ie ze ook repareert
SPAARBANK
;che Hypotheekbank
ROS
NG
RENTE-VËfiCOEDING
4%
WIJ VLIEGEN
N:H.W.TOLENAARS
SINGEL 196 ROTTERDAM
rvaardiging si
aakvolle meubileering
- TAPIJTEN GORDIJNEN
WOENSDAG
12 September 1923
5e jaargang. - n°. 87.
Hypotheken en Credieten.
ïwwinterschool te Dordrecht
VÏNETA.
97'/47o|5'/20/o Pandbr. alOO0/»
Zaterdags
30,
Idelharnis.
spelen
ten,
mber 1923,
(Zomert^ d)
DON
AT.
Erven van
PROOIJEN
SPELEN
BUUREN.
DER
CENTRALE BOAZ-BANK
UTRECHT.
Correspondent voor Sommelsdijk
en iVl'ddelharnis J. KNAPE Azn.
p/a A Knape, Dubbele Ring 144,
Sommelsdijk; Zitting: Vrijdag
7—9 n.m. - voor Stellendam:
L. v. D. VLUGT, Voorstraat 26
Zitting: Zaterdag 3-5 nam.
mmr pfcMf 6» tm V
t&Mr mOa» *oof ««eM 87% I
pw Imrtul ru 18 i
pm pmsl fO33»
0RATI8 rato
CM« Om*«mi M I
na CiacL
IMTKSKKMOILJST.
sauusTjesm zommgssud
üfwt 87* mm pmr tovtui. Ok*
wm tom
MINGINRICHTINGEN
AAR EN U ZIJT TEVREDEN.
Prijs per kwartaalf I,
Losse nummers f 0.07'
Advertentiën v. 1—6 regsls f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Sij contract aanzienlijk korting.
IkienstiMinhiodin&iMi on I ions tawn vragen
f 1,por plaatsing tot ooit maximum
van 10 rogois; olkn regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
C. 8. EPKER. Administrateur. Gelderschekade 27 A
(Beursplein) ROTTERDAM en Ottowcg 10. H tELSUM,
belast zich met het bezorgen van
Hypotheken en Credieten.
Momentaal Kapitalen beschikbaar.
URSUS 1923-1924.
ieuwe leerlingen (laagste leeftijdsgrens 16 jaar)
ondergeteekende tot uiterlijk 15 September as.
ngen verstrekt de Directeur,
Ir. J. A. VAN RIEL.
f. Solide afwerking
Of n Chique Coupe
'i,
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXXX1I.
Oranje-stad.
Terwijl ik dit schrijf, is de laatste jubeltoon
verstomd. En de gewone Zondagsrust ligt
weer over de hoofdstad. Als ik opkijk en uit
zie naar de overzijde van de straat, dan behoef
ik niet te twijfelen, of ik zal hier of daar door
een gordijnkier of een half-open balcondeur
het wat bleek-slaperig fuifgezicht bespeuren
van een stadgenoot, die even rondneust hoe
het met de weersgesteldheid is, namelijk of
de dag van heden er zich toe zal leenen, om
eens naar zee of bosch te trekken, teneinde
het gevoel van bruiloft te hebben gevierd van
zich te laten afwaaien.
Inderdaad, er is als het ware bruiloft gevierd
in het groot. En alle rangen en standen hebben
medegedaan. Medegedaan met animo. Op
zweeping door drank was niet noodig. Heel
Amsterdam was aangegrepen door die Oranje
stemming, die je als champagne weer jong
bloed in de aderen schijnt te geven, zoodat je
de lasten van ouderdom en zorg voor enkele
uren vergeet en je weer één voelt met de jeugd,
die nog onbekommerd, vrij en frank weet te
genieten van een blijden rondedans en van een
arm-in-arm wandeling onder uitbundig gezang.
Nu 't het zilveren regeeringsjubileum van
onze vorstin, telg van het oude Oranjehuis,
gold, kon het wel niet anders of de herdenkings
feestelijkheden moesten in het teeken van het
oranje staan. Bij de straatversieringen, in de
winkeluitstallingen, bij de feestverlichting,
overal was oranje de overheerschende kleur.
Het rood-wit-blauw was op tal van plaatsen
vervangen door de oude Statenvlag oranje-
wit-lichtblauw. En duidelijk kwam het bij dit
alles aan het lciht, hoe mooi het oranje zich
leent, om, vooral bij een helder zonnetje,
tot feesttooi te dienen.
De intochtsweg, van Parkwegstation tot
Danm, was kenbaar gemaakt door een versie
ring met dwars gespannen oranjedoek, afge
wisseld met aan hooge palen bevestigde oranje-
schermen; de bekende Leidsche straat was
daardoor als het ware overhuifd met een oranje
dak. De Vijzelstraat had des avonds een weel
derige feestverlichting van oranjekleurige lich
ten. Op tal van pleinen was gezorgd voor een
kleurige versiering, welke 's avonds werd ge
volgd door een sprookjesachtige verlichting.
Langs de grachtlijnen gloeiden duizenden
lampjes. Geen gebouw van eenige bekendheid,
of de gevellijnen waren 's avonds verlicht met
electrische lampjes. De Westertoren prijkte
aldus van den voet tot het hoogste punt van
de spits in een parelkleed van lichtpunten.
Maar waarom zou ik verdere bewijzen aan
dragen, om aan te toonen hoe vol vuur Am
sterdam de jubileerende vorstin heeft gehul
digd. Wie Amsterdam ook maar enkele uren
gezien heeft in de afgeloopen week, die moet
wel ten volle overtuigd zijn geworden, dat
Nederland zich nog één gevoelt met oranje.
Want waar de hoofdstad zich aldus geuit heeft
in niet te overtreffen eensgezindheid bij de
herdenking van dit Oranjefeest, daar behoeft
men niet te twijfelen, of hieruit spreekt de
geest van het geheele Nederlandsche volk.
K.
Laixlbun en Neet eelt.
Landbouwtoestanden.
Het slechte weer. Het congres voor
Rundveeteelt. De bestrijding van
vee-tuberculose. De tentoonstelling
in Den Haag en de volkskleederdrachten.
Het begint er met den oogst in de kleistreken
steeds slechter uit te zien; door de aanhou-
1 dende regens is het onmogelijk iets binnen te
halen, zoodat thans, nu alles wat den tijd be-
I treft, binnen de deuren kon zijn, nog groote
hoeveelheden koren, erwten en zelfs vlas
buiten staan. Daarbij heeft de storm van de
vorige week nog veel kwaad gedaan; de hok-
i ken en schelven zijn uit elkaar en over het
I land en in de slooten gewaaid en die, welke
I bleven staan, zijn in elkaar gezakt, daar het
stroo dit jaar ook niet extra stevig was. In
de zandstreken, waar men in hoofdzaak rogge
verbouwt, is de toestand gunstiger, daar de
rogge veel eerder rijp is dan de tarwe en de
haver, doch in de kleistreken, waar men de
groote boerderijen heeft, wordt de toestand
werkelijk uiterst onaangenaam. Hier en daar
probeert iemand nog te dorschen met de stoom-
dorschmachine, doch het werk wil niet vlotten
als het koren vochtig is en de prijs, dien men
er voor aan de beurs bedingt, is natuurlijk niet
hoog te noemen.
Veel hangt er in dergelijke natte zomers nog
van af of de hokken en schelven zorgvuldig
zijn opgezet; is dit het geval, dan kan het heel
wat lijden voor ze uit elkaar vallen of begin
nen groen te worden van het zaad, dat in de
aar reeds begint te ontkiemen. In vele streken
van ons land laat het zetten van de schooven
aan hokken echter veel te wenschen over; wij
hebben het nergens ter wereld beter gezien
dan in het noorden van Groningen. Het werk
geschiedt daar door mannen, die aan elke hok
vier en twintig schooven zetten, zooveel moge
lijk rechtop en die dit zoo voortreffelijk doen,
dat ook zelfs bij vrij harden wind geen enkele
schoof over het land ligt en dat de hokken niet
in elkaar zakken tot vormelooze hoopen, waar
door het water niet kan afloopen, doch de
massa doet rotten en het zaad doet ontkiemen,
waardoor ze niet meer droog worden. Als alles
voor. den wind gaat, is het gemakkelijk boer te
zijn; in tijden van tegenspoed worden be
kwaamheid en zorgvuldigheid dikwijls rijkelijk
beloond.
Pas zijn in Gouda het landhuishoudkundig
congres en de tentoonstelling afgeloopen, of
men heeft in de residentie een internationaal
congres voor rundveeteelt en in aansluiting
daarmede een tentoonstelling van het Neder
landsche Rundveestamboek en het Stamboek
voor het Nederlandsche trekpaard gehouden.
Het schijnt, dat op het congres sommige der
geleerde inleiders, die uit verre landen waren
gekomen, zoo zeer genoten van hunne eigen
woorden, die ook reeds schriftelijk aan de ver
gadering waren medegedeeld, dat daardoor het
congres van een buitengewone saaiheid werd
en van de discussies uit tijdsgebrek niet veel
terecht kwam.
Voor den buitenstaander is vrijwel alleen
van belang wat gezegd is omtrent de bestrij
ding der tuberculose onder het rundvee. Reeds
vele jaren staan op de begrooting van Land
bouw belangrijke sommen voor de bestrijding
der t.b.c. waarvan onze veeartsenijkundige
dienst zich een warm voorstander betoonde. De
resultaten van deze bestrijding van bovenaf
zijn echter niet alleen zeer kostbaar, doch ook
zeer gering geweest; de boeren wilden van de
dwangmaatregelen, die door de veeartsen wer
den voorgeschreven, niet weten en de onteige
I
FEUILLETON.
van
E. WERNER.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
De Directie:
S. J. VAN Z1JST. MR. J F. VERSTEEVEN
De geboorte van een zoon bracht geen verande
ring in deze verhouding teweeg. De kloof tusschen
de echtegenooten scheen zich integendeel nog te
verwijden. Nordeck's karakter was inderdaad niet
van dien aard om een vrouw achting in te boeze
men; maar deze vrouw liet hem hare verachting
blijken op een wijs, die eiken man tot het uiterste
zou gebracht hebben. Vreeselijke tooneelen hadden
er plaats, en na een van deze verliet de jonge mees
teres van Wilicza het kasteel en zocht een toevlucht
bij haar broeder.
De kleine Waldemar, die destijds nauwelijks
zijn eerste levensjaar achter den rug had, was bij
zijn vader gebleven. Nordeck, in woede ontstoken,
over de vlucht zijner gemalin, eischte gebiedend
4at zij zou terugkeeren, Broniskaw deed al wat
'n zijn vermogen stond om zijne zuster de hand
boven het hoofd te houden, en wellicht was 't
tusschen hem en zijn zwager tot het ergste ge
komen toen de dood onverwachts de korte en
foch zoo ongelukkige verbintenis verbrak. Een
"'al van het paard op de jacht, waaraan hij zich
tiet woesten hartstocht overgaf, maakte een eind
Jan Nordeck's leven; maar op zijn sterfbed had
nog genoeg kracht en bewustzijn overgehouden,
om zijn testament te dicteeren, waarbij hij zijne
vrouw geheel onterfde en haar tevens alle aanspraak
ontnam om de opvoeding van haar kind te leiden.
Hare vlucht uit zijn huis gaf hem het recht hier
toe, waarvan hij een onmeedoogend gebruik maak
te. Waldemar werd onder de voogdijschap gesteld
van een voormaligen vriend en verren bloedver
want, die met de onbeperkste volmacht over hem
bekleed werd. De weduwe beproefde wel is waar
hiertegen op te komen, maar de nieuwe voogd
legde een krachtig getuigenis af van zijne vriend
schap voor den afgestorvene, door de bepalingen
van het testament in de uiterste gestrengheid te
handhaven en alle verdere aanspraken over het
hoofd te zien. Witold was reeds destijds eigenaar
van den Oldenhof en dacht cr niet aan, op Wilicza
te blijven of zijn pupil hier achter te laten, maar
nam den knaap terstond mede naar zijn eigen huis.
Het was een van Nordeck's laatste beschikkingen
geweest, dat zijn zoon geheel aan den invloed zijner
moeder, zoowel als aan zijne geheele familie van
moederszijde zou onttrokken worden, en deze
bepaling werd zoo streng gehandhaafd, datdcjonge
erfgenaam gedurende al dien tijd, tot aan zijne
meerderjarigheid toe, zich nauwelijks een paar ma
len in gezelschap van zijn voogd op zijne goederen
liet zien: zijn geheele jeugd bracht hij op den Ol
denhof door. Wat de groote inkomsten van Wilicza
betrof, waarvan men voorloopig nog geen gebruik
kon maken, deze werden op voordeelige wijs be
legd, en zoo was Waldemar Nordeck op zijn eenen
twintigste jaar heer en meester van een fortuin,
waarmede zich inderdaad slechts weinigen konden
meten. De moeder van den toekomstigen gebieder
van Wilicza hield aanvankelijk haar verblijf ten
huize van haar broeder, die onderwijl ook In het
ning der zieke dieren kostte veel geld, terwijl
toch slechts enkele stallen werden behandeld.
Ook was het merkwaardig, dat aan de zuivel
fabrieken, die in zoo belangrijke mate hebben
meegewerkt tot de verspreiding van besmette
lijke ziekten door de teruggave der ondermelk
en der wei, eerst voor betrekkelijk weinig jaren
is voorgeschreven de ondermelk te pasteuri-
seeren, terwijl nog op dit oogenblik de wei niet
behoeft te worden onschadelijk gemaakt.
Thans beginnen in verschillende streken
en vooral in Friesland de landbouworgani
saties en de zuivelfabrieken deze bestrijding
zelf ter hand te nemen, door de stallen der
aangesloten leden te controleeren en van aan
getaste dieren te zuiveren. Voor den consument
is dit niet zonder beteekenis, daar de weten
schap steeds meer en meer het standpunt alsof
de t.b.c. van het rundvee en die van den
mensch twee zeer verschillende zaken zouden
zijn, heeft moeten verlaten en velen meenen,
dat ook wel degelijk de menschen door het
drinken van ongekookte koemelk met deze ge
vreesde ziekte kunnen worden besmet. Wij
zullen ons natuurlijk niet verder op dit terrein
begeven, doch voor een leek is dit laatste
standpunt alleszins aannemelijk wanneer hij
bedenkt, dat de meeste ziekten der huisdieren
en ook der planten wel is waar over 't alge
meen een bepaalde soort het meest bezoeken
doch dat andere soorten daarom nog volstrekt
niet steeds gevrijwaard zijn.
Vrij algemeen waren de deskundigen op het
congres van meening, dat deze vrijwillige be
strijding de juiste methode is en het lijkt ons
ook toe, dat ze meer succes zal hebben dan die
van onzen veeartsenijkundigen dienst. De
stedelingen hebben er belang bij, deze bestrij
ding te steunen door de melk zooveel mogelijk
te betrekken van stallen, die aan deze methode
deelnemen.
Meer dan van het congres heeft het publiek
genoten van de tentoonstelling op het Malie
veld op Woensdag en Donderdag, die beide
dagen door prachtig weer werd begunstigd.
Den vorigen' dag had er reeds een demonstratie
in den grooten ring voor de tribune plaats ter
eere van het bezoek der jubileerende Koningin,
die daar verscheen met Prins Hendrik en
Prinses Juliana, terwijl de Koningin-Moeder
reeds eenige oogenblikken vroeger was geko
men, doch toen was het weer ongunstig en men
moet zich verwonderen over de volharding,
waarmede een talrijk publiek den stroomenden
regen trotseerde om toch alles tot het eind te
zien. Het is trouwens ook voor een ieder een
aardig gezicht, die fraaie paarden en koeien te
zien rondgeleid en ook de niet-deskundige
merkt wel, dat hier iets bijzonders is te zien.
Ook de versierde wagens met boeren en boerin
nen in nationale kleederdrachten, die volks
liederen zongen, leverden een aardigen aanblik.
Wil men veel publiek hebben, ten einde de
groote uitgaven te bestrijden, dan moet men
dergelijke attracties verzinnen; de deskun
digen kunnen in de morgenuren bij de keurin
gen voldoende hun hart ophalen en dergelijke
tafereeltjes, die een of ander deel van het
bedrijf voorstellen, maken door de bontheid
der kleederdrachten altijd een aardigen indruk.
Overigens merkt men bij al dergelijke ge
legenheden waar vele landbouwers met hunne
dames aanwezig zijn, dat de ouderwetsche
kleederdrachten het niet lang meer zullen
maken. Overal verdwijnen ze snel en behou
dens enkele uitzonderingen zijn het nog alleen
de ouderen, die zich er mee in het openbaar
vertoonen. Voor een deel zal dit liggen aan
het feit, dat sommige volksdrachten nogal kost
baar zijn, doch de hoofdoorzaak is waarschijn
lijk de meerdere ontwikkeling van den boeren
stand, waarbij de betere verkeersmiddelen
tevens een grooten invloed uitoefenen. Als
maatschappelijk verschijnsel kunnen we dit
dus niet betreuren en het is volkomen begrij
pelijk, dat het jonge geslacht niet meer wenscht
rond te loopen in een kleedij, die op de dragers
zoowel als op den stand waartoe zij behooren,
het stempel van achterlijkheid en behoudzucht
drukt. Het landbouwbedrijf behoort niet te zijn
een achterlijk bedrijf, de vertegenwoordigers
er van behoeven er niet uit te zien als in de
tijden, die een halve eeuw of langer nog achter
ons liggen.
huwelijk was getreden; maar zij bleef hier niet
lang. Een der beste vrienden van den graaf,
vorst Baratowski, werd weldra hartstochtelijk ver
liefd op de jonge, schoone en geestige vrouw, die
hem na verloop van een jaar hare hand reikte.
Dit tweede huwelijk was vrij wel gelukkig. Wel
werd er beweerd, dat de vorst, meer ridderlijk dan
krachtig van natuur, zich onvoorwaardelijk onder
den scepter zijner gemalin boog, maar toch hield
hij innig veel van haar, zoowel als van den zoon,
dien ze hem schonk. Ook deze echtverbintenis
zou echter niet lang gelukkig blijven. Ditmaal
kwamen de stormen van buitenaf. Leo was nog een
kind, toen de omwenteling uitbrak, die half Euro
pa in vuur en vlam zette. Ook in de provincie Po
len barsstte de zoo dikwijls reeds onderdrukte
opstand met nieuwe kracht uit. Morynski en
Baratowski waren waardigen zonen van hun volk
en namen met hart en ziel deel aan de revolutie,
waarvan zij de redding des vaderlands en de her
stelling zijner grootheid verwachtten. De opstand
eindigde als zoovele vroegeren, hij werd met
geweld onderdrukt en ditmaal ging men met de
uiterste gestrengheid tegen de Poolschc gewesten
te werk. Vorst Baratowski en zijn zwager vluchtten
naar Frankrijk, waarheen hunne vrouwen met de
kinderen hen volgden. De gravin Morynska, een
teerc, ziekelijke vrouw, kon de lucht in den vreemde
echter niet lang verdragen; zij stierf reeds in het
daaropvolgende jaar. waarna Bronislaw zijn kind
onder dc hoede zijner zuster stelde. Hij zelf kon
het niet langer te Parijs uithouden, waar alles
hem aan het verlies der zoo innig beminde vrouw
herinnerde. Hij zwierf her- en derwaarts rond en
vertoonde zich slechts van tijd tot tijd om zijne
dochter te zien. Eindelijk stelde een algemeene
VOORNE EN PUTTEN
op de Tentoonstelling van het Nederlandsche
Rundveestamboek en het Stamboek voor het
Nederlandsche Trekpaard
op het Malieveld te 's-Gravenhage op 5 en 6
September 1923.
Deze tentoonstelling, met zeer veel zorg en
zaakkennis voorbereid, is mede door het prach
tige nazomerweer een waar succes geworden.
De keur van Neerland's runderen en koud-
bloedpaarden maakte op het schoon omzoomde
Malieveld een wereklijk schitterend figuur.
Wat telt de élite van onzen zwart-bonten vee
stapel toch een prima dieren en wat zijn onze
koudbloed stamboekpaarden toch dieren van
hooge klassen!
Wie zich de tentoonstelling van 1913 te
Scheveningen nog helder voor den geest kan
halen is over den vooruitgang in qualitiet van
het laatste tiental jaren, ondanks al zijn misères,
best te spreken en de goed ingewijde tot oor-
deelen bevoegde bezoeker stelt met voldoening
vast. dat die vooruitgang vooral te danken is
aan een juiste teeltkennis en het volgen van
een vast beraamd fokdoel. Geen fokker die
lukraak laat paren, kan zulke dieren voor het
front brengen.
Natuurlijk! zeker! opvoeding, voeding, spre
ken een woordje mede, maar bloed en bloed
lijnen van het beste allooi bepalen het succes.
Voorne en Putten liet zich als altijd niet
onbetuigd; zoo vertrok op 3 September j.l.
een extra-boot geladen met 21 runderen en 3
stamboekpaarden naar de Residentie om den
naam van het Eilandenvee hoog te houden.
De inzenders hebben eer van hun werk ge
had.
Het grootste succes heeft de heer A. Vijf-
vinkel Lz., Kooistee, te Nieuwenhoorn te boe
ken. Hij verwierf n.m. den eersten prijs met
tien melkkoeien afstammende van één vader
(de Verwachting) een prachtcollectie dieren,
in natuurlijken voedingstoestand, die alge
meen de aandacht trok en die het Oranjelint
ten volle verdiende en een tweeden prijs in
klasse II. Eigengefokte volbloeden.
Ceasar Vaan VI, eig. „de Vaan" te Hille-
gersberg, thans gestationneerd bij P. Scheij-
grond te Abbenbroek was een ernstige mede
dinger naar het Kampioenschap voor stieren.
Deze buitengewoon besten fokstier werd een
tweeden prijs toegekend.
In de diverse rubrieken zijn nog prijzen be
haald door A. Vijfvinkel Lz. voornoemd (5).
P. C. Oosthoek, L. van den Hoonaard, KI.
Dirkzwager, C. van Beek Pz., P. Scheijgrond
en H. C. Spoon.
De provinciale collectie (22 koeien en 3
stieren) hebben uitsluitend gedemonstreerd
en werden niet geprijsd. Onze Zuid-Holland-
sche collectie, waaraan „Voorne en Putten" 6
koeien en 1 stier leverde maakte een zeer goe
den indruk, voorlal toen zij in den ring werden
rondgeleid.
Buitengewoon zwaar was de strijd Noord-
Holland en Zuid-Drente maakten het ons voort
durend lastig, doch herhaaldelijk sloegen onze
fokkers krachtig van zich af, om meermalen
het veld te behouden.
De heer C. van Beek Lz. te Nieuwesluis-Heen-
vliet heeft de eer der Zuid-Holl. fokkers van
het trekpaardenstamboek opgehouden. Zijn
drie Stamboekmerriën werden alle eervol ver
meld. Prachtige dieren die het tegen het puikje
van Zeeland, Limburg en Brabant moesten
afleggen. Maar die men het praedicaat „eer
vol' toch gaarne verleende. Hulde!
Deze tentoonstelling behoort weer tot het
verleden. Dank zij de reusachtige medewer
king is zij bij uitstek geslaagd. Zij trok in
deze sympathieke Oranjeweek duizenden bij
duizenden toeschouwers en allerlei talen hoorde
men spreken. „Eendracht maakt macht" was
het symbool, alleen is het jammer, dat Fries
land meende in zijn isolement zijn kracht te
moeten zoeken, en zijne runderen thuis hield.
Het N. R. S. toonde er te kunnen zijn. De
extra-boot keerde op 7 September in de haven
te Nieuwesluis terug; tot heden alles wel aan
boord; de Oranjevlag in top met niet minder
dan 16 groote of kleinere onderscheidingen
liep zij binnen. Wij mogen gerust van een waar
succes gewagen.
amnestie hem in staat naar zijn vaderland terug
te keeren, waar hem onderwijl door den dood van
een bloedverwant het landgoed Rakowicz ten
deel was gevallen. Hij vestigde zich thans op deze
nieuwe bezitting. Voor vorst Baratowski, die
van de vrijspraak uitgesloten bleef, had de zaak
een anderen afloop. Hij was een der leiders van
den opstand geweest en had mede aan de spits
der beweging gestaan; aan zijn terugkeer was niet
te denken en vrouw en zoon deelden met hem de
ballingschap, totdat zijn dood ook hen de vrijheid
gaf zich elders te vestigen.
Het was voormiddag, en in de villa, die de fami
lie Baratowski te C. bewoonde, in de kamer, die
op het balkon uitkwam, bevond zich op het oogen
blik niemand dan de vorstin. Zij was verdiept in
een brief, dien ze een uur geleden had ontvangen
en die Waldemar's bericht bevatte, dat hij dien
dag bij haar zou komen en den bode op den voet
hoopte te volgen. Zijne moeder tuurde zoo onaf
gewend op het schrift, alsof zij uit die korte, koele
woorden of uit dc hand liet karakter van den zoon
wilde opmaken, die haar ten cenenmale vreemd
was geworden. Sedert haar tweede huwelijk had
zij hem slechts zelden en vluchtig gezien, en sedert
zij in Frankrijk gewoond had, was bijna alle ver
keer tusschen hen afgebroken. De herinnering, die
haar van den tienjarigen knaap nog duidelijk was
bijgebleven, had weinig bekoorlijks, en wat zij
van den jongeling had ondervonden, stemde hier
mede slechts al zeer te overeen. Niettemin was
het zaak, ten koste van eiken prijs invloed op hem
te verkrijgen, en de vorstin was er de vrouw niet
RUSSISCHE PENNEKRASSEN.
Nitsjewo.
MOSKOU, Aug. U hebt misschien gehoord,
dat de stadssovjets een nieuwe verordening
definitief hebben afgekondigd een verorde
ning, waarop men reeds lang wachtte, een zeer
fundamenteele verordening, de basis fei
telijk van een geheele hervorming. Men zal in
de toekomst zoo-en zooveel omwegen, zoo-en
zooveel tijd, geld en ergernis besparen...
want een zeer gecompliceerde bureaucratische
rompslomp is door deze verordening vereen
voudigd. Sedert zes, zeven maanden worstelt
de stadssovjet met dit hapje het schijnt
haar niet goed te bekomen. De stadssovjet
heeft nu juist geen haast.ten eerste in het
algemeen niet en ten tweede in het geheel niet,
omdat het bij deze verordening feitelijk gaat
om een aangelegenheid van de bourgeois. Maar
„geen oude koeien.is het devies! Vergeten,
vergeten en vergeven in ieder geval ech
ter, om je te overtuigen, loop je naar de stads
sovjet om inlichtingen.
Onderweg ontmoet je iemand, die iets over
een of andere amnestie vertelt.vroeger heb
je voor amnestie nooit zoozeer interesse ge
had, liet het aan de arme drommels, die het
aanging over, zich er over te verblijden...
Maar nuniemands geweten is geheel zuiver,
want het geweten-dat is in hef nieuwe Rus
land het meest labiele begrip geworden. Er
is een christelijk, een revolutionnair, een pro
letarisch geweten-de stadssovjet, mag dat alles
uit elkaar houden. Vroeger was er-zeer een-
voudig-alleen een goed of een slecht geweten.
maar dat alles is zoo gecompliceerdgeworden.
En iedere wet is een galg, waaraan men u
misschien met een of anderen zwaai zal weten
op te hangen. i
Het loont dus de moeite, met de amnestiën
op de hoogte te zijn.
naar om terug te schrikken voor een taak, waar
van zij al het moeilijke inzag. Zij was opgestaan
en ging peinzend het vertrek op en neer, toen een
luide, snelle stap in de voorkamer haar dwong
om stil-te staan. Onmiddellijk daarop opende Paw-
licjk de deur en diende „mijnheer Waldemar Nol
deck" aan. Deze trad binnen. De deur werd achter
hem gesloten en moeder en zoon stonden tegen
over elkander.
Waldemar deed nog een paar stappen voorwaarts
en bleef toen plotseling staan. De vorstin had plan
gehad hem tegemoet te gaan, maar ook zij hield
haar schreden in. 't Was alsof zich reeds in dit
eerste oogenblik een onafzienbare kloof tusschen
beiden opende, alsof alles, wat er ooit vijandigs
en vreemds tusschen hen had gelegen, weer uit
het verleden opdoemde; dat zwijgen dat terug
trekken, al duurde 't slechts ëenc seconde, sprak
duidelijker dan woorden; het getuigde dat zich
noch in het hart van dc moeder, noch in dat van
den zoon een enkele stem verhief. Dc vorstin kwam
het eerst haar onwillekeurige!! tegenzin te boven,
en„Ik dank je, mijn zoon, dat ge hier zijt gekomen
klonk van hare lippen, terwijl ze hem de hand toe
stak.
(Wordt vervolgd