EERSTE BLAD ZATERDAG 25 Augustus 1923 {w. ijfboeken OUDDORP. Fotografie S. v. d Nederland in 25 Jaren. feuilleton. ANITAS VIN ETA. flSTERDAMSCHE |iet en igen ordt, men, sla- In d Op ming. at en waar mond n ge- lerven. dkust. ischien van wee waar la, die en zien familie fiu niet komt i>m ons als de kjavik werk ertaald vrouw leve ge- geto- ndsche tje van ar gaat elen, 't kuli te Zoo .1e eene taar de ar den t punt, illen af lens, al- gaat, komen passe- bies den brugweg chauf- igt een krd", of I presen- Iman te Inoet en verder J>n staan |eten ze heeten Ibestemd het Al- larin de studen- banken, n lesse- Boodeen- .praest" bestemd en gaven noode toe, toen hij beeldhouwer wilde worden. In Kopenhagen studeerde hij onder Stephan Sinding, Thans woont hij in Reykjavik, de Staat geeft hem toelage om verder te werken en bracht zijn werk onder in een museum, dat met be hulp van particulieren, die elk 20.000 kronen gaven, gesticht werd, en dat zij verder hopen uit te breiden tot een verzameling van alle kunst, Einar Jónsson's werk is machtig van ge dachte en phantasie, z.a. zijn „Utiïegumadu- rinn" (vogelvrijklaarde); de man, die gezon digd heeft tegen de wet, hij heeft zich schuil gehouden in kloven of rotsen, maar nu sterft zijn vrouw en hij wil haar dragen naar den geboortegrond op gevaar af, dat iemand hem zal herkennen. Het doode lichaam heeft hij over zijn rug gebonden, het jongske draagt hij in zijn arm en de hond loopt naast hem. Dit is een der beelden die mij sterk hebben getrof fen: de uitdrukking van den man met zijn ruig gezicht, het kind, dat zijn armpjes om vaders hals slaat, het zachte gezicht van de doode, de vaste stap van den verbannene, de trouwe oogen van den hond. Nu spring ik echter in eens op de practisc/ie zijde over en vertel, hoe hier de vischvangst voor velen een bestaan oplevert. De kabel jauw o.m. wordt in massa's gevangen, en uit groote vrachtauto's naar de drogerijen ge bracht, nadat ze schoongemaakt, opengelegd en gezouten is en op den grond op steenen in de open lucht gedroogd. Blijft het weer goed, dan zijn 6 of 7 dagen voor drogen voldoende, 's nachts of bij regenweer draagt men de vis- schen op groote hoopen en bedekt ze met zeil doek. Zoo ziet men bij zonnig weer fieele witte velden van visch en bij slecht weer langwerpige groote stapels. Zijn ze klaar, dan brengen de ~..wo n«r rip crhpnen ter verzending. Prijs per kwartaal. Losse nummers f i— f 0 07' f 1,20 f 0,20 Advertentie!) v. 1—6 regels Elke regel meer. Sij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dieiistaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 5E JAARGANG. - N°. 82. j- - auto's ze naar de schepen ter verzending ,,Er is een tijd van komen, er is een tijd van gaan." De" „Sirius" zal ons nu inplaats van 5 dagen zooals op de heenreis, 10 dagen herbergen. We gaan de Noordkust om. Kardinaal van Rossum is onder de passa giers. Dit is de eerste keer, dat een kardinaal een bezoek aan IJsland gebracht heeft. Aan boord wordt hij met een stevigen zeemanspoot van den kapitein welkom geheeten. De Prefect in Reykjavik spreekt eenige woorden van dank tot afscheid en de Sirius licht het anker wij zetten koers naar het N.W. om als eerste plaats Isafjordur binnen te loopen. nog het lldhouw- It is kra- Iwerd in lem voor De 9e Ned. Jaarbeurs te Utrecht. De 9e Ned. Jaarbeurs zal ditmaal gehouden worden van 12 tot en met 25 September a.s. in het daarvoor bestemde gebouw te Utrecht. Elk handeldrijvende wordt aanbevolen een bezoek aan de Jaarbeurs te brengen. Het vergemakkelijkt den handel en iedereen zal er direct een voordeel van hebben. Men vindt hier natuurlijk van elk artikel de meest uit gebreide keuze en een groote verscheidenheid van firma's, zoodat men onmiddellijk zien kan, wie het beste levert in kwaliteit, en 't laagst in prijs. Ook de Nederlandsche spoorwegen hebben wederom een verlaagd reizigers-tarief inge steld voor jaarbeursbezoekers. Des Zondags alsmede den 20sten September zal de jaar beurs gesloten zijn. Bezoekt daarom om 3 redenen de jaarbeurs. 1°. Voordeelige inkoopen. 2°. Vermeerdering van zakenkennis. 3°. Direct persoonlek contact met uw leveranciers. ntoor en Huis. in inkt, met ge- Igeschreven, en uit- ste blad blijft dan Copy in het boek rd in 2 formaten van loorkomende ukwerkcn. |=rtentiën in alle j ■enz., enz. hobbemastraat—middelharnis (5 minuten van het Station). Billijkst en soliedst adres voorl toto's en vergrootingen. In 't atelier opname bij elke weersgesteldheid. msr koopt bij onze Adverteerders. 189S—1923. XIV. Eindelijk het gebied der schilderkunst. In 1898 scheen de rol van de dusgenaam de Haagsche school min of meer uitge speeld. De grooten van die Haagsche school waren er niet meer of verdwenen spoedig. Mauve, Bosboom, Willem Roe- lofs. de Marissen, van wie Matthys in zijne vrijwillige ballingschap te Londen stierf, Iraëls, Mesdag, de Bock, Blommers, Neuhuys, Gabriël, Kever, zij vormden eene reeks van namen, die ook in het bui tenland in het algemeen goed bekend zijn. De geweldige schilderingen van een Breit- ner, die het impressionisme, gelijk men beweerd heeft, oversteeg, de tragedie van leen Vincent van Gogh, de mooie peinture |van een Isaac Irsaëls, zij liggen eigenlijk in een vroeger tijdperk. Gaat men deze 25 jaren na, dan ziet men de schilderkunst door het impressionisme heen tot een zeker cubisme komen, en ziet men vooral in den Iaatsten tijd verschillende richtin gen zich openbaren, waarbij de sensiviteit en het neo-impressionisme eene rol spelen. Op schildergebied zijn er vele namen, die feich bekendheid hebben verworven, te noemen. Wij denken aan een Suze Bis- ;chop Robertson, die uitnemende stil levens heeft geschilderd en het Nederland- che binnenhuis ons weer heeft terug- jebracht; wij denken aan de mooie schil ferkunst van een Poggenbeek, een Arnt- tnius; wij denken aan het gevoelige, in- iige realisme van een Tholen, en wij den- en aan een zekeren zelftucht, die zich bij erster openbaarde, toen hij plotseling iot zijne stillevens overging. Als portret- Ichilders noemen wij naast Therèse ichwarz, en Van Welie, een Jan Vetli en jen Haverman, de eerste vooral psycho- van den lateren tijd een Roland (lolst en Lizzy Ansingk. Wij denken ver- Ier aan een Witsen, die Breitner opvolgde Amsterdamsche stadsgezichten; aan fantast Bauer; aan Voerman met jne wolkentafereelen; aan de mysticiteit en een Mankes; aan het sprookjesachtige in van Daalhof. Weer op een geheel an- standpunt staat eene categorie, van s te noemen zijn een Thorn Prikker, een jrkinderen, een Van Konijnenburg en renal een Toorop; die de meest interes- nte figuur schijnt uit deze 25 jaren, aan- bikelijk impressionist, later sterk in zijn tholieke uitingen, weer later terugkee- :nd blijkbaar tot de Vlaamsche primi- :ven. Uit den tijd van het cubisme val- |n te noemen een Leo Gestel, een Mon- iaan, een Schelfhout, vooral romanti- |s, en Sluyters, terwijl eene groep die, iiten de abstracties van het cubisme STEEG 7 - ROTTERDAM g ten kousen in alle soorten en maten. 8 IEUKBANDEN, BUIKGORDELS. Specialiteit Geneesmiddelen. - inische artikelen voor Dames en Heeren ons Inlichtingenboek a f 1,25. VAN E. WERNER. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). L.IS bij de latschappij van Levensverzekering )LKOMEN ZEKERHEID |idslagen Voorzichtig beheer Groote openbaarheid frslag bij den Vertegenwoordiger AN EESTEREN, Ring 155, MIDDELHARNIS of N. Spiegelstraat 17, AMSTERDAM .Heen toen wij terugvoeren, tante. Wij wilden Is we hadden afgesproken, naar den Beuken- 'el gaan, en Leo meende, dat we er over zee 'schielijker zouden zijn, dan als we het pad 'rhet bosch gingen. Ik beweerde het tegendeel: streden er een poosje over en besloten eindelijk proef er van te nemen. Leo stapte alleen in de t en ik ging het bosch in." iVaardoor ge een half uur later dan ik op den I aankwaamt," riep Leo zegevierend, had den verkeerden weg ingeslagen," ver- 'de het jonge meisje bedaard. „En ik zou mis- :n nog in het bosch zijn, als men mij niet had ihtgewezen." k'ie heeft dat gedaan?" vroeg de graaf, m boschduivel," antwoordde Wanda met 'ihalkschen glimlach. „Een van de oude reu- 4ie men zegt dat zich hier van tijd tot tijd ver en. Maar vraag mij nu niets meer, papa. Leo ^idend nieuwsgierig om er meer van te weten taft mij in de boot onophoudelijk met zijn vervolgd en daarom juist zal hij er nu niets vernemen." 'at is maar een verzinsel!" riep Leo lachend. Is dan een voorwendsl om je late aankomst wensclite te blijven, onder zich telt een Van Wijngaardt en een Charley Toorop. Onder de jongeren valt ook nog Dirk Nij land, analytisch in zijne schilderijen, ook een beeld gevend van het zoeken en stre ven in vele richtingen, dat deze kwart eeuw heeft gekenmerkt, te noemen. Het was niet. als de voorafgaande 25 jaren, eene periode van zoeken in bepaalde rich ting, neen het was een gaan op zijwegen, een zich verdiepen, dat strijd innerlijk en uiterlijk te kennen geeft. Vergeten wij niet, dat ook de grafische kunst in sterke mate toenam en dat van eene ontwikke ling der kunstnijverheid op menig gebied valt te getuigen. Een heel enkel woord tot slot over de ontwikkeling der sport. Zoowel de beoefe ning als de beschouwing der sport is in deze kwarteeuw geheel omgekeerd. Be oefening is toegenomen op bijna elk ge bied, beoefening is niet meer eigendom van eene bepaalde categorie. De beschou wing daarover heeft zich verloren in eene geweldige belangstelling, die vooral tegen over de voetbalsport enorm is geweest. Waar zijn de tijden, die wij als jongens voor 25 jaren kenden, dat een duizend toe schouwers veel was; wie herinnert zich dien tijd thans nog, wanneer een gewone competitie-wedstrijd een 20.000 a 30.000 toeschouwers naar het Amsterdamsche Stadion kon lokken. De voetbalsport is populair geworden, heeft zich ontwikkeld tot eene beweging. Nederland stond vele jaren na Engeland aan de spits van het voetbalspel, nu niet meer, gelijk onze laatste internationale wedstrijden wel ge tuigen. Ook op ander sportgebied is er van vooruitgang sprake. Wij denken aan cri cket, aan lawn-tennis, aan korfbal, aan lichamelijke oefeningen, aan wandelsport, aan turnsport, aan schaatsenrijden. Voor den tweeden keer slaagde een Neder- landsch roeier erin, de Diamond Sculls te veroveren. De wielrensport vertoonde hier te lande eene inzinking, die eigenlijk duurde tot midden in den oorlog; daarna valt plotseling eene opleving te consta- teeren. De bouw van een groot aantal banen in ons land, het bezoek aan deze banen eiken Zondag van duizenden en nog eens duizenden, deze belangstelling zegt voldoende. Het aantal renners neemt toe, de sterren onder hen eveneens, in de wiel rensport neemt Nederland eene leidende plaats in. Niet in zoo sterke mate op het gebied van de bokssport, al is het eene vraag, die voor deskundigen nog altijd open blijft, of dit verband houdt met de populaire opvatting van deze sport. De paardensport ontwikkelde zich eveneens, niet in zoo sterke mate, gelijk ook moei lijk kon, gezien de animo, die daarvoor reeds bestond. Maar de eigenaardigheid van deze sport zal voorloopig wel blijven, dat zij zich beperkt tot eene bepaalde cate gorie, dat zij voor eene algemeene toe passing niet of nog niet geschikt is. De te verontschuldigen IGe zoudt eer een geheel sprook je bedenken, dan toegeven dat ik gelijk heb gehad!' Wanda stond op het punt hem zijne scherts met dezelfde munt betaald te zetten, toen de vorstin het woord opnam. „Voorwendsel of geen voor wensdel," zeide zij scherp, „in elk geval was 't zeer ongepast, alleen en eigendunkelijk die wandeling te ondernemen. Ik had je toegestaan in Leo's gezelschap een watertochtje te doen, en begrijp niet hoe hij je alleen uren lang in het bosch heeft laten dwalen." „Wanda wilde 't," verontschuldigde Leo zich. „Zij v/as er bepaald op gesteld dat we onzen twist terstond zouden beslechten." „Ja, tantelief, ik wilde 't," herhaalde de jonge dame met een bepaalden nadruk op dit woord, wat zij waarschijnlijk niet gewaagd zou hebben zonder de beschermende nabijheid van haar vader, „en toen wist Leo maar al te goed, dat 't vergeefs zou zijn mij terug te houden." Uit de houding der vorstin kon men opmaken, dat zij het hoog noodzakelijk achtte de eigenzin nigheid harer nicht op strenge wijs te keer te gaan. Ze stond dan ook op het punt deze een ernstige vermaning toe te dienen, toen haar broeder haar schielijk voorkwam: „Mag ik Wanda met mij meenemen? Ik ben wat moe van de reis en ga een poos op mijn eigen kamer uitrusten. Tot weerziens dus!" Dit zeggende stond hij op. legde den arm zijner dochter in den zijnen en verliet met haar het vertrek. „Oom schijnt voor niets of niemand ooren of oogen te hebben dan voor Wanda," zeide Leo, zoo dra beiden vertrokken waren. De vorstin zag hem zwijgend na. „Hij zal haar bederven l" barstte ze eindelijk uit. „Hij zal haar zwenisport nam zeker toe; auto en motor werden tot sport ontwikkeld. Een onbe- teekenend land op sportgebied is Neder land zeker niet, al zou hier en daar meer leiding gewenscht zijn, en meer zelftucht tot beter resultaat kunnen leiden. Het is niet wel doenlijk, in een beperkt aantal pagina's een ook maar eenigszins volledig beeld te geven van Nederland in deze 25 jaren op elk gebied. Uit een overzicht als dat, hetwelk wij hier gaven van de meest belangrijke gebieden, blijkt intusschen reeds hoeveel er gearbeid is, naar hoeveel er gestreefd is, hoeveel er ook verkregen werd. Er blijkt uit, hoezeer gunstiger de toestand zou zijn, als niet een verwoestende oorlog van vier jaren zoo veel met moeite verkregen resultaten had vernietigd. Wij zouden nog over zoovele andere dingen kunnen spreken: over ons onderwijs, dat geheel eene belangrijke ver andering onderging; over leger en vloot, die menigmaal onderwerp van discussie waren; over ons rechtswezen, dat zich vooral in zijne beschouwing tegenover jeugdige misdadigers geheel wijzigde; over den godsdienst; over de journalistiek, die zich tot een geheei bijzondere hoogte op werkte; over de openbare werken in Ne derland; over de visscherij; over de poste rijen; over het verzekeringswezen; over spaar- en credietwezen; over armwezen. Ziedaar een geheel onbetreden gebied. Wat wij in deze artikelen hierboven gaven, het zijn slechts aanteekeningen, die voor een ieder, die ze leest, bekende beelden uit een nog kort achter ons liggend ver leden naar voren doen treden. Iets nieuws in den eigenlijken zin des woords kunnen artikelen als deze niet brengen; een groot deel van ons heeft deze kwarteeuw mede geleefd, hetzij meer hetzij minder intens. Maar wel staan deze artikelen toe een terugblik op dat directe verleden, waar van zelfs de groote bijzonderheden zoo licht worden vergeten door degenen die ze hebben meegemaakt, totdat een enkele wenk ze weer aan die vergetelheid ont rukt! Ziet, het vierde eener eeuw heeft zijne stonden doorvlogen, zeggen wij den dich ter Da Costa na. En wij staan gereed om in ontvangst te nemen wat een nieuwe kwarteeuw ons zal brengen! AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK. CXXXIII. Inderdaad, voor ons doen, voor bewoners van het lage land aan de Noordzee, hadden we aardig werk geleverd. Iedere leiding had ons ontbroken; we waren eenvoudig overge leverd aan ons eigen „instinct." Alleen was het op één bepaald punt van den in los ge steente verloren weg voorgekomen, dat van den top van een bergkam een roep ons be reikte. Daar héél in de hoogte stond arm- gebarend als een scherp tegen de helle lucht afgeteekend silhouetje een ander toerist. Luis terend naar wat hij daar uit den hooge te op dezelfde dwaze manier vergoden als vroeger hare moeder, en Wanda zal schielijk genoeg hare macht leeren kennen en gebruiken. Ik vreesde 't terstond, toen er sprake was dat ze tot haar vader zou terugkeeren. En reeds dit eerste uur merk ik, dat ik 't goed heb ingezien. Wat bedoelde zij eigen lijk met dat avontuur in het bosch?" Leo haalde de schouders op. „Ik weet 't niet. Waarschijnlijk heeft Wanda dat gehecle verhaal bedacht om mij te plagen. Eerst maakte ze mij door al hare toespelingen nieuwsgierig en weigerde toen, mij iets verder daarvan te vertellen, terwijl ze mij nog op den koop toe uitlachte. Ge weet hoe zij is." „Ja, wél weet ik dat," stemde de vorstin toe, de wenkbrauwen samen trekkend. „Wanda schept er nu eens behagen in met ieder te spelen en haar moed wil te koelen op allen met wie zij in aanraking komt. Ge moest haar dat, althans wat u betreft, Leo, niet zoo gemakkelijk maken." Het bloed steeg den jongen vorst naar het voor hoofd. „Ik, mama? Ik ben 't dikwijls genoeg on eens met Wanda." „En toch laat gij je tot een speelpop van haar luimen gebruiken, zooveel 't haar slechts belieft. Maar 't zij zoo, mijn zoon ik weet wie bij je oneenigheden ten slotte triomfeert. Voor 't oogen- blik is alles nog maar kinderspel. Ik moet eens ernstig met je sprekensluit de deur aan het balkon en kom hier naast mij zitten." Leo gehoorzaamde: zijn gelaat verried dat hij zich beleedigd gevoelde; misschien minder door de ontvangen terechtwijzing dan door de uitdruk king: „kinderspel." De vorstin nam nochtans niet de minste notitie van zijn stemming. „Ge weet," dus begon zij, „dat decreteeren had, stonden we stil. En terwijl we hem de beide handen als een roper voor den mond zagen brengen, hoorden we wat vage klanken op ons neergolven, waaruit we kon den opmaken, dat hij ons beduidde, dat er een betere weg liep wat lager langs de helling. Welke beleefdheid we dankend beantwoorden i met armgewuif, terwijl we door een glijdende I daalpartij naar lager oorden het betere wegje gingen opzoeken. Hadden we den Prager leider nog bij ons gehad, dan zeker had hij wel door ingeving de betere route al direct te pakken genomen. Maar zooals gezegd, we waren Hollanders onder elkaar, leerling-bergklimmers. De Pra ger dokter klauterde op dat moment vermoe delijk ergens in het Zillerthal. Het Wiener; Fraulien doorwaadde mogelijk alweer met een j ander toerist bergstroomen! Ik vertelde alreeds, dat het kalkgesteente I was, waaruit dit gedeelte van het Alpenland bestond. Zulk gesteente ondergaat natuurlijk veel gemakkelijker dan graniet, basalt of zelfs leisteen de verweringsinvloeden. Denkelijk dankt dit gebergte aan deze snellere verwering dan ook de grillige vormen. Inplaats van een meer compacte massa of een breed uitloopende kam of plateau te vormen, bestaat dit bergland grootendeels uit kerktorenachtige zuilen, spit sen, pilaren, de een hooger dan de ander, groepsgewijs bij elkaar of geheel op zichzelf staande. Op sommige plaatsen rijzen ze lood recht op en maakt het geheel den indruk van een reusachtige cathedraal met torens en uitbouwsels. Zulk een honderd en meer meters hoogen cathedraalmuur, te beklim men is geliefkoosde sport onder de jongelui, die van heinde en verre toestroomen om zich aan deze bergsport te wijden. Jaar op jaar vallen er slachtoffers bij deze roekeloosheid. Een opschrift gebeiteld in den starren berg wand vermeldt gewoonlijk het noodlottig gebeuren en noodt den later voorbijtrekkenden toeristen om den held, die aldus het leven liet in de bergen, die hem lief waren, in gebeden te gedenken. Tot dergelijke krachttoeren, het optrekken aan touwen, het uitkappen van steunsels voor de voeten, hebben we ons niet laten verleiden. We vonden het al mooi, dat we zonder duize lig te worden het klaar speelden langs een soort begaanbaar gemzenpaadje voort te scharrelen. Om half zeven den volgenden morgen zetten we onzen tocht dalwaarts voort. In andere richting (die, vanwaar wij gekomen waren) trokken andere toeristen, die in dezelfde Schutz-Hutte hadden overnacht. De dames van het gezelschap waren gekleed in blauwen pantalon; de voeten omkleed met wollen sok ken, gestoken in stevige met spijkers beslagen bergschoenen, de beenen tot de'knieën bloot. Ieder op den rug de noodzakelijke bagage, een lange of een korte bergstok in de hand en daar gingen ze er op uit"frisch en vrij in de groote, mooie natuur. En even voelden we jaloezie in ons opkomen bij de gedachte aan ons Nederland, waar we zóó onderworpen zijn aan stijve vormen, dat we het niet wagen om zelfs bij groote hitte het colbertjasje over den arm te nemen of het harde boord af te gooien. Ik verzeker u, dat we ons hebben aangepast aan de gebruiken van het bergland. Op iederen tocht hing mijn jasje opgerold over den rug zak. Het witte sporthemd had wel knoopjes, maar geen werd er van gesloten; de mouwen waren opgeslagen tot den elleboog. Op borst en armen gloeide de zon en brandde het vel ik al eens getrouwd was geweest, toen ik je vader mijne hand reikte, en dat er een zoon uit dat eerste huwelijk leeft. Ge weet ook dat hij in Duitschland werd opgevoed, maar tot dusver hebt ge hem nog nooit gezien. Dat zal nu geschieden. Ge zult hem leeren kennen." Leo sprong verrast van zijn stoel op. „Mijn broeder Waldemar?" riep hij. „Ja, Waldemar Nordeck." De toon, waarop de vorstin dezen naam uitsprak, drukte een misschien onwillekeurig, maar niettemin bepaald protest uit tegen elke overeenstemming van dien Nordeck met een Baratowski. „Hij woont hier in den omtrek op het landgoed van zijn voogd. Ik heb hem bericht gezonden van onze aankomst en verwacht hem dezer dagen bij mij." Leo's boosheid van straks was nu geheel ver dwenen. Het gesprek scheen hem blijkbaar groot belang in te boezemen. „Mama," zeide hij aarzelend, „mag ik eindelijk eens iets anders van die geheimzinnige familie geschiedenissen vernemen? Ik weet alleen dat uw eerste huwelijk niet gelukkig is geweest en dat ge met Waldermar's familie, zoowel als met zijn voogd, in onmin geraakt zijt; maar ook dit weet ik alleen uit eenige los daarheen geworpen ge zegden van oom en onzen oudenknecht. Noch aan u noch aan mijn vader heb ik ooit het een of ander hieromtrent durven vragen. Ik merkte dat ik hem belcedigdde en u boos maakte. Ge schecnt beiden elke herinnering daaraan te willen verbannen." Een zonderling harde uitdrukking vertoonde zich op het gelaat der vorstin en ook hare stem klonk hard, toen zij antwoordde: „Voorzeker! Beschaming en vernedering be dekt men het best met den mantel der vergetelheid» bruin; de frissche gletscherwind had vrijen toegang en als die het al te felle branden niet wist te temperen, dan deed een afspoeling met ijswater uit een beek het wel. Een wandeling van half zeven tot ruim half tien in den voormiddag bracht ons aan het dorp Kematen aan den Arlbergbahn, van waar we per spoor naar Innsbruck konden terug keeren. Tevergeefs besteedde ik in Kematen een half uur aan het zoeken naar vruchten Hoewel een jeugdige dorpsschoone ijverig medehielp, bleek er nergens een kers, of pruim of peer op het geheele dorp te koop. De jonge dame betuigde haar spijt over de vruchtloos heid van de streek en informeerde ze deed aan turnen en moest den volgenden dag de Turnfeesten te Munchen gaan medemaken belangstellend naar welke soort sport men in Holland wel beoefende. Waarop ik natuurlijk onze nationale rijwielsport en het schaatsen rijden in de eerste plaats noemde, voetbal en tennis in de tweede plaats en vastliep toen ik de derde rubriek korfbal en al dat andere ge- bal wilde opsommen, want korfbal, een spel met een bodemlooze mand op een paal, kon ik met geen mogelijkheid in behoorlijk begrijpelijk Duitsch vertalen. Den laatsen dag van mijn verblijf in Tirol maakten we gedrieën nog een bergwandeling. Maar na een uurtje viel nummer een uit we gens een paar pijnlijke teenen. Een uur later kwam er een donderbui opzetten. Een kleine bidkapel verschafte ons een onderkomen. En toen we meenden dat het droog werd, togen we verder. Maar even later begon de bui pas goed. En dat werd me zoo'n geweldige klets partij, geaccompagneerd door feilen bliksem en donder, dat we als dorre bladeren wegsto ven langs het bergpad om een nieuw onder dak te zoeken. Bij een tweesprong konden we niet tot den accoord komen en zoo rende de een deze richting, de ander gene richting uit. Drijfnat belandde ik tenslotte in een boeren- stulp, waar ik boven een reuzenfornuis jas, overhemd en wat dies meer zij mocht drogen. Om 8 uur at ik alleen in een klein dorp een schotel gulasch met polenta en een pot bier voor een paar kwartjes en 's avonds om 10 uur zaten we met ons drieën weer bijeen in een Innsbrucker-biergelegenheid. Ieder onzer had langs een anderen weg de stad terugge vonden. K. UIT HET LAND VAN DE PETROLEUM. Levensgevaarlijk reizen. BOEKAREST, 12 Aug. De Roemeensche minister van het spoorwegverkeer, generaal Moshoi, is langzamerhand en naar het schijnt, met succes bezig, zich een onster- felijken naam te verwerven. Men kan zulks doen op tweeërlei wijzen, door een daad of een woord het laatste is gemeenlijk het minst gevaarlijk en daardoor het meest ge bruikelijk, en bovengenoemde minister heeft zich dan ook de laatste methode uitgekozen, daar van hem deze merkwaardige uitspraak is vernomen, dat men om hier in Roemenie lang te leven, verstandig doetrustigjes thuis te blijven, en toch vooral niet op reis te gaan. Men zou om een dergelijke nuch tere opmerking zonder zich nog in derzel- ver meer of minder groote mate van doel treffendheid te verdiepen kunnen lachen, ware het niet, dat deze uitlating een al zeer' tragischen ondergrond heeft. Want onder de vele inconvenienten, om nu nog maar eens een véél te zacht woord te gebruiken, aan en beide heeft die rampzalige verbintenis in ruime mate voor mij opgeleverd. Vraag mij thans geen nadere bijzonderheden, Leo, Gij weet het voor naamste laat dit je voldoende zijn! Ik kan noch wil je stap voor stap een familiedrama binnen leiden, waaraan ik zelfs thans nog niet kan denken, zonder dat de haat tegen een afgestorvene weer met nieuwe kracht bij mij ontwaakt. Ik had die drie jaren voor goed uit mijn leven willen weg vagen en vermoedde niet, dat ik eens zou gedwon gen worden, ze weer in mijn geheugen terug te roepen. „En wie of wat dwingt u daartoe?" vroeg Leo snel. „Toch niet onze terugkeer? Wij gaan immer» naar oom op Rakowicz?" „Neen, mijn jongen; wij gaan naar Wilicza." „Wilicza?" herhaalde Leo verbaasd. „Dat is immers Waldemar's heerlijkheid?" „'t Zou mijne douairie geweest zijn, als dat testa ment mij niet had buitengesloten," zeide de vorstin op bitteren toon. „Thans is 't het eigendom van mijn zoon zeker zal er wel een plaats zijn voor zijn moeder." Leo trad driftig een schrede achteruit. „Wat bedoelt ge daarmee? riep hij driftig. „Wilt ge u vernederen een gunst van dien Waldemar te vra gen? Ik weet dat wij arm zijn, maar eer wil ik lie ver alles verdragen, alles ontberen, dan toelaten dat gij om mijnentwil Dc vorstin stond eensklaps op van de sofa. Haar blik en houding waren zóo gebiedend, dat haar zoon te midden van zijn hartstochtelijk protest bleef steken. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1