[hoopingTandarts Regensburg, Tandarts KROS Donderdag, iop AT, Hoböemastraat, MIDDELHARNIS EST eren RS, VERKOOPING Bóeren-inspan. Leest „Onze Eilanden". WOENSDAG 28 FEBRUARI 1923 VRIJE BAAN. Landbouw en Veeteelt. rt(j)KK h v Lkh, K 4 IIHIKI.H A KN IS-SOM M Kl.SIMJK. Ue utiufc letml gelden «au leiteu eager j 7o '«Jaare Zy ueeiui galden op cegen •|2 '/o 'sjanra. ook van niet-leden. Voor- mhOtTau fcnmien dftge\\jk» aangevraagd voideu by een der leden vau bet Beetaur. Gelegenheid tot inbrengen en terugbe tiling van gelden eiken Maandagavond en Vrijdagavond van fi8 nnr ten hnite van kaasier JOPPK P*.. t»» NomniHlxdijk. Koudt voortaan niet Zaterdags Zitdag maar iederen in Hotel Meijer te Middelharnis. eisend, en da- brloosde mchilis. |30 gram Jplm.1000 ■ekenlng i CENT per Vi on.s OlDENKOTT AMSTCPiun - 0 B 0 0 B 0 013 013 0 0 0 0 0 0 0 TO MAKEN BIJ 2c ATELIER VANAF HET STATION strumenten en eerste kwaliteit materiaal, dat en verzekerd van scherpe, brillante beelden, r is tot des avonds 7 uur geopend. AANBEVELEND, S. VAN DER PLAAT. oto-brlefkaarten, die ons Atelier ver- ja van Firmanaam voorzien. B 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 00000000000000000 MaorHarvnnrt 180. Den Haag. tirty OMMELS- EG. 1923, des ,n verzoeke .nendijk- lijk gelegd en door NIS. els, goot- erk te Mid- n. O Laan van Meerdervoort 180, Den Haag. TEI.L. 3943, zal den eersten Woensdag van iedere maand iu het Hotel Zaaljer te MIDDELHAR-VIS te consulteeren zjjn voor alle mondziekten cd kunsttanden enz. van 12 nnr tol ball vier. Op Maandag 26 Februari 1923, des voorin. I" uur te OUDE TOM GE, aan den Langeweg, ten verzoeke van Mejuffrouw Wed. P. W. VAN VUGT, aldaar, van: paarden, hoornvee, wagens, Landbouw werktuigen, enzoo- voort. Notaris VAN BUUREN. m 1 eke I tad 10 M 1 ers, ine ard- iel- en en iden sav PROTESTANTENBOND. Sommelsdijk, (Langewug) vm. ds. Van der Vegte pred. te Den Haag. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velsen. Melissant, vm en 'sav. leeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp. vm. en 'sav. dhr. Versteegt. Ooltgensplaat, geen opgaaf. Dhd Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma. Stad aan 't Haringvliet, vm. en 'sa-, leeskerk. Hellevoetsluis, 'sav. ds Datema, em. pred. te Driebergen. Nieuw-Helvnet, vm. ds. Datema, em. pred. te Driebergen." OUD-GEREFOHMEERDE GEMEENTE. Melissant, vm nni. en 'sav leeskerk Herkingen. vm., nm. en 'sav: leeskerk Stadaan't Haringvliet, vm., run.en 'sav.leeskerk. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Dirksland, vm. en 'sav. ds. MindermaD. Burgerlijke tand den. uijs. ten. SOMMELSDIJK. Geboren: Johannis, z. v G. Camphens en Ch. C. van Rikxoorf; WilhelinjriH. d v H. Appel en J den Boer; Jannetje d. v. II van Es en M H. Joppe. Getrouwd: H. C. Blokzijl 27 j. te Antwerpen en H. T. Schellevis 21 j alhier. Overleden: Jacob Grooteohoer, 82jaar, wedn. v. S. Essebaggers. DIRKSLAND. Geboren: Antbonetta Jannetje d. v. Jan Cor nell's de Vos en Gijsje Troost. Prijs per kwartaal f 1. Losse nummers f 0.07' Advertentiën v. I6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 8ij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. It Voorstraat Middelharnis 5E JAARGANG. - N°. 33. AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK. CXVi. Het was een grauwe, mistige Februari-mid dag. Daar er van vliegtochten of oefeningen bij zulk weder toch niets kon komen, waren de loodsen dien dag gesloten gebleven. Voor zoover het uitzicht dit toeliet, was er op het vliegveld geen levende ziel te bespeuren. Uit de werkloods alleen klonk nu en dan het ge- j klink-klank van hamerslagen op het aambeeld, afwisselend begeleid door 'n één- of tweestem mig lied; ook al werd er niet gevlogen, voor de tnechaniciens was er toch altijd wel werk aan den winkel. De weerberichten waren van a tot z door gelezen en bestudeerd, de barometer was her haaldelijk beklopt; het was en bleef een mis-' troostige zeurdag. Dat voorspelden ook de windvaantjes, die als goor-natte lapjes beweeg- loos neerhingen en niet de minste neiging vertoonden om gehoor te geven aan ook maar het geringste windzuchtje, dat de nevels zou kunnen verdrijven. Het groepje vliegeniers had zich dan ook drentelensmoede teruggetrokken in de warme cantine. Daar zaten ze bijeen geschoven in hun leunstoelen rond de ouderwetsche kachel, roo- kend en pratend om de wachturen stuk te krijgen. Jonge, stoere kerels waren het, enkelen met een wat zwaarmoedigen trek op het nog jongensachtige gelaat, anderen met die scherpe lijnen om mond en kin, welke getuigen van beslistheid en onverzettelijkheid. Maar al mochten de gelaatstrekken onderling dan wat verschillen, in de oogen van allen lag het scherpe, doordringende, dat men aantreft bij hen, die gewend zijn de afstanden te peilen en die steeds leven onder het bewustzijn, dat elke volgende seconde een plotseling ingrijpen kan noodig maken. Geboortig uit verschillende landen hadden de oorlogsomstandigheden hen deels vrijwillig, deels gedwongen, tezamen gebracht op het vliegveld in de nabijheid van de plaats waar het hoofdkwartier van hun legerafdeeling zich bevond. Er waren onder hen jongelui uit de Engelsche hoofdstad, uit Zuid-Frankrijk, uit Vlaanderen, er was een Noor en een Deen, terwijl een stamde uit de groene vlakte van Ierland. Beurt om beurt had de oudste van het gezelschap, zooals gebruikelijk was, het woord gegeven aan een der anderen, om, ter afwisse ling van de aldaagsche gesprekken, een ge schiedenis ten beste te geven, door hemzelf beleefd. Op dit oogenblik had de wijsvinger van den oudste, René Laville, zich gericht op de kordate, beenige figuur van den Ier, Dain- ton, die zich dan ook onmiddellijk recht zette, een sigaret uit den zak grabbelde, vuur sloeg uit het gemoderniseerde tondéldoosje en dichte rookwolken uitblazend, aldus zijn verhaal begon. „Voordat ik naar het front hier gezonden werd, had ik verscheiden oefenmaanden achter den rug op een particulier vliegveld dicht bij Dublin. En nu zal ik jullie een kleine geschie denis vertellen van hetgeen ik daar eens heb meegemaakt. Voorop moet ik even in her innering brengen, dat er weieens tusschen ons verschil van meening is geweest over de vraag welk ras het meest flegmatiek is, het Engel sche of het lersche. Flegmatiek, genomen in de gewone beteekenis van onverstoorbaar kalm, koelbloedig onverschillig naar het uiter lijk, in één woord begaafd met fleg-ma." „We zitten niet in een schoolklasse, Dainton. FEUILLETON. van E. WE3«ES. {Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 37) „Gij schijnt mijn aanzoek als een beleediging op te vatten," zeide Victor, zonder de oogen op te slaan. „Maar, goede hemel, is 't dan zoo'n ïv/are zonde als men zich bij zóo iets op een vroe- geren, vertrouwelijken omgang beroept? 't Is waar, ik kwam hier om een geluk te veroveren, dat mij van der jeugd af als mijn zaligste toekomst voor oogen heeft gezweefd. Welk kwaad steekt daarin? Gij hadt op mijn leeftijd misschien het zelfde gedaan." „Maar niet op bevel van aen ander!" viel Dern burg schielijk en bits in. „En ik kon mijne aanstaan de ook een heel ander lot bieden dan gij, luitenant!" 't Kostte den jongen graaf moeite om zich te beheerschen; maar 't gelukte hem cn zijne stem beefde, toen hij antwoordde: „Gij laat 't mij wél bevoelen, dat ik arm ben!" „Dat doe ik niet, want armoe is in mijne oogen ?een schande. Gij deelt slechts het lot van de ïongere zoons in de families, wier geheele rijkdom het majoraat bestaat. Maar men zegt, dat je b'oer nog andere en dringender redenen heeft bjttje een zoogenaamde goede partij aan te raden. doet je pijnlijk aan, zooals ik merk, en 't sP'it mij maar gij hebt dit gesprek uitgelokt en ni<t ik." Als je ons duidelijk wilt maken wat je onder flegmatiek wilt verstaan, dan heb je alleen maar te zeggen: flegmatiek, dat is wat je op mijn snuit te lezen "hebt, of liever wat je er niet op lezen kunt, of, neen jammerlijk bleef Beyling in zijn betoog steken tot groot vermaak van de rest van het gezelschap, dat er gewoonlijk pleizier in had om den Vlaming te hooren doorslaan. „Enfin", hernam Dainton, „jullie weten nu wel wat ik onder flegmatiek versta. En het bewijs, dat het lersche ras het in dit opzicht wint van het Engelsche, hoop ik jullie heel gauw te kunnen leveren. Op een dag dan, dat ik met mijn toestel bezig ben met oefentochtjes in den omtrek, komt er een landgenoot van me met zijn vrouw het terrein opgewandeld. Zoo, vriend, klampt hij me aan, terwijl ik enkele oogenblikken naast het toestel sta, om den méchanicien gelegenheid te geven den motor na te zien, zoo, vriend, wat zou het ons moeten kosten, als we een vliegtochtje met je meemaakten. Nou, zeg ik, twee personen, dat zal je twintig pond kosten. Twintig pond, mompelt hij, twintig pond, dat is natuurlijk overdreven duur. Overdreven, vraag ik, noem jij het over dreven om twintig pond te vragen voor een vliegtocht. Weet jij wat vliegen is? 't Is overdreven duur, geeft hij onverstoor baar terug. Als jij het overdreven duur vindt, zeg ik, dan zal ik jullie gratis meenemen, maar onder één voorwaarde. En die is? vraagt hij. Die voorwaarde is, dat je geen kik geeft, zoolang we in de lucht zijn. Geen geluid mag ik van jullie hooren, geen woord, geen zucht. Bij het minste gerucht reken ik vijf en twintig pond. Vijf seconden kijkt mijn landgenoot in de verte. Dan steekt hij zijn hand op en zegt: dat neem ik aan. Ik had mijn plan gemaakt. Ik zou hem laten vliegen, zooals nog nooit een passagier gevlo^ gen heeft. Even later, daar gingen we met ons drieën omhoog. Eerst geleidelijk aan, toen telkens met een zet steil in de hoogte. Alles bleef rustig achter me. Dan maar eens een val, dacht ik, en den motor afzettend liet ik het toestel enkele honderden meters naar beneden tuimelen. Geen kreet, geen woord hoorde ik. Dat is een taai gezelschap, was mijn conclusie en opnieuw zette ik den motor aan om zoo hoog mogelijk te komen. Geen dumping, geen feuille rnorte had mij aan mijn prijs geholpen Dus zou ik het probeeren met een looping the loop. Drie-, viermaal gingen we over den kop en als toegift liet ik het toestel nog even een zijdelingschen tuimel maken. Het was alles moeite tevergeefs. Alles bleef doodstil achter me. Ik had het spel verloren. En er bleef al niet veel anders voor me over dan maar weer het vlakke veld op te zoeken. We waren niet goed en wel beneden, of daar was mijn landgenoot er al uitgeklommen en stond hij naast me, terwijl ik nog bezig was met het losgespen van riemen. Wat ben jij voor een kerel, vraag ik. Dat heb ik nog nóóit beleefd, voor 't eerst van je leven op zoo'n manier door de lucht te gaan en geen kik te geven. Johnnie, zegt hij, je hebt het spel verloren, man. Maar ik moet je zeggen, je hebt je best gedaan om het te winnen. Ik heb me stil ge houden, dat is waar. 't Was niet gemakkelijk „Dit heeft men u dus ook overgebracht en nu geeft gij daaraan zulk een smadelijke uitlegging!" hernam Victor op bitteren toon. „Als ik licht zinnig ben geweest, heeft mijn broer mij daar voor al voldoende laten boeten, en boet ik tien voudig op dit oogenblik. Nu ja, ik ben niet geheel vrij van schulden kunnen blijven, ik heb ze wel moeten maken bij de geringe middelen, die mij ten dienste stonden, 't Zou Kocnraad niet moei lijk zijn gevallen, mij van mijne verplichtingen te ontheffenmaar hij deed 't niet, dreigde mij zelfs dat ik mijn ontslag zou moeten nemen, en toen „Toen stemdet gij in zijn voorslag toe," viel Dernburg hier op minachtenden toon in. „Dat begrijp ik best; maar gij zult van uw kant begrij pen, dat ik mijne dochter te goed acht voor zulk een geldspeculatie." Rood en bleek wisselden zich op het gelaat van den jongen man af, doch bij het laatste woord sprong hij met een gesmoorden kreet van zijn stoel op en balde dreigend de hand tegen dèn ander, die hem onafgewend aanzag. „Wat beteekent dat, graaf Eckardstein? Wilt ge inij soms uitdagen, omdat ik je onbewimpeld mijn meening over die zaak durf zeggen? Een man van mijn jaren en mijne positie laat zich der gelijke zaken niet licht op de mouw spelden." Victor liet de hand zinken cn trad een stap achteruit. „Mijnheer Dernburg, lange jaren zljt gij een vaderlijke vriend en is Odensberg een tweede ouderlijk huis voor mij geweest, en gij zijt de vader van Maja, die ik „Die gij lief hebt," viel Dernburg hem met bit teren spot in de rede. „Dit wildet ge zeggen, niet waar?" bij dat omslaan en achterover gaan. Maar de meeste moeite had ik op het oogenblik, dat mijn vrouw er uit viel Ik Maar er schoot zoo'n daverende lach door de cantine, dat Dainton niet verder behoefde te gaan. Uit zijn stoel kwam Fred Kew over eind en Dainton de hand toestekend, riep hij: Waarachtig, Dain, als je geschiedenis waar is, waaraan ik meen te mogen twijfelen, dan winnen jullie, leren, het van ons, Engelschen, wat het flegmatieke betreft, glansrijk." K. VOOlt PRACTIJK EN PRODUCTIE. De voeding van drachtige dieren. Zooals men weet hebben drachtige dieren sol eiwit noodig, vooral wanneer zg - zoo als ons melkvee tevens melk moeten pro- duceeren De. Veldpost" nu wijst op een voor name groep van stoffen, die in het dierlijk leven in het algemeen en in dat van een drachtig dier in het bijzonder een voorname rol spelen en bij gebrek .waarvan allerlei ziekelijke afwijkingen en andere nadeelige gevolgen optreden. Bedoeld worden de groep der voedingszouten, in het bijzonder de kalk en het fosforzuur. Het blad schrijft Bij gebrek aan fosforzuur en balk treden allerlei ziekelijke afwijkingen op, door de meeste practische boeren wel eens waarge nomen. Deze zijn a. bjj jonge groeiende dieren het te weinig afzetten van fosforzuur en kalk in het ge raamte, dat daardoor te week blijft en vaak misvord wordt. (Rachitis). b. bi) oudere dieren het niet voldoende aan vullen of te sterk onttrekken van fosforzuur en kalk aan het geraamte, dat daardoor poreus en broos wordt (beenbreekziekte). c. zenuwafwijtingen ten gevolge van het gebrek aan fosforzuur voor den opbouw en het in stand houden van het ruggemerg en hersenstelsel. Deze zenuwafwijkingen kun nen ingrijpende gevolgen hebben op andere organen, zooals spieren, klieren, enz. d. voorts is gebrek aan zouten (vooral kalk) van invloed op de vruchtbaarheid der dieren en kan het oorzaak zijn van het ge boren worden van doode of zwakke jongen. e. ook het weerstandsvermogen tegen be smettelijke ziekten zal door gebrek aan zou ten (kalk) verminderen, daar de werking der witte bloedlichaampjes, die het weer standsmiddel vormen, bij kalkgebrek niet krachtig kan zijn. Bovenstaande zal wel voldoende zijn om u te overtuigen van de voorname rol, die de zouten (fosforzuur en kalk) in het dierlijk lichaam spelen. Ik meende deze korte uit eenzetting te moeten geven tot beter begrip van de bespreking van de 'fosforzuur- en kalbbehoefte bij drachtige dieren. Een vol genden keer praten we daar eens over. HORTENSIA'S. De vorig jaar gestekte Hortensia's vragen ook onze aandacht. Tot nu toe stonden ze in oen lage, koude kas waar ze nu langzaam aan wat meer warmte kunnen hebben. 't Is zaak, de temperatuur uiterst langzaam te vprhoogen. de planten kort bij het glas te houden en het optreden van luis te voor komen. Bij goeden groei is het geven van vloeimest met wat roet, eens per week, gewenscht. LANDBOUWTOESTANDEN. Suikerbieten. Aardappelen. Ruil-I ver kaveling. Zomertijd. Geheim zinnigheden. Jachtschappenf Als het voorjaar begint te naderen, komen tegelijk met de eerste trekvogels ook de agen ten der suiker- en aardappelmeelfabrieken bij de woningen der boeren om zoo mogelijk con tracten af te sluiten voor de komende cam pagne. Voor de bietenverbouwers schijnt de zaak niet zoo slecht te staan; terwijl de koop prijzen het vorige jaar 16,per 1000 K.G. waren, denkt men, dat het thans minstens 17,zal zijn. Verreweg de meeste bieten worden verbouwd voor coöperatieve fabrieken of op een participatie-contract, waarbij de boe ren hunne bieten uitbetaald krijgen naar het suikergehalte cn naar den prijs, dien de suiker opbrengt, terwijl zij deelen in de winst. Als grondslag voor de berekening wordt dan echter een schaal vastgesteld, waarbij de bieten, die het gemiddeld suikergehalte hebben naar de tegenwoordige suikerprijzen, worden betaald naar de vaste koopprijzende boer kan dan zelf weten of hij het risico van de kwaliteit zijner bieten en van de schommeling in de suiker prijzen zelf wil dragen; de practijk heeft ge leerd, dat in het algemeen het dragen van dit risico gerust kan worden aanvaard. Een door de verbouwers benoemde controle-commissie zorgt met hulp van een chemicus, een accoun tant en enkele andere controleurs voor de juiste berekening van prijzen en winst en men kan zeggen, dat dit systeem zoowel tot tevre denheid van verbouwers als van aandeelhou ders heett gewerkt, al bleven somtijds strub belingen ook niet geheel achterwege. Het lijkt ons toe, dat mag worden verwacht, dat op deze prijzen een behoorlijk aantal H.A. met bieten zal worden bezaaid, wat zoowel voor de land bouwers als voor de arbeiders in de klei streken een heugelijk verschijnsel mag worden genoemd. De bietenverbouw geeft veel werk en er is betrekkelijk weinig risico aan de cul tuur verbonden. 1 Veel slechter is het perspectief voor de zand en veengronden, waar de aardappelcultuur hoofdzaak is. De boeren zitten hier en daar nog met groote voorraden van de vorige campagne; de prijzen van het aardappelmeel willen niet omhoog en het buitenland neemt door de daling van de valuta en door een goeden oogst veel minder aardappelen voor de consumptie dan andere jaren. Men spreekt van een koopprijs van 85 cent per H.L. voor de fabrieksaardappe len, wat ongeveer overeenkomt met de prijzen van vóór den oorlog. Ook de aardappelen wor den meest coöperatief verwerkt en dan uit betaald naar het gehalte aan zetmeel; in stre ken echter waar 1/3, ja soms de helft van den bodem wordt gebruikt voor aardappelcultuur, beteekent een grondslag van 85 cent met de tegenwoordige loonen en de hooge onkosten niets minder dan een ramp, zoowel voor de landbouwers als voor de arbeiders. Hier en daar kan de aardappelcultuur worden vervan gen door den verbouw van suikerbieten of andere gewassen; doch als men weet, dat ongeveer 1/5 van al het bouwland wordt ge bruikt voor de aardappelen, begrijpt men van hoeveel belang deze cultuur is geworden. We hoorden reeds stemmen opgaan dat men, ten einde raad, een beroep wilde doen op den steun „Ja, die ik liefheb!" riep Victor, terwijl hij fier het hoofd ophief en onverschrokken den blik van den vertoornden man ontmoette. „Dat is mij dui delijk geworden, toen ik het kind, dat nog in mijne herinnering leefde, als volwassen meisje terugzag. Na wat gij thans gezegd hebt, blijft mij niets anders over dan uw huis te verlaten en 't niet weer tc betreden; maar ik eisch bij dit af scheid ten minste, dat ge aan de oprechtheid van mijne gevoelens voor Maja gelooft al is ze dan ook voor mij verloren!" Ware droefheid, innig zielsverdriet spraken uit deze woorden, die een ander dan Dernburg mis schien overtuigd zouden hebben. Maar die ern stige, strenge man daar aan de schrijftafel had nooit jeugdige lichtzinnigheid gekend en dus ook niet geleerd deze door de vingers te zien. Moge lijk was hij op dit oogenblik ook wel overtuigd; maar hij vergaf 't niet, dat men een aanzoek om de hand van zijn lieveling tot een geldkwestie had kunnen maken. „Ik beu niet bevoegd je gevoelens te beoor- dcelcn," zcide hi} koel en uit de hoogte, „maar ik begrijp, dat gij na dit gesprek Odensberg zult j vermijden, 't Spijt mij, dat wij op deze manier moeten scheiden; de omstandigheden dringen ons echter daartoe." Victor antwoordde niets. Hij boog zwijgend en vertrok. Dernburg zag hem wrevelig na. „Die ook al!" mompelde hij. „Die eerlijke, op rechte jongen, die vroeger niets van berekeningen wist! Gaat dan ieder verloren bij die wilde jacht naar den rijkdom, dien de menschen geluk noe- men?" Onderaan de groote trap, die naar de boven verdieping voerde, stonden Wildcnrod en Erik der Regeering; is zulks te misduiden, nu zij ook aan de schoenenindustrie hare bescher ming gaat verleenen? Het wetsontwerp op de ruilverkaveling is in handen gesteld van een door den voorzitter van de Tweede Kamer benoemde bijzondere commissie van 5 leden; aangezien het hier een ontwerp geldt, met de strekking waarvan ieder het vrijwel eens is, zoodat de bezwaren in hoofdzaak van technischen of juridischen aard zullen zijn, lijkt ons dit besluit niet onverstan dig. Bij de benoeming dezer commissie wordt in den regel rekening gehouden met de samen stelling der Kamer, zoodat ook thans 3 leden van rechts en 2 van links zijn benoemd, terwijl uiteraard zooveel mogelijk personen worden gekozen, die op dit terrein deskundig zijn en in de kwestie bijzonder belang stellen. Het ontwerp kont nu niet in de afdeelingen, doch de leden kunnen hunne opmerkingen schrifte lijk inzenden en daarna aan de beraadslagin gen der commissie deelnemen, die daarna een verslag samenstelt. De leden kunnen dan nog wijzigingen inzenden, waarover dan nog weer verslag aan de Kamer wordt uitgebracht. In den regel leidt een dergelijke wijze van doen tot een zeer zorgvuldige voorbereiding, wat bij een moeilijk ontwerp als de ruilverkaveling en alles wat daarbij te pas komt inderdaad wel noodig is en waardoor de openbare behande ling veel vlotter verloopt, al zal het natuurlijk nog wel eenigen tijd duren vóór deze ingrij pende maatregel in kannen en vaten is. Het wetsontwerp tegen de wederinvoering van den zomertijd is op de agenda geplaatst vóór de Jachtwet en zal waarschijnlijk reeds de volgende week aan de orde komen. De Regeering heeft haar rapport omtrent de na- deelen van den zomertijd op de griffie neer gelegd ter kennisneming voor de leden. Het spreekt vanzelf, dat de strekking van dit rap port invloed kan hebben op den uitslag der stemming en het is daarom merkwaardig, dat de Regeering dit rapport of althans een uit treksel er van, niet heeft gepubliceerd. Ieder had dan kunnen weten bij wie de informaties waren ingewonnen en ook de buitenstaanders hadden beter over de juistheid der argumenten kunnen oordeelen. Men zal toch, naar wij hopen, niet vreezen, dat het lieve vaderland door de publicatie van dit rapport in gevaar zou komen en we begrijpen dus niet, waarvoor deze geheimzinnigheid dient. Haast even geheimzinnig is het wat thans met de Jachtwet schijnt te geschieden. Uit de Handelingen hebben we kunnen lezen, dat er inderdaad, zooals „De Telegraaf" onlangs reeds meldde, onderhandelingen worden gevoerd tusschen de Regeering en de Commissie van Rapporteurs omtrent wijzigingen in het wets ontwerp en dat de voorzitter van die Commissie aan den voorzitter der Kamer heeft geadvi seerd het ontwerp van de agenda af te nemen, hetwelk deze laatste echter heeft geweigerd. Als we goed zijn-ingelicht, was dit advies ook geenszins de meening van alle leden der Com missie en bestaat nog wel degelijk het voor nemen in elk geval de Jachtwet nog vóór het Paaschrecès tc behandelen. Intusschen maakt dit alles weer een onaan- genamen indruk en eerlijk gezegd, zijn we over een en ander niet geheel gerust; nog ^Itijd vreezen wij, dat een ernstige poging zal wor- te praten. De eerste was juist uit het park gekomen cn liep hier zijn aanstaanden zwager tegen het lijf, die zijn hart aan hem uitstortte. „Ik vrees, dat Cecilia ernstig ongesteld is," zeide hij gejaagd. „Zij klaagt over erge hoofdpijn en ziet akelig bleek, maar heeft mij onvoorwaarde lijk verboden Hagenbach te laten roepen. Zij zegt, dat een paar uur volmaakte rust en stilte haar wel zullen verkwikken. Ik zag haar maar een paar minuten, toen zij thuiskwam, en heb niet te weten kunnen komen, waar zij eigenlijk ge weest is. Dit verzwijgt ze hardnekkig." Oscar haalde glimlachend de schouders op. „En zijt gij nu daardoor zoo geagiteerd? Ik heb je 't immers al meer gezegdons prinsesje is altijd ver wend en eigenzinnig geweest. Als Cecilia slecht gehumeurd is, gaat zij op de sofa liggen en knort op de geheele wereld; maar dit duurt gelukkig niet lang, zooals ik ook bij ondervinding weet. Je vader zegt wel, dat gij haar die luimen moet afwennen, maar daarvoor zijt gij de man niet, mijn goede Erik. Er blijft niets anders over, dan je in christelijk geduld te oefenen er nu vast voor bereidende studies te maken voor den voorbecl- digen echtgenoot, die er ongetwijfeld uit je zal groeien." Erik zag hem verwonderd aan. „Wat bezielt je, Oscar? Ge straalt letterlijk van plezier. Is je iéts prettigs overkomen?" „Ik zeg niets Wie weet!" zeide Oscar met een blijde tinteling in zijn donkere oogen. „En daarom zal ik mij je lot aantrekken want gij ziet er al heel ellendig en wanhopig uit. Ik heb zeker nog meer invloed op mijn 7.usjc en zal haar voor houden, dat 't onverantwoordelijk van haar is, je nu al aan de ellenden van het huwelijksleven bloot te stellen waartoe zij eigenlijk eerst het recht heeft na de bruiloft. Pas maar op, ze zal vroolijk en opgeruimd aan tafel komen, en dan willen we hopen, dat gij ook een ander gezicht trekt arme stumperd, die een meisjesgril zoo ernstig opneemt!" Hij lachte luid en besteeg de trap, Erik een groet achterom toewuivende. Deze zag hem hoofd schuddend na. Die luidruchtige vroolijkheid lag anders volstrekt niet in Oscar's aard. Hij was ge heel anders dan anders wat zou hem over komen zijn? Boven in het salon trad Cecilia's kamenier den baron met de boodschap te gemoet, dat de freule ten strengste had bevolen haar in geen geval te storen en ieder zonder uitzondering belet te geven, ook mijnheer Erik Dernburg. .Voor mij zijn zulke bevelen niet geldig, dat weet gij immers wel, Nannon," viel Wildenrod haar in de rede. „Ik verlang mijne zuster te spre ken. Doe de deur open!" Nannon gehoorzaamde zwijgend, wel wetende dat de baron geen tegenspraak duldde. Deze trad dan ook vlug de kamer binnen. Cecilia lag op de chaise-longue, het aangezicht diep in de kussens gedrukt. Zij verroerde zich niet, hoewel ze het openen en sluiten van de deur moest hooren; maar haar broeder scheen dit van haar gewend te zijn, want hij kwam kalm naderbij. ..Zijt ge weer eens slecht gemutst, Cilia?" vroeg hij nog op schertsenden toon. „Gij behandelt dien armen Erik wezenlijk onverantwoordelijk. Hij heeft mij daar juist zijn nood geklaagd." Cecilia bleef zwijgend en onbeweeglijk liggen en nu verloor Wildenrod het geduld. (Wordt Vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1