Adieboeken 50 perceelen Klavers, EERSTE BLAD 1. Verkooping VERKOOPING. onder Goedereede en Stellendam, Kuikens uitverkocht. Jonge Hennen| /apen P.Z. 15c" scm's Troost 15 c,s- iorn Z. 15 cls- GERICHT 1755* keesche Boekhandel ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1923 Nederland in 25 Jaren. VRIJE BAAN. Landbouw. pl. vraagt iutoritei- tor bootje opsporen ps (is het eens go rs vallen It, vraagt Deli Ct. drama lie werk- ien plots armoord, aan een bgifte b(j d is nog |volg van het plan jinenland ij doods- moorde- fplaatsen ood neer- erge van en oude, densz^n sprong er van af ook van et weder tier. Toen |d, volgde er in een plechtig- eenmaal en bleef rde op en rlo. in het [nde, door beruchte arken en plantsoenen, zal weldra een concurrent kr|. gen. Immers, dezer dagen heeft het bestW van Jersey, een der Kanaal-eilanden, weid tegenover het Fransche schiereiland Cotec' tin liggen, een aanbod van een syndics tot het koopen van het fraaie Elisabe. Castle aan een nader onderzoek onderwo;l pen. De bedoeling van het syndicaat is, y prachtige slot te verbouwen tot een casino] zóó weelderig ingericht, dat het hetCasin.; te Monte Carlo volkomen in de schaduw zoi stellen. Elisabeth Castle is gelegen op eet klein eiland dicht b(j St. Heiier. Naar verluidt, voelt het bestuur van Jerse; er veel voor, het aanbod te aanvaarden, Ter dood veroordeeld. Dato 9 Juli wordt uit Bandjermasin aai de Deli Ct. gemeld: Djoehrie, die indertijd meisjes met zwad gevlekte tong vermoordde en daarna PagatJ onveilig maakte is door den landraad Kandangen ter dood veroordeeld. Voor zes cent. In „de T(jd" schrijft een lezer uit A5.1 sterdam: Voor ons Amsterdammers, die altijd klagt: over het dure stadsleven, klinkt het vreemi als wij uit de mond van vreemdeliDgen hc. en', dat Amsterdam een der goedkoopst steden is, die zij ooit bezocht hebben. Opgetogen vertelden drie Duitsche Rijt] schippers een dezer dagen, dat z(j nog ne-. gens zoo goedkoop uit waren geweest dien middag in Amsterdam. Voor 6 cecj hadden zij een vischmaaltijd gebruikt, ed rijtoer en een dubbelen boottocht gemaakt en hun dorst gelescht. Toen hun gevraagd werd waar die billijk; gelegenheid was in Amsterdam, hoorden ws| dat zij voor 5 cent aan een karretje een haring hadden gebruikt, voor 1 cent ware: zij met het kringlijntje om het Centr. Statiot gereden, gratis waren zij met de Tolhuispon; over het IJ gevaren. Naar het Tolhuis, ore met de Valkenwegpont even voordeelig de stad terug te keeren, om toen hun dorst te lesschen hadden zij aan het bekendi straatfonteintje een beker zuiver gemeenU pils gebruikt. Augustus 1923, k"teOude-Tonge Augustus 1923, riERSE" te Oude- Itelkens des nam. f ie uit TUIN; Tuinland JTONGE, nalatenschap van ]AN PROOIJEN, AN ISPELEN VAN BUUREN. Op WOENSDAG 15AUGUSTUS 1923. des voorm 10 uur (Zomertijd te STELLENDAM, ter Herberge vat F. TROOST, van: in Oud-Westerloo, Adriana-, Een drachts- en Halspolder ten verzoeke van den WelEd. Heer D. GOEKOOP te Goedereede. Notaris VAN DER SLUIJS aangeboden. G. C. VAN DEN HOEK, Middelharnii geurige Portorico lichte Maryland zware Pruimtabak. fie R.H.B. S. worden tegen ersprijs geleverd door de MIDDELHARNIS )mt zien onze prachtige col- ichrijf- en Teekenbehoeften Prijs per Kwartaalf I, Losse nummers f 0.07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke r8gel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. DieiistmuibiiMiingen en Dieiistaaiivragon f 1,(>er plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 eeni. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middeiharnis. 5E JAARGANG. - N°. 78. 189S—1923. X. Heeft liet bank- en geldwezen in den loop dezer kwarteeuw belangrijke veran deringen ondergaan, niet minder is dit liet geval met de financien van den Staat. Om met een enkel cijfer deze veranderingen te illustreeren, kan erop worden gewezen, dat liet budget, hetwelk in 1911 nog een eindcijfer had van ruim 207 millioen, in de laatste jaren den afstand, die dit be drag van het milliard scheidt, reeds be denkelijk dicht is gaan naderen; zelfs maar dat was in de oorlogsjaren dit heeft overschreden; thans bijna 900 mil lioen bedraagt. De veranderingen in de Staatsfinanciën komen dan ook in hare groote beteekenis vooral op de oorlogs jaren neer. Tot op dat oogenblik heeft men het als eene eerste taak van opeenvolgende Ministers van Financiën, hoe verschillend hun inzicht ook mocht zijn, beschouwd om het budget sluitend te maken; in en na den oorlog is dat niet altijd het geval geweest en niet kunnen zijn; voor 1922 zelfs met een 280 millioen! In den loop van den oorlog zijn het vooral de kosten rechtstreeks aan de handhaving onzer neutraliteit door het militair gezag ver bonden, eenerzijds, anderzijds die betref fende de distributie geweest, welke geleid hebben tot groote, boven onze krachten liggende uitgaven. Evenals voor Indië is voor Nederland menige leening gesloten; onze Staatsschuld vertoont hetzelfde beeld van die van andere, ook in den oorlog neutraal gebleven landen, en is heel sterk toegenomen, van 1148 millioen in 1914 tot 2745 millioen in 1923 met alle blij vende kosten van rente en aflossing, druk kende op ons budget. Daarenboven heb ben zoowel in als na den oorlog sociale zorgen van verschillenden aard, o.a. die van woningbouw en werkloosheidsverze kering, groote bedragen geëischt. Een en ander is er oorzaak van, dat aan een slui tend budget in de jaren na den oorlog niet gedacht kon worden; dat de verkie zingen van 1922 eigenlijk zijn gevoerd onder de leuze der bezuiniging, die gelij kelijk door alle partijen werd aangeheven. Over de noodzakelijkheid van bezuiniging is men het algemeen eens, over de wijze van uitvoering natuurlijk niet. Zulks uit principieele overwegingen, wanneer be paalde belangen in het gedrang komen; zulks uit incidenteele overwegingen, wan neer de een of andere kleine, betrekkelijk geringe uitgave moet geschrapt worden! Eene zelfde verandering, die de Staats financiën hebben doorgemaakt, hebben ook de gemeentefinanciën doorgemaakt. Bijna geheel deze kwarteeuw door heeft FEU ILLETON. VAN E. WERNER. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 82) ,,Ja, dat was een prettige tijd," zuchtte Hagcn- bach. „Hier Egbert, die weken lang tusschen leven en dood zweefde, en daar juffrouw Maja, die ook zienderoogen achteruitging, en ten overvloede mevrouw Cecilia, die mij eens, toen 't met Runcck bijzonder slecht stond, met de grootste kalmte verklaarde, dat als 't mij niet gelukte haar Egbert te redden, zij ook niet langer wilde leven. Vroolijke bruidsdagen hebben wij beiden daardoor niet ge- had gelukkig dat 't ons in ons huwelijk beter is gegaan! Maar ik moet weg. ik ga eerst even naar huis hebt ge niets te bestellen?" „Een kleinigheid: ge wildet den koetsier immers naar het station sturen dan kan hij den brief ui den postwissel tegelijk meenemen." „Welken postwissel?" vroeg de dokter wan trouwend. „Wel, de tweehonderd gulden voor Dagobert. 'h heb den wissel ai ingevuld; hij ligt op je schrijf- haiel. Ge behoeft het geld er maar bij te geven, hugoiief 1" „Leonie, hoe komt 't je in de gedachte?" barstte Hugo driftig uit. „Ik heb je al gezegd cn zeg 't hog eens Hij kwam er echter niet toe 't nog eens tc zeg- men in Nederland hooren klagen over de verhouding van Rijk en Gemeenten, over het feit, dat liet Rijk steeds meer zorgen, o.a. betreffende onderwijs, op de gemeen ten afschoof. En nu zijn wel incidenteel verbeteringen gebracht in de betreffende wet, die van 1897 dateert, maar de toe gezegde principieele verbetering, waarvan de tegenwoordige Minister De Geer een groot voorstander is, is nog niet tot stand gekomen. En hoe hebben de gemeenten zich niet uitgebreid; wij bedoelen niet alleen in zielental, maar in innerlijk leven. Er is veel in het tegenwoordig gemeentelijk leven, dat in niets meer herinnert aan dat van 1898. In de eerste plaats is de ge meente-exploitatie in het algemeen toe genomen; gas en electrisch bedrijf, tram wezen en ook andere openbare zorgen be- hooren in vele gemeenten onder het eigen beheer. Hoe heeft bovendien het stads beeld niet eene geweldige verandering ondergaan! Amsterdam was reeds in 1898 eene groote stad, waarin de eenvoudige provinciaal zich den eersten dag niet recht thuis gevoelde; tot eene werkelijke stad naar het wereldsche type heeft het zich in deze 25 jaren ontwikkeld. Voor de ha vens van Amsterdam is gedaan wat gedaan kon worden; in nog sterker mate voor Rotterdam, dat tot aan den oorlog aan de spits der continentale havens bleef, met uitzondering dan van Hamburg. Nieuwe havens zijn in deze 25 jaren in Rotterdam aangelegd; Burgemeester Zimmermann heeft in dat opzicht het werk van den voormaligen directeur van gemeentewer ken, den heer de Jongh met kracht voort gezet. Den Haag is tegenover deze beide groote steden meer gebleven het luxuëuse dorp met stadsallures, maar woonstad vóór alles. Vele dusgenaamde provinciale steden hebben zich krachtig ontwikkeld; wij denken aan Groningen, de hoofdstad van het Noorden, aan Arnhem, aan Nij megen met zijn mooien aanleg, aan Middel burg, aan Delft, aan Leiden, aan Haarlem! In alle deze gemeenten is van gelijke toe neming der gemeentelijke zorgen sprake geweest, in het bijzonder natuurlijk tijdens den oorlog, maar ook daarvoor en daarna Eene duidelijke merkbare neiging is aan wezig om kleine buurgemeenten met groo te plaatsen te vereenigen. Eene gelijke toeneming van zorgen heeft gegeven het verkeer. Wie in 1898 de noodzakelijkheid van eene regeling van het verkeer in de stad of op den weg zou hebben betoogd, zou een weinig zijn ge ridiculiseerd. Nu niet meer. Dat komt ten gevolge van de toeneming van het verkeer met het rijwiel, de motor, de auto. Vooral de toeneming van het rijwielverkeer is geweldig geweest; was in 1898 de fiets nog luxe-voorwerp, waarvan velen, maar lang niet allen gebruik maakten thans is het 't meest noodzakelijke middel van verkeer en staat Nederland, hoogstens te vergelij ken met Denemarken, aan de spits van dit verkeer. Onze groote steden bieden er I gen, daar zijne vrouw hem in de rede viel. „Ik weet wel, Hugo, gij kunt je soms zoo driftig aan stellen, en ge zijt toch eigenlijk de goedheid in persoon. Ge hebt immers al lang bij jezelf besloten dien armen jongen dat geld tc sturen „Wel, ik denk er niet aan!" riep de dokter ver woed. „Stellig denkt gij er aan," verzekerde mevrouw Hagcnbach met een vaste overtuiging, waartegen niets was in te brengen. „Ge zijt alleen illaar bang iets van je autoriteit daarbij in te schieten, en in dat opzicht hebt ge evenais altijd groot gelijk. Maar daarom heb ik 't je maar uit de hand ge nomen en aan Dagobert geschreven. Ik deed 't alleen maar om je van hulp cn dienst tc zijn, dat begrijpt ge toch wel, lieve Hugo." De „lieve Hugo" had in zijn huwelijk al veel ieeren begrijpen. Hij hoorde wel nooit tegenspraak en kreeg wel is waar altijd in alies zijn zin, zooals zijne vrouw hem dagelijks voorhield en wat hij ook meestal geloofde, al was men te Odensbcrg van een geheel ander gevoelen. Hier werd ten stel ligste beweerd, dat mevrouw Hagcnbach haar man onder de plak had. Hoe 't zij de postwissel met de tweehonderd gulden werd nog datzelfde uur verzonden. Maja Dernburg zat alleen aan het venster in het salon en Puck lag aan hare voeten. Hij was bedaard en verstandig geworden en had zijn afkeer van geruite pantalons ieeren beheerschen. Wei is waar werd hij ook niet meer zooveel geplaagd als vroe ger; zijn jonge meesteres streelde cn liefkoosde hem van tijd tot tijd. maar reeds sedert jaren speel de zij niet zoo vroolijk meer met hem als in ouden tijd. En zijzelve was ook niet meer de „kleine Maja", het jonge, bekoorlijke schepseltje met haar een beeld van. Met het motor-rijwiel en de auto is het al evenzoo gegaan sedert beide ziclt perfectioiineerden. De ontwik keling van liet verkeer op deze wijze heeft het voordeel gehad, dat gedeelten van Nederland, die vroeger onbereikbaar moch ten worden geacht, thans druk zijn be zocht; dat schoone, dat Nederland zelf biedt, beter is bekend geworden. Het werk van den A.N.W.B., eerst opgericht als wielrijdersbond, later, nadat hij 't renwe- zen op eigen beenen liet staan, bond voor toerisme geworden, is op dit punt niet genoeg te prijzen. Nog steeds staat aan zijn hoofd de heer Edo Bergsma, voor zitter, die leiding en stuwkracht heeft ge geven en nog steeds weet te geven. De A.N.W.B. is zijne schepping en al heeft hij uitnemende medewerking gevonden, het blijft de zijne. Naast hem dient ge noemd de heer G. A. Pos, de man die ertoe heeft bijgedragen, dat Nederland de lei ding nam in de internationale regeling van liet verkeer. De auto is hier populair ge worden na den grooten wedstrijd Parijs- Amsterdam in 1898. Welk een verschil tusschen toen en nu, verschil vooral in doelbetreffendheid der constructie. Ook de auto, om van het motor-rijwiel in het ge heel niet te spreken, is geen luxe-voertuig alleen meer; voor practische doeleinden worden de motorvrachtwagens zoo veel vuldig en zoo zwaar toegepast, dat zij eene bedreiging en ruïne zijn voor onze mooiste wegen! Wordt vervolgd.) Ingezonden Mededeelingen. AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK. CXXX1. Een uitgebreid menu kan men natuurlijk niet verwachten daSr in liet eenvoudige logeer huis, uren ver verwijderd van het naaste dorp, vanwaar de dagelijksche benoodigdheden een paar malen per week met lastdieren moeten overmoedigen lach en van levenslust stralende oogen. Wel had het slanke, in het wit gekleede meisje daar aan het venster zich in al hare bekoor lijkheid ontwikkeld, maar het lachende kind was in een stil maagdelijn veranderd en over de bruine oogen breidde zich een floers uit, het gevolg van een nog altijd niet te boven gekomen verdriet. 't Was stil in het rond en Maja keek peinzend op dien fraaien zomerdag naar buiten, toen haar vader binnentrad. Zijn haar was in de laatste jaren wit geworden, maar anders was hij nog dezelfde krasse man gebleven. „Zit ge te kijken of ge het rijtuig ziet aanko men?" vroeg hij. „Neen, papa, daarvoor is 't nog te vroeg," antwoordde het jonge meisje. „Egbert en Cecilia kunnen pas over een uur hier zijn, maar daar er niets meer tc doen is voor hun ontvangst „Des te beter! Dan houden we nog een uur voor onzen gast alleen over. Eckardstein is er al ginds in mijn studeerkamer." „Zoo? Waarom is hij dan niet met u meegeko- wen „Omdat hij 't noodig vond, mij als onderhande laar vooruit tc sturen. Wij hebben een lang en ernstig gesprek samen gehad moet ik je den inhoud daarvan nog eerst vertellen, of kunt ge dien raden?" Maja was opgestaan en werd bleek, terwijl ze haar vader smeekend aanzag en zcidc: „Papa kondt ge mij dit niet besparen?" „Neen, kind," antwoordde Dernburg ernstig. „Victor dringt ditmaal op een beslissing aan cn gij zult hem moeten aanhooren. Hij verzoekt mij zijn voorspraak tc willen zijn en ik heb hem dit beloofd, omdat ik altijd nog een hem vroeger aan- worden aangevoerd. Een stevige Knödelsoep soep met een vuistgroote bal, bestaande uit een mengsel van brooddeeg, stukjes ham, spek, vleesch enz., wat gebraden vleesch met aardappelen en sla, zietdaar zoo ongeveer de bestanddeelen van een middagmaal. Daarbij een goed glas bier en ik verzeker u, dat ge er met gemak eenige uren op kunt marcheeren. Na den maaltijd trokken we nog wat verder omhoog over tal van groote en kleine sneeuw velden. Tot we een plaats bereikten, waar naar links de bergwand vele honderden meters vrij steil naar beneden ging, zoodat we er een prachtig uitzicht hadden over de diepte onder ons, het Zillerthal in de schemerige verte en op de allerwege rondom oprijzende berggroepen, waarvan de hoogste toppen nog allen met witte sneeuwmutsen waren overdekt. Zonder eenige beschutting van boom en struik verbleven we daar een paar uren, warm gestoofd in de gloeiend heete zon, maar tegelijkertijd ook weer koelte ontvangend van den over de sneeuwvelden aanblazenden wind. Om half drie in den middag aanvaardden we den terugtocht. Langs een anderen weg zouden we terugkeeren was afgesproken. Uit de Edel-Hiitte kregen we een paar brieven mede om beneden in het dal te posten en na de noodige handdrukken met de lachende Gasthof-meisjes, zochten we glijdend of voor zichtig stappend onzen weg over de sneeuw vlakten. Gemakkelijk ging het niet steeds. Meestentijds is de sneeuw zóó los, dat men er gemakkelijk tot de knieën in wegzakt. En als men dan bedenkt, dat onder de sneeuwlaag langs den rotsbodem gewoonlijk tal van geul tjes de reeds gesmolten sneeuw als kleine beek jes afvoeren naar de lager gelegen gedeelten, zöodat men telkens en telkens weer door de bovenlaag beenzakkend in zoo'n miniatuur bergstroompje teland komt, dan kan men zich voorstellen, dat ondanks het wintersche land schap de druppeltjes op voorhoofd, en hals parelen. Op een enkele plaats kwam zelfs het sneeuwwater in zulke massa's naar beneden bruisen, dat we ons even moesten neerzetten om schoenen en kousen uit te trekken, ten einde blootsvoets tot de knieën door het ijs koude water te kunnen plassen en strompelen. Eerst dan gevoelt men welk een ontzettende kracht er achter zulk een uit de hoogte neer- tuimelende beek zit. Na een klein uur hadden we de grootste sneeuwmassa's achter ons en toen voerde het nu weer zichtbare bergpad ons al kronkelende langs hellingen of over bergkammen met aan weerskanten diepten van een paar honderd meter steeds verder en verder. Vari een eigen lijk dalen was nog geen sprake. Nu eens ging het een honderd meter lager, maar na een half uur waren we weer een paar honderd meter gestegen. Soms gingen we langs de eerste lage struiken, rijkbloeiende alpenrozen, het meest gelijkend op onze azalea's, en lage, als het ware ineengedrukte dennen (Knieholz), dan weer waren we zóó hoog, dat in de spleten van den rotsbodem alleen wat kort gras en genti anen en anemonen groeiden. Een uur of drie na ons vertrek maakten we halt bij een Senn. Een kleine veestalling kon digde aan, dat het boerderijtje in de buurt was. Een jonge poes scharrelde over een hout stapel bij het stalletje. „Waar een poes is, daar is ook melk," maakte de Prager dokter zijn gevolgtrekking. „Nog een paar minuten en we kunnen melk drinken". En werkelijk, het was zoo. Moe en warm lieten we ons neervallen op een stapeltje brandhout vlak bij de boeren- gedaan onrecht moet goedmaken. Al voor drie jaar heeft hij bij mij aanzoek om je hand gedaan, maar ik zag daarin slechts berekening van den jongen, ongcfortuneerden luitenant en liet hem dit op bittere wijs voelen. Hij heeft echter be wezen, dat zijn liefde oprecht en trouw is, en ik zou mijne Maja gaarne, zeer gaarne gelukkig en aan zijne zijde zien." „Ik zou zoo graaag bij u blijven, papa," fluis terde het jonge meisje, zich half angstig aan zijn borst vlijende. „Wilt gij mij niet bij u houden?" „Wij worden immers ook niet gescheiden, kind lief, als gij de vrouw van Eckardstein wordt. Gij weet wel, wat hem tot hiertoe van zijn erfgoed verwijderd houdt; zoodra hij je jawoord heeft, neemt hij zijn ontslag uit den dienst om zich aan het bestuur van zijn goederen te wijden. Dan blijven wij samen, want Eckardstein ligt immers zoo dichtbij." „Ik kan niet!" riep Maja, driftig het hoofd op heffende. „Oscar heeft mij bij zijn leven onver brekelijk aan zich verbonden, hij laat mij ook na zijn dood niet vrij! Zoo dikwijls voelde ik mij be zwaard, als ik Victor's smeekenden blik ont moette cn die zwijgende bede niet mocht verstaan maar ik kan onmogelijk gelukkig zijn aan de zijde van een ander!" „'t Is maar aan weinigen vergund gelukkig te zijn," hernam Dernburg, met diep gevoel; „maar den plicht om anderen gelukkig tc maken, waar dit in onze hand is gegeven dien plicht hebben wij allen. Victor weet wat cr is voorgevallen, hij cischt niet van jc die vurige liefde, die je aan Oscar- verbond misschien zou hij die niet eens begrij pen. Maar hij heeft je noodig tot zijn geluk, cn zijn trouwe, eerlijke genegenheid is 't inderdaad woning. En even later stonden een paar stoere knapen bij ons en beloofden gauw wat te gaan melken, om ons het verlangde te kunnen ver schaffen. Beladen met een paar halfronde melkvaten sprongen ze als gemzen tegen een sterk glooiende bergweide op. Een kleinere jongen volgde met een zinken emmertje. En eer 't een half uur later was, ging de melk beker rond, dien de oude boer ons zelf toe reikte, terwijl hij uit een steenen steelpannetje ons beurt om beurt den beker volschonk. Twaalf of dertien weken blijven zij daar boven in den zomer, vertelde hij. Al dien tijd weidde het vee op de hooge Alpenweiden en verwerkte hij er met zijn jongens de melk tot boter en kaas. Groenten of aardappelen kon men er niet verbouwen. Wat men voor levens onderhoud noodig had, moest van beneden komen, moeizaam omhoog gesjouwd in uren lange klimtochten. Dit jaar was men in begin Juni met het vee naar boven getrokken, maar 15 Juni moest men weer met de heele bende naar beneden, daar alles opnieuw onder de sneeuw werd bedolven. Maar we moesten verder. En eerst nu begon het dalen, zeker van een hoogte van een kleine 1800 a 20Q0 meter. Machtig steil ging het berg af. Van een pad was soms geen sprake, zoodat we maar kris-kras langs een sterk hellend weidje naar lager gelegen gedeelten moesten zien te komen. Een uur, twee uren daalden we zoo, het laatste gedeelte langs een zig-zag weg door een eindeloos dennenbosch, waar nog de hitte van den dag tusschen de boomen hing. Op één oogenblik was daar de weg geheel ver dwenen, weggeslagen door een lawine van sneeuw, die "uit de hoogte was komen neer tuimelen, rotsblokken en boomstamemn mee sleurende, zooda een wilde chaos den door tocht versperde. Daar moesten we naar be neden langs de groeve, die de lawine zich ge slagen had. over de berghelling Om half acht eindelijk waren we beneden. Toen kostte het nog twee uren gaans langs een breeden berg stroom eer we weer ons hotel hadden bereikt. Tegen tien uur waren we binnen. Een dag van 4 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds hadden we er op zitten. Bruin geblakerd en braaf moe. Maar uiterst voldaan, zooals alleen een toerist kan zijn, die een schoone overwinning heeft behaald. K. Land- en tuinbouw-onderwijs. Subsidies voor Cursussen. Naar wij vernemen zal binnenkort, met in trekking van 't Kon. Besl. van 24 Oct. 1906, een nieuw Kon. Besl. worden afgekondigd tot vaststelling van „Algemeene Regelen voor 't verleenen van Rijkssubsidiën ten behoeve van cursussen voor lager land- en tuinbouwonder- wijs". Voor deze subsidiën komen in aanmerking: a. algemeene land- en tuinbouwcursussen voor jongens; b. cursussen voor volwassenen over be mesting, plantenteelt, veevoeding, bedrijfs- contróle, melkbehandeling en plantenziekten; c. over aanleg en onderhouden van tuinen; d. over bloemenbinden en schikken; e. over pluimveeteelt; over bijenteelt; g. over kennis van 't kleinvee (varken, geit en schaap); wel waard, dat gij om zijnentwil die vroegere her inneringen van je afzet. Ge zijt volkomen vrij, Maja doch vergeet niet: wie zelf leven wil, moet voor anderen leven!" Het jonge meisje antwoordde niet, maar een paar dikke tranen rolden haar over de wangen. De ernstige vermaning was niet zonder uitwerking gebleven. „Nu wat zal ik aan Eckardstein zeggen?" vroeg Dernburg na een korte poos. Maja drukte beide handen tegen de borst, alsof zij een pijnlijk gevoel met geweld wilde onder drukken; maar daarop boog zij het hoofd en ant woordde bijna onhoorbaar: „Zeg hem dat ik hem wacht!" Op eens voelde zij haars vaders lippen op haar voorhoofd en zijne armen om haar hals. „Dat's braaf, mijn arm mijn dapper kind!" zeide hij met diepe ontroering. Vijf minuten later trad Victor Eckardstein binnen, bijna niets veranderd in zijn voorkomen, alleen met wat ernstiger, wat mannelijker uit drukking in zijn wezenstrekken. Op het oogenblik was hij allesbehalve kalm. „Je papa heeft mij gezegd, dat ik jc hier alleen zoifvinden, Maja," hief hij aan. „Ik heb je zoo veel zoo héél veel te zeggen, maar ik weet niet of gij 't wilt aanhooren." Maja hield de oogen op den grond gevestigd; een zacht blosje steeg haar naar voorhoofd en wangen, terwijl zij zwijgend, maar toestemmend het hoofd boog. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1