JANSEN rhemdeti, Gummi- en len Boorden, Dassen, Sokken {uim1ng van petten WOENSDAG 25 JULI 1923 Officieele Mededeelingen. 5 V2 °/c LA1RE 100 lizend galden^ lllioen gulden. B0AZ-BANK ge Agenten gevraagd. Nederland in 25 Jaren. Landbouw. VRIJE BAAN. i. p&wden op enkele ird. aling. It bij mijn leden niet ■raf zullen [is, in welk •ddunkt." [testament jijdens zijn |ilië, die in van ruim lik 20 pond lerinnering Predikbeurten. let Cascine f toestand agen lang ken, doch -Jij kennis. Itet zieken- om eenige Ire Antonio dj een be- heeft. Brain tree gevecht op oote uilen, weg geko- ootste van r, en nadat gene heen is lichaam uitte aller- den vogel, ijheid ging ug, en her- Ie nam toen idere reden Ïdier daar- i tuimelde lucht. Zondag 22 Juli. NEOERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelhurnis, vin. ds. Bus uit Ouddorp. Somnndsdyk, vm. en 'sav. ds. Van Montfrans. Oirbsland, viu. ds. Van As. tJerkiugen, utn. ds. Vau As uit Dirksland. Melissaut, vin. eu 'sav. ds. Kloots. Stellendam, vin. en 'sav. dhr. Bouman. Guederet-de, vin. ds. De Gidts. Ouddorp, vin. leeskerk en nm. ds. Bus. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en'sav ds Kruyt. Oude TOnge, vm. ds. Kruyt uit Nieuwe Tonge. OoUgeusplaat, nm. ds. Japelieu uit Den Bommel. Den Bommel, vm. ds. Jupchen. Stad aan 't Haringvliet, vm. en uin. ds. Polhuys. Uellevoetsluis, vm en 'sav. dhr Van Willigen, eanL tot den H. D. te Botterdam. Xieuw-Helvoet. vin. ds. Priester. Nieuweuhoorn, vm. ds. De Voogd v. d. Strnaten. Roekanje. vm. ds. Witkop. Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink. VierpoUlers, vin. ds. Zwiep. Zwartewaal, vin. ds. Bartstra. Heenvliel, vm. ds. Bomijn. P ROTESTANTEN BON D. Brielle, des voorin. 10 uur, ds. Loleania, van Bergen op Zoom. GEREFORMEERDE KERK. Middellmrnis, vm. en 'sav. ds. Van Velzen. Melissaut, geen opgaaf. Stellendam, vm. en 'sav. ds. Bouina uit Rysen- burg. Omidorp, vm. en nm. dhr. Versteegt. Ooltgensplaut, geen opgaal. Den Bommel, vm. (Voorbereiding II. A.) en 's av. ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet, vm. eu's av. ds Bavinck uit Rotterdam. 1 Hellevoetsluis. vin. (H A en 's av. ds.Verburg 1 van Holwerd. Nieuw-Helvoet, vm. leeskerk. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Melissant, vm nm. en 'sav. leeskerk Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vm., nin. en 's av. leeskerk GEKEFORMEERDE GEMEENTEN Dirksland, vm. en 'sav. ds. Minderman. iOMMELSDIJK •r ontvangen een groote ij en ruime sorteering mder de nieuwste modellen ongelooflijke lage prijzen lomt en Ziet!!! Prijs per kwartaalf I, Lusse nummers f 0.07' Advertentiën v. I6 regeis f 1,20 Elke regel meerf 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstiuiuvrugeii f t,per plaatsing tot eeu maximum van Hl regels; elke regel meer 15 eeut. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 5E JAARGANG. - N°. 73. ROTTEHDAMSOUU TRAMWEG MAATSCHAPPIJ. De Burgemeester van Middelharnis maakt bekend, dat bij hem van den Minister van Waterstaat ontvangen is één exemplaar van 1 het tweede gedeelte van het verslag der Commissie tot onderzoek omtrent het bedrjjf der ROTTERDAMSCHE TRAMWEGMAAT schappij, welk verslag ter gemeentesecre tarie ter inzage van belanghebbenden is neergelegd. Middelharnis, 19 Juli 1923. De Burgemeester, L J. DEN HOLLANDER. NK te ZIERIKZEE. Irlng in 1922 omloop: Jde Hceren J. VAN mie Tonge. J, P. DE \e Jonge. M. BREUR \gensplaat, J. R001J I. DE VOS tc Goe- ïiren der NAT. BANK- len der EILANDEN 1 door tusschcnkomst |ers en Commission- l en te Ouddorp bij SPLUNDER. CENTRALE UTRECHT. Credieten voor Industrie, Handel en Landbouw. Correspondent voor Soinmelsdijk en Middelharnis J. KNAPËAzn p/a A. Knape. Dubbele Rfng 144. Sommelsdijk; Zitting: Vrijdag 79 nam.; - voor Stellendam: l v. d vlugt, Voorstraat 26; Zitting: Zaterdag 3-5 nam. [JVERD1ENSTE. sen op de Zuid-Hollandsche Eilanden «verzekering). Zeer geschikt voor Agenten van Levens partners, Sigaren-winkeliers, enz. provisie. - - Succes verzekerd. i Ietter B. C. aan J. OROOTENBOER, Nieuw-Helvoel. De Centrale Proeftuin voor Goeree en Overflakkee Ie Middelharnis (Largeweg) is op eiken werkdag voor b-Innestel- lenden GRATIS TOEGANKELIJK. - Desgewenscht geeft de tuinman alle inlichtingen, die mochten worden ver langd. 1898—1923. V. Ongetwijfeld het meest kenmerkende doel van de wetgeving in deze laatste kwarteeuw is die op sociaal gebied. Reeds in 1889 kwam de eerste Arbeidswet tot stand, in den loop dezer kwarteeuw her haalde malen verbeterd en uitgebreid, wel het meest belangrijk in 1911. In 1919 kwam een geheel nieuwe Arbeidswet in voeren den achturigen werkdag; de strijd om het beginsel, in deze wet gelegen, is in de jaren daarna voortgezet en heeft geleid tot eene aanmerkelijke verandering, culmineerende in eene 48-urige werkweek. De sociale verzekeringen zijn vanaf het begin dezer eeuw onderwerp van menige verkiezing geweest; in 1912 en 1913 wist Minister Talma. zijne ouderdoms-, invali- diteits- en ziekteverzekering tot stand te brengen, die intusschen eerst in 1918 defi I nitief is ingevoerd, aanmerkelijk gewijzigd. De Ongevallenwet was, na aanvankelijk verwerping door de Eerste Kamer, daar aan voorafgegaan. Ook op ander sociaal gebied is menig ontwerp wet geworden; wij denken daarbij reeds dadelijk aan de gezondheids- en woningwetten, aan de zorgen van den Staat voor de werkloos heidsverzekering, voor den woningbouw, en voor tal van andere sociale nooden. Men overdrijft niet, wanneer men de so ciale wetgeving het belangrijkste onder- j deel van de tegenwoordige wetgeving noemt. Het moge zijn, dat b.v. de onder- wijswetgeving men denke aan de wij ziging der Hooger Onderwijswet in 1904, die de ontbinding der Eerste Kamer mede bracht aanmerkelijk is gewijzigd; nie mand zal tegenspreken, dat vooral op sociaal gebied de ontwikkeling eene ge- heele evolutie heeft gebracht. Men moge zich op het standpunt stellen, dat deze sociale wetgeving verder of minder ver I behoort te gaansociale wetgeving als zoo danig wordt door een ieder aanvaard. De ontwikkeling van het vakvereeni- gingswezen is daarbij een stuwkracht ge- weestis anderzijds tengevolge van deze sociale wetgeving ontwikkeld. Waren bij den aanvang van Koningin Willieiniina's regeering de vakvereenigingen nog slechts weinige, en bovendien weinig krachtig; was de Diamantbewerkersbond onder lei ding van Henri Polak een der zeldzame voorbeelden van innerlijke kracht; thansj is dat alles veranderd. De vakbeweging is' geregeld, gelijk bij ons te lande wel niet anders mogelijk schijnt, naar politieke erri religieuse inzichten; zoowei wat de vak-| vereenigingen zelf betreft als wat de cen trales aangaat hebben wij een sociaal-de mocratische, neutrale, christelijke, katho lieke en min of meer revolutionaire vak beweging. Het N. V. V., de R.-K. Vak actie, het Christelijk Vakverbond, het N. A. S. en het N. A. V. zijn de vertegen woordigers van deze verschillende stroo mingen. Nu moge het zijn, dat in den laatsten tijd de opbloei dér vakvereenigin gen, die in oorlogstijd werd verkregen, ietwat is teruggeloopen dit neemt niets weg van het feit, dat het vakvereenigings- wezen zich in deze 25 jaren heeft ontwik keld tot eene kracht, die niet valt te onderschatten en ter zijde te stellen. Daar tegenover staat, dat dank zij het vakver- eenigingswezen de tevoren eigenlijk ge schooide macht der gezamenlijke arbeiders tot zekere verantwoordelijkheid is geko men. Voor de ontwikkeling zoowel van het economische als van het politieke leven kan dit niet anders dan goed werken. Internationaal is de beteekenis der vak organisaties erkend in de oprichting van een internationaal bureau; in deze orga nisatie hebben zoowel de werkgevers als de werknemers vertegenwoordiging met als neutrale tusschenpartij de vertegen woordigers der verschillende Regeeringen. Nederland is, tegelijk dat het toetrad tot den Volkenbond, ook tot deze internatio nale Arbeidsorganisatie toegetreden; het heeft intusschen van de overeenkomsten van Washington, van Genua en van I Genève nog niet alle aanvaard, wijl ver- schillende bezwaren daartegen aanwezig schijnen. Gelijken tred met de ontwikkeling der vakbeweging heeft ongetwijfeld die der dusgenaamde Vrouwenbeweging gehou den. Reeds bij Koningin Wilhelmina's Re- geeringsaanvaarding had de vrouwenbe weging zich ontwikkeldde tentoonstelling te 's-Gravenhage was eene getuigenis daar van. Maar Welk eene kracht is er in deze kwarteeuw niet van de vrouwenbeweging uitgegaan zoowel op politiek als econo misch en tal van ander terrein. Het Na tionaal Bureau voor Vrouwenarbeid heeft den grondslag gelegd voor wetenschappe lijke studie. De verschillende vereenigin gen voor vrouwenkiesrecht propageerden te pas en te onpas den eisch van het vrouwenkiesrecht, dezen brengend onder ieders aandacht. Dank zij het Initiatief voorstel- Marchant is voor twee jaren het vrouwenkiesrecht ingevoerd,practisch toe gepast bij de verkiezingen van 1922. De vrouw is thans als Staatsburgeres bijna geheel gelijkgerechtigd aan den man; wel zijn er intusschen nog wettelijke bepalin gen, die voor de vrouwenbeweging een steen des aanstoots zijn. Nu intusschen de vrouwen aan den wetgevenden arbeid deelnemen; nu tegenstellingen, die vroeger als juist werden erkend, als onjuist in het algemeen zijn ter zijde gevoerd, kan ook de actie daarvoor zich in rustiger banen ontwikkelen en leiden tot een resultaat, dat voor het land het beste is. Het is zeker eene merkwaardige speling van de geschie denis, dat juist onder de regeering van eene vrouw, deze vrouwenbeweging in Nederland zich zoo sterk heeft ontwikkeld. De tentoonstelling van „De Vrouw 1813- 1913", eene der merkwaardigste in het aan tentoonstellingen zoo rijke jaar 1913, was eene krachtige uiting van het zelf bewustzijn, door de met grooten ijver werkende organisaties in ons land ge kweekt! (Wordt vervolgd.) FEUILLETON. VAN E. WER&EB. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 177) Nu achtte Landsfeld het oogenblik gekomen, om de zaak persoonlijk in handen te nemen. „Volg mij met de anderen," beval hij kortaf, zich tot Falner wendende, en trad daarop zonder aarze len op Dernburg toe. „Er is hier geen kwestie van het loon", begon hij met iets uitdagends in stem en houding. „Wat,het werkvolk van u eischt, mijnheer Dernburg, is' u al meegedeeld. De on rechtvaardige afdankingen moeten „Wie zijt gij? Wie geeft u het recht hier mee te praten?" viel Dernburg hem in de rede, hoewel hij den spreker even goed van aanzien kende als deze hem. „Ik heet Landsfeld," was het trotsche antwoord. |„Dit is voldoende ter mijner rechtvaardiging, Idunkt mij." 1 „Neen, want gij behoort niet tot mijn werkvolk, inmenging van vreemden duld ik niet. Verlaat Qöcnsberg op staanden voet!" I Dit bevel klonk minachtend en zeer uit de hoog- Landsfeld trad een stap achteruit en bekeek Pen man, die alleen vóór hem stond en zóo durfde spreken, van het hoofd tot de voeten. „Dat bevel gehoorzaam ik niet," antwoordde nij hoonend. „Ik sta hier in naam van mijne partij, WIe de zaken te Odcnsberg zeer van nabij aangaan. CONSUMPTIEMELK EN HET PASTEUR1SATIE-VRAAGSTUK. Alle melk, hoe zindelijk ze ook gewonnen moge zijn en met hoeveel zorg ze verder moge worden behandeld en bewaard, wordt na lan- geren of korteren tijd zuur. Dit zuur worden is een gevolg van de werkzaamheid van melk zuurbacteriën, die zich in de melk ontwikkelen en die daarbij een gedeelte van de suiker der melk omzetten in melkzuur. De melkzuur bacteriën ontbreken nooit in rauwe melk. Kun nen deze organismen als veroorzakers van het zuur worden der melk ons onder sommige omstandigheden veel schade veroorzaken, aan den anderen kant mogen wij hare aanwezig heid in de melk op hoogen prijs stellen. Juist door de vorming van het melkzuur houden zij n.l. den groei van allerlei andere bacteriën, die de aanwezigheid van het zuur in de melk niet kunnen verdragen, tegen. Hierdoor voorkomen de melkzuurvormers o.a. de ontwikkeling van het melkeiwit door rottingsbacteriën, die, als zij in de melk tot ontwikkeling komen, zooals dat in gekookte of gepasteuriseerde melk nogal eens voorkomt, daaraan niet alleen een hoogst onaangenamen smaak mededeelen, maar ze ook voor de gezondheid van den consument gevaarlijke eigenschappen geven. Het aantal micro-organismen, dat in versche, pas gewonnen melk voorkomt, is in de eerste plaats afhankelijk van de omstandigheden, waaronder en de wijze, waarop de melk ge wonnen is. Hoe meer zorg er besteed wordt aan de zindelijkheid bij de verpleging van het melkvee, hoe kleiner het gevaar, dat er tijdens het melken vuil, en daarmede allerlei kiemen in de melk terecht komen en zoo geeft dus tot op zekere hoogte de afwezigheid van zichtbaar vuil in de melk een aanwijzing voor hare bac teriologische reinheid. Een bewijs daarvoor levert deze omstandigheid echter nog aller minst, omdat er ook langs anderen weg massa's bacteriën in de melk kunnen geraken. Zoo is het o.a. gebleken, dat de infectie der melk met bacteriën afkomstig van overigens goed gerei nigd melkgereedschap, hetwelk na het schoon- Kameraden! Erkent ge mij als uw vertegenwoor diger? Zal ik in uw naam spreken?" Falner en de zijnen, die hun aanvoerder gevolgd waren en hem van alle zijden omringden, beant woordden deze vraag luid en toestemmend, ter wijl dc anderen bleven zwijgen. Landsfeld hief zegevierend het hoofd op. „Nu hoort gij 't! Zoo zeg ik u dan, dat de voorwaarden, die gij hebt gesteld en waarop gij den arbeid wilt laten her vatten, schandelijk en beleedigend zijn. Ieder, die zich daaraan onderwerpt, verklaar ik voor een lafaard en verrader." „En ik verklaar, dat ik met u en uws gelijken niets te maken wil hebben," riep Dernburg, tot het uiterste getergd. „Ik heb mijn arbeiders laten weten, onder welke voorwaarden ik mijne fabrie ken en mijnen weer voor hen open met menschen van uw slag onderhandel ik niet." „Met menschen van mijn slag?" barstte Lands feld woedend uit. „Ja, wij zijn maar canaille in de oogen van den grooten mijnheer! Kameraden, laat gij je dat welgevallen?" Hij wendde zich niet te vergeefs tot zijn makkers. Scheldwoorden en bedreigingen werden Dern burg naar het hoofd geworpen, terwijl de menigte al meer en meer op hem aandrong. Van allen bij stand verstoken, moest hij zich elk oogenblik op het ergste voorbereid houden. Nu hoorde men in dc verte geroep en geschreeuw maar niet woest en dreigend 't klonk veeleer als een blijde begroeting. En thans vernam men zelfs een opgewonden „Hoera!" dat allengs door de geheele schaar werd aangeheven en ai nader en nader kwam. „Leve Runeckl Lang leve Egbert Runeckl" klonk 't van alle kanten, en de dicht opeengedrongen massa's weken ter zijde om plaats maken langen tijd vochtig bleef, veel erger is dan die, welke veroorzaakt wordt door het vuil, waarmee de melk tijdens liet melken veront reinigd wordt. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat hierbij als van zelf sprekend is1 aangenomen, dat de melk zoo spoedig mogelijk j na hare winning zorgvuldig geteemsd wordt om alle zichtbare vuil ten spoedigste te ver wijderen. Door heel veel zorg te besteden aan de be handeling van alle melkgereedsachp en bij het melken de grootst mogelijke zindelijkheid in acht te nemen, kan men van gezonde en goed verpleegde koeien melk winnen, die betrekke lijk arm is aan bacteriën en die daardoor, als ze koel bewaard wordt, langen tijd zoet gehou den kan worden. Toch komen in zulke melk, zooals blijkt bij onderzoek van monsters, welke men direct uit den melkemmer neemt, dus voordat de melk nog met ander gereedschap in aanraking is geweest, gemiddeld nog een tienduizendtal kiemen per kubieken centimeter voor. In de gewone practijk is dit cijfer na tuurlijk veel en veel hooger. Geheel bacterievrij kan men de melk nooit winnen. Zelfs als men koeien aseptisch melkt, zooals het voor wetenschappelijke proefne mingen soms noodig is, gelukt het niet ook maar enkele kubieke centimeters steriele melk te verkrijgen. Dat is daaraan toe te schrijven, dat in de grootere melkgangen van den uier steeds bacteriën aanwezig zijn, zoodat de melk, al moge zij in het klierweefsel van een gezond dier al steriel worden afgescheiden, reeds ge- infecteerd is vóórdat zij de tepels verlaat. De kiemen, die in zindelijk gemolken melk van gezonde dieren voorkomen zijn van vrij onschuldigen aard, zij veroorzaken hoogstens een mindere duurzaamheid van de melk. Anders wordt het wanneer wij te doen krijgen met melk van een zieke koe of van een dier, lijdende aan een of andere ontsteking van de melkklier. Zulke melk kan gevaarlijke kiemen bevatten, zooals b.v. tubercelbacillen. Voorts kan de melk tijdens of na het melken geïnfec teerd worden met ziekteverwekkende bacteriën hetzij doordat de melker of degene aan wien verder de behandeling van de melk wordt op gedragen, drager is van ziektekiemen, hetzij de melk in aanraking kwam met gereedschap hetwelk met besmet water uitgespoeld is. Zoo zien wij, dat de beantwoording van de vraag of melk zonder gevaar voor de gezondheid rauw gedronken kan worden, niet afhankelijk gesteld kan worden van het aantal kiemen, dat men er in vindt, maar bepaald wordt door den aard van de bacteriën, welke ar in voorkomen. In een „gezondheidsstal" kan men nu de noodige maatregelen treffen, waardoor een besmetting van de melk met ziekte-kiemen practisch is uitgesloten; dergelijke maatregelen kunnen echter voorloopig in de gewone practijk niet met zoodanige zorg worden doorgevoerd, dat de ongevaarlijkheid van de melk voor de ge zondheid van den consument gewaarborgd zou kunnen worden; voorloopig zijn wij daar zelfs van de benadering van een dragelijken hygië- nischen toestand in de meeste gevallen nog zeer ver verwijderd. Men moet zich dus bij de gewone consumptiemelk steeds bewust zijn van de mogelijke aanwezigheid van ziektekiemen; het beste middel, het daaraan verbonden ge vaar te niet te doen, bestaat daarin, dat men de rauwe melk na ontvangst in de huishouding zoo spoedig mogelijk kookt, ze daarna zoo diep mogelijk afkoelt en verder op een frissche, stofvrije plaats bewaart. Echter lang niet overal bestaat de gelegen heid rauwe melk te koopen. Onze melkinrich tingen in de steden leveren in den regel geen rauwe melk af, omdat het haar onder de be staande omstandigheden niet wel mogelijk zou zijn deze in een zoodanigen toestand te leveren, dat die melk in de huishouding nog geruiinen tijd bewaard zou kunnen worden, zonder te verzuren. De melkinrichtingen ontvangen de melk n.l. dikwijls van tamelijk ver af gelegen boerderijen. Soms is een gedeelte van de aan gevoerde melk reeds minstens twaalf uren oud op het oogenblik, dat ze aan de inrichting aan komt, terwijl ze gewoonlijk eerst eenige uren, soms een halven dag later aan de klanten kan worden afgeleverd. Waar nu de reinheid van de behandeling van de melk op de meeste boer derijen nog zeer veel te wenschen overlaat en de melk daar ook niet voldoende gekoeld wordt om de ontwikkeling der aanwezige kiemen tegen te houden, zou er een groote hoeveelheid melk voor de consumptie verloren moeten gaan, indien de melkinrichting geen bepaalde voorzorgen nam om het zuur worden van de melk te voorkomen. Deze voorzorgen bestaan daarin, dat men de melk pasteuriseert, d.w.z. ze gedurende eenigen tijd blootstelt aan een temperatuur, beneden het kookpunt, waarna men ze dan afkoelt en in kouden toestand aan het publiek aflevert. Als voor dit pasteurisee- ren uitsluitend daarvoor geschikte melk ge bruikt wordt, de verhitting"met zorg geschiedt en elke infectie na de pasteurisatie vermeden wordt, kan de gepasteuriseerde melk practisch als ziektekiemvrij worden beschouwd. De ze kerste wijze, welke men hierbij kan volgen is wel deze, dat de pasteurisatie geschiedt in de flesch (of kan), waarin de melk zal worden afgeleverd. Dit systeem wordt aan verschillen de melkinrichtingen in ons land inderdaad toe gepast. Vroeger geschiedde dit vrij algemeen door de met melk gevulde gesloten flesschen in een waterbad (onder water) gedurende eeni gen tijd te verhitten, tegenwoordig begint men meer èn meer gebruik te maken van een stoom- kast, die boven het waterbad de voorkeur ver dient, omdat ze grooter zekerheid biedt dat de melk in alle flesschen dezelfde temperatuur bereikt. Naast de „flesschenmelk" verkoopen de melkinrichtingen ook altijd zoogenaamde „los se" melk, dat is melk, die in kannen wordt i rondgebracht en aan de huizen der klanten wordt afgemeten. Deze melk is meestentijds in een continu werkende, zoogenaamde Deensche pasteur, gedurende 1 a 2 minuten op 8090 gr. C. verhit geworden. Het zou goed zijn de melkinrichtingen te verplichten, het publiek l mede te deelen, dat die „losse" melk een ver hitting heeft ondergaan, daar de gepasteuri seerde melk niet in alle opzichten aan goede rauwe melk is gelijk te stellen. Gewoonlijk zal de melk, die niet" in flesschen afgeleverd is, voor het gebruik in de huishouding nog gekookt wordendoor die herhaalde verhitting inet een rusttijd daartusschen ,gaan nu een deel der in de melk aanwezige vitaminen, dat zijn stoffen, welke in de voeding een zeer belangrijke rol vervullen, te gronde. Door deze omstandigheid wordt zulke melk voor zuigelingen minder ge schikt, omdat het een voor het jonge individu onontbeerlijk bestanddeel mist, waardoor na geregeld gebr.uk van zulk voedsel ten slotte typische ziekteverschijnselen bij het kind op treden, welker optreden echter, het is goed dat hier even mede te deelen, door het toedienen van een weinig sinaasappel- of citroensap,naast het melkdieet, voorkomen kan worden. (Tel.) Prof. B. van der Burg. te maken voor den ingenieur, die met vlugge schreden naderkwam. Ademloos van het snelle loopen, plaatste hij zich aan Dernburg's zijde met een uitdrukking, die verried, dat hij besloten was mét hem te staan en te vallen. Hij wierp Landsfeld een dreigenden blik toe, die deze met een spottend schouder ophalen beantwoordde. „Wel mijn jongen, zijt gij daar wezenlijk?" zeide Landsfeld, half binnensmonds. „Nu, als gij jezelf den hals wilt breken, behoef ik 't niet te doen." Runeck had onderwijl het terrein verkend en het gevaarlijke van den toestand begrepen. Eén middel tot redding bleef slechts over. „Achter uit! Laat het huis vrij!" gebood hij den arbeider die de woning van den directeur bezet hielden. „Ziet ge niet, dat mijnheer Dernburg naar zijn beambten wil? Ik ga met hem mee maakt plaats!" De lieden waren getroffen en verbaasd, dat hij partij koos voor Dernburg, en begonnen achter uit te wijken. Het voorplein werd langzamer hand leeg, en als Dernburg eens daar te midden zijner beambten was, zou hij ook veilig zijn. Als Runeck dan aan zijne zijde bleef, kou alles nog goed en rustig afloopen. Dit kwam echter niet in Landsfelds kraam te pas en hij goot nieuwe olie in het vuur. „Wat beteekent dat?" riep hij met schelle stem. „Kiest onze afgevaardigde partij tegen ons? Plaatst hij zich aan dc vijandelijke zijde? Dezen kant uit, Runeck, je plaats is bij ons Ge moet ons vertegenwoordigen of wilt gij soms een verrader worden?" Het kwade woord „verrader" had terstond de gewenschte uitwerking: een dof, dreigend gemor deed zich hooren. Thans verloor Runeck de kalmte en gematigdheid, die hij tot hiertoe slechts met moeite had bewaard. „Gijzelt zijt verraders en schurken, als gij je vergrijpt aan den man, die je allen heeft geholpen, waar hij maar kon!" riep hij met donderende stem. „Achteruit! Wie hem aanraakt, werp ik op den grond!" Zijn houding was zoo woest en dreigend, dat allen achteruitweken allen, behalve Landsfeld. „Wilt gij dat soms ook met mij probeeren?" riep) deze, op Dernburg aandringende; maar op het zelfde oogenblik zonk hij, door een zwaren vuist slag van Egbert getroffen, met een luiden kreet ter aarde, waar hij met bloedend aangezicht bleef liggen. Deze onverhoedsche daad ontboeide ai de harts tochten van dc verwoede menigte. Met een luftl getier wierpen Falner en zijne makkers zich op Runeck, die zich voor Dernburg posteerde en dezen met zijn lichaam beschermde. Een paar minuten wist hij met zijn reuzenkracht de aan vallers te trotseeren, maar het eind van dien onge- lijken strijd was te voorzien. Eensklaps flikkerde een mes in Falner's hoog opgeheven hand, een forsche stoot en Egbert zonk bloedend ineen. Ditmaal had die daad echter een andere uit werking dan straks; de menigte was als verlamd van schrik, 't Was alsof zij op eens het schandelijke van dc geheele beweging besefte; zelfs Falner stond onbeweeglijk, als verbijsterd over zijn eigen daad. Het geschreeuw verstomde; niemand deed Dern burg overlast aan, die met bleek gelaat en saam- geknepen lippen zich langzaam vooroverboog en den bewustcloozen man in de armen nam. Ondcrtusschcn hadden de beambten, toen het voorplein ontruimd werd, opnieuw een poging aangewend om tot hun chef door te dringen. Dit was hen slechts gedeeltelijk gelukt, maar toch bevonden zij zich al in zijn nabijheid, toen het bloedig voorval plaats had. Dokter Hagenbach had tegenwoordigheid van geest genoeg om daar van schielijk partij te trekken. „Plaats voor den dokter!" riep hij, voorwaarts dringende. „Laat mij passeeren!" Dit hielp. Een smalle doortocht opende zich tusschen dc opeengepakte menigte en de beamb ten volgden den geneesheer; binnen weinige minuten was Dernburg door hen omringd. Maar deze lette hierop niet. Hij lag naast Egbert ge knield, wiens hoofd hij steunde, en toen de dok ter zich nu over den gewonde neerboog en de kwetsuur onderzocht, vroeg hij met den grootsten angst: „Is hij doodelijk getroffen!" „Héél erg!" zeide Hagenbach luid en ernstig. „Hij moet oogenblikkelijk getransporteerd worden. „Naar het heerenhuis!" viel Dernburg in. „Ja, dat zal het beste zijn." De dokter legde schielijk een voorloopig verband en wendde zich vervolgens tot den bloedenden Landsfeld, om ook hem te onderzoeken. „Hierbij is geen gevaar!" riep hij luid de omstanders toe. „De slag heeft den man alleen bedwelmd. Brengt hem naar huis hij zal wel gauw weer tot bezinning komen. Er is geen reden tot zorg. Maar Runeck die is zwaar getroffen!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1