N.V. „DE TIJDGEEST". Granietvloeren Tandarts Regensburg, Predikbeurten. 'i/fóe. Verkooping IRE 00 1 gulden. gnlden. Tweede premietrekking C. MOELIJKER, Sommelsdijk OpenbareVrijw.Verkooping iandbouwsteliing, A. J. DIJKERS, KUIKENS. G.C.VAN DEN HOEK, Middelharnis WOENSDAG 11 APRIL 1923 VRIJE BAAN. Landbouw en Veeteelt. Ingezonden Stukken. v. d.Jagt J- Zout; Vbr&haui, etronella ïawaarl an Huig P. Kou- 27 j. en Via 23 j. Buijsse tereu en y. Jobs. Ije, d. v. 2S jaar tar. htg.van rensman d. Plaat da, d.v. !8jaar en Mulder iel 75 j., s Arens- ijn. wongen edstrijd 3n ataan Red. Zondag 8 April. NEÜËHLANÜSCH HERVUUMDE KKKK. Middelharnis, vin. dhr. Boumau uit St juendam. Sonmielsdjjk. vm. ds Van Moutt'raus. I Dirkaland, vm. en 'sav. ds. Van As. Herkiugen. um. ds. De Gidts uit Goedereede. i Melissant, vm en 'sav. ds. Kloots. Stellendam, vm. ds. Bus uit Ouddorp en 's av. dhr. Bouman. Goedereede, vol. ds. Pe Gidts. Ouddorp, vm. leeskerk en nm. ds. Rus. Nieuwe Tonge, vui. (Bevestiging lidmaten) en 'sav. ds. Ivrujjt. Oude Ton ge, nm. ds. Van Moni trans uit Soni- metsdyk. (Voorbereiding 11 Avondmaal). Ooltgensplaat, nm. ds. Japehen uit Den Bommel. Den Bommel, vm. ds. Japehen. Stad a.tu 't Haringvliet, vm. leeskerk eu nm. dhr. Vetter. Hellevoetsluis, vn\. ds. Timmer. Nieuw-Helvoet, vm. ds. Priester. Nieuwenhoorn, vm. ds. De Voogd v. d Straaten. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velsen. Melissant, vm en 'sav. leeskerk. Stellendam, vm. eu 'sav. ds. Bouma uit Rijzen burg. Ouddorp, vm. en ntn. dhr. Versteegt. Ooltgensplaat, geen opgaaf. Den Bommel, vm. en 'sav, ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet, vm. eu 's av. ds. Vesseur uit Xutuausdorp. Hellevoetsluis. vm ds. Mol uit Zwartewanl. Nieuw-Helvoet, 'sav. ds. Mol uit Zwartewaal. SOMMELSDIJK. Op Zondag 15 April des morgens 10 uur, hoopt voor de Vrijzinnig Her vormden op te treden Ds. C E. Hooijkaas Rem. Pred. te Rotterdam, in de zaal van den heer Van Leeuwen den aan Langeweg alhier. RAFHORST. 3rtS. Haag. zendt U n franco zijne ne, het middel en scrofulose erculose). ;sdag IS April „GELUK" te bij afslag op 1 1923, in het EE RD" aldaar, riddags 2 uur, fANISPELEN Mr. Dr. A. E. n, van rceelen te OUDE art den Heeren tot en aan samen groot 81 centiaren. fgekoeht ot blootsvhoof 4 en en combi- 1-3 eden vermeld otitiên, die op krijgbaar zi)n, ifaris J VAN Tonge, alwaar ige liggen, en lekomen. te rerbaarbii TEL. 215 iDIJK. der gebruiker Jrjke kwaliteit ng- 3 mijn étafage. 3V2°/C ZIERIKZEE. in 1922 poop: reren J. VAN ige. J. P. DE re. M. BREUR laat. J. ROOIJ VOS te Goe- NAT.BANK- EI LAN DEN usschenkomst Commisslon- Ouddorp bij JNDER. Goedgekeurd bij Kon. Besluit van 17 Jan. 1907). 3, 4 en 5 April 1923. Uit de Collectie van Overflakkee en Goedereede. Eigen geld. 1016 1507 14220 14576 14797 44 09 21 84 14300 48 6955 27 98 07 88 11841 14301 14608 23 96 56 21 16 84 97 92 30 18 96 1122 11412 42 36 14912 29 11523 44 50 21 34 30 63 54 24 64 36 69 66 41 73 45 90 68 52 1839 55 94 70 66 87 79 14412 75 75 90 85 68 90 76 1414 93 71 14717 94 28 93 87 28 15503 59 11612 14526 36 18 66 13721 34 38 26 67 24 41 40 29 74 59 49 47 46 82 60 56 55 55 86 98 59 59 79 1500 13808 68 70 19810 03 14201 72 95 Op Woensdagen 11 en 18 April 1923, telkens des nam. 5L, uur te DlgKS. LAND, ter herberge van H.v.d. DOEL en J. VERMEULEN van eene nabij Dirksland op Kra lingen; ten verzoeke var. den Heer P. SPEK. Notaris VAN DER SLÜYS. worden mooi en degelijk gelegd en machinaal geslepen door MIDDELHARNIS. Verder: Stoepen, Dorpels, Plinten, Gootsteenen, Schoorsteenmantels, Toonbankbladen, enz. In alle kleuren Wederom KUIKENS verkrijgbaar 50 cent per stuk. Minder dan 12 stuks per zending wordt niet verzonden. Laan van Meerdervoort 180, Den Haag. TEI.L. 3913, zal den eersten Woensdag van iedere maand in het Hotel Zaalfer te MIDDELHARNIS te consulteereu zijn voor alle mond/lekten en kunsttanden -nz. van 12 aar tot Kali vier. Prijs per kwartaal. f I, Losse nummers f 0,07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meerf 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dieoisiaunbiedingeu en Dieiistiuinvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt lederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deer de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 5E JAARGANG. - N°. 44. Amsterdamsch Schetsboek. CXIX. Terwijl ik dit schrijf, blaast er een felle Oostenwind over de stad. Gisteren is het be gonnen. Het is de voorjaarswind, die de lente tot ons voert. We vinden het best; alleen is het wat onprettig, dat er groote terreinen voor nieuwbouw in de buurt liggen en de frissche wind daar vandaan wolken stof en fijn zand medeneemt om kwistig over ons uit te strooien. De stadssproeiwagens doen al hun best om deze stofplaag zooveel mogelijk te bezweren, maar dit neemt toch niet weg, dat men van de tien menschen er acht bezig ziet om liet zand uit de oogen te wrijven. in veel opzichten is het goed, dat we het zand eens uit de oogen wrijven. We kunnen dan beter om ons heenzien en bemerken, dat er een typische strijd gestreden wordt in de wereld van neringdoenden. Het gaat er om het hoog houden van de prijzen. Vereend van zin zou men het nog een tijdlang hebben kun nen bolwerken om de burgers wat meer dan recht-toe te laten betalen. Maar ook in het vereenigingsleven kan men de menschen niet altijd in één richting blijven voortdrijven. Ook daar dwaalt er eens een af en gaat er toe over om op eigen hand een prijs vast te stellen, die naar het hem voorkomt zijn bedrijf nog Ioonend maakt. in de bakkerswereld hebben we maanden geleden zoo'n afdwaling gezien. Bakker Hout man durfde het te ondernemen zijn broodprijs lager te stellen, dan den algemeen aangenomen norm. Een storm van verontwaardiging ging er op onder de bakkers. Het leek, of deze eene afgedwaalde heel Amsterdam tot afnemer zou krijgen, zoodat alle andere bakkers ten doode waren opgeschreven. Men schreeuwde om tusschenkomst van het gemeentebestuur; men benoemde accountants, die constateerden dat tegen den prijs van Houtman geen bakkers bedrijf in stand was te houden; men dwong de meelleveranciers om bakker Houtman te boycotten. Wij, publiek, hebben dezen strijd aangezien. De afgedwaalde bakker kreeg klanten bij de vleet. De burgerij, die gevoelde dat de norm te hoog was, wilde den uitgeworpene steunen. En het is gelukt den man op de been te houden, ondanks dwarsdrijverij en belemmering, die men niet meer mogelijk zou achten in een be schaafd, vrij land. Het gevolg is geweest, dat enkele dagen nadat de accountants hadden verklaard, dat de verlaagde prijs doodend was voor het bedrijf, alle Amsterdamache bakkers den prijs met een paar cent ver laagden! Op het oogenblik schijnt er weer een vak genoot bezig te zijn met afdwalen. Want er rijden opnieuw vervaarlijke auto's door de stad met opschriften, die de burgerij uit- noodigen vooral niets te koopen van bakker X. Ook in het melkbedrijf heeft een prijsstrijd gewoed. Hij ging gepaard met loonsverlaging, welke weder aanleiding was tot een stakings beweging. Wekenlang heeft de kamp geduurd. De loonsverlaging is tot stand gekomen; de stakingsbeweging is langzaam verloopen. In deze dagen dacht ik, wat zou het vreemd zijn, bv. voor een inboorling uit Afrika of van Sumatra, als hij eens te zien kreeg, hoe ieder melkkarretje, voortgeduwd door een werk willige, tevens vergezeld werd door een politie agent. Zóóveel onveiligheid midden in een groote stad, dat daar niet eens een man alleen FEUILLETON. VAN E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van öt BOLLE). 48) „Maar ik wel!" riep de dokter. „Als die domme jongen zich nog eens verstout u te bezingen en zijn gloeiend hart aan uwe voeten te leggen, dan „Maar dat zijn immers uw zaken niet? Wat kan u eigenlijk scheien?" vroeg Leonie, verbaasd over dien driftigen uitval, waartoe volgens haar gevoelen niet de minste reden bestond. „Wat 't mij kan schelen? Ja 't is waar Ge weet nog niet Hagenbach stond plotseling °P fj}. kwam vlak voor haar staan. „Kijk mij eens aan, juffrouw Friedberg!" „ik zie niets bijzonder merkwaardigs aan u." „Merkwaardig behoeft ge mij ook niet te vinden," hernam de dokter beleedigd. „Maar ik zie er toch nog redelijk goed uit voor iemand van mijn jaren." „O zeker, dokter. „Ik heb een winstgevende betrekking, een niet onaanzienlijk vermogen, een mooi huis dat veel te groot is voor mij alleen." „Dat alles wil ik graag geiooven, maar wat moet" ,,En wat mijn barschheid betreft," ging Hagen bach voort, zonder op deze interruptie te letten, «die is maar uiterlijk. In den grond van de zaak ben ik zoo zachtzinnig als een lam." Leonie zag den spreker bij dit gezegde ongeloovig aan en luisterde met toenemende verbazing. zijn wagentje durft voort te duwen, omdat er anderen zijn, die hem om zijn werkwillig- heid te lijf willen. De melkstrijd is nog lang niet uit. Er is nog een ernstige wrijving tusschen de leverende boeren en de stads-melkinrichtingen. Met het gevolg, dat het tot de vreemdste prijsschom- melingen komt. De inrichtingen handhaven een vrij hoogen prijs, maar de vrije slijters, die de boeren op hun hand hebben, concurreeren scherp. Of het waar is, dat men de groote inrichtingen wil dood concurreeren en zoo doende terugkeeren tot het oude stelsel van kleine slijtersbedrijven, valt te betwijfelen. De groote inrichtingen kan men uit een oogpunt van hygiëne niet meer missen in de steden. De burgers wachten geduldig het einde van den strijd. En intusschen profiteeren zij van de concurreerende prijzen, die nu reeds terug- geloopen zijn tot elf cent per liter. EEN PHACTISCHE WENK VOOR PAARDENFOKKERS. Een zeer interessante en leerzame beschou wing op het gebied der paardenfokkerij geeft „De Paardenwereld" van 29 Maartjl. Heng- stenhouders en fokkers kunnen hiermede hun voordeel doen Het blad zegt: De conditie van een hengst beteekent, dat het paard in al zijn organen totaal voor zijn taak berekend is, om goede en geper fectioneerde resultaten te kunnen verkrij gen. Er zijn helaas te veel menschen die er zich mede tevreden stellen hunne merrie's te doen dekken door een paard, waarvan de vormen hen aanstaan, zonder zich verder om zijn conditie te bekommeren. Wij geven hieronder een authentiek en waarachtig voor beeld van den invloed, welke de conditie van een hengst op zjjn nakomelingen kan hebben. Ofschoon het reeds lang geleden ge beurde is het feit er niet minder treffend om. De prins van Wales, die later onder den naam van Georges IV den Engelschen troon beklom gebruikte op jacht een paard, dat- zeldzaam uitblonk. De buitengewone hoeda nigheden van dit dier deden den prins be slatten verschillende merrie's er door te laten dekken in de eerst komende lente, na een jachtseizoen, waarin het dier in uitstekende conditie werd gehouden. De veulens, welke werden geboren, toonden zich in alle opzich ten den vader waardig. Toen de prins regent werd en hg dus ernstig in beslag werd ge nomen door de zorgen voor het Koninkrijk, deed hg weinig meer aan jachtvermaak; maar aangezien hij verlangend was de goede kwaliteiten van zgn paard te bestendigen, gaf hg bevel, dat het dier te Windsor voor de fokkerg zou worden bestemd, uitsluitend voor dekking van prima merrie's en zonder dat de eigenaars van die merrie's daarvoor iets hadden tebetalendaneenhalfpond.dat gewoonigk voor dekken werd gevraagd. De chef van de fokkerg, die het er om te doen was om zooveel mogeigk halve ponden te ontvangen, liet overal de bereidwilligheid van Zijne Hoogheid bekend maken en pochte telkens op de uitmuntende kwaliteiten van het dier, teneinde zooveel mogeigk de men schen te overtuigen dat zg zulk een gelegen heid niet ongebruikt verloren moesten doen „In éen woord iemand niet ongeschikt voor de samenleving," besloot de dokter met groot zelfgevoel. „Vindt ge dat ook niet?" „Nu ja, maar „Goed! Zeg dan ja! Dan is de zaak in orde!" Leonie sprong van haar stoel op en werd vuur rood. „Mijnheer dokter wat meent ge eigenlijk?" „Wat ill meen? 't Is waar ook, Ik heb nog geheel vergeten u geregeld ten huwelijk te vragen. Maar dat verzuim is gauw hersteld. En dus ik bied u mijne hand en verzoek om uw jawoord. Stemt ge toe?" Hij stak haar de hand toe, maar zijne uitver korene week drie stappen achteruit en zeide min of meer gebelgd: „Gc doet mij wezenlijk schrikken. Ik had nooit gedacht, dat gij mij met een aanzoek zoudt vereeren." „Omdat gij „zenuwen" hebt, meent ge?" her nam Hagenbach, onbekommerd. „O, dat's niets, die zal ik u wel afleeren, daarvoor ben Ik dokter." ,,'t Spijt mij, u daartoe niet in de gelegenheid te kunnen stellen," was het koele antwoord, dat den dokter verbaasd deed opzien. „Moet ik dit als een blauwtje opnemen?" vroeg hij op gesmoorden toon. „Als gij 't zóo noemen wilt, ja maar 't is in elk geval het antwoord op uw in zulke teedere en kiesche bewoordingen gesteld aanzoek." Hagenbach's gezicht betrok merkbaar. Hij had t niet noodig geacht, zich beminnelijk voor te doen en complimenten met zijn aanzoek te maken. Hij wist best, dat hij ondanks zijn leeftijd en reeds grijzende haren een goede partij was en dat meer dan eene dame van zijne kennis er niets tegen zou hebben, maatschappelijke positie en fortuin met gaan. Het gevolg was dat het dier, dat niet langer zgn gewone oefeningen kreeg, zoo vet als modder werd door een overvloedig voedsel en waar het eenige honderdtallen veulens per jaar verwekte, werden deze die ren, ofschoon in hun jeugd veelbelovend, toen zij grooter werden magere, zwakke, weinig intelligente, onopgevoede paarden, die tot niets goed waren en ten slotte de goede reputatie van den hengst in kwestie abso luut te niet deden gaan; maar de juiste oor zaak werd door eenige paardenfokkers aan getoond, door te wgzen op het verschil tus schen deze laatste veulens en die, gefokt op het tgdstip dat het dier in voldoende conditie was; deze eerste veulens werden onder de besten van geheel Europa gerekend. Er is niet één fokker, zelfs met een landbouwer die niet een beetje nadenkt, die niet heeft opgemerkt, dat, wanneer by toeval een ge woon werkpaard (hengst) gebruikt wordt voor dekking bg een niet te slechte moeder, het verkregen product byna altyd superieur is aan de verwachtingen en zelfs in verschil lende gevallen beter is dan de producten van dezen of genen mode-hengst, die teveel wordt gevoed en te weinig oefening ontvangt ofschoon het dekken door zulk een hengst duur moet worden betaald. Wat is de reden hiervan Uitsluitend het gemis van een goede conditie. Het werkpaard (hengst) dat gehard door een voortdurenden en harden dienst, had daarvoor een gezondheidstoestand en een uithoudingsvermogen gekregen, welke hg geheel aan zün nakomelingen overdroeg op het oogenblik van de dekking. Ter staving van deze theorie kan men tal- ï-yke voorbeelden aanhalen om tebewyzen, welk een invloed de conditie van de ouders op het oogenblik der dekking op de kinderen heeft. In het algemeen kan men beweren, dat wanneer een veulen, als het volwassen is, zich teekent als een uitstekend paard, de oorzaak hiervan voor het grootste gedeel- gelegen is in de uitmuntende conditie van den vader op het oogenblik van de dekking bovendien gesterkt door een welgekozen da- gelijksche oefening, gepaard met een hoeveel heid voedsel in overeenstemming met deze oefening en bovendien niet verzwakt door het vergen van overdreven sexueeie diensten. Navolgend voorbeeld, ons verteld door een fokker die er getuige van is geweest bewyst hoe sterk de momentele toestand van een dier op het oogenblik van de dekking invloed kan hebben op het kind. Een hengst, die een goeden naam had als dekhengst, was wreed aardig door een palfrenier in zgn box gesla gen juist op het oogenblik, dat een merrie ter dekking bg hem werd gebracht. De dek king had plaats; de merrie was zelf een zeer rustig dier met een kalm karakter. En toch was het veulen, dat uit deze ouders werd geboren van nul en geener waarde, zenuw achtig, nukkig, ineen voortdurend opgewon den toestand, zoo erg zelfs, als de toestand van den hengst was op het oogenblik van de dekking toen hg eerst hard en zonder reden door een toornigen staljongen was ge slagen. De groei van de Landbouw Onderlinge. Op I Maart 1923 trad per Provincie het hieronder vermelde aantal leden toe: Aantal Provincie. leden. Loon. Groningen13 37.627, Friesland98 123.872, Drenthe33 10.342,— Overijsel63 77.342, Gelderland76 61.959, Utrecht24 48.972,— Noord-Holland44 31.608, Zuid-Holland 44 116.766, Zeeland28 56.778,— Noord-Brabant6 8.615, Totaal429 543.881,— Sedert 1 Januari 1923 vermeerderde het aantal leden bij de Landbouw Onderlinge met 3325, uitbetalen de 4.104.247,loon. Tuinbouw Onderlinge met 754, uitbetalende j 766.091,loon. Melissant, 9 April 1923. A. W. KEIIZER. hem te deelen en hier, waar zijn aanzoek onge twijfeld een groot, onverhoopt geluk voor het af hankelijke meisje was, werd hij zonder omwegen bedankt. Hij meende haar verkeerd begrepen te hebben. „Wijst ge dus mijn aanzoek af?" vroeg hij. ,,'t Spijt mij, voor de mij toegedachte eer te moeten bedanken." Een korte pauze volgde. Hagenbach keek beur telings naar Leonie en naar de schrijftafel of liever naar het portret daarboven; maar nu kon hij zich niet langer goedhouden en vroeg driftig: „Waar om?" „Dat gaat u niet aan." „Met uw verlof 't gaat mij wél aan, als ik een blauwtje loop. En dan wil ik ten minste weten, waarom. Het een of het ander moet mij in den weg staan, een herinnering, een eerste liefde, met éen woord die daar!" Hij wees naar het portret met den krippen strik. Leonie zweeg, maar op eens stroomden de tranen haar over de wangen. „Dacht ik 't niet!" riep de dokter verwoed. „Maar zóo laat ik mij niet afwijzen, juffrouw! Wie was die zoogenaamde neef? Waar heeft hij gewoond? Hoe is hij naar Afrika verzeild? Dat wil ik ten minste weten." Hij kwam bij elke vraag een stap voorwaarts en schoot eindelijk zoo kwaadaardig op het por tret los, dat Leonie 't geraden achtte het te be schermen cn er voor kwam staan. „Als ge daarop zoo gesteld zijt, zal ik 't u ver tellen," zcide zij, met geweld hare ontroering be- heerschend. „Ja, Engelbert was mijn verloofde, dien ik eeuwig zal betreuren. Hij woonde als gou verneur bij de familie, waar ik gouvernante was Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Stukken die volgens het oordeel der Redactie niet aan den eiech van uiterste beknoptheid voldoen, worden terzijde gelegd. Kopie wordt niet terng gezonden Middelharnis, 9 April 1923. Aan de Redactie van „Onze Eilanden". Vergun mij nog eenige woorden aan en naar aanleiding van het schrijven van Mr. Nijgh. Allereerst: De inzender van het stukje „Ambte naar en Particulier" in het Maandblad der Centrale van Hoogere Rijks-Ambtenaren, Maart 1.1., door Mr. Nijgh in dit blad met zeer welwillend bijschrift overgeplaatst, was ondergeteekende. Het stuk was voluit onderteekend ingezonden, doch, blijkbaar dpor een fout ter drukkerij, was de naam weg gevallen. Dat nu de lezers van „Onze Eilanden" vragen: Wie zou hij bedoeld hebben? en namen noemen, is de schuld van Mr. N. Voor mij was de persoon bijzaak, de zaak zelf hoofdzaak. Ten tweede: De lezer diene te weten, dat ik Mr. .N. behalve in dit blad, ook in het Weekblad voor het Middelbaar Onderwijs heb aangevallen over dezelfde kwestie. Het slot was de navolgende ver klaring van Mr. Nijgh, (te vinden in genoemd blad van 4 April): Naar aanleiding van de te mijnen opzichte ge rezen grieven, wensch ik na ampele overweging der door de collega's geuite meeningen, het vol gende te verklaren: 1. De beschuldiging, als zoude ik, op dubbel hartige wijze, meeningen hebben verkondigd, om daardoor „stemmen te vangen" voor mijn staten- candidatuur, wijs ik met nadruk af. 2. Ik erken en betreur, dat mijn geïncrimineerde beschouwingen over de salarieering der leeraren niet zoodanig zijn geredigeerd, dat de mogelijkheid is buitengesloten, dat de buitenstaander den indruk krijgt, dat de leeraar te weinig arbeid zou prestee- ren. Ook mijn meening, dat met eventueel meer deren arbeid, hoogere belooning behoort gepaard te gaan, komt in mijn artikelen niet voldoende uit. Ik geef foe, dat uit de genoemde, niet-vol- doende heldere formuleering, vooral in de huidige situatie, schade zou kunnen ontstaan. 3. Ik erken, dat het alleszins juister ware ge weest, indien ik mijn, van de gangbare opvattingen afwijkende meening over de salariskwestie eerst had gebracht in den boezem der Vereeniging (c.q. het .Weekblad), dan haar zonder meer te publi- ceeren in de dagblad-pers. 4. Mijn critiek op de conclusie van de Staats- commissie-Raaymakers, gold het bedrag in ver band met den urengrondslag (het bedrag is immers afhankelijk van de economische conjunctuur). Deze critiek behoort niet te gelden de relatieve plaats, die genoemde Staatscommissie aan het leerarencorps toekent. Dit bleek niet duidelijk genoeg. 5. Ik geef toe en betreur, dat ik bij het publi- ceeren mijner beschouwingen mij niet voldoende rekenschap heb gegeven van het feit, dat een goede collegialiteit mij verplichtte mij zoodanig uit te drukken, dat iedere mogelijkheid, dat door mijn publicatie belangen van het leerarencorps zouden kunnen worden geschaad, vermeden ware. w.gNIJGH. Nu de heer Nijgh zóó het boetekleed aantrekt, wil ik ook wel één fout erkennen. Namelijk, dat ik zijn rectificatie: 200,in plaats van ƒ2, enz." over het hoofd had gezien. Intusschen, als ik al niet alles gelezen en ver staan heb, dwaal ik, in gezelschap van Mr. Treub en Mr. Dresselhuijs. Aan Mr. Nijgh verder alle succes wenschend op zijn politieke loopbaan, waarvan hij zeker al wel gevoeld heeft, dat er naast rozen, ook dorens ge vonden worden, blijf ik, met dank voor de lank moedigheid van lezers en redactie: P. C. KAPPETEIN. VERSLAGEN. JAARVERSLAG van de afdeeling „Hel- levoetsluis" en O. van het Centraal Ge nootschap voor Kinder-herstellings- en Vacantie-kolonies over het jaar 1923. De heer L. Touw heeft wegens zijn vertrek bedankt als lid van het Bestuur in deze vacture zal in de algerreene vergadering moe ten worden voorzien. Er waren" 69 contribu anten, waaronder de gemeenten Hellevoetsluis en Nieuw-Helvoet, de „Wijkverpleging", „Wil- helmina", de afd. Hellevoetsluis e.o. van het N.O.G. en de afd. Nieuw-Helvoet van den bond van Ned. Onderwijzers, met een totaal van 162,—. De kas liet niet toe meer dan 3 kinderen uit te zenden, wat is geschied; dit waren 3 meisjes uit Nieuw-Helvoet, één patient van Dr. Wesslink, één van den hr. Kerbert en één van Dr. Slis; één meisje van hier ging voor eigen rekening. Zij verbleven van 12 Mei tot 14 Juni in het Koloniehuis „Ons Genoegen" te Oost- voorne; de gewichtstoename was resp. .0,9, 1,4, 2,6 en 0,5 Kg. De gezondheidstoestand ge durende het verblijf was goed ook de nawerking is bij de een meer, bij de andere ook gunstig. Het jaar begon met een batig saldo van 139,32, de ontvangsten zijn geweest 164,64, jdus totaal 303,96, de uitgaven 222,92, zoodat er aan het eind van het jaar een saldo was van 81,04. j Die nog geen lid is en deAfdeeling wil steu nen, kan zich opgeven bij een der tegenwoordi- 'ge Bestuursleden, n.l. Dr. Wesselink, H. Ker- j bert. Ds. Timmer en de ondergeteekende, allen alhier; de minimum-contributie is 1,De I afdeeling verloor 3 contribuanten, 1 door ver trek en 2 bedankten; 6 kwamen er bij en wel 1 alhier en 5 te Nieuw-Helvoet. De Sectretaris, (w.g.) P. Van DRIEL. Verslag van de vergadering van den raad der Gemeente Oude Tonge op Maandag 9 April des vm. 10 uur. Voorzitter Burgemeester van Schouwen. Aanwezig alle leden. VOORZITTER opende de vergadering, waarna de notulen werden voorgelezen en on veranderd goedgekeurd. VOORZITTER deelde mede dat iemand uit Rotterdam de „D. Gestetner's Rotarij", een vermenigvuldigingsmachine gaarne ter onze harten vonden elkander en onze zielen smol ten ineen." „Dót zal me wat zijn geweest!" knorde Hagen bach, gelukkig zóo binnensmonds, dat Leonie hem niet verstond. Met bevende stem ging zij voort: „Engelbert deed met zijn discipels een reis door Egypte en hier kreeg hij ais het ware een open baring en besloot hij zendeling te worden en de arme heidenen te gaan bekeeren. Hij gaf mij edel moedig mijn woord terug, maar ik nam 't niet aan en verklaarde mij bereid die zware, opoffe rende werkzaamheid met hem te deelen. 't Heeft niet mogen zijn! Hij schreef mij nog eens vóór zijn vertrek naar de binnenlanden van Afrika, en toen hier barstte zij in snikken uit, „toen heb ik niets meer van hem gehoord." Hagenbach deelde die droefheid volstrekt niet. Hij verkneuterde zich integendeel, dat de bewuste minnaar en zendeling werkelijk dood en begraven was. Deze mededeeling deed zijn wrevel aanmerke lijk bedaren en ontnam al het beleedigcnde aan de ontvangen weigering. Hij kwam daardoor in een zachtmoedige stemming, die zich zelfs tot zijn medeminnaar uitstrekte. „Hij ruste in vrede!" zeide hij. „Maar gij zult toch eens ophouden met hem te beweenen en hem niet levenslang blijven betreuren. Dit moge in den tijd van Wcrther mode zijn geweest, aan het eind van de negentiende eeuw rouwt een meisje den gebruikelijkcn tijd over haar gestorven galant en neemt dan een ander als zich namelijk een ander voordoet, lit dit geval doet deze zich voor cn herhaalt zijn aanzoek. En dus, Leonie, wilt ge mij hebben? Ja of neen?" „Neen!" zeide Leonie, verontwaardigd het hoofd opheffende. „Als ik nog niet wist, wat ik in de teedere liefde van mijn Engelbert had bezeten, zou ik dit door uw aanzoek beseffen. Misschien zoudt ge een andere dame niet op zulk een weinig vormelijke manier gevraagd hebben uw vrouw te worden maar de arme, onafhankelijke onder wijzeres, die hare eerste jeugd reeds achter zich heeft, moet 't natuurlijk als een geluk geschouwen, dat ze levenslang „bezorgd" is. Met zóo iemand behoeft men geen complimenten te maken! Maar ik heb een te hooge opvatting van het huwelijk om 't uit dit oogpunt te bezien. Ik wil veel liever arm en afhankelijk blijven, dan de vrouw worden van iemand, die 't als pretendent al niet eens de moeite waard acht de noodige beleefdheidsvormen in acht te nemen. En nu hebben wij elkaar niets meer te zeggen, dokter." Bij deze laatste woorden boog zij en verliet het vertrek. Hagenbach keek haar uit het veld geslagen na. „Dat noem ik iemand de les lezen 1" zcide hij. „En dat ik mij dit zoo kalm heb laten welgevallen Maar in die verontwaardigde stemming zag zij er met dien blos op de wangen en die schitterende oogen bijzonder goed uit. Ik heb nooit geweten dat zij zóó mooi was! Ja, dat vcrwenschtc leven als jonggezel! Men verleert langzamerhand alle vormen en manieren!" Hij nam zijn hoed en maakte zich gereed om heen te gaan, maar daar viel zijn oog weer op het portret van zijn diep betreurden medeminnaar en nu koelde hij al zijn toorn op die onschuldige photographie. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1