n lALOlTZ ii en ii, EERSTE BLAD Nationale Bankvaraenlging AS EEN DIEFSTAL LANGS TELEPAIHISCHEN WEG! STERDAMSCHE" PT olinen- pi ta l" NEN! i WIJ VLIEGEN ZATERDAG 28 APRIL 1923 Donderdag, OUDDORPFLQHIL Vrijdag, OÜDE TONGEGELUK VRIJE BAAN. Landbouw. :DAG 26 APRIL 1923, 8 uur Ie onovertroffen llof-Telepaath-tiypuotiseur-.Magnetiseur bijgenaamd „DE POUTIESPEIRIIOND" enkele Demonstratie Avond geven als, koper, zonder contact en geblinddoekt. Voorts Massa- se-Magnetisme, Catalepsie en andere occulte Weten- rimenten. oeg den wereldberoemdtn „Labero" (Zie de Prins" d.d. digi HH. Doctoren beleefd uit zijn werk te komen te voer de allerhoogste autoriteiten van het land. e eenigste Politie-Telepaath stemming te brengen met andere Telepathen, zijn werk rts en grenst aan het ongelooflijke. ATTRACTIE! i proef zijner bekwaamheid af te leggen zal de Telepaath 5 APRIL des namiddags 2 uur, ire Geheime Telepathische Opdracht DSLHARNIS ten uitvoer brengen, samengesteld door de H.H. 'EN Notaris B 800MSMA, IndustrieelJ. H JAGER, Infanterie; Dr. C. F ARENDS; M. DE HAAS, Veehan- VAN EESTEREN, Adm. .Onze Eilanden", c* precies vaaiaf „Concertzaal MEIJER" eden van den ge vierden Pianist-Humorist J ACQ DUTRSAU Gereserveerd f 1,25. Plaatsbespreking Woensdag 25 April 2 uur in „Concertzaal Meijer", iiten yoornit op. Een ieder is vrfj zichzelf te overtuigen, rlachtig, Wetenschappelijk, Amusant, Een Unicum. Laai het publiek verbaasd staan. IS bij de tschappij van Levensverzekering LKOMEN ZEKERHEID slagen - - - Voorzichtig beheer Groote openbaarheid ag bij den Vertegenwoordiger N EESTEREN, Ring 155, MIDDELHARNIS of N. Spiegelstraat 17, AMSTERDAM 3 particuliere enhuis ig verkeert nood ik verzocht zijne enden brief, met nasch bankpapier erwaJïuiiG des spltals, WIEN, Igasse 31. INGEN. 26 April en s des avonds 7 SPEE te Som- Afslag van het en dfn Lange ELSDIIK, uer 1885, groot i den heer DIRK N BUUREN. *ry* g«h«W om W h«t «orrnmiu iltm In boolö krwvgon In h«t gBllüSIHEEffl yOüDlSSBUB wt/im vètgoro mo* «tretiw «n ond«rhoud»n<Hn «4 voor <J* Itiara ana blut varWJy kaar tttilv. voor ilnchto 87% Mtt p*r kwartaal van 18 far pott f 0.8S. Vratai GRATIS tandt (ntaakanMta: <w kal van «ns BJm» uw* i INTCKKKNS1LJCT. Ondor^otaakentft afcofine*rt SE1LLUSTREEHD Z0N01SS3UD tegen 57 'A canl per lnrartaAl. (ptr ï»»M fO.SÖi WOO«?V*AT3 t Prijs per kwartaal. f I, Losse nummers f 0,07" Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dionstnanvrngon f 1,i-er plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelhamis. 5E JAARGANG. - N°. 49. AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK. CXXI. De andere belastingquaestie, waarover ik U wilde schrijven, zou er eene zijn, welke aan leiding kon geven tot meerdere geruststelling van bepaalde personen. Ik heb daarbij het oog gehad op hen, die nun met moeite en zorg bijeengegaarde spaar penningen niet veiliger wisten vast te leggen dan door ze uit te leeneu tegen een hypotheek op de vaste goederen van den geldnemer. Het feit, dat ter zake van belastingschuld het Rijk een recht van voorrang had op de onroerende goederen van den belastingschul dige en dat dit rectit van voorrang gold boven hypotheek, heeft, bij het al zwaarder worden van den belastingdruk in de laatste jaren, menig houder van zulk een hypothecaire in schrijving met zorg vervuld. Men wist immers nooit met eenigc zekerheid, of de hypotheek gever niet op een goeden of liever kwaden dag zoozeer onder de belastingaanslagen bedolven was geraakt, dat de Staat tot uitwinning meende te moeten overgaan. Van verschillende zijden is dan ook de laatste jaren bij de regeering aangedrongen op afstand van dit recht van voorrang. Bij de wet van 19 Mei 1922 werd tenslotte in zooverre aan de wenschen tegemoet gekomen, dat een aan de wet op de inkomstenbelasting toegevoegd nieuw artikel bepaalde, dat ten aanzien van de inkomstenbelasting het recht van voorrang niet zou gelden boven hypo theek. In een aanvullingsbepaling werd daarbij nog tevens bepaald, dat de minister bevoegd was, om aan hen, die vóór het in werking treden van dat nieuwe artikel schade hadden geleden doordat dit artikel niet bestond, die schade geheel of ten deeie te vergoeden. Daar de wetten op de oorlogswinstbelasting en op de Verdedigingsbelasting II bepaalden, dat ten aanzien van de invordering dezelfde bepalingen zouden gelden ais ten opzichte van de inkomstenbelasting, kwam door het be doelde nieuwe artikel dus ook voor deze be lastingen het recht van voorrang boven hypo theek te vervallen. Nu sinds kort de wet op de invordering is gewijzigd, is ook het artikel, dat eigenlijk dit geheele recht van voorrang oorspronkelijk regelde, herzien. Het bedoelde nieuwe artikel der inkomstenbelasting werd vervallen ver klaard. En het nieuwe artikel der invorderings- wet bepaalde, dat ter zake van de directe belastingen, met uitzondering van de grond belasting, voortaan het recht van voorrang niet meer zou gelden boven hypotheek. Door dit nieuwe invorderingsartikel verviel dus nu ook het recht van voorrang boven hypotheek bij de invordering van personeele belasting. Practisch bestaat de voorrang dus nu nog alleen ten opzichte van de grondbelasting. Behoudens dan nog in het bijzonder geval van verhaal van Verdedigingsbelasting I, verschul digd door niet binnen het Rijk wonende of gevestigde belastingplichtigen. Voor de invordering van deze Verdedigings belasting I van buitenlanders is namelijk aan 's Rijks schatkist een voorrecht op het vaste goed toegekend, dat onmiddellijk rang neemt na alle bij het in werking treden der wet op de Verdedigingsbelastingen bestaande voor rechten of hypotheken. Dit recht gaat zelfs bij overdracht der zaak niet verloren. Deze zeer bijzondere bepaling, de invorde ring betreffende, is aan de aandacht van menigeen ontgaan. Tot schade soms van hen, die, hier te lande gelegen vast goed van een buitenlander koopend, jaren later soms nog aangesproken kunnen worden voor de betaling van door dezen verschuldigde Verdedigiugs- belasting I. Notarissen, die vaste goederen verkoopen, hebben wel altijd de gewoonte om na te gaan, of de grondbelasting van het loo- pende en het vorige jaar is betaald, daar ook deze lasten verhaalbaar zijn op den nieuwen verkrijger, maar er schijnt niet altijd aan ge dacht te worden tevens te onderzoeken of, bij verkoop van vast goed voor een buitenlander, nog aanslagen Verdedigingsbelasting I zijn te betalen. Het is mij althans bekend, dat ergens in Zeeland koopers van landerijen van een buiten lander een paar jaren na de overdracht der gronden nog tot betaling der genoemde belas ting zijn aangesproken, waarbij het zelfs tot executie dreigde te komen. Resumeerende, komen we dus tot de con clusie, dat de hypotheeknemers in het alge meen overtuigd kunnen zijn, dat de Staat ten opzichte van belastingschulden geen recht van voorrang meer heeft boven de hypotheken. Behoudens dan wanneer het gaat over grond belasting, welke lasten echter wel nooit zoo zwaar zlillen zijn, of zij zullen wel betaald worden zonder dat tot executie van het vaste goed overgegaan behoeft te worden. Ter completeering diene verder nog, dat hetgeen hierboven is medegedeeld ten op zichte van hypotheken ook geldt ten aanzien van scheepsverband. Ook bij de executie van schepen behoudt dus voortaan de geldgever tegen verband van het schip zijn recht van voorrang boven de vordering van den Staat voor belastingschuld. K. Ingezonden Mededeelingen. Kantoor MIDDELHARNIS. ZITDAGEN - tijdens BEURS. Woensdag, SOMiWELSDIJK. TABBERS Donderdag, DIRKSLAND ....Ld. DGEL FEUILLETON. VAN E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 53) 't Was op een somberen, guren Octoberdag, toen de herfst zich reeds geducht deed gevoelen, dat de kleine, half gesloten coupé van dokter Hagenbach voor het hotel wachtte. De dokter zelf zat echter met zijn neef in de gezellig inge richte bovenkamer, die slechts aan enkele bevoor rechte gasten ten gebruike werd afgestaan. Dago- bert was geheel reisvaardig; met den eerstvolgen- den trein zou hij naar Berlijn gaan om de lessen aan de academie bij te wonen. Het verblijf te Odensberg scheen den jongen man ondanks de strenge tucht van zijn oom niet slecht te zijn bekomen; hij zag er althans veel beter en gezonder uit dan in het voorjaar. Wilman, die er op gesteld was den dokter zelf te bedienen, had droefgeestig verklaard, dat hij zich wel is waar beter voelde, sedert hij het voor schrift van den geneesheer volgde, maar dat hij daarbij half verhongerd was. Hagenbach hoorde dit hardvochtig aan en beval de voortzetting van dat streng dieet, zonder zich aan het verzet van den dikken kastelein te storen. ,,'t Is vandaag druk hier bij je, mijnheer Wil man," zeide hij. „Beneden in de gelagkamer lijkt 't wel een bijenkorf. Er is hier groote kiesvereeni- ging, naar ik hoor; zijn al de sociaal-democraten DE STAND DER WINTERGEWASSEN. Tof dusver bevrediging. Het hieronder volgend overzicht betreffende den stand der wintergewassen op 19 April 1923, is, onder medewerking der rijksland- bouwconsulenten, samengesteld naar gegevens, verstrekt door de correspondenten der direc tie van den Landbouw en door het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut. Ten gevolge van den zachten winter en de sneeuwbedekking gedurende de vorstperiode in den nawinter kwamen de wintergewassen uitstekend door het gevaarlijke jaargetijde, zoodat in tegenstelling met het vorige jaar nergens behoefde te worden omgebouwd wegens vorstschade. De maand Maart gaf een hooge temperatuur; gemiddeld over de geheele maand waren de temperaturen overdag bijna 2° en het dage- lijksche maximum ruim 2° boven normaal, in de derde decade was de temperatuur over dag 4 5 en het dagelijksche maximum 6° boven normaal. Op 25, 26 en 27 Maart kwa men op de meeste plaatsen maxima van 19 a 20° voor. Het aantal uren zonneschijn bedroeg 106i tegen 92 uren normaal. Op den 19den daalde de temperatuur op verscheiden, den lOden, 12den, 18den en 25sten op enkele plaatsen beneden het vries punt. De gemiddelde regenval over het geheele land bedroeg slechts 31 m.M., tegen 46 m.M. normaal. Ook de eerste helft van April was de dag temperatuur hoog; de dagelijksche maximum temperaturen waren 2 a 3° boven normaal; het aantal uren zonneschijn bedroeg te de Bilt 111£, tegen 72 normaal, terwijl de regen val van weinig beteekenis was. Den lOden April kwam sterke nachtvorst voor. Ten ge volge dezer gunstige weersgesteldheid begon nen de gewassen krachtig te groeien, zoodat hier en daar, waar niet op eene zoo sterke ontwikkeling gerekend was, de stand der ge wassen te dicht blijkt te zijn. Ook het onkruid ontwikkelde zich sterk, zoodat eene krachtige bestrijding noodzakelijk is geworden. In enkele gevallen kreeg het on kruid zoozeer de overhand, dat tot omploegen moest worden overgegaan. De klavers, die eveneens goed door den win ter kwamen, hebben in sommige streken sterk te lijden van den klaverkanker; vooral uit noordelijk Groningen en noordelijk en ooste lijk Gelderland wordt deze klacht vernomen. De graslanden ontwikkelden zich vroeg en gaven in het laatst van Maart een aanzien als zelfs meermalen in de maand Mei nauwelijks kan worden waargenomen. De grasgroei kwam echter ten gevolge van het schrale weer in April eenigszins tot stilstand. Omtrent den stand der gewassen in de on derscheiden deelen des lands kan het volgende worden opgemerkt. Tarwe. Hiervan is de stand zeer goed in Friesland en Noordholland; zeer goed tot goed in Zeeland, Zuidholland en Utrecht en overal elders goed. Rogge. In het algemeen is de stand van de rogge goed; een uitzondering vormen Friesland met een zeer goeden, Drenthe en Zuidholland met een goeden tot zeer goeden en noordelijk Limburg met een vrij goeden stand. Gerst staat zeer goed in Friesland, goed tot zeer goed in Groningen, Zuidholland en Noord brabant en elders goed. Koolzaad. Uit alle deelen des lands wordt een goede stand gemeld. Karwij. Met uitzondering voor zuidelijk Zuidholland, waar de stand vrij goed is, staat de karwij overal goed. Grasland. In de klei- en laagveenstreken is de stand van het gras zeer goed of zeer goed tot goed; uit de zandstreken wordt een goede stand gemeld. Klavers staan zeer goed in Friesland en uit de stad bij je vergaderd? Nu, 't is een goed teeken, dat de heeren het „Lam" hebben uitge zocht; dit getuigt althans voor hun vreedzame bedoelingen." Wilman vouwde de handen en trok een aller ongelukkigst gezicht. „O, dokter, spot er niet mee ik ben wanhopig. Het vorig jaar heb ik de nieuwe zaal laten restaureeren voor onschuldige en stichtelijke vereenigingen, 't is de grootste in de geheele stad en nu houden die oproerlingen, die revolutionnairen, die anarchisten daar hun samenkomsten 't is vreeselijk!" „Maar als gij dit zoo vreeselijk vindt, waarom stelt gij dan je huis voor die oproerlingen open?" vroeg Hagenbach droogjes. „Kon ik 't hen weigeren? 't Zou de ondergang zijn van mijn huis en mijn zaak Ze zouden dynamiet kunnen leggen —I" De kastelein hui verde bij deze ontzettende voorstelling. „Ik durfde niet neen zeggen, toen die Landsveld bij mij kwam om de zaal te huren. Ik beefde voor dien man, ja, waarachtig, ik beefde aan al mijn leden." „Dat zal dien Landsfeld wel plezier hebben ge daan," merkte de dokter aan, eer flinken teug uit het voor hem staande bierglas nemende, ter wijl Wilman op jammerenden toon voortging: „Maar mijn andere gasten zuilen 't mij wel kwalijk nemen. Als ze 't mij maar niet laten ont gelden! En wat zal mijnheer Dernburg daar van wel zeggen?" „Mijnheer Dernburg zal 't vermoedelijk niets kunnen schelen of de socialisten in het Gouden Lam of ergens anders vergaderen, en zijn klandizie verliest ge daardoor ook niet Hij is immers nog nooit bij je afgestegen." ••O» wel neen, dokter! Wat denkt ge wel? Mijn logement is daardoor veel te eenvoudig. De fami lie van Odensberg rijdt altijd dadelijk door naar het station. Maar de heeren beambten leggen altijd bij mij aan en ik zou voor geen geld van de wereld ,,'t Bij de eene of andere partij verkerven!" viel Hagenbach in. „Natuurlijk, dat is je brood winning! Runeck zal vandaag het woord voeren, niet waar? Dan zal er in je groote zaal wel geen plaatsje leeg blijven en zult ge goede zaken doen." Wilman hief handen en oogen naar de zolde ring. „Dat kan mij minder schelen. Maar ik mag mijn zaak in deze hachelijke tijden toch niet laten verloopen. Ik ben man en vader, heb zes kinderen". „Nu, die hachelijke tijden kan men je nog niet aanzien," zcide de dokter gekscherend. „Maar op dit oogenblik gelijkt ge weer wonderlijk op je neef, den woestijnbewoner die kon even aan doenlijk naar de lucht kijken. Maar, komaan, Dagobert, we moeten gaan. Anders fopt de trein ons nog." Hij dronk zijn glas uit en stond op. De dikke kastelein deed hem uitgeleide tot aan de voordeur en verzocht nogmaals op dee- en weemoedigen toon, toch eens aan mijnheer Dernburg te willen zeggen, dat hij eigenlijk een groot voorstander van de orde en het wettig gezag was, maar dat hij als hoofd van een gezin en bij deze akelige toestanden. „Ik zal hem zeggen, dat gij weer eens het slacht offer van je beroep zijt," brak Hagenbach's 's mans klaagliederen af. „Ga maar gerust voort met beven en strijk dat geld maar bedaard op! Je bier is voortreffelijk en de heeren zullen dit ongetwijfeld waardeeren. 't Zal hen wat mensch- lievender stemmen en het „Gouden Lam" mis- Noordholland, zeer goed tot goed in zuidelijk Gelderland, Utrecht, Zuidholland, Zeeland, de kleistreek van Noordbrabant en in Limburg. Overal elders is de stand goed. BERL1NSCHE CAUSERIEËN. Mijn kapperen de groote Pythia. Bij een Berlijnsche waarzegster en wat daar gebeurt. BERLIJN, 17 April. Mijn Berlijnsche kapper is een spraakzaam merisch, heeft die spraakzaamheid gemeen met de meeste zijner Berlijnsche „misschien" wel interna tionale collega's. Indien hij het niet heeft over zijn haarmiddeltjes, haarwaters en scheer- zeepen, dan biedt hij andere middelen aan of geeft scheeve voorstellingen van de politiek en de liefde. Ik zou me voor geen honderd duizend mark door hem laten scheren, als hij het heeft over de Roer, hij mocht eens in verbeelding geraken, dat ik een verkapte Franzose was, en naar zijn praten te oordeelen, zou hij wel alléén, en gewapend met zijn scheer mes, over den Rijn willen trekken als er daar genoeg fooien konden worden verdiend. Hij is thuis op alle marktenen handelt in alle artikelen. Van af „Est ist erreicht" (waarin sinds de keizer in Holland is, sterk de klad kwam) tot boordeknoopjes toe, of gidsen van Berlijn, desgewenscht van het vrouwelijk geslacht. Sinds hij mij kent als een slecht afnemer, die aan hem slechts zijn overtollige lokken kwijt wil, en om wat stilte (ik noem dat aan dacht-bij-zijn-werk) vraagt, beperkt hij zijn aanbiedingen tot haarmiddelen. Alleen gisteren leerde ik hem van een nieu we zijde kennen. De man is onuitputtelijk. Hij tikte met den wijsvinger maar het kan ook de kan zijn geweest, op den stoel en zei: Daar in zat Maandag nog een heer, die zich van morgen leelijk gebrand heeft. Zoo, zei ik, maar bij die ooren kan meer weg. Wird geschehe, giechelde hij, maar u weet nooit wóèraan hij zich brandde. Vermoedelijk aan je krultang! Nein, aan het crematorium. Hihihihihi. Hij is dood. En verbranden is tegenwoordig goedkooper dan begraven, en je komt na af loop weer thuis. Zoo, zei ik weer, want ik vermoedde weer iets,een ontsmettingsmiddel na scheren, dat feilloos zou zijn, doch door den doode was veracht Toen ik bleef zwijgen kwam het werkelijk: Indien hij naar Frau R. gegaan was, had hij het kunnen weten. Hij is bij het zeilen verdronken, en die had hem zeker voor water gewaarschuwd. Wie zeilt er ook bij zulk stormweer? Frau R had zijn horoscoop kun nen trekken, het in de sterren kunnen lezen, en zou hem zeker gewaarschuwd hebben. Maar hij geloofde er niet aanWéér een die mijn raad in den wind sloeg. Geloof je daar werkelijk aan, vroeg ik met een sneer. Gelooven meneer? Ik zou u voorbeelden kunnen noemeni Noem mij liever geen voorbeelden, maar het adres,.ik ga er heen! Hij keek mij aan of hij zeggen wilde daar heb "ik eindelijk eens een verstandig mensch onder het mes, deed dan ineens geheimzinnig, loerde of andere klanten ons ook hooren konden en zei: Het is een tip, die ik u geef, er zijn waar- schien redden, als de nood aan den man mocht komen. Wilman schudde bij deze lichtvaardige opvat ting van de zaak zacht en afkeurend het hoofd en nam met een diepe buiging afscheid van zijn gasten, die zich nu naar het slechts op een paar honderd schreden afstands gelegen station be gaven, waar de trein al gereed stond. Terwijl Hagenbach met zijn neef het perron overstapte, sprak hij hem nog een ernstig woordje toe. „Eén ding verzoek ik je vriendelijk, en wel dat gij te Berlijn niet alleen student zijt, maar ook studeert, en je met geen dwaasheden ophoudt, zooals die Runeck bijvoorbeeld," zeide hij met klem en na druk. „Hij had vroeger goed zijn verstand, maar te Berlijn is hij onder die oproermakers verzeild geraakt. Jongen, ik zeg je, als gij 't ooit in den zin kreegt Hij trok zulk een barsch gezicht, dat de blonde Dagobert schrikte en plechtig de hand op de borst legde. „Wel neen, oom Zeker niet, oom ik doe niet met die oproermakers mee," betuigde hij met roerende oprechtheid. „Een groote vangst zouden zij ook niet aan je hebben," hernam de dokter minachtend. „Maar gij zijt ongelukkig tot allerlei domheden in staat. Ik hoop maar, dat dat onzinnige vers: „Aan Leonie!" je eerste en laatste is geweest en dat gij je goeden tijd niet verder met zulk broddelwerk zult zoekmaken. Maar dat's het teeken van vertrek! Hebt gij je valies? Goede reis dan!" Hij sloeg het portier dicht en trad achteruit. Dagobert haalde verruimd adem, toen zich zulk een stevige scheidwand tusschen zijn oom en hem verhief, daar hij een lang, aandoenlijk afscheids vers: „Aan Leonie" in zijn portefeuille bij zich zeggers en waarzegsters, pas u op, er wordt hevig onder geknoeid, de meesten zeggen maar wathet adres, dat ik u geven zal, is een fijn adresin tien minuten trekt ze uw horoscoop, in de koffie ziet ze direct uw- geheele toekomstmaar u zwijgt er over, nietwaar u gaat er als vertrouwens- mensch naar toe, want de wijze waarop de politie tegenwoordig tegen de dames optreedt is onverantwoordelijk! Een mensch wil toch wel eens weten wat er voor hem is weggelegd? Maar het mag natuurlijk weer niet, niets mag in de republiekU geeft mijn kaartje maar, u komt er als gast In den midag wandelde ik er heen Een keurige stille straat in het centrum, keurige étage,deur,beldienst bode en salon. Het kaartje-van-m'n-kapper was de beste introductie. Mevrouw werd ge waarschuwd. Het bleek een uitstekend adres. Hier werd niet slechts uit koffie, maar zelfs uit thee gelezen, waarnaar de dienstbode reeds te voren informeerde. Ik deelde haar mede, dat ik tot koffie besloten had; omdat dit ouder- wetsche middel mij het veiligste leek, en ik het land heb aan vrouwen, die in trance vallen. Dan zat ik op 'n zeer nieuwen stoel, achter een zeer nieuwe tafel, en tusschen nieuwe schilderijen, waarvan er een een grot met een damejer in voorstelde, in een ouderwetsche japon, uit den tijd vóór Ch. Aan de overzijde een moderne-Oostersche juffrouw achter een wierookvat van koper, waaruit een gloed opsloeg, die dwars door haar japon scheen, welke overigens slechts bestond uit 'n halven meter voilestof. Het haar was langer en bedekte méér. In afwach ting van de komst der Pythia werd de koffie al voor mij neergezet. De salon was modern De geheele opvatting van de zaak was modern. Zelfs de koffiedik zat in een gewoon nikkelen kannetje, waarnaast een kopje stond, met een Christophe lepeltje. Kan ook een ander merk zijn geweest. De Pythia liet zich zich wachten, maar ik hoorde mompelen in een nevenvertrek. Mogelijk bereidde zij zich voor. Ik keek eens nieuwsgierig naar de koffie, die mijn geheele toekomst inhield, en mijn eerbied voor het beroep rees. Bij zoo'n koffieleesster is een journalist toch maar een kind, al waagt hij zich ook wel eens aan voorspellingen. Ze was (ik meen de koffie), zelfs nog lauw. Pas gezet. Alleen van zeer verdachte kleur, met een schakeering er boven op, die aan petroleum- op-water deed denken. Dan liet ik haastig het dekseltje er weer op vallen, de Groote Pythia was binnen getreden, ongemerkt, geruischloos. Ze was als een echte Apollo-priesteres blond, slank en jong, in roomkleurig Grieksch gewaad. Zij strekte de hand uit, als een moderne Itali- aansche groet, en werd dan bleek! Ik ook. Ze zag me aan met oogen, die me herinnerden aan den tijd dat ik nog knikkerde, en vroeg met een huiverige stem: Heb ik u niet reeds vroeger gezien? Ik bekende nederig, dat ik mij zulks niet herinnerde Dan heb ik u in mijn droomen gezien. over waterspiegelend water, tegen een hemel van vuur! Ja, nu weet ik het! Mag ik niet zeilen? vroeg ik haastig, ademloos, want ze bleef me aanzien met oogen, die me prikten! Zij antwoordde niet, streek met de hand haar blonde lokken weg, die zeer goed geonduleerd waren (ik dacht aan droeg. De jonge man had 't na die eerste onge lukkige poging wel is waar niet weer gewaagd, zijne aangebedene de uitstortingen zijns harten in handen te spelen; maar hij had zich stellig voorgenomen, deze in een brief uit Berlijn te sturen met de verzekering zijner eeuwigdurende liefde, al mocht de ruwe en wreede wereld hem ook van het voorwerp zijner genegenheid scheiden. Die „ruwe en wreede wereld" in de gedaante van den dokter stond op het perron en wuifde een afscheidsgroet, toen de trein zich thans in bewe ging stelde. Vervolgens zocht Hagenbach den stationschef op en informeerde of de sneltrein uit Berlijn zich soms verlaat had? „Neen, dokter, de trein komt pas over tien minuten," was het antwoord. „Verwacht gij iemand?" „Den jongen graaf Eckardstein." De beambte zag verwonderd op. „Komt graaf Victor hier? 't Heette immers in het voorjaar, dat er een groote twist tusschen de broeders was uitgebarsten, toen de jongste zoo op eens vertrok. Dan ziet 't er zeker slecht uit op Eckardstein?" „Ten minste zóo, dat graaf Victor daarvan ver wittigd moest worden. Hij is de eenige broeder." „Ja, ja, de majoraatsheer is niet getrouwd," merkte de beambte veelbeteekenend aan. „Wilt ge niet in de wachtkamer gaan, dokter?" „Dank. Ik blijf liever buiten. Over een paar minuten zal de trein er wel zijn." (Worril Vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1