Radioconcerten Zenuwen SEIZOEN 1923. DAMES- EN KINDËRtlOEDEN ZANDPAD 303 - ffllDDELHARNIS- Stoomwasscherij „VOORNE& PUTTEN" Matige prijzen. Helder waschgoed. M. SPOON Az. LMUNHAüDT'Jj WINTERDIENST HELPT het „Karolinen- Kinderspital" te WEENEN! WOENSDAG 28 MAART 1923 Officiëele Mecledeelingen. VRIJE BAAN. Landbouw. Drs. Med. H van Grafhorst, arts. Verhulststraat 79. Den Haag, zendt U op aanvrage gratis en franco zl|ne brochure ovet Qranuline, het middel tegen tuberculose en scrofulose (klierziekte of kliertuberculose). Heden OPENING van het nieuwe seizoen Allernieuwste modellen en kleuren. Beleefd aanbevelend A. v d. NIEUWEND1JK P.S. Let op het juiste nummer drie nul drie ^ero'ucte^ HOEST 4> HOEST 'verkoudheid, Vastzittend Heeschheid, A slijm,Bronchitis,! Keelpijn. Kinkhoest Heem p^$£s5&uNeem Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan voor de levering van en onderdeden. Verleent hulp bij aanleg. Eiken avond concert. Komt U overtuigen. Aanbevelend, J. DE JAGER - Stellendam NIEUW-HELVOET. NIEUW-HELVOET. komen hot rush door 'h gebruik van ^Zenuw-tabletten g Koker75ch Vraag vooral deechhe voonzheh van de naam MUM HARDT Stoomt. Mij Overflakkee en Gosdereede Dienst Middeltmrnis-Rotterdam v.v. aanvangende 2 Ocl. 1922 lot nadere aankondiging. van MIRDEEIIARNIS: Maandag en Dinsdag vm. 5.—- Overige dagenvm. 6.45 Tan ROTTERDAM vanaf 1 Februari 1923 tot nadere aankondiging Maandag en Dinsdag nm. 2.15 Overige dagennm. 3.15 Geen dienst op ZONDAGEN. DF W RECTI F. dit is het grootste particuliere Kinderziekenhuis Deze Inrichting verkeert In grooten nood 11 Men wordt vriendelijk verzocht zijne naven per aangeteekenden brief, met hècque of in Nederlandsch bankpapier te zenden aandie Vevwnllnna KaroIInen-KInderspItals, WIEN. IX.. Soblesklgasse 31. Prijs per kwartaal. f I Losse nummers f 0,07' Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dieustminbiodingeu en Dieiistaun vragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 5E JAARGANG. - N°. 41. Stemming. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van MIDDELHARN1S brengen ter openbare kennis, dat op Donderdag, 17 Mei 1923, van des morgens acht nnr tot des namiddags vijf uur, zal geschieden de stemming ter verkiezing van de leden van den gemeenteraad. STEMPLICHT. Herinnerd wordt aan de verplichting, op gelegd bij artikel 72, tweede lid, der Kieswet, dat ieder, die volgens de kiezerslijst bevoegd is tot de keuze mede te werken, zich binnen den voor de stemming bepaalden tijd ter uit oefening van zijn kiesrecht moet aanmelden bij het stembureau in het voor hem op de kiezerslijst aangewezen stemdistrict. Artikel 150 der Kieswet luidt: De kiezer, die niet voldoet aan de ver plichting opgelegd bij art. 72, tweede lid, wordt, tenzij den rechter van eene geldige reden van verhindering blijkt, gestraft met berisping of met geldboete van "ten hoogste drie gulden. Indien tijdens het plegen van de overtre ding nog geen twee jaren zijn verloopen sedert eene vroegere veroordeeling van den schul dige wegens gelijke overtreding onherroeplijk is geworden, of de deswege opgelegde geld boete vrijwillig is betaald, wordt geldboete van ten hoogste tien gulden opgelegd. De uitspraak is aan hooger beroep noch cassatie onderworpen. Indien de straf van berisping wordt op gelegd aan een afwezig gebleven beklaagde, wordt eene schriftelijke vermaning van den Kantonrechter om aan de verplichting op gelegd bij art. 72, tweede lid, in het vervolg te voldoen, aan den veroordeelde van wege het openbaar ministerie beteekend op de wijze, voorgeschreven bij art. 144 van het Wetboek van Strafvordering. Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende: Hij die opzettelijk zich voor een ander uit gevende aan eene krachtnes wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemtwordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste EEN JAAR. Middelharnis23 Maart 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, N1JGH. L. J. DEH HOLLANDER. Saevis tranquillus in unrïis. (Laatste woord inzake de bezuiniging). (Slot.) Vraagt men nu, welk stelsel er bij de bezuiniging moet worden toegepast: con solidatie of reactie, dan antwoord ik beide, actieve en passieve bezuiniging tegelijk. Consolidatie alleen is niet vol doende. Onmisbaar zal zij zijn bij inrich tingen, onontbeerlijk voor het behoud van het bestaande, dijken, bruggen, gas en waterleiding, hoewel ook hier, door ont slag en betere technische regeling, heel wat te bezuinigen valt. Zijn wij b.v. wel FEUILLETON. VAN E. WERNER. (Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE}. 45) „Moest ge?" herhaalde Dernburg met bitteren spot. „Dit zegt ge nu om het andere woord vroeger kendet gij 't nauwelijks, toen wildet ge alleen. Ge hieldt mij voor een tiran, omdat ik 't niet zonder bedenken met je volks-veredelende begrippen eens was, en stiet mijn hand terug, die je wilde leiden. Gé wildet vrije baan in het leven. En nu buigt gij je onder een juk; dat al je denken en willen in boeien slaat, dat je dwingt met alles te breken wat tot hiertoe je geluk heeft uitgemaakt, dat je zelfs dwingt tot verraad Stuif niet op, Egbert, 't is zoo! Ge durfdet niet naar Odensberg terugkeeren, daar ge wist dat een uur als dit moest aanbreken. Ge durfdet niet blij ven, toen ge vernaamt, dat men ons man tegen man wilde laten strijden maar ge zijt terugge komen, ge zijt gebleven, omdat 't je bevolen is. Noem dit, zooals ge wilt ik noem 't verraad. En trek nu maar op! Wij hebben met elkander afgedaan." Hij wendde hem den rug toe. Maar Egbert gehoorzaamde niet. Met een onstuimig gebaar trad hij hem op zijde. „Mijnheer Dernburg laat mij niet zoo hecn- pani Zóo kan ik niet van u scheiden gij zijt "timers een tweede vader voor mij geweest." ingelicht, dan wordt de 's-Gravenhaag- sche waterleiding nog steeds bediend door stoommachines, die zeer on-economisch werken. De gemeente is leverancier van electriciteit. Door toepassing daarvan kan personeel wegvallen. Men heeft dit nog steeds tegengehouden met de bewering, dat bij brand in de electrische centrale de waterleiding zou stop staan. Doch dit is gemakkelijk te ondervangen door plaat sing van een Dieselmotor. Consolidatie hier, reactie elders. Reactie ten aanzien der ministerieele tractemen- ten, consolidatie ten aanzien der Kamer lid-schadeloosstelling. Verder het aan boren van nieuwe bezuinigingsbronnen, afschaffing van non-activiteitstractemen- ten, regeling bij cumulatie van alle amb ten. Andere strategische regeling, waarbij meer rekening wordt gehouden met de zekerheid, dat een aanval voorloopig niet uit het Oosten komt, waarbij tevens reke ning wordt gehouden met het feit, dat één uur na de oorlogsverklaring, de vitale deelen des lands bloot staan aan geweldige luchtaanvallen. Ook hier: afschaffing van onnoodige franje en gelijk elders: harder werken! Een regel ook toe te passen op de commissarissen, die en het is ge noeg gebleken te veel commissaris ge weest zijn om het hooge tantième doch te weinig om streng toezicht te houden. Ook voor dezen óf harder werken óf derving van het hooge commissaris-inkomen. in het algemeen geen reactie, want reactie is „de altijd tot mislukken ge doemde poging om met terzijde zetten der historie, oude toestanden, die onherstel baar verdwenen zijn, te herstellen." Dat is de uitspraak, die ais leiddraad der regeering, voor oogen moet staan. Daarom stond ik ten aanzien van het bijzonder onderwijs handhaving van het bestaande voor. Eén uitzondering zou ik met betrekking tot dit punt willen maken, nl. ten aanzien van de organisatie der Raden van Arbeid en nog meer in het bijzonder ten aanzien van de kunstmatig de hoogte ingedreven uitgaven, haar aan klevende. We herinneren ons, dat we in 1919 iemand spraken, die benoemd was tot voorzitter van een Raad van Arbeid in een der oostelijke plaatsen des lands. Vol gens hem zou zijn Raad wel zestig ambte naren gaan tellen. Al is het nu hiermede niet zoo'n vaart geloopen; toch meenen we, dat ten dezen reactie mogelijk zal zijn, gezien de impopulariteit, waarin de Raden van Arbeid en ook de Ouderdoms- verzekering in haar tegenwoordigen vorm verkeeren. Bezuiniging zal ook worden verkregen door een betere organisatie. De regeering berioeme nu niet weder een groote staats commissie tot het bestudeeren der „Neue Wirtschaft". Zij schaffe alle groote staats commissies af, gezien het feit, dat er voor de komende tijden toch niets nieuws kan worden opgebouwd. Gevolg: meer Kamerleden hebben méér In deze uitbarsting van een lang weerhouden foltering lag een hartverscheurende smart, die in den strakken, anders zoo gesloten Runeck iets aangrijpends had; maar de vertoornde man, die daar voor hem stond, zag dit niet of wilde 't niet zien. Hij trad achteruit en zijn geheeie voorkomen drukte ijskouden weerzin uit, terwijl hij zeide: „En die zoon heft de hand op tegen zijn vader! Ja, ik had je gaarne tot zoon gehad. U, het liefst van allen Gij hadt heer en meester te Odensberg kunnen zijn. Ik hoop dat je kaïneraden je dank baar zullen blijven voor het groote offer, dat ge hen gebracht hebt En nu hebben wij elkaar niets meer te zeggen Ga heen!" Egbert was als verstomd. Hij deed geen verdere poging tot verzoening, maar maakte zich langzaam gereed om te vertrekken. Op den drempel wierp hij nog éen laatsten, droevigen blik achterom. Daarop sloot hij de deur. Dernburg viel in een stoel neer en bedekte de oogen met de hand. Van alles, wat hem dien dag was overkomen, was dit nog het ergst. In Egbert had hij de jonge kracht liefgehad, zoo gelijk aan de zijne in vroeger tijd en die hij voor de rest van zijn leven aan zicii had willen verbinden; en nu overviel hem een gewaarwording, alsof mét den jongen het beste deel van zijn eigen kracht en zijn eigen leven van hem scheidde. Somber ijlde Runeck de vestibule door; hij haast te zich alsof de grond onder zijne voeten brandde. Men zag hoeveel dit uur hem gekost had, waarin hij zich losrukte van alles wat. hem dierbaar was. Hoe dierbaar dit gevoelde hij eerst in al zijn omvang, nu hij 't verloor. „Gij hadt heer en mees ter te Odensburg kunnen zijn!" Deze weinige woorden drukten het groote offer uit, dat hij had tijd voor bun eigenlijk werk, méér depar tementale ambtenaren hebben méér werk te verrichten, prikkeling van het Regee- rings-initiatief. Bovendien wordt er aldus meer rekening gehouden met de resultaten der collectieve psychologie toegepast op groote Staatscommissie's, welke weten schap vooralsnog niet doorgedrongen schijnt tot de verschillende regeerings- bureaux. Ten aanzien der Zuiderzee zou ik voort zetting der werkzaamheden bepleiten, zoo de Regeering alle werkeloozen-uitkeerin- gen zou stopzetten en zoo zij met de werknemers-bonden tot een collectief con tract kon geraken, waarbij het loon ver laagd werd tot liet peil der werkeloos- heidsuitkeering, een loonsverlaging die haar terugslag ook zou doen gevoelen in het particuliere bedrijf. Konden de werk nemers hiertoe niet besluiten, dan zou ik de oud-vaderlandsche wijsheid willen toe passen: „beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald". MR. W. J. C. A. NIJGH. BOEDAPESTER BRIEVEN. Een schandaal in dc hoofdstad. Kamerheer, luiteftant graaf Kuno Len- gyel enz. De tragi-comedie van een gentleman-boef, een millionnairsdochter en een naaktdanseres. Oroothcid en val. BOEDAPEST, Maart. Zoo zeker als het is, dat een danseres, die geen Chopin of Bach „danst", in onze dagen geen plaatsje vindt op 't programma van een nacht-tingel-tangel, die zich respecteert, als zij niet het waarheidspre- dicaat „naakt" voert even zeker is het, dat dc heer Desiderius Löwenstein niet met Hon- gaarsche cavalerie-officieren op voet-van- vriendschap verkeeren kan, als hij niet voor een „fatsoenlijken" naam en een beetje klein geld zorgt. De waarheid dezer beweringen laat zich bewijzen. Gemakkelijk genoeg. Want ik heb er maar een gebeurtenis voor te stellen, die te Boedapest een groot en pikant schan daal verwekt heeft, een schandaal zóó groot, dat de bommenaffaire, die dagenlang stof-tot- conversatie-leverde, bijna in 't vergeetboek is geraakt, niemand meer denkt aan de Donati- overstrooming en hoogstens nog moppert over 't watergebrek, als hij er toevallig fflee te ma ken krijgt. De brave burgers en burgeressen hebben liet geval tot op zijn gebeente afgeklo ven, in alle toonaarden hebben zij hun veront waardiging gelucht, en maar zelden heb ik over den onbeschaamden, maar in zekeren zin ge malen kerel, die de held van deze tragi-comedie is, een woord van bewondering gehoord. En toch een zekere bewondering is men hem schuldig. Want zóó meesterlijk een rol spelen, als hij, de eenvoudige Desiderius Löwenstein, gedaan heeft, dót kunnen maar weinigen. Dat hij er ten slotte ingeloopen is ja, dat is eigen schuld. Hij heeft de grap te vèr gedreven tot op 't gebied waar de ernst regeert, en op dat terrein is voor grappen nu eenmaal geen plaats. Maar te lang is deze ouverture reeds. U snakt naar het verhóal. En ik zal u 't vertellen. Ge kunt er, naar willekeur en believen, zedelessen uit putten of uw hoofd over schudden, het kan gebracht. En aan wien gebracht? Hij kende reeds lang niet meer die opgewonden geestdrift, die niet vraagt en niet twijfelt. Hij was nu even wel niet vrij meer in zijne besluiten en handelingen, zooals vroeger; hij kon en mocht niet meer willen hij moest. Daar hoorde hij een zijden japon in zijne nabij heid ruischen hij zag op en stond plotseling tegenover freule van Wildenrod. Een oogenblik bleef hij roerloos staan, maar daarop wilde hij haar met een diepe buiging voorbijgaan. Cecilia trad echter op hein toe en zeide zacht: „Mijnheer Runeck!" „Freule?" „Ik moet u spreken!" „Mij?" Egbert meende haar niet goed verstaan te hebben, doch zij herhaalde op denzelfdcn toon „Alleen spreken Mag ik u verzoekenl" Zij ging vooruit en hij volgde haar naar het salon. Er was niemand, maar zelfs als er iemand binnenkwam, kon dat bijeenzijn toevallig zijn. Cecilia was naar den haard doorgestapt, alsof zij den helderen zonneschijn wilde ontvluchten, die door de hooge vensters binnendrong. Een paar minuten verliepen, eer zij begon te spreken. Ook Runeck zweeg, den blik op haar gelaat ge vestigd, dat er zoo geheel anders uitzag dan vroe ger. Erik had gelijk: zijn eertijds van geluk zoo stra lende verloofde had een wonderlijke verandering ondergaan. Zc was niet meer het van overmoed en levenslust tintelende schepseltje een bleek, bevend meisje, leunde tegen den marmeren schoor steenmantel, de oogen neergeslagen en met een pijnlijken trek om den mond, naar woorden zoe kende, die haar niet over dc lippen wilden. u tot wereld- en ntenschenverachting brengen of eenvoudig amuseeren in ieder geval zult ge er uw voordeel mee doen. Ziehier dan: Sinds enkele maanden maakt een opvallend- elegante huzaren-officier, die zich vaak in ge zelschap van andere, meestal goud-gekraagde oudere collega's bevond, in de beste Boedapes- ter restaurants, in de duurste nachtlokalen, goeden sier. Als ge den ober gevraagd had: wie is die elegante jonge man?, zou hij u, met een eerbiedige trilling in zijn stem, ongetwijfeld geantwoord hebben: „Dat is een kamerheer van Zijne ex-Majesteit, de luitenant graaf KunoLengyel-MariaffyvonCsik- madarasen Lengyeltóti, indien hij dien naam had kunnen onthouden. Luitenant Kuno Lengyel enz. en z.enz. gedroeg zich als een echt Hopgaarsch edelman, hij strooide de groene en paarse 10.000 en 25.000 kronenlap- jes met heele pakken rond, gaf champagne avonden kortom leidde een leven, dat niet uit den stijl van zijn naam viel. In het offi- cierscassino was hij kind-aan-huis en hij stond, dank zijn naam, geld en goede manieren, met ieder op den besten voet. Van den plaatselijken commandant had hij, nadat hij de noodige do cumenten, waaraan niets haperde, had over gelegd, vergunning gekregen tot het dragen van de officiers-uniform, en van dien dag af zag men hem slechts zelden in civiel. Fier prijkten op zijn jeugdige borst hooge onder scheidingen: de IJzeren Kroon en de gouden dapperheidsmedaille ontbraken niet. Vrienden, die hem lastige vragen deden, vertelde hij op nonchalanten toon, dat hij vóór enkele weken uit Roemenië, waar hij zijn bezittingen ver kocht had, gekomen was om den Rijksbestier der, die hem in audiëntie ontvangen zou, te verzoeken hem in een hem-passende staatsbe trekking te benoemen. Die inlichtingen volde den ook den meest-nieuwsgierige en Kuno sneed trouwens alle verdere vragen af door een nieuwe fijne flesch te doen aanrukken en dien niet den ondervrager te ledigen. Inmiddels werd van tijd tot tijd ten bureele van den plaatselijken commandant aangifte ge daan van groote en kleine oplichterijen. Tel kens werd een elegant ejonge officier, gekleed in 'de flatteuze uniform van huzaren-luitenant, als de bedrijver aangewezen. Inmiddels had het dan ingestelde onderzoek nooit resultaat tot eindelijk, op een goeden, voor Kuno zéér kwaden en fatalen avond, een kellner van hotel „Dunapalota" telefoneerde, dat. een eerste lui tenant, die zich in gezelschap van een bekende „naaktdanseres" de befaamde Anita Berber, die, nadat zij Weenen verlaten moest, zicht e Boedapest vertoont zich op een voor de overige gasten aanstoot-gevende wijze ge droeg. Binnen korten tijd verscheen een dienst doende officier van het plaatselijk commando niet twee onderofficieren en herkende in den luitenant, van wien de kellner gesproken had, den Kamerheer graaf Kuno Lengyel enz. enz. enz. De „edelman" gaf den ober juist een schuldbekentenis over 200.000 kronen 't bedrag der vertering daar hij niet genoeg geld bij zich had, om de rekening op staandeii voet te voldoen. De officier noodigde graaf Kuno op zeer kamcraadschappelijken toon uit, hent even naar het plaatselijk commando te willen volgen. Den volgenden dag legimiteerde de graaf zich daar nog eens en legde zelfs papieren over, waaruit bleek, dat zijn houding gedurende de commune een strikt-correcte „Ik heb u willen schrijven, mijnheer Runeck," begon zij eindelijk. „Maar toen ik hoorde, dat gij vandaag hier werdt verwacht, besloot ik zelve met u te spreken. Wij hebben samen nog iets te verhandelen." Zij zweeg en scheen een antwoord te verwach ten, maar toen Egbert slechts zwijgend boog, ging zij met blijkbare inspanning voort: „Ik moet u aan onze ontmoeting op den Albenstein herinne ren. Ge zult die wel niet vergeten hebben, evenmin als ik de woorden, de bedreigingen, die gij mij daar voor de voeten hebt geworpen. Deze heb ik toen niet beprepen en begrijp ik nóg niet, maar van dat uur af weet ik, dat ge mijn broeder en mij een onverzoenlijken haat toedraagt „U niet, freule!" viel Runeck hier in. „Ik ver keerde toen in een groote dwaling, die ik terstond inzag. Ik heb u vergiffenis gevraagd, hoewel niet ontvangen. Mijn woorden en bedreigingen golden een ander." Angstigsmeekend hief Cecilia de oogen tot hem op. „Maar die ander is mijn broeder, en wat hem treft, treft ook mij. Als ge u ooit zoo tegen hem uitlaat als toen tegen mij, is de treurige afloop niet te voorzien. Ik heb weken lang daarvoor ge beefd en gesidderd en kan 't nu niet langer uit houden. Ik wil zekerheid hebben. Wat denkt gij te doen?" „Weet mijnheer van Wildenrod, wat er op den Albenstein behandeld is?" „Ja" klonk 't bijna onhoorbaar uit haar mond. Runeck vroeg niet meer. Hij behoefde niet eerst te onderzoeken wat Wildenrod geantwoord had. Op Cecilia's ontroerd gelaat las hij dit duide lijk genoeg, en hij bespaarde haar de pijnlijke vraag. geweest was. Reeds was men op 't punt den graaf, onder aanbieding van excuses ,te laten gaan, toen een jong luitenant toevallig de kamer binnentrad, en graaf Kuno ziende, den overs'te vroeg: wien hij toch wel op bezoek had. Deze antwoordde, nóg meer verwonderd, dat „zijn bezoeker" graaf Kuno Lengyel enz. enz. enz. was. „Wat.?!", riep toen de jonge luitenant uit. Deze man een officier, een graaf, een Kamer heer? Een leugenaar, een bedrieger en een op lichter is hij!" Graaf Kuno greep naar zijn sabel, maar werd verhinderd van 't wapen gebruik te ma ken. En toen ging de jonge luitenant in de houding staan en meldde kortaf, dat de zich noemende graaf Kuno Lengyel soldaat in zijn compganie geweest was en Desiderius Löwen stein heette. Deze verklaring bevestigde de officier met zijn eerewoord. En nu hielp ont kennen niet meer. Een kort onderzoek bracht uiterst-belastend bewijsmateriaal aan het licht. Het bleek, dat alle overgelegde legitimatie documenten falsificaten waren en dat hun be zitter genteen soldaat was, herhaaldelijk ge deserteerd en deswege verschillende malen bij verstek veroordeeld .In het civiele leven was de heer Löwenstein kantoorbediende, maar we gens wangedrag ontslagen en ook de burger lijke autoriteiten zochten hem wegens bedrog, verduistering, diefstal en valschheid in ge schrifte. Voor ongeveer zes weken was het dezen man gelukt de jonge dochter van een Boedapester millionnair te huwen hoe doet een lange naam toch de liefde ontvlammen! welke verbintenis hem, behalve een vrouw, een groote buitenbezitting, verscheidene millioenen in baar geld en "een schitterend-ingerichte zes kamer-woning in Boedapest had ingebracht. De jonge vrouw, die zich op het buitengoed bevond, had er geen idee van, dat haar man geen Kamerheer, noch graaf, noch zelfs offi cier was, maar kostbaarheden uit de woningen zijner voorname vrienden ontvreemdde en de bruidschat verdronk met een naaktdanseres. Nu zal het arme meiske, dat wel wat on voorzichtig in de kaarsvlam van een langen naam gevlogen is, wel scheiden. Desiderius Löwenstein, die niet te rechter tijd een eind aan zijn mystificaties die hij overiens in het buitenland jarenlang ongestraft had kun nen voortzetten gemaakt heeft, is gelegen heid geschonken in de gevangenis na te den ken over de ééne schrede, die behalve tusschen het verhevene en belachelijke, ook tusschen grootheid en val ligt. En Anita Berber danst voort danst reeds een nieuwen Kuno te gemoet! (Tel.) LANDBOUWTOESTANDEN. De Lente. Tegenvallers. Het remissierecht en mobiele pacht. Het registratierecht. Rust in het jagers kamp. De officieele lente is aangebroken en, zooals zoo dikwijls in dezen tijd van het jaar, waait aanvankelijk een scherpe Oostenwind over de vlakte en des daags schijnt de zon aan een wolkelooze hemel. Voor de werkzaamheden van den akkerbouwer is dit gunstig; het land wordt droog en loopt daardoor minder kans in elkaar te worden getrapt bij de bewerking, waarvoor te meer gevaar bestaat omdat h,et „Stel u gerust," zeide hij ernstig. „De ontmoe ting, die ge vreest, zal niet plaats hebben, daar ik morgen al Radefeld en den omtrek van Odensberg verlaat. En als gij met Erik naar het zuiden gaat, zooals ik hoor, heeft ook mijnheer van Wildenrod geen aanleiding en geen voorwendsel meer om na uw huwelijk hier te blijven. Hiermee vervalt voor mij dc noodzakelijkheid van hem aan de kaak te stellen. Voor u behoef ik echter Odensberg en de familie Dernburg niet te waarschuwen.Dat weet ik nu!" Hij vermoedde in de verste verte niet, hoe ge weldig zijne woorden Cecilia troffen. Zij kende- Oscar's hoogvliegende plannen, zij wist, dat hij zich met hare verloving slechts den weg had ge baand om zijn eigen, persoonlijk doel te bereiken en dat de verbintenis tusschen hem en Maja vroe ger of later tot stand zou komen, om hem tot heer en meester van Odensberg te maken maar zij zweeg met stijf dichtgeknepen lippen, zweeg, ten volle bewust van het onrecht dat zij beging, om het nauwelijks bezworen onheil opnieuw uit te lokken. 't Was doodstil in het groote vertrek; men hoorde alleen het eentonig tik-tak van de pendule; de seconden, de minuten verliepen Ze verloopen zoo beangstigend gauw, als er afscheid moet wor den genomen 1 Nu kwam Egbert een schrede nader en zeide met min of meer bevende stem„Ik heb u met mijn harde woorden erg gegriefd, zóo erg, dat gij 't mij niet kunt vergeven. Ik moest wel gelooven, dat gij alle omstandigheden wist ik kon niet onderstellen, dat gij met alles onbekend waart gebleven. Wilt ge niettemin een laatste verzoek, een waarschuwing uit mijn mond hooren?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1