;kerij en Lunchroom J)K00PSTETHEE. g RT HEIJN ;E'S AFTERNOON TEA j EERSTE BLAD \T\ 75 «1 iBIEDING ZUIDVRUCHTEN: ireemging [k - Middelharnis. PENIIVG ergaderingen, enz. beschikbaar Jr, Yaa alle stof gezüiyerd per pond 7 RN1S, WESTDIjK B 368 jezorgen zonder prijsverhooging. is ten slotte het goedkoopste, ons-pakje, het roode pakje, ZATERDAG 31 MAART 1923 5E JAARGANG. - N°. 42. FEUILLETON. VRIJE BAAN. Landbouw en Veeteelt. Pe«* m halfpondspak ook in ons en Vj ons pakjes I den ZATERDAG 31 MAART ivengenoemde Zaak :ngste eischen des tijds ingericht is. vlugge en nette bediening hoopt onder wen van het geachte publiek te winnen. Beleefd, aanbevelend A. J. VAN ROSEVELT. Mische p. pond 85, bij minstens 2 pond 80 ct. p. p. nieuwe 45 2 38 B je Oogst 40 2 32 n 40 2 32 stuks in I pond) 45, 2 38 p. pond 16 2 14 ■(Smyrna) 54 2 46 prachtig ,40, 2 35 24 2 18 (R NOTEEREN WIJ -80-100-120 3 Snijboonen, p. 1/1 bl. 55 p. 1/2bl.35 24-26-31-37 I Spercieboonenl/1 55 1/2 35 23 I Spinazie p. 1/1 45 1/2 30 pond 32 9 Doperwten p. 1/1 65 1/2 40 cent p.stuk f Julienne soepgroenten per ons 20 |per 9-12-15 18-25 30 11-15-18 pak 27 10-18-26 15 22-26-88 20 per pak 18 - 8*1 - 11 12 |46-56 60-70 pond 46 liter 65 pond 55 Kaarsen Apollo per pak 34 Zwaluw lucifers 21 Huishouddoozen lucifersp doos 14 Ammonlakzeep per pak 17£ Spiritus - ilesch 23 Zebra pasta doos 7 groot 18 Globe poetspomade doosje 5J Brasso flacon 13 Soda per pond 3J bij 3 pond 10 Witte peper per ons Zwarte, peper Nootmuscaat Gemalen kaneel Pijpkaneel Kruidnagelen Cayenne peper Kerry Colmans mosterd 22 16 14-20-25 20 flacon busje door geheel Nederland. Prijs per kwartaal. f I,— Losse nummers f 0,07* Advertentiën v. 1—6 regels 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragon f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 16 cent. Oit blad verschijnt lederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven dear de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Tengevolge van het PAASCHFEEST zal ons a.s. WOENSDAGNUMMER niet verschijnen. CENTRALE COMMISSIE VOOR BEZUINIGING. Overdruk uil de Maart-aflevering 1923, van het tijdschrift der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Han del. WAAR HET GELD BLIJFT. (Knipsels die te denken geven. De Centrale Commissie voor Bezuiniging, Secretariaat: Paviljoen te Haarlem, houdt zich bij voortduring aanbevolen voor zoo ruim mogelijke medewerking van deskundigen op verschillend gebied, die goede middelen ter bezuiniging kunnen aanwijzen. Personen, zoo wel in ambtelijke kringen als daarbuiten, die meenen met voldoende kennis van zaken voor stellen te kunnen doen tot of beschouwingen te leveren over bezuiniging of doelmatiger besteding van overheidsgelden, gelieven zich rechtstreeks met de Commissie in verbinding te stellen. Zij is gaarne bereid artikelen, voor stellen en beschouwingen, die haar doelmatig voorkomen, behoorlijk te honoreeren. Des- gewenscht kunnen medewerkers zich ver zekerd houden van volstrekte handhaving hunner anonymiteit. Belastingwee. Dat zijn de gevolgen! Men meldt ons uit Gorssel bij Zutfen: De belastingschroef is de laatste jaren ook hier zeer sterk aangedraaid. Verschillende vermogende ingezetenen zijn voornemens deze gemeente metterwoon te verlaten nu een voor stel van B. en W. om tot een billijker verdee ling van de lasten over te gaan, met één stem meerderheid is verworpen, nadat in een vorige raadszitting de stemmen over dat voorstel hebben gestaakt. De hoogst-aangeslagene zal zich vermoede lijk in Zwitserland vestigen, en alleen diens vertrek zal verhooging van belasting voor al de overigen met ongeveer één derde tenge volge hebben. (Alg. Hblad. van l-3-'23). Is dat nu bezuiniging? Men schrijft ons: Aan de verlofsofficieren, die deelnemen aan de winterbijeenkomsten te Maastricht, wordt o.m. onderwijs gegeven in de mil. admini stratie door een hoofdofficier van dat dienst vak te Arnhem. Zijn er in het Zuiden des lands geen officieren te vinden, bekwaam ge noeg om als onderwijzer op te treden? (De Avondpost van 8-2-'23). Men bezuinigt.1 Een reserve-luitenant kwam met het s.s. „Johan de Witt" de vorige week uit Holland. Bij aankomst werd hem medegedeeld dat hij met 1 jaar activiteits-tractement dadelijk kon repatriéeren. Hetgeen schielijk aangenomen wordt en per keerende „Johan de Witt" gaat de man terug, als zijnde hier „overbodig". Versmeten aan belastinggeld: VAN E. WERNER. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 46) Het jonge meisje boog zwijgend, maar toestem mend het hoofd. „Uw huwelijk ontrukt u aan die omstandig heden en bevrijdt u van het gezag, dat uw broeder op u uitoefent maak u dan ook vrij van zijn invloed, ten koste van eiken prijs! Laat hem geen macht meer behouden over uw toekomstig leven ze is rampzalig en voert u slechts ten verderve. Wat ik vroeger alleen vermoedde, weet ik nu met zekerheid. De weg van den baron loopt langs een afgrond wie zal zeggen, wat het eind zal zijn." Cecilia kromp ineen bij deze iaatste woorden. Zij dacht aan Oscar's onheilspellende bedreiging, toen zij weigerde te Odensberg te blijven, en het beeld van haar overleden vader stond haar plot seling voor den geest. „Zeg niets meer, mijnheer Runeckl" zelde zij, haar best doende om zich goed te houden. „Ge spreekt van mijn broer!" „Ja, van uw broer!" herhaalde hij met klem en nadruk. „En gij komt niet daartegen op, ge weet dus „Ik weet niets, ik wil niets weten O, goede hemel, heb toch medelijden met mij!" Zij sloeg beide handen voor het gelaat en wan kelde, alsoi zij op het punt stond van In zwijm Uitrustingskosten. Ie klasse passage v.v. IJ jaar activiteits-tractement. Een goede reputatie van waarachtige be zuiniging. Hoevelen zullen nog in zoo'n geval komen te verkeeren? Wie is de schuld? Hoe is de verhouding tusschen Indië en Plein dat zoo iets kan voorkomen? Wij vragen slechtszegt de „Java-Bode". (De Avondpost van 14-l-'23). Bureaucratische nonsens Men schrijft aan het Centrum: N. N. te Z. van 16 Mei 191430 Juni 1917, tijdelijk rijkstelefoniste, daarna vast, vroeg en verkreeg midden 1920 ontslag wegens huwe lijk met rijksambtenaar. Ziedaar de situatie. Ongeveer Juli 1922 komt er nu een schrij ven van den Raad van Arbeid van ongeveer! de volgende strekking: 't Ministerie van Waterstaat geeft ons op dracht voor u een rentekaart gereed te maken. Gelieve de volgende gegevens te verstrekken, enz. Nadat het antwoord niet inkwam volgde na 14 dagen een aanmaning en kort daarna een persoonlijk bezoek van een agent. Deze gaf toe, dat we van een voortplak- ken mochten afzien en gaf gelijk, dat we zulks deden. Basta, zou elk normaal mensch denken. Zoo niet het Ongeveer November volgt de uitspraak van den voltalligen Raad van Arbeid (hoeveel kos ten brengt dit met zich?) dat N. N. gerechtigd was van verzekering af te zien en op folio formaat de mededeeling hiervan. Basta! Och, neen. Vorige week volgt nogeen renteboekje van40 bladzijden druks. Op de enveloppe stond: Wanneer men één oog verloren heeft, moet men vaak het andere gebruiken om naar een baantje uit te zien. Past daar niet beter: „Wanneer men niets meer weet, moet men 'vaak werk zoeken om bezig te blijven?" Ën dit is één geval. Hoeveel kosten zoo de honderden gevallen samen? Dure regenten. Een van de verschijnselen van den tegen- woordigen tijd is, dat de bestuurdersambten hoe langer hoe beter moeten worden betaald. Ministers, Kamerleden, Gedeputeerden, Wet houders, Gemeenteraadsleden, zij laten allen hun kostbare diensten goed honoreeren. In Maastricht heeft in de katholieke kies- vereeniging de heer Van Term er een en ander over gezegd en omdat men blijkbaar niet over tuigd was heeft hij er in „De Limb. Koerier" de becijfering nog eens van gegeven. Deze vierjarige dienst, zeide de heer Van Term, komt de gemeente te staan op een som van bij de J 33.000, zoodat elk dienstjaar haar meer dan 8000 en, het weduwenpensioen meegerekend, wel op dichtbij de 9000 zal komen te staan. De berekening is als volgt: Het tractement van een wethouder te Mastricht is 3500 per jaar. Gaat af 15 pCt. premiebetaling; alzoo ƒ525. Rest dus 2975 vrij salaris. Maakt over 4 jaar 4 maal 2975 is 11.900. Het pensioen na vier dienstjaren is 4 x 175 per jaar, zijnde 700. Dit geniet de ex-titularis in het beoelde geval gedurende dertig jaren. In 't geheel ontvangt hij dus 30 maal 700 is 21.000. Aan traktement en pensioen heeft hij dus aan het einde zijns levens (wordt hij 70 jaar of ouder, dan wordt het bedrag nog hooger) ontvangen 11.900 plus ƒ21.000 is ƒ32.900. En dat voor vier jaren dienst. Maakt per jaar 8225. Reken hier het weduwenpensioen bij; dan komt men tot het bedrag van tus schen de 8 en 9000 gulden. Goedkoop zijn ze niet, onze huidige regeer ders. Als ze nu nog maar goed werk leveren, dan is liet nog tot daaraantoe! (De Tijd van 28-2-'23). OPMERKINGEN, DIE DE COMMISSIE VAN VERSCHILLENDE ZIJDEN BEREIKTEN. Bureaucratie. Men schrijft ons: „Een machinefabriek in het midden van ons land verzond 1 December een werktuig naar België en deed de zending vergezeld gaan van de voorgeschreven documenten, waaron der een S.-formulier van de statistiek. Op dit formulier waren de verschuldigde statistiek zegels opgeplakt. Na verloop van 14 dagen werd aan den af zender door de zorgen der Ned. Spoor een franceerings-nota gepresenteerd ten bedrage van 0.05, wegens het plakken van ongeldig statistiekzegel, hetwelk met een ander Meet middel opgeplakt was en hetgeen verboden is. Aangezien bij het aanbieden der frankee- rings-nota de kasse der fabriek gesloten was en men aldaar ook wel eens bureaucratisch wilde wezen, werd de man met zijn kwitantie teruggezonden. Eenige dagen daarna volgde opnieuw aanbieding, waarna het kapitale be drag van 5 ets. werd voldaan. Uit het bovenstaande blijkt, dat zeker een tiental guldens wordt uitgegeven aan admini stratief gedoe en incasseeringskosten enz., om een bedrag van 5 ets. te achterhalen." Geldverknoeierij bij de Posterijen. In verband met het bericht onder dit hoofd opgenomen in deze rubriek, bijvoegsel van ons Januari-riummer, ontving de Centrale Commissie voor Bezuiniging het volgende schrijven van den heer Nolting, plaatsvervan gend Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie: Hetgeen in het Januarinummer van uw tijdschrift voorkomt op blz. 260b onder het opschrift: „Geldverknoeierij bij de Posterijen", geeft mij aanleiding uwe aandacht te vragen voor het volgende. Voorop stel ik vast, dat het nut uwer werk zaamheid bij mij buiten twijfel staat. Dit zoo zijnde spreek ik er mijn leedwezen over uit, dat uwe Commissie met betrekking tot bedoeld artikel heeft gemeend te moeten afwijken van wat op dezelfde pagina rechts onderaan met vette letter gedrukt staat. Uit die woorden blijkt toch, dat, opdat uw streven niet door onjuiste voorstellingen geschaad worde, u zeer terecht vóór publicatie van klachten of opmerkingen deze tot eventueele weerlegging of rechtzetting aan de betrokken autoriteiten ter kennis wenscht te brengen. Dat u deze gedragslijn volgen wilt, is mij dui delijk, omdat uw eisch, dat de inzenders on voorwaardelijk voor de juistheid van hunne berichten moeten instaan, geen voldoenden waarborg biedt. Immers, kwaadwilligheid bui ten beschouwing gelaten, ziet de buitenstaan der dikwijls geheel te goeder trouw bij gebrek aan nauwkeurige kennis van feiten en om standigheden de zaken in verkeerd licht. Er zijn eenmaal die verkeerde en als in dit geval alarmeerende berichten gepubliceerd, dan is te vallen. Maar op dit zelfde oogenblik was Egbert haar ook reeds ter zijde en steunde haar; evenais op den Albenstein rustte het mooie hoofdje, bleek en met gesloten oogen, tegen zijn schouder. „Cecilia!" 't Was maar een enkel woord, doch 't kwam hem vurig en opgewonden over de lippen, en bij dien klank openden zich de groote donkere oogen en ontmoetten de zijnen. Eéne seconde die een eeuwigheid scheen. De pendule sloeg met lulde en doordringende slagen twaalf. Egbert liet de armen zinken en hief zich op. „Maak Erik gelukkig!" zeide hij op somberen toon. „Vaarwel, Cecilia!" De volgende minuut had hij de kamer verlaten en Cecilia, het gloeiend voorhoofd tegen den mar meren schoorsteenmantel gedrukt, weende weende, alsof haar het hart zou breken. De woningen van de talrijke beambten van Odensberg vormden bijna een kleine stad op zich zelf, en hier lag ook het huis van dokter Hagen- bach, een kleine, in Zwitserschen stijl gebouwde villa. Zij was blijkbaar voor een grooter familie bestemd geweest, maar dc verstokte jongenheer had niet aan trouwen gedacht en woonde reeds sedert verscheidene jaren met een oude huis houdster samen, waarbij zijn neef zich nu ais derde man had gevoegd. Als eerste geneesheer van Odens berg had Hagenbach hier een uitgebreide prak tijk; maar zijne hulp werd ook menigmaal van buitenaf ingeroepen. Ook thans zat in zijn spreekkamer een vreemde patiënt, die er echter allesbehalve ziekelijk uit zag. De omstreeks veertigjarige man was geducht corpulent; hij vouwde de vleezige handen over daarmedè den aangevallene een nadeel be rokkend, dat niet meer, ook of juist niet door verdediging of weerlegging, kan worden weg genomen, omdat het publiek al te licht ge neigd is, om voorzoover het al de weerlegging onder oogen krijgt, die weerlegging aan te merken als rechtpraterij van wat toch inder daad scheef is. Daarom is van mij tegen het artikel „Geld verknoeierij bij de Posterijen" geen verweer te wachten, noch schijnt het mij gewenscht ter zake in nadere beschouwingen te treden. Maar afgescheiden van het voorafgaande, zij het mij veroorloofd uwer Commissie de vraag te stellen of zij meent, dat, naast be zuiniging, het ook een publiek belang is om een dagelijks met het publiek in aanraking komenden dienst bij dat publiek in een slecht daglicht te stellen en zulks op een tijdstip, dat reeds sedert langen tijd bij den dienst, gelijk elders, alles in het werk wordt gesteld om het juiste evenwicht te herwinnen. Tot slot moge ik uwer Commissie de ver zekering geven, dat ik niettemin steeds bereid zal worden gevonden omtrent klachten en op merkingen, die u omtrent het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie be reiken, mits deze nog niet zijn gepubliceerd, u de noodige inlichtingen te verstrekken en zoodoende uw streven te bevorderen en te algemeenen nutte zuiver te houden. Des- gewenscht kunt u dit schrijven in uw orgaan publiceeren. Dat onze Commissie door de publicatie van liet bestreden stukje zou zijn afgeweken van de onder aan dezelfde pagina van het Knipsel blad vet gedrukte woorden, kunnen wij niet toegeven. Uit die woorden toch valt niet te lezen, dat ingekomen berichten en mededee- lingen steeds vooraf ter kennis van de betrok ken autoriteiten zullen worden gebracht; of dat wenschelijk is, beoordeelt de Commissie voor ieder geval op zichzelf. Er kunnen redenen zijn, die tot publicatie zonder meer aanleiding geven, evenals in tal van andere gevallen over leg met de autoriteiten plaats vindt en daarna in het geheel niet tot publicatie wordt over gegaan. Zich binden om altijd eerst de be trokken autoriteiten te raadplegen, kan de Commissie uit den aard der zaak niet. Het behoeft overigens wel nauwelijks be toog, dat het zeker niet de bedoeling der Com missie is eenigen tak van dienst bij het publiek in een slecht daglicht te stellen. Maar aan aller- wege uit het publiek opkomende klachten, zooals in dit geval over den bouw van dure kantoren in allerlei kleine plaatsen, die in de laatste jaren plaats vond, mag zeker wel eens in ons Knipselblad uiting worden gegeven en de leiders van een bedrijf doen goed met die mentaliteit van het publiek rekening te hou den. Gezien de bron, waaruit het bericht ons bereikte, had de Commissie dan ook geen enkel bezwaar tegen publicatie. Wij betreuren het, dat de heer Nolting geen aanleiding vindt nu eens precies aan te geven in hoeverre ons bericht onjuist is. Intusschen constateeren wij dankbaar, dat het nut van onze werkzaamheden ook bij dezen hoofdambtenaar buiten twijfel staat. Tot samnewerkïng met de autoriteiten in het algemeen belang blijft onze Commissie steeds gaarne bereid. De Centr. Comm. v. Bezuiniging. De Centrale Commissie voor Bezuiniging houdt zich voor de inzending van opmerkingen en klachten als bovenvermeld (liefst behoorlijk gedocumenteerd) steeds gaarne aanbevolen. Zij zullen voor zooveel noodig ter kennis van de betrokken autoriteiten worden gebracht of op andere wijze in behandeling genomen en indien zij daarvoor in aanmerking komen ook in deze rubriek worden gepubliceerd. De in zenders moeten echter onvoorwaardelijk voor de juistheid van hunne berichten instaan. Ingezonden Mededeelingen. Kantoor MIDDELHARNIS. ZITDAGEN - tijdens BEURS. Woensdag. SOMfflELSDlJKTABBERS Donderdag, DIRKSLANDY. d. DOEL Donderdag, OUDDORPFLQHiL Vrijdag, OÜDE TONGEGELUK een zeer rond en dik buikje en zijne oogen ver dwenen bijna geheel achter de blinkende, roode en gevulde wangen. Nochtans deed hij een lang relaas van al zijn ongemakken en ellenden en somde een reeks van kwalen op, totdat Hagen bach hem ongeduldig in de rede viel. „Ik weet alles wat gij mij vertelt, mijnheer Wilman. De laatste maal heb ik u al gewaarschuwd dat ge veel te goed zorgt voor den inwendigen mensch. Als ge niet wat minder eet en drinkt en wat meer beweging neemt, kunnen ook de mid delen niet werken, die ik u heb voorgeschreven." „Minder eten en drinken?" herhaalde Wilman op zachten en weemoedigen toon. „Goede hemel, dokter, ik ben de matigheid in persoon. Maar een hotelhouder is in dat opzicht een slachtoffer van zijn beroep! Ik moet toch soms met mijne gasten praten en drinken, dat hoort bij mijn vak, en „Gij neemt dat martelaarschap op u, met ver loochening van uzelf! Ik heb er niets tegen maar verg dan ook niet van mij, dat ik ti helpen zall De praktijk te Odensberg geeft mij toch al handen vol werk, zonder dat die van buitenaf de drukte komt vermeerderen. Waarom wendt ge u niet tot een van mijn collega's die veel meer tijd hebben?" „Omdat het vertrouwen mij ontbreekt," zeide Wilman plechtig, zonder zich door die onvriende lijke verklaring van zijn stuk te laten brengen. „Gij hebt zoo iets vertrouwbaars, dokterl" „Ja, ik beschik Goddank over de noodige barschheid," antwoordde Hagenbach met vol komen gemoedsrust. „Dan hebben de menschen altijd vertrouwen. Wilt gij u dus aan mijn voor schriften onderwerpen? Ja of neen?" „Lieve hemel, ik onderwerp mij immers graag aan alles. Als ge wist, wat ik in de laatste dagen heb uitgestaan, die vreeselijke maagpijnen ,,'t Gevolg van al de lekkere schotels en pikante sauzen," merkte de dokter koelbloedig op. „En dan die benauwde ademhaling, die. duize lingen in het hoofd „Die komen van al het bier, waaraan gij u dagelijks te goed doet. Er wordt geen bier meer door u gedronken het voedsel tot het noodzake lijkste beperkt. En dus Hier begon hij hem een dieet voor te schrijven, dat mijnheer Wilman den schrik op het lijf joeg. „Maar dat is een echte hongerkuur, dokterl" jammerde hij. „Daarbij zou ik 't eerstdaags af leggen!" „Wilt gij 't liever afleggen als slachtoffer van uw beroep?" vroeg Hagenbach. ,,'t Is mij wél maar laat mij dan ook verder met rust!" De patiënt zuchtte diep en smartelijk; maar de vertrouwenwekkende barschheid van den genees heer scheen zijne bedenkingen allengs tot zwijgen te brengen. Hij vouwde de handen en keek naar de zoldering. „Als 't dan niet anders kan dan maar in 's hemels naam!" zeide hij op zalvenden toon. Dr. Hagenbach wierp hem plotseling een onder zoekenden blik toe en vroeg toen geheel onver wachts: „Hebt gij soms een broeder, mijnheer Wilman?" „Neen. Ik ben het eenige kind van mijn ouders." „Vreemd! Op eens trof mij een gelijkenis, of eigenlijk is 't volstrekt geen gelijkenis neen, in den grond van de zaak hebt gc niets van den bcwusten persoom." Wilman schudde het hoofd, ten tecken, dat hij niets van deze geheimzinnige woorden begreep, ZUIDHOLLANDSCHE BOND VAN RUNDVEE- FOKVEREENIGINGEN. De Provinciale Bond van Rundveefokvereeni- gingen in Zuid-Holland heeft van morgen in café Suisse alhier zijn 26ste algemeene vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer P. Jas, uit Dubbeldam. Naar uit het jaarverslag van den secretaris, den heer Joh. Michielen, blijkt, verminderde het aantal leden met drie, Zoodat nog zijn aangesloten 34 vereenigingen met ongeveer 600 leden fokkers. Het verslag herinnert verder aan den dood van het bestuurslid Wesseling. De algemeene toestand van den veestapel heet voorts bevredigend. Mond- en klauwzeer kwamen sporadisch voor. Enkele weken werden in Zuid- Holland de markten gesloten. De uitvoer van fok- vee bepaalde zich tot eenige exemplaren naar Zuid-Amerika. De prijzen voor best fokvee hand haven zich dan ook wel, doch bereiken niet de hoogte van vóór den oorlog. De heer Michielsen besluit: Hopen we, dat spoedig de ons omringende volken zich zullen herstellen, en in staat zullen zijn onze producten tegen goede prijzen af te nemen, waardoor tevens onze fokkerij voor in zinking zal bewaard blijven. De rekening en verantwoording van den pen ningmeester, de heer H. Zeilerberg uit Oudenhoorn wijst op een totaal van 481.62 een batig slot aan van 45,24£. Het waarborgfonds bezit 1284,75. De totale ontvangsten van den gehouden fok- veedag bedroegen 2225,45. Er is een batig saldo van 494,33. Gekozen werden in de vacature Wesseling tot bestuurslid de heer C. Bakker te Oegstgeest; 2de vacature, ontstaan door de ontslagneming van den heer H. J. Kruidenier, de heer H. Veldhoen te Charlois. Tot candidaat van den bond voor afgevaardigde in groep 3 in het hoofdbestuur der Holl. Maat schappij van Landbouw werd bij acclamatie be noemd de heer P. Jas uit Dubbeldam. De heer Bos deed daarna eenige mededeelingen namens de commissie inzake den verkoop van melk op vetgehalte. Hij verdeelde zijn mededeelingen in twee gedeelten, dat betreffende de melk geleverd aan fabrieken en die betreffende het werk der commissie naar buiten. Hij wees eerst op den be zuinigingsmaatregel, die oorzaak is, dat hij als terwijl Hagenbach voortging: „Hebt ge dan soms een familielid, dat in Afrika geweest is, in Egypte, in de Sahara, of daar ergens in de eene of andere woestijn?" Wilman's bolle wangen werden iets minder donkerrood en hij maakte 't zich op eens geweldig druk met zijn dikken gouden horlogeketting, toen hij antwoordde: „Ja een neef." „Die zendeling werd?" „Ja, dokter." „En toen aan koortsen is gestorven?" „Ja, dokter." „Hij heette Engelbert, niet waar? Dat komt dus uit! En hoe heet gij eigenlijk?" „Pan-kra-tius," antwoordde Wilman binnens monds, nog altijd met zijn horlogeketting spelende. „Een mooie naam! Nu, mijnheer Pankratius Wilman, over drie weken wacht ik u hier terug, en als ik ondertusschen in de buurt van het „Gouden Lam" mocht komen, zal ik even afstappen. Adieu! Wilman vertrok met een dankzegging voor den ontvangen raad en Hagenbach bleef alleen achter. ,,'t Komt uit!" mompelde deze. „Dus een neef van dien Engelbert, zaliger gedachtenis, met dien zwarten krippen strikl Zij hebben beiden denzelf den vromen oogopslag dat schijnt een familie kwaal te zijn. Zou ik 't haar vertellen? Neen, ik zal mij wel wachten! Ze zou dien dierbaren bloed verwant onmiddellijk bij zich verzoeken en dan kon die heele geschiedenis weer opnieuw doorge- treurd en doorgezeurd en zou er ten slotte nog eens weer eeuwige trouw beloofd worden. Maar 't is waar, ik zal Dagobert het beloofde recept meegeven; hij wilde naar het heerenhuis en Leonic gaan." (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1