Jok Kern, Udellris
ïsburg,
8E«rE-VÊKDIllC
4%
KUIKENS.
G. C. VAN DEN HOEK, Middelharnis
WOENSDAG
25 APRIL 1923
VRIJE BAAN.
een
lan
den
lien
het-
te
ver
een
ven
cer-
egd
a. h.
loet
Slik
giu-
-Oj.
t en
Bo-
eur.
d. v.
m J.
Arie
ana,
ijs;
1J0-
rte-
d
M.
lam
6 j.j
g 3S
lam
21
en
uth
w i
van
oud
DEN BOMMEL.
Geboren: Abraham z. v. H. Hameeteman en
H. Kerp.
Getrouwd: J Huyzer 23 j. en D. Silvius28j.
Ondertrouwd: J. Schep 41 j. eu M. A. Borg-
dorff 37 j A. Tuna 23 j. en D. M. vau der Made
1» j.
Predikbeurten.
Zondag 3
xkdehlandsch hervormde kerk.
Miil.ielhnrpis, 'sav. Js. Klouts uil Melissaut.
Somiuelsdyk. sav. ds. Vau MoutlVans. (Bevesti-
ging nieuwe lidmaten).
Dirksland, viu. da. Vau As.
Uerkiuttuu. mu. ds. Vau As uit Dirksland.
Melissant, vra ds. Kloots.
Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bouman.
Goedereede, vm. ds. De Gidts.
Ouddorp, vm. en urn. ds. Bus.
Nieuwe Tonge, vm. en 's av. ds. Kruijt.
Oude Tonge, vm. ds. Van Monttrans uit Som-
oielsdjjk.
Ooltgensplaat, vm. ds. Japchen uit Den Bommel.
Den Bommel, 'sav. ds. Japchen.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en nm.ds. Polhuns.
Hellevoetsluis, vm. en 'sav. ds. Timmer.
Nieuw-Helvoet, vm. ds. Kniphuijsen van Moor
drecht.
Nieuwenhoorn, vm. ds. De Voogd v. d. Straaten.
Rockanje, vm. ds. Witkop.
Oostvoorne, vm. ds. Brinkeriuk.
Vierpoters, vm. ds. Zwiep.
Zwartewaal. vm. ds. Bartstra.
Heenvliet, vm. ds. Romyn.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Van Velsen.
Melissant, vm. en 'sav. leeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. ds. Bouma.
Ouddorp. vm. en nm. dhr. Versteegt.
Ooltgensplaat, geen opgaaf.
Den Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 'sav. ds. Van
Huuingen uit Gouda.
Hellevoetsluis, 'sav. dhr. Verhaar van Rotter
dam.
Nieuw-Helvoet, vm. dhr.Verhaar van Rotterdam.
OUD-GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Melissant, vm., nm. en 's av. leeskerk.
Herkingen, vm., nm. en 'sav. leeskerk.
Stad aau't Haringvliet, vm.,nm.en 'sav.leeskerk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 's av. ds. Minderman.
0, Den Haag.
isdag van
Zaaljer te
ilteeren zijn
runsttanden
vier.
195
DER
CENTRALE BOAZ-BANK
UTRECHT.
Correspondent voor Sommelsdijk
en Middelharnis J. KNAPE Azn.
p/a A Knape, Dubbele Ring 144,
Sommelsdijk; Zitting: Vrijdag
7—9 n.m. voor Stellendam:
L. v. D. VLUGT, Voorstraat 26;
Zitting: Zaterdag 35 nam.
Horlogemaker en Goudsmid.
Het beste en soliedste adres voor
GOUD, ZILVER, HORLOGES,
KLOKKEN, PENDULES,
BAROMETERS en BRILLEN.
Prima kwaliteit werken
Laagste prijsnoteering
Eigen werkplaats
Levering van Brillen en Pincenez
ook op voorschrift v. H.H. Doctoren.
VAKKUNDIGE BEDIENING
BO KRKNLKRNRANK
SHDDELHAP.NIS-SOMMEL8DIJK.
De bank leent gelden aan leden tegen
5*/io 7o 'sjaars. Zij neemt gelden op tegen
l °/0 Bjaare, ook van niet-leden. Voor-
'chottan kannen dagelijks aangevraagd
worden bij een der leden vau het Beetnnr.
Gelegenheid tot inbrengen en terogbe-
-aling van gelden eiken Maandagavond en
Vrijdagavond van 88 nar ten hnize van
ten kassier
JOPP8S Cz., tpScmimelsdfjk.
Wederom KUIKENS verkrijgbaar
50 cent per stuk.
Minder dan 12 stuks per zending
wordt niet verzonden.
Oe Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overflakkee
Je Middelharnis (Langeweg)
ia op eiken werkdag voor b"lan?stel-
londen GRATIS TOEGANKELIJK.
Oeagewenscht geeft de tuinman alle
inlichtingen, die mochten worden ver»
langd.
Prijs per kwartaal. f I.
Losse nummers f 0.07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel ni8er. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstnuubifidiiigen eu Dienstiuinvragen
I,per plaatsing tut een maximum
van 10 rebels; elke regel meer 15 cent.
Oit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven deor de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
5E JAARGANG. - N°. 48.
RADIO.
III
In ons vorig ariikeltje hebben we reeds
gemeld, dat een proef te San Francisco
genomen was met de luidsprekende tele
foons. Dit was echter nog niet voldoende
en men maakte weer verdere studiën om
nog meer menschen le kunnen toespreken
en niet alleen in een zaal doch ook in de
open lucht, zoodat een openluchtmeting
gehouden kon worden vanuit de kamer.
Een dergelijke proef werd genomen in
Maart 1921. Toen president Harding het
congres opende, stond een menschenme-
nigte van niet minder dan 125000 buiten
te luisteren naar de rede van hun president
terwijl bovendien alle andere amateurs
met hun toestellen het gesprokene konden
waarnemen. Wie weet dus hoeveel perso
nen in werkelijkheid Presidents-stem heb
ben gehoord.
Die hoorns welke het sterke geluid pro-
duceeren waren bevestigd op hooge palen
en staken naar alle richtingen uit. In No
vember van datzelfde jaar hield president
Harding een rede die hoorbaar werd ge
maakt in de openlucht voor 100.000 men-
schen te Arlington en gelijktijdig voor
15000 menschen te Madison Square-gar
den en nog 20000 te San Francisco, alzoo
dus voor de kolossale menschenmassa van
135000.
De menschelijke stem, die met zoo'n
kracht weerklinkt, was naar men de be
schrijvingen geeft haast schrikwekkend en
van dichtbij ook niet goed verstaanbaar.
Eerst op een afstand klinkt het geluid
weer natuurlijk. Of dit nu komt doordal
het versterkte geluid toch nog altijd niet
vrij is van vervorming, of dat het alleen
wordt veroorzaakt door het ongewone van
het hooren der menschelijke stem en een
zoo bovennatuurlijke stem, is nog niet
met zekerheid te zeggen.
Intusschen heeft men op dit gebied in
ons eigen land ook niet stil gezeten en
heeft men op het laboratorium der Rijks
telegraaf in deze richting resultaten ver
kregen die naast de Amerikaansche mogen
worden gesteld en die mogelijk zelfs wat
verstaanbaarheid en afwezigheid van ver
vorming nog hooger staan. Daarbij is voor
een deel gebruik gemaakt van geheel
andere inrichtingen dan in bet beroemde
Amerika.
De geluidgever in elk geval is geheel
hoornloos en aangezien een hoorn op
een luidsprekende telefoon altijd mede
werkt tot het geven van vervorming der
spraak, is de hoornlooze luidspreker reeds
een groote vooruitgang.
Hier te lande, dus Nederlands fabrikaat,
heeft men op de telefoon den weergever
geplaatst, die'de firma Pathe te Parijs dit
jaar heeft aangebracht op haar nieuwste
gramofoons, een instrument, waarvan het
voorkomen van de vervorming der spraak
evenzeer een groot vraagstuk is.
In deze bijzondere constructie bleek een
geluidgever gelegen te zijn van zeer bij
zondere kwaliteiten. Deze geluidsterkc-is
zijn ook gedemonstreerd in de openlucht
en de duidelijkheid en sterkte van de ge
sproken woorden waren zeer indrukwek
kend.
Waar wij met deze technische spreek-
middelen in de toekomst heen gaan, laat
zich nog nauwelijks overzien Bij massa
samenkomsten bewijzen zij thans groote
diensten bij de beïnvloeding der publieke
opinie, in politieken of anderen zin kan
men met zulke spreckmiddelen enorm ge
baat zijn, daar slechts weinige menschen
niet het hoofd buigen voor een gesproken
woord vergeleken bij een geschrevene.
v. E.
Landbouw.
FEUILLETON.
VAN
E. WESNER.
{Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
52)
De jonge vrouw antwoordde niet en sprak niet
tegen; haar stilzwijgen was toestemmend. Maar nu
zag Oscar verschrikt op. Hij had in de naaste
kamer een geluid als van een zacht dichtvallende
deur gehoord, en door een plotseling opkomend
vermoeden gedreven, opende hij haastig de deur,
die toegang gaf tot het salon. Maar neen, het
vertrek was leeg. Een blik op de pendule overtuig
de den baron echter, dat 't hoog tijd was een eind
aan het gesprek te maken. Hij ging naar zijne
^fterterug. „ik moet weer naar de zaal," zeide hij
half binnensmonds, „en gij moet je ook voor je
vertrek gereedmaken. Droog nu je tranen en be
denk, wat ge aan jezelve en aan mij verplicht zijt.
Ge zijt brik s vrouw en morgen liggen er al mijlen
tusschen je en dien ander, dien ge, naar ik hoop,
nooit weerziet. Ik heb gezorgd, dat hij ons hier
te Odensberg geen nadeel meer kan toebrengen,
en gij zult hem vergeten, want dat moet ge!"
Hij schelde de kamenier, die hij had wegge
zonden om met Cecilia alleen te zijn. De roodge
weende oogen der jonge vrouw konden aan het
afscheid van haar broeder worden toegeschreven
maar toch wilde hij haar liever geen moment alleen
laten. Eerst toen Nannon binnentrad, verliet hij
het vertrek.
LANDBOUWTOE5TANDEN.
De koude en de gewassen. De
aardappelen. Herleving der vlas
cultuur. De zomertijd.
Dc koude dagen van deze week, die op de
warme van de vorige zijn gevolgd, zijn met
gemengde gevoelens door de boeren ontvan
gen. Voorzoover het niet vriest, zijn er graan
bouwers, vooral in de zand- en veenstreken, die
wel gaarne wat koeler weer hebben; anders
groeit het koren, dat toch al vroeg is begonnen,
haast te vlug en moet de bodem al bijzonder
goed van voedsel zijn voorzien, als dat zoo tot
de rijping kan doorgaan. Dan komen er straks
perceelen, die de groene kleur verliezen en
geel beginnen te worden; er komen v/einig en
kleine aren en voor een overbemesting is het
dan te laat. De opbrengst valt dan tegen en
een regelmatige groei is daarom beter, zoodat
tot aan den oogsttijd voldoende opneembaar
voedsel aanwezig blijft. De weideboeren heb
ben echter liever warmte, waardoor het gras
welig begjnt te groeien; dat belooft een rijke
hooiopbrengst en het vee kan bij een overvloed
van gras zich rijkelijk verzadigen en veel
melk geven of in welstand toenemen.
Overigens trekt de natuur wederom haar
feestkleed aan; alles groeit en bloeit weer en
als de zon schijnt, leveren het fijne jonge groen
en de gele en witte kleuren van bloemen en j
vruchtboomen een tafereel, waarnaar men ook'
bij een eenigszins langdurige treinreis niet
moede wordt te kijken. De zaaitijd is voorbij
en de erwten en het zomergraan staan reeds
in rijen; alleen is hier en daar nog een enkele
landbouwer bezig de aardappelen te poten of
te leggen in de vore achter den ploeg. De prij
zen zijp laag, doch hij hoopt op betere tijden
en bovendien, waar eenmaal de aardappelteelt
van beteekenis is, kan men toch niet in een
enkel jaar deze cultuur geheel opgeven. In
Groningen werken sommige fabrieken nog met
volle kracht en vermalen thans de aardappe
len, die ook voor de consumptie hadden kun
nen dienen. De kwaliteit begint achteruit te
gaan en de groote partijen dienen te worden
opgeruimd, daar ook op export niet valt te
rekenen; uit Duitschland kwam nog kort ge
leden het bericht, dat men daar de overtollige
aardappelen wilde trachten te ruilen voor
buitenlandsch graan. De prijzen, die de fabrie
ken geven, zijn laag, meestal bedragen ze
J 1.25 per 100 K.G., waarbij dan gerekend
wordt op een zetmeelgehalte van 400 gr., wat in
Beneden in de gang ontmoette de baron een
knecht met Erik's handkoffer en reismantel en
vroeg vluchtig in het voorbijgaan: „Is mijnheer
Dernburg nog op zijn kamer?"
„Neen, mijnheer. Hij is boven bij de jonge me
vrouw," was het antwoord.
„Nog niet. Ik kom juist van mijn zuster
„Maar ik heb den jongen mijnheer toch zelf de
trap zien opgaan," hernam de bediende, min of
meer verwonderd. „Omstreeks een half uur ge
leden. Heeft mijnheer hem dan niet gesproken?
Mijnheer ging naar mevrouw's kamer door de
kleine tusschendeur."
Zelfs Wildenrod's lippen werden wit; aan dien
ingang had hij niet gedacht! Als Erik werkelijk
in het salon was geweest, als hij gehoord had, wat,
Oscar durfde niet doordenken, maar snelde
naar de vertrekken van zijn zwager.
Het eerste was leeg, maar toen hij de deur van
de slaapkamer opende, deinsde hij ontzet achter
uit.
Erik lag op den grond, schijnbaar levenloos
en met gesloten oogen. Zijn hoofd lag achterover
en zijn borst, zijn kleederen, het tapijt om hem
heen, alles was met lichtrood bloed overstroomd,
dat hem nog altijd droppelsgcwijs uit den mond
vloeide.
Wildenrod had geen nadere verklaring noodig;
de toestand was duidelijk genoeg. Midden in zijn
gewaand geluk was den'jongen man de blinddoek
van de oogen gerukt. Hij had 't uit den mond van
zijne aangebeden vrouw zelve moeten hooren, dat
ze hem nooit had liefgehad, dat ze liever wilde
sterven dan hem toebchooren. leder ander zou in
woede zijn losgebarsten, zou zijn toorn, zijn wan
hoop in woorden hebben luchtgegeven; de arme
vele gevallen niet wordt bereikt. Dit is een
prijs, die misschien vóór den oorlog nog loonend
kon worden genoemd, doch die thans door de
hooge loonen en pachten en andere uitgaven
een groot verlies voor den landbouwer betee-
kent. Toch moet hij verkoopen; straks worden
de fabrieken stopgezet en zijn de aardappelen,
die in kwaliteit teruggaan en daarbij met dit
vroege voorjaar spoedig moeten concurreeren
met de nieuwe, misschien nauwelijks het weg
halen waard.
Voor een ander artikel, waarvan de cultuur
voor ons land ook van de grootste beteekenis
is, schijnt de toekomst weer rooskleuriger te
worden; we bedoelen het vlas. In 1920 was het
haast onverkoopbaar en de verbouw liep daar
door het volgende jaar tot op ongeveer l/3
terug. Thans vernemen we, dat reeds nu koop
lieden trachten het gewas van dit jaar te'koo-
pen, hoewel het zaaizaad nog nauwelijks aan
den bodem is toevertrouwd. Erg reëel lijkt
deze handel niet en het is in den regel het
beste voor beide partijen, dat de koop pas
wordt gesloten als het product reeds volgroeid
is, opdat men de kwaliteit kan beoordeelen. Bij
vlas weten echter de kooplieden dikwijls
precies waar de beste kwaliteit groeit en welke
boer er veel zorgen aan besteedt; hoewel het
dus zonder twijfel voor een deel windhandel
is, die tot allerlei onaangenaamheden aanlei
ding kan geven en die we niemand zouden
aanraden, is het toch ook soms weer niet zoo
erg als het lijkt.
Het zou niet alleen voor de boeren, die het
vlas, als een vroegtijdig te oogsten gewas, zoo
uitstekend in de vruchtwisseling kunnen ge
bruiken, van belang zijn, dat de vlasprijzen
weer omhoog gaan; ook voor de arbeiders zou
dit in nog sterkere mate het geval zijn. Hoewel
de vlascultuur niet de beteekenis heeft in ons
land van die van de aardappelen wat de
oppervlakte betreft voor ongeveer 1/7, althans
in 1920 is er aan de vlasbewerking nog veel
meer werk verbonden dan aan den verbouw
van aardappelen. Vlas vraagt reeds bij het
wieden vele handen, daar dit niet machinaal
kan gescheiden; daarna wordt het niet ge
maaid of gezicht, zooals het gras of het koren,
doch schoof voor schoof uit den grond getrok
ken. Als het eindelijk van de zaadbollen is ont
daan, begint het eerst recht; het moet dan wor
den geroot, om den vezel door verschillende be
werkingen van den bast te kunnen ontdoen.
Eerst dan komen de spinnerijen en weverijen
aan de beurt en er is heel wat aan arbeidsloon
uitgegeven vóór en aleer de „plant van honderd
dagen" van den akker in het fijnste damast of
in het grofste zakkenlinnen is terechtgekomen.
Maar bovendien een groot deel van dat
werk kan des winters geschieden, dus juist in
den tijd, dat anders dikwijls werkloosheid
onder de iandarbeiders heerscht. Het was
daarom jammer, dat een deel van onzen vlas
oogst door Belgen werd gekocht, die, naar het
scheen, beter met de bewerking op de hoogte
waren dan wij en waardoor een aanzienlijk
bedrag aan arbeidsloon naar het buitenland
ging. We twijfelen echter niet of ook hier zou
men zich die meerdere kennis kunnen eigen
maken en door voorlichting en proefneming
zou de Regeering dat kunnen bevorderen. Wij
moeten trachten in ons dichtbevolkte land
zooveel mogelijk producten te verbouwen, die
aan vele handen werk verschaffen.
Zooals reeds werd verwacht heeft de Eerste
Kamer het wetsontwerp tot afschaffing van
den zomertijd verworpen; dat dit zou geschie
den met 35 tegen 9 stemmen, hadden we toch
niet gedacht en deze groote meerderheid moet
dan ook zeker worden verklaard doordat de
schriftelijke en mondelinge verdediging van
den heer Braat den lust om diens leiding te
volgen bij vele leden niet had vergroot. Hoe
zeer het onderwerp zich in de belangstelling
van velen mag verheugen, bleek uit alles; de
publieke tribune kon alle gegadigden niet
bergen en ook de gereserveerde was bezet;
klaarblijkelijk waren velen uit de provincie,
ook dames, naar de residentie getogen om het
schouwspel te zien. Beneden waren bijna alle
Kamerleden aanwezig; daartusschen zag men
den voorsteller, die iets van het papier las en
telkens lachsalvo's deed losbarsten. Juist
daarvoor had de minister van Binnenlandsche
Zaken verklaard, dat, indien het voorstel
mocht worden verworpen, denkelijk met 1
Juni de zomertijd wederom zal worden inge
voerd.
Of met deze beslissing een einde aan den
strijd tegen den zomertijd is gekomen? Wie
dufrt het voorspellen?
Erik bezat daartoe moed noch krachten. Sprake
loos had hij de doodelijke wond ontvangen en
stil was hij heengegaan, om hier neer te zinken
en te sterven.
Een paar seconden bleef Oscar als verstijfd
staan, en daarop trok hij aan de schel, hief met
behulp van den toesnellenden bediende den be-
wustelooze op en beval dokter Hagenbach te roe
pen, zoo mogelijk zonder opzien te verwekken,
zoodat het geval niet ruchtbaar werd.
De geneesheer liet zich niet lang wachten.
Zwijgend hoorde hij Wildenrod's mededeeling aan,
terwijl hij pols en hartslag onderzocht. Nu hief
hij het hoofd op en zeide zacht:
„Haal uwe zuster, mijnheer van Wildenrod.
Bereid haar op het ergste voor. Ik laat mijnheer
Dernburg en Maja roepen."
„Vreest ge dan vroeg Oscar, even zacht;
maar Hagenbach schudde bezorgd het hoofd.
„Hier is geen kwestie meer van vreezen of hopen.
Haal de jonge vrouw Misschien komt hij nog
eens tot bewustzijn."
Een kwartier later wist het geheele huis, dat
Erik Dernburg, dien ieder straks nog zoo stralend
van geluk had gezien, op sterven lag. 't Was niet
mogelijk geweest, de treurmare te verzwijgen;
als een loopend vuur verspreidde zij zich. De mu
ziek in de danszaal verstomde plotseling, de gas
ten schaarden zich angstig fluisterend in groepen,
de bedienden liepen met verschrikte aangezichten
heen en weder de feestvreugde was als door een
bliksemflits uitgedoofd.
In dc slaapkamer was de familie rondom het
sterfbed vergaderd. Hagenbach wendde nog aller
lei hulpmiddelen aan, maar men kon duidelijk
merken, dat hij daarvan geen heil meer verwacht
MOSKOUSCHE BRIEVEN.
Een leerschool der kindermisdaad.
„Doodenkamers."
MOSKOU, April. '23. De kinderen in de
straten van Moskou zijn uit alle hoeken van
het Russische rijk, vooral uit de hongerdor-
pen, toegestroomd. Aller doel is Moskou. Net
als de kleine helden uit de romans van Jack
London hebben ze de avontuurlijkste tochten
meegemaakt. Duizenden kilometers legden de
meesten hunner op het dak van spoorwagons
af; anderen hingen weer dagenlang, zonder te
eten, zonder te slapen, aan de koppeling van
den een of anderen trein of zelfs onder de
wagons, waar ze zich aan de krukstangen
vastklemden. Velen van hen vertellen, dat ze
zich urenlang onder de stookruimte der loco
motieven verborgen hielden, waarbij ze door
heet kolengruis, vonken van de houtvuren en
gloeienden stoom bijna verbrandden.
Zij komen uit het rijk van den honger, hun
streek is een woestijn geworden, het noodlot
stuwt hen met geheimzinnige macht ergens
heen, hun weg is een lijdensweg zonder gelijke,
en hun einde ellendig ondergaan. Mos
kou een nerveuze, bloedelooze, aan haar be
staan wanhopende, onverschillige stad, biedt!
hun een schamele toevlucht: in vuile sloppen,
onder bogen van bruggen, in waterplaatsen,
in geheime hoekjes op de stations, in misda-;
digerskroegen, enz. Als schurftige honden zoe-
ken die kleine menschelijke wezens soms de1
ongelooflijkste slaapgelegenheden op ze j
wringen zich achter de verwarmingspijpen in I
de stationsvestibules of maken zich een bed
in vuilnishoopen, om zich tenminste te bevei
ligen tegen de kou. Trouwens heel wat ver
schijnselen van Russische ellende kunnen pas
begrepen worden, wanneer men voortdurend
denkt aan de gruwelijke uitwerking van een
bijna zeven maanden lang heerschende koude.
De vorst is het meestal, die deze kinderen zon
der onderdak een prooi des doods doet worden.
Ergens in een voorstad van Moskou bevindt
zich een misdagershol, dat het „Wolvennest"
genoemd wordt. Tal van reeds bijna verhon
gerde straatkinderen vinden hier geheel on
verwacht een onderdak. Men ruikt in hen de
goede „hulpkrachten". Ze worden hier gevoed,
gekleed en van al het noodige voorzien. Gratis.
Op rekening van hun toekomstige verdiensten.
te. Naast het bed knielde de jonge vrouw in de
witte bruidsjapon, die zij nog niet had afgelegd,
toen zij de droevige tijding kreeg doodsbleek en
met droge oogen. Zij vermoedde een geheimen,
een vreeselijken samenhang.
Aan den anderen kant stond Dernburg, in
stomme droefheid verzonken, de oogen onafge
wend op zijn zoon gevestigd, wien hij elk offer
had willen brengen om hem in het leven te be
houden, en die hem nu toch werd ontrukt. Maja
lag snikkend aan de borst van haar vader. Wil
denrod durfde haar en het sterfbed niet naderen;
stil en somber trok hij zich op den achtergrond
terug. Hij had zijn spel verloren geacht en nu
zou hij 't toch nog winnen. Dc arme man, wiens
leven daar zoo langzaam eindigde, kon hem niet
meer aanklagen, maar nam met zich in het graf,
wat hij gehoord en hem den dood gegeven had.
Erik lag onbeweeglijk en met gesloten oogen.
Hij scheen weinig te lijden, zijn adem ging al
zachter en zachter, en nu liet de dokter de hand
glippen, waaraan hij tot dusver de polsslagen geteld
had. Cecilia zag dit en begreep wat 't beteekende.
„Erik!" riep zij. 't Was een kreet van wanhoop,
van doodsangst, die den stervende nog ééns tot
bewustzijn bracht. Langzaam sloeg hij de oogen
op en zijn reeds door den dood benevelde blik
zocht het dierbaar gelaat, dat zich over hem heen-
boog; maar uit dien blik sprak zulk een grenzen-
loos leed, zulk een diepe, stilzwijgende jammer
klacht, dat Cecilia van het hoofd tot dc voeten
huiverde, 't Was zijn laatste levensleeken nog
éen diepe ademhaling uit de gewonde borst en
toen was alles voorbij.
,,'t Is afgeloopen!" zeide Hagenbach zacht.
Maja viel luid snikkend bij het lijk van haar
Want in het „Wolvennest" ontvangen ze, al
eveneens gratis, aanschouwelijk onderricht
in de kunst hoe men door een handigen greep
of een met vaste hand verrichte snede vreem
de zakken ledigt. Een dievenschool, waar de
kinderen crediet hebben, in de hoop, dat ze,
na een welgeslaagden strooptocht, het school
geld honderdvoudig zullen terugbetalen.
Ook de Moskousche boeventaal, „Fenja",
wordt hun hier bijgebracht. Een oningewijde
verstaat er geen woord van. Zoo is in dat
taaltje bv. roof „Eks", soldaat „Ment", cocaine
„Marafet", enz. Het cocaïne-gebruik is te
Moskou, net als in Parijs, Berlijn of Londen,
zeer algemeen. Ook bij de kinderen op straat,
onder wie moordenaars, souteneurs, proti-
tuées, inbrekers e.d. geen zeldzaamheid zijn.
In verpeste nachtholen der misdaad klinken
kinderstemmen. Knapen die zonder bedenken
hun zusters aan beruchte huizen verkoopen,
terwijl ze zelf door hun slachtoffers bestolen
worden, die zonder jenever of andere bedwel
mende middelen niet meer leven kunnen. Dat
zijn de kinderen van de „groote Russische
revolutie".
De Sovjet-regeering doet tegen de hierboven
geschillderde ellende van alles. Maar ze bereikt
weinig. Een propaganda-leuze der communis
ten luidt: „Alles voor het kind". Een humaan
woord, dat door de werkelijkheid helaas tot
een schreeuwende ironie wordt bestempeld.
De regeering heeft tal van kinderasyls en
observatie-tehuizen gesticht, die onder een
speciaal ministerie, de „Commissie tot Verzor
ging van Minderjarigen" staan. De Functies
van dat lichaam zijn als volgt geformuleerd:
„De asyls moeten misdadig aangelegde kin
deren opnemen en tuchthuizen, gevangenis
sen e.d. vervangen, daar in de gevangenis het
kind verder gedemoraliseerd wordt en slechts
nieuwe misdadige neigingen opdoet. De Com
missie tot Verzorging van Minderjarigen is geen
gerechtelijke instelling, maar een orgaan voor
medisch-paedagogische beïnvloeding, welks
doel op de moreele opvoeding der "kinderen
moet gericht zijn.
Het moet zich alle inspanning getroosten,
om den minderjarigen misdadigers den terug
keer naar het kwaad, naar den val, naar het
misdrijf onmogelijk te maken".
Die asyls, die oorspronkelijk moesten dienen
tot een zoo mooi doel, verkeeren nu in wer
kelijkheid zonder uitzondering in een onge
looflijk vervuilden, armoedigen, half-vervallen
toestand. Het ontbreekt er aan alles. De kin
deren hebben bijna geen kleeren en geen
voedsel. Ze gaan daar even zeker te gronde
als op 's heeren straten. Daarom worden die
asyls met Sovjet-humor de „doodenkamers"
genoemd.
Een bezoek aan een van die „kinder
tehuizen", die steeds ter eere der communis
tische grootheid naar Marx, Lenin, Rosa
Luxemburg of zelfs naar de heele 3e Inter
nationale worden geheeten, verschaft een bij
zonder gunstige gelegenheid tot melancholieke
beschouwingen over het zoo krasse verschil,
dat in Rusland bestaat tusschen theorie en
practijk. Een voormalig heerenhuis op den
besten stand van Moskou. Eens het verblijf
van den een of anderen geviuchten of ver
moorden bourgeois. Thans is het gebouw zoo
verwaarloosd, dat het ieder oogenblik kan in-
broeder op de knieën en ook over Dernburg's Wan
gen rolden een paar bittere tranen, toen hij zijn
zoon een afscheidskus op het reeds koud voorhoofd
gaf. Maardaarop wendde hij zich tot de jonge vrouw,
hief haar zacht op en sloot haar in de armen.
„Hier is nu je plaats, Cecilia," zeide hij met
diepe ontroering. „Gij zijt de weduwe van mijn
zoon, gij zijt mijne dochter in mij zult ge een
vader vinden!"
In de stad, die tevens het station van den spoor
weg voor Odensberg en den geheelen omtrek was,
lag het hotel „Het Gouden Lam", een bekend en
druk bezocht logement. De onmiddellijke nabij
heid van het stationsgebouw en het druk verkeer
dat steeds tusschen dit en de fabrieken en mijnen
van Dernburg plaats had, bezorgde het Gouden
Lam niet weinig klanten. Alles wat van Odensberg
kwam of daarheen wilde, was gewoon hier zijn
intrek te nemen, en ieder werd er uitstekend be
diend.
De oorspronkelijke eigenaar was reeds lang dood,
inaar zijne weduwe had hem een opvolger gegeven
in den persoon van mijnheer Pankratius Wilman.
Deze was hier eens eenvoudig als gast gekomen,
met plan naar een kleine betrekking in de stad
om te zien, maar had bij slot van rekening ver
kozen, aanzoek om de hand der rijke weduwe te
doen en op die manier aan den kost te komen.
Dit was hem dan ook gelukt en hij kon zich best
in dat leven schikken. Het bestier van keuken
en kelder liet hij aan zijne vrouw over en had het
aangenamer deèl der plichten op zich genomen,
om de gasten te onderhouden en hen door leer en
voorbeeld te toonen, hoe voortreffelijk de keuken
van het „Gouden Lam" was.
(Wordt Vervolgd