Jok Kern, Udellris ïsburg, 8E«rE-VÊKDIllC 4% KUIKENS. G. C. VAN DEN HOEK, Middelharnis WOENSDAG 25 APRIL 1923 VRIJE BAAN. een lan den lien het- te ver een ven cer- egd a. h. loet Slik giu- -Oj. t en Bo- eur. d. v. m J. Arie ana, ijs; 1J0- rte- d M. lam 6 j.j g 3S lam 21 en uth w i van oud DEN BOMMEL. Geboren: Abraham z. v. H. Hameeteman en H. Kerp. Getrouwd: J Huyzer 23 j. en D. Silvius28j. Ondertrouwd: J. Schep 41 j. eu M. A. Borg- dorff 37 j A. Tuna 23 j. en D. M. vau der Made 1» j. Predikbeurten. Zondag 3 xkdehlandsch hervormde kerk. Miil.ielhnrpis, 'sav. Js. Klouts uil Melissaut. Somiuelsdyk. sav. ds. Vau MoutlVans. (Bevesti- ging nieuwe lidmaten). Dirksland, viu. da. Vau As. Uerkiuttuu. mu. ds. Vau As uit Dirksland. Melissant, vra ds. Kloots. Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bouman. Goedereede, vm. ds. De Gidts. Ouddorp, vm. en urn. ds. Bus. Nieuwe Tonge, vm. en 's av. ds. Kruijt. Oude Tonge, vm. ds. Van Monttrans uit Som- oielsdjjk. Ooltgensplaat, vm. ds. Japchen uit Den Bommel. Den Bommel, 'sav. ds. Japchen. Stad aan 't Haringvliet, vm. en nm.ds. Polhuns. Hellevoetsluis, vm. en 'sav. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Kniphuijsen van Moor drecht. Nieuwenhoorn, vm. ds. De Voogd v. d. Straaten. Rockanje, vm. ds. Witkop. Oostvoorne, vm. ds. Brinkeriuk. Vierpoters, vm. ds. Zwiep. Zwartewaal. vm. ds. Bartstra. Heenvliet, vm. ds. Romyn. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Van Velsen. Melissant, vm. en 'sav. leeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. ds. Bouma. Ouddorp. vm. en nm. dhr. Versteegt. Ooltgensplaat, geen opgaaf. Den Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet, vm. en 'sav. ds. Van Huuingen uit Gouda. Hellevoetsluis, 'sav. dhr. Verhaar van Rotter dam. Nieuw-Helvoet, vm. dhr.Verhaar van Rotterdam. OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE. Melissant, vm., nm. en 's av. leeskerk. Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk. Stad aau't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav.leeskerk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 's av. ds. Minderman. 0, Den Haag. isdag van Zaaljer te ilteeren zijn runsttanden vier. 195 DER CENTRALE BOAZ-BANK UTRECHT. Correspondent voor Sommelsdijk en Middelharnis J. KNAPE Azn. p/a A Knape, Dubbele Ring 144, Sommelsdijk; Zitting: Vrijdag 7—9 n.m. voor Stellendam: L. v. D. VLUGT, Voorstraat 26; Zitting: Zaterdag 35 nam. Horlogemaker en Goudsmid. Het beste en soliedste adres voor GOUD, ZILVER, HORLOGES, KLOKKEN, PENDULES, BAROMETERS en BRILLEN. Prima kwaliteit werken Laagste prijsnoteering Eigen werkplaats Levering van Brillen en Pincenez ook op voorschrift v. H.H. Doctoren. VAKKUNDIGE BEDIENING BO KRKNLKRNRANK SHDDELHAP.NIS-SOMMEL8DIJK. De bank leent gelden aan leden tegen 5*/io 7o 'sjaars. Zij neemt gelden op tegen l °/0 Bjaare, ook van niet-leden. Voor- 'chottan kannen dagelijks aangevraagd worden bij een der leden vau het Beetnnr. Gelegenheid tot inbrengen en terogbe- -aling van gelden eiken Maandagavond en Vrijdagavond van 88 nar ten hnize van ten kassier JOPP8S Cz., tpScmimelsdfjk. Wederom KUIKENS verkrijgbaar 50 cent per stuk. Minder dan 12 stuks per zending wordt niet verzonden. Oe Centrale Proeftuin voor Goeree en Overflakkee Je Middelharnis (Langeweg) ia op eiken werkdag voor b"lan?stel- londen GRATIS TOEGANKELIJK. Oeagewenscht geeft de tuinman alle inlichtingen, die mochten worden ver» langd. Prijs per kwartaal. f I. Losse nummers f 0.07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel ni8er. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstnuubifidiiigen eu Dienstiuinvragen I,per plaatsing tut een maximum van 10 rebels; elke regel meer 15 cent. Oit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deor de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 5E JAARGANG. - N°. 48. RADIO. III In ons vorig ariikeltje hebben we reeds gemeld, dat een proef te San Francisco genomen was met de luidsprekende tele foons. Dit was echter nog niet voldoende en men maakte weer verdere studiën om nog meer menschen le kunnen toespreken en niet alleen in een zaal doch ook in de open lucht, zoodat een openluchtmeting gehouden kon worden vanuit de kamer. Een dergelijke proef werd genomen in Maart 1921. Toen president Harding het congres opende, stond een menschenme- nigte van niet minder dan 125000 buiten te luisteren naar de rede van hun president terwijl bovendien alle andere amateurs met hun toestellen het gesprokene konden waarnemen. Wie weet dus hoeveel perso nen in werkelijkheid Presidents-stem heb ben gehoord. Die hoorns welke het sterke geluid pro- duceeren waren bevestigd op hooge palen en staken naar alle richtingen uit. In No vember van datzelfde jaar hield president Harding een rede die hoorbaar werd ge maakt in de openlucht voor 100.000 men- schen te Arlington en gelijktijdig voor 15000 menschen te Madison Square-gar den en nog 20000 te San Francisco, alzoo dus voor de kolossale menschenmassa van 135000. De menschelijke stem, die met zoo'n kracht weerklinkt, was naar men de be schrijvingen geeft haast schrikwekkend en van dichtbij ook niet goed verstaanbaar. Eerst op een afstand klinkt het geluid weer natuurlijk. Of dit nu komt doordal het versterkte geluid toch nog altijd niet vrij is van vervorming, of dat het alleen wordt veroorzaakt door het ongewone van het hooren der menschelijke stem en een zoo bovennatuurlijke stem, is nog niet met zekerheid te zeggen. Intusschen heeft men op dit gebied in ons eigen land ook niet stil gezeten en heeft men op het laboratorium der Rijks telegraaf in deze richting resultaten ver kregen die naast de Amerikaansche mogen worden gesteld en die mogelijk zelfs wat verstaanbaarheid en afwezigheid van ver vorming nog hooger staan. Daarbij is voor een deel gebruik gemaakt van geheel andere inrichtingen dan in bet beroemde Amerika. De geluidgever in elk geval is geheel hoornloos en aangezien een hoorn op een luidsprekende telefoon altijd mede werkt tot het geven van vervorming der spraak, is de hoornlooze luidspreker reeds een groote vooruitgang. Hier te lande, dus Nederlands fabrikaat, heeft men op de telefoon den weergever geplaatst, die'de firma Pathe te Parijs dit jaar heeft aangebracht op haar nieuwste gramofoons, een instrument, waarvan het voorkomen van de vervorming der spraak evenzeer een groot vraagstuk is. In deze bijzondere constructie bleek een geluidgever gelegen te zijn van zeer bij zondere kwaliteiten. Deze geluidsterkc-is zijn ook gedemonstreerd in de openlucht en de duidelijkheid en sterkte van de ge sproken woorden waren zeer indrukwek kend. Waar wij met deze technische spreek- middelen in de toekomst heen gaan, laat zich nog nauwelijks overzien Bij massa samenkomsten bewijzen zij thans groote diensten bij de beïnvloeding der publieke opinie, in politieken of anderen zin kan men met zulke spreckmiddelen enorm ge baat zijn, daar slechts weinige menschen niet het hoofd buigen voor een gesproken woord vergeleken bij een geschrevene. v. E. Landbouw. FEUILLETON. VAN E. WESNER. {Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 52) De jonge vrouw antwoordde niet en sprak niet tegen; haar stilzwijgen was toestemmend. Maar nu zag Oscar verschrikt op. Hij had in de naaste kamer een geluid als van een zacht dichtvallende deur gehoord, en door een plotseling opkomend vermoeden gedreven, opende hij haastig de deur, die toegang gaf tot het salon. Maar neen, het vertrek was leeg. Een blik op de pendule overtuig de den baron echter, dat 't hoog tijd was een eind aan het gesprek te maken. Hij ging naar zijne ^fterterug. „ik moet weer naar de zaal," zeide hij half binnensmonds, „en gij moet je ook voor je vertrek gereedmaken. Droog nu je tranen en be denk, wat ge aan jezelve en aan mij verplicht zijt. Ge zijt brik s vrouw en morgen liggen er al mijlen tusschen je en dien ander, dien ge, naar ik hoop, nooit weerziet. Ik heb gezorgd, dat hij ons hier te Odensberg geen nadeel meer kan toebrengen, en gij zult hem vergeten, want dat moet ge!" Hij schelde de kamenier, die hij had wegge zonden om met Cecilia alleen te zijn. De roodge weende oogen der jonge vrouw konden aan het afscheid van haar broeder worden toegeschreven maar toch wilde hij haar liever geen moment alleen laten. Eerst toen Nannon binnentrad, verliet hij het vertrek. LANDBOUWTOE5TANDEN. De koude en de gewassen. De aardappelen. Herleving der vlas cultuur. De zomertijd. Dc koude dagen van deze week, die op de warme van de vorige zijn gevolgd, zijn met gemengde gevoelens door de boeren ontvan gen. Voorzoover het niet vriest, zijn er graan bouwers, vooral in de zand- en veenstreken, die wel gaarne wat koeler weer hebben; anders groeit het koren, dat toch al vroeg is begonnen, haast te vlug en moet de bodem al bijzonder goed van voedsel zijn voorzien, als dat zoo tot de rijping kan doorgaan. Dan komen er straks perceelen, die de groene kleur verliezen en geel beginnen te worden; er komen v/einig en kleine aren en voor een overbemesting is het dan te laat. De opbrengst valt dan tegen en een regelmatige groei is daarom beter, zoodat tot aan den oogsttijd voldoende opneembaar voedsel aanwezig blijft. De weideboeren heb ben echter liever warmte, waardoor het gras welig begjnt te groeien; dat belooft een rijke hooiopbrengst en het vee kan bij een overvloed van gras zich rijkelijk verzadigen en veel melk geven of in welstand toenemen. Overigens trekt de natuur wederom haar feestkleed aan; alles groeit en bloeit weer en als de zon schijnt, leveren het fijne jonge groen en de gele en witte kleuren van bloemen en j vruchtboomen een tafereel, waarnaar men ook' bij een eenigszins langdurige treinreis niet moede wordt te kijken. De zaaitijd is voorbij en de erwten en het zomergraan staan reeds in rijen; alleen is hier en daar nog een enkele landbouwer bezig de aardappelen te poten of te leggen in de vore achter den ploeg. De prij zen zijp laag, doch hij hoopt op betere tijden en bovendien, waar eenmaal de aardappelteelt van beteekenis is, kan men toch niet in een enkel jaar deze cultuur geheel opgeven. In Groningen werken sommige fabrieken nog met volle kracht en vermalen thans de aardappe len, die ook voor de consumptie hadden kun nen dienen. De kwaliteit begint achteruit te gaan en de groote partijen dienen te worden opgeruimd, daar ook op export niet valt te rekenen; uit Duitschland kwam nog kort ge leden het bericht, dat men daar de overtollige aardappelen wilde trachten te ruilen voor buitenlandsch graan. De prijzen, die de fabrie ken geven, zijn laag, meestal bedragen ze J 1.25 per 100 K.G., waarbij dan gerekend wordt op een zetmeelgehalte van 400 gr., wat in Beneden in de gang ontmoette de baron een knecht met Erik's handkoffer en reismantel en vroeg vluchtig in het voorbijgaan: „Is mijnheer Dernburg nog op zijn kamer?" „Neen, mijnheer. Hij is boven bij de jonge me vrouw," was het antwoord. „Nog niet. Ik kom juist van mijn zuster „Maar ik heb den jongen mijnheer toch zelf de trap zien opgaan," hernam de bediende, min of meer verwonderd. „Omstreeks een half uur ge leden. Heeft mijnheer hem dan niet gesproken? Mijnheer ging naar mevrouw's kamer door de kleine tusschendeur." Zelfs Wildenrod's lippen werden wit; aan dien ingang had hij niet gedacht! Als Erik werkelijk in het salon was geweest, als hij gehoord had, wat, Oscar durfde niet doordenken, maar snelde naar de vertrekken van zijn zwager. Het eerste was leeg, maar toen hij de deur van de slaapkamer opende, deinsde hij ontzet achter uit. Erik lag op den grond, schijnbaar levenloos en met gesloten oogen. Zijn hoofd lag achterover en zijn borst, zijn kleederen, het tapijt om hem heen, alles was met lichtrood bloed overstroomd, dat hem nog altijd droppelsgcwijs uit den mond vloeide. Wildenrod had geen nadere verklaring noodig; de toestand was duidelijk genoeg. Midden in zijn gewaand geluk was den'jongen man de blinddoek van de oogen gerukt. Hij had 't uit den mond van zijne aangebeden vrouw zelve moeten hooren, dat ze hem nooit had liefgehad, dat ze liever wilde sterven dan hem toebchooren. leder ander zou in woede zijn losgebarsten, zou zijn toorn, zijn wan hoop in woorden hebben luchtgegeven; de arme vele gevallen niet wordt bereikt. Dit is een prijs, die misschien vóór den oorlog nog loonend kon worden genoemd, doch die thans door de hooge loonen en pachten en andere uitgaven een groot verlies voor den landbouwer betee- kent. Toch moet hij verkoopen; straks worden de fabrieken stopgezet en zijn de aardappelen, die in kwaliteit teruggaan en daarbij met dit vroege voorjaar spoedig moeten concurreeren met de nieuwe, misschien nauwelijks het weg halen waard. Voor een ander artikel, waarvan de cultuur voor ons land ook van de grootste beteekenis is, schijnt de toekomst weer rooskleuriger te worden; we bedoelen het vlas. In 1920 was het haast onverkoopbaar en de verbouw liep daar door het volgende jaar tot op ongeveer l/3 terug. Thans vernemen we, dat reeds nu koop lieden trachten het gewas van dit jaar te'koo- pen, hoewel het zaaizaad nog nauwelijks aan den bodem is toevertrouwd. Erg reëel lijkt deze handel niet en het is in den regel het beste voor beide partijen, dat de koop pas wordt gesloten als het product reeds volgroeid is, opdat men de kwaliteit kan beoordeelen. Bij vlas weten echter de kooplieden dikwijls precies waar de beste kwaliteit groeit en welke boer er veel zorgen aan besteedt; hoewel het dus zonder twijfel voor een deel windhandel is, die tot allerlei onaangenaamheden aanlei ding kan geven en die we niemand zouden aanraden, is het toch ook soms weer niet zoo erg als het lijkt. Het zou niet alleen voor de boeren, die het vlas, als een vroegtijdig te oogsten gewas, zoo uitstekend in de vruchtwisseling kunnen ge bruiken, van belang zijn, dat de vlasprijzen weer omhoog gaan; ook voor de arbeiders zou dit in nog sterkere mate het geval zijn. Hoewel de vlascultuur niet de beteekenis heeft in ons land van die van de aardappelen wat de oppervlakte betreft voor ongeveer 1/7, althans in 1920 is er aan de vlasbewerking nog veel meer werk verbonden dan aan den verbouw van aardappelen. Vlas vraagt reeds bij het wieden vele handen, daar dit niet machinaal kan gescheiden; daarna wordt het niet ge maaid of gezicht, zooals het gras of het koren, doch schoof voor schoof uit den grond getrok ken. Als het eindelijk van de zaadbollen is ont daan, begint het eerst recht; het moet dan wor den geroot, om den vezel door verschillende be werkingen van den bast te kunnen ontdoen. Eerst dan komen de spinnerijen en weverijen aan de beurt en er is heel wat aan arbeidsloon uitgegeven vóór en aleer de „plant van honderd dagen" van den akker in het fijnste damast of in het grofste zakkenlinnen is terechtgekomen. Maar bovendien een groot deel van dat werk kan des winters geschieden, dus juist in den tijd, dat anders dikwijls werkloosheid onder de iandarbeiders heerscht. Het was daarom jammer, dat een deel van onzen vlas oogst door Belgen werd gekocht, die, naar het scheen, beter met de bewerking op de hoogte waren dan wij en waardoor een aanzienlijk bedrag aan arbeidsloon naar het buitenland ging. We twijfelen echter niet of ook hier zou men zich die meerdere kennis kunnen eigen maken en door voorlichting en proefneming zou de Regeering dat kunnen bevorderen. Wij moeten trachten in ons dichtbevolkte land zooveel mogelijk producten te verbouwen, die aan vele handen werk verschaffen. Zooals reeds werd verwacht heeft de Eerste Kamer het wetsontwerp tot afschaffing van den zomertijd verworpen; dat dit zou geschie den met 35 tegen 9 stemmen, hadden we toch niet gedacht en deze groote meerderheid moet dan ook zeker worden verklaard doordat de schriftelijke en mondelinge verdediging van den heer Braat den lust om diens leiding te volgen bij vele leden niet had vergroot. Hoe zeer het onderwerp zich in de belangstelling van velen mag verheugen, bleek uit alles; de publieke tribune kon alle gegadigden niet bergen en ook de gereserveerde was bezet; klaarblijkelijk waren velen uit de provincie, ook dames, naar de residentie getogen om het schouwspel te zien. Beneden waren bijna alle Kamerleden aanwezig; daartusschen zag men den voorsteller, die iets van het papier las en telkens lachsalvo's deed losbarsten. Juist daarvoor had de minister van Binnenlandsche Zaken verklaard, dat, indien het voorstel mocht worden verworpen, denkelijk met 1 Juni de zomertijd wederom zal worden inge voerd. Of met deze beslissing een einde aan den strijd tegen den zomertijd is gekomen? Wie dufrt het voorspellen? Erik bezat daartoe moed noch krachten. Sprake loos had hij de doodelijke wond ontvangen en stil was hij heengegaan, om hier neer te zinken en te sterven. Een paar seconden bleef Oscar als verstijfd staan, en daarop trok hij aan de schel, hief met behulp van den toesnellenden bediende den be- wustelooze op en beval dokter Hagenbach te roe pen, zoo mogelijk zonder opzien te verwekken, zoodat het geval niet ruchtbaar werd. De geneesheer liet zich niet lang wachten. Zwijgend hoorde hij Wildenrod's mededeeling aan, terwijl hij pols en hartslag onderzocht. Nu hief hij het hoofd op en zeide zacht: „Haal uwe zuster, mijnheer van Wildenrod. Bereid haar op het ergste voor. Ik laat mijnheer Dernburg en Maja roepen." „Vreest ge dan vroeg Oscar, even zacht; maar Hagenbach schudde bezorgd het hoofd. „Hier is geen kwestie meer van vreezen of hopen. Haal de jonge vrouw Misschien komt hij nog eens tot bewustzijn." Een kwartier later wist het geheele huis, dat Erik Dernburg, dien ieder straks nog zoo stralend van geluk had gezien, op sterven lag. 't Was niet mogelijk geweest, de treurmare te verzwijgen; als een loopend vuur verspreidde zij zich. De mu ziek in de danszaal verstomde plotseling, de gas ten schaarden zich angstig fluisterend in groepen, de bedienden liepen met verschrikte aangezichten heen en weder de feestvreugde was als door een bliksemflits uitgedoofd. In dc slaapkamer was de familie rondom het sterfbed vergaderd. Hagenbach wendde nog aller lei hulpmiddelen aan, maar men kon duidelijk merken, dat hij daarvan geen heil meer verwacht MOSKOUSCHE BRIEVEN. Een leerschool der kindermisdaad. „Doodenkamers." MOSKOU, April. '23. De kinderen in de straten van Moskou zijn uit alle hoeken van het Russische rijk, vooral uit de hongerdor- pen, toegestroomd. Aller doel is Moskou. Net als de kleine helden uit de romans van Jack London hebben ze de avontuurlijkste tochten meegemaakt. Duizenden kilometers legden de meesten hunner op het dak van spoorwagons af; anderen hingen weer dagenlang, zonder te eten, zonder te slapen, aan de koppeling van den een of anderen trein of zelfs onder de wagons, waar ze zich aan de krukstangen vastklemden. Velen van hen vertellen, dat ze zich urenlang onder de stookruimte der loco motieven verborgen hielden, waarbij ze door heet kolengruis, vonken van de houtvuren en gloeienden stoom bijna verbrandden. Zij komen uit het rijk van den honger, hun streek is een woestijn geworden, het noodlot stuwt hen met geheimzinnige macht ergens heen, hun weg is een lijdensweg zonder gelijke, en hun einde ellendig ondergaan. Mos kou een nerveuze, bloedelooze, aan haar be staan wanhopende, onverschillige stad, biedt! hun een schamele toevlucht: in vuile sloppen, onder bogen van bruggen, in waterplaatsen, in geheime hoekjes op de stations, in misda-; digerskroegen, enz. Als schurftige honden zoe- ken die kleine menschelijke wezens soms de1 ongelooflijkste slaapgelegenheden op ze j wringen zich achter de verwarmingspijpen in I de stationsvestibules of maken zich een bed in vuilnishoopen, om zich tenminste te bevei ligen tegen de kou. Trouwens heel wat ver schijnselen van Russische ellende kunnen pas begrepen worden, wanneer men voortdurend denkt aan de gruwelijke uitwerking van een bijna zeven maanden lang heerschende koude. De vorst is het meestal, die deze kinderen zon der onderdak een prooi des doods doet worden. Ergens in een voorstad van Moskou bevindt zich een misdagershol, dat het „Wolvennest" genoemd wordt. Tal van reeds bijna verhon gerde straatkinderen vinden hier geheel on verwacht een onderdak. Men ruikt in hen de goede „hulpkrachten". Ze worden hier gevoed, gekleed en van al het noodige voorzien. Gratis. Op rekening van hun toekomstige verdiensten. te. Naast het bed knielde de jonge vrouw in de witte bruidsjapon, die zij nog niet had afgelegd, toen zij de droevige tijding kreeg doodsbleek en met droge oogen. Zij vermoedde een geheimen, een vreeselijken samenhang. Aan den anderen kant stond Dernburg, in stomme droefheid verzonken, de oogen onafge wend op zijn zoon gevestigd, wien hij elk offer had willen brengen om hem in het leven te be houden, en die hem nu toch werd ontrukt. Maja lag snikkend aan de borst van haar vader. Wil denrod durfde haar en het sterfbed niet naderen; stil en somber trok hij zich op den achtergrond terug. Hij had zijn spel verloren geacht en nu zou hij 't toch nog winnen. Dc arme man, wiens leven daar zoo langzaam eindigde, kon hem niet meer aanklagen, maar nam met zich in het graf, wat hij gehoord en hem den dood gegeven had. Erik lag onbeweeglijk en met gesloten oogen. Hij scheen weinig te lijden, zijn adem ging al zachter en zachter, en nu liet de dokter de hand glippen, waaraan hij tot dusver de polsslagen geteld had. Cecilia zag dit en begreep wat 't beteekende. „Erik!" riep zij. 't Was een kreet van wanhoop, van doodsangst, die den stervende nog ééns tot bewustzijn bracht. Langzaam sloeg hij de oogen op en zijn reeds door den dood benevelde blik zocht het dierbaar gelaat, dat zich over hem heen- boog; maar uit dien blik sprak zulk een grenzen- loos leed, zulk een diepe, stilzwijgende jammer klacht, dat Cecilia van het hoofd tot dc voeten huiverde, 't Was zijn laatste levensleeken nog éen diepe ademhaling uit de gewonde borst en toen was alles voorbij. ,,'t Is afgeloopen!" zeide Hagenbach zacht. Maja viel luid snikkend bij het lijk van haar Want in het „Wolvennest" ontvangen ze, al eveneens gratis, aanschouwelijk onderricht in de kunst hoe men door een handigen greep of een met vaste hand verrichte snede vreem de zakken ledigt. Een dievenschool, waar de kinderen crediet hebben, in de hoop, dat ze, na een welgeslaagden strooptocht, het school geld honderdvoudig zullen terugbetalen. Ook de Moskousche boeventaal, „Fenja", wordt hun hier bijgebracht. Een oningewijde verstaat er geen woord van. Zoo is in dat taaltje bv. roof „Eks", soldaat „Ment", cocaine „Marafet", enz. Het cocaïne-gebruik is te Moskou, net als in Parijs, Berlijn of Londen, zeer algemeen. Ook bij de kinderen op straat, onder wie moordenaars, souteneurs, proti- tuées, inbrekers e.d. geen zeldzaamheid zijn. In verpeste nachtholen der misdaad klinken kinderstemmen. Knapen die zonder bedenken hun zusters aan beruchte huizen verkoopen, terwijl ze zelf door hun slachtoffers bestolen worden, die zonder jenever of andere bedwel mende middelen niet meer leven kunnen. Dat zijn de kinderen van de „groote Russische revolutie". De Sovjet-regeering doet tegen de hierboven geschillderde ellende van alles. Maar ze bereikt weinig. Een propaganda-leuze der communis ten luidt: „Alles voor het kind". Een humaan woord, dat door de werkelijkheid helaas tot een schreeuwende ironie wordt bestempeld. De regeering heeft tal van kinderasyls en observatie-tehuizen gesticht, die onder een speciaal ministerie, de „Commissie tot Verzor ging van Minderjarigen" staan. De Functies van dat lichaam zijn als volgt geformuleerd: „De asyls moeten misdadig aangelegde kin deren opnemen en tuchthuizen, gevangenis sen e.d. vervangen, daar in de gevangenis het kind verder gedemoraliseerd wordt en slechts nieuwe misdadige neigingen opdoet. De Com missie tot Verzorging van Minderjarigen is geen gerechtelijke instelling, maar een orgaan voor medisch-paedagogische beïnvloeding, welks doel op de moreele opvoeding der "kinderen moet gericht zijn. Het moet zich alle inspanning getroosten, om den minderjarigen misdadigers den terug keer naar het kwaad, naar den val, naar het misdrijf onmogelijk te maken". Die asyls, die oorspronkelijk moesten dienen tot een zoo mooi doel, verkeeren nu in wer kelijkheid zonder uitzondering in een onge looflijk vervuilden, armoedigen, half-vervallen toestand. Het ontbreekt er aan alles. De kin deren hebben bijna geen kleeren en geen voedsel. Ze gaan daar even zeker te gronde als op 's heeren straten. Daarom worden die asyls met Sovjet-humor de „doodenkamers" genoemd. Een bezoek aan een van die „kinder tehuizen", die steeds ter eere der communis tische grootheid naar Marx, Lenin, Rosa Luxemburg of zelfs naar de heele 3e Inter nationale worden geheeten, verschaft een bij zonder gunstige gelegenheid tot melancholieke beschouwingen over het zoo krasse verschil, dat in Rusland bestaat tusschen theorie en practijk. Een voormalig heerenhuis op den besten stand van Moskou. Eens het verblijf van den een of anderen geviuchten of ver moorden bourgeois. Thans is het gebouw zoo verwaarloosd, dat het ieder oogenblik kan in- broeder op de knieën en ook over Dernburg's Wan gen rolden een paar bittere tranen, toen hij zijn zoon een afscheidskus op het reeds koud voorhoofd gaf. Maardaarop wendde hij zich tot de jonge vrouw, hief haar zacht op en sloot haar in de armen. „Hier is nu je plaats, Cecilia," zeide hij met diepe ontroering. „Gij zijt de weduwe van mijn zoon, gij zijt mijne dochter in mij zult ge een vader vinden!" In de stad, die tevens het station van den spoor weg voor Odensberg en den geheelen omtrek was, lag het hotel „Het Gouden Lam", een bekend en druk bezocht logement. De onmiddellijke nabij heid van het stationsgebouw en het druk verkeer dat steeds tusschen dit en de fabrieken en mijnen van Dernburg plaats had, bezorgde het Gouden Lam niet weinig klanten. Alles wat van Odensberg kwam of daarheen wilde, was gewoon hier zijn intrek te nemen, en ieder werd er uitstekend be diend. De oorspronkelijke eigenaar was reeds lang dood, inaar zijne weduwe had hem een opvolger gegeven in den persoon van mijnheer Pankratius Wilman. Deze was hier eens eenvoudig als gast gekomen, met plan naar een kleine betrekking in de stad om te zien, maar had bij slot van rekening ver kozen, aanzoek om de hand der rijke weduwe te doen en op die manier aan den kost te komen. Dit was hem dan ook gelukt en hij kon zich best in dat leven schikken. Het bestier van keuken en kelder liet hij aan zijne vrouw over en had het aangenamer deèl der plichten op zich genomen, om de gasten te onderhouden en hen door leer en voorbeeld te toonen, hoe voortreffelijk de keuken van het „Gouden Lam" was. (Wordt Vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1