I
VERSLAGEN.
Gemengd Nieuws.
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 7 JULI 192 3.
3
ont
de kronkelwegen der moderne diplomatie. Hij
spreekt met een krachtige openhartigheid.
„Voor de meeste regeerende vorsten is het
leven tegenwoordig als een film de gebeurte
nissen volgen elkaar zoo vliegensvlug op, dat
iemands blik er door beneveld wordt", zeide
de vorst.
Het onderhoud, dat de interviewer met den
koning had duurde ruim een uur en vond
plaats in de bibliotheek van het koninklijk
paleis. Er werd over heel wat zaken gesproken:
vrede, oorlog, de internationale verhoudingen
en het verleden en de toekomst van Bulgarije.
Op een vraag, van den persman, waarom de
koning nog steeds ongetrouwd is, antwoordde
hij glimlachend: ,,lk geef u de verzekering, dat
hieraan geen gebroken hart of de een of andere
geheime liefde ten grondslag ligt. Mijn reden
er" is van veel meer nuchteren aard. Ik ben name-
ee~ lijk voor mijn leven aan mijn werk verbonden.
0IJ" Deze tijden zijn hoogst ernstig en mijn plicht
iat" tegenover mijn land laat mij slechts weinig tijd
n»s voor de liefde. Overigens ben ik nog geheel
vrij" en nog niet „uitgehuwelijkt".
Toch ben ik volgens de pers minstens een
hte keer per maand verloofd met de een of andere
aat r - !_i.
tel-
ige-
/er-
oet.
rik-
r 14
aret
lijk,
der.
oor-
ïbe-
nen
die
terd
)aas
)liek
erie-
aien
erig
ioor
tjes,
igen
irtje
een
ven.
nen.
lijdt
loe-
n de
ven
puft
)ijna
'De
een
ogen
zich
arm
■ingt
:ekt;
rup-
>rdu.
leeft
iom-
ioor-
>ver-
wers
een
tig...
pet,
(Hé,
plus
aalf.
ecies
olens
kens
ligen
aasd
it de
IS.
Vaar-
»pon-
ngen
meer
'nter-
)ning
n en
een
in de
1
prinses. Deze aankondigingen interesseeren mij
steeds ten zeerste. Volgens de jongste nieuw
tjes zou ik verloofd zijn met prinses Ileana van
Roemenië, die, naar men mij zeide, zeer schoon
van is. doch die ik tot mijn spijt niet de eer heb
nÜÜ persoonlijk te kennen."
nen Trouwens, de taak van een regeerend vorst
is heden ten dage geen sinecure en men schrikt
er voor terug om een hooggeplaatste dame het
aanbod te doen, om den troon te deelen.
Indien ik geen koning was, zou ik journalist
ëf buitenlandsch correspondent willen zijn.
Dat is veel beter dan het metier van een koning
Men heeft dan ten minste de gelegenheid om
zijn persoonlijkheid te doen gelden, terwijl
vorsten zooals ik, te zeer gebonden zijn aan
het enge pad van den plicht."
Koning Boris gaf ook blijk van een goed
doorzicht, toen hij zich over andere, meer ern
stige aangelegenheden uitsprak. Hij verklaarde
me dat hij Groot-Brittannië zeer dankbaar is voor
™?e den moreelen steun aan Bulgarije verleend in
de laatste uren der beproeving. „Mijn land",
zeide hij, „maakt tegenwoordig een crisis door,
doch mijn vertrouwen in het gezond verstand
- van het Bulgaarsche volk geeft mij de hoop,
21Jn dat alles weer in normale banen zal worden
oeleid." Velen zijn van meening, dat de Bul
gaarsche 'boeren, die het ruggemerg van Bul
garije vormen, met de Schotten te vergelijken
',n°.s zijn. Ook de Bulgaarsche boer is een harde
werker, vaderlandslievend en heeft een flinke
dosis gezond verstand. Bulgarije heeft onder de
'oor deelneming aan twee oorlogen geleden, waar-
door een zekere mate van economische onrust
fsJ? is ontstaan. Maar het heeft geen doel achter-
waarts te kijken en over 't verleden te treuren,
Het volk ziet integendeel naar de toekomst.
Het wenscht niets liever, dan de schadelijke
gevolgen van den oorlog op te heffen en weer
rustig te kunnen werken. Wij hebben geen
oorlogszuchtige bedoelingen. De tijd zal be
wijzen, dat deze woorden geen phrase zijn.
De jongste gebeurtenissen in Bulgarije zijn
een zuiver binnenlandsche aangelegenheid en
de omverwerping der vroegere regeering is in
geen enkel opzicht toe te schrijven aan wat
men zou kunnen noemen „buitenlandsche in
vloeden". Het Bulgaarsche volk deed niet
anders, dan zijn rechten toepassen, door zijn
ontevredenheid te uiten met de parlementaire
leiders."
Koning Boris heeft ook een geheel eigenaar
dige filosofie. „Koningen," zegt hij, „zijn ge
wone stervelingen, evenals andere menschen en
moeten zich ook opofferingen getroosten voor
de algemeene lasten. Met al hun beperkte be
voegdheden kunnen zij zeer gemakkelijk fouten
begaan en het schip op een klip leiden. Dan
worden zij door de wereld veroordeeld, doch
de wereld begrijpt niet steeds."
Koning Boris heeft een zeer groote neiging
tot het maken van reizen, want, „Bulgarije is
toch maar een klein landje in vergelijking met
het overige deel van Europa."
Koning Boris leidt een afgezonderd leven in
de hoofdstad. Het meest gevoelt hij zich thuis
bij het landvolk. Hij houdt er van incognito
door het land te trekken, onverwachte bezoe
ken te brengen aan steden en dorpen, met de
boeren en hun vrouwen en kinderen te spreken
en schept er genoegen in, om een paar bank
biljetten in de spaarpot van „moeder de vrouw'
als aandenken aan zijn bezoek achter te laten.
In den winter doet hij zeer veel aan ski-loopen
in de Bulgaarsche Alpen. Zoo nu en dan trekt
hij een werkpak aan en fungeert als machinist
op een passagierstrein tusschen Sofia en Svil-
lengrad. in alles," zegt de correspondent van
de Daily Chronicle", „neemt hij den prins
van Wales tot voorbeeld en benijdt dezen open
lijk om zijn groote mate van populariteit."
LONDENSCHE CAUSERIEËN.
Over initiatief.
Kleine Maud, zes jaar oud, vond dat ik de
nieuwe poesjes moest zien, en trok me mee
naar de scullery om ze te bewonderen. Er
waren er vier. Ik houd niet van katten, zelfs
niet van zulke nietige, die nog geen vogels
en muizen kunnen doodmartelen, maar nog
minder zou je kleine Maud kunnen tegen
spreken. Dus huichelde ik vervoering, riep
„Aren 't they sweet!" en sprak van „the tiny
dears", met Maud en haar Ma.
„Wanneer laat je ze wegbrengen?" vroeg
Maud's Pa op ongevoeligen toon, r.adat zijn
dochter naar bed was gebracht.
Zijn vrouw antwoordde dat er drie iets te
ruiken zouden krijgen, en de moeder ook,
maar dat Randolph moest blijven. Randolph
bleek de weidsche naam te zijn van den eeni
gen kater in het gezelschap. „We kunnen
geen vrouwtjes poesen meer houden legde
zij uit. ,,'t Is zoo'n vreeselijke last. ledereen
laat ze tegenwoordig doodmaken, en nu zijn
er hier in Wimbledon zoowat twaalf katers
tegen één poes. Het kan ine niet zooveel
schelen, vanwege al die kleintjes, zie je, maar
avond-aan-avond zitten al die katers op een
rij in den tuin te krijschen, en dan vechten
ze natuurlijk. Onze Victoria is erg kieskeurig
met haar aanbidders, en bovendien een flirt!
je hebt er geen idee van. In het begin moe
digt zij ze allemaal aan, en dat maakt het
dan natuurlijk maar erger. Het is een ver
schrikkelijk lawaai."
Maud's Pa maakte de opmerkingen, die een
man in zoo'n geval maakt, en die teveel voor
de hand liggen om ze te herhalen.
„Wees nou maar blij", zei zijn vrouw. „We
houden den eenigen man die er bij is, omdat
je van een kater geen last hebt. De vrouwtjes
moeten dood. Van Randolph zullen we geen
moeite hebben. Als hij maar alleen is."
Maud's Pa en ik waren natuurlijk gevleid.
„Is zoo'n kater niet ondernemender?" vroeg
mijn Britsche vriend alleen nog. „Heeft hij
niet méér initiatief?"
„Heelemaal niet", zei zijn vrouw.
Dezer dagen kwam ik weer op bezoek. Het
was op dien eersten warmen avond van het
jaar, zoowat een maand nadat het doodvonnis
over' de poesen voltrokken was. Er heerschte
hevige consternatie in huis, of liever gezegd
in den tuin. Kleine Maud huilde tranen met
tuiten, haar moeder was ontdaan, de keuken
meid heelemaal overstuur. Boven in de hooge
linde, in het topje, ver boven de dakgoot, zat
de zeer-ondernemende Randolph en krischte
wild en zonder ophouden. Hij zat er al uren
in, en durt'de niet naar omlaag.
„Damn the brute", vloekte Maud's vader.
''.Waar is nou jouw mannelijk initiatief?"
vroeg zijn vrouw. „Hoe krijgen we hem er
uit?"
Hij wist het niet. Hij en ik beraadslaagden
vergeefs. We beklommen zelfs den boom,
maar konden niet verder komen dan tot een
meter of drie benden het krijschende ge
dierte. Wij werden uitgelachen.
„Ik weet wel wat", sprak de moeder van
Maud ten slotte. „Als je me volstrekten vol
macht geeft
„Doe wat je wilt," zei mijn vriend.
Toen nam zij de telefoon van den haak,
zonder een oogenblik aarzelen, en sprak het
magische woord „Fire!" dat in dit land zonder
verdere uitlegging de brandweer doet toe
snellen.
Wij waren ontzet. We sprongen op. Maud's
vader begon te protesteeren. „Houd je nu
maar kalm," sprak zijn vrouw rustig. „Ik
zal wel zeggen dat je niet tuis bent."
Uit een bovenraam zagen we het gebeuren
Een groote vuurroode auto-branspuit, een
dito ladderwagen. Tal van koene mannen in
leeren uniformen en martiale helmen. Met
dreunend motorgeraas en doordringend bel
gejengel kwamen ze de stille straat doorstor
men, en stopten voor de deur. Wild rinkelde
de deurbel. Alle buren stoven naar buiten
Mijn vriend kreunde. Beneden onderhandel
de zijn vrouw met den leider der geheimden.
Het duurde kort.
„Hoeveel boetebegon Maud's vader.
Toen zweeg hij. Een ladder werd afgeladen
en naar den boom gebracht, onder algemeen
gelach en vroolijkheid. Twee koene geheim
den klommen omhoog, bereikten den top,
hingen in levensgevaarlijke posities aan den
ladder om Randolph te grijpen die van tak
tot tak sprong en slaagden ten slotte.
„Aan fooien kost me datbegon Maud's
vader nog eens zwakjes.
Maar ook dat bleek onwaar. Het liep af
met acht sigaren, en de leider kreeg een kusje
van kleine Maud, die dolgelukkig was.
Haar moeder begon 's avonds weer over
het mannelijk initiatief, maar het gesprek
vlotte niet erg
Overigens raad ik u niet aan om dezelfde
methode in Holland te probeeren.
R. P.
koopprijzen niet. Een of twee jaar geleden
gingen in deze tijd van het jaar, als er werken
lij k opruiming werd gehouden, de prijzen
sterker naar beneden dan nu. Maar mogelijk
komt dat nog, als de magazijnen bemerken,
dat het publiek zich niet laat lokken door
deze eerste opruiming onder de zomervoorra-
den.
Nu de natuur zich wat meer inschikkelijker
toont, gaan onwillekeurig de gedachten uit
1 naar een paar gelegenheden en kleine uitstap-
I jes te maken door de stad. Ik herinner me niet,
dat ik u daarover aleens schreef. Voor wie in
I den zomertijd naar Amsterdam mocht over
komen, zou ik deze toertjes willen aanbevelen.
I Het eene uitstapje gaat te water. Aan het
Rokin, tegenover het gebouw van de Neder-
landsche Bank ongeveer, liggen een paar kleine
motorbooten, die rondvaarten maken door
de stadsgrachten, door de havens en over het IJ.
Om 11 uur, 1 uur en 3 uur zijn daarvan de
afvaarten. De toer duurt ongeveer 1| uur en
kost voor volwassenen 1,25 en voor kinderen
naar ik meen 75 cent. Men krijgt dan Amster
dam te zien van den waterkant; van een ge
heel ander punt dus dan men al wandelende
of trammende gewoon is. Bovendien komt
men in stadsgedeelten, waar men als gewoon
burger nooit komt, omdat men geen gelegen
heid heeft om te voet aan de havens te komen,
of men moet beschikken over goede wandel-
beenen en drommels goed den weg weten.
De bootjes van 3 uur zijn gewoonlijk het
meest overvuld met passagiers, zoodat men
altijd het beste doet een der vroegere dien
sten te nemen.
En dan kan men een tweeden toer maken
met de toerauto's van Lissone, die afrijden
voor het paleis op den Dam. Met deze auto's
maakt men een tocht door oud en door nieuw
Amsterdam. Een twintigtal toeristen kunnen
er in mede. En een geleider zorgt voor de aan
wijzing van bezienswaardige en merkwaar
dige gedeelten en gebouwen. Zoo'n rondtoer
kost drie gulden. Deze prijs is natuurlijk te
hoog voor de meeste beurzen. Maar de Hol-
landsche auto's schijnen nu eenmaal verknocht
aan hooge tarieven. Het gevolg is dan ook,
dat het meestal vreemdelingen zijn, die zich
aldus laten rondrijden door de hoofdstad. Het
geen jammer is, want ook voor ons, Neder
landers, is er in Amsterdam nog heel wat
merkwaardigs te zien, dat men eigenlijk pas
goed leert waardeeren, wanneer men er eens
peciaal opmerkzaam op wordt gemaakt.
En nu moet ik een of twee keer mijn corres
pondentie stopzetten. Want als het Zaterdag
nummer van de Eilanden is verschenen, dan
ben ik op weg naar de Tiroler bergen. Ik
wil er gaan klimmen en klauteren en hoop u
dan later eens te kunnen vertellen, hoe het er
daarginds in de hoogte in dezen zomer uit
ziet. K.
1
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXXVIII.
Neen, de confectiezaken en in 't algemeen
de kledingmagazijnen hebben dit jaar geen
geluk gehad. Terwijl men met de nieuwe voor
raden zomergoed en zomerstoffen zat, liet de
zomer op zich wachten. En al hadden de groote
zaken in het centrum van de stad ook met
elkaar afgesproken, om de gewone zomer-
uitverkoopen, die altijd de meeste koopers
trekken, dit jaar te verschuiven van midden
Juni naar einde Juni en begin Juli, het heeft
niet mogen baten. Zelfs aan het einde van Juni
waren de warme dagen nog steeds wegge
bleven en met de warme dagen bleven ook
de geregelde klanten weg. Met het gevolg, dat
er van de zomervoorraden tot het einde der
vorige maand eigenlijk niet noemenswaard
verkocht werd. Maar toen dan eindelijk het
onderling afgesproken uitverkoopsverbod was
opgeheven en de groote borden aan de win
kelpuien en ramen werden aangeslagen, daar
verscheen ineens de warmte. Een paar dagen
nu „reeds" genieten we van zomerweer. En
voor de uitverkoopende winkels verdringen
Z'ch de koopsters, die maar steeds met het
aanschaffen van zomergoed hebben gewacht
en gewacht, uit vrees dat we mogelijk ineens
van de lente mochten overglijden naar de herfst
zoodat de dunne stoffen geen dienst zouden
kunnen doen. Heel groot schijnt zelfs de koop
lust nu nog niet te zijn. Blijkbaar is men nog
niet gerust op, dat het warme weder van deze
paar dagen zal aanhouden. Men heeft zich al
zoo herhaaldelijk in deze lijzigen zomer door
een dood-enkelen warmen dag beet laten ne-
men dat men het beu is geworden en liever
eerst eens overal de prijzen gaat vergelijken,
voordat men tot den koop overgaat. Want
dol-goedkoop zijn de tegenwoordige uitver-
VERSLAG van de vergadering van den
Raad der Gemeente OUDE TONGE
op Donderdag 5 Juli des v.m. lOuur 30<
Voorzitter: Burgemeester P. van Schouwen.
Aanwezig alle leden met uitzondering van
den heer Kosters.
Ingekomen stukken:
a. De goedkeuring van Ged. Staten over
de geldleening groot 11.000.
b. Idem over de Gem. Begrooting van 1923.
c. Idem over de verordening tot heffing
van PI. Belastingen.
d. Procesverbaal van de kasopname bij den
Gemeente-ontvanger, waaruit bleek dat op
27 Juni in kas was 4470,14i overeenkomstig
de boeken.
e. Het verslag '22 en de begrooting '24
van de Gezondheidscommissie. Hieruit bleek,
dat de gemeentelijke bijdrage ƒ78,70 bedroeg.
Werd besloten deze goed te keuren. Deze sruk-
ken werden voor kennisgeving aangenomen.
Een missieve van den Minister van O.,
K. en W. waaruit bleek, dat deze Gemeente
over het tijdvak 1 Sept.—31 Dec. '22 873,70
moet bijdragen aan de kosten der R. H. B. S.
B. en W. stelden voor dezen post op de
begrooting te plaatsen en te protesteeren tegen
deze wetswijziging, dat de gemeente 2400
per jaar zal kosten.
TUNS vroeg of er geen ontkomen aan is.
V. D. SWALUW vond ook zoo'n wetswij
ziging ongepermitteerd.
VOORZITTER zeide, dat op het oogenblik
een weigering toch niets uitmaakt, omdat Ged.
Staten dan dit bedrag op de begrooting zullen
plaatsen.
PRINS stelde voor om liet bedrag niet op
de begrooting te plaatsen.
TUNS ondersteunde dat voorstel en het
werd in stemming begracht en aangenomen
met 4 tegen 1 stem. Tegen Vreeswijk. (O. C.
van Schouwen was nog niet aanwezig.)
Een zelfde schrijven was ingekomen van
een school te 's Hertogenbosch, Huibergen en
Stad a. h. Haringvliet, resp. met de volgende
bedragen 5,46, 11,56 en 8,34.
En schrijven was ingekomen van de ge
meente Smilde waarin werd verzocht adhaesie
te betuigen aan het besluit van dien raad om
de heffing van den H. O. weer te verdeelen
over 3 jaren.
Een schrijven was ingekomen van den Sme
den-patroonsbond, waaruit bleek, dat een 4-tal
smeden niet aan de verlaging van 20 cent per
uur wilden, waardoor slechts één smid ge
meentewerken heeft. Hij vond deze regeling
niet goed op grond, dat een smid hooger ex
ploitatiekosten heeft dan een ander ambachts
man.
VOORZITTER lichtte even toe, dat alle
andere ambachtslieden op deze regeling van
B. en W. zijn ingegaan, op de/i$meden na.
BEIJER vroeg of er van de smeden alhier
geen schrijven is ingekomen. :;d
VOORZITTER zeide, dat de smeden bij
B. en W. geweest zijn om over deze kwestie
te spreken.
BEIJER zeide niet te begrijpen, dat een
smid meer onkosten heeft als een ander am
bachtsman en verzoekt dit stuk nog aan te
houden tot een volgende vergadering.
V. D. SWALUW was dit met Beijer eens.
V. SCHOUWEN meende dat de smeden
thans reeds 50 ets. per uur berekenden. Het
voorstel van Beijer werd daarna met alge
meene stemmen aangenomen.
Op het verzoek van de gemeente Wijnbrit-
seradeel om adheasie te betuigen aan haar be
sluit om H. M. de Koningin te verzoeken de
openbare Godslastering bij het Wetboek van
strafrecht te verbieden.
VOORZITTER dat hieromtrent in de vorige
vergadering reeds besluit is genomen en daar
om voorstelt zulks voor kennisgeving aan te
nemen.
Een schrijven van den Min. van Arbeid om
zoo mogelijk voor 1 Aug. de woningen, die
in aanmerking komen voor onbewoonbaar
verklaring, zulks te doen om de bewoners te
vrijwaren voor huuropdrijving.
BEIJER vroeg wat B. en W. reeds hebben
besloten.
Voorzitter deelde mede, dat B. en W. voor
stellen een commissie te benoemen, die de ge
meente zullen inspecteeren. Dat zij verder
voorstellen om in deze commissie een wet
houder, een lid van den raad en den Gem.
opzichter te laten zitting nemen.
Deze regeling werd met algemeene stemmen
goedgekerud. Benoemd werd, om deel der Com
missie uit te maken de heer Beijer, die deze
benoeming aannam.
Een voorstel van B, en W. om den cursus
voor het vervolgonderwijs op te heffen werd
aangenomen.
Een schrijven was ingekomen van den Ned.
Bond voor Onderwijzers, afd. Oost-Flakke
waarin werd verzocht om salarieering van het
werk buiten de schooluren.
Voorzitter zeide de totaal kosten berekend
te hebben en gespecificeerd is als volgt:
Mej. Larooij 394,50.
Mej. Nelis 220,—.
Mej..v. d. His 200.
Mej. Schenk 137,50.
Mej. Holleman 93,75.
Mevr. Polee 62,50.
De heer Polee 390.
Alzoo te samen 1426,25.
VOORZITTER stelde voor afwijzend te be
schikken, omdat de toestand der Gem. niet
te rooskleurig is.
B. en W. meenden ook, dat men het
nog een jaar kon verhinderen even eerst zien
hoe de begrooting sluit.
BEIJER stelde voor uit te betalen die
in het adres zijn vermeld.
TUNS ondersteunde ditdit en door stem
ming werd dit voorstel met 2 tegen 4 verwor
pen. Tegen v. d. Swaluw, Vreeswijk, Prins
en v. Schouwen.
Voorzitter deelde mede, dat in de vorige
vergadering een schrijven is ingediend om
verlaging der marktgelden.
B. en W. hadden, nadat een toelichting van
de Winter was ingekomen geen aanleiding ge
vonden om te verlagen, ofschoon voorzitter
wel van meening was, dat het tarief voor de
waren van de Winter wel wat hoog was.
BEIJER vroeg of men niet een lager tarief
kan vaststellen voor de inwoners
VOORZITTER zeide dat men geen privilege
mag geven.
V. SCHOUWEN vroeg of het niet mogelijk
was abonnementen te verstrekken met een
merkelijke reductie.
VOORZITTER achtte dit het beste en hier
toe werd besloten. In een volgende vergadering
zal een coneept wijziging ter tafel worden ge
bracht.
De Voorzitter deed mededeeling, dat Ged.
Staten den toestand der Gem. niet zoo slecht
achten om het besluit tot verhaal der 81
voor pensioen te verhalen op de ambtenaren.
VAN SCHOUWEN zeide nog op hetzelfde
standpunt te staan als toen dat besluit is ge
nomen en stelde voor in beroep te gaan bij
de Kroon.
Prins ondersteunde dit voorstel.
In stemming werd dit met 5 tegen I stem
aangenomen. Tegen Vreeswijk.
De geloofsbrieven der nieuw-gekozen raads
leden werden nagezien en in orde bevonden.
Allen werden toegelaten.
Benoeming leden schattingscommissie.
VOORZITTER deed mededeeling dat af
traden de lieeren P. van Schouwen, Prins, J
Pulleman en J. M. Fabert. Allen werden na
stemming, herstemming en loting herkozen.
Het hondenkohier werd vastgesteld met
110 honden ie klas, 11 2de klas en 203e klasse.
VOORZITTER deed mededeeling, dat een
begrooting is opgemaakt voor het verharden
van den weg en de terreinen bij de pakhuizen
aan de haven.
VAN SCHOUWEN vond het nog te vroeg
om tot het verharden over te gaan.
Na onderlinge discussies werd besloten nog
een jaar den weg met koolascli te begooien.
Aangeboden werd de Rekening van liet
Armbest., het Weeshuis en den Boedel Dabbe.
Tot leden der Commissie van onderzoek wer
den benoemd de heeren Prins, Tuns en Kosten.
Laatste punt, vaststelling verordening op
de samenscholingen.
Deze werd voorgelezen en in stemming ge
bracht. De stemming staakte, voor stemden
de heeren Vreeswijk, van Schouwen en Prins.
BEIJER verzocht daarna nog een enkel
woord te spreken.
Hij zeide dat voor de verordening was bekend
de Politie misbruik heeft gemaakt van haar
macht en illustreerde een geval dat hem zelf
was overkomen. Hij was op weg naar de Lang
straat en hem werd de weg versperd en vree-
selijk lastig gevallen en hem woorden toe
gevoegd die alle perken te buiten gaat,
o.a. „terug G. V.D. anders krijg je op je G. V.D."
Den agent kon hij niet, wel had hij gezien, dat
hij een neus had van ungeveer ij d.M. lang.
Hij vond het geen werk zoo op te treden en
vroeg nog of ze hiertoe orders hadden.
Wordt er iets misdaan dan moet er worden
opgetreden, maar het past niet om maar di
rect de karabijn op iemand te richten.
Voorzitter zeide niet de instructie uit andere
gemeenten te weten.
BEIJER zeide als ooggetuige gezien te heb
ben dat straatschending in de hand werd ge
werkt door de politie en dat ze alleen tegen de
landarbeiders optraden. En U mijnheer de
Voorzitter, plaatst gij U als hoofd der Politie
aan den kant der werkgevers, in plaats van neu
traal op te treden.
Voorzitter zeide, dat zijn optreden neu
traal is geweest.
Niemand meer het woord verlangende, sluit
de voorzitter de vergadering.
KOSTSCHOOL-SCHANDAAL IN BELGIË.
Yreesel\jke toestanden.
ANTWERPEN, 29 Juni. Gisterennamid
dag heeft de justitie zich in verband met
schillende klachten begeven naar een parti
culiere kostschool te Ranst, nabij Antwerpen
ten einde aldaar een onderzoek in te stellen.
Er werden toestanden ontdekt, waarvoor het
woord „vreeselijk" te zwak is.
In het gesticht, een gewoon boerenhuis,
waar hoogstens vijftig kinderen een behoor
lijk onderkomen zouden kunnen vinden, wa
ren meer dan honderd jongens van acht tot
veertien jaar oud en een enkel meisje. Het
zoogenaamd pensionaat verkeerde in een
toestand van totale verwaarloozing en ver
vuiling. Het voedsel dat de kinderen ontvin
gen, was afschuwelijk en ten eenenmale
onvoldoende, maar 't ergste was, dat vele
kinderen, waaronder ook het meisje, klaag
den het slachtoffer te zijn van onnoembare
handelingen van de zijde van den directeur
en een der zoogenaamde leeraars te zyn ge
wórden.
Men vraagt zich af. hoe ouders hun kinde
ren aan dit gesticht konden toevertrouwen.
Maar de meeste dezer ongelukkigen zijn zoon
tjes van ongetrouwde of hertrouwde moeders
arme verschoppelingen. Zelfs is onder hen
een oorlogswees. De beschuldigde leeraaris
gevankelijk naar Antwerpen gebracht.
De oorzaak van den wereldoorlog.
RIJSSEN IN TWENTE, 2 Juli. - By den
raad van deze gemeente was ingekomen een
verzoek der Oranjevereeniging, om bij de
aanstaande feesten voor het kinderschoolfeest
75 cent per kind beschikbaar te stellen.
De wenkbrauwen van den wethouder, den
heer Baan, fronsten zich, en ernst, maar ook
een tikje verontwaardiging straalde er uit
zijn oog. „Weet gij", sprak hij, en er kwam
een lichte beving in zyn stem en zijn voor
hoofd rimpelde, „weet gij, dat er in 1913
een groot feest is geweest. Zie, 1914 kwam
het jaar van den vreeselijken oorlog. Uit
feesten vloeien allerlei goddeloosheden voort,
de groote God wordt er door onteerd".
De heer Lichtenberg staat aan de zijde
van den somberen wethouder. „Met alle
feestjes", zegt hij, „gaan we den afgrond in,
de wereld wankelt en de straf zal volgen".
Met 7 tegen 4 stemmen stond de raad een
subsidie toe.
De tien geboden van het verkeer.
De Apeldoornsche politie heeft aan alle
hoofden van onderwijsinrichtingen en aan
eigenaars of beheerders van localiteiten,
waarin veel publiek komt, ook aan fabrikan
ten, toegezonden een slap cartonnen biljet,
in twee kleuren bedrukt, met de op rijm
gebrachte 10 geboden voor de veiligheid van
het verkeer.
Zij luiden:
Voor alles, r(jdt rechts van weg en pad,
En links langs den man, dien gij voor U hadt,
In bochten, ry dt rechts en ziet voor U uit
Laat tijdig steeds klinken, bel, hoorn of fluit.
In 't midden des volks bij kruisweg of hoek.
Geef richting van weg, ïjjdt kalm en rijdt
kloek.
Houdt achter elkander, passeerend op 't pad
En kruist gij, die rechts komt, den voorrang
steeds had,
In weif'ling zegt snel: ik stop en sta stil
Denkt: „veiligheid slechts, dat is wat ik wil".
Bezuiniging.
Het bijkantoor der Accijnzen te Drieborg,
dat 1 Sept. 1887 aldaar opgericht werd, is
heden opgeheven Een jaarlijks salaris van
66 wordt daardoor bespaard
Tusschen de machines.
Te midden van de talrijke in werking zijn
de machines in de N. V. Culemborgschc stoe-
lenfabriek is een nestje met jonge zwaluwen
ontdekt.
DE BRAND TE PEKING.
Een schade van millioenen
Zooals gemeld heeft de brand, die dezer
dagen in de Verboden Stad te Peking heeft
gewoed, een der keizerlijke paleizen geheel
verwoest. Het Paleis, dat den poetischen
naam droeg van „het Paleis van den On-
bewolkten hemel", was een der schoonste
op het keizerlijk gebied. De ex-keizer, die
thans 17 jaar oud is, woonde meestentijds
in dit paleis. Hij en zijn hofhouding worden
nog steeds met hooge onderscheiding dooj
de regeering behandeld, ondanks het feit.,
dat men zich al meer dan tien jaar aan de
republiek heeft kunnen gewennen
Naast zjjn titel van Tsj'ing heeft hy ook
tal van privilegies behouden. Het instituut
van de Verboden Stad, waar slechts enkele
Chineezen mogen komen, bleef volkomen
gehandhaafd Vandaar dan ook de aarzeling,
waarmede men aanvankelijk de brandweer
lieden binnen den muur, die deze paleizen-
stad omgeeft, toeliet, een aarzeling, die men
trachtte te rechtvaardigen door te beweren,
dat men plundering van het paleis vreesde.
Dit heeft er toe bijgedragen, dat het fraaie
oude paleis totaal is afgebrand.
Het spreekt van zelf, dat daardoor voor een
waarde van millioenen aan Chineesche oud
heden is verloren gegaan, waarvan anders
wellicht nog een gedeelte gered had kunnen
worden.
Het is wellicht minder bekend, dat de
„keizer" eenigen tijd geleden den meer we-
reldschen en Engelschen naam van Henry
heeft aangenomen. Zijn vrouw, met wie hij
zeven maanden geleden in het huwelijk trad,
is met den naam „Elisabeth" gedoopt.
Vuurwerk-ongeluk.
In kampong Soegei-Matti te Medan waren
naar de „Sum. Post"mededeelt, twee inlan
ders met vuurwerk aan het spelen. Ze hadden
daarbij de gevaarlijke aardigheid om een ijze
ren buis vol met kruit te stoppen Nadat er
een lont aan was bevestigd, werd het kruit
flink in de buis aangestampt, waarna men
de lont aanstak.
Met een ontzettenden knal sprong de buis
uit elkaar. Het ongeluk wilde, dat een der
inlanders met zulk een kracht een stuk ijzer
tegen de keel kreeg, dat de hoofdslagader
werd doorgesneden.
In korten tijd was hy doodgebloed.
De tweede inlander kreeg een stuk ijzer
tegen den pols. Bij hem werd de polsader
doorgesneden.
Omstanders bonden snel den bovenarm af,
waarna hij naar het Stadsverband werd over
gebracht.
Na verbonden te zijn kon hij het Stads
verband echter weer verlaten.
Het lot der stakers.
Naar men aan de „Loc." meedeelde, heeft
het comité van bestuur der N.I.S. na over
weging der door de stakers ingediende ver
klaringen omtrent de redenen van hun weg
bleven van het werk in de jongste stakings
dagen besloten, geen der stakers, die niet
voldaan hebben aan den eisch binnen drie
dagen het werk te hervatten, weer in dienst
te nemen.
De stakers die wel binnen den gestelden
termijn van drie dagen het werk hervatten
zyn gestraft met inhouding van 5 dagen
salaris terwyl later zal worden overwogen
in hoeverre zij zullen in aanmerking komen
voor de gewone gratificatie, welke jaarlijks
aan het personeel wordt uitgekeerd. In het
geheel zyn door dezen maatregel ongeveer
150 personen ontslagen.
Te Soerabaja zijn drie stakers, machinisten
bij de S.S. weder in dienst genomen, echter
op voorwaarde, dat het tractement hetwelk
zij op den dag vóór de staking genoten, met
twee verhoogingen wordt verminderd, ter
wijl de eerstkomende promotie met drie
maanden word uitgesteld.
Bovendien is het vaste, maandelijksche
salaris veranderd in daggeld, zoodat by niet
binnenkomen wegens ziekte of anderszins,
korting zal plaats hebben.
Verder zullen zij geen duurtetoeslag en
geen vlijtpremie meer ontvangen.
Onder de drie weer in dienst gestelden
bevindt zich een Europeaan.
EEN MOORDENAAR ONTMASKERD.
Het „meisje" met de glimlachende oogen.
Mrs. Tesmer, de weduwe van een vermoor
den verzekeringsagent, wees onlangs ineen
politiepost te N ew York uit een aantal vrouwe-
ïyke gevangenen een elegant gekleed jong
meisje aan als de moordenares van haar
echtgenoot.
Toen het gevaarlijke dametje daarop werd
overgeleverd aan de directrice der „vrouwen
gevangenis, bleek „zij" een man te zijn!
Het is een bijna ongelooflijke geschiedenis:
Op zekeren avond werd rnr. Tesmer, die
vergezeld van zijn vrouw, zyn auto in een
garage bracht, overvallen door tweepersonen,
een man en een „meisje", beiden met revol
vers gewapend Zy dwongen Tesmer zijn
horloge en geld af te geven. Toen gelastte
de „vrouw" glimlachend aan mrs. Tesmer
hare juweelen af te staan met inbegrip van
haar trouwring Mr. Tesmer kon een be
weging van protest niet ondrukken, waarop
de jonge dame nog glimlachend, hem een
voudig neerschoot Dat meisje nublykteen
man te zijn, Frederick Thompson geheeten,
die met zijn medeplichtige, zekeren Garrick,
een mecanicien, jaren lang een dubbel leven
leidde en zoodoende de politie om den tuin
heeft weten te leiden.
Thompson kleedde zich n 1. steeds wanneer
zulks noodig was als vrouw en speelde voor
de buitenwereld ook wanneer dit noodig was
de rol van echtgenoote van Garrick. Dit viel
hem niet moeilijk, daar zijn geverd en ge
poederd gelaat een vrouwelljke-weeke uit
drukking vertoont, zyn handen fijn gevormd
zijn en zijn stem meer op die van een vrouw
dan op die van een man gelijkt.
Garrick en Thompson bewoonden een paar
weelderige appartementen. Toen de politie
aldaar een inval deed, vond zy een uitge
breide vrouwelijke garderobe, waaronder
verscheidene zeer fraaie costuumpjes.
Bij de confrontatie herkende mrs. Tesmer
den moordenaar van haar man onmiddellyk.
O God! riep ze uit, dat is ze! Dat is het
meisje dat Richard neerschoot Uit duizenden
zou ik haar oogen en haar glimlach herkennen.