O ook door de slechte resultaten, stopzetting van deze wijze van landuitgifte. Wij zouden meer dergelijke voorbeelden kunnen noemen. Zal deze Minister ons brengen liet perspectief, dat volgens het eerste verslag der afdeelingen in alle opzichten ontbreekt? Wij wachten af, doch vreezen met bange vreeze. Ook bij onzen veeartsenijkundigen dienst wordt niet steeds dezelfde lijn gevolgd en de heer Lovink heeft eene serie vragen aan de Regeering gesteld omtrent den uit- en invoer van vee. Het wil ons voorkomen, dat deze kwestie voor ons land van groote beteekenis is, vooral voor de toekomst/Zooals men weet zijn wij een voorstander van een onbelemmer- den in- en uitvoer; wij meenen, dat dit voor onzen land- en tuinbouw een levensvoorwaarde is en naar men weet, denkt de heer Lovink daarover niet anders. Intusschen heeft men bij het vervoer van vee de kans tegelijkertijd be smettelijke veeziekten te helpen verspreiden en het vermoeden schijnt te bestaan, dat wij bij de daartegen te nemen voorzorgen niet al te nauwgezet zijn geweest. Of dit vermoeden juist is, kunnen we niet beoordeelen; we weten alleen, dat het mond- en klauwzeer weer in meerdere gemeenten heerscht, naar de laatste opgave in 17, terwijl het in den vorigen winter zoo goed als verdwenen was; ook heeft onze gezant te Bern medegedeeld, dat de Zwitser- sche regeering de grenzen voor Nederlandsch vee heeft gesloten. Het eenvoudigste middel zou nu zijn om onze grenzen voor buiten- landsch vee gesloten te houden, omdat wij een overschot van vee hebben, terwijl men den vleeschinvoer kan toelaten. Als wij echter onze grenzen sluiten, hoe zullen we dan aan andere landen duidelijk kunnen maken, dat zij het niet moeten doen? Het is eene moeilijke puzzle, die door protectionistische neigingen in som mige landen niet zoo gemakkelijk is op te lossen. VEEHANDELAREN. De Zuidhollandsche bond van veehandelaren heeft deze week in het café „Amicitia" te Rotterdam zijn 6de jaarlijksche vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer Al. de Haas te Sommelsdijk. De voorzitter gaf in zijn openingswoord een beknopt overzicht van de gebeurtenissen in het afgeloopen hondsjaar. De bond kan met genoegen daarop terugzien, maar tevens moet geconstateerd worden, dat de strijd om het bestaan steeds moeilijker, de concurrentie steeds grooter wordt. Spr. wees op de sluiting van de grenzen van Frankrijk; de pogingen om daarin verandering te brengen, hebben ge faald en het uitzicht, dat zij zullen slagen, is voorloopig uiterst gering. De werkzaamheid van de Alg. Centrale Ba»kvereeniging voor den middenstand is een succes geweest; spr. beval deze instelling aan in de belangstelling der leden. Hij bracht lof aan de marktcommissie, herinnerde aan de sluiting van de veemarkt te Rotterdam en de naar aanleiding daarvan gevoerde actie, en voorts aan den gehouden propaganda-avond. Hij dankte den directeur van de Rott. Tramweg-Maatschappij voor de van dezen ondervonden medewerking en wel willendheid. Onder de ingekomen stukken was een brief van den directeur van de R.T.M., houdende mededeeling dat de maatschappij 100,ter beschikking stelde voor de vereenigingskas. Uit de rekening en verantwoording bleek dat het boekjaar per 31 Dec. sloot met een batig saldo van 309,Aan contributies werd ontvangen 4325,Aan het hoofd bestuur werd 2800,afgedragen. Het jaarverslag herinnerde o.m. aan de in werking treding van de transportveeverzeke- ring. Aan gewone dagelijksche ongevallen is meer dan 25.000,schade uitgekeerd. Over eenige dagen zal een beslissing genomen wor den ten aanzien van het sluiten van een nieuwe overeenkomst. Door voortdurend te blijven protesteeren, hoopt men in afzienbaren tijd van den zomertijd verlost te worden. Het vee- vervoer te water is in het algemeen een succes geweest, en men verwacht daarvan in de toe komst nog betere resultaten. Het verloop van dit handeïsjaar was niet rooskleurig. Het ver slag v/ekt allen op, gebruik te maken van het centrale veefonds. Het verslag van de marktcommissie ver meldde o.m., dat de werkzaamheden vele zijn geweest, met betrekking tot uitbreiding van de varkensmarkt, de automatische brug, de SCHETSEN VAN WILLEM SROEXHUIJS. VI. SIC TRANSIT GLORIA MUNDI. Toen zij moeder was, zag haar man heel goed, dat die koelheid ook merkbaar was in haar genegen heid tot het kind. De kleine wekte bij haar niet, zooals bij vele andere moeders, die aanvallen van teederen harts tocht als uitdrukking van moedervreugde. Zij was zorgzaam noch oplettend en beschouwde het kind als een blok aan 't been. Haar man was van dit alles het tegenoverge stelde. Niet genoeg kon hij dat jeugdig wonder kind aanschouwen, dat uit het mooie wiegje hem met groote oogen aanzag, welks kleine handjes zich om zijn vingers sloten en in welks trekken hij steeds gelijkenis met die zijner vrouw zocht, aan v/ie hij dit geluk dankte. Meermalen verzuimde hij tijdig naar kantoor of beurs te gaan om bij de wieg van zijn kind te kunnen toeven; om te wachten tot de kleine ontwaken en hem een lachje schenken zou, en hij dacht aan dat kinderlachje nog midden onder zijn werkzaamheden. Intusschen kreeg de vrouw op haar mar een grooten zedelijken invloed. Zij maakte daarvan alleen gebruik om zich als een koningin te doen behandelen, en deze souvereiniteit wist ze dienst baar ie maken aan alles wat haar goed voorkwam. ONZE EI LAN vaste standplaatsen, een betere regeling van het aangaan van de markt, het in één richting rijden van wagens, verbetering van het politie toezicht, het veedrijven enz. Melding werd er voorts van gemaakt, dat een procedure om schadevergoeding tegen de gemeente gewonnen is. Een ambtenaar had een rijwiel hardhandig neergezet, zoodat een koe daarvan schrok en een been brak. De voorzitter wees er op, dat dit geval weer eens bewijst, hoe verstandig het is, deel uit te maken van een organisatie, die doen kan waar aan de eenling niet zou beginnen. De heer Frènk verzocht het bestuur, te be vorderen, dat wie een vaste standplaats heeft gepacht, daarop ook zijn recht behoudt. De voorzitter antwoordde, dat gehuurde plaatsen ten minste een uur na het aangaan van de markt voor den rechthebbende open moeten worden gehouden. De heer M. Molenaar Sr. meende, dat de vaste standplaatsen veel te duur zijn en vroeg of het bestuur niet stappen wilde doen om te trachten, daarin verbetering te brengen. De voorzitter deelde deze meening; hij vestigde er echter de aandacht op, dat er veel voor" de veehandelaren van gemeentewege gedaan is en dat men daarom beter deed, dit punt nog eens een jaar aan te houden. Besloten werd, dat in de marktcommissie deze zaak behandeld zal worden. Uit het verslag van de marktcommissie voor Leiden bleek, dat er bij haar weinig klachten waren ingekomen. De commissie heeft enkele aangelegenheden behandeld, die verbetering behoeven. Tot afgevaardigde naar de te Utrecht te houden vergadering van den Ned. Bond werd benoemd de heer M. Molenaar Sr. Als lid van het hoofdbestuur werd herbe noemd de heer M. den Hollander. Tot candidaat voor de benoeming van een voorzitter van het hoofdbestuur werd aange wezen de heer A. Trompetter te Hoogeveen. De Algemeene secretaris, de heer Akker mans, deed eenige voorloopige mededeelingen betreffende de jaarlijksche vergadering van den Ned. Bond, die voorloopig is vastgesteld op 26 en 27 Juni a.s. Hij wekte allen met klem op, die vergadering bij te wonen. Bij de bespreking van de punten der agenda voor de vergadering van den Ned. Bond kwam de afdracht van de Zuid-Holl. bond aan het hoofdbestuur ter sprake. De afdracht van 2800,werd te hoog geacht. De algemeene secretaris deelde mede, "dat het hoofdbestuur wellicht een voorstel zal doen om de afdracht van 15,per lid te verlagen. De heer ter Louw gaf als zijn oordeel te kennen, dat het niet noodig is, de afdracht te verminderen. Hij achtte het verstandiger, daar mee niet te beginnen voor en aleer de financi- eele toestand van den Ned. bond dat gedoogt. De voorzitter deelde dat standpunt, maar hij wees er op, dat indien verlaging van de con tributie zou leiden tot vermeerdering van het ledental, die verlaging toch gewenscht zou moeten worden geacht. De heer van der Stoel was het eveneens met den heer ter Louw eens; z. i. zou het hoofdbestuur goed doen, in groote trekken mede te deelen, hoe dit het geld be steedt. Er zou dan meer kennis van zaken komen en meer vertrouwen. Besloten werd, dat de afgevaardigde van den Zuid-Holl. bond, indien er op de vergadering van den Ned. bond gestemd mocht worden over herziening van de afdracht van de con tributie, deze zijn stem zal bepalen in verband met den financieelen toestand van den bond. De voorzitter deelde voorts ten aanzien van den invoer van levend vee in Nederland mede, dat ongeveer 3 a 4 weken geleden bekend werd, dat er voor dien invoer consenten waren te krijgen. Het bestuur achtte dit niet alleen een gevaar voor den gezondheidstoestand van het vee, maar tevens een mogelijke ramp voor de Nederlandsche bevolking. De zaken van den j landbouwer en van den veehandelaar gaan slecht. Die zaken zijn zoo geregeld, dat met het vee nog wat te verdienen zou zijn, en op eens komt uit den Haag de donderslag, die ook dat onmogelijk zou maken. Voorzitter en vice- voorzitter hebben een onderhoud gehad met den directeur-generaal, Mr. Kan, en er op aan gedrongen, niet meer consenten uit te geven dan die reeds uitgegeven waren voor 250 beesten. Kamerleden zijn op de hoogte ge bracht, Dr. Lovink heeft vragen gesteld en de minister- heeft die beantwoord. Voor zoover bekend, zijn er niet meer consenten uitgegeven. In de Lekhaven is buitenlandsch vee gelost, Zoo had ze levende in een wereld van weelde en genot, X. leeren kennen. Onze Don Juan vond haar vroolijk, levendig, gedistingeerd, verrukke lijk!Hun verhouding werd spoedig intiem, en 't geen nu volgde, hun vlucht, de faillietver klaring en de veroordeeling van den bankier, de homologatie van het aangeboden accoord, was algemeen bekend. Minder bekend was 't, dat de Rechtbank aan de moeder het kind had toegewezen en gedurende zijn verblijf in de gevangenis een tante van den Bankier was gestorven, waardoor de veroordeelde een niet-onaanzienlijk vermogen 't zijne mocht noemen. Dit alles was door hem meegedeeld aan de moe der van zijn kind, met 't doel haar te bewegen onmiddellijk na zijn invrijheidsstelling afstand te doen tegen een aanzienlijke vergoeding. De brieven waarin haar dit voorstel werd gedaan waren door de vrouw, die nog in het buitenland vertoefde, gezonden aan haar minnaar die, wegens familieomstandigheden" tijdelijk in Nederland verblijf hield, en deze had op het blanco gedeelte zijn meening geschreven, in walgelijke taal zin spelende op hun intieme verhouding. Deze onbeschaamdheid werd echter nog over troffen door de brutaliteit waarmee hij mij deze onverkwikkelijke correspondentie ter inzage gaf, nu hij kwam vragen om advies. Mijn afschuw kende geen grenzen. „U begrijpt", zei hij, als gold 't de eenvoudigste en reëelste zaak ter wereld, „U begrijpt, reizen is kostbaar en 't afstaan van 't kind alzoo' voor ons DEN VAN ZATERDAG 2 maar de 200 beesten die een tweede schip had meegebracht, zijn niet gelost en naar Duitsch- land gegaan. De heer De Groot deelde mede, dat van het ministerie den 19den bericht is ontvangen, dat voorloopig geen consenten meer gegeven zou den worden. Vanmorgen stond er nu echter in De Veehandel, dat met het oog op de staking in België verlof was gegeven, 400 uit Amerika afkomstige beesten naar Boxmeer te brengen en daar te slachten. Waarom, vroeg sprr., wordt den een nu weer toegestaan wat den ander geweigerd wordt. De voorzitter meende, dat het toch een suc ces is geweest, dat de uitgifte van consenten voorloopig uitgesteld is. In Den Haag is wel degelijk te kennen gegeven, dat indien er con senten werden gegeven, men dan ook den een niet mocht weigeren wat den ander werd toe- gestaan. Besloten werd, dat de bond zal blijven ageeren tegen den invoer van buitenlandsch vee. In het kort werd daarna besproken de mo gelijkheid van reductie op de veetarieven bij de Nederlandsche spoorwegen. Hierbij wees de voorzitter er weer op, van hoeveel belang in deze organisatie en samenwerking is. De heer Sleeuwenhoek vestigde er de aandacht op, dat er expediteurs zijn, die een extra korting heb ben indien zij garandeeren, voor een zeker bedrag te vervoeren. Zij maken daarvan mis bruik," door vee te veroveren op hun naam, waarmee zij eigenlijk niet te maken hebben. Indien men de spoorwegen onder het oog brengt, dat deze regeling niet deugt, zal dit, meent spr., kunnen bijdragen tot het toestaan van een aigemeene korting. De Zuid-Hollandsche Bond zal er nogmaals bij het hoofdbestuur op aandringen, te trachten reductie te verkrijgen. De voorzitter deed nog den goeden invloed in deze ervan uitkomen, als men het vervoer van vee zooveel mogelijk over het water doet geschieden. Verder is met een enkel woord besproken het verbod van invoer van vee in Frankrijk. De heer de Groot deelde mede, van een bekende in Frankrijk een brief te hebben ontvangen, mededeelende, dat de Fransche regeering be sloten heeft, het verbod voorloopig te hand haven. De aftredende bestuursleden, de heeren Mo lenaar en Sterner, werden herkozen; in de plaats van den heer Boekhorst, die om gezond heidsredenen bedankt had, werd benoemd de heer Sleeuwenhoek te Nieuwerkerk a/d. IJssel. Besloten werd, dat men gedaan zal zien te krijgen, dat de jaarlijksche vergadering van den Nederl. Bond in 1924 te Rotterdam wordt gehouden. De voorzitter, de heer M. de Haas uit Som melsdijk, deed voorts mededeeling van een klacht, ingebracht tegen een veehandelaar, ter zake van het vervoer van vee met volle uiers. Een veearts heeft in verband hiermede een verklaring afgegeven, dat het heel goed moge lijk is, dat een koe, die niet sterk is in het slot van haar spenen, indien zij eenmaal vermaald is (overslaan van eenmaal melken), de melk kan laten loopen zonder dat het haar pijn doet. Overigens wekte de voorzitter alle betrokke nen op, het vervoer zoo goed mogelijk te doen zijn en de beesten niet met stokken te slaan. De heer ter Louw was van oordeel, dat opeen- hooping van vee en mishandeling voor een goed deel voorkomen zou kunnen worden, indien de markt een uur vroeger aanging, al thans in Maart. De voorzitter van de markt commissie meende, dat de markt vroeg genoeg aangaat, maar dat de veedrijvers de oorzaak zijn"van de wanordelijkheden. Besproken werden nog enkele aangelegen heden betreffende reductie-overeenkomsten met tramweg-maatschappijen en reederijen. Na de rondvraag had een verloting plaats en daarna werd de vergadering gesloten. N. R. C. LONDENSCHE KANTTEEKENINGEN. Vliegen naar Holland. En waarom het te lang duurt.. Het was twee uur 's middags. We zaten in luie rieten stoelen, de hoogtemeter wees drie duizend voet, diep beneden ons lag de Belgi sche kust. De vuurrooie luchtomnibus van de Daimler Company, die leelijke felrooie lucht omnibus, zette koers naar Holland. Het had al anderhalf uur geduurd, en 't werd vervelend. Boven Engeland hadden we onder een dikken fog gevlogen, erg laag. Ne- slechts een kwestie van geld. 't Is jammer, dat die tante niet een maand vroeger gecrepeerd is," voegde hij er lachend aan toe; „toen was de akte van scheiding en deeling nog niet geteekend. Ik heb zoodra ik 't buitenkansje vernam, opdracht gegeven aan mijn procureur de scheiding niet in de registers van den burgerlijken stand te laten inschrijven U weet, wanneer dit niet binnen zes maanden na de uitspraak is geschied, bestaat er geen scheiding meer helaas, onze tegenpartij is ons in dit opzicht vóór geweest en de scheiding onherroepelijk" Wat moest ik op deze onbeschaamde woorden antwoorden? Ik belde Johan en verzocht den heer X. zich te verwijderen. U neemt de zaak dus niet aan? vroeg hij ver baasd? Neen, ik dank U. Ook niet wanneer ik bereid ben een zeer hoog honorarium Ook dèn niet. Welnu, ik kan U niet dwingen. Geef dan m'n brieven maar terug. Uw brieven?! Wat bedoelt U?! 'k Heb U zooëven 'n drietal brieven ter inzage gegeven. Zie, daar liggen ze. Meneer, U droomt. Dit zijn brieven van 'n ander en gelijktijdig sloot ik ze in mijn bureau. Eerst was hij verbluft, daarna begon hij te razen en te tieren, te vloeken en te schelden als 'n boot werker en toen vervulde Johan zijn uitsmijters plichten MEI 1923. genhonderd voet wees de bibberende naald. Dat was wel aardig. Je zag alles goed, daar beneden. Sussex is een mooi graafschap. Ook speelden ze ergens een cricketmatch, en de ouwe Ier naast me, die in Holland bloembollen ging koopen, zei iets van „that ball was too short", waarop de Engelschman vóór me zich natuurlijk nijdig omdraaide en den Vrijstater tegensprak. De overige drie passagiers, Hol landers, hielden een gesprek over hun vorige luchtreizen, die talloos schenen te zijn, over stormen en „bumping", over „ik ben nooit luchtziek" en" „ik ga nooit meer met de boot" etcetera. Dit zijn de luchtgesprekken, waarmee de mensch zich zelf een hart onder den riem steekt. Maar dicht bij Dover raakten we een beetje aan den dans, en toen zei niemand meer iets behalve de Ier, die naïevelijk aan den Hollan der met den blonden baard vroeg „of het nu gevaarlijk was". „Nee", antwoordde de baard, en wees op het ironische bordje onder den half-zichtbaren rug van den bestuurder. „D'r is een nooduitgang". Boven het Kanaal klommen we tot driedui zend voet, en keken naar de minuscule stoom bootjes en het zacht-rimpelende watervlak diep beneden. De motor dreunde ,de heele lee lijke rooie D. H. trilde, de zon scheen fel naar binnen in de kajuit. Die ouwe Ier kon zijn mond niet houen. Hij vertelde mij, dat hij alleen was gaan vliegen omdat-ie thuis toch altijd in gevaar zat. Hinderlagen, waarin-ie zoomaar om en haverklap viel. Ambushes Rebels. Revolvers. Daarom vloog-ie nou. Voel de zich meer „at homo" dan op de boot. Ik zei hum. "Deze Ier kneep 'm. Maar boven die Belgische kust werd het vervelend. Het duurde te lang, we vlogen te hoog, het was als-maar duinen en zee, en zee en duinen. Niets anders. Af en toe een bad plaats die je niet herkennen kon. Ze leken allemaal op elkaar. i De blonde baard verdiepte zich in een boek, de Engelschman bestudeerde met onbewusten humor een kaart van de Londensche Under ground Railways. Het werkte aanstekelijk. Alle vier de ove rige passagiers haalden kranten te voorschijn, vouwden ze uit en begonnen te lezen. Ik ook. Gladjes en schokloos snorden we door. Ik was net aan de laatste alinea van een leader in de Times toe, toen de blonde baard zich omdraai de, en sprak omlaag knikkend door 't raampje „Zeebrugge". „Nou pas?" vroeg de dikke vooraan, die er uitzag als een dorpsnotaris. ;,Dat kost me m'n trein naar Zwolle". Vliegen op drieduizend voet hoogte, zonder „bumping" is merkwaardig-vrij van alle ge vaar-sensatie. Ten minste als je al anderhalf uur onderweg bent. De Engelschman viel in slaap. Ik ben er zeker van dat-ie wereklijk sliep. Hij snurkte zoo natuurlijk. Boven Walcheren geloofde de Ier ook, dat het wat lang duurde, en zei iets van de nacht boot, waarin je sliep en niet merkte, dat het tijd kostte. De stemming werd steeds meliger. De blonde baard meende dat die nieuwe krant, die zou komen en die vóór haar verschijning al de beste was met de meeste abonné's, wel een kopkrant in de lucht zou laten drukken. De dorpsnotaris dacht evenwel dat hij de origi- neele editie bedoelde. Hollanders zijn erg nuchter. Geen fantasie genoeg, zou burgemees ter De Vlugt zeggen. Het Westen van Holland ziet er erg Ieelijk uit, uit de lucht gezien. Dat weten we sinds jaren, en niemand zei er dus iets over. Wij landden precies vijf minuten te vroeg op Schiphol. Twee uur en veertig minuten geleden hadden wij Croydon verlaten. Het had positief te lang geduurd. Ik zeg het eerlijk. Het was pas mijn tweede vliegtocht, en ik verveelde me toch. Van Dover tot Schip hol, den heelen tijd. Dat is niets om trotsch op te wezen. Inte gendeel. Mijn eenig excuus is dat de anderen zich ook zichtbaar verveelden, en ook vonden dat het te lang duurde. Vliegen is niet op windend meer. toen je nog één kans op de tien hadt, dat je je nek zou breken, was 't dat wèl. Nu heb je ééns kan op de duizend, wordt er slaperig bij, leest kranten en vindt dat het te lang duurt. Dit is het snelheidsbederf van onzen tijd. Binnen tien jaar worden alle luchtomnibus- sen voorzien van draadlooze ontvangers, die concerten uit-toeteren, en misschien ook wei van cinema's. Let u maar eens op! Het is 't De heer X. werd in de goot gedeponeerd en Jo han verdiende dien dag zijn halve flesch cognac. Ruim 'n half jaar later kreeg ik bezoek van 'n overgelukkigen vader en een lief, aardig kindje. De heer N. N. had een smeekbrief ontvangen van de moeder van zijn kind en droeg mij op de zaak met haar te bespreken, daar hij de vrouw niet wilde laten verhongeren. Ik vond haar in een ellendig kamertje in een hotel van den derden of vierden rang geheel boven in huis van de vliering afgeschoten. Toen ik door den lompen hotelier de kamer binnen werd geduwd verstopte de ongelukkige vrouw een jencvcrflesch en een bord met een stuk worst in haar bed. Zij had als ochtend-gewaad een rozc-rooden domino aan, een weinig verschoten en hier en daar bevlekt; maar uit de wijde mouwen kwamen haar blanke armen schitterend te voorschijn, er het koord,waarmee het ruime kleed om haar middeltje was vastgebonden, deed haar tenger figuurtje voordeelig uitkomen. „Ga daar zitten, op dien stoel" zei ze lachend, terwijl ze mijn hand een drukje gaf en mij neer duwde. Zij zette zich op liet bed, naast het bord en de flesch. Daarna sprak ze over haar teleur stellingen en rampen, over haar „man" en dien „fielt" terwijl ik het armzalig vertrekje eens rond keek. „Is dit niet een zonderlinge plaats" vroeg ze „om 'n vrouw te vinden, die in zoo geheel andere modernste vervoermiddel, en het snelste. Maar ook het vervelendste. En daarom duurt het te lang. Er zal wat aan gedaan moeten worden. Ik moet hieraan toevoegen, dat toen we Schiphol verlieten in den auto van de K.L.M., en dit vehikel met een koenen zwaai het smalle dijkje van de ringvaart opdraaide, de Engelsch man een kreet van ontsteltenis uitte. Hij schrok voor 't eerst. Londen, Mei. Robert Peereboom. Matig biergebruik nadeelig voor de gezondheid vuu jeugdige personen In de Vlissingsche Courant" heeft de arts A. Staverman een artikel geschreven naar aanleiding van het in den gemeenteraad ge voerd debat bj[j de behandeling van het voor stel, om aan jeugdige personen tot hun 16e jaar te beletten bier te gebruiken in verlof gelegenheden. Er werd toen de stelling ver kondigd, dat onder alle omstandigheden bier gebruik nadeelig was, wat hy, en ook een andere medicus, ontkende, terwijl een derde het voorstel steunde. Hij betwijfelt of 't matig biergebruik door jeugdige personen in elk geval voor hun lichaam nadeelig is, maar meent dat dit, voor zoover hem bekend, wetenschappelijk nog niet is uitgemaakt. Als mensch zjjn wij geneigd personen tot hun 16e jaar onder de kinderen te rangschik ken, voor wie, wat wij in woord en geschrift steeds luide verkondigen, elk gebruik van alc. houdende dranken nadeelig is, wat door medici van naam is uitgemaakt. Stelt men den leeftijdsgrens echter enkele jaren hooger, dan is 't van belang te hooren wat dokter Staverman schrijft. Inderdaad ben ik van oordeel, zegt hij, dat het alcohol vraagstuk uitsluitend een sociaal probleem is en dat men geneeskundig wel kan beweren en bewyzen dat misbruik nadeelig is voor de gezondheid zooals men dat eigenlijk van elk genotmiddel kan, maar dat nog niemand er in geslaagd is medisch-wetenschappelyk aan te toonen, dat een matig gebruik van alcoholica schadelijk is voor hetmenschelijk lichaam. Wie daarom de drankmisère ernstig wil bestryden, kome, om zijn eigen standpunt niet te verzwakken, niet met medische, maar met sociale argumenten en middelen. Het is tegenwoordig mode om bij allerlei streven te zoeken naar geneeskundige argumenten omdat men meent, dat die indruk maken op het publiek en het lukt in den regel wel medici te vinden, die voor zulk streven warm loopen. Zoo heeft men bij de drankbestrijding zonder veel moeite ook medici (hoeveel van de 3 H duizend geneesheeren in ons land zijn lid van de artsen-geheelonth.-ver. ge vonden, die hun medische praktijk onder geschikt maken aan hun sociaal instinct en nu ook te goeder trouw meenen, dat wat sociaal wellicht juist gedacht is, ook op zui ver medische gronden kan bewezen worden; die dan in plaats van de uitwassen te bestrij den het normale gebruik op geneeskundige gronden trachten af te keuren. Verder schrijft hij; De drank-misère be- strijde men niet met gebaren, zooals we nu reeds eenige malen in den Raad beleefd heb ben, gebaren die, omdat ze geen practisch effect sorteeren, niet eens mooi zijn, maar men bestrijde haar rechtstreeks bijv. door verzet tegen de ontijdige loonsverlaging, be vordering van sport, van goede volkshuisves ting, door het brengen van kunst en weten schap onder ons volk en last not least door het aankweeken van 't geestelijk weerstands vermogen; de actie der geheelonthouders met al hun onpractische dwangmaatregelen kan niet anders leiden dan tot verslapping van geestkracht en karakter. Om elke sloot behoeft geen hek geplaatst te worden, omdat in sommige slooten menschen verdronken zyn. Het doet goed dergelijke verstandige taal te hooren uit den mond van een tot oordeelen bevoegde, na al het gedaas dat men moet slikken van tot oordeelen onbevoegden, die medische vraagstukken behandelen alsof zij alleen er het ware van weten Ondor den blooten hemel. HUIZEN, 22 Mei. Te Renswoude huist sedert een week een gezin, dat wegens huur schuld uit de woning is gezet, bij deze koude weersgesteldheid onder den blooten hemel. Het jongste kind is eenige maanden. omstandigheden heeft verkeerd? Ik heb zooveel leed en onrecht verduurd, meneer, ik heb zooveel verdriet gehad, dat ik haast krankzinnig ben. Ik kan nergens blijven, maar zwerf rusteloos en rampzalig overal rond. Al mijn vrienden hebben me valsch behandeld allen. Er is geen eerlijk mensch op de wereld te vinden. Ik was de trouwste vrouw, die ooit geleefd heeft, hoewel 'k mijn man niet uit liefde heb getrouwd. Ik was hem ge trouw en hij vertrapte me. M'n eer is zoo onbevlekt als de eer van mijn bitterste vijandin, die me ooit belasterd heeft. Ik was de ineest-liefhebbende moeder. Ik had maar één kind, één lieveling, één hoop, één vreugd, die 'k met moedervreugde aan mijn hart drukte, die mijn leven was, mijn troost, mijn gebed, mijnmijn zegen; en die lage advocaten en rechters hebben haar mij ontrukt van mijn hart gescheurd Met een gebaar vol wankoop legde ze haar hand op het hart, en verborg toen voor een oogenblik haar gezicht in het bed. De jeneverflesch onder het dek tikte tegen het bord met worst. Misschien waren beiden aange daan door zulk een schouwspel van harteleed. Arme, ongelukkige vrouw. Achttien maanden waren er slechts noodig, om van de schoone, de gelukkige echtgenoote een hoer te maken. Slot.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 2