JANSEN
rhemdeti, Gummi- en
len Boorden, Dassen,
Sokken
{uim1ng van petten
WOENSDAG
25 JULI 1923
Officieele Mededeelingen.
5 V2 °/c
LA1RE
100
lizend galden^
lllioen gulden.
B0AZ-BANK
ge Agenten gevraagd.
Nederland in 25 Jaren.
Landbouw.
VRIJE BAAN.
i. p&wden
op enkele
ird.
aling.
It bij mijn
leden niet
■raf zullen
[is, in welk
•ddunkt."
[testament
jijdens zijn
|ilië, die in
van ruim
lik 20 pond
lerinnering
Predikbeurten.
let Cascine
f toestand
agen lang
ken, doch
-Jij kennis.
Itet zieken-
om eenige
Ire Antonio
dj een be-
heeft.
Brain tree
gevecht op
oote uilen,
weg geko-
ootste van
r, en nadat
gene heen
is lichaam
uitte aller-
den vogel,
ijheid ging
ug, en her-
Ie nam toen
idere reden
Ïdier daar-
i tuimelde
lucht.
Zondag 22 Juli.
NEOERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelhurnis, vin. ds. Bus uit Ouddorp.
Somnndsdyk, vm. en 'sav. ds. Van Montfrans.
Oirbsland, viu. ds. Van As.
tJerkiugen, utn. ds. Vau As uit Dirksland.
Melissaut, vin. eu 'sav. ds. Kloots.
Stellendam, vin. en 'sav. dhr. Bouman.
Guederet-de, vin. ds. De Gidts.
Ouddorp, vin. leeskerk en nm. ds. Bus.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en'sav ds Kruyt.
Oude TOnge, vm. ds. Kruyt uit Nieuwe Tonge.
OoUgeusplaat, nm. ds. Japelieu uit Den Bommel.
Den Bommel, vm. ds. Jupchen.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en uin. ds. Polhuys.
Uellevoetsluis, vm en 'sav. dhr Van Willigen,
eanL tot den H. D. te Botterdam.
Xieuw-Helvoet. vin. ds. Priester.
Nieuweuhoorn, vm. ds. De Voogd v. d. Strnaten.
Roekanje. vm. ds. Witkop.
Oostvoorne, vm. ds. Brinkerink.
VierpoUlers, vin. ds. Zwiep.
Zwartewaal, vin. ds. Bartstra.
Heenvliel, vm. ds. Bomijn.
P ROTESTANTEN BON D.
Brielle, des voorin. 10 uur, ds. Loleania, van
Bergen op Zoom.
GEREFORMEERDE KERK.
Middellmrnis, vm. en 'sav. ds. Van Velzen.
Melissaut, geen opgaaf.
Stellendam, vm. en 'sav. ds. Bouina uit Rysen-
burg.
Omidorp, vm. en nm. dhr. Versteegt.
Ooltgensplaut, geen opgaal.
Den Bommel, vm. (Voorbereiding II. A.) en 's av.
ds. Schaafsma.
Stad aan 't Haringvliet, vm. eu's av. ds Bavinck
uit Rotterdam. 1
Hellevoetsluis. vin. (H A en 's av. ds.Verburg 1
van Holwerd.
Nieuw-Helvoet, vm. leeskerk.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Melissant, vm nm. en 'sav. leeskerk
Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm., nin. en 's av. leeskerk
GEKEFORMEERDE GEMEENTEN
Dirksland, vm. en 'sav. ds. Minderman.
iOMMELSDIJK
•r ontvangen een groote
ij en ruime sorteering
mder de nieuwste modellen
ongelooflijke lage prijzen
lomt en Ziet!!!
Prijs per kwartaalf I,
Lusse nummers f 0.07'
Advertentiën v. I6 regeis f 1,20
Elke regel meerf 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstiuiuvrugeii
f t,per plaatsing tot eeu maximum
van Hl regels; elke regel meer 15 eeut.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
5E JAARGANG. - N°. 73.
ROTTEHDAMSOUU TRAMWEG
MAATSCHAPPIJ.
De Burgemeester van Middelharnis maakt
bekend, dat bij hem van den Minister van
Waterstaat ontvangen is één exemplaar van
1 het tweede gedeelte van het verslag der
Commissie tot onderzoek omtrent het bedrjjf
der ROTTERDAMSCHE TRAMWEGMAAT
schappij, welk verslag ter gemeentesecre
tarie ter inzage van belanghebbenden is
neergelegd.
Middelharnis, 19 Juli 1923.
De Burgemeester,
L J. DEN HOLLANDER.
NK te ZIERIKZEE.
Irlng in 1922
omloop:
Jde Hceren J. VAN
mie Tonge. J, P. DE
\e Jonge. M. BREUR
\gensplaat, J. R001J
I. DE VOS tc Goe-
ïiren der NAT. BANK-
len der EILANDEN
1 door tusschcnkomst
|ers en Commission-
l en te Ouddorp bij
SPLUNDER.
CENTRALE
UTRECHT.
Credieten voor Industrie,
Handel en Landbouw.
Correspondent voor Soinmelsdijk
en Middelharnis J. KNAPËAzn
p/a A. Knape. Dubbele Rfng 144.
Sommelsdijk; Zitting: Vrijdag
79 nam.; - voor Stellendam:
l v. d vlugt, Voorstraat 26;
Zitting: Zaterdag 3-5 nam.
[JVERD1ENSTE.
sen op de Zuid-Hollandsche Eilanden
«verzekering). Zeer geschikt voor Agenten van Levens
partners, Sigaren-winkeliers, enz.
provisie. - - Succes verzekerd.
i Ietter B. C. aan J. OROOTENBOER, Nieuw-Helvoel.
De Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overflakkee
Ie Middelharnis (Largeweg)
is op eiken werkdag voor b-Innestel-
lenden GRATIS TOEGANKELIJK. -
Desgewenscht geeft de tuinman alle
inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
1898—1923.
V.
Ongetwijfeld het meest kenmerkende
doel van de wetgeving in deze laatste
kwarteeuw is die op sociaal gebied. Reeds
in 1889 kwam de eerste Arbeidswet tot
stand, in den loop dezer kwarteeuw her
haalde malen verbeterd en uitgebreid, wel
het meest belangrijk in 1911. In 1919
kwam een geheel nieuwe Arbeidswet in
voeren den achturigen werkdag; de strijd
om het beginsel, in deze wet gelegen, is
in de jaren daarna voortgezet en heeft
geleid tot eene aanmerkelijke verandering,
culmineerende in eene 48-urige werkweek.
De sociale verzekeringen zijn vanaf het
begin dezer eeuw onderwerp van menige
verkiezing geweest; in 1912 en 1913 wist
Minister Talma. zijne ouderdoms-, invali-
diteits- en ziekteverzekering tot stand te
brengen, die intusschen eerst in 1918 defi
I nitief is ingevoerd, aanmerkelijk gewijzigd.
De Ongevallenwet was, na aanvankelijk
verwerping door de Eerste Kamer, daar
aan voorafgegaan. Ook op ander sociaal
gebied is menig ontwerp wet geworden;
wij denken daarbij reeds dadelijk aan de
gezondheids- en woningwetten, aan de
zorgen van den Staat voor de werkloos
heidsverzekering, voor den woningbouw,
en voor tal van andere sociale nooden.
Men overdrijft niet, wanneer men de so
ciale wetgeving het belangrijkste onder-
j deel van de tegenwoordige wetgeving
noemt. Het moge zijn, dat b.v. de onder-
wijswetgeving men denke aan de wij
ziging der Hooger Onderwijswet in 1904,
die de ontbinding der Eerste Kamer mede
bracht aanmerkelijk is gewijzigd; nie
mand zal tegenspreken, dat vooral op
sociaal gebied de ontwikkeling eene ge-
heele evolutie heeft gebracht. Men moge
zich op het standpunt stellen, dat deze
sociale wetgeving verder of minder ver
I behoort te gaansociale wetgeving als zoo
danig wordt door een ieder aanvaard.
De ontwikkeling van het vakvereeni-
gingswezen is daarbij een stuwkracht ge-
weestis anderzijds tengevolge van deze
sociale wetgeving ontwikkeld. Waren bij
den aanvang van Koningin Willieiniina's
regeering de vakvereenigingen nog slechts
weinige, en bovendien weinig krachtig;
was de Diamantbewerkersbond onder lei
ding van Henri Polak een der zeldzame
voorbeelden van innerlijke kracht; thansj
is dat alles veranderd. De vakbeweging is'
geregeld, gelijk bij ons te lande wel niet
anders mogelijk schijnt, naar politieke erri
religieuse inzichten; zoowei wat de vak-|
vereenigingen zelf betreft als wat de cen
trales aangaat hebben wij een sociaal-de
mocratische, neutrale, christelijke, katho
lieke en min of meer revolutionaire vak
beweging. Het N. V. V., de R.-K. Vak
actie, het Christelijk Vakverbond, het N.
A. S. en het N. A. V. zijn de vertegen
woordigers van deze verschillende stroo
mingen. Nu moge het zijn, dat in den
laatsten tijd de opbloei dér vakvereenigin
gen, die in oorlogstijd werd verkregen,
ietwat is teruggeloopen dit neemt niets
weg van het feit, dat het vakvereenigings-
wezen zich in deze 25 jaren heeft ontwik
keld tot eene kracht, die niet valt te
onderschatten en ter zijde te stellen. Daar
tegenover staat, dat dank zij het vakver-
eenigingswezen de tevoren eigenlijk ge
schooide macht der gezamenlijke arbeiders
tot zekere verantwoordelijkheid is geko
men. Voor de ontwikkeling zoowel van het
economische als van het politieke leven
kan dit niet anders dan goed werken.
Internationaal is de beteekenis der vak
organisaties erkend in de oprichting van
een internationaal bureau; in deze orga
nisatie hebben zoowel de werkgevers als
de werknemers vertegenwoordiging met
als neutrale tusschenpartij de vertegen
woordigers der verschillende Regeeringen.
Nederland is, tegelijk dat het toetrad tot
den Volkenbond, ook tot deze internatio
nale Arbeidsorganisatie toegetreden; het
heeft intusschen van de overeenkomsten
van Washington, van Genua en van
I Genève nog niet alle aanvaard, wijl ver-
schillende bezwaren daartegen aanwezig
schijnen.
Gelijken tred met de ontwikkeling der
vakbeweging heeft ongetwijfeld die der
dusgenaamde Vrouwenbeweging gehou
den. Reeds bij Koningin Wilhelmina's Re-
geeringsaanvaarding had de vrouwenbe
weging zich ontwikkeldde tentoonstelling
te 's-Gravenhage was eene getuigenis daar
van. Maar Welk eene kracht is er in deze
kwarteeuw niet van de vrouwenbeweging
uitgegaan zoowel op politiek als econo
misch en tal van ander terrein. Het Na
tionaal Bureau voor Vrouwenarbeid heeft
den grondslag gelegd voor wetenschappe
lijke studie. De verschillende vereenigin
gen voor vrouwenkiesrecht propageerden
te pas en te onpas den eisch van het
vrouwenkiesrecht, dezen brengend onder
ieders aandacht. Dank zij het Initiatief
voorstel- Marchant is voor twee jaren het
vrouwenkiesrecht ingevoerd,practisch toe
gepast bij de verkiezingen van 1922. De
vrouw is thans als Staatsburgeres bijna
geheel gelijkgerechtigd aan den man; wel
zijn er intusschen nog wettelijke bepalin
gen, die voor de vrouwenbeweging een
steen des aanstoots zijn. Nu intusschen de
vrouwen aan den wetgevenden arbeid
deelnemen; nu tegenstellingen, die vroeger
als juist werden erkend, als onjuist in het
algemeen zijn ter zijde gevoerd, kan ook
de actie daarvoor zich in rustiger banen
ontwikkelen en leiden tot een resultaat,
dat voor het land het beste is. Het is zeker
eene merkwaardige speling van de geschie
denis, dat juist onder de regeering van
eene vrouw, deze vrouwenbeweging in
Nederland zich zoo sterk heeft ontwikkeld.
De tentoonstelling van „De Vrouw 1813-
1913", eene der merkwaardigste in het
aan tentoonstellingen zoo rijke jaar 1913,
was eene krachtige uiting van het zelf
bewustzijn, door de met grooten ijver
werkende organisaties in ons land ge
kweekt!
(Wordt vervolgd.)
FEUILLETON.
VAN
E. WER&EB.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
177)
Nu achtte Landsfeld het oogenblik gekomen,
om de zaak persoonlijk in handen te nemen. „Volg
mij met de anderen," beval hij kortaf, zich tot
Falner wendende, en trad daarop zonder aarze
len op Dernburg toe. „Er is hier geen kwestie
van het loon", begon hij met iets uitdagends in
stem en houding. „Wat,het werkvolk van u eischt,
mijnheer Dernburg, is' u al meegedeeld. De on
rechtvaardige afdankingen moeten
„Wie zijt gij? Wie geeft u het recht hier mee te
praten?" viel Dernburg hem in de rede, hoewel
hij den spreker even goed van aanzien kende als
deze hem.
„Ik heet Landsfeld," was het trotsche antwoord.
|„Dit is voldoende ter mijner rechtvaardiging,
Idunkt mij."
1 „Neen, want gij behoort niet tot mijn werkvolk,
inmenging van vreemden duld ik niet. Verlaat
Qöcnsberg op staanden voet!"
I Dit bevel klonk minachtend en zeer uit de hoog-
Landsfeld trad een stap achteruit en bekeek
Pen man, die alleen vóór hem stond en zóo durfde
spreken, van het hoofd tot de voeten.
„Dat bevel gehoorzaam ik niet," antwoordde
nij hoonend. „Ik sta hier in naam van mijne partij,
WIe de zaken te Odcnsberg zeer van nabij aangaan.
CONSUMPTIEMELK EN HET
PASTEUR1SATIE-VRAAGSTUK.
Alle melk, hoe zindelijk ze ook gewonnen
moge zijn en met hoeveel zorg ze verder moge
worden behandeld en bewaard, wordt na lan-
geren of korteren tijd zuur. Dit zuur worden
is een gevolg van de werkzaamheid van melk
zuurbacteriën, die zich in de melk ontwikkelen
en die daarbij een gedeelte van de suiker der
melk omzetten in melkzuur. De melkzuur
bacteriën ontbreken nooit in rauwe melk. Kun
nen deze organismen als veroorzakers van het
zuur worden der melk ons onder sommige
omstandigheden veel schade veroorzaken, aan
den anderen kant mogen wij hare aanwezig
heid in de melk op hoogen prijs stellen. Juist
door de vorming van het melkzuur houden zij
n.l. den groei van allerlei andere bacteriën, die
de aanwezigheid van het zuur in de melk niet
kunnen verdragen, tegen. Hierdoor voorkomen
de melkzuurvormers o.a. de ontwikkeling van
het melkeiwit door rottingsbacteriën, die, als
zij in de melk tot ontwikkeling komen, zooals
dat in gekookte of gepasteuriseerde melk nogal
eens voorkomt, daaraan niet alleen een hoogst
onaangenamen smaak mededeelen, maar ze
ook voor de gezondheid van den consument
gevaarlijke eigenschappen geven.
Het aantal micro-organismen, dat in versche,
pas gewonnen melk voorkomt, is in de eerste
plaats afhankelijk van de omstandigheden,
waaronder en de wijze, waarop de melk ge
wonnen is. Hoe meer zorg er besteed wordt
aan de zindelijkheid bij de verpleging van het
melkvee, hoe kleiner het gevaar, dat er tijdens
het melken vuil, en daarmede allerlei kiemen
in de melk terecht komen en zoo geeft dus tot
op zekere hoogte de afwezigheid van zichtbaar
vuil in de melk een aanwijzing voor hare bac
teriologische reinheid. Een bewijs daarvoor
levert deze omstandigheid echter nog aller
minst, omdat er ook langs anderen weg massa's
bacteriën in de melk kunnen geraken. Zoo is
het o.a. gebleken, dat de infectie der melk met
bacteriën afkomstig van overigens goed gerei
nigd melkgereedschap, hetwelk na het schoon-
Kameraden! Erkent ge mij als uw vertegenwoor
diger? Zal ik in uw naam spreken?"
Falner en de zijnen, die hun aanvoerder gevolgd
waren en hem van alle zijden omringden, beant
woordden deze vraag luid en toestemmend, ter
wijl dc anderen bleven zwijgen. Landsfeld hief
zegevierend het hoofd op. „Nu hoort gij 't! Zoo
zeg ik u dan, dat de voorwaarden, die gij hebt
gesteld en waarop gij den arbeid wilt laten her
vatten, schandelijk en beleedigend zijn. Ieder, die
zich daaraan onderwerpt, verklaar ik voor een
lafaard en verrader."
„En ik verklaar, dat ik met u en uws gelijken
niets te maken wil hebben," riep Dernburg, tot
het uiterste getergd. „Ik heb mijn arbeiders laten
weten, onder welke voorwaarden ik mijne fabrie
ken en mijnen weer voor hen open met menschen
van uw slag onderhandel ik niet."
„Met menschen van mijn slag?" barstte Lands
feld woedend uit. „Ja, wij zijn maar canaille in de
oogen van den grooten mijnheer! Kameraden,
laat gij je dat welgevallen?"
Hij wendde zich niet te vergeefs tot zijn makkers.
Scheldwoorden en bedreigingen werden Dern
burg naar het hoofd geworpen, terwijl de menigte
al meer en meer op hem aandrong. Van allen bij
stand verstoken, moest hij zich elk oogenblik op
het ergste voorbereid houden.
Nu hoorde men in dc verte geroep en geschreeuw
maar niet woest en dreigend 't klonk veeleer
als een blijde begroeting. En thans vernam men
zelfs een opgewonden „Hoera!" dat allengs door
de geheele schaar werd aangeheven en ai nader
en nader kwam. „Leve Runeckl Lang leve Egbert
Runeckl" klonk 't van alle kanten, en de dicht
opeengedrongen massa's weken ter zijde om plaats
maken langen tijd vochtig bleef, veel erger is
dan die, welke veroorzaakt wordt door het vuil,
waarmee de melk tijdens liet melken veront
reinigd wordt. Het behoeft nauwelijks gezegd
te worden, dat hierbij als van zelf sprekend is1
aangenomen, dat de melk zoo spoedig mogelijk j
na hare winning zorgvuldig geteemsd wordt
om alle zichtbare vuil ten spoedigste te ver
wijderen.
Door heel veel zorg te besteden aan de be
handeling van alle melkgereedsachp en bij het
melken de grootst mogelijke zindelijkheid in
acht te nemen, kan men van gezonde en goed
verpleegde koeien melk winnen, die betrekke
lijk arm is aan bacteriën en die daardoor, als
ze koel bewaard wordt, langen tijd zoet gehou
den kan worden. Toch komen in zulke melk,
zooals blijkt bij onderzoek van monsters, welke
men direct uit den melkemmer neemt, dus
voordat de melk nog met ander gereedschap
in aanraking is geweest, gemiddeld nog een
tienduizendtal kiemen per kubieken centimeter
voor. In de gewone practijk is dit cijfer na
tuurlijk veel en veel hooger.
Geheel bacterievrij kan men de melk nooit
winnen. Zelfs als men koeien aseptisch melkt,
zooals het voor wetenschappelijke proefne
mingen soms noodig is, gelukt het niet ook
maar enkele kubieke centimeters steriele melk
te verkrijgen. Dat is daaraan toe te schrijven,
dat in de grootere melkgangen van den uier
steeds bacteriën aanwezig zijn, zoodat de melk,
al moge zij in het klierweefsel van een gezond
dier al steriel worden afgescheiden, reeds ge-
infecteerd is vóórdat zij de tepels verlaat.
De kiemen, die in zindelijk gemolken melk
van gezonde dieren voorkomen zijn van vrij
onschuldigen aard, zij veroorzaken hoogstens
een mindere duurzaamheid van de melk.
Anders wordt het wanneer wij te doen krijgen
met melk van een zieke koe of van een dier,
lijdende aan een of andere ontsteking van de
melkklier. Zulke melk kan gevaarlijke kiemen
bevatten, zooals b.v. tubercelbacillen. Voorts
kan de melk tijdens of na het melken geïnfec
teerd worden met ziekteverwekkende bacteriën
hetzij doordat de melker of degene aan wien
verder de behandeling van de melk wordt op
gedragen, drager is van ziektekiemen, hetzij
de melk in aanraking kwam met gereedschap
hetwelk met besmet water uitgespoeld is. Zoo
zien wij, dat de beantwoording van de vraag of
melk zonder gevaar voor de gezondheid rauw
gedronken kan worden, niet afhankelijk gesteld
kan worden van het aantal kiemen, dat men
er in vindt, maar bepaald wordt door den aard
van de bacteriën, welke ar in voorkomen. In
een „gezondheidsstal" kan men nu de noodige
maatregelen treffen, waardoor een besmetting
van de melk met ziekte-kiemen practisch is
uitgesloten; dergelijke maatregelen kunnen
echter voorloopig in de gewone practijk niet
met zoodanige zorg worden doorgevoerd, dat
de ongevaarlijkheid van de melk voor de ge
zondheid van den consument gewaarborgd zou
kunnen worden; voorloopig zijn wij daar zelfs
van de benadering van een dragelijken hygië-
nischen toestand in de meeste gevallen nog
zeer ver verwijderd. Men moet zich dus bij de
gewone consumptiemelk steeds bewust zijn van
de mogelijke aanwezigheid van ziektekiemen;
het beste middel, het daaraan verbonden ge
vaar te niet te doen, bestaat daarin, dat men
de rauwe melk na ontvangst in de huishouding
zoo spoedig mogelijk kookt, ze daarna zoo diep
mogelijk afkoelt en verder op een frissche,
stofvrije plaats bewaart.
Echter lang niet overal bestaat de gelegen
heid rauwe melk te koopen. Onze melkinrich
tingen in de steden leveren in den regel geen
rauwe melk af, omdat het haar onder de be
staande omstandigheden niet wel mogelijk zou
zijn deze in een zoodanigen toestand te leveren,
dat die melk in de huishouding nog geruiinen
tijd bewaard zou kunnen worden, zonder te
verzuren. De melkinrichtingen ontvangen de
melk n.l. dikwijls van tamelijk ver af gelegen
boerderijen. Soms is een gedeelte van de aan
gevoerde melk reeds minstens twaalf uren oud
op het oogenblik, dat ze aan de inrichting aan
komt, terwijl ze gewoonlijk eerst eenige uren,
soms een halven dag later aan de klanten kan
worden afgeleverd. Waar nu de reinheid van
de behandeling van de melk op de meeste boer
derijen nog zeer veel te wenschen overlaat en
de melk daar ook niet voldoende gekoeld wordt
om de ontwikkeling der aanwezige kiemen
tegen te houden, zou er een groote hoeveelheid
melk voor de consumptie verloren moeten
gaan, indien de melkinrichting geen bepaalde
voorzorgen nam om het zuur worden van de
melk te voorkomen. Deze voorzorgen bestaan
daarin, dat men de melk pasteuriseert, d.w.z.
ze gedurende eenigen tijd blootstelt aan een
temperatuur, beneden het kookpunt, waarna
men ze dan afkoelt en in kouden toestand aan
het publiek aflevert. Als voor dit pasteurisee-
ren uitsluitend daarvoor geschikte melk ge
bruikt wordt, de verhitting"met zorg geschiedt
en elke infectie na de pasteurisatie vermeden
wordt, kan de gepasteuriseerde melk practisch
als ziektekiemvrij worden beschouwd. De ze
kerste wijze, welke men hierbij kan volgen is
wel deze, dat de pasteurisatie geschiedt in de
flesch (of kan), waarin de melk zal worden
afgeleverd. Dit systeem wordt aan verschillen
de melkinrichtingen in ons land inderdaad toe
gepast. Vroeger geschiedde dit vrij algemeen
door de met melk gevulde gesloten flesschen
in een waterbad (onder water) gedurende eeni
gen tijd te verhitten, tegenwoordig begint men
meer èn meer gebruik te maken van een stoom-
kast, die boven het waterbad de voorkeur ver
dient, omdat ze grooter zekerheid biedt dat de
melk in alle flesschen dezelfde temperatuur
bereikt.
Naast de „flesschenmelk" verkoopen de
melkinrichtingen ook altijd zoogenaamde „los
se" melk, dat is melk, die in kannen wordt
i rondgebracht en aan de huizen der klanten
wordt afgemeten. Deze melk is meestentijds in
een continu werkende, zoogenaamde Deensche
pasteur, gedurende 1 a 2 minuten op 8090
gr. C. verhit geworden. Het zou goed zijn de
melkinrichtingen te verplichten, het publiek
l mede te deelen, dat die „losse" melk een ver
hitting heeft ondergaan, daar de gepasteuri
seerde melk niet in alle opzichten aan goede
rauwe melk is gelijk te stellen. Gewoonlijk zal
de melk, die niet" in flesschen afgeleverd is,
voor het gebruik in de huishouding nog gekookt
wordendoor die herhaalde verhitting inet een
rusttijd daartusschen ,gaan nu een deel der in
de melk aanwezige vitaminen, dat zijn stoffen,
welke in de voeding een zeer belangrijke rol
vervullen, te gronde. Door deze omstandigheid
wordt zulke melk voor zuigelingen minder ge
schikt, omdat het een voor het jonge individu
onontbeerlijk bestanddeel mist, waardoor na
geregeld gebr.uk van zulk voedsel ten slotte
typische ziekteverschijnselen bij het kind op
treden, welker optreden echter, het is goed dat
hier even mede te deelen, door het toedienen
van een weinig sinaasappel- of citroensap,naast
het melkdieet, voorkomen kan worden.
(Tel.) Prof. B. van der Burg.
te maken voor den ingenieur, die met vlugge
schreden naderkwam.
Ademloos van het snelle loopen, plaatste hij
zich aan Dernburg's zijde met een uitdrukking,
die verried, dat hij besloten was mét hem te staan
en te vallen. Hij wierp Landsfeld een dreigenden
blik toe, die deze met een spottend schouder
ophalen beantwoordde.
„Wel mijn jongen, zijt gij daar wezenlijk?"
zeide Landsfeld, half binnensmonds. „Nu, als gij
jezelf den hals wilt breken, behoef ik 't niet te
doen."
Runeck had onderwijl het terrein verkend en
het gevaarlijke van den toestand begrepen. Eén
middel tot redding bleef slechts over. „Achter
uit! Laat het huis vrij!" gebood hij den arbeider
die de woning van den directeur bezet hielden.
„Ziet ge niet, dat mijnheer Dernburg naar zijn
beambten wil? Ik ga met hem mee maakt
plaats!"
De lieden waren getroffen en verbaasd, dat hij
partij koos voor Dernburg, en begonnen achter
uit te wijken. Het voorplein werd langzamer
hand leeg, en als Dernburg eens daar te midden
zijner beambten was, zou hij ook veilig zijn. Als
Runeck dan aan zijne zijde bleef, kou alles nog
goed en rustig afloopen. Dit kwam echter niet in
Landsfelds kraam te pas en hij goot nieuwe olie
in het vuur. „Wat beteekent dat?" riep hij met
schelle stem. „Kiest onze afgevaardigde partij
tegen ons? Plaatst hij zich aan dc vijandelijke
zijde? Dezen kant uit, Runeck, je plaats is bij
ons Ge moet ons vertegenwoordigen of wilt
gij soms een verrader worden?"
Het kwade woord „verrader" had terstond de
gewenschte uitwerking: een dof, dreigend gemor
deed zich hooren. Thans verloor Runeck de kalmte
en gematigdheid, die hij tot hiertoe slechts met
moeite had bewaard. „Gijzelt zijt verraders en
schurken, als gij je vergrijpt aan den man, die je
allen heeft geholpen, waar hij maar kon!" riep
hij met donderende stem. „Achteruit! Wie hem
aanraakt, werp ik op den grond!"
Zijn houding was zoo woest en dreigend, dat
allen achteruitweken allen, behalve Landsfeld.
„Wilt gij dat soms ook met mij probeeren?" riep)
deze, op Dernburg aandringende; maar op het
zelfde oogenblik zonk hij, door een zwaren vuist
slag van Egbert getroffen, met een luiden kreet
ter aarde, waar hij met bloedend aangezicht bleef
liggen.
Deze onverhoedsche daad ontboeide ai de harts
tochten van dc verwoede menigte. Met een luftl
getier wierpen Falner en zijne makkers zich op
Runeck, die zich voor Dernburg posteerde en
dezen met zijn lichaam beschermde. Een paar
minuten wist hij met zijn reuzenkracht de aan
vallers te trotseeren, maar het eind van dien onge-
lijken strijd was te voorzien. Eensklaps flikkerde
een mes in Falner's hoog opgeheven hand, een
forsche stoot en Egbert zonk bloedend ineen.
Ditmaal had die daad echter een andere uit
werking dan straks; de menigte was als verlamd
van schrik, 't Was alsof zij op eens het schandelijke
van dc geheele beweging besefte; zelfs Falner stond
onbeweeglijk, als verbijsterd over zijn eigen daad.
Het geschreeuw verstomde; niemand deed Dern
burg overlast aan, die met bleek gelaat en saam-
geknepen lippen zich langzaam vooroverboog en
den bewustcloozen man in de armen nam.
Ondcrtusschcn hadden de beambten, toen het
voorplein ontruimd werd, opnieuw een poging
aangewend om tot hun chef door te dringen. Dit
was hen slechts gedeeltelijk gelukt, maar toch
bevonden zij zich al in zijn nabijheid, toen het
bloedig voorval plaats had. Dokter Hagenbach
had tegenwoordigheid van geest genoeg om daar
van schielijk partij te trekken. „Plaats voor den
dokter!" riep hij, voorwaarts dringende. „Laat
mij passeeren!"
Dit hielp. Een smalle doortocht opende zich
tusschen dc opeengepakte menigte en de beamb
ten volgden den geneesheer; binnen weinige
minuten was Dernburg door hen omringd. Maar
deze lette hierop niet. Hij lag naast Egbert ge
knield, wiens hoofd hij steunde, en toen de dok
ter zich nu over den gewonde neerboog en de
kwetsuur onderzocht, vroeg hij met den grootsten
angst: „Is hij doodelijk getroffen!"
„Héél erg!" zeide Hagenbach luid en ernstig.
„Hij moet oogenblikkelijk getransporteerd worden.
„Naar het heerenhuis!" viel Dernburg in.
„Ja, dat zal het beste zijn." De dokter legde
schielijk een voorloopig verband en wendde zich
vervolgens tot den bloedenden Landsfeld, om ook
hem te onderzoeken. „Hierbij is geen gevaar!"
riep hij luid de omstanders toe. „De slag heeft
den man alleen bedwelmd. Brengt hem naar huis
hij zal wel gauw weer tot bezinning komen. Er
is geen reden tot zorg. Maar Runeck die is
zwaar getroffen!"
(Wordt vervolgd.)