L Leest „Onze Eilanden" Hl. Landbouwers, Ko J .SPROÈtÈ/7~ j JAN KRIJGER g i ARENTJE ELISABETH BORN I JAN VAN NIMWEGEN Gz., Tandarts KROS Donderdag, Hit en Kar O ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 14 APRIL 1923. Hierna bood spreker namens de vereen, den heer Scheerens een mooie schemerlamp aan. Do heer Scheerens dankte diep geroerd voor de eer hem bewezen, en zei dat h|j al het mogelijke nog voor de vereeniging zou doen. Voor afwisseling zou een strijkje met piano zorgen, hetwelk was samengesteld uit de heeren Fraassen ipiano), Baljet, Ouden aarden, Zoetemeyer en Kruijne (viool), die geheel belangeloos hun medewerking hadden toegezegd. De heer 'keffers dankte ook hen hartelijk, evenals alle andere medewerkers. Vervolgens werd de avond geopend door de „Predezeek" van een amateur-declamator, de heer Schriel, lid der vereeniging. Van deze openingsmop werd door allen het refrein luidende: Brinio houd je taai, Met je rek en reuzezwaai, Met je witte shirt en witte broek, Brinio houd je goed. luide meegezongen, wat de feeststemming er al dadelyk inbracht. Als no 2 op het programma stonden kracht toeren van een Brinio-lid vermeld. Verma kelijk was het om te zien hoe zes personen moeite hadden om het gewicht op hettoo- neel te krijgen, en hoe daarna deze kracht patser het gewicht bijna zonder moeite boven zijn hoofd uitstak. Voor deze gelegen heid had hy zyn borst met de medailles van Brinio getooid, genoemd lichaamsdeel was daarmee geheel bezet, daar Brinio nogal goed in haar medailles zit. Na dit nummer volgden de vrije oefeningen van eenige Brinio-leden. Velen dachten dat dit gewone oefeningen zouden zijn, doch al spoedig bleek dat zjj zich vergist hadden, want niet zoodra ging het scherm op, of de zaal barstte in eeD daverend gelach los, daar er vijf turners achterst-vojen aangekleed op het tooneel stonden, onder leiding van een clown. Het lachen nam geen einde toen de clown verzocht om een buiging en eenige oefeningen voor het publiek temaken,daar het scheen of het de meest slappe gymnasten waren. De ledige tjjd werd aangevuld door den heer Schriel met zijn eigengemaakte liedjes, zooals het Brielsche Veer, de Brielsche Sport vereniging, de Kwatta-soldaatjes, het fornuis van Landru, enz., enz. Na de voordracht „Het Klaverblad van Vier", dat door de speelsters schitterend op gevoerd werd, volgde het blijspel in een bedrijf „Een pootig wijfje". Het zou te veel plaatsruimte in beslag nemen het stuk uitvoerig te behandelen. Maar dit kan gezegd worden, dat het stuk schitterend opgevoerd werd. Het donderend applaus bewees dit dan ook voldoende. Schit terend werden de rollen vertolkt. Aan dit stuk werkten 5 personen mede, n.l. Julie van Dam, geb. Verplak; Ferdinand v.Dam, haar echtgenoot; De Gluiper, oom van Julie; Zeegras, professor; Santje, dienstbode. Voor de grimeering had de heer Weltevrede, coif feur, gezorgd, wat ook alle lof verdient. Na afloop van het stuk volgde de pauze,! waarin ook de viool- en piano-muziek het hare er toe bijdroeg. Gedurende de pauze werd een tombola gehouden voor de adspirantleden, waarin verschillende aardigheden gevonden werden. Na de pauze werden eenige liederen door twee Brinioleden voorgedragen in turncos tuum, hetgeen bij het publiek zeer in den smaak viel. Ter afwisseling en afwijking van de ge wone tooneelstukjes werd een „Dadastuk" opgevoerd, waarbij ook de muziek zich aan sloot en dada speelde, terwijl achter in de zaai eenige personen op bekkens zaten te slaan. Vermakelijk was het om te zien hoe een kindermeid het tooneel opkwam met een kinderwagen en een hark, waarna zij den huisknecht riep, die toen het kind in den wagen, het was maar een persoon van circa 20 jaar, moest verzorgen, terwyl aan het lachen geen einde kwam, toen hij hem zijn dorst liet lesschen uit een groote vyf-kans jeneverkruik met een slang en daarna uit een maud-flesch van dito inhoud en vervol gens een sigaar aan liet steken van circa 85 c.M. lang. Door het late uur moesten, wilde men nog de danslustigen ter wille zjjn, eenige stukjes van het programma geschrapt worden, zoo idat na eerst nog van een stuk strykmuziek genoten te hebben, het bal omstreeks mid dernacht, onder leiding van den heer Philipse, aanving. Voor het dansen bleek genoeg animo te zyn, daar toen de heer Philipse „engageeren polonaise" liet hooren, de zaal haast te klein bleek, zoodat er twee partyen gevormd moes ten worden. Nog een poos is het bal gemas kerd geweest, wat de feestvreugde zeer ver hoogde. Omstreeks drie uur werd de avond ge sloten verklaard. Een woord van hulde aan den heer v. d. Reyden, houder van hotel „de Nymph", daar deze uitmuntend gezorgd had voor het tooneel, benevens voor bloe men enz. Eu tenslotte nog een woord van hulde aan den directeur en het volyverige bestuur van Brinio en alle overigen, die aan het wel slagen van dien avond hebben medegewerkt. Het bestuur kan dan ook met genoegen op dezen avond terugzien, terwyl velen zullen hopen dat een volgenden winter weer zoo'n avond gegeven zal worden. SCHETSEN VAX WILLEM BROEKHUIJS. lil. Mr. B EN IK. Breede, wijdarmige kranen wierpen, met de vele kleineren langs de wanden, een scherp wit gloei- licht in de zaalwijdte. Rijke fluweel-draperieën in donkertintend blauw en rood, omplooiend zwaar de uitgangen. Uit een aangrenzende zaal klonken zwevende walstenen, in een wegslepend rythmus opwekkend de danslustigen. Dansende paren gleden in sier lijke walspassen over den gladden parketvloer, de lichtkleurige dameskleeding hel optintend bij de dof-zwarte rokken der heeren en de blankwitte, stijfglanzende borsten, strak uitbuigend de laag uitgesneden vesten. Doketr Loohuis stond bij een der uitgangen van Mevrouw Van Dalen's versierde salons en zijn Cynisch lachje was menigeen tot ergernis. Hij keek voor zich met oogen, die niets zagen in het helle feestelijke licht. Oftoch wel, maar dèt waren dingen, die voor anderen verborgen bleven. Hij zag tusschen kostbare palmen het bleeke gezichtje van het jongske in het slop, wiens uit geteerde lichaampje zachtkens wegkwijnde. i Hij zocht bij de mollige divans en uitlokkende crapeauds, waartusschen teere luxe stoeltjes een bonte rij, die vast aaneengesloten de wanden Hongaarsche Causerieën. „Blijmoedigheid en hoop Ellen de en haar statistieken. De prijzen- jacht. Kosten van levensonderhoud en loonen. BOEDAPEST, 4 April. Twee dingen zijn noodig: blymoedigheid en hoop!"... Dat hebben we allen, inwoners der Hon gaarsche hoofdstad, tijdens de nu weer voor bije Paaschdagen, in velerlei toonaard kun nen hooren. Van de kansels is het gezegd en in de courantenop straat en in onze huis kamers hebben wij 't elkaar toegewenscht als kostelijkst bezit: blijmoedigheid en hoop Maar, velen zijn er, die de goede wenschen met spottenden of geresigneerden glimlach in ontvangst genomen hebben, die sinds lang de hoop op betere dagen hebben opge geven en in wier oogen geen sprankje blij moedigheid meer blinkt. Ieder Paaschfeest wordt voor dit land droe viger en de klokken, die de Opstanding ver kondigen moeten, beieren, zwaar en dof, een doodslied. Na den jongste» val van de kroon, die de eerste levensbehoeften tot een waanzinnige hoogte opgedreven heeft, is het leven hier welhaast onhoudbaar en onmogelijk gewor den. Niet voor de weinigen, de 50 000 misschien die de vermaakzoekende vreemdeling in de binnenstad ziet; dèAr zyn de toiletten der drentelende schoonen, „du dernier cri" en gaat het waardelooze papieren geld in de groote modemagazynen, bij geheele pakket ten, van hand tot hand. D&èr stuiven de luxe auto's der beursspeculanten van en nkè.r het terrein van den strijd, die hun den ondergang of millioenen brengt. Ook niet voor de bezoekers van de opera, die pas haar entrées met 50 verhoogde, maar waar niettemin geen enkelen avond een plaats onbezet blyft. Hier flonkeren de kostbare brillanten, glanzen de blankste pa relmoeren, zijn de smokings onberispelyk en de monocles „fesch" en elegant als in de beste jaren, die Hongarye ooit doorleefde. Ook niet in de nachtlokalen, waar de cham pagne vloeit bij stroomen, waar dure man nen en nög duurdere vrouwen zich amusee ren tot de lentezon aan-den voorjaarshemel staat. Maar dat is Boedapest niet. Boedapest is een stad, die honger heeft waar grauwe ellendegestalten door de sombere nauw-ver lichte straten sluipen, beschaamd hun lom pen te toonen, waar de bedelaars op iederen straathoek staan, blind, éénbeenig, bevend- door-Shelshock", murmelend hun eeuwige toonlooze „kéremkérem".Boedapest, het elegante, bly moedige jonge Boedapest, de prachte Donau-stad, is een grauwe doffe huizenzee geworden, waar half-naakte kin deren, holoogig en bleekwangig, stil en schuw, hun verkleumde handjes in de krach tige lentezon trachten te warmen waar de zorgrimpels nooit van de afgetobde ge zichten der moeders wyken, waar de vaders zwoegen, dag in dag uit, eri toch nooit meer verdienen kunnen dan het droge, bruine brood. Het hoofdstedelijk bestuur heeft wel een verschrikkelijk werk ondernomen, toen het besloot, een schildering van deze ellende der danszaal volgde, hij zocht daarbij een zachte ligplaats voor het oude, gebrekkige moedertje, dat nu op een harden stroozak rustte. Hij wilde in de blinkende eere-teekens, die kort te voren van hun fluweelen kussens door in glacé geknelde dameshandjes] waren verhuisd naar de kellnerpakken der dansers, zoo graag klinkende muntstukken zien, waar voor brood en vleesch te koop zou zijn voor honderden menschen. Waarom de één alles en zoovelen n iets! Ja, dokter Loohuis had socialistische denkbeel den. 't Was jammer van den man. De gastvrouw, die beminnelijk als altijd hem even had gade geslagen, bereikte hem van ter zijde. „Wel dokter," vroeg ze lachend en passant, „ziet 't er zoo ernstig uit in de wereld dat U 't dan sen vergeet?" Het was een herinnering aan zijn plicht, zijn wufte plicht van gast. Hij was hier niet om te mijmeren en te droomen. N u pas drong het bewustzijn bij hem door, dat men hem een balboekje had toegestopt; hij zocht er naar en had 't zeker met de eerste de beste ingewijd, indien die bloeiende schoonheid hem juist in dit oogenblik geen steek onderwater had toegebracht. „'t Is zoo de geest van den tijd," zei ze op spot- tend-zalvenden toon. Een kleine blondine, die naast haar stond en van den geest van haar tijd en haar stad en haar sekse juist zooveel beet had, dat ze smoorlijk was van den knappen, jongen dokter, helaas, invul- aan de Commissie van Herstel te doen toe komen. Uit de cyfers, de dorre en droge, die elk toch een oceaan van menscheiyke ellende beteekenen, biykt beter dan uit de roerendste beschryving hoe hoog de nood hier gestegen is Het memorandum geeft ik doe maar een paar losse grepen - cyfers over den loop der bevolking. In 1900 bedroeg het aantal geboorten méér dan 22 000, dat der sterf gevallen 16 000, zoodat de bevolking der stad toen met 6000 zielen toenam. Sedert de wereldoorlog een einde nam is evenwel het aantal sterfgevallen steeds hooger dan dat der geboorten. In 1919 overtrof het eerste getal het tweede met 1500, in 1920 met 10CO en in 1921 bedroeg het aantal over ledenen 19.071, dat der geborenen 18.711. Ontzettend is vooral de zuigelingen- en kindersterfte. Van de 19 071 dooden in 1921 waren er 8122, die nog geen jaar oud waren, 1425 die nog geen vijf jaar telden De meeste kleine kinderen stierven by gebrek aan be hoorlyk voedsel, aan darmcatarrh (996) of aan aangeboren zwakte (853). Dat beteekent, dat de moeders, de stak- kerige ondervoede moedei s, die zwakke kinderen ter wereld brachten, ze niet zelf konden voeden, terwijl de melk slechts te koop was voor prijzen, die voor de meesten .onmogeiyk te betalen zyn. Er is wel melk o, genoeg maar ze is gemakkelijker in den vorm van slagroom in restaurants en café's te kry'gen dan iii natuurstaat. Dat het grootste gedeelte der Boedapester bevolking aan ondervoeding lijden moet, wordt dadelyk duidelijk als men de cyfers der prysstljging met de bedragen van loonen en salarissen vergelijkt. Het vet kostte in Juli 1914 t 52 kronen per kilo, in October 1920 120, in October 1921 190, in Februari 1000 en thans, begin April, 2200 kronen. Een stijging, die de koersdaling van de kroon, vèr te boven gaat. De prys van eeu kilogram suiker bedroeg op de hierboven genoemde data: 0.82. 119, 495, en 1100. De prys voor broodmeel per kilo: 0.88, 2.50 6 10, 182 en 210 kronen. De prijs der kleedingstukken is vèr boven wereld pariteit Een goed cos- tuum is voor 100 000 kronen niet meer te koop, terwijl de prys dagelijks met minstens 5000 kronen stijgt. Voor eenvoudige avond toiletjes wordt royaal 200 000, 300.000 en mèèr kronen gevraagd. Een mijnef dames kennissen wilde dezer dagen een eenvoudige witte blouse koopen De prijs was 8000 kronen. Op dat moment had zij 't geld niet zich, maar toen zij den volgenden dag, met haar 8000 kronen gewapend,terugkwam, bleek het, dat de firma het kleedingstuk nog slechts voor 19 000 kronen van de hand wilde doen. Nu is het gemakkelijk onmiddellijk van woeker te spreken. Gemakkelijk, maar vaak niet juist. Hoe zulke prijsverhoogingen in 24 uur mogelyk zijn, laat zich met eenig inzicht begrijpen. Stel 't geval, dat een firma 100 Meter stof in Engeland koopt tegen 1 pond stelling per Meter, bij een kronenkoers van 0.20. Zij maakt dan een schuld van 100 pond en moet, om, zeggen wij 20 winst te kunnen boeken den Meter voor 12 000 kronen verkoopen. Inmiddels vraagt de firma 100 pond by de deviezen-centrale aan. die natuurlijk geen haast heeft dit geld ter beschikking te stellen De firma doet 50 Meter van haar stof voor 12000 kronen van de hand. Doch inmiddels valt de kroon tot 0.10. Voor de 600 000 kronen, die de firma nu ontvangen heeft, kan zij b(j de deviezen centrale geen 50 pond meer koopen, doch slechts 25 pond. Nu is zij, wil zij geen gröbt verlies lijden, gedwongen de resteerende 50 Meter tegen een prijs te verkoopen vier maal hooger dan de oorspronkelijk gecalcu leerde. Een Meter van deze stof kost dus nu plotseling 48.000 kronen. Een horribel bedrag. Maar prijsopdrijving? In 't minst niet Bittere noodzaak. Zoo kan ook van een blouse in 24 uur de prys gemakkelijk -grerdubbelen. In een tijd als deze is de prijs van geen enkel artikel een week lang stabiel. Allèèn de stijging is stabiel. Hier volge een staatje, dat dit met overtuigende cyfers aantoont. De pryzen zyn alle in kronen uitgedrukt. Einde Einde Einde Midden Dec. Dec. Mauri Juni H \%2\. 1022. 1923. 1 kilo aardappelen —,14 12,— 88 34 1 kilo boter8,00 280,- 1460 2530 1 liter uielk.... -,28 18,— 80 124 1 kilo thee10,- 460,— 2200 7000 1 kilo cacao6,— 840,- 1400 2200 1 kilo varkeusvl. 1,92 90,— 600 1060 1 kilo koffie4,- 400,- 1800 1800 1 sigaar (zeer slecht)-,10 7,- 35 52 1 M3. gas—,20 3,50 25 25 1 potlood-,10 6,- 62 100 1 pr. manchetten 1,20 130,— 600 1100 Scheren-,70 12,- 65 110 1 M3. hout3,50 230,- 1200 2100 1 tramkaartje... —,12 5,— 30 50 Zooals men zietzéér stabiel is de styging. Meen niet, dat de laatste kolom cyfers den toestand weergeeft, zooals die op het oogen blik v i e r d a g e n 1 at er, is. Over de geheele linie z(ln reeds weer verhoogingen ingetre den. Zoo juist komt m'n dienstmeisje me vertellen, dat de thee voortaan f er ons 1000 kronen kosten zal. Eilieve, datisomgereke- kend, mèèr dan 60 ct. Holland heeft hier den naam van een duur land te z(jn, maar dat de thee er 60 cent per ons kost kan ik toch haast niet aannemen. Tegenover deze schrikbarende prijsstijgin gen staan wel loonsverhoogingen. Natuurlijk. Nauw is evenwel zoo'n verhooging toege kend, of zy beteekent reeds niets meer, daal de vloedgolf der duurte haar weêr heeft ach terhaald, of zelfs al vooyuit is. De loonen hebben nauwelyks het 200-voud der vredes- loonen bereikt de pryzen zyn evenwel met 1000 gestegen. Vandaar: algemeene verarming. 53 der gezinnen van Boedapest woont in één kamer, 25 in twee, 11 in drie kamers. De kinderen kunr.en hetjn die kleine ruimte niet uithouden, gaan straat- siy'pen en leeren niet veel goeds De kinder rechter had in 1919 over 4696 jeugdige zon daars te oordeelen, in 1922 was dit aantal méér dan 10 000 en de delicten waren vaak van zóó ernstigen aard, dat 2000 hunner naar den strafrechter voor minderjarigen moesten verwezen worden. Kunt ge, niet deze cyfers voor oogen, Hollandsche vaders en moeders, begrijpen, hoe'n prachtig werk ge gedaan hebt, toen ge besloot maandenlang een Hongaarsch kind in uw gezin op te nemen, het te huisvesten, te voeden en te kleeden? Wilt ge gelooven, dat er Hongaarsche vaders en moeders zijn, die mij, met tranen in de oogen, gevraagd hebben, u hun grooten. grooten dank over te brengen Bij dezen doe ik dat gaarne - en vertel dan in een volgenden brief, hoe ontroerende tooneelen zich afspelen, als de kindertrein uit Holland het Boedapester sta tion binnenrolt. (Tel nérable! nam dweepend den handschoen voor hem op. „Niet van den tijd, maar van zijn ambt.Als je een uur geleden misschien een mensch de oogen hebt gesloten dan moet de danslust wel gering zijn.Daar kan ik i n-komen. Daar voel ik voor m e e." „Och," zei hij koeltjes, zijn spotlust niet kun nende bedwingen, „ons ambt is anders de oogen van den mcdemensch open te houden, zich sluiten doen ze wel van zelf." „Dokter," fluisterde een bediende, „daar is iemand van Gerritsen om U." De jonge geneesheer verontschuldigde zich en ging heen, de kleine blondine geërgerd aan haar lot overlatend. Bij een der doorgangen stond een flink gebouwde brunette. Zij was een nog jonge weduwe, dochter van een bekend groot-industrieel, en zeer, zéér vermogend. Met een starenden blik volgde ze de dansenden, i die op een kleinen afstand langs haar heen gleden, de gezichten rood-gloeiend van de snelle bewegin gen in de benauwde zaalwarmte. Haar oogen volgden ze en een trek van wervel gleed over haar gelaat, bleef in een verdrietigen plooi hangen om heur licht samengeknepen mond. Een flauw rood van ergernis, even kleurend heur wangen onder het blanketsel, bleekte weer weg. Zij zag den jongen fabrikant Beekman, pratend met de schoone Laura van Dalen. Ze waren aan het andere einde der danszaal en hij stond diep I RADIO. II. Zooals in het eerste artikel reeds medege deeld, zouden wij onze bevindingen over de concerten te Londen en Parijs thans defi- nieeren. In tegenstelling met het concert van uit den Haag, moesten wij op deze golf lengte den hoorn ter hand hemen. Dit is echter geen bezwaar daar door een veer den hoorn tegen het oor gedrukt wordt, zoodat men toch de handen niet noodig heeft. De eigenaar van het toestel begon direct met het afstellen der transformatoren en spoelen en reeds spoedig hoorden wij de telegrafie van schepen op zee. Gezien wij geen radiotele grafist zijn, kunnen wij van hetgeen werd geseind niets naders mededeelen. Het werkt op eenzelfde manier, met lange en korte tikken, als bij den Rijkstelegraafdienst. Hierbij kon men goed merken als maar even verder afgesteld werd, dat weer een ander verzend station er tusschen kwam, dat was een geluid als van een boot bij mist. Ons werd echter medegedeeld dat men bij eenige oefening, al gauw het weerbericht opgenomen krijgt. Daarna werd verder afgesteld en hoorden we de heldere tonen eener piano. Ook op dezen dag zou niet anders dan muziek van piano en cello gegeven worden. Zooals te Den Haag, zoo gebeurde 't ook hier; 't eerst wérd mede gedeeld wat gespeeld zou worden. Al was het ook ver weg, toch mochten wij met genoegen constateeren dat alles prachtig door het simpele toestelletje werd weergegeven. Toen dit ging vervelen, al doet muziek dit voor den liefhebber nimmer, gingen we op zoek naar een ander Engelsch verzendstation. Nog geen 3 minuten later hadden we al een andere stad bij den kop. Daar was een Prof. een rede aan het uitspreken, welke* zeer gemakkelijk en nog duidelijker als per gewone telefoon gevolgd kon worden. Ook van nog een derde plaats werd muziek en zang afgezonden. Aardig was het dat ook daar een echt Hollaridsch lied werd gezongén door een dame. Toen wij van Engeland genoeg hadden gehoord, zijn we in 't Zuiden naar stations gaan zoeken. Spoedig hoorden wij Parijs met zijn beroemde dansmuziek. Men kreeg waarlijk trek in een wals, bij het hooren dezer verlokkende tonen. Ook de humorist hier, was zeer duidelijk te verstaan en men hoorde het gejoel der menigte in de zaal, om zijn geestigheid zelf zeer sterk. Bij het genieten van dit alles in een zoo korten tijd vraagt men zich toch wel eens af, waarom zijn er nog niet meer van die ontvangtoestellen? 't Verschaft u toch alles wat u wilt! Zang, muziek, geestigheden en boven dit genot ook nog zakelijke mededeelingen, o.a. 't weer bericht, men weet dit dan nog een halven dag vroeger dan per krant, beursberichten, en ja, kortom vele van deze dingen, die den zaken man van groot nut kunnen zijn. Al spoedig bleek dat met het kleine toestel in de practijk op groote kantoren niet- bereikt werd, wat bereikt moest worden. Men moest het opgenomene sterker, hoorbaarder krijgen, zoodat meerdere bedienden het gelijk konden verwerken. Om die mogelijkheid is men kun nen gaan denken tegevolge van de uitvinding der z.g. lampversterkers. Dit bleek een uit vinding te zijn, waarmede men versterkingen kon leveren die in het 5 a 100.000 voudige loopen. Echter kan men deze versterkingen niet op elk. toestel verkrijgen, en zijn er, die i als eindresultaat hoogstens 1/1000 van een ampère leveren aan stroomsterk'te. Als men daarbij bijv. reeds begin met 1/100.000 ampère, kan dat toestel nooit meer dan het 100-voudige 1 voor zijn beginsterkte leveren. Ook de normale telefoon van het toestel, welke wel geschikt is voor het hoorbaar maken van de uiterst zwakke stroomen, is maar niet ineens voor de f taak bestand om zware geluiden naar guiten af te geven. De telefonen moéten dan tevens luidsprekers zijn en wil men ze gebruiken in een openlucht-toespraak dan moeten in de luidsprekers zelf ook nog toestellen worden aangebracht. De versterkenslampen te maken is het minst onoverkomelijke geweest, meer zorg en studie heeft de constructie der luid- sprekers gekost. In 1920 zijn voor het eerst de I mogelijkheden met deze apparaten in 't groot gedemonstreerd op een politieke lezing te San Francisco, waar de spreker het zeer J groote gehoor niet regelrecht toesprak, maar zonder verheffing van stem zich richtte tot de H microfoon, terwijl een aantal luidsprekers de Ij telefoons tegen het plafond d'er fuimtè/iiet 1 geluid tot de hoorders brachten. In een volgend nummer over de verdere proeven en de resultaten. v. E. over haar heengebogen, terwijl zij iet-wat achter over leunde in een lagen fauteuil. Haar met wit satijn beschoende voetjes tipten uit onder den soepel neerplooienden rand van heur lichtblauw crèpe-de-Chine kleedje, in heur iet-wat coquette leunhouding. Het fijne, blonde kopje hield zij half naar hem opgeheven, terwijl zij met een schalks glimlachen naar hem luisterde. Ontegenzeggelijk was zij la reine du bal, de kleine Mevrouw van Dalen. Terwijl een paar donkere van jalouzie vlam mende oogen hen bespiedde van dè overzijde der zaal, bemachtigde hij juist den witten struis- veeren waaier, waarmee zij zich wat koelte trachtte toe te wuiven. Haar oogen lachten, terwijl hij het deed en keken schalks naar hem op. Zijn breed-manlijke gestalte boog zich nog een weinig dieper over haar heen, terwijl hij den waaier snel heen en weer bewoog. De forsche slankheid van zijn figuur maakte een sympathieken indruk en kwam voordcclig uit. Hij steunde licht met de hand op de rugleuning van den fauteuil, terwijl hij zich neerboog naar zijn buurvrouw. De brunette verdween in een plotseling zich af wenden vat! het tooneeltje aan de overzijde der zaal. Eens was zij zelve la reine du bal, de mooie Gcorgine van Tienhuizen, en nóg betwistte zij dien voorrang aan haar, die zij nu met leede wangunst-oogen zag voortrekken: In een strak bedwongen nijd trokken zich haar lippen samen, verbleekte zich heur tint nog meer onder een dikke laag blanketsel. Zij had haar LENTE 1923. (Zittend aan myn venster.) Een wintergrauwe lucht,— Geen blaadje aan de boomen Geen vogeltje dat zingt - „De Lente is gekomen 1"— Kalendertje aan den wand, Vertel nu geen bombarie Is het nu Lentetijd, Ofis het Januari 'k Zie dames in het bont,— 'kZie hoeren in hun jassen; 'kZie kinderen „wolgemutst" En met de warmste dassen Een witte „ijsco-man" Die kling'lend loopt te venten Is d' eenige bode van De (bibberende) Lente! Rogier. zwaar geworden taille geperst tot een jeugdige i| tengerheid en haar gelaat een kunstmatige frisch- heid gegeven. Zij had Frits Beekman tot nu toe vergeefs ge zocht, hoe wel hij haar vast beloofd had, te zullen komen, ómdat zij óók kwam, en nu zag zij hem zoo samen met dat verwaande .bankiersvrouwtje, dat zich heel wat inbeeldde; omdat haar schoon heid een weinig gevierd werd. Ze had hem reeds den ganschen avond gemist en nu hij gèkomen was, dacht hij niet aan haar, haastte hij zich niet bij h a a r te komén. Dc donkere, van nijd flikkerende oogen richtten zich weer naar de andere zaal. De wals was geëindigd en de paren groepeerden zich'hier en daar, in een bonte mengeling van rose, gele en lila balkleedjes, scherp opkleurend in het witgloeiend gaslicht, tusschen blank-wit neteldoek en mat-glanzcnd ivoorkleurige zijde. Sierlijk ge tooide haarkapsels, in geleidelijke overgangen van git-zwart, rossig kastanje-bruin en mat-asch- blond, bewogen zich in een levendig discours. Op de plaats waar de gastvrouw had gezéten,, ver zamelden zich een levendig groepje-jongelui, maar zij z e 1 v e was met haar cavalier verdwenen. „Mevrouw van Tienhuizen, ik heb U -overal gezocht." A I» V K R T E N T 1 it N. IN PLAATS VAN KAARTEN. ONDERTROUWD: je. MACKLOET JZ. EN N. VAN DEN HOEK WD. SOMMELSDIJK, NMDDELHARNIS.l 13 APRIL 1923. In plaats van kaarten. Ondertrouwd: J. ROTSMA EN C. VAN VULPEN. Midd.elh.amis Blaricu.m(N.-H.) 10 April 1923. Huwelijksvoltrekking 1 Mei a s. te Blaricum. Ondertrouwd: CORNELIS SILVIUS Az. en 'ADRIANA BORN Jd. SJada.'tMaringvUet.l Middelharnis Huwelijksvoltrekking 26 April 1923. 1863 - 1923 - Zoo de Heere wil en zij leven, J hopen onze geliefde Ouders, Be- 1 huwd-, Groot- en Overgrootouders i en op 23 April a.s. hurine 60-JARIGE i ECHTVEREEXIGIXG f te herdenken i Dat God beiden nog eenige jaren i voor ons mag doen behouden is de wensch van hunne dankbare Familie. IJMUIDEN, 12 April 1923. Neptunisstraat C 10. Heden overleed zacht en kalm, na een langdurig en smartelijk lijden, onze geliefde Vader, Behuwd- en -Grootvader, weduwnaar van Cornelia Razenberg, in leven Veerschipper, in den ouder dom van 80 jaar en 8 maanden. Rotterdam, J. DE VOS-van Nimwegen. J. DE VOS. J. VAN NIMWEGEN Jz. K. VAN NIMWEGEN-van Veen. Rotterdam, A. BRUGGEMAN-van Nimwegen. A BRUGGEMAN. Nieuw e~Tonge, G- VAN NIMWEGEN. M. VAN NIMWEGEN-Noteboom. C.. VAN NIMWEGEN. O. VAN NIMWEGEN. C. D. VAN NIMWEGEN-v. Gent. Loosduinen, G. VAN NIMWEGEN. M VAN NIMWEGEN-de Bode. Ooltgensplaat, 10 April 1923. r houdt voortaan niet Zaterdags Zitdag maar iederen in Hotel Meijer te Middelharnis. (Wordt Vervolgd), TE KOOP (wegens aanschaffing van Auto) met twee tuigen, waarvan een luig zoo goed ais nieuw, bij MEIJER COHEN, Slager - OUDE TONGE. /vrotren vroeg in f

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 2