Radioconcerten
Zenuwen
SEIZOEN 1923.
DAMES- EN KINDËRtlOEDEN
ZANDPAD 303 - ffllDDELHARNIS-
Stoomwasscherij
„VOORNE& PUTTEN"
Matige prijzen.
Helder waschgoed.
M. SPOON Az.
LMUNHAüDT'Jj
WINTERDIENST
HELPT
het „Karolinen-
Kinderspital"
te WEENEN!
WOENSDAG
28 MAART 1923
Officiëele Mecledeelingen.
VRIJE BAAN.
Landbouw.
Drs. Med. H van Grafhorst, arts.
Verhulststraat 79. Den Haag, zendt U
op aanvrage gratis en franco zl|ne
brochure ovet Qranuline, het middel
tegen tuberculose en scrofulose
(klierziekte of kliertuberculose).
Heden OPENING van
het nieuwe seizoen
Allernieuwste modellen en kleuren.
Beleefd aanbevelend
A. v d. NIEUWEND1JK
P.S. Let op het juiste nummer
drie nul drie
^ero'ucte^
HOEST 4> HOEST
'verkoudheid, Vastzittend
Heeschheid, A slijm,Bronchitis,!
Keelpijn. Kinkhoest
Heem p^$£s5&uNeem
Ondergeteekende beveelt zich
beleefd aan voor de levering van
en onderdeden.
Verleent hulp bij aanleg. Eiken
avond concert. Komt U overtuigen.
Aanbevelend,
J. DE JAGER - Stellendam
NIEUW-HELVOET.
NIEUW-HELVOET.
komen
hot rush
door 'h gebruik van
^Zenuw-tabletten g
Koker75ch
Vraag vooral deechhe voonzheh
van de naam MUM HARDT
Stoomt. Mij Overflakkee en Gosdereede
Dienst Middeltmrnis-Rotterdam v.v.
aanvangende 2 Ocl. 1922
lot nadere aankondiging.
van MIRDEEIIARNIS:
Maandag en Dinsdag vm. 5.—-
Overige dagenvm. 6.45
Tan ROTTERDAM
vanaf 1 Februari 1923 tot
nadere aankondiging
Maandag en Dinsdag nm. 2.15
Overige dagennm. 3.15
Geen dienst op ZONDAGEN.
DF W RECTI F.
dit is het grootste particuliere
Kinderziekenhuis
Deze Inrichting verkeert
In grooten nood 11
Men wordt vriendelijk verzocht zijne
naven per aangeteekenden brief, met
hècque of in Nederlandsch bankpapier
te zenden aandie Vevwnllnna
KaroIInen-KInderspItals, WIEN.
IX.. Soblesklgasse 31.
Prijs per kwartaal. f I
Losse nummers f 0,07'
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dieustminbiodingeu en Dieiistaun vragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
5E JAARGANG. - N°. 41.
Stemming.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van MIDDELHARN1S brengen ter openbare
kennis, dat op Donderdag, 17 Mei 1923, van
des morgens acht nnr tot des namiddags vijf
uur, zal geschieden de stemming ter verkiezing
van de leden van den gemeenteraad.
STEMPLICHT.
Herinnerd wordt aan de verplichting, op
gelegd bij artikel 72, tweede lid, der Kieswet,
dat ieder, die volgens de kiezerslijst bevoegd
is tot de keuze mede te werken, zich binnen
den voor de stemming bepaalden tijd ter uit
oefening van zijn kiesrecht moet aanmelden
bij het stembureau in het voor hem op de
kiezerslijst aangewezen stemdistrict.
Artikel 150 der Kieswet luidt:
De kiezer, die niet voldoet aan de ver
plichting opgelegd bij art. 72, tweede lid,
wordt, tenzij den rechter van eene geldige
reden van verhindering blijkt, gestraft met
berisping of met geldboete van "ten hoogste
drie gulden.
Indien tijdens het plegen van de overtre
ding nog geen twee jaren zijn verloopen sedert
eene vroegere veroordeeling van den schul
dige wegens gelijke overtreding onherroeplijk
is geworden, of de deswege opgelegde geld
boete vrijwillig is betaald, wordt geldboete
van ten hoogste tien gulden opgelegd.
De uitspraak is aan hooger beroep noch
cassatie onderworpen.
Indien de straf van berisping wordt op
gelegd aan een afwezig gebleven beklaagde,
wordt eene schriftelijke vermaning van den
Kantonrechter om aan de verplichting op
gelegd bij art. 72, tweede lid, in het vervolg
te voldoen, aan den veroordeelde van wege
het openbaar ministerie beteekend op de wijze,
voorgeschreven bij art. 144 van het Wetboek
van Strafvordering.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op
artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht,
luidende:
Hij die opzettelijk zich voor een ander uit
gevende aan eene krachtnes wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezing deelneemtwordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste EEN
JAAR.
Middelharnis23 Maart 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
N1JGH. L. J. DEH HOLLANDER.
Saevis tranquillus in
unrïis.
(Laatste woord inzake de bezuiniging).
(Slot.)
Vraagt men nu, welk stelsel er bij de
bezuiniging moet worden toegepast: con
solidatie of reactie, dan antwoord ik
beide, actieve en passieve bezuiniging
tegelijk. Consolidatie alleen is niet vol
doende. Onmisbaar zal zij zijn bij inrich
tingen, onontbeerlijk voor het behoud van
het bestaande, dijken, bruggen, gas en
waterleiding, hoewel ook hier, door ont
slag en betere technische regeling, heel
wat te bezuinigen valt. Zijn wij b.v. wel
FEUILLETON.
VAN
E. WERNER.
(Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE}.
45)
„Moest ge?" herhaalde Dernburg met bitteren
spot. „Dit zegt ge nu om het andere woord
vroeger kendet gij 't nauwelijks, toen wildet ge
alleen. Ge hieldt mij voor een tiran, omdat ik
't niet zonder bedenken met je volks-veredelende
begrippen eens was, en stiet mijn hand terug,
die je wilde leiden. Gé wildet vrije baan in het
leven. En nu buigt gij je onder een juk; dat al je
denken en willen in boeien slaat, dat je dwingt
met alles te breken wat tot hiertoe je geluk heeft
uitgemaakt, dat je zelfs dwingt tot verraad
Stuif niet op, Egbert, 't is zoo! Ge durfdet niet
naar Odensberg terugkeeren, daar ge wist dat een
uur als dit moest aanbreken. Ge durfdet niet blij
ven, toen ge vernaamt, dat men ons man tegen
man wilde laten strijden maar ge zijt terugge
komen, ge zijt gebleven, omdat 't je bevolen is.
Noem dit, zooals ge wilt ik noem 't verraad.
En trek nu maar op! Wij hebben met elkander
afgedaan."
Hij wendde hem den rug toe. Maar Egbert
gehoorzaamde niet. Met een onstuimig gebaar
trad hij hem op zijde.
„Mijnheer Dernburg laat mij niet zoo hecn-
pani Zóo kan ik niet van u scheiden gij zijt
"timers een tweede vader voor mij geweest."
ingelicht, dan wordt de 's-Gravenhaag-
sche waterleiding nog steeds bediend door
stoommachines, die zeer on-economisch
werken. De gemeente is leverancier van
electriciteit. Door toepassing daarvan kan
personeel wegvallen. Men heeft dit nog
steeds tegengehouden met de bewering,
dat bij brand in de electrische centrale
de waterleiding zou stop staan. Doch dit
is gemakkelijk te ondervangen door plaat
sing van een Dieselmotor.
Consolidatie hier, reactie elders. Reactie
ten aanzien der ministerieele tractemen-
ten, consolidatie ten aanzien der Kamer
lid-schadeloosstelling. Verder het aan
boren van nieuwe bezuinigingsbronnen,
afschaffing van non-activiteitstractemen-
ten, regeling bij cumulatie van alle amb
ten. Andere strategische regeling, waarbij
meer rekening wordt gehouden met de
zekerheid, dat een aanval voorloopig niet
uit het Oosten komt, waarbij tevens reke
ning wordt gehouden met het feit, dat
één uur na de oorlogsverklaring, de vitale
deelen des lands bloot staan aan geweldige
luchtaanvallen. Ook hier: afschaffing van
onnoodige franje en gelijk elders: harder
werken! Een regel ook toe te passen op
de commissarissen, die en het is ge
noeg gebleken te veel commissaris ge
weest zijn om het hooge tantième doch te
weinig om streng toezicht te houden. Ook
voor dezen óf harder werken óf derving
van het hooge commissaris-inkomen.
in het algemeen geen reactie, want
reactie is „de altijd tot mislukken ge
doemde poging om met terzijde zetten der
historie, oude toestanden, die onherstel
baar verdwenen zijn, te herstellen."
Dat is de uitspraak, die ais leiddraad
der regeering, voor oogen moet staan.
Daarom stond ik ten aanzien van het
bijzonder onderwijs handhaving van het
bestaande voor. Eén uitzondering zou ik
met betrekking tot dit punt willen maken,
nl. ten aanzien van de organisatie der
Raden van Arbeid en nog meer in het
bijzonder ten aanzien van de kunstmatig
de hoogte ingedreven uitgaven, haar aan
klevende. We herinneren ons, dat we in
1919 iemand spraken, die benoemd was
tot voorzitter van een Raad van Arbeid in
een der oostelijke plaatsen des lands. Vol
gens hem zou zijn Raad wel zestig ambte
naren gaan tellen. Al is het nu hiermede
niet zoo'n vaart geloopen; toch meenen
we, dat ten dezen reactie mogelijk zal
zijn, gezien de impopulariteit, waarin de
Raden van Arbeid en ook de Ouderdoms-
verzekering in haar tegenwoordigen vorm
verkeeren.
Bezuiniging zal ook worden verkregen
door een betere organisatie. De regeering
berioeme nu niet weder een groote staats
commissie tot het bestudeeren der „Neue
Wirtschaft". Zij schaffe alle groote staats
commissies af, gezien het feit, dat er voor
de komende tijden toch niets nieuws kan
worden opgebouwd.
Gevolg: meer Kamerleden hebben méér
In deze uitbarsting van een lang weerhouden
foltering lag een hartverscheurende smart, die in
den strakken, anders zoo gesloten Runeck iets
aangrijpends had; maar de vertoornde man, die
daar voor hem stond, zag dit niet of wilde 't niet
zien. Hij trad achteruit en zijn geheeie voorkomen
drukte ijskouden weerzin uit, terwijl hij zeide:
„En die zoon heft de hand op tegen zijn vader!
Ja, ik had je gaarne tot zoon gehad. U, het liefst
van allen Gij hadt heer en meester te Odensberg
kunnen zijn. Ik hoop dat je kaïneraden je dank
baar zullen blijven voor het groote offer, dat ge
hen gebracht hebt En nu hebben wij elkaar
niets meer te zeggen Ga heen!"
Egbert was als verstomd. Hij deed geen verdere
poging tot verzoening, maar maakte zich langzaam
gereed om te vertrekken. Op den drempel wierp
hij nog éen laatsten, droevigen blik achterom.
Daarop sloot hij de deur.
Dernburg viel in een stoel neer en bedekte de
oogen met de hand. Van alles, wat hem dien dag
was overkomen, was dit nog het ergst. In Egbert
had hij de jonge kracht liefgehad, zoo gelijk aan
de zijne in vroeger tijd en die hij voor de rest van
zijn leven aan zicii had willen verbinden; en nu
overviel hem een gewaarwording, alsof mét den
jongen het beste deel van zijn eigen kracht en
zijn eigen leven van hem scheidde.
Somber ijlde Runeck de vestibule door; hij haast
te zich alsof de grond onder zijne voeten brandde.
Men zag hoeveel dit uur hem gekost had, waarin
hij zich losrukte van alles wat. hem dierbaar was.
Hoe dierbaar dit gevoelde hij eerst in al zijn
omvang, nu hij 't verloor. „Gij hadt heer en mees
ter te Odensburg kunnen zijn!" Deze weinige
woorden drukten het groote offer uit, dat hij had
tijd voor bun eigenlijk werk, méér depar
tementale ambtenaren hebben méér werk
te verrichten, prikkeling van het Regee-
rings-initiatief. Bovendien wordt er aldus
meer rekening gehouden met de resultaten
der collectieve psychologie toegepast op
groote Staatscommissie's, welke weten
schap vooralsnog niet doorgedrongen
schijnt tot de verschillende regeerings-
bureaux.
Ten aanzien der Zuiderzee zou ik voort
zetting der werkzaamheden bepleiten, zoo
de Regeering alle werkeloozen-uitkeerin-
gen zou stopzetten en zoo zij met de
werknemers-bonden tot een collectief con
tract kon geraken, waarbij het loon ver
laagd werd tot liet peil der werkeloos-
heidsuitkeering, een loonsverlaging die
haar terugslag ook zou doen gevoelen in
het particuliere bedrijf. Konden de werk
nemers hiertoe niet besluiten, dan zou ik
de oud-vaderlandsche wijsheid willen toe
passen: „beter ten halve gekeerd, dan ten
heele gedwaald".
MR. W. J. C. A. NIJGH.
BOEDAPESTER BRIEVEN.
Een schandaal in dc hoofdstad.
Kamerheer, luiteftant graaf Kuno Len-
gyel enz. De tragi-comedie van een
gentleman-boef, een millionnairsdochter
en een naaktdanseres. Oroothcid en
val.
BOEDAPEST, Maart. Zoo zeker als het
is, dat een danseres, die geen Chopin of Bach
„danst", in onze dagen geen plaatsje vindt op
't programma van een nacht-tingel-tangel, die
zich respecteert, als zij niet het waarheidspre-
dicaat „naakt" voert even zeker is het, dat
dc heer Desiderius Löwenstein niet met Hon-
gaarsche cavalerie-officieren op voet-van-
vriendschap verkeeren kan, als hij niet voor
een „fatsoenlijken" naam en een beetje klein
geld zorgt. De waarheid dezer beweringen laat
zich bewijzen. Gemakkelijk genoeg. Want ik
heb er maar een gebeurtenis voor te stellen,
die te Boedapest een groot en pikant schan
daal verwekt heeft, een schandaal zóó groot,
dat de bommenaffaire, die dagenlang stof-tot-
conversatie-leverde, bijna in 't vergeetboek is
geraakt, niemand meer denkt aan de Donati-
overstrooming en hoogstens nog moppert over
't watergebrek, als hij er toevallig fflee te ma
ken krijgt. De brave burgers en burgeressen
hebben liet geval tot op zijn gebeente afgeklo
ven, in alle toonaarden hebben zij hun veront
waardiging gelucht, en maar zelden heb ik over
den onbeschaamden, maar in zekeren zin ge
malen kerel, die de held van deze tragi-comedie
is, een woord van bewondering gehoord. En
toch een zekere bewondering is men hem
schuldig. Want zóó meesterlijk een rol spelen,
als hij, de eenvoudige Desiderius Löwenstein,
gedaan heeft, dót kunnen maar weinigen. Dat
hij er ten slotte ingeloopen is ja, dat is eigen
schuld. Hij heeft de grap te vèr gedreven tot
op 't gebied waar de ernst regeert, en op dat
terrein is voor grappen nu eenmaal geen plaats.
Maar te lang is deze ouverture reeds. U snakt
naar het verhóal. En ik zal u 't vertellen. Ge
kunt er, naar willekeur en believen, zedelessen
uit putten of uw hoofd over schudden, het kan
gebracht. En aan wien gebracht? Hij kende
reeds lang niet meer die opgewonden geestdrift,
die niet vraagt en niet twijfelt. Hij was nu even
wel niet vrij meer in zijne besluiten en handelingen,
zooals vroeger; hij kon en mocht niet meer willen
hij moest.
Daar hoorde hij een zijden japon in zijne nabij
heid ruischen hij zag op en stond plotseling
tegenover freule van Wildenrod. Een oogenblik
bleef hij roerloos staan, maar daarop wilde hij
haar met een diepe buiging voorbijgaan. Cecilia
trad echter op hein toe en zeide zacht: „Mijnheer
Runeck!"
„Freule?"
„Ik moet u spreken!"
„Mij?" Egbert meende haar niet goed verstaan
te hebben, doch zij herhaalde op denzelfdcn toon
„Alleen spreken Mag ik u verzoekenl"
Zij ging vooruit en hij volgde haar naar het
salon. Er was niemand, maar zelfs als er iemand
binnenkwam, kon dat bijeenzijn toevallig zijn.
Cecilia was naar den haard doorgestapt, alsof
zij den helderen zonneschijn wilde ontvluchten,
die door de hooge vensters binnendrong. Een
paar minuten verliepen, eer zij begon te spreken.
Ook Runeck zweeg, den blik op haar gelaat ge
vestigd, dat er zoo geheel anders uitzag dan vroe
ger.
Erik had gelijk: zijn eertijds van geluk zoo stra
lende verloofde had een wonderlijke verandering
ondergaan. Zc was niet meer het van overmoed
en levenslust tintelende schepseltje een bleek,
bevend meisje, leunde tegen den marmeren schoor
steenmantel, de oogen neergeslagen en met een
pijnlijken trek om den mond, naar woorden zoe
kende, die haar niet over dc lippen wilden.
u tot wereld- en ntenschenverachting brengen
of eenvoudig amuseeren in ieder geval zult
ge er uw voordeel mee doen.
Ziehier dan:
Sinds enkele maanden maakt een opvallend-
elegante huzaren-officier, die zich vaak in ge
zelschap van andere, meestal goud-gekraagde
oudere collega's bevond, in de beste Boedapes-
ter restaurants, in de duurste nachtlokalen,
goeden sier. Als ge den ober gevraagd had: wie
is die elegante jonge man?, zou hij u, met een
eerbiedige trilling in zijn stem, ongetwijfeld
geantwoord hebben: „Dat is een kamerheer
van Zijne ex-Majesteit, de luitenant graaf
KunoLengyel-MariaffyvonCsik-
madarasen Lengyeltóti, indien hij
dien naam had kunnen onthouden. Luitenant
Kuno Lengyel enz. en z.enz. gedroeg zich als
een echt Hopgaarsch edelman, hij strooide de
groene en paarse 10.000 en 25.000 kronenlap-
jes met heele pakken rond, gaf champagne
avonden kortom leidde een leven, dat niet
uit den stijl van zijn naam viel. In het offi-
cierscassino was hij kind-aan-huis en hij stond,
dank zijn naam, geld en goede manieren, met
ieder op den besten voet. Van den plaatselijken
commandant had hij, nadat hij de noodige do
cumenten, waaraan niets haperde, had over
gelegd, vergunning gekregen tot het dragen
van de officiers-uniform, en van dien dag af
zag men hem slechts zelden in civiel. Fier
prijkten op zijn jeugdige borst hooge onder
scheidingen: de IJzeren Kroon en de gouden
dapperheidsmedaille ontbraken niet. Vrienden,
die hem lastige vragen deden, vertelde hij op
nonchalanten toon, dat hij vóór enkele weken
uit Roemenië, waar hij zijn bezittingen ver
kocht had, gekomen was om den Rijksbestier
der, die hem in audiëntie ontvangen zou, te
verzoeken hem in een hem-passende staatsbe
trekking te benoemen. Die inlichtingen volde
den ook den meest-nieuwsgierige en Kuno
sneed trouwens alle verdere vragen af door een
nieuwe fijne flesch te doen aanrukken en dien
niet den ondervrager te ledigen.
Inmiddels werd van tijd tot tijd ten bureele
van den plaatselijken commandant aangifte ge
daan van groote en kleine oplichterijen. Tel
kens werd een elegant ejonge officier, gekleed
in 'de flatteuze uniform van huzaren-luitenant,
als de bedrijver aangewezen. Inmiddels had
het dan ingestelde onderzoek nooit resultaat
tot eindelijk, op een goeden, voor Kuno zéér
kwaden en fatalen avond, een kellner van hotel
„Dunapalota" telefoneerde, dat. een eerste lui
tenant, die zich in gezelschap van een bekende
„naaktdanseres" de befaamde Anita Berber,
die, nadat zij Weenen verlaten moest, zicht e
Boedapest vertoont zich op een voor de
overige gasten aanstoot-gevende wijze ge
droeg. Binnen korten tijd verscheen een dienst
doende officier van het plaatselijk commando
niet twee onderofficieren en herkende in den
luitenant, van wien de kellner gesproken had,
den Kamerheer graaf Kuno Lengyel enz. enz.
enz. De „edelman" gaf den ober juist een
schuldbekentenis over 200.000 kronen 't
bedrag der vertering daar hij niet genoeg
geld bij zich had, om de rekening op staandeii
voet te voldoen. De officier noodigde graaf
Kuno op zeer kamcraadschappelijken toon uit,
hent even naar het plaatselijk commando te
willen volgen. Den volgenden dag legimiteerde
de graaf zich daar nog eens en legde zelfs
papieren over, waaruit bleek, dat zijn houding
gedurende de commune een strikt-correcte
„Ik heb u willen schrijven, mijnheer Runeck,"
begon zij eindelijk. „Maar toen ik hoorde, dat gij
vandaag hier werdt verwacht, besloot ik zelve
met u te spreken. Wij hebben samen nog iets te
verhandelen."
Zij zweeg en scheen een antwoord te verwach
ten, maar toen Egbert slechts zwijgend boog, ging
zij met blijkbare inspanning voort: „Ik moet u
aan onze ontmoeting op den Albenstein herinne
ren. Ge zult die wel niet vergeten hebben, evenmin
als ik de woorden, de bedreigingen, die gij mij
daar voor de voeten hebt geworpen. Deze heb ik
toen niet beprepen en begrijp ik nóg niet, maar van
dat uur af weet ik, dat ge mijn broeder en mij
een onverzoenlijken haat toedraagt
„U niet, freule!" viel Runeck hier in. „Ik ver
keerde toen in een groote dwaling, die ik terstond
inzag. Ik heb u vergiffenis gevraagd, hoewel niet
ontvangen. Mijn woorden en bedreigingen golden
een ander."
Angstigsmeekend hief Cecilia de oogen tot hem op.
„Maar die ander is mijn broeder, en wat hem
treft, treft ook mij. Als ge u ooit zoo tegen hem
uitlaat als toen tegen mij, is de treurige afloop
niet te voorzien. Ik heb weken lang daarvoor ge
beefd en gesidderd en kan 't nu niet langer uit
houden. Ik wil zekerheid hebben. Wat denkt
gij te doen?"
„Weet mijnheer van Wildenrod, wat er op den
Albenstein behandeld is?"
„Ja" klonk 't bijna onhoorbaar uit haar mond.
Runeck vroeg niet meer. Hij behoefde niet
eerst te onderzoeken wat Wildenrod geantwoord
had. Op Cecilia's ontroerd gelaat las hij dit duide
lijk genoeg, en hij bespaarde haar de pijnlijke
vraag.
geweest was. Reeds was men op 't punt den
graaf, onder aanbieding van excuses ,te laten
gaan, toen een jong luitenant toevallig de
kamer binnentrad, en graaf Kuno ziende, den
overs'te vroeg: wien hij toch wel op
bezoek had. Deze antwoordde, nóg meer
verwonderd, dat „zijn bezoeker" graaf Kuno
Lengyel enz. enz. enz. was.
„Wat.?!", riep toen de jonge luitenant uit.
Deze man een officier, een graaf, een Kamer
heer? Een leugenaar, een bedrieger en een op
lichter is hij!"
Graaf Kuno greep naar zijn sabel, maar
werd verhinderd van 't wapen gebruik te ma
ken. En toen ging de jonge luitenant in de
houding staan en meldde kortaf, dat de zich
noemende graaf Kuno Lengyel soldaat in zijn
compganie geweest was en Desiderius Löwen
stein heette. Deze verklaring bevestigde de
officier met zijn eerewoord. En nu hielp ont
kennen niet meer. Een kort onderzoek bracht
uiterst-belastend bewijsmateriaal aan het licht.
Het bleek, dat alle overgelegde legitimatie
documenten falsificaten waren en dat hun be
zitter genteen soldaat was, herhaaldelijk ge
deserteerd en deswege verschillende malen bij
verstek veroordeeld .In het civiele leven was
de heer Löwenstein kantoorbediende, maar we
gens wangedrag ontslagen en ook de burger
lijke autoriteiten zochten hem wegens bedrog,
verduistering, diefstal en valschheid in ge
schrifte.
Voor ongeveer zes weken was het dezen man
gelukt de jonge dochter van een Boedapester
millionnair te huwen hoe doet een lange
naam toch de liefde ontvlammen! welke
verbintenis hem, behalve een vrouw, een groote
buitenbezitting, verscheidene millioenen in
baar geld en "een schitterend-ingerichte zes
kamer-woning in Boedapest had ingebracht.
De jonge vrouw, die zich op het buitengoed
bevond, had er geen idee van, dat haar man
geen Kamerheer, noch graaf, noch zelfs offi
cier was, maar kostbaarheden uit de woningen
zijner voorname vrienden ontvreemdde en de
bruidschat verdronk met een naaktdanseres.
Nu zal het arme meiske, dat wel wat on
voorzichtig in de kaarsvlam van een langen
naam gevlogen is, wel scheiden. Desiderius
Löwenstein, die niet te rechter tijd een eind
aan zijn mystificaties die hij overiens in
het buitenland jarenlang ongestraft had kun
nen voortzetten gemaakt heeft, is gelegen
heid geschonken in de gevangenis na te den
ken over de ééne schrede, die behalve tusschen
het verhevene en belachelijke, ook tusschen
grootheid en val ligt. En Anita Berber danst
voort danst reeds een nieuwen Kuno te
gemoet! (Tel.)
LANDBOUWTOESTANDEN.
De Lente. Tegenvallers. Het
remissierecht en mobiele pacht. Het
registratierecht. Rust in het jagers
kamp.
De officieele lente is aangebroken en, zooals
zoo dikwijls in dezen tijd van het jaar, waait
aanvankelijk een scherpe Oostenwind over de
vlakte en des daags schijnt de zon aan een
wolkelooze hemel. Voor de werkzaamheden
van den akkerbouwer is dit gunstig; het land
wordt droog en loopt daardoor minder kans in
elkaar te worden getrapt bij de bewerking,
waarvoor te meer gevaar bestaat omdat h,et
„Stel u gerust," zeide hij ernstig. „De ontmoe
ting, die ge vreest, zal niet plaats hebben, daar ik
morgen al Radefeld en den omtrek van Odensberg
verlaat. En als gij met Erik naar het zuiden gaat,
zooals ik hoor, heeft ook mijnheer van Wildenrod
geen aanleiding en geen voorwendsel meer om na uw
huwelijk hier te blijven. Hiermee vervalt voor mij
dc noodzakelijkheid van hem aan de kaak te stellen.
Voor u behoef ik echter Odensberg en de familie
Dernburg niet te waarschuwen.Dat weet ik nu!"
Hij vermoedde in de verste verte niet, hoe ge
weldig zijne woorden Cecilia troffen. Zij kende-
Oscar's hoogvliegende plannen, zij wist, dat hij
zich met hare verloving slechts den weg had ge
baand om zijn eigen, persoonlijk doel te bereiken
en dat de verbintenis tusschen hem en Maja vroe
ger of later tot stand zou komen, om hem tot
heer en meester van Odensberg te maken maar
zij zweeg met stijf dichtgeknepen lippen, zweeg,
ten volle bewust van het onrecht dat zij beging,
om het nauwelijks bezworen onheil opnieuw uit
te lokken.
't Was doodstil in het groote vertrek; men hoorde
alleen het eentonig tik-tak van de pendule; de
seconden, de minuten verliepen Ze verloopen
zoo beangstigend gauw, als er afscheid moet wor
den genomen 1
Nu kwam Egbert een schrede nader en zeide
met min of meer bevende stem„Ik heb u met mijn
harde woorden erg gegriefd, zóo erg, dat gij 't
mij niet kunt vergeven. Ik moest wel gelooven,
dat gij alle omstandigheden wist ik kon niet
onderstellen, dat gij met alles onbekend waart
gebleven. Wilt ge niettemin een laatste verzoek,
een waarschuwing uit mijn mond hooren?"
(Wordt vervolgd.)