Adieboeken
50 perceelen Klavers,
EERSTE BLAD
1. Verkooping
VERKOOPING.
onder Goedereede en Stellendam,
Kuikens uitverkocht.
Jonge Hennen|
/apen P.Z. 15c"
scm's Troost 15 c,s-
iorn Z. 15 cls-
GERICHT 1755*
keesche Boekhandel
ZATERDAG
11 AUGUSTUS 1923
Nederland in 25 Jaren.
VRIJE BAAN.
Landbouw.
pl. vraagt
iutoritei-
tor bootje
opsporen
ps (is het
eens go
rs vallen
It, vraagt
Deli Ct.
drama
lie werk-
ien plots
armoord,
aan een
bgifte b(j
d is nog
|volg van
het plan
jinenland
ij doods-
moorde-
fplaatsen
ood neer-
erge van
en oude,
densz^n
sprong
er van af
ook van
et weder
tier. Toen
|d, volgde
er in een
plechtig-
eenmaal
en bleef
rde op en
rlo.
in het
[nde, door
beruchte
arken en
plantsoenen, zal weldra een concurrent kr|.
gen. Immers, dezer dagen heeft het bestW
van Jersey, een der Kanaal-eilanden, weid
tegenover het Fransche schiereiland Cotec'
tin liggen, een aanbod van een syndics
tot het koopen van het fraaie Elisabe.
Castle aan een nader onderzoek onderwo;l
pen.
De bedoeling van het syndicaat is, y
prachtige slot te verbouwen tot een casino]
zóó weelderig ingericht, dat het hetCasin.;
te Monte Carlo volkomen in de schaduw zoi
stellen. Elisabeth Castle is gelegen op eet
klein eiland dicht b(j St. Heiier.
Naar verluidt, voelt het bestuur van Jerse;
er veel voor, het aanbod te aanvaarden,
Ter dood veroordeeld.
Dato 9 Juli wordt uit Bandjermasin aai
de Deli Ct. gemeld:
Djoehrie, die indertijd meisjes met zwad
gevlekte tong vermoordde en daarna PagatJ
onveilig maakte is door den landraad
Kandangen ter dood veroordeeld.
Voor zes cent.
In „de T(jd" schrijft een lezer uit A5.1
sterdam:
Voor ons Amsterdammers, die altijd klagt:
over het dure stadsleven, klinkt het vreemi
als wij uit de mond van vreemdeliDgen hc.
en', dat Amsterdam een der goedkoopst
steden is, die zij ooit bezocht hebben.
Opgetogen vertelden drie Duitsche Rijt]
schippers een dezer dagen, dat z(j nog ne-.
gens zoo goedkoop uit waren geweest
dien middag in Amsterdam. Voor 6 cecj
hadden zij een vischmaaltijd gebruikt, ed
rijtoer en een dubbelen boottocht gemaakt
en hun dorst gelescht.
Toen hun gevraagd werd waar die billijk;
gelegenheid was in Amsterdam, hoorden ws|
dat zij voor 5 cent aan een karretje een
haring hadden gebruikt, voor 1 cent ware:
zij met het kringlijntje om het Centr. Statiot
gereden, gratis waren zij met de Tolhuispon;
over het IJ gevaren. Naar het Tolhuis, ore
met de Valkenwegpont even voordeelig
de stad terug te keeren, om toen hun dorst
te lesschen hadden zij aan het bekendi
straatfonteintje een beker zuiver gemeenU
pils gebruikt.
Augustus 1923,
k"teOude-Tonge
Augustus 1923,
riERSE" te Oude-
Itelkens des nam.
f
ie uit
TUIN;
Tuinland
JTONGE,
nalatenschap van
]AN PROOIJEN,
AN ISPELEN
VAN BUUREN.
Op WOENSDAG 15AUGUSTUS
1923. des voorm 10 uur (Zomertijd
te STELLENDAM, ter Herberge vat
F. TROOST, van:
in Oud-Westerloo, Adriana-, Een
drachts- en Halspolder
ten verzoeke van den WelEd. Heer
D. GOEKOOP te Goedereede.
Notaris VAN DER SLUIJS
aangeboden.
G. C. VAN DEN HOEK, Middelharnii
geurige Portorico
lichte Maryland
zware Pruimtabak.
fie R.H.B. S. worden tegen
ersprijs geleverd door de
MIDDELHARNIS
)mt zien onze prachtige col-
ichrijf- en Teekenbehoeften
Prijs per Kwartaalf I,
Losse nummers f 0.07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke r8gel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
DieiistmuibiiMiingen en Dieiistaaiivragon
f 1,(>er plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 eeni.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middeiharnis.
5E JAARGANG. - N°. 78.
189S—1923.
X.
Heeft liet bank- en geldwezen in den
loop dezer kwarteeuw belangrijke veran
deringen ondergaan, niet minder is dit liet
geval met de financien van den Staat. Om
met een enkel cijfer deze veranderingen
te illustreeren, kan erop worden gewezen,
dat liet budget, hetwelk in 1911 nog een
eindcijfer had van ruim 207 millioen, in
de laatste jaren den afstand, die dit be
drag van het milliard scheidt, reeds be
denkelijk dicht is gaan naderen; zelfs
maar dat was in de oorlogsjaren dit
heeft overschreden; thans bijna 900 mil
lioen bedraagt. De veranderingen in de
Staatsfinanciën komen dan ook in hare
groote beteekenis vooral op de oorlogs
jaren neer. Tot op dat oogenblik heeft men
het als eene eerste taak van opeenvolgende
Ministers van Financiën, hoe verschillend
hun inzicht ook mocht zijn, beschouwd
om het budget sluitend te maken; in en
na den oorlog is dat niet altijd het geval
geweest en niet kunnen zijn; voor 1922
zelfs met een 280 millioen! In den loop
van den oorlog zijn het vooral de kosten
rechtstreeks aan de handhaving onzer
neutraliteit door het militair gezag ver
bonden, eenerzijds, anderzijds die betref
fende de distributie geweest, welke geleid
hebben tot groote, boven onze krachten
liggende uitgaven. Evenals voor Indië is
voor Nederland menige leening gesloten;
onze Staatsschuld vertoont hetzelfde beeld
van die van andere, ook in den oorlog
neutraal gebleven landen, en is heel sterk
toegenomen, van 1148 millioen in 1914
tot 2745 millioen in 1923 met alle blij
vende kosten van rente en aflossing, druk
kende op ons budget. Daarenboven heb
ben zoowel in als na den oorlog sociale
zorgen van verschillenden aard, o.a. die
van woningbouw en werkloosheidsverze
kering, groote bedragen geëischt. Een en
ander is er oorzaak van, dat aan een slui
tend budget in de jaren na den oorlog
niet gedacht kon worden; dat de verkie
zingen van 1922 eigenlijk zijn gevoerd
onder de leuze der bezuiniging, die gelij
kelijk door alle partijen werd aangeheven.
Over de noodzakelijkheid van bezuiniging
is men het algemeen eens, over de wijze
van uitvoering natuurlijk niet. Zulks uit
principieele overwegingen, wanneer be
paalde belangen in het gedrang komen;
zulks uit incidenteele overwegingen, wan
neer de een of andere kleine, betrekkelijk
geringe uitgave moet geschrapt worden!
Eene zelfde verandering, die de Staats
financiën hebben doorgemaakt, hebben
ook de gemeentefinanciën doorgemaakt.
Bijna geheel deze kwarteeuw door heeft
FEU ILLETON.
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
82)
,,Ja, dat was een prettige tijd," zuchtte Hagcn-
bach. „Hier Egbert, die weken lang tusschen leven
en dood zweefde, en daar juffrouw Maja, die ook
zienderoogen achteruitging, en ten overvloede
mevrouw Cecilia, die mij eens, toen 't met Runcck
bijzonder slecht stond, met de grootste kalmte
verklaarde, dat als 't mij niet gelukte haar Egbert
te redden, zij ook niet langer wilde leven. Vroolijke
bruidsdagen hebben wij beiden daardoor niet ge-
had gelukkig dat 't ons in ons huwelijk beter is
gegaan! Maar ik moet weg. ik ga eerst even naar
huis hebt ge niets te bestellen?"
„Een kleinigheid: ge wildet den koetsier immers
naar het station sturen dan kan hij den brief
ui den postwissel tegelijk meenemen."
„Welken postwissel?" vroeg de dokter wan
trouwend.
„Wel, de tweehonderd gulden voor Dagobert.
'h heb den wissel ai ingevuld; hij ligt op je schrijf-
haiel. Ge behoeft het geld er maar bij te geven,
hugoiief 1"
„Leonie, hoe komt 't je in de gedachte?" barstte
Hugo driftig uit. „Ik heb je al gezegd cn zeg 't
hog eens
Hij kwam er echter niet toe 't nog eens tc zeg-
men in Nederland hooren klagen over de
verhouding van Rijk en Gemeenten, over
het feit, dat liet Rijk steeds meer zorgen,
o.a. betreffende onderwijs, op de gemeen
ten afschoof. En nu zijn wel incidenteel
verbeteringen gebracht in de betreffende
wet, die van 1897 dateert, maar de toe
gezegde principieele verbetering, waarvan
de tegenwoordige Minister De Geer een
groot voorstander is, is nog niet tot stand
gekomen. En hoe hebben de gemeenten
zich niet uitgebreid; wij bedoelen niet
alleen in zielental, maar in innerlijk leven.
Er is veel in het tegenwoordig gemeentelijk
leven, dat in niets meer herinnert aan dat
van 1898. In de eerste plaats is de ge
meente-exploitatie in het algemeen toe
genomen; gas en electrisch bedrijf, tram
wezen en ook andere openbare zorgen be-
hooren in vele gemeenten onder het eigen
beheer. Hoe heeft bovendien het stads
beeld niet eene geweldige verandering
ondergaan! Amsterdam was reeds in 1898
eene groote stad, waarin de eenvoudige
provinciaal zich den eersten dag niet recht
thuis gevoelde; tot eene werkelijke stad
naar het wereldsche type heeft het zich
in deze 25 jaren ontwikkeld. Voor de ha
vens van Amsterdam is gedaan wat gedaan
kon worden; in nog sterker mate voor
Rotterdam, dat tot aan den oorlog aan
de spits der continentale havens bleef, met
uitzondering dan van Hamburg. Nieuwe
havens zijn in deze 25 jaren in Rotterdam
aangelegd; Burgemeester Zimmermann
heeft in dat opzicht het werk van den
voormaligen directeur van gemeentewer
ken, den heer de Jongh met kracht voort
gezet. Den Haag is tegenover deze beide
groote steden meer gebleven het luxuëuse
dorp met stadsallures, maar woonstad
vóór alles. Vele dusgenaamde provinciale
steden hebben zich krachtig ontwikkeld;
wij denken aan Groningen, de hoofdstad
van het Noorden, aan Arnhem, aan Nij
megen met zijn mooien aanleg, aan Middel
burg, aan Delft, aan Leiden, aan Haarlem!
In alle deze gemeenten is van gelijke toe
neming der gemeentelijke zorgen sprake
geweest, in het bijzonder natuurlijk tijdens
den oorlog, maar ook daarvoor en daarna
Eene duidelijke merkbare neiging is aan
wezig om kleine buurgemeenten met groo
te plaatsen te vereenigen.
Eene gelijke toeneming van zorgen
heeft gegeven het verkeer. Wie in 1898
de noodzakelijkheid van eene regeling van
het verkeer in de stad of op den weg zou
hebben betoogd, zou een weinig zijn ge
ridiculiseerd. Nu niet meer. Dat komt ten
gevolge van de toeneming van het verkeer
met het rijwiel, de motor, de auto. Vooral
de toeneming van het rijwielverkeer is
geweldig geweest; was in 1898 de fiets nog
luxe-voorwerp, waarvan velen, maar lang
niet allen gebruik maakten thans is het
't meest noodzakelijke middel van verkeer
en staat Nederland, hoogstens te vergelij
ken met Denemarken, aan de spits van
dit verkeer. Onze groote steden bieden er
I
gen, daar zijne vrouw hem in de rede viel. „Ik
weet wel, Hugo, gij kunt je soms zoo driftig aan
stellen, en ge zijt toch eigenlijk de goedheid in
persoon. Ge hebt immers al lang bij jezelf besloten
dien armen jongen dat geld tc sturen
„Wel, ik denk er niet aan!" riep de dokter ver
woed.
„Stellig denkt gij er aan," verzekerde mevrouw
Hagcnbach met een vaste overtuiging, waartegen
niets was in te brengen. „Ge zijt alleen illaar bang
iets van je autoriteit daarbij in te schieten, en
in dat opzicht hebt ge evenais altijd groot gelijk.
Maar daarom heb ik 't je maar uit de hand ge
nomen en aan Dagobert geschreven. Ik deed 't
alleen maar om je van hulp cn dienst tc zijn, dat
begrijpt ge toch wel, lieve Hugo."
De „lieve Hugo" had in zijn huwelijk al veel
ieeren begrijpen. Hij hoorde wel nooit tegenspraak
en kreeg wel is waar altijd in alies zijn zin, zooals
zijne vrouw hem dagelijks voorhield en wat hij
ook meestal geloofde, al was men te Odensbcrg
van een geheel ander gevoelen. Hier werd ten stel
ligste beweerd, dat mevrouw Hagcnbach haar
man onder de plak had. Hoe 't zij de postwissel
met de tweehonderd gulden werd nog datzelfde
uur verzonden.
Maja Dernburg zat alleen aan het venster in het
salon en Puck lag aan hare voeten. Hij was bedaard
en verstandig geworden en had zijn afkeer van
geruite pantalons ieeren beheerschen. Wei is waar
werd hij ook niet meer zooveel geplaagd als vroe
ger; zijn jonge meesteres streelde cn liefkoosde
hem van tijd tot tijd. maar reeds sedert jaren speel
de zij niet zoo vroolijk meer met hem als in ouden
tijd. En zijzelve was ook niet meer de „kleine
Maja", het jonge, bekoorlijke schepseltje met haar
een beeld van. Met het motor-rijwiel en
de auto is het al evenzoo gegaan sedert
beide ziclt perfectioiineerden. De ontwik
keling van liet verkeer op deze wijze heeft
het voordeel gehad, dat gedeelten van
Nederland, die vroeger onbereikbaar moch
ten worden geacht, thans druk zijn be
zocht; dat schoone, dat Nederland zelf
biedt, beter is bekend geworden. Het werk
van den A.N.W.B., eerst opgericht als
wielrijdersbond, later, nadat hij 't renwe-
zen op eigen beenen liet staan, bond voor
toerisme geworden, is op dit punt niet
genoeg te prijzen. Nog steeds staat aan
zijn hoofd de heer Edo Bergsma, voor
zitter, die leiding en stuwkracht heeft ge
geven en nog steeds weet te geven. De
A.N.W.B. is zijne schepping en al heeft
hij uitnemende medewerking gevonden,
het blijft de zijne. Naast hem dient ge
noemd de heer G. A. Pos, de man die ertoe
heeft bijgedragen, dat Nederland de lei
ding nam in de internationale regeling van
liet verkeer. De auto is hier populair ge
worden na den grooten wedstrijd Parijs-
Amsterdam in 1898. Welk een verschil
tusschen toen en nu, verschil vooral in
doelbetreffendheid der constructie. Ook de
auto, om van het motor-rijwiel in het ge
heel niet te spreken, is geen luxe-voertuig
alleen meer; voor practische doeleinden
worden de motorvrachtwagens zoo veel
vuldig en zoo zwaar toegepast, dat zij eene
bedreiging en ruïne zijn voor onze mooiste
wegen!
Wordt vervolgd.)
Ingezonden Mededeelingen.
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXXX1.
Een uitgebreid menu kan men natuurlijk
niet verwachten daSr in liet eenvoudige logeer
huis, uren ver verwijderd van het naaste dorp,
vanwaar de dagelijksche benoodigdheden een
paar malen per week met lastdieren moeten
overmoedigen lach en van levenslust stralende
oogen. Wel had het slanke, in het wit gekleede
meisje daar aan het venster zich in al hare bekoor
lijkheid ontwikkeld, maar het lachende kind was
in een stil maagdelijn veranderd en over de bruine
oogen breidde zich een floers uit, het gevolg van
een nog altijd niet te boven gekomen verdriet.
't Was stil in het rond en Maja keek peinzend
op dien fraaien zomerdag naar buiten, toen haar
vader binnentrad. Zijn haar was in de laatste jaren
wit geworden, maar anders was hij nog dezelfde
krasse man gebleven.
„Zit ge te kijken of ge het rijtuig ziet aanko
men?" vroeg hij.
„Neen, papa, daarvoor is 't nog te vroeg,"
antwoordde het jonge meisje. „Egbert en Cecilia
kunnen pas over een uur hier zijn, maar daar er
niets meer tc doen is voor hun ontvangst
„Des te beter! Dan houden we nog een uur voor
onzen gast alleen over. Eckardstein is er al
ginds in mijn studeerkamer."
„Zoo? Waarom is hij dan niet met u meegeko-
wen
„Omdat hij 't noodig vond, mij als onderhande
laar vooruit tc sturen. Wij hebben een lang en
ernstig gesprek samen gehad moet ik je den
inhoud daarvan nog eerst vertellen, of kunt ge
dien raden?"
Maja was opgestaan en werd bleek, terwijl ze
haar vader smeekend aanzag en zcidc: „Papa
kondt ge mij dit niet besparen?"
„Neen, kind," antwoordde Dernburg ernstig.
„Victor dringt ditmaal op een beslissing aan cn
gij zult hem moeten aanhooren. Hij verzoekt mij
zijn voorspraak tc willen zijn en ik heb hem dit
beloofd, omdat ik altijd nog een hem vroeger aan-
worden aangevoerd. Een stevige Knödelsoep
soep met een vuistgroote bal, bestaande uit
een mengsel van brooddeeg, stukjes ham, spek,
vleesch enz., wat gebraden vleesch met
aardappelen en sla, zietdaar zoo ongeveer de
bestanddeelen van een middagmaal. Daarbij
een goed glas bier en ik verzeker u, dat ge er
met gemak eenige uren op kunt marcheeren.
Na den maaltijd trokken we nog wat verder
omhoog over tal van groote en kleine sneeuw
velden. Tot we een plaats bereikten, waar naar
links de bergwand vele honderden meters vrij
steil naar beneden ging, zoodat we er een
prachtig uitzicht hadden over de diepte onder
ons, het Zillerthal in de schemerige verte en op
de allerwege rondom oprijzende berggroepen,
waarvan de hoogste toppen nog allen met witte
sneeuwmutsen waren overdekt. Zonder eenige
beschutting van boom en struik verbleven we
daar een paar uren, warm gestoofd in de
gloeiend heete zon, maar tegelijkertijd ook
weer koelte ontvangend van den over de
sneeuwvelden aanblazenden wind.
Om half drie in den middag aanvaardden
we den terugtocht. Langs een anderen weg
zouden we terugkeeren was afgesproken. Uit
de Edel-Hiitte kregen we een paar brieven
mede om beneden in het dal te posten en na
de noodige handdrukken met de lachende
Gasthof-meisjes, zochten we glijdend of voor
zichtig stappend onzen weg over de sneeuw
vlakten. Gemakkelijk ging het niet steeds.
Meestentijds is de sneeuw zóó los, dat men er
gemakkelijk tot de knieën in wegzakt. En als
men dan bedenkt, dat onder de sneeuwlaag
langs den rotsbodem gewoonlijk tal van geul
tjes de reeds gesmolten sneeuw als kleine beek
jes afvoeren naar de lager gelegen gedeelten,
zöodat men telkens en telkens weer door de
bovenlaag beenzakkend in zoo'n miniatuur
bergstroompje teland komt, dan kan men zich
voorstellen, dat ondanks het wintersche land
schap de druppeltjes op voorhoofd, en hals
parelen. Op een enkele plaats kwam zelfs het
sneeuwwater in zulke massa's naar beneden
bruisen, dat we ons even moesten neerzetten
om schoenen en kousen uit te trekken, ten
einde blootsvoets tot de knieën door het ijs
koude water te kunnen plassen en strompelen.
Eerst dan gevoelt men welk een ontzettende
kracht er achter zulk een uit de hoogte neer-
tuimelende beek zit.
Na een klein uur hadden we de grootste
sneeuwmassa's achter ons en toen voerde het
nu weer zichtbare bergpad ons al kronkelende
langs hellingen of over bergkammen met aan
weerskanten diepten van een paar honderd
meter steeds verder en verder. Vari een eigen
lijk dalen was nog geen sprake. Nu eens ging
het een honderd meter lager, maar na een half
uur waren we weer een paar honderd meter
gestegen. Soms gingen we langs de eerste lage
struiken, rijkbloeiende alpenrozen, het meest
gelijkend op onze azalea's, en lage, als het
ware ineengedrukte dennen (Knieholz), dan
weer waren we zóó hoog, dat in de spleten van
den rotsbodem alleen wat kort gras en genti
anen en anemonen groeiden.
Een uur of drie na ons vertrek maakten we
halt bij een Senn. Een kleine veestalling kon
digde aan, dat het boerderijtje in de buurt was.
Een jonge poes scharrelde over een hout
stapel bij het stalletje. „Waar een poes is, daar
is ook melk," maakte de Prager dokter zijn
gevolgtrekking. „Nog een paar minuten en
we kunnen melk drinken". En werkelijk, het
was zoo. Moe en warm lieten we ons neervallen
op een stapeltje brandhout vlak bij de boeren-
gedaan onrecht moet goedmaken. Al voor drie
jaar heeft hij bij mij aanzoek om je hand gedaan,
maar ik zag daarin slechts berekening van den
jongen, ongcfortuneerden luitenant en liet hem
dit op bittere wijs voelen. Hij heeft echter be
wezen, dat zijn liefde oprecht en trouw is, en ik
zou mijne Maja gaarne, zeer gaarne gelukkig en
aan zijne zijde zien."
„Ik zou zoo graaag bij u blijven, papa," fluis
terde het jonge meisje, zich half angstig aan zijn
borst vlijende. „Wilt gij mij niet bij u houden?"
„Wij worden immers ook niet gescheiden, kind
lief, als gij de vrouw van Eckardstein wordt.
Gij weet wel, wat hem tot hiertoe van zijn erfgoed
verwijderd houdt; zoodra hij je jawoord heeft,
neemt hij zijn ontslag uit den dienst om zich aan
het bestuur van zijn goederen te wijden. Dan
blijven wij samen, want Eckardstein ligt immers
zoo dichtbij."
„Ik kan niet!" riep Maja, driftig het hoofd op
heffende. „Oscar heeft mij bij zijn leven onver
brekelijk aan zich verbonden, hij laat mij ook na
zijn dood niet vrij! Zoo dikwijls voelde ik mij be
zwaard, als ik Victor's smeekenden blik ont
moette cn die zwijgende bede niet mocht verstaan
maar ik kan onmogelijk gelukkig zijn aan de
zijde van een ander!"
„'t Is maar aan weinigen vergund gelukkig te
zijn," hernam Dernburg, met diep gevoel; „maar
den plicht om anderen gelukkig tc maken, waar
dit in onze hand is gegeven dien plicht hebben
wij allen. Victor weet wat cr is voorgevallen, hij
cischt niet van jc die vurige liefde, die je aan Oscar-
verbond misschien zou hij die niet eens begrij
pen. Maar hij heeft je noodig tot zijn geluk, cn
zijn trouwe, eerlijke genegenheid is 't inderdaad
woning. En even later stonden een paar stoere
knapen bij ons en beloofden gauw wat te gaan
melken, om ons het verlangde te kunnen ver
schaffen. Beladen met een paar halfronde
melkvaten sprongen ze als gemzen tegen een
sterk glooiende bergweide op. Een kleinere
jongen volgde met een zinken emmertje. En
eer 't een half uur later was, ging de melk
beker rond, dien de oude boer ons zelf toe
reikte, terwijl hij uit een steenen steelpannetje
ons beurt om beurt den beker volschonk.
Twaalf of dertien weken blijven zij daar
boven in den zomer, vertelde hij. Al dien tijd
weidde het vee op de hooge Alpenweiden en
verwerkte hij er met zijn jongens de melk tot
boter en kaas. Groenten of aardappelen kon
men er niet verbouwen. Wat men voor levens
onderhoud noodig had, moest van beneden
komen, moeizaam omhoog gesjouwd in uren
lange klimtochten. Dit jaar was men in begin
Juni met het vee naar boven getrokken, maar
15 Juni moest men weer met de heele bende
naar beneden, daar alles opnieuw onder de
sneeuw werd bedolven.
Maar we moesten verder. En eerst nu begon
het dalen, zeker van een hoogte van een kleine
1800 a 20Q0 meter. Machtig steil ging het berg
af. Van een pad was soms geen sprake, zoodat
we maar kris-kras langs een sterk hellend
weidje naar lager gelegen gedeelten moesten
zien te komen. Een uur, twee uren daalden we
zoo, het laatste gedeelte langs een zig-zag weg
door een eindeloos dennenbosch, waar nog de
hitte van den dag tusschen de boomen hing.
Op één oogenblik was daar de weg geheel ver
dwenen, weggeslagen door een lawine van
sneeuw, die "uit de hoogte was komen neer
tuimelen, rotsblokken en boomstamemn mee
sleurende, zooda een wilde chaos den door
tocht versperde. Daar moesten we naar be
neden langs de groeve, die de lawine zich ge
slagen had. over de berghelling Om half acht
eindelijk waren we beneden. Toen kostte het
nog twee uren gaans langs een breeden berg
stroom eer we weer ons hotel hadden bereikt.
Tegen tien uur waren we binnen. Een dag van
4 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds hadden
we er op zitten. Bruin geblakerd en braaf moe.
Maar uiterst voldaan, zooals alleen een toerist
kan zijn, die een schoone overwinning heeft
behaald.
K.
Land- en tuinbouw-onderwijs.
Subsidies voor Cursussen.
Naar wij vernemen zal binnenkort, met in
trekking van 't Kon. Besl. van 24 Oct. 1906,
een nieuw Kon. Besl. worden afgekondigd tot
vaststelling van „Algemeene Regelen voor 't
verleenen van Rijkssubsidiën ten behoeve van
cursussen voor lager land- en tuinbouwonder-
wijs".
Voor deze subsidiën komen in aanmerking:
a. algemeene land- en tuinbouwcursussen
voor jongens;
b. cursussen voor volwassenen over be
mesting, plantenteelt, veevoeding, bedrijfs-
contróle, melkbehandeling en plantenziekten;
c. over aanleg en onderhouden van tuinen;
d. over bloemenbinden en schikken;
e. over pluimveeteelt;
over bijenteelt;
g. over kennis van 't kleinvee (varken, geit
en schaap);
wel waard, dat gij om zijnentwil die vroegere her
inneringen van je afzet. Ge zijt volkomen vrij,
Maja doch vergeet niet: wie zelf leven wil, moet
voor anderen leven!"
Het jonge meisje antwoordde niet, maar een
paar dikke tranen rolden haar over de wangen.
De ernstige vermaning was niet zonder uitwerking
gebleven.
„Nu wat zal ik aan Eckardstein zeggen?"
vroeg Dernburg na een korte poos.
Maja drukte beide handen tegen de borst, alsof
zij een pijnlijk gevoel met geweld wilde onder
drukken; maar daarop boog zij het hoofd en ant
woordde bijna onhoorbaar: „Zeg hem dat ik
hem wacht!"
Op eens voelde zij haars vaders lippen op haar
voorhoofd en zijne armen om haar hals. „Dat's
braaf, mijn arm mijn dapper kind!" zeide hij
met diepe ontroering.
Vijf minuten later trad Victor Eckardstein
binnen, bijna niets veranderd in zijn voorkomen,
alleen met wat ernstiger, wat mannelijker uit
drukking in zijn wezenstrekken. Op het oogenblik
was hij allesbehalve kalm.
„Je papa heeft mij gezegd, dat ik jc hier alleen
zoifvinden, Maja," hief hij aan. „Ik heb je zoo
veel zoo héél veel te zeggen, maar ik weet
niet of gij 't wilt aanhooren."
Maja hield de oogen op den grond gevestigd;
een zacht blosje steeg haar naar voorhoofd en
wangen, terwijl zij zwijgend, maar toestemmend
het hoofd boog.
Wordt vervolgd.)