;kerij en Lunchroom
J)K00PSTETHEE. g
RT HEIJN
;E'S AFTERNOON TEA j
EERSTE BLAD
\T\ 75 «1
iBIEDING ZUIDVRUCHTEN:
ireemging
[k - Middelharnis.
PENIIVG
ergaderingen, enz. beschikbaar
Jr, Yaa alle stof gezüiyerd per pond 7
RN1S, WESTDIjK B 368
jezorgen zonder prijsverhooging.
is ten slotte
het goedkoopste,
ons-pakje, het roode pakje,
ZATERDAG
31 MAART 1923
5E JAARGANG. - N°. 42.
FEUILLETON.
VRIJE BAAN.
Landbouw en Veeteelt.
Pe«* m
halfpondspak
ook in ons
en Vj ons pakjes
I den ZATERDAG 31 MAART
ivengenoemde Zaak
:ngste eischen des tijds ingericht is.
vlugge en nette bediening hoopt onder
wen van het geachte publiek te winnen.
Beleefd, aanbevelend
A. J. VAN ROSEVELT.
Mische p. pond 85, bij minstens 2 pond 80 ct. p. p.
nieuwe 45 2 38 B
je Oogst 40 2 32 n
40 2 32
stuks in I pond) 45, 2 38
p. pond 16 2 14
■(Smyrna) 54 2 46
prachtig ,40, 2 35
24 2 18
(R NOTEEREN WIJ
-80-100-120 3 Snijboonen, p. 1/1 bl. 55 p. 1/2bl.35
24-26-31-37 I Spercieboonenl/1 55 1/2 35
23 I Spinazie p. 1/1 45 1/2 30
pond 32 9 Doperwten p. 1/1 65 1/2 40
cent p.stuk f Julienne soepgroenten per ons 20
|per
9-12-15
18-25
30
11-15-18
pak 27
10-18-26
15
22-26-88
20
per pak 18
- 8*1
- 11
12
|46-56 60-70
pond 46
liter 65
pond 55
Kaarsen Apollo per pak 34
Zwaluw lucifers 21
Huishouddoozen lucifersp doos 14
Ammonlakzeep per pak 17£
Spiritus - ilesch 23
Zebra pasta doos 7
groot 18
Globe poetspomade doosje 5J
Brasso flacon 13
Soda per pond 3J bij 3 pond 10
Witte peper per ons
Zwarte, peper
Nootmuscaat
Gemalen kaneel
Pijpkaneel
Kruidnagelen
Cayenne peper
Kerry
Colmans mosterd
22
16
14-20-25
20
flacon
busje
door geheel Nederland.
Prijs per kwartaal. f I,—
Losse nummers f 0,07*
Advertentiën v. 1—6 regels 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragon
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 16 cent.
Oit blad verschijnt lederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven dear de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Tengevolge van het
PAASCHFEEST zal
ons a.s. WOENSDAGNUMMER
niet verschijnen.
CENTRALE COMMISSIE VOOR
BEZUINIGING.
Overdruk uil de Maart-aflevering 1923,
van het tijdschrift der Nederlandsche
Maatschappij voor Nijverheid en Han
del.
WAAR HET GELD BLIJFT.
(Knipsels die te denken geven.
De Centrale Commissie voor Bezuiniging,
Secretariaat: Paviljoen te Haarlem, houdt
zich bij voortduring aanbevolen voor zoo ruim
mogelijke medewerking van deskundigen op
verschillend gebied, die goede middelen ter
bezuiniging kunnen aanwijzen. Personen, zoo
wel in ambtelijke kringen als daarbuiten, die
meenen met voldoende kennis van zaken voor
stellen te kunnen doen tot of beschouwingen
te leveren over bezuiniging of doelmatiger
besteding van overheidsgelden, gelieven zich
rechtstreeks met de Commissie in verbinding
te stellen. Zij is gaarne bereid artikelen, voor
stellen en beschouwingen, die haar doelmatig
voorkomen, behoorlijk te honoreeren. Des-
gewenscht kunnen medewerkers zich ver
zekerd houden van volstrekte handhaving
hunner anonymiteit.
Belastingwee.
Dat zijn de gevolgen!
Men meldt ons uit Gorssel bij Zutfen:
De belastingschroef is de laatste jaren ook
hier zeer sterk aangedraaid. Verschillende
vermogende ingezetenen zijn voornemens deze
gemeente metterwoon te verlaten nu een voor
stel van B. en W. om tot een billijker verdee
ling van de lasten over te gaan, met één stem
meerderheid is verworpen, nadat in een vorige
raadszitting de stemmen over dat voorstel
hebben gestaakt.
De hoogst-aangeslagene zal zich vermoede
lijk in Zwitserland vestigen, en alleen diens
vertrek zal verhooging van belasting voor al
de overigen met ongeveer één derde tenge
volge hebben.
(Alg. Hblad. van l-3-'23).
Is dat nu bezuiniging?
Men schrijft ons:
Aan de verlofsofficieren, die deelnemen aan
de winterbijeenkomsten te Maastricht, wordt
o.m. onderwijs gegeven in de mil. admini
stratie door een hoofdofficier van dat dienst
vak te Arnhem. Zijn er in het Zuiden des
lands geen officieren te vinden, bekwaam ge
noeg om als onderwijzer op te treden?
(De Avondpost van 8-2-'23).
Men bezuinigt.1
Een reserve-luitenant kwam met het s.s.
„Johan de Witt" de vorige week uit Holland.
Bij aankomst werd hem medegedeeld dat
hij met 1 jaar activiteits-tractement
dadelijk kon repatriéeren.
Hetgeen schielijk aangenomen wordt en per
keerende „Johan de Witt" gaat de man terug,
als zijnde hier „overbodig".
Versmeten aan belastinggeld:
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
46)
Het jonge meisje boog zwijgend, maar toestem
mend het hoofd.
„Uw huwelijk ontrukt u aan die omstandig
heden en bevrijdt u van het gezag, dat uw broeder
op u uitoefent maak u dan ook vrij van zijn
invloed, ten koste van eiken prijs! Laat hem geen
macht meer behouden over uw toekomstig leven
ze is rampzalig en voert u slechts ten verderve.
Wat ik vroeger alleen vermoedde, weet ik nu met
zekerheid. De weg van den baron loopt langs een
afgrond wie zal zeggen, wat het eind zal zijn."
Cecilia kromp ineen bij deze iaatste woorden.
Zij dacht aan Oscar's onheilspellende bedreiging,
toen zij weigerde te Odensberg te blijven, en het
beeld van haar overleden vader stond haar plot
seling voor den geest.
„Zeg niets meer, mijnheer Runeckl" zelde zij,
haar best doende om zich goed te houden. „Ge
spreekt van mijn broer!"
„Ja, van uw broer!" herhaalde hij met klem en
nadruk. „En gij komt niet daartegen op, ge weet
dus
„Ik weet niets, ik wil niets weten O, goede
hemel, heb toch medelijden met mij!"
Zij sloeg beide handen voor het gelaat en wan
kelde, alsoi zij op het punt stond van In zwijm
Uitrustingskosten.
Ie klasse passage v.v.
IJ jaar activiteits-tractement.
Een goede reputatie van waarachtige be
zuiniging.
Hoevelen zullen nog in zoo'n geval komen
te verkeeren? Wie is de schuld? Hoe is de
verhouding tusschen Indië en Plein dat zoo
iets kan voorkomen?
Wij vragen slechtszegt de „Java-Bode".
(De Avondpost van 14-l-'23).
Bureaucratische nonsens
Men schrijft aan het Centrum:
N. N. te Z. van 16 Mei 191430 Juni 1917,
tijdelijk rijkstelefoniste, daarna vast, vroeg en
verkreeg midden 1920 ontslag wegens huwe
lijk met rijksambtenaar. Ziedaar de situatie.
Ongeveer Juli 1922 komt er nu een schrij
ven van den Raad van Arbeid van ongeveer!
de volgende strekking:
't Ministerie van Waterstaat geeft ons op
dracht voor u een rentekaart gereed te maken.
Gelieve de volgende gegevens te verstrekken,
enz.
Nadat het antwoord niet inkwam volgde na
14 dagen een aanmaning en kort daarna een
persoonlijk bezoek van een agent.
Deze gaf toe, dat we van een voortplak-
ken mochten afzien en gaf gelijk, dat
we zulks deden.
Basta, zou elk normaal mensch denken. Zoo
niet het
Ongeveer November volgt de uitspraak van
den voltalligen Raad van Arbeid (hoeveel kos
ten brengt dit met zich?) dat N. N. gerechtigd
was van verzekering af te zien en op folio
formaat de mededeeling hiervan.
Basta!
Och, neen. Vorige week volgt nogeen
renteboekje van40 bladzijden druks.
Op de enveloppe stond:
Wanneer men één oog verloren heeft, moet
men vaak het andere gebruiken om naar een
baantje uit te zien. Past daar niet beter:
„Wanneer men niets meer weet, moet men
'vaak werk zoeken om bezig te blijven?"
Ën dit is één geval. Hoeveel kosten zoo de
honderden gevallen samen?
Dure regenten.
Een van de verschijnselen van den tegen-
woordigen tijd is, dat de bestuurdersambten
hoe langer hoe beter moeten worden betaald.
Ministers, Kamerleden, Gedeputeerden, Wet
houders, Gemeenteraadsleden, zij laten allen
hun kostbare diensten goed honoreeren.
In Maastricht heeft in de katholieke kies-
vereeniging de heer Van Term er een en ander
over gezegd en omdat men blijkbaar niet over
tuigd was heeft hij er in „De Limb. Koerier"
de becijfering nog eens van gegeven.
Deze vierjarige dienst, zeide de heer Van
Term, komt de gemeente te staan op een som
van bij de J 33.000, zoodat elk dienstjaar haar
meer dan 8000 en, het weduwenpensioen
meegerekend, wel op dichtbij de 9000 zal
komen te staan.
De berekening is als volgt: Het tractement
van een wethouder te Mastricht is 3500 per
jaar. Gaat af 15 pCt. premiebetaling; alzoo
ƒ525. Rest dus 2975 vrij salaris. Maakt over
4 jaar 4 maal 2975 is 11.900.
Het pensioen na vier dienstjaren is 4 x
175 per jaar, zijnde 700. Dit geniet de
ex-titularis in het beoelde geval gedurende
dertig jaren. In 't geheel ontvangt hij dus 30
maal 700 is 21.000.
Aan traktement en pensioen heeft hij dus
aan het einde zijns levens (wordt hij 70 jaar
of ouder, dan wordt het bedrag nog hooger)
ontvangen 11.900 plus ƒ21.000 is ƒ32.900.
En dat voor vier jaren dienst. Maakt per
jaar 8225. Reken hier het weduwenpensioen
bij; dan komt men tot het bedrag van tus
schen de 8 en 9000 gulden.
Goedkoop zijn ze niet, onze huidige regeer
ders. Als ze nu nog maar goed werk leveren,
dan is liet nog tot daaraantoe!
(De Tijd van 28-2-'23).
OPMERKINGEN, DIE DE COMMISSIE VAN
VERSCHILLENDE ZIJDEN BEREIKTEN.
Bureaucratie.
Men schrijft ons:
„Een machinefabriek in het midden van
ons land verzond 1 December een werktuig
naar België en deed de zending vergezeld gaan
van de voorgeschreven documenten, waaron
der een S.-formulier van de statistiek. Op dit
formulier waren de verschuldigde statistiek
zegels opgeplakt.
Na verloop van 14 dagen werd aan den af
zender door de zorgen der Ned. Spoor een
franceerings-nota gepresenteerd ten bedrage
van 0.05, wegens het plakken van ongeldig
statistiekzegel, hetwelk met een ander Meet
middel opgeplakt was en hetgeen verboden is.
Aangezien bij het aanbieden der frankee-
rings-nota de kasse der fabriek gesloten was
en men aldaar ook wel eens bureaucratisch
wilde wezen, werd de man met zijn kwitantie
teruggezonden. Eenige dagen daarna volgde
opnieuw aanbieding, waarna het kapitale be
drag van 5 ets. werd voldaan.
Uit het bovenstaande blijkt, dat zeker een
tiental guldens wordt uitgegeven aan admini
stratief gedoe en incasseeringskosten enz., om
een bedrag van 5 ets. te achterhalen."
Geldverknoeierij bij de Posterijen.
In verband met het bericht onder dit hoofd
opgenomen in deze rubriek, bijvoegsel van
ons Januari-riummer, ontving de Centrale
Commissie voor Bezuiniging het volgende
schrijven van den heer Nolting, plaatsvervan
gend Directeur-Generaal der Posterijen en
Telegrafie:
Hetgeen in het Januarinummer van uw
tijdschrift voorkomt op blz. 260b onder het
opschrift: „Geldverknoeierij bij de Posterijen",
geeft mij aanleiding uwe aandacht te vragen
voor het volgende.
Voorop stel ik vast, dat het nut uwer werk
zaamheid bij mij buiten twijfel staat.
Dit zoo zijnde spreek ik er mijn leedwezen
over uit, dat uwe Commissie met betrekking
tot bedoeld artikel heeft gemeend te moeten
afwijken van wat op dezelfde pagina rechts
onderaan met vette letter gedrukt staat. Uit
die woorden blijkt toch, dat, opdat uw streven
niet door onjuiste voorstellingen geschaad
worde, u zeer terecht vóór publicatie van
klachten of opmerkingen deze tot eventueele
weerlegging of rechtzetting aan de betrokken
autoriteiten ter kennis wenscht te brengen.
Dat u deze gedragslijn volgen wilt, is mij dui
delijk, omdat uw eisch, dat de inzenders on
voorwaardelijk voor de juistheid van hunne
berichten moeten instaan, geen voldoenden
waarborg biedt. Immers, kwaadwilligheid bui
ten beschouwing gelaten, ziet de buitenstaan
der dikwijls geheel te goeder trouw bij gebrek
aan nauwkeurige kennis van feiten en om
standigheden de zaken in verkeerd licht. Er
zijn eenmaal die verkeerde en als in dit geval
alarmeerende berichten gepubliceerd, dan is
te vallen. Maar op dit zelfde oogenblik was Egbert
haar ook reeds ter zijde en steunde haar; evenais
op den Albenstein rustte het mooie hoofdje, bleek
en met gesloten oogen, tegen zijn schouder.
„Cecilia!"
't Was maar een enkel woord, doch 't kwam hem
vurig en opgewonden over de lippen, en bij dien
klank openden zich de groote donkere oogen en
ontmoetten de zijnen. Eéne seconde die een
eeuwigheid scheen. De pendule sloeg met lulde
en doordringende slagen twaalf. Egbert liet de
armen zinken en hief zich op.
„Maak Erik gelukkig!" zeide hij op somberen
toon. „Vaarwel, Cecilia!"
De volgende minuut had hij de kamer verlaten
en Cecilia, het gloeiend voorhoofd tegen den mar
meren schoorsteenmantel gedrukt, weende
weende, alsof haar het hart zou breken.
De woningen van de talrijke beambten van
Odensberg vormden bijna een kleine stad op zich
zelf, en hier lag ook het huis van dokter Hagen-
bach, een kleine, in Zwitserschen stijl gebouwde
villa. Zij was blijkbaar voor een grooter familie
bestemd geweest, maar dc verstokte jongenheer
had niet aan trouwen gedacht en woonde reeds
sedert verscheidene jaren met een oude huis
houdster samen, waarbij zijn neef zich nu ais derde
man had gevoegd. Als eerste geneesheer van Odens
berg had Hagenbach hier een uitgebreide prak
tijk; maar zijne hulp werd ook menigmaal van
buitenaf ingeroepen.
Ook thans zat in zijn spreekkamer een vreemde
patiënt, die er echter allesbehalve ziekelijk uit
zag. De omstreeks veertigjarige man was geducht
corpulent; hij vouwde de vleezige handen over
daarmedè den aangevallene een nadeel be
rokkend, dat niet meer, ook of juist niet door
verdediging of weerlegging, kan worden weg
genomen, omdat het publiek al te licht ge
neigd is, om voorzoover het al de weerlegging
onder oogen krijgt, die weerlegging aan te
merken als rechtpraterij van wat toch inder
daad scheef is.
Daarom is van mij tegen het artikel „Geld
verknoeierij bij de Posterijen" geen verweer
te wachten, noch schijnt het mij gewenscht
ter zake in nadere beschouwingen te treden.
Maar afgescheiden van het voorafgaande,
zij het mij veroorloofd uwer Commissie de
vraag te stellen of zij meent, dat, naast be
zuiniging, het ook een publiek belang is om
een dagelijks met het publiek in aanraking
komenden dienst bij dat publiek in een slecht
daglicht te stellen en zulks op een tijdstip, dat
reeds sedert langen tijd bij den dienst, gelijk
elders, alles in het werk wordt gesteld om het
juiste evenwicht te herwinnen.
Tot slot moge ik uwer Commissie de ver
zekering geven, dat ik niettemin steeds bereid
zal worden gevonden omtrent klachten en op
merkingen, die u omtrent het Staatsbedrijf van
de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie be
reiken, mits deze nog niet zijn gepubliceerd,
u de noodige inlichtingen te verstrekken en
zoodoende uw streven te bevorderen en te
algemeenen nutte zuiver te houden. Des-
gewenscht kunt u dit schrijven in uw orgaan
publiceeren.
Dat onze Commissie door de publicatie van
liet bestreden stukje zou zijn afgeweken van
de onder aan dezelfde pagina van het Knipsel
blad vet gedrukte woorden, kunnen wij niet
toegeven. Uit die woorden toch valt niet te
lezen, dat ingekomen berichten en mededee-
lingen steeds vooraf ter kennis van de betrok
ken autoriteiten zullen worden gebracht; of
dat wenschelijk is, beoordeelt de Commissie
voor ieder geval op zichzelf. Er kunnen redenen
zijn, die tot publicatie zonder meer aanleiding
geven, evenals in tal van andere gevallen over
leg met de autoriteiten plaats vindt en daarna
in het geheel niet tot publicatie wordt over
gegaan. Zich binden om altijd eerst de be
trokken autoriteiten te raadplegen, kan de
Commissie uit den aard der zaak niet.
Het behoeft overigens wel nauwelijks be
toog, dat het zeker niet de bedoeling der Com
missie is eenigen tak van dienst bij het publiek
in een slecht daglicht te stellen. Maar aan aller-
wege uit het publiek opkomende klachten,
zooals in dit geval over den bouw van dure
kantoren in allerlei kleine plaatsen, die in de
laatste jaren plaats vond, mag zeker wel eens
in ons Knipselblad uiting worden gegeven en
de leiders van een bedrijf doen goed met die
mentaliteit van het publiek rekening te hou
den. Gezien de bron, waaruit het bericht ons
bereikte, had de Commissie dan ook geen enkel
bezwaar tegen publicatie.
Wij betreuren het, dat de heer Nolting geen
aanleiding vindt nu eens precies aan te geven
in hoeverre ons bericht onjuist is.
Intusschen constateeren wij dankbaar, dat
het nut van onze werkzaamheden ook bij
dezen hoofdambtenaar buiten twijfel staat.
Tot samnewerkïng met de autoriteiten in
het algemeen belang blijft onze Commissie
steeds gaarne bereid.
De Centr. Comm. v. Bezuiniging.
De Centrale Commissie voor Bezuiniging
houdt zich voor de inzending van opmerkingen
en klachten als bovenvermeld (liefst behoorlijk
gedocumenteerd) steeds gaarne aanbevolen.
Zij zullen voor zooveel noodig ter kennis van
de betrokken autoriteiten worden gebracht of
op andere wijze in behandeling genomen en
indien zij daarvoor in aanmerking komen ook
in deze rubriek worden gepubliceerd. De in
zenders moeten echter onvoorwaardelijk voor
de juistheid van hunne berichten instaan.
Ingezonden Mededeelingen.
Kantoor MIDDELHARNIS.
ZITDAGEN - tijdens BEURS.
Woensdag. SOMfflELSDlJKTABBERS
Donderdag, DIRKSLANDY. d. DOEL
Donderdag, OUDDORPFLQHiL
Vrijdag, OÜDE TONGEGELUK
een zeer rond en dik buikje en zijne oogen ver
dwenen bijna geheel achter de blinkende, roode
en gevulde wangen. Nochtans deed hij een lang
relaas van al zijn ongemakken en ellenden en
somde een reeks van kwalen op, totdat Hagen
bach hem ongeduldig in de rede viel.
„Ik weet alles wat gij mij vertelt, mijnheer
Wilman. De laatste maal heb ik u al gewaarschuwd
dat ge veel te goed zorgt voor den inwendigen
mensch. Als ge niet wat minder eet en drinkt en
wat meer beweging neemt, kunnen ook de mid
delen niet werken, die ik u heb voorgeschreven."
„Minder eten en drinken?" herhaalde Wilman
op zachten en weemoedigen toon. „Goede hemel,
dokter, ik ben de matigheid in persoon. Maar een
hotelhouder is in dat opzicht een slachtoffer van
zijn beroep! Ik moet toch soms met mijne gasten
praten en drinken, dat hoort bij mijn vak, en
„Gij neemt dat martelaarschap op u, met ver
loochening van uzelf! Ik heb er niets tegen
maar verg dan ook niet van mij, dat ik ti helpen
zall De praktijk te Odensberg geeft mij toch al
handen vol werk, zonder dat die van buitenaf
de drukte komt vermeerderen. Waarom wendt
ge u niet tot een van mijn collega's die veel meer
tijd hebben?"
„Omdat het vertrouwen mij ontbreekt," zeide
Wilman plechtig, zonder zich door die onvriende
lijke verklaring van zijn stuk te laten brengen.
„Gij hebt zoo iets vertrouwbaars, dokterl"
„Ja, ik beschik Goddank over de noodige
barschheid," antwoordde Hagenbach met vol
komen gemoedsrust. „Dan hebben de menschen
altijd vertrouwen. Wilt gij u dus aan mijn voor
schriften onderwerpen? Ja of neen?"
„Lieve hemel, ik onderwerp mij immers graag
aan alles. Als ge wist, wat ik in de laatste dagen
heb uitgestaan, die vreeselijke maagpijnen
,,'t Gevolg van al de lekkere schotels en pikante
sauzen," merkte de dokter koelbloedig op.
„En dan die benauwde ademhaling, die. duize
lingen in het hoofd
„Die komen van al het bier, waaraan gij u
dagelijks te goed doet. Er wordt geen bier meer
door u gedronken het voedsel tot het noodzake
lijkste beperkt. En dus Hier begon hij hem
een dieet voor te schrijven, dat mijnheer Wilman
den schrik op het lijf joeg.
„Maar dat is een echte hongerkuur, dokterl"
jammerde hij. „Daarbij zou ik 't eerstdaags af
leggen!"
„Wilt gij 't liever afleggen als slachtoffer van
uw beroep?" vroeg Hagenbach. ,,'t Is mij wél
maar laat mij dan ook verder met rust!"
De patiënt zuchtte diep en smartelijk; maar de
vertrouwenwekkende barschheid van den genees
heer scheen zijne bedenkingen allengs tot zwijgen
te brengen. Hij vouwde de handen en keek naar
de zoldering. „Als 't dan niet anders kan dan
maar in 's hemels naam!" zeide hij op zalvenden
toon.
Dr. Hagenbach wierp hem plotseling een onder
zoekenden blik toe en vroeg toen geheel onver
wachts: „Hebt gij soms een broeder, mijnheer
Wilman?"
„Neen. Ik ben het eenige kind van mijn ouders."
„Vreemd! Op eens trof mij een gelijkenis, of
eigenlijk is 't volstrekt geen gelijkenis neen,
in den grond van de zaak hebt gc niets van den
bcwusten persoom."
Wilman schudde het hoofd, ten tecken, dat hij
niets van deze geheimzinnige woorden begreep,
ZUIDHOLLANDSCHE BOND VAN RUNDVEE-
FOKVEREENIGINGEN.
De Provinciale Bond van Rundveefokvereeni-
gingen in Zuid-Holland heeft van morgen in
café Suisse alhier zijn 26ste algemeene vergadering
gehouden, onder voorzitterschap van den heer
P. Jas, uit Dubbeldam.
Naar uit het jaarverslag van den secretaris, den
heer Joh. Michielen, blijkt, verminderde het aantal
leden met drie, Zoodat nog zijn aangesloten 34
vereenigingen met ongeveer 600 leden fokkers. Het
verslag herinnert verder aan den dood van het
bestuurslid Wesseling.
De algemeene toestand van den veestapel heet
voorts bevredigend. Mond- en klauwzeer kwamen
sporadisch voor. Enkele weken werden in Zuid-
Holland de markten gesloten. De uitvoer van fok-
vee bepaalde zich tot eenige exemplaren naar
Zuid-Amerika. De prijzen voor best fokvee hand
haven zich dan ook wel, doch bereiken niet de
hoogte van vóór den oorlog. De heer Michielsen
besluit: Hopen we, dat spoedig de ons omringende
volken zich zullen herstellen, en in staat zullen
zijn onze producten tegen goede prijzen af te
nemen, waardoor tevens onze fokkerij voor in
zinking zal bewaard blijven.
De rekening en verantwoording van den pen
ningmeester, de heer H. Zeilerberg uit Oudenhoorn
wijst op een totaal van 481.62 een batig slot
aan van 45,24£. Het waarborgfonds bezit
1284,75.
De totale ontvangsten van den gehouden fok-
veedag bedroegen 2225,45. Er is een batig saldo
van 494,33.
Gekozen werden in de vacature Wesseling tot
bestuurslid de heer C. Bakker te Oegstgeest; 2de
vacature, ontstaan door de ontslagneming van den
heer H. J. Kruidenier, de heer H. Veldhoen te
Charlois.
Tot candidaat van den bond voor afgevaardigde
in groep 3 in het hoofdbestuur der Holl. Maat
schappij van Landbouw werd bij acclamatie be
noemd de heer P. Jas uit Dubbeldam.
De heer Bos deed daarna eenige mededeelingen
namens de commissie inzake den verkoop van melk
op vetgehalte. Hij verdeelde zijn mededeelingen
in twee gedeelten, dat betreffende de melk geleverd
aan fabrieken en die betreffende het werk der
commissie naar buiten. Hij wees eerst op den be
zuinigingsmaatregel, die oorzaak is, dat hij als
terwijl Hagenbach voortging: „Hebt ge dan soms
een familielid, dat in Afrika geweest is, in Egypte,
in de Sahara, of daar ergens in de eene of andere
woestijn?"
Wilman's bolle wangen werden iets minder
donkerrood en hij maakte 't zich op eens geweldig
druk met zijn dikken gouden horlogeketting, toen
hij antwoordde: „Ja een neef."
„Die zendeling werd?"
„Ja, dokter."
„En toen aan koortsen is gestorven?"
„Ja, dokter."
„Hij heette Engelbert, niet waar? Dat komt
dus uit! En hoe heet gij eigenlijk?"
„Pan-kra-tius," antwoordde Wilman binnens
monds, nog altijd met zijn horlogeketting spelende.
„Een mooie naam! Nu, mijnheer Pankratius
Wilman, over drie weken wacht ik u hier terug, en
als ik ondertusschen in de buurt van het „Gouden
Lam" mocht komen, zal ik even afstappen. Adieu!
Wilman vertrok met een dankzegging voor den
ontvangen raad en Hagenbach bleef alleen achter.
,,'t Komt uit!" mompelde deze. „Dus een neef
van dien Engelbert, zaliger gedachtenis, met dien
zwarten krippen strikl Zij hebben beiden denzelf
den vromen oogopslag dat schijnt een familie
kwaal te zijn. Zou ik 't haar vertellen? Neen, ik
zal mij wel wachten! Ze zou dien dierbaren bloed
verwant onmiddellijk bij zich verzoeken en dan
kon die heele geschiedenis weer opnieuw doorge-
treurd en doorgezeurd en zou er ten slotte nog
eens weer eeuwige trouw beloofd worden. Maar
't is waar, ik zal Dagobert het beloofde recept
meegeven; hij wilde naar het heerenhuis en Leonic
gaan."
(Wordt vervolgd