L
Leest „Onze Eilanden"
Hl. Landbouwers, Ko
J
.SPROÈtÈ/7~
j JAN KRIJGER g
i ARENTJE ELISABETH BORN I
JAN VAN NIMWEGEN Gz.,
Tandarts KROS
Donderdag,
Hit en Kar
O
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 14 APRIL 1923.
Hierna bood spreker namens de vereen,
den heer Scheerens een mooie schemerlamp
aan.
Do heer Scheerens dankte diep geroerd
voor de eer hem bewezen, en zei dat h|j al
het mogelijke nog voor de vereeniging zou
doen.
Voor afwisseling zou een strijkje met
piano zorgen, hetwelk was samengesteld uit
de heeren Fraassen ipiano), Baljet, Ouden
aarden, Zoetemeyer en Kruijne (viool), die
geheel belangeloos hun medewerking hadden
toegezegd. De heer 'keffers dankte ook hen
hartelijk, evenals alle andere medewerkers.
Vervolgens werd de avond geopend door
de „Predezeek" van een amateur-declamator,
de heer Schriel, lid der vereeniging. Van
deze openingsmop werd door allen het refrein
luidende:
Brinio houd je taai,
Met je rek en reuzezwaai,
Met je witte shirt en witte broek,
Brinio houd je goed.
luide meegezongen, wat de feeststemming er
al dadelyk inbracht.
Als no 2 op het programma stonden kracht
toeren van een Brinio-lid vermeld. Verma
kelijk was het om te zien hoe zes personen
moeite hadden om het gewicht op hettoo-
neel te krijgen, en hoe daarna deze kracht
patser het gewicht bijna zonder moeite
boven zijn hoofd uitstak. Voor deze gelegen
heid had hy zyn borst met de medailles van
Brinio getooid, genoemd lichaamsdeel was
daarmee geheel bezet, daar Brinio nogal goed
in haar medailles zit.
Na dit nummer volgden de vrije oefeningen
van eenige Brinio-leden. Velen dachten dat
dit gewone oefeningen zouden zijn, doch al
spoedig bleek dat zjj zich vergist hadden,
want niet zoodra ging het scherm op, of de
zaal barstte in eeD daverend gelach los, daar
er vijf turners achterst-vojen aangekleed op
het tooneel stonden, onder leiding van een
clown. Het lachen nam geen einde toen de
clown verzocht om een buiging en eenige
oefeningen voor het publiek temaken,daar
het scheen of het de meest slappe gymnasten
waren.
De ledige tjjd werd aangevuld door den
heer Schriel met zijn eigengemaakte liedjes,
zooals het Brielsche Veer, de Brielsche Sport
vereniging, de Kwatta-soldaatjes, het fornuis
van Landru, enz., enz.
Na de voordracht „Het Klaverblad van
Vier", dat door de speelsters schitterend op
gevoerd werd, volgde het blijspel in een
bedrijf „Een pootig wijfje".
Het zou te veel plaatsruimte in beslag
nemen het stuk uitvoerig te behandelen.
Maar dit kan gezegd worden, dat het stuk
schitterend opgevoerd werd. Het donderend
applaus bewees dit dan ook voldoende. Schit
terend werden de rollen vertolkt. Aan dit
stuk werkten 5 personen mede, n.l. Julie
van Dam, geb. Verplak; Ferdinand v.Dam,
haar echtgenoot; De Gluiper, oom van Julie;
Zeegras, professor; Santje, dienstbode. Voor
de grimeering had de heer Weltevrede, coif
feur, gezorgd, wat ook alle lof verdient.
Na afloop van het stuk volgde de pauze,!
waarin ook de viool- en piano-muziek het
hare er toe bijdroeg.
Gedurende de pauze werd een tombola
gehouden voor de adspirantleden, waarin
verschillende aardigheden gevonden werden.
Na de pauze werden eenige liederen door
twee Brinioleden voorgedragen in turncos
tuum, hetgeen bij het publiek zeer in den
smaak viel.
Ter afwisseling en afwijking van de ge
wone tooneelstukjes werd een „Dadastuk"
opgevoerd, waarbij ook de muziek zich aan
sloot en dada speelde, terwijl achter in de
zaai eenige personen op bekkens zaten te
slaan.
Vermakelijk was het om te zien hoe een
kindermeid het tooneel opkwam met een
kinderwagen en een hark, waarna zij den
huisknecht riep, die toen het kind in den
wagen, het was maar een persoon van circa
20 jaar, moest verzorgen, terwyl aan het
lachen geen einde kwam, toen hij hem zijn
dorst liet lesschen uit een groote vyf-kans
jeneverkruik met een slang en daarna uit
een maud-flesch van dito inhoud en vervol
gens een sigaar aan liet steken van circa
85 c.M. lang.
Door het late uur moesten, wilde men nog
de danslustigen ter wille zjjn, eenige stukjes
van het programma geschrapt worden, zoo
idat na eerst nog van een stuk strykmuziek
genoten te hebben, het bal omstreeks mid
dernacht, onder leiding van den heer Philipse,
aanving.
Voor het dansen bleek genoeg animo te
zyn, daar toen de heer Philipse „engageeren
polonaise" liet hooren, de zaal haast te klein
bleek, zoodat er twee partyen gevormd moes
ten worden. Nog een poos is het bal gemas
kerd geweest, wat de feestvreugde zeer ver
hoogde.
Omstreeks drie uur werd de avond ge
sloten verklaard. Een woord van hulde aan
den heer v. d. Reyden, houder van hotel
„de Nymph", daar deze uitmuntend gezorgd
had voor het tooneel, benevens voor bloe
men enz.
Eu tenslotte nog een woord van hulde
aan den directeur en het volyverige bestuur
van Brinio en alle overigen, die aan het wel
slagen van dien avond hebben medegewerkt.
Het bestuur kan dan ook met genoegen
op dezen avond terugzien, terwyl velen
zullen hopen dat een volgenden winter weer
zoo'n avond gegeven zal worden.
SCHETSEN
VAX
WILLEM BROEKHUIJS.
lil.
Mr. B EN IK.
Breede, wijdarmige kranen wierpen, met de vele
kleineren langs de wanden, een scherp wit gloei-
licht in de zaalwijdte. Rijke fluweel-draperieën in
donkertintend blauw en rood, omplooiend zwaar
de uitgangen.
Uit een aangrenzende zaal klonken zwevende
walstenen, in een wegslepend rythmus opwekkend
de danslustigen. Dansende paren gleden in sier
lijke walspassen over den gladden parketvloer, de
lichtkleurige dameskleeding hel optintend bij de
dof-zwarte rokken der heeren en de blankwitte,
stijfglanzende borsten, strak uitbuigend de laag
uitgesneden vesten.
Doketr Loohuis stond bij een der uitgangen van
Mevrouw Van Dalen's versierde salons en zijn
Cynisch lachje was menigeen tot ergernis. Hij keek
voor zich met oogen, die niets zagen in het helle
feestelijke licht. Oftoch wel, maar dèt waren
dingen, die voor anderen verborgen bleven.
Hij zag tusschen kostbare palmen het bleeke
gezichtje van het jongske in het slop, wiens uit
geteerde lichaampje zachtkens wegkwijnde. i
Hij zocht bij de mollige divans en uitlokkende
crapeauds, waartusschen teere luxe stoeltjes
een bonte rij, die vast aaneengesloten de wanden
Hongaarsche Causerieën.
„Blijmoedigheid en hoop Ellen
de en haar statistieken. De prijzen-
jacht. Kosten van levensonderhoud
en loonen.
BOEDAPEST, 4 April. Twee dingen zijn
noodig: blymoedigheid en hoop!"...
Dat hebben we allen, inwoners der Hon
gaarsche hoofdstad, tijdens de nu weer voor
bije Paaschdagen, in velerlei toonaard kun
nen hooren. Van de kansels is het gezegd en
in de courantenop straat en in onze huis
kamers hebben wij 't elkaar toegewenscht
als kostelijkst bezit: blijmoedigheid en hoop
Maar, velen zijn er, die de goede wenschen
met spottenden of geresigneerden glimlach
in ontvangst genomen hebben, die sinds
lang de hoop op betere dagen hebben opge
geven en in wier oogen geen sprankje blij
moedigheid meer blinkt.
Ieder Paaschfeest wordt voor dit land droe
viger en de klokken, die de Opstanding ver
kondigen moeten, beieren, zwaar en dof, een
doodslied.
Na den jongste» val van de kroon, die de
eerste levensbehoeften tot een waanzinnige
hoogte opgedreven heeft, is het leven hier
welhaast onhoudbaar en onmogelijk gewor
den.
Niet voor de weinigen, de 50 000 misschien
die de vermaakzoekende vreemdeling in de
binnenstad ziet; dèAr zyn de toiletten der
drentelende schoonen, „du dernier cri" en
gaat het waardelooze papieren geld in de
groote modemagazynen, bij geheele pakket
ten, van hand tot hand. D&èr stuiven de luxe
auto's der beursspeculanten van en nkè.r het
terrein van den strijd, die hun den ondergang
of millioenen brengt.
Ook niet voor de bezoekers van de opera,
die pas haar entrées met 50 verhoogde,
maar waar niettemin geen enkelen avond
een plaats onbezet blyft. Hier flonkeren de
kostbare brillanten, glanzen de blankste pa
relmoeren, zijn de smokings onberispelyk en
de monocles „fesch" en elegant als in de
beste jaren, die Hongarye ooit doorleefde.
Ook niet in de nachtlokalen, waar de cham
pagne vloeit bij stroomen, waar dure man
nen en nög duurdere vrouwen zich amusee
ren tot de lentezon aan-den voorjaarshemel
staat.
Maar dat is Boedapest niet. Boedapest is
een stad, die honger heeft waar grauwe
ellendegestalten door de sombere nauw-ver
lichte straten sluipen, beschaamd hun lom
pen te toonen, waar de bedelaars op iederen
straathoek staan, blind, éénbeenig, bevend-
door-Shelshock", murmelend hun eeuwige
toonlooze „kéremkérem".Boedapest,
het elegante, bly moedige jonge Boedapest,
de prachte Donau-stad, is een grauwe doffe
huizenzee geworden, waar half-naakte kin
deren, holoogig en bleekwangig, stil en
schuw, hun verkleumde handjes in de krach
tige lentezon trachten te warmen waar
de zorgrimpels nooit van de afgetobde ge
zichten der moeders wyken, waar de vaders
zwoegen, dag in dag uit, eri toch nooit meer
verdienen kunnen dan het droge, bruine brood.
Het hoofdstedelijk bestuur heeft wel een
verschrikkelijk werk ondernomen, toen het
besloot, een schildering van deze ellende
der danszaal volgde, hij zocht daarbij een zachte
ligplaats voor het oude, gebrekkige moedertje,
dat nu op een harden stroozak rustte.
Hij wilde in de blinkende eere-teekens, die kort
te voren van hun fluweelen kussens door in glacé
geknelde dameshandjes] waren verhuisd naar de
kellnerpakken der dansers, zoo graag klinkende
muntstukken zien, waar voor brood en vleesch
te koop zou zijn voor honderden menschen.
Waarom de één alles en zoovelen n iets!
Ja, dokter Loohuis had socialistische denkbeel
den. 't Was jammer van den man.
De gastvrouw, die beminnelijk als altijd hem
even had gade geslagen, bereikte hem van ter
zijde.
„Wel dokter," vroeg ze lachend en passant,
„ziet 't er zoo ernstig uit in de wereld dat U 't dan
sen vergeet?"
Het was een herinnering aan zijn plicht, zijn
wufte plicht van gast. Hij was hier niet om te
mijmeren en te droomen.
N u pas drong het bewustzijn bij hem door,
dat men hem een balboekje had toegestopt; hij
zocht er naar en had 't zeker met de eerste de
beste ingewijd, indien die bloeiende schoonheid
hem juist in dit oogenblik geen steek onderwater
had toegebracht.
„'t Is zoo de geest van den tijd," zei ze op spot-
tend-zalvenden toon.
Een kleine blondine, die naast haar stond en
van den geest van haar tijd en haar stad en haar
sekse juist zooveel beet had, dat ze smoorlijk was
van den knappen, jongen dokter, helaas, invul-
aan de Commissie van Herstel te doen toe
komen. Uit de cyfers, de dorre en droge,
die elk toch een oceaan van menscheiyke
ellende beteekenen, biykt beter dan uit de
roerendste beschryving hoe hoog de nood
hier gestegen is
Het memorandum geeft ik doe maar
een paar losse grepen - cyfers over den
loop der bevolking. In 1900 bedroeg het aantal
geboorten méér dan 22 000, dat der sterf
gevallen 16 000, zoodat de bevolking der stad
toen met 6000 zielen toenam. Sedert de
wereldoorlog een einde nam is evenwel het
aantal sterfgevallen steeds hooger dan dat
der geboorten. In 1919 overtrof het eerste
getal het tweede met 1500, in 1920 met
10CO en in 1921 bedroeg het aantal over
ledenen 19.071, dat der geborenen 18.711.
Ontzettend is vooral de zuigelingen- en
kindersterfte. Van de 19 071 dooden in 1921
waren er 8122, die nog geen jaar oud waren,
1425 die nog geen vijf jaar telden De meeste
kleine kinderen stierven by gebrek aan be
hoorlyk voedsel, aan darmcatarrh (996) of
aan aangeboren zwakte (853).
Dat beteekent, dat de moeders, de stak-
kerige ondervoede moedei s, die zwakke
kinderen ter wereld brachten, ze niet zelf
konden voeden, terwijl de melk slechts te
koop was voor prijzen, die voor de meesten
.onmogeiyk te betalen zyn. Er is wel melk
o, genoeg maar ze is gemakkelijker
in den vorm van slagroom in restaurants
en café's te kry'gen dan iii natuurstaat.
Dat het grootste gedeelte der Boedapester
bevolking aan ondervoeding lijden moet,
wordt dadelyk duidelijk als men de cyfers
der prysstljging met de bedragen van loonen
en salarissen vergelijkt. Het vet kostte in
Juli 1914 t 52 kronen per kilo, in October
1920 120, in October 1921 190, in Februari
1000 en thans, begin April, 2200 kronen.
Een stijging, die de koersdaling van de kroon,
vèr te boven gaat. De prys van eeu kilogram
suiker bedroeg op de hierboven genoemde
data: 0.82. 119, 495, en 1100. De prys voor
broodmeel per kilo: 0.88, 2.50 6 10, 182 en
210 kronen. De prijs der kleedingstukken
is vèr boven wereld pariteit Een goed cos-
tuum is voor 100 000 kronen niet meer te
koop, terwijl de prys dagelijks met minstens
5000 kronen stijgt. Voor eenvoudige avond
toiletjes wordt royaal 200 000, 300.000 en
mèèr kronen gevraagd. Een mijnef dames
kennissen wilde dezer dagen een eenvoudige
witte blouse koopen De prijs was 8000
kronen. Op dat moment had zij 't geld niet
zich, maar toen zij den volgenden dag,
met haar 8000 kronen gewapend,terugkwam,
bleek het, dat de firma het kleedingstuk
nog slechts voor 19 000 kronen van de hand
wilde doen.
Nu is het gemakkelijk onmiddellijk van
woeker te spreken. Gemakkelijk, maar vaak
niet juist. Hoe zulke prijsverhoogingen in
24 uur mogelyk zijn, laat zich met eenig
inzicht begrijpen. Stel 't geval, dat een firma
100 Meter stof in Engeland koopt tegen 1
pond stelling per Meter, bij een kronenkoers
van 0.20. Zij maakt dan een schuld van 100
pond en moet, om, zeggen wij 20 winst
te kunnen boeken den Meter voor 12 000
kronen verkoopen. Inmiddels vraagt de firma
100 pond by de deviezen-centrale aan. die
natuurlijk geen haast heeft dit geld ter
beschikking te stellen De firma doet 50
Meter van haar stof voor 12000 kronen van
de hand. Doch inmiddels valt de kroon tot
0.10. Voor de 600 000 kronen, die de firma
nu ontvangen heeft, kan zij b(j de deviezen
centrale geen 50 pond meer koopen, doch
slechts 25 pond. Nu is zij, wil zij geen gröbt
verlies lijden, gedwongen de resteerende
50 Meter tegen een prijs te verkoopen vier
maal hooger dan de oorspronkelijk gecalcu
leerde. Een Meter van deze stof kost dus nu
plotseling 48.000 kronen. Een horribel bedrag.
Maar prijsopdrijving? In 't minst niet Bittere
noodzaak.
Zoo kan ook van een blouse in 24 uur de
prys gemakkelijk -grerdubbelen. In een tijd
als deze is de prijs van geen enkel artikel
een week lang stabiel.
Allèèn de stijging is stabiel. Hier volge
een staatje, dat dit met overtuigende cyfers
aantoont. De pryzen zyn alle in kronen
uitgedrukt.
Einde Einde Einde
Midden Dec. Dec. Mauri
Juni H \%2\. 1022. 1923.
1 kilo aardappelen —,14 12,— 88 34
1 kilo boter8,00 280,- 1460 2530
1 liter uielk.... -,28 18,— 80 124
1 kilo thee10,- 460,— 2200 7000
1 kilo cacao6,— 840,- 1400 2200
1 kilo varkeusvl. 1,92 90,— 600 1060
1 kilo koffie4,- 400,- 1800 1800
1 sigaar (zeer
slecht)-,10 7,- 35 52
1 M3. gas—,20 3,50 25 25
1 potlood-,10 6,- 62 100
1 pr. manchetten 1,20 130,— 600 1100
Scheren-,70 12,- 65 110
1 M3. hout3,50 230,- 1200 2100
1 tramkaartje... —,12 5,— 30 50
Zooals men zietzéér stabiel is de styging.
Meen niet, dat de laatste kolom cyfers den
toestand weergeeft, zooals die op het oogen
blik v i e r d a g e n 1 at er, is. Over de geheele
linie z(ln reeds weer verhoogingen ingetre
den. Zoo juist komt m'n dienstmeisje me
vertellen, dat de thee voortaan f er ons 1000
kronen kosten zal. Eilieve, datisomgereke-
kend, mèèr dan 60 ct. Holland heeft hier
den naam van een duur land te z(jn, maar
dat de thee er 60 cent per ons kost kan ik
toch haast niet aannemen.
Tegenover deze schrikbarende prijsstijgin
gen staan wel loonsverhoogingen. Natuurlijk.
Nauw is evenwel zoo'n verhooging toege
kend, of zy beteekent reeds niets meer, daal
de vloedgolf der duurte haar weêr heeft ach
terhaald, of zelfs al vooyuit is. De loonen
hebben nauwelyks het 200-voud der vredes-
loonen bereikt de pryzen zyn evenwel
met 1000 gestegen. Vandaar: algemeene
verarming. 53 der gezinnen van Boedapest
woont in één kamer, 25 in twee, 11
in drie kamers. De kinderen kunr.en hetjn
die kleine ruimte niet uithouden, gaan straat-
siy'pen en leeren niet veel goeds De kinder
rechter had in 1919 over 4696 jeugdige zon
daars te oordeelen, in 1922 was dit aantal
méér dan 10 000 en de delicten waren vaak
van zóó ernstigen aard, dat 2000 hunner naar
den strafrechter voor minderjarigen moesten
verwezen worden.
Kunt ge, niet deze cyfers voor oogen,
Hollandsche vaders en moeders, begrijpen,
hoe'n prachtig werk ge gedaan hebt, toen ge
besloot maandenlang een Hongaarsch kind
in uw gezin op te nemen, het te huisvesten,
te voeden en te kleeden? Wilt ge gelooven,
dat er Hongaarsche vaders en moeders zijn,
die mij, met tranen in de oogen, gevraagd
hebben, u hun grooten. grooten dank over
te brengen Bij dezen doe ik dat gaarne -
en vertel dan in een volgenden brief, hoe
ontroerende tooneelen zich afspelen, als de
kindertrein uit Holland het Boedapester sta
tion binnenrolt. (Tel
nérable! nam dweepend den handschoen voor
hem op.
„Niet van den tijd, maar van zijn ambt.Als
je een uur geleden misschien een mensch de oogen
hebt gesloten dan moet de danslust wel gering
zijn.Daar kan ik i n-komen. Daar voel ik
voor m e e."
„Och," zei hij koeltjes, zijn spotlust niet kun
nende bedwingen, „ons ambt is anders de oogen
van den mcdemensch open te houden, zich
sluiten doen ze wel van zelf."
„Dokter," fluisterde een bediende, „daar is
iemand van Gerritsen om U."
De jonge geneesheer verontschuldigde zich en
ging heen, de kleine blondine geërgerd aan haar
lot overlatend.
Bij een der doorgangen stond een flink gebouwde
brunette. Zij was een nog jonge weduwe, dochter
van een bekend groot-industrieel, en zeer, zéér
vermogend.
Met een starenden blik volgde ze de dansenden, i
die op een kleinen afstand langs haar heen gleden,
de gezichten rood-gloeiend van de snelle bewegin
gen in de benauwde zaalwarmte.
Haar oogen volgden ze en een trek van wervel
gleed over haar gelaat, bleef in een verdrietigen
plooi hangen om heur licht samengeknepen mond.
Een flauw rood van ergernis, even kleurend heur
wangen onder het blanketsel, bleekte weer weg.
Zij zag den jongen fabrikant Beekman, pratend
met de schoone Laura van Dalen. Ze waren aan
het andere einde der danszaal en hij stond diep I
RADIO.
II.
Zooals in het eerste artikel reeds medege
deeld, zouden wij onze bevindingen over de
concerten te Londen en Parijs thans defi-
nieeren. In tegenstelling met het concert van
uit den Haag, moesten wij op deze golf
lengte den hoorn ter hand hemen. Dit is
echter geen bezwaar daar door een veer den
hoorn tegen het oor gedrukt wordt, zoodat
men toch de handen niet noodig heeft. De
eigenaar van het toestel begon direct met het
afstellen der transformatoren en spoelen en
reeds spoedig hoorden wij de telegrafie van
schepen op zee. Gezien wij geen radiotele
grafist zijn, kunnen wij van hetgeen werd
geseind niets naders mededeelen. Het werkt
op eenzelfde manier, met lange en korte
tikken, als bij den Rijkstelegraafdienst. Hierbij
kon men goed merken als maar even verder
afgesteld werd, dat weer een ander verzend
station er tusschen kwam, dat was een geluid
als van een boot bij mist. Ons werd echter
medegedeeld dat men bij eenige oefening, al
gauw het weerbericht opgenomen krijgt.
Daarna werd verder afgesteld en hoorden we
de heldere tonen eener piano. Ook op dezen
dag zou niet anders dan muziek van piano
en cello gegeven worden. Zooals te Den Haag,
zoo gebeurde 't ook hier; 't eerst wérd mede
gedeeld wat gespeeld zou worden. Al was het
ook ver weg, toch mochten wij met genoegen
constateeren dat alles prachtig door het
simpele toestelletje werd weergegeven. Toen
dit ging vervelen, al doet muziek dit voor den
liefhebber nimmer, gingen we op zoek naar
een ander Engelsch verzendstation. Nog geen
3 minuten later hadden we al een andere stad
bij den kop. Daar was een Prof. een rede aan
het uitspreken, welke* zeer gemakkelijk en
nog duidelijker als per gewone telefoon gevolgd
kon worden.
Ook van nog een derde plaats werd muziek
en zang afgezonden. Aardig was het dat ook
daar een echt Hollaridsch lied werd gezongén
door een dame. Toen wij van Engeland genoeg
hadden gehoord, zijn we in 't Zuiden naar
stations gaan zoeken. Spoedig hoorden wij
Parijs met zijn beroemde dansmuziek. Men
kreeg waarlijk trek in een wals, bij het hooren
dezer verlokkende tonen. Ook de humorist
hier, was zeer duidelijk te verstaan en men
hoorde het gejoel der menigte in de zaal,
om zijn geestigheid zelf zeer sterk. Bij het
genieten van dit alles in een zoo korten tijd
vraagt men zich toch wel eens af, waarom zijn
er nog niet meer van die ontvangtoestellen?
't Verschaft u toch alles wat u wilt! Zang,
muziek, geestigheden en boven dit genot
ook nog zakelijke mededeelingen, o.a. 't weer
bericht, men weet dit dan nog een halven dag
vroeger dan per krant, beursberichten, en ja,
kortom vele van deze dingen, die den zaken
man van groot nut kunnen zijn.
Al spoedig bleek dat met het kleine toestel
in de practijk op groote kantoren niet- bereikt
werd, wat bereikt moest worden. Men moest
het opgenomene sterker, hoorbaarder krijgen,
zoodat meerdere bedienden het gelijk konden
verwerken. Om die mogelijkheid is men kun
nen gaan denken tegevolge van de uitvinding
der z.g. lampversterkers. Dit bleek een uit
vinding te zijn, waarmede men versterkingen
kon leveren die in het 5 a 100.000 voudige
loopen. Echter kan men deze versterkingen
niet op elk. toestel verkrijgen, en zijn er, die i
als eindresultaat hoogstens 1/1000 van een
ampère leveren aan stroomsterk'te. Als men
daarbij bijv. reeds begin met 1/100.000 ampère,
kan dat toestel nooit meer dan het 100-voudige 1
voor zijn beginsterkte leveren. Ook de normale
telefoon van het toestel, welke wel geschikt
is voor het hoorbaar maken van de uiterst
zwakke stroomen, is maar niet ineens voor de f
taak bestand om zware geluiden naar guiten
af te geven. De telefonen moéten dan tevens
luidsprekers zijn en wil men ze gebruiken in
een openlucht-toespraak dan moeten in de
luidsprekers zelf ook nog toestellen worden
aangebracht. De versterkenslampen te maken
is het minst onoverkomelijke geweest, meer
zorg en studie heeft de constructie der luid-
sprekers gekost. In 1920 zijn voor het eerst de I
mogelijkheden met deze apparaten in 't groot
gedemonstreerd op een politieke lezing te
San Francisco, waar de spreker het zeer J
groote gehoor niet regelrecht toesprak, maar
zonder verheffing van stem zich richtte tot de H
microfoon, terwijl een aantal luidsprekers de Ij
telefoons tegen het plafond d'er fuimtè/iiet 1
geluid tot de hoorders brachten.
In een volgend nummer over de verdere
proeven en de resultaten.
v. E.
over haar heengebogen, terwijl zij iet-wat achter
over leunde in een lagen fauteuil. Haar met wit
satijn beschoende voetjes tipten uit onder den
soepel neerplooienden rand van heur lichtblauw
crèpe-de-Chine kleedje, in heur iet-wat coquette
leunhouding. Het fijne, blonde kopje hield zij half
naar hem opgeheven, terwijl zij met een schalks
glimlachen naar hem luisterde.
Ontegenzeggelijk was zij la reine du bal, de
kleine Mevrouw van Dalen.
Terwijl een paar donkere van jalouzie vlam
mende oogen hen bespiedde van dè overzijde der
zaal, bemachtigde hij juist den witten struis-
veeren waaier, waarmee zij zich wat koelte trachtte
toe te wuiven. Haar oogen lachten, terwijl hij het
deed en keken schalks naar hem op.
Zijn breed-manlijke gestalte boog zich nog een
weinig dieper over haar heen, terwijl hij den
waaier snel heen en weer bewoog.
De forsche slankheid van zijn figuur maakte een
sympathieken indruk en kwam voordcclig uit. Hij
steunde licht met de hand op de rugleuning van
den fauteuil, terwijl hij zich neerboog naar zijn
buurvrouw.
De brunette verdween in een plotseling zich af
wenden vat! het tooneeltje aan de overzijde der
zaal. Eens was zij zelve la reine du bal, de
mooie Gcorgine van Tienhuizen, en nóg betwistte
zij dien voorrang aan haar, die zij nu met leede
wangunst-oogen zag voortrekken:
In een strak bedwongen nijd trokken zich haar
lippen samen, verbleekte zich heur tint nog meer
onder een dikke laag blanketsel. Zij had haar
LENTE 1923.
(Zittend aan myn venster.)
Een wintergrauwe lucht,—
Geen blaadje aan de boomen
Geen vogeltje dat zingt -
„De Lente is gekomen 1"—
Kalendertje aan den wand,
Vertel nu geen bombarie
Is het nu Lentetijd,
Ofis het Januari
'k Zie dames in het bont,—
'kZie hoeren in hun jassen;
'kZie kinderen „wolgemutst"
En met de warmste dassen
Een witte „ijsco-man"
Die kling'lend loopt te venten
Is d' eenige bode van
De (bibberende) Lente!
Rogier.
zwaar geworden taille geperst tot een jeugdige i|
tengerheid en haar gelaat een kunstmatige frisch-
heid gegeven.
Zij had Frits Beekman tot nu toe vergeefs ge
zocht, hoe wel hij haar vast beloofd had, te zullen
komen, ómdat zij óók kwam, en nu zag zij hem
zoo samen met dat verwaande .bankiersvrouwtje,
dat zich heel wat inbeeldde; omdat haar schoon
heid een weinig gevierd werd.
Ze had hem reeds den ganschen avond gemist
en nu hij gèkomen was, dacht hij niet aan haar,
haastte hij zich niet bij h a a r te komén. Dc
donkere, van nijd flikkerende oogen richtten zich
weer naar de andere zaal.
De wals was geëindigd en de paren groepeerden
zich'hier en daar, in een bonte mengeling van rose,
gele en lila balkleedjes, scherp opkleurend in het
witgloeiend gaslicht, tusschen blank-wit neteldoek
en mat-glanzcnd ivoorkleurige zijde. Sierlijk ge
tooide haarkapsels, in geleidelijke overgangen van
git-zwart, rossig kastanje-bruin en mat-asch-
blond, bewogen zich in een levendig discours. Op
de plaats waar de gastvrouw had gezéten,, ver
zamelden zich een levendig groepje-jongelui, maar
zij z e 1 v e was met haar cavalier verdwenen.
„Mevrouw van Tienhuizen, ik heb U -overal
gezocht."
A I» V K R T E N T 1 it N.
IN PLAATS VAN KAARTEN.
ONDERTROUWD:
je. MACKLOET JZ.
EN
N. VAN DEN HOEK WD.
SOMMELSDIJK,
NMDDELHARNIS.l
13 APRIL 1923.
In plaats van kaarten.
Ondertrouwd:
J. ROTSMA
EN
C. VAN VULPEN.
Midd.elh.amis
Blaricu.m(N.-H.)
10 April 1923.
Huwelijksvoltrekking 1 Mei a s.
te Blaricum.
Ondertrouwd:
CORNELIS SILVIUS Az.
en
'ADRIANA BORN Jd.
SJada.'tMaringvUet.l
Middelharnis
Huwelijksvoltrekking 26 April 1923.
1863 - 1923
- Zoo de Heere wil en zij leven,
J hopen onze geliefde Ouders, Be-
1 huwd-, Groot- en Overgrootouders
i en
op 23 April a.s. hurine
60-JARIGE i
ECHTVEREEXIGIXG f
te herdenken
i Dat God beiden nog eenige jaren
i voor ons mag doen behouden is de
wensch van
hunne dankbare Familie.
IJMUIDEN, 12 April 1923.
Neptunisstraat C 10.
Heden overleed zacht en kalm, na
een langdurig en smartelijk lijden,
onze geliefde Vader, Behuwd- en
-Grootvader,
weduwnaar van Cornelia Razenberg,
in leven Veerschipper, in den ouder
dom van 80 jaar en 8 maanden.
Rotterdam,
J. DE VOS-van Nimwegen.
J. DE VOS.
J. VAN NIMWEGEN Jz.
K. VAN NIMWEGEN-van Veen.
Rotterdam,
A. BRUGGEMAN-van Nimwegen.
A BRUGGEMAN.
Nieuw e~Tonge,
G- VAN NIMWEGEN.
M. VAN NIMWEGEN-Noteboom.
C.. VAN NIMWEGEN.
O. VAN NIMWEGEN.
C. D. VAN NIMWEGEN-v. Gent.
Loosduinen,
G. VAN NIMWEGEN.
M VAN NIMWEGEN-de Bode.
Ooltgensplaat, 10 April 1923.
r houdt voortaan niet Zaterdags
Zitdag maar iederen
in Hotel Meijer te Middelharnis.
(Wordt Vervolgd),
TE KOOP
(wegens aanschaffing van Auto)
met twee tuigen, waarvan
een luig zoo goed ais nieuw, bij
MEIJER COHEN,
Slager - OUDE TONGE.
/vrotren vroeg in f