n
lALOlTZ
ii en ii,
EERSTE BLAD
Nationale Bankvaraenlging
AS EEN DIEFSTAL LANGS TELEPAIHISCHEN WEG!
STERDAMSCHE"
PT
olinen-
pi ta l"
NEN! i
WIJ VLIEGEN
ZATERDAG
28 APRIL 1923
Donderdag, OUDDORPFLQHIL
Vrijdag, OÜDE TONGEGELUK
VRIJE BAAN.
Landbouw.
:DAG 26 APRIL 1923, 8 uur
Ie onovertroffen llof-Telepaath-tiypuotiseur-.Magnetiseur
bijgenaamd „DE POUTIESPEIRIIOND"
enkele Demonstratie Avond geven
als, koper, zonder contact en geblinddoekt. Voorts Massa-
se-Magnetisme, Catalepsie en andere occulte Weten-
rimenten.
oeg den wereldberoemdtn „Labero" (Zie de Prins" d.d.
digi HH. Doctoren beleefd uit zijn werk te komen
te voer de allerhoogste autoriteiten van het land.
e eenigste Politie-Telepaath
stemming te brengen met andere Telepathen, zijn werk
rts en grenst aan het ongelooflijke.
ATTRACTIE!
i proef zijner bekwaamheid af te leggen zal de Telepaath
5 APRIL des namiddags 2 uur,
ire Geheime Telepathische Opdracht
DSLHARNIS ten uitvoer brengen, samengesteld door de H.H.
'EN Notaris B 800MSMA, IndustrieelJ. H JAGER,
Infanterie; Dr. C. F ARENDS; M. DE HAAS, Veehan-
VAN EESTEREN, Adm. .Onze Eilanden",
c* precies vaaiaf „Concertzaal MEIJER"
eden van den ge vierden Pianist-Humorist J ACQ DUTRSAU
Gereserveerd f 1,25. Plaatsbespreking Woensdag 25 April
2 uur in „Concertzaal Meijer",
iiten yoornit op. Een ieder is vrfj zichzelf te overtuigen,
rlachtig, Wetenschappelijk, Amusant, Een Unicum. Laai het
publiek verbaasd staan.
IS bij de
tschappij van Levensverzekering
LKOMEN ZEKERHEID
slagen - - - Voorzichtig beheer
Groote openbaarheid
ag bij den Vertegenwoordiger
N EESTEREN, Ring 155, MIDDELHARNIS
of N. Spiegelstraat 17, AMSTERDAM
3 particuliere
enhuis
ig verkeert
nood
ik verzocht zijne
enden brief, met
nasch bankpapier
erwaJïuiiG des
spltals, WIEN,
Igasse 31.
INGEN.
26 April en
s des avonds 7
SPEE te Som-
Afslag van het
en dfn Lange
ELSDIIK,
uer 1885, groot
i den heer DIRK
N BUUREN.
*ry* g«h«W om W
h«t «orrnmiu iltm In boolö
krwvgon In h«t
gBllüSIHEEffl yOüDlSSBUB
wt/im vètgoro mo*
«tretiw «n ond«rhoud»n<Hn «4
voor <J* Itiara ana blut varWJy
kaar tttilv. voor ilnchto 87% Mtt
p*r kwartaal van 18
far pott f 0.8S.
Vratai GRATIS
tandt (ntaakanMta: <w kal
van «ns BJm»
uw* i
INTCKKKNS1LJCT.
Ondor^otaakentft afcofine*rt
SE1LLUSTREEHD Z0N01SS3UD
tegen 57 'A canl per lnrartaAl. (ptr
ï»»M fO.SÖi
WOO«?V*AT3 t
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummers f 0,07"
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dionstnanvrngon
f 1,i-er plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelhamis.
5E JAARGANG. - N°. 49.
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXXI.
De andere belastingquaestie, waarover ik
U wilde schrijven, zou er eene zijn, welke aan
leiding kon geven tot meerdere geruststelling
van bepaalde personen.
Ik heb daarbij het oog gehad op hen, die
nun met moeite en zorg bijeengegaarde spaar
penningen niet veiliger wisten vast te leggen
dan door ze uit te leeneu tegen een hypotheek
op de vaste goederen van den geldnemer.
Het feit, dat ter zake van belastingschuld
het Rijk een recht van voorrang had op de
onroerende goederen van den belastingschul
dige en dat dit rectit van voorrang gold boven
hypotheek, heeft, bij het al zwaarder worden
van den belastingdruk in de laatste jaren,
menig houder van zulk een hypothecaire in
schrijving met zorg vervuld. Men wist immers
nooit met eenigc zekerheid, of de hypotheek
gever niet op een goeden of liever kwaden dag
zoozeer onder de belastingaanslagen bedolven
was geraakt, dat de Staat tot uitwinning
meende te moeten overgaan.
Van verschillende zijden is dan ook de
laatste jaren bij de regeering aangedrongen
op afstand van dit recht van voorrang. Bij
de wet van 19 Mei 1922 werd tenslotte in
zooverre aan de wenschen tegemoet gekomen,
dat een aan de wet op de inkomstenbelasting
toegevoegd nieuw artikel bepaalde, dat ten
aanzien van de inkomstenbelasting het recht
van voorrang niet zou gelden boven hypo
theek. In een aanvullingsbepaling werd daarbij
nog tevens bepaald, dat de minister bevoegd
was, om aan hen, die vóór het in werking
treden van dat nieuwe artikel schade hadden
geleden doordat dit artikel niet bestond, die
schade geheel of ten deeie te vergoeden.
Daar de wetten op de oorlogswinstbelasting
en op de Verdedigingsbelasting II bepaalden,
dat ten aanzien van de invordering dezelfde
bepalingen zouden gelden ais ten opzichte van
de inkomstenbelasting, kwam door het be
doelde nieuwe artikel dus ook voor deze be
lastingen het recht van voorrang boven hypo
theek te vervallen.
Nu sinds kort de wet op de invordering is
gewijzigd, is ook het artikel, dat eigenlijk dit
geheele recht van voorrang oorspronkelijk
regelde, herzien. Het bedoelde nieuwe artikel
der inkomstenbelasting werd vervallen ver
klaard. En het nieuwe artikel der invorderings-
wet bepaalde, dat ter zake van de directe
belastingen, met uitzondering van de grond
belasting, voortaan het recht van voorrang
niet meer zou gelden boven hypotheek. Door
dit nieuwe invorderingsartikel verviel dus nu
ook het recht van voorrang boven hypotheek
bij de invordering van personeele belasting.
Practisch bestaat de voorrang dus nu nog
alleen ten opzichte van de grondbelasting.
Behoudens dan nog in het bijzonder geval van
verhaal van Verdedigingsbelasting I, verschul
digd door niet binnen het Rijk wonende of
gevestigde belastingplichtigen.
Voor de invordering van deze Verdedigings
belasting I van buitenlanders is namelijk aan
's Rijks schatkist een voorrecht op het vaste
goed toegekend, dat onmiddellijk rang neemt
na alle bij het in werking treden der wet op
de Verdedigingsbelastingen bestaande voor
rechten of hypotheken. Dit recht gaat zelfs
bij overdracht der zaak niet verloren.
Deze zeer bijzondere bepaling, de invorde
ring betreffende, is aan de aandacht van
menigeen ontgaan. Tot schade soms van hen,
die, hier te lande gelegen vast goed van een
buitenlander koopend, jaren later soms nog
aangesproken kunnen worden voor de betaling
van door dezen verschuldigde Verdedigiugs-
belasting I. Notarissen, die vaste goederen
verkoopen, hebben wel altijd de gewoonte om
na te gaan, of de grondbelasting van het loo-
pende en het vorige jaar is betaald, daar ook
deze lasten verhaalbaar zijn op den nieuwen
verkrijger, maar er schijnt niet altijd aan ge
dacht te worden tevens te onderzoeken of, bij
verkoop van vast goed voor een buitenlander,
nog aanslagen Verdedigingsbelasting I zijn te
betalen.
Het is mij althans bekend, dat ergens in
Zeeland koopers van landerijen van een buiten
lander een paar jaren na de overdracht der
gronden nog tot betaling der genoemde belas
ting zijn aangesproken, waarbij het zelfs tot
executie dreigde te komen.
Resumeerende, komen we dus tot de con
clusie, dat de hypotheeknemers in het alge
meen overtuigd kunnen zijn, dat de Staat ten
opzichte van belastingschulden geen recht van
voorrang meer heeft boven de hypotheken.
Behoudens dan wanneer het gaat over grond
belasting, welke lasten echter wel nooit zoo
zwaar zlillen zijn, of zij zullen wel betaald
worden zonder dat tot executie van het vaste
goed overgegaan behoeft te worden.
Ter completeering diene verder nog, dat
hetgeen hierboven is medegedeeld ten op
zichte van hypotheken ook geldt ten aanzien
van scheepsverband. Ook bij de executie van
schepen behoudt dus voortaan de geldgever
tegen verband van het schip zijn recht van
voorrang boven de vordering van den Staat
voor belastingschuld.
K.
Ingezonden Mededeelingen.
Kantoor MIDDELHARNIS.
ZITDAGEN - tijdens BEURS.
Woensdag, SOMiWELSDIJK. TABBERS
Donderdag, DIRKSLAND ....Ld. DGEL
FEUILLETON.
VAN
E. WERNER.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
53)
't Was op een somberen, guren Octoberdag,
toen de herfst zich reeds geducht deed gevoelen,
dat de kleine, half gesloten coupé van dokter
Hagenbach voor het hotel wachtte. De dokter
zelf zat echter met zijn neef in de gezellig inge
richte bovenkamer, die slechts aan enkele bevoor
rechte gasten ten gebruike werd afgestaan. Dago-
bert was geheel reisvaardig; met den eerstvolgen-
den trein zou hij naar Berlijn gaan om de lessen
aan de academie bij te wonen. Het verblijf te
Odensberg scheen den jongen man ondanks de
strenge tucht van zijn oom niet slecht te zijn
bekomen; hij zag er althans veel beter en gezonder
uit dan in het voorjaar.
Wilman, die er op gesteld was den dokter zelf
te bedienen, had droefgeestig verklaard, dat hij
zich wel is waar beter voelde, sedert hij het voor
schrift van den geneesheer volgde, maar dat hij
daarbij half verhongerd was. Hagenbach hoorde
dit hardvochtig aan en beval de voortzetting
van dat streng dieet, zonder zich aan het verzet
van den dikken kastelein te storen.
,,'t Is vandaag druk hier bij je, mijnheer Wil
man," zeide hij. „Beneden in de gelagkamer lijkt
't wel een bijenkorf. Er is hier groote kiesvereeni-
ging, naar ik hoor; zijn al de sociaal-democraten
DE STAND DER WINTERGEWASSEN.
Tof dusver bevrediging.
Het hieronder volgend overzicht betreffende
den stand der wintergewassen op 19 April
1923, is, onder medewerking der rijksland-
bouwconsulenten, samengesteld naar gegevens,
verstrekt door de correspondenten der direc
tie van den Landbouw en door het Koninklijk
Nederlandsch Meteorologisch Instituut.
Ten gevolge van den zachten winter en de
sneeuwbedekking gedurende de vorstperiode
in den nawinter kwamen de wintergewassen
uitstekend door het gevaarlijke jaargetijde,
zoodat in tegenstelling met het vorige jaar
nergens behoefde te worden omgebouwd
wegens vorstschade.
De maand Maart gaf een hooge temperatuur;
gemiddeld over de geheele maand waren de
temperaturen overdag bijna 2° en het dage-
lijksche maximum ruim 2° boven normaal, in
de derde decade was de temperatuur over
dag 4 5 en het dagelijksche maximum 6°
boven normaal. Op 25, 26 en 27 Maart kwa
men op de meeste plaatsen maxima van 19 a
20° voor.
Het aantal uren zonneschijn bedroeg 106i
tegen 92 uren normaal.
Op den 19den daalde de temperatuur op
verscheiden, den lOden, 12den, 18den en
25sten op enkele plaatsen beneden het vries
punt.
De gemiddelde regenval over het geheele
land bedroeg slechts 31 m.M., tegen 46 m.M.
normaal.
Ook de eerste helft van April was de dag
temperatuur hoog; de dagelijksche maximum
temperaturen waren 2 a 3° boven normaal;
het aantal uren zonneschijn bedroeg te de
Bilt 111£, tegen 72 normaal, terwijl de regen
val van weinig beteekenis was. Den lOden
April kwam sterke nachtvorst voor. Ten ge
volge dezer gunstige weersgesteldheid begon
nen de gewassen krachtig te groeien, zoodat
hier en daar, waar niet op eene zoo sterke
ontwikkeling gerekend was, de stand der ge
wassen te dicht blijkt te zijn.
Ook het onkruid ontwikkelde zich sterk,
zoodat eene krachtige bestrijding noodzakelijk
is geworden. In enkele gevallen kreeg het on
kruid zoozeer de overhand, dat tot omploegen
moest worden overgegaan.
De klavers, die eveneens goed door den win
ter kwamen, hebben in sommige streken sterk
te lijden van den klaverkanker; vooral uit
noordelijk Groningen en noordelijk en ooste
lijk Gelderland wordt deze klacht vernomen.
De graslanden ontwikkelden zich vroeg en
gaven in het laatst van Maart een aanzien als
zelfs meermalen in de maand Mei nauwelijks
kan worden waargenomen. De grasgroei kwam
echter ten gevolge van het schrale weer in
April eenigszins tot stilstand.
Omtrent den stand der gewassen in de on
derscheiden deelen des lands kan het volgende
worden opgemerkt.
Tarwe. Hiervan is de stand zeer goed in
Friesland en Noordholland; zeer goed tot goed
in Zeeland, Zuidholland en Utrecht en overal
elders goed.
Rogge. In het algemeen is de stand van
de rogge goed; een uitzondering vormen
Friesland met een zeer goeden, Drenthe en
Zuidholland met een goeden tot zeer goeden
en noordelijk Limburg met een vrij goeden
stand.
Gerst staat zeer goed in Friesland, goed tot
zeer goed in Groningen, Zuidholland en Noord
brabant en elders goed.
Koolzaad. Uit alle deelen des lands wordt
een goede stand gemeld.
Karwij. Met uitzondering voor zuidelijk
Zuidholland, waar de stand vrij goed is,
staat de karwij overal goed.
Grasland. In de klei- en laagveenstreken
is de stand van het gras zeer goed of zeer
goed tot goed; uit de zandstreken wordt een
goede stand gemeld.
Klavers staan zeer goed in Friesland en
uit de stad bij je vergaderd? Nu, 't is een goed
teeken, dat de heeren het „Lam" hebben uitge
zocht; dit getuigt althans voor hun vreedzame
bedoelingen."
Wilman vouwde de handen en trok een aller
ongelukkigst gezicht. „O, dokter, spot er niet
mee ik ben wanhopig. Het vorig jaar heb ik de
nieuwe zaal laten restaureeren voor onschuldige
en stichtelijke vereenigingen, 't is de grootste in
de geheele stad en nu houden die oproerlingen,
die revolutionnairen, die anarchisten daar hun
samenkomsten 't is vreeselijk!"
„Maar als gij dit zoo vreeselijk vindt, waarom
stelt gij dan je huis voor die oproerlingen open?"
vroeg Hagenbach droogjes.
„Kon ik 't hen weigeren? 't Zou de ondergang
zijn van mijn huis en mijn zaak Ze zouden
dynamiet kunnen leggen —I" De kastelein hui
verde bij deze ontzettende voorstelling. „Ik durfde
niet neen zeggen, toen die Landsveld bij mij
kwam om de zaal te huren. Ik beefde voor dien
man, ja, waarachtig, ik beefde aan al mijn leden."
„Dat zal dien Landsfeld wel plezier hebben ge
daan," merkte de dokter aan, eer flinken teug
uit het voor hem staande bierglas nemende, ter
wijl Wilman op jammerenden toon voortging:
„Maar mijn andere gasten zuilen 't mij wel
kwalijk nemen. Als ze 't mij maar niet laten ont
gelden! En wat zal mijnheer Dernburg daar
van wel zeggen?"
„Mijnheer Dernburg zal 't vermoedelijk niets
kunnen schelen of de socialisten in het Gouden
Lam of ergens anders vergaderen, en zijn klandizie
verliest ge daardoor ook niet Hij is immers nog
nooit bij je afgestegen."
••O» wel neen, dokter! Wat denkt ge wel? Mijn
logement is daardoor veel te eenvoudig. De fami
lie van Odensberg rijdt altijd dadelijk door naar
het station. Maar de heeren beambten leggen
altijd bij mij aan en ik zou voor geen geld van de
wereld
,,'t Bij de eene of andere partij verkerven!"
viel Hagenbach in. „Natuurlijk, dat is je brood
winning! Runeck zal vandaag het woord voeren,
niet waar? Dan zal er in je groote zaal wel geen
plaatsje leeg blijven en zult ge goede zaken doen."
Wilman hief handen en oogen naar de zolde
ring. „Dat kan mij minder schelen. Maar ik mag
mijn zaak in deze hachelijke tijden toch niet laten
verloopen. Ik ben man en vader, heb zes kinderen".
„Nu, die hachelijke tijden kan men je nog niet
aanzien," zcide de dokter gekscherend. „Maar
op dit oogenblik gelijkt ge weer wonderlijk op je
neef, den woestijnbewoner die kon even aan
doenlijk naar de lucht kijken. Maar, komaan,
Dagobert, we moeten gaan. Anders fopt de trein
ons nog."
Hij dronk zijn glas uit en stond op. De dikke
kastelein deed hem uitgeleide tot aan de voordeur
en verzocht nogmaals op dee- en weemoedigen
toon, toch eens aan mijnheer Dernburg te willen
zeggen, dat hij eigenlijk een groot voorstander
van de orde en het wettig gezag was, maar dat
hij als hoofd van een gezin en bij deze akelige
toestanden.
„Ik zal hem zeggen, dat gij weer eens het slacht
offer van je beroep zijt," brak Hagenbach's
's mans klaagliederen af. „Ga maar gerust voort
met beven en strijk dat geld maar bedaard op!
Je bier is voortreffelijk en de heeren zullen dit
ongetwijfeld waardeeren. 't Zal hen wat mensch-
lievender stemmen en het „Gouden Lam" mis-
Noordholland, zeer goed tot goed in zuidelijk
Gelderland, Utrecht, Zuidholland, Zeeland, de
kleistreek van Noordbrabant en in Limburg.
Overal elders is de stand goed.
BERL1NSCHE CAUSERIEËN.
Mijn kapperen de groote Pythia.
Bij een Berlijnsche waarzegster en
wat daar gebeurt.
BERLIJN, 17 April. Mijn Berlijnsche
kapper is een spraakzaam merisch, heeft die
spraakzaamheid gemeen met de meeste zijner
Berlijnsche „misschien" wel interna
tionale collega's. Indien hij het niet heeft over
zijn haarmiddeltjes, haarwaters en scheer-
zeepen, dan biedt hij andere middelen aan
of geeft scheeve voorstellingen van de politiek
en de liefde. Ik zou me voor geen honderd
duizend mark door hem laten scheren, als hij
het heeft over de Roer, hij mocht eens in
verbeelding geraken, dat ik een verkapte
Franzose was, en naar zijn praten te oordeelen,
zou hij wel alléén, en gewapend met zijn scheer
mes, over den Rijn willen trekken als er
daar genoeg fooien konden worden verdiend.
Hij is thuis op alle marktenen handelt
in alle artikelen. Van af „Est ist erreicht"
(waarin sinds de keizer in Holland is, sterk de
klad kwam) tot boordeknoopjes toe, of gidsen
van Berlijn, desgewenscht van het vrouwelijk
geslacht.
Sinds hij mij kent als een slecht afnemer,
die aan hem slechts zijn overtollige lokken
kwijt wil, en om wat stilte (ik noem dat aan
dacht-bij-zijn-werk) vraagt, beperkt hij zijn
aanbiedingen tot haarmiddelen.
Alleen gisteren leerde ik hem van een nieu
we zijde kennen. De man is onuitputtelijk. Hij
tikte met den wijsvinger maar het kan ook de
kan zijn geweest, op den stoel en zei: Daar
in zat Maandag nog een heer, die zich van
morgen leelijk gebrand heeft.
Zoo, zei ik, maar bij die ooren kan
meer weg.
Wird geschehe, giechelde hij, maar u
weet nooit wóèraan hij zich brandde.
Vermoedelijk aan je krultang!
Nein, aan het crematorium. Hihihihihi.
Hij is dood. En verbranden is tegenwoordig
goedkooper dan begraven, en je komt na af
loop weer thuis.
Zoo, zei ik weer, want ik vermoedde weer
iets,een ontsmettingsmiddel na scheren,
dat feilloos zou zijn, doch door den doode was
veracht
Toen ik bleef zwijgen kwam het werkelijk:
Indien hij naar Frau R. gegaan was, had
hij het kunnen weten. Hij is bij het zeilen
verdronken, en die had hem zeker voor water
gewaarschuwd. Wie zeilt er ook bij zulk
stormweer? Frau R had zijn horoscoop kun
nen trekken, het in de sterren kunnen lezen,
en zou hem zeker gewaarschuwd hebben.
Maar hij geloofde er niet aanWéér een die
mijn raad in den wind sloeg.
Geloof je daar werkelijk aan, vroeg ik
met een sneer.
Gelooven meneer? Ik zou u voorbeelden
kunnen noemeni
Noem mij liever geen voorbeelden,
maar het adres,.ik ga er heen!
Hij keek mij aan of hij zeggen wilde daar
heb "ik eindelijk eens een verstandig mensch
onder het mes, deed dan ineens geheimzinnig,
loerde of andere klanten ons ook hooren
konden en zei:
Het is een tip, die ik u geef, er zijn waar-
schien redden, als de nood aan den man mocht
komen.
Wilman schudde bij deze lichtvaardige opvat
ting van de zaak zacht en afkeurend het hoofd en
nam met een diepe buiging afscheid van zijn
gasten, die zich nu naar het slechts op een paar
honderd schreden afstands gelegen station be
gaven, waar de trein al gereed stond. Terwijl
Hagenbach met zijn neef het perron overstapte,
sprak hij hem nog een ernstig woordje toe. „Eén
ding verzoek ik je vriendelijk, en wel dat gij te
Berlijn niet alleen student zijt, maar ook studeert,
en je met geen dwaasheden ophoudt, zooals die
Runeck bijvoorbeeld," zeide hij met klem en na
druk. „Hij had vroeger goed zijn verstand, maar
te Berlijn is hij onder die oproermakers verzeild
geraakt. Jongen, ik zeg je, als gij 't ooit in den zin
kreegt
Hij trok zulk een barsch gezicht, dat de blonde
Dagobert schrikte en plechtig de hand op de borst
legde. „Wel neen, oom Zeker niet, oom ik
doe niet met die oproermakers mee," betuigde hij
met roerende oprechtheid.
„Een groote vangst zouden zij ook niet aan je
hebben," hernam de dokter minachtend. „Maar
gij zijt ongelukkig tot allerlei domheden in staat.
Ik hoop maar, dat dat onzinnige vers: „Aan
Leonie!" je eerste en laatste is geweest en dat gij
je goeden tijd niet verder met zulk broddelwerk
zult zoekmaken. Maar dat's het teeken van
vertrek! Hebt gij je valies? Goede reis dan!"
Hij sloeg het portier dicht en trad achteruit.
Dagobert haalde verruimd adem, toen zich zulk
een stevige scheidwand tusschen zijn oom en hem
verhief, daar hij een lang, aandoenlijk afscheids
vers: „Aan Leonie" in zijn portefeuille bij zich
zeggers en waarzegsters, pas u op, er wordt
hevig onder geknoeid, de meesten zeggen maar
wathet adres, dat ik u geven zal, is een
fijn adresin tien minuten trekt ze uw
horoscoop, in de koffie ziet ze direct uw-
geheele toekomstmaar u zwijgt er over,
nietwaar u gaat er als vertrouwens-
mensch naar toe, want de wijze waarop de
politie tegenwoordig tegen de dames optreedt
is onverantwoordelijk! Een mensch wil toch
wel eens weten wat er voor hem is weggelegd?
Maar het mag natuurlijk weer niet, niets mag
in de republiekU geeft mijn kaartje maar,
u komt er als gast
In den midag wandelde ik er heen
Een keurige stille straat in het centrum,
keurige étage,deur,beldienst
bode en salon. Het kaartje-van-m'n-kapper
was de beste introductie. Mevrouw werd ge
waarschuwd. Het bleek een uitstekend adres.
Hier werd niet slechts uit koffie, maar zelfs
uit thee gelezen, waarnaar de dienstbode reeds
te voren informeerde. Ik deelde haar mede, dat
ik tot koffie besloten had; omdat dit ouder-
wetsche middel mij het veiligste leek, en ik
het land heb aan vrouwen, die in trance
vallen.
Dan zat ik op 'n zeer nieuwen stoel, achter
een zeer nieuwe tafel, en tusschen nieuwe
schilderijen, waarvan er een een grot met
een damejer in voorstelde, in een ouderwetsche
japon, uit den tijd vóór Ch.
Aan de overzijde een moderne-Oostersche
juffrouw achter een wierookvat van koper,
waaruit een gloed opsloeg, die dwars door
haar japon scheen, welke overigens slechts
bestond uit 'n halven meter voilestof. Het
haar was langer en bedekte méér. In afwach
ting van de komst der Pythia werd de koffie
al voor mij neergezet. De salon was modern
De geheele opvatting van de zaak was modern.
Zelfs de koffiedik zat in een gewoon nikkelen
kannetje, waarnaast een kopje stond, met een
Christophe lepeltje. Kan ook een ander merk
zijn geweest. De Pythia liet zich zich wachten,
maar ik hoorde mompelen in een nevenvertrek.
Mogelijk bereidde zij zich voor. Ik keek eens
nieuwsgierig naar de koffie, die mijn geheele
toekomst inhield, en mijn eerbied voor het
beroep rees. Bij zoo'n koffieleesster is een
journalist toch maar een kind, al waagt hij
zich ook wel eens aan voorspellingen. Ze was
(ik meen de koffie), zelfs nog lauw. Pas gezet.
Alleen van zeer verdachte kleur, met een
schakeering er boven op, die aan petroleum-
op-water deed denken. Dan liet ik haastig het
dekseltje er weer op vallen, de Groote Pythia
was binnen getreden, ongemerkt, geruischloos.
Ze was als een echte Apollo-priesteres blond,
slank en jong, in roomkleurig Grieksch gewaad.
Zij strekte de hand uit, als een moderne Itali-
aansche groet, en werd dan bleek! Ik ook. Ze
zag me aan met oogen, die me herinnerden aan
den tijd dat ik nog knikkerde, en vroeg met
een huiverige stem: Heb ik u niet reeds
vroeger gezien?
Ik bekende nederig, dat ik mij zulks niet
herinnerde
Dan heb ik u in mijn droomen gezien.
over waterspiegelend water, tegen een
hemel van vuur! Ja, nu weet ik het!
Mag ik niet zeilen? vroeg ik haastig,
ademloos, want ze bleef me aanzien met oogen,
die me prikten! Zij antwoordde niet, streek
met de hand haar blonde lokken weg, die
zeer goed geonduleerd waren (ik dacht aan
droeg. De jonge man had 't na die eerste onge
lukkige poging wel is waar niet weer gewaagd,
zijne aangebedene de uitstortingen zijns harten
in handen te spelen; maar hij had zich stellig
voorgenomen, deze in een brief uit Berlijn te
sturen met de verzekering zijner eeuwigdurende
liefde, al mocht de ruwe en wreede wereld hem
ook van het voorwerp zijner genegenheid scheiden.
Die „ruwe en wreede wereld" in de gedaante
van den dokter stond op het perron en wuifde een
afscheidsgroet, toen de trein zich thans in bewe
ging stelde. Vervolgens zocht Hagenbach den
stationschef op en informeerde of de sneltrein
uit Berlijn zich soms verlaat had?
„Neen, dokter, de trein komt pas over tien
minuten," was het antwoord. „Verwacht gij
iemand?"
„Den jongen graaf Eckardstein."
De beambte zag verwonderd op. „Komt graaf
Victor hier? 't Heette immers in het voorjaar,
dat er een groote twist tusschen de broeders was
uitgebarsten, toen de jongste zoo op eens vertrok.
Dan ziet 't er zeker slecht uit op Eckardstein?"
„Ten minste zóo, dat graaf Victor daarvan ver
wittigd moest worden. Hij is de eenige broeder."
„Ja, ja, de majoraatsheer is niet getrouwd,"
merkte de beambte veelbeteekenend aan. „Wilt
ge niet in de wachtkamer gaan, dokter?"
„Dank. Ik blijf liever buiten. Over een paar
minuten zal de trein er wel zijn."
(Worril Vervolgd