilijke inzag. Zij was opgestaan en ging peinzend het vertrek op en neer, toen een luide, snelle stap in de voorkamer haar dwong om stil-te staan. Onmiddellijk daarop opende Paw- licjk de deur en diende „mijnheer Waldemar Nol deck" aan. Deze trad binnen. De deur werd achter hem gesloten en moeder en zoon stonden tegen over elkander. Waldemar deed nog een paar stappen voorwaarts en bleef toen plotseling staan. De vorstin had plan gehad hem tegemoet te gaan, maar ook zij hield haar schreden in. 't Was alsof zich reeds in dit eerste oogenblik een onafzienbare kloof tusschen beiden opende, alsof alles, wat er ooit vijandigs en vreemds tusschen hen had gelegen, weer uit het verleden opdoemde; dat zwijgen dat terug trekken, al duurde 't slechts ëenc seconde, sprak duidelijker dan woorden; het getuigde dat zich noch in het hart van dc moeder, noch in dat van den zoon een enkele stem verhief. Dc vorstin kwam het eerst haar onwillekeurige!! tegenzin te boven, en„Ik dank je, mijn zoon, dat ge hier zijt gekomen klonk van hare lippen, terwijl ze hem de hand toe stak. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1