EERSTE BLAD
ZATERDAG
25 Augustus 1923
{w.
ijfboeken
OUDDORP.
Fotografie
S. v. d
Nederland in 25 Jaren.
feuilleton.
ANITAS
VIN ETA.
flSTERDAMSCHE
|iet en
igen
ordt,
men,
sla-
In d Op
ming.
at en
waar
mond
n ge-
lerven.
dkust.
ischien
van
wee
waar
la, die
en zien
familie
fiu niet
komt
i>m ons
als de
kjavik
werk
ertaald
vrouw
leve ge-
geto-
ndsche
tje van
ar gaat
elen, 't
kuli te
Zoo
.1e eene
taar de
ar den
t punt,
illen af
lens, al-
gaat,
komen
passe-
bies den
brugweg
chauf-
igt een
krd", of
I presen-
Iman te
Inoet en
verder
J>n staan
|eten ze
heeten
Ibestemd
het Al-
larin de
studen-
banken,
n lesse-
Boodeen-
.praest" bestemd en gaven noode toe, toen hij
beeldhouwer wilde worden. In Kopenhagen
studeerde hij onder Stephan Sinding, Thans
woont hij in Reykjavik, de Staat geeft hem
toelage om verder te werken en bracht
zijn werk onder in een museum, dat met be
hulp van particulieren, die elk 20.000 kronen
gaven, gesticht werd, en dat zij verder hopen
uit te breiden tot een verzameling van alle
kunst,
Einar Jónsson's werk is machtig van ge
dachte en phantasie, z.a. zijn „Utiïegumadu-
rinn" (vogelvrijklaarde); de man, die gezon
digd heeft tegen de wet, hij heeft zich schuil
gehouden in kloven of rotsen, maar nu sterft
zijn vrouw en hij wil haar dragen naar den
geboortegrond op gevaar af, dat iemand hem
zal herkennen. Het doode lichaam heeft hij
over zijn rug gebonden, het jongske draagt hij
in zijn arm en de hond loopt naast hem. Dit
is een der beelden die mij sterk hebben getrof
fen: de uitdrukking van den man met zijn
ruig gezicht, het kind, dat zijn armpjes om
vaders hals slaat, het zachte gezicht van de
doode, de vaste stap van den verbannene, de
trouwe oogen van den hond.
Nu spring ik echter in eens op de practisc/ie
zijde over en vertel, hoe hier de vischvangst
voor velen een bestaan oplevert. De kabel
jauw o.m. wordt in massa's gevangen, en uit
groote vrachtauto's naar de drogerijen ge
bracht, nadat ze schoongemaakt, opengelegd
en gezouten is en op den grond op steenen in
de open lucht gedroogd. Blijft het weer goed,
dan zijn 6 of 7 dagen voor drogen voldoende,
's nachts of bij regenweer draagt men de vis-
schen op groote hoopen en bedekt ze met zeil
doek. Zoo ziet men bij zonnig weer fieele witte
velden van visch en bij slecht weer langwerpige
groote stapels. Zijn ze klaar, dan brengen de
~..wo n«r rip crhpnen ter verzending.
Prijs per kwartaal.
Losse nummers
f i—
f 0 07'
f 1,20
f 0,20
Advertentie!) v. 1—6 regels
Elke regel meer.
Sij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dieiistaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
5E JAARGANG. - N°. 82.
j- -
auto's ze naar de schepen ter verzending
,,Er is een tijd van komen, er is een tijd
van gaan."
De" „Sirius" zal ons nu inplaats van 5 dagen
zooals op de heenreis, 10 dagen herbergen.
We gaan de Noordkust om.
Kardinaal van Rossum is onder de passa
giers. Dit is de eerste keer, dat een kardinaal
een bezoek aan IJsland gebracht heeft. Aan
boord wordt hij met een stevigen zeemanspoot
van den kapitein welkom geheeten. De Prefect
in Reykjavik spreekt eenige woorden van dank
tot afscheid en de Sirius licht het anker
wij zetten koers naar het N.W. om als eerste
plaats Isafjordur binnen te loopen.
nog het
lldhouw-
It is kra-
Iwerd in
lem voor
De 9e Ned. Jaarbeurs te Utrecht.
De 9e Ned. Jaarbeurs zal ditmaal gehouden
worden van 12 tot en met 25 September a.s.
in het daarvoor bestemde gebouw te Utrecht.
Elk handeldrijvende wordt aanbevolen een
bezoek aan de Jaarbeurs te brengen. Het
vergemakkelijkt den handel en iedereen zal
er direct een voordeel van hebben. Men vindt
hier natuurlijk van elk artikel de meest uit
gebreide keuze en een groote verscheidenheid
van firma's, zoodat men onmiddellijk zien
kan, wie het beste levert in kwaliteit, en 't
laagst in prijs.
Ook de Nederlandsche spoorwegen hebben
wederom een verlaagd reizigers-tarief inge
steld voor jaarbeursbezoekers. Des Zondags
alsmede den 20sten September zal de jaar
beurs gesloten zijn.
Bezoekt daarom om 3 redenen de jaarbeurs.
1°. Voordeelige inkoopen.
2°. Vermeerdering van zakenkennis.
3°. Direct persoonlek contact met uw
leveranciers.
ntoor en Huis.
in inkt, met ge-
Igeschreven, en uit-
ste blad blijft dan
Copy in het boek
rd in 2 formaten
van
loorkomende
ukwerkcn.
|=rtentiën in alle j
■enz., enz.
hobbemastraat—middelharnis
(5 minuten van het Station).
Billijkst en soliedst adres voorl
toto's en vergrootingen.
In 't atelier opname bij elke
weersgesteldheid.
msr koopt
bij onze Adverteerders.
189S—1923.
XIV.
Eindelijk het gebied der schilderkunst.
In 1898 scheen de rol van de dusgenaam
de Haagsche school min of meer uitge
speeld. De grooten van die Haagsche
school waren er niet meer of verdwenen
spoedig. Mauve, Bosboom, Willem Roe-
lofs. de Marissen, van wie Matthys in
zijne vrijwillige ballingschap te Londen
stierf, Iraëls, Mesdag, de Bock, Blommers,
Neuhuys, Gabriël, Kever, zij vormden
eene reeks van namen, die ook in het bui
tenland in het algemeen goed bekend zijn.
De geweldige schilderingen van een Breit-
ner, die het impressionisme, gelijk men
beweerd heeft, oversteeg, de tragedie van
leen Vincent van Gogh, de mooie peinture
|van een Isaac Irsaëls, zij liggen eigenlijk in
een vroeger tijdperk. Gaat men deze 25
jaren na, dan ziet men de schilderkunst
door het impressionisme heen tot een
zeker cubisme komen, en ziet men vooral
in den Iaatsten tijd verschillende richtin
gen zich openbaren, waarbij de sensiviteit
en het neo-impressionisme eene rol spelen.
Op schildergebied zijn er vele namen, die
feich bekendheid hebben verworven, te
noemen. Wij denken aan een Suze Bis-
;chop Robertson, die uitnemende stil
levens heeft geschilderd en het Nederland-
che binnenhuis ons weer heeft terug-
jebracht; wij denken aan de mooie schil
ferkunst van een Poggenbeek, een Arnt-
tnius; wij denken aan het gevoelige, in-
iige realisme van een Tholen, en wij den-
en aan een zekeren zelftucht, die zich bij
erster openbaarde, toen hij plotseling
iot zijne stillevens overging. Als portret-
Ichilders noemen wij naast Therèse
ichwarz, en Van Welie, een Jan Vetli en
jen Haverman, de eerste vooral psycho-
van den lateren tijd een Roland
(lolst en Lizzy Ansingk. Wij denken ver-
Ier aan een Witsen, die Breitner opvolgde
Amsterdamsche stadsgezichten; aan
fantast Bauer; aan Voerman met
jne wolkentafereelen; aan de mysticiteit
en een Mankes; aan het sprookjesachtige
in van Daalhof. Weer op een geheel an-
standpunt staat eene categorie, van
s te noemen zijn een Thorn Prikker, een
jrkinderen, een Van Konijnenburg en
renal een Toorop; die de meest interes-
nte figuur schijnt uit deze 25 jaren, aan-
bikelijk impressionist, later sterk in zijn
tholieke uitingen, weer later terugkee-
:nd blijkbaar tot de Vlaamsche primi-
:ven. Uit den tijd van het cubisme val-
|n te noemen een Leo Gestel, een Mon-
iaan, een Schelfhout, vooral romanti-
|s, en Sluyters, terwijl eene groep die,
iiten de abstracties van het cubisme
STEEG 7 - ROTTERDAM g
ten kousen in alle soorten en maten. 8
IEUKBANDEN, BUIKGORDELS.
Specialiteit Geneesmiddelen. -
inische artikelen voor Dames en Heeren
ons Inlichtingenboek a f 1,25.
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
L.IS bij de
latschappij van Levensverzekering
)LKOMEN ZEKERHEID
|idslagen
Voorzichtig beheer
Groote openbaarheid
frslag bij den Vertegenwoordiger
AN EESTEREN, Ring 155, MIDDELHARNIS
of N. Spiegelstraat 17, AMSTERDAM
.Heen toen wij terugvoeren, tante. Wij wilden
Is we hadden afgesproken, naar den Beuken-
'el gaan, en Leo meende, dat we er over zee
'schielijker zouden zijn, dan als we het pad
'rhet bosch gingen. Ik beweerde het tegendeel:
streden er een poosje over en besloten eindelijk
proef er van te nemen. Leo stapte alleen in de
t en ik ging het bosch in."
iVaardoor ge een half uur later dan ik op den
I aankwaamt," riep Leo zegevierend,
had den verkeerden weg ingeslagen," ver-
'de het jonge meisje bedaard. „En ik zou mis-
:n nog in het bosch zijn, als men mij niet had
ihtgewezen."
k'ie heeft dat gedaan?" vroeg de graaf,
m boschduivel," antwoordde Wanda met
'ihalkschen glimlach. „Een van de oude reu-
4ie men zegt dat zich hier van tijd tot tijd ver
en. Maar vraag mij nu niets meer, papa. Leo
^idend nieuwsgierig om er meer van te weten
taft mij in de boot onophoudelijk met zijn
vervolgd en daarom juist zal hij er nu niets
vernemen."
'at is maar een verzinsel!" riep Leo lachend.
Is dan een voorwendsl om je late aankomst
wensclite te blijven, onder zich telt een
Van Wijngaardt en een Charley Toorop.
Onder de jongeren valt ook nog Dirk Nij
land, analytisch in zijne schilderijen, ook
een beeld gevend van het zoeken en stre
ven in vele richtingen, dat deze kwart
eeuw heeft gekenmerkt, te noemen. Het
was niet. als de voorafgaande 25 jaren,
eene periode van zoeken in bepaalde rich
ting, neen het was een gaan op zijwegen,
een zich verdiepen, dat strijd innerlijk en
uiterlijk te kennen geeft. Vergeten wij
niet, dat ook de grafische kunst in sterke
mate toenam en dat van eene ontwikke
ling der kunstnijverheid op menig gebied
valt te getuigen.
Een heel enkel woord tot slot over de
ontwikkeling der sport. Zoowel de beoefe
ning als de beschouwing der sport is in
deze kwarteeuw geheel omgekeerd. Be
oefening is toegenomen op bijna elk ge
bied, beoefening is niet meer eigendom
van eene bepaalde categorie. De beschou
wing daarover heeft zich verloren in eene
geweldige belangstelling, die vooral tegen
over de voetbalsport enorm is geweest.
Waar zijn de tijden, die wij als jongens
voor 25 jaren kenden, dat een duizend toe
schouwers veel was; wie herinnert zich
dien tijd thans nog, wanneer een gewone
competitie-wedstrijd een 20.000 a 30.000
toeschouwers naar het Amsterdamsche
Stadion kon lokken. De voetbalsport is
populair geworden, heeft zich ontwikkeld
tot eene beweging. Nederland stond vele
jaren na Engeland aan de spits van het
voetbalspel, nu niet meer, gelijk onze
laatste internationale wedstrijden wel ge
tuigen.
Ook op ander sportgebied is er van
vooruitgang sprake. Wij denken aan cri
cket, aan lawn-tennis, aan korfbal, aan
lichamelijke oefeningen, aan wandelsport,
aan turnsport, aan schaatsenrijden. Voor
den tweeden keer slaagde een Neder-
landsch roeier erin, de Diamond Sculls
te veroveren. De wielrensport vertoonde
hier te lande eene inzinking, die eigenlijk
duurde tot midden in den oorlog; daarna
valt plotseling eene opleving te consta-
teeren. De bouw van een groot aantal
banen in ons land, het bezoek aan deze
banen eiken Zondag van duizenden en nog
eens duizenden, deze belangstelling zegt
voldoende. Het aantal renners neemt toe,
de sterren onder hen eveneens, in de wiel
rensport neemt Nederland eene leidende
plaats in. Niet in zoo sterke mate op het
gebied van de bokssport, al is het eene
vraag, die voor deskundigen nog altijd
open blijft, of dit verband houdt met de
populaire opvatting van deze sport. De
paardensport ontwikkelde zich eveneens,
niet in zoo sterke mate, gelijk ook moei
lijk kon, gezien de animo, die daarvoor
reeds bestond. Maar de eigenaardigheid
van deze sport zal voorloopig wel blijven,
dat zij zich beperkt tot eene bepaalde cate
gorie, dat zij voor eene algemeene toe
passing niet of nog niet geschikt is. De
te verontschuldigen IGe zoudt eer een geheel sprook
je bedenken, dan toegeven dat ik gelijk heb gehad!'
Wanda stond op het punt hem zijne scherts met
dezelfde munt betaald te zetten, toen de vorstin
het woord opnam. „Voorwendsel of geen voor
wensdel," zeide zij scherp, „in elk geval was 't zeer
ongepast, alleen en eigendunkelijk die wandeling
te ondernemen. Ik had je toegestaan in Leo's
gezelschap een watertochtje te doen, en begrijp
niet hoe hij je alleen uren lang in het bosch heeft
laten dwalen."
„Wanda wilde 't," verontschuldigde Leo zich.
„Zij v/as er bepaald op gesteld dat we onzen twist
terstond zouden beslechten."
„Ja, tantelief, ik wilde 't," herhaalde de jonge
dame met een bepaalden nadruk op dit woord,
wat zij waarschijnlijk niet gewaagd zou hebben
zonder de beschermende nabijheid van haar vader,
„en toen wist Leo maar al te goed, dat 't vergeefs
zou zijn mij terug te houden."
Uit de houding der vorstin kon men opmaken,
dat zij het hoog noodzakelijk achtte de eigenzin
nigheid harer nicht op strenge wijs te keer te gaan.
Ze stond dan ook op het punt deze een ernstige
vermaning toe te dienen, toen haar broeder haar
schielijk voorkwam:
„Mag ik Wanda met mij meenemen? Ik ben wat
moe van de reis en ga een poos op mijn eigen kamer
uitrusten. Tot weerziens dus!" Dit zeggende stond
hij op. legde den arm zijner dochter in den zijnen
en verliet met haar het vertrek.
„Oom schijnt voor niets of niemand ooren of
oogen te hebben dan voor Wanda," zeide Leo, zoo
dra beiden vertrokken waren.
De vorstin zag hem zwijgend na. „Hij zal haar
bederven l" barstte ze eindelijk uit. „Hij zal haar
zwenisport nam zeker toe; auto en motor
werden tot sport ontwikkeld. Een onbe-
teekenend land op sportgebied is Neder
land zeker niet, al zou hier en daar meer
leiding gewenscht zijn, en meer zelftucht
tot beter resultaat kunnen leiden.
Het is niet wel doenlijk, in een beperkt
aantal pagina's een ook maar eenigszins
volledig beeld te geven van Nederland
in deze 25 jaren op elk gebied. Uit een
overzicht als dat, hetwelk wij hier gaven
van de meest belangrijke gebieden, blijkt
intusschen reeds hoeveel er gearbeid is,
naar hoeveel er gestreefd is, hoeveel er ook
verkregen werd. Er blijkt uit, hoezeer
gunstiger de toestand zou zijn, als niet een
verwoestende oorlog van vier jaren zoo
veel met moeite verkregen resultaten had
vernietigd. Wij zouden nog over zoovele
andere dingen kunnen spreken: over ons
onderwijs, dat geheel eene belangrijke ver
andering onderging; over leger en vloot,
die menigmaal onderwerp van discussie
waren; over ons rechtswezen, dat zich
vooral in zijne beschouwing tegenover
jeugdige misdadigers geheel wijzigde; over
den godsdienst; over de journalistiek, die
zich tot een geheei bijzondere hoogte op
werkte; over de openbare werken in Ne
derland; over de visscherij; over de poste
rijen; over het verzekeringswezen; over
spaar- en credietwezen; over armwezen.
Ziedaar een geheel onbetreden gebied.
Wat wij in deze artikelen hierboven gaven,
het zijn slechts aanteekeningen, die voor
een ieder, die ze leest, bekende beelden
uit een nog kort achter ons liggend ver
leden naar voren doen treden. Iets nieuws
in den eigenlijken zin des woords kunnen
artikelen als deze niet brengen; een groot
deel van ons heeft deze kwarteeuw mede
geleefd, hetzij meer hetzij minder intens.
Maar wel staan deze artikelen toe een
terugblik op dat directe verleden, waar
van zelfs de groote bijzonderheden zoo
licht worden vergeten door degenen die ze
hebben meegemaakt, totdat een enkele
wenk ze weer aan die vergetelheid ont
rukt!
Ziet, het vierde eener eeuw heeft zijne
stonden doorvlogen, zeggen wij den dich
ter Da Costa na. En wij staan gereed om
in ontvangst te nemen wat een nieuwe
kwarteeuw ons zal brengen!
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXXXIII.
Inderdaad, voor ons doen, voor bewoners
van het lage land aan de Noordzee, hadden
we aardig werk geleverd. Iedere leiding had
ons ontbroken; we waren eenvoudig overge
leverd aan ons eigen „instinct." Alleen was
het op één bepaald punt van den in los ge
steente verloren weg voorgekomen, dat van
den top van een bergkam een roep ons be
reikte. Daar héél in de hoogte stond arm-
gebarend als een scherp tegen de helle lucht
afgeteekend silhouetje een ander toerist. Luis
terend naar wat hij daar uit den hooge te
op dezelfde dwaze manier vergoden als vroeger
hare moeder, en Wanda zal schielijk genoeg hare
macht leeren kennen en gebruiken. Ik vreesde 't
terstond, toen er sprake was dat ze tot haar vader
zou terugkeeren. En reeds dit eerste uur merk ik,
dat ik 't goed heb ingezien. Wat bedoelde zij eigen
lijk met dat avontuur in het bosch?"
Leo haalde de schouders op. „Ik weet 't niet.
Waarschijnlijk heeft Wanda dat gehecle verhaal
bedacht om mij te plagen. Eerst maakte ze mij
door al hare toespelingen nieuwsgierig en weigerde
toen, mij iets verder daarvan te vertellen, terwijl
ze mij nog op den koop toe uitlachte. Ge weet hoe
zij is."
„Ja, wél weet ik dat," stemde de vorstin toe,
de wenkbrauwen samen trekkend. „Wanda schept er
nu eens behagen in met ieder te spelen en haar moed
wil te koelen op allen met wie zij in aanraking
komt. Ge moest haar dat, althans wat u betreft,
Leo, niet zoo gemakkelijk maken."
Het bloed steeg den jongen vorst naar het voor
hoofd. „Ik, mama? Ik ben 't dikwijls genoeg on
eens met Wanda."
„En toch laat gij je tot een speelpop van haar
luimen gebruiken, zooveel 't haar slechts belieft.
Maar 't zij zoo, mijn zoon ik weet wie bij je
oneenigheden ten slotte triomfeert. Voor 't oogen-
blik is alles nog maar kinderspel. Ik moet eens
ernstig met je sprekensluit de deur aan het balkon
en kom hier naast mij zitten."
Leo gehoorzaamde: zijn gelaat verried dat hij
zich beleedigd gevoelde; misschien minder door
de ontvangen terechtwijzing dan door de uitdruk
king: „kinderspel."
De vorstin nam nochtans niet de minste notitie
van zijn stemming. „Ge weet," dus begon zij, „dat
decreteeren had, stonden we stil. En terwijl
we hem de beide handen als een roper voor den
mond zagen brengen, hoorden we wat vage
klanken op ons neergolven, waaruit we kon
den opmaken, dat hij ons beduidde, dat er
een betere weg liep wat lager langs de helling.
Welke beleefdheid we dankend beantwoorden i
met armgewuif, terwijl we door een glijdende I
daalpartij naar lager oorden het betere wegje
gingen opzoeken.
Hadden we den Prager leider nog bij ons
gehad, dan zeker had hij wel door ingeving
de betere route al direct te pakken genomen.
Maar zooals gezegd, we waren Hollanders
onder elkaar, leerling-bergklimmers. De Pra
ger dokter klauterde op dat moment vermoe
delijk ergens in het Zillerthal. Het Wiener;
Fraulien doorwaadde mogelijk alweer met een j
ander toerist bergstroomen!
Ik vertelde alreeds, dat het kalkgesteente I
was, waaruit dit gedeelte van het Alpenland
bestond. Zulk gesteente ondergaat natuurlijk
veel gemakkelijker dan graniet, basalt of zelfs
leisteen de verweringsinvloeden. Denkelijk
dankt dit gebergte aan deze snellere verwering
dan ook de grillige vormen. Inplaats van een
meer compacte massa of een breed uitloopende
kam of plateau te vormen, bestaat dit bergland
grootendeels uit kerktorenachtige zuilen, spit
sen, pilaren, de een hooger dan de ander,
groepsgewijs bij elkaar of geheel op zichzelf
staande. Op sommige plaatsen rijzen ze lood
recht op en maakt het geheel den indruk
van een reusachtige cathedraal met torens
en uitbouwsels. Zulk een honderd en meer
meters hoogen cathedraalmuur, te beklim
men is geliefkoosde sport onder de jongelui,
die van heinde en verre toestroomen om zich
aan deze bergsport te wijden. Jaar op jaar
vallen er slachtoffers bij deze roekeloosheid.
Een opschrift gebeiteld in den starren berg
wand vermeldt gewoonlijk het noodlottig
gebeuren en noodt den later voorbijtrekkenden
toeristen om den held, die aldus het leven liet
in de bergen, die hem lief waren, in gebeden
te gedenken.
Tot dergelijke krachttoeren, het optrekken
aan touwen, het uitkappen van steunsels voor
de voeten, hebben we ons niet laten verleiden.
We vonden het al mooi, dat we zonder duize
lig te worden het klaar speelden langs een
soort begaanbaar gemzenpaadje voort te
scharrelen.
Om half zeven den volgenden morgen zetten
we onzen tocht dalwaarts voort. In andere
richting (die, vanwaar wij gekomen waren)
trokken andere toeristen, die in dezelfde
Schutz-Hutte hadden overnacht. De dames
van het gezelschap waren gekleed in blauwen
pantalon; de voeten omkleed met wollen sok
ken, gestoken in stevige met spijkers beslagen
bergschoenen, de beenen tot de'knieën bloot.
Ieder op den rug de noodzakelijke bagage,
een lange of een korte bergstok in de hand en
daar gingen ze er op uit"frisch en vrij in de
groote, mooie natuur. En even voelden we
jaloezie in ons opkomen bij de gedachte aan
ons Nederland, waar we zóó onderworpen zijn
aan stijve vormen, dat we het niet wagen om
zelfs bij groote hitte het colbertjasje over den
arm te nemen of het harde boord af te gooien.
Ik verzeker u, dat we ons hebben aangepast
aan de gebruiken van het bergland. Op iederen
tocht hing mijn jasje opgerold over den rug
zak. Het witte sporthemd had wel knoopjes,
maar geen werd er van gesloten; de mouwen
waren opgeslagen tot den elleboog. Op borst
en armen gloeide de zon en brandde het vel
ik al eens getrouwd was geweest, toen ik je vader
mijne hand reikte, en dat er een zoon uit dat eerste
huwelijk leeft. Ge weet ook dat hij in Duitschland
werd opgevoed, maar tot dusver hebt ge hem nog
nooit gezien. Dat zal nu geschieden. Ge zult hem
leeren kennen."
Leo sprong verrast van zijn stoel op. „Mijn
broeder Waldemar?" riep hij.
„Ja, Waldemar Nordeck." De toon, waarop de
vorstin dezen naam uitsprak, drukte een misschien
onwillekeurig, maar niettemin bepaald protest uit
tegen elke overeenstemming van dien Nordeck met
een Baratowski. „Hij woont hier in den omtrek
op het landgoed van zijn voogd. Ik heb hem bericht
gezonden van onze aankomst en verwacht hem
dezer dagen bij mij."
Leo's boosheid van straks was nu geheel ver
dwenen. Het gesprek scheen hem blijkbaar groot
belang in te boezemen.
„Mama," zeide hij aarzelend, „mag ik eindelijk
eens iets anders van die geheimzinnige familie
geschiedenissen vernemen? Ik weet alleen dat uw
eerste huwelijk niet gelukkig is geweest en dat
ge met Waldermar's familie, zoowel als met zijn
voogd, in onmin geraakt zijt; maar ook dit weet
ik alleen uit eenige los daarheen geworpen ge
zegden van oom en onzen oudenknecht. Noch aan
u noch aan mijn vader heb ik ooit het een of ander
hieromtrent durven vragen. Ik merkte dat ik hem
belcedigdde en u boos maakte. Ge schecnt beiden
elke herinnering daaraan te willen verbannen."
Een zonderling harde uitdrukking vertoonde
zich op het gelaat der vorstin en ook hare stem
klonk hard, toen zij antwoordde:
„Voorzeker! Beschaming en vernedering be
dekt men het best met den mantel der vergetelheid»
bruin; de frissche gletscherwind had vrijen
toegang en als die het al te felle branden niet
wist te temperen, dan deed een afspoeling
met ijswater uit een beek het wel.
Een wandeling van half zeven tot ruim half
tien in den voormiddag bracht ons aan het
dorp Kematen aan den Arlbergbahn, van waar
we per spoor naar Innsbruck konden terug
keeren. Tevergeefs besteedde ik in Kematen
een half uur aan het zoeken naar vruchten
Hoewel een jeugdige dorpsschoone ijverig
medehielp, bleek er nergens een kers, of pruim
of peer op het geheele dorp te koop. De jonge
dame betuigde haar spijt over de vruchtloos
heid van de streek en informeerde ze deed
aan turnen en moest den volgenden dag de
Turnfeesten te Munchen gaan medemaken
belangstellend naar welke soort sport men in
Holland wel beoefende. Waarop ik natuurlijk
onze nationale rijwielsport en het schaatsen
rijden in de eerste plaats noemde, voetbal en
tennis in de tweede plaats en vastliep toen ik
de derde rubriek korfbal en al dat andere ge-
bal wilde opsommen, want korfbal, een
spel met een bodemlooze mand op een paal,
kon ik met geen mogelijkheid in behoorlijk
begrijpelijk Duitsch vertalen.
Den laatsen dag van mijn verblijf in Tirol
maakten we gedrieën nog een bergwandeling.
Maar na een uurtje viel nummer een uit we
gens een paar pijnlijke teenen. Een uur later
kwam er een donderbui opzetten. Een kleine
bidkapel verschafte ons een onderkomen. En
toen we meenden dat het droog werd, togen
we verder. Maar even later begon de bui pas
goed. En dat werd me zoo'n geweldige klets
partij, geaccompagneerd door feilen bliksem
en donder, dat we als dorre bladeren wegsto
ven langs het bergpad om een nieuw onder
dak te zoeken. Bij een tweesprong konden we
niet tot den accoord komen en zoo rende de
een deze richting, de ander gene richting uit.
Drijfnat belandde ik tenslotte in een boeren-
stulp, waar ik boven een reuzenfornuis jas,
overhemd en wat dies meer zij mocht drogen.
Om 8 uur at ik alleen in een klein dorp een
schotel gulasch met polenta en een pot bier
voor een paar kwartjes en 's avonds om 10
uur zaten we met ons drieën weer bijeen in
een Innsbrucker-biergelegenheid. Ieder onzer
had langs een anderen weg de stad terugge
vonden. K.
UIT HET LAND VAN DE PETROLEUM.
Levensgevaarlijk reizen.
BOEKAREST, 12 Aug. De Roemeensche
minister van het spoorwegverkeer, generaal
Moshoi, is langzamerhand en naar het
schijnt, met succes bezig, zich een onster-
felijken naam te verwerven. Men kan zulks
doen op tweeërlei wijzen, door een daad of
een woord het laatste is gemeenlijk het
minst gevaarlijk en daardoor het meest ge
bruikelijk, en bovengenoemde minister heeft
zich dan ook de laatste methode uitgekozen,
daar van hem deze merkwaardige uitspraak
is vernomen, dat men om hier in Roemenie
lang te leven, verstandig doetrustigjes
thuis te blijven, en toch vooral niet op reis
te gaan. Men zou om een dergelijke nuch
tere opmerking zonder zich nog in derzel-
ver meer of minder groote mate van doel
treffendheid te verdiepen kunnen lachen,
ware het niet, dat deze uitlating een al zeer'
tragischen ondergrond heeft. Want onder
de vele inconvenienten, om nu nog maar eens
een véél te zacht woord te gebruiken, aan
en beide heeft die rampzalige verbintenis in ruime
mate voor mij opgeleverd. Vraag mij thans geen
nadere bijzonderheden, Leo, Gij weet het voor
naamste laat dit je voldoende zijn! Ik kan noch
wil je stap voor stap een familiedrama binnen
leiden, waaraan ik zelfs thans nog niet kan denken,
zonder dat de haat tegen een afgestorvene weer
met nieuwe kracht bij mij ontwaakt. Ik had die
drie jaren voor goed uit mijn leven willen weg
vagen en vermoedde niet, dat ik eens zou gedwon
gen worden, ze weer in mijn geheugen terug te
roepen.
„En wie of wat dwingt u daartoe?" vroeg Leo
snel. „Toch niet onze terugkeer? Wij gaan immer»
naar oom op Rakowicz?"
„Neen, mijn jongen; wij gaan naar Wilicza."
„Wilicza?" herhaalde Leo verbaasd. „Dat is
immers Waldemar's heerlijkheid?"
„'t Zou mijne douairie geweest zijn, als dat testa
ment mij niet had buitengesloten," zeide de vorstin
op bitteren toon. „Thans is 't het eigendom van
mijn zoon zeker zal er wel een plaats zijn voor
zijn moeder."
Leo trad driftig een schrede achteruit. „Wat
bedoelt ge daarmee? riep hij driftig. „Wilt ge u
vernederen een gunst van dien Waldemar te vra
gen? Ik weet dat wij arm zijn, maar eer wil ik lie
ver alles verdragen, alles ontberen, dan toelaten
dat gij om mijnentwil
Dc vorstin stond eensklaps op van de sofa. Haar
blik en houding waren zóo gebiedend, dat haar
zoon te midden van zijn hartstochtelijk protest
bleef steken.
(Wordt vervolgd).