[hoopingTandarts Regensburg,
Tandarts KROS
Donderdag,
iop
AT, Hoböemastraat, MIDDELHARNIS
EST
eren
RS,
VERKOOPING
Bóeren-inspan.
Leest „Onze Eilanden".
WOENSDAG
28 FEBRUARI 1923
VRIJE BAAN.
Landbouw en Veeteelt.
rt(j)KK h v Lkh, K
4 IIHIKI.H A KN IS-SOM M Kl.SIMJK.
Ue utiufc letml gelden «au leiteu eager
j 7o '«Jaare Zy ueeiui galden op cegen
•|2 '/o 'sjanra. ook van niet-leden. Voor-
mhOtTau fcnmien dftge\\jk» aangevraagd
voideu by een der leden vau bet Beetaur.
Gelegenheid tot inbrengen en terugbe
tiling van gelden eiken Maandagavond en
Vrijdagavond van fi8 nnr ten hnite van
kaasier
JOPPK P*.. t»» NomniHlxdijk.
Koudt voortaan niet Zaterdags
Zitdag maar iederen
in Hotel Meijer te Middelharnis.
eisend,
en da-
brloosde
mchilis.
|30 gram
Jplm.1000
■ekenlng i
CENT
per Vi on.s
OlDENKOTT
AMSTCPiun
- 0 B 0 0 B 0 013 013 0 0 0 0 0 0 0
TO MAKEN BIJ
2c ATELIER VANAF HET STATION
strumenten en eerste kwaliteit materiaal, dat
en verzekerd van scherpe, brillante beelden,
r is tot des avonds 7 uur geopend.
AANBEVELEND,
S. VAN DER PLAAT.
oto-brlefkaarten, die ons Atelier ver-
ja van Firmanaam voorzien.
B
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
00000000000000000
MaorHarvnnrt 180. Den Haag.
tirty
OMMELS-
EG.
1923, des
,n verzoeke
.nendijk-
lijk gelegd
en door
NIS.
els, goot-
erk te Mid-
n.
O
Laan van Meerdervoort 180, Den Haag.
TEI.L. 3943,
zal den eersten Woensdag van
iedere maand iu het Hotel Zaaljer te
MIDDELHAR-VIS te consulteeren zjjn
voor alle mondziekten cd kunsttanden
enz. van 12 nnr tol ball vier.
Op Maandag 26 Februari 1923,
des voorin. I" uur te OUDE TOM GE,
aan den Langeweg, ten verzoeke
van Mejuffrouw Wed. P. W. VAN
VUGT, aldaar, van:
paarden, hoornvee,
wagens, Landbouw
werktuigen, enzoo-
voort.
Notaris VAN BUUREN.
m 1
eke I
tad
10
M 1
ers,
ine
ard-
iel-
en
en
iden
sav
PROTESTANTENBOND.
Sommelsdijk, (Langewug) vm. ds. Van der Vegte
pred. te Den Haag.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Van Velsen.
Melissant, vm en 'sav. leeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp. vm. en 'sav. dhr. Versteegt.
Ooltgensplaat, geen opgaaf.
Dhd Bommel, vm. en nm. ds. Schaafsma.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 'sa-, leeskerk.
Hellevoetsluis, 'sav. ds Datema, em. pred. te
Driebergen.
Nieuw-Helvnet, vm. ds. Datema, em. pred. te
Driebergen."
OUD-GEREFOHMEERDE GEMEENTE.
Melissant, vm nni. en 'sav leeskerk
Herkingen. vm., nm. en 'sav: leeskerk
Stadaan't Haringvliet, vm., run.en 'sav.leeskerk.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. MindermaD.
Burgerlijke tand
den.
uijs.
ten.
SOMMELSDIJK.
Geboren: Johannis, z. v G. Camphens en Ch.
C. van Rikxoorf; WilhelinjriH. d v H. Appel
en J den Boer; Jannetje d. v. II van Es en
M H. Joppe.
Getrouwd: H. C. Blokzijl 27 j. te Antwerpen
en H. T. Schellevis 21 j alhier.
Overleden: Jacob Grooteohoer, 82jaar, wedn.
v. S. Essebaggers.
DIRKSLAND.
Geboren: Antbonetta Jannetje d. v. Jan Cor
nell's de Vos en Gijsje Troost.
Prijs per kwartaal f 1.
Losse nummers f 0.07'
Advertentiën v. I6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
8ij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. It
Voorstraat Middelharnis
5E JAARGANG. - N°. 33.
AMSTERDAMSCH SCHETSBOEK.
CXVi.
Het was een grauwe, mistige Februari-mid
dag. Daar er van vliegtochten of oefeningen
bij zulk weder toch niets kon komen, waren
de loodsen dien dag gesloten gebleven. Voor
zoover het uitzicht dit toeliet, was er op het
vliegveld geen levende ziel te bespeuren. Uit
de werkloods alleen klonk nu en dan het ge- j
klink-klank van hamerslagen op het aambeeld,
afwisselend begeleid door 'n één- of tweestem
mig lied; ook al werd er niet gevlogen, voor
de tnechaniciens was er toch altijd wel werk
aan den winkel.
De weerberichten waren van a tot z door
gelezen en bestudeerd, de barometer was her
haaldelijk beklopt; het was en bleef een mis-'
troostige zeurdag. Dat voorspelden ook de
windvaantjes, die als goor-natte lapjes beweeg-
loos neerhingen en niet de minste neiging
vertoonden om gehoor te geven aan ook maar
het geringste windzuchtje, dat de nevels zou
kunnen verdrijven.
Het groepje vliegeniers had zich dan ook
drentelensmoede teruggetrokken in de warme
cantine. Daar zaten ze bijeen geschoven in hun
leunstoelen rond de ouderwetsche kachel, roo-
kend en pratend om de wachturen stuk te
krijgen. Jonge, stoere kerels waren het, enkelen
met een wat zwaarmoedigen trek op het nog
jongensachtige gelaat, anderen met die scherpe
lijnen om mond en kin, welke getuigen van
beslistheid en onverzettelijkheid. Maar al
mochten de gelaatstrekken onderling dan wat
verschillen, in de oogen van allen lag het
scherpe, doordringende, dat men aantreft bij
hen, die gewend zijn de afstanden te peilen
en die steeds leven onder het bewustzijn, dat
elke volgende seconde een plotseling ingrijpen
kan noodig maken.
Geboortig uit verschillende landen hadden
de oorlogsomstandigheden hen deels vrijwillig,
deels gedwongen, tezamen gebracht op het
vliegveld in de nabijheid van de plaats waar
het hoofdkwartier van hun legerafdeeling zich
bevond. Er waren onder hen jongelui uit de
Engelsche hoofdstad, uit Zuid-Frankrijk, uit
Vlaanderen, er was een Noor en een Deen,
terwijl een stamde uit de groene vlakte van
Ierland.
Beurt om beurt had de oudste van het
gezelschap, zooals gebruikelijk was, het woord
gegeven aan een der anderen, om, ter afwisse
ling van de aldaagsche gesprekken, een ge
schiedenis ten beste te geven, door hemzelf
beleefd. Op dit oogenblik had de wijsvinger
van den oudste, René Laville, zich gericht op
de kordate, beenige figuur van den Ier, Dain-
ton, die zich dan ook onmiddellijk recht zette,
een sigaret uit den zak grabbelde, vuur sloeg
uit het gemoderniseerde tondéldoosje en dichte
rookwolken uitblazend, aldus zijn verhaal
begon.
„Voordat ik naar het front hier gezonden
werd, had ik verscheiden oefenmaanden achter
den rug op een particulier vliegveld dicht bij
Dublin. En nu zal ik jullie een kleine geschie
denis vertellen van hetgeen ik daar eens heb
meegemaakt. Voorop moet ik even in her
innering brengen, dat er weieens tusschen ons
verschil van meening is geweest over de vraag
welk ras het meest flegmatiek is, het Engel
sche of het lersche. Flegmatiek, genomen in
de gewone beteekenis van onverstoorbaar
kalm, koelbloedig onverschillig naar het uiter
lijk, in één woord begaafd met fleg-ma."
„We zitten niet in een schoolklasse, Dainton.
FEUILLETON.
van
E. WE3«ES.
{Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
37)
„Gij schijnt mijn aanzoek als een beleediging
op te vatten," zeide Victor, zonder de oogen op
te slaan. „Maar, goede hemel, is 't dan zoo'n
ïv/are zonde als men zich bij zóo iets op een vroe-
geren, vertrouwelijken omgang beroept? 't Is
waar, ik kwam hier om een geluk te veroveren,
dat mij van der jeugd af als mijn zaligste toekomst
voor oogen heeft gezweefd. Welk kwaad steekt
daarin? Gij hadt op mijn leeftijd misschien het
zelfde gedaan."
„Maar niet op bevel van aen ander!" viel Dern
burg schielijk en bits in. „En ik kon mijne aanstaan
de ook een heel ander lot bieden dan gij, luitenant!"
't Kostte den jongen graaf moeite om zich te
beheerschen; maar 't gelukte hem cn zijne stem
beefde, toen hij antwoordde: „Gij laat 't mij wél
bevoelen, dat ik arm ben!"
„Dat doe ik niet, want armoe is in mijne oogen
?een schande. Gij deelt slechts het lot van de
ïongere zoons in de families, wier geheele rijkdom
het majoraat bestaat. Maar men zegt, dat je
b'oer nog andere en dringender redenen heeft
bjttje een zoogenaamde goede partij aan te raden.
doet je pijnlijk aan, zooals ik merk, en 't
sP'it mij maar gij hebt dit gesprek uitgelokt en
ni<t ik."
Als je ons duidelijk wilt maken wat je onder
flegmatiek wilt verstaan, dan heb je alleen
maar te zeggen: flegmatiek, dat is wat je op
mijn snuit te lezen "hebt, of liever wat je er
niet op lezen kunt, of, neen jammerlijk
bleef Beyling in zijn betoog steken tot groot
vermaak van de rest van het gezelschap, dat
er gewoonlijk pleizier in had om den Vlaming
te hooren doorslaan.
„Enfin", hernam Dainton, „jullie weten nu
wel wat ik onder flegmatiek versta. En het
bewijs, dat het lersche ras het in dit opzicht
wint van het Engelsche, hoop ik jullie heel
gauw te kunnen leveren.
Op een dag dan, dat ik met mijn toestel
bezig ben met oefentochtjes in den omtrek,
komt er een landgenoot van me met zijn vrouw
het terrein opgewandeld.
Zoo, vriend, klampt hij me aan, terwijl ik
enkele oogenblikken naast het toestel sta, om
den méchanicien gelegenheid te geven den
motor na te zien, zoo, vriend, wat zou het
ons moeten kosten, als we een vliegtochtje
met je meemaakten.
Nou, zeg ik, twee personen, dat zal je twintig
pond kosten.
Twintig pond, mompelt hij, twintig pond,
dat is natuurlijk overdreven duur.
Overdreven, vraag ik, noem jij het over
dreven om twintig pond te vragen voor een
vliegtocht. Weet jij wat vliegen is?
't Is overdreven duur, geeft hij onverstoor
baar terug.
Als jij het overdreven duur vindt, zeg ik,
dan zal ik jullie gratis meenemen, maar onder
één voorwaarde.
En die is? vraagt hij.
Die voorwaarde is, dat je geen kik geeft,
zoolang we in de lucht zijn. Geen geluid mag
ik van jullie hooren, geen woord, geen zucht.
Bij het minste gerucht reken ik vijf en twintig
pond.
Vijf seconden kijkt mijn landgenoot in de
verte. Dan steekt hij zijn hand op en zegt:
dat neem ik aan.
Ik had mijn plan gemaakt. Ik zou hem laten
vliegen, zooals nog nooit een passagier gevlo^
gen heeft. Even later, daar gingen we met ons
drieën omhoog. Eerst geleidelijk aan, toen
telkens met een zet steil in de hoogte. Alles
bleef rustig achter me. Dan maar eens een val,
dacht ik, en den motor afzettend liet ik het
toestel enkele honderden meters naar beneden
tuimelen. Geen kreet, geen woord hoorde ik.
Dat is een taai gezelschap, was mijn conclusie
en opnieuw zette ik den motor aan om zoo
hoog mogelijk te komen. Geen dumping, geen
feuille rnorte had mij aan mijn prijs geholpen
Dus zou ik het probeeren met een looping the
loop. Drie-, viermaal gingen we over den kop
en als toegift liet ik het toestel nog even een
zijdelingschen tuimel maken. Het was alles
moeite tevergeefs. Alles bleef doodstil achter
me. Ik had het spel verloren. En er bleef al
niet veel anders voor me over dan maar weer
het vlakke veld op te zoeken.
We waren niet goed en wel beneden, of daar
was mijn landgenoot er al uitgeklommen en
stond hij naast me, terwijl ik nog bezig was
met het losgespen van riemen.
Wat ben jij voor een kerel, vraag ik. Dat
heb ik nog nóóit beleefd, voor 't eerst van je
leven op zoo'n manier door de lucht te gaan
en geen kik te geven.
Johnnie, zegt hij, je hebt het spel verloren,
man. Maar ik moet je zeggen, je hebt je best
gedaan om het te winnen. Ik heb me stil ge
houden, dat is waar. 't Was niet gemakkelijk
„Dit heeft men u dus ook overgebracht en nu
geeft gij daaraan zulk een smadelijke uitlegging!"
hernam Victor op bitteren toon. „Als ik licht
zinnig ben geweest, heeft mijn broer mij daar
voor al voldoende laten boeten, en boet ik tien
voudig op dit oogenblik. Nu ja, ik ben niet geheel
vrij van schulden kunnen blijven, ik heb ze wel
moeten maken bij de geringe middelen, die mij
ten dienste stonden, 't Zou Kocnraad niet moei
lijk zijn gevallen, mij van mijne verplichtingen te
ontheffenmaar hij deed 't niet, dreigde mij zelfs
dat ik mijn ontslag zou moeten nemen, en toen
„Toen stemdet gij in zijn voorslag toe," viel
Dernburg hier op minachtenden toon in. „Dat
begrijp ik best; maar gij zult van uw kant begrij
pen, dat ik mijne dochter te goed acht voor zulk
een geldspeculatie."
Rood en bleek wisselden zich op het gelaat van
den jongen man af, doch bij het laatste woord
sprong hij met een gesmoorden kreet van zijn
stoel op en balde dreigend de hand tegen dèn
ander, die hem onafgewend aanzag.
„Wat beteekent dat, graaf Eckardstein? Wilt
ge inij soms uitdagen, omdat ik je onbewimpeld
mijn meening over die zaak durf zeggen? Een
man van mijn jaren en mijne positie laat zich der
gelijke zaken niet licht op de mouw spelden."
Victor liet de hand zinken cn trad een stap
achteruit.
„Mijnheer Dernburg, lange jaren zljt gij een
vaderlijke vriend en is Odensberg een tweede
ouderlijk huis voor mij geweest, en gij zijt de vader
van Maja, die ik
„Die gij lief hebt," viel Dernburg hem met bit
teren spot in de rede. „Dit wildet ge zeggen, niet
waar?"
bij dat omslaan en achterover gaan. Maar de
meeste moeite had ik op het oogenblik, dat
mijn vrouw er uit viel
Ik
Maar er schoot zoo'n daverende lach door
de cantine, dat Dainton niet verder behoefde
te gaan. Uit zijn stoel kwam Fred Kew over
eind en Dainton de hand toestekend, riep hij:
Waarachtig, Dain, als je geschiedenis waar
is, waaraan ik meen te mogen twijfelen, dan
winnen jullie, leren, het van ons, Engelschen,
wat het flegmatieke betreft, glansrijk."
K.
VOOlt PRACTIJK EN PRODUCTIE.
De voeding van drachtige dieren.
Zooals men weet hebben drachtige dieren
sol eiwit noodig, vooral wanneer zg - zoo
als ons melkvee tevens melk moeten pro-
duceeren De. Veldpost" nu wijst op een voor
name groep van stoffen, die in het dierlijk
leven in het algemeen en in dat van een
drachtig dier in het bijzonder een voorname
rol spelen en bij gebrek .waarvan allerlei
ziekelijke afwijkingen en andere nadeelige
gevolgen optreden. Bedoeld worden de groep
der voedingszouten, in het bijzonder de kalk
en het fosforzuur. Het blad schrijft
Bij gebrek aan fosforzuur en balk treden
allerlei ziekelijke afwijkingen op, door de
meeste practische boeren wel eens waarge
nomen. Deze zijn
a. bjj jonge groeiende dieren het te weinig
afzetten van fosforzuur en kalk in het ge
raamte, dat daardoor te week blijft en vaak
misvord wordt. (Rachitis).
b. bi) oudere dieren het niet voldoende aan
vullen of te sterk onttrekken van fosforzuur
en kalk aan het geraamte, dat daardoor
poreus en broos wordt (beenbreekziekte).
c. zenuwafwijtingen ten gevolge van het
gebrek aan fosforzuur voor den opbouw en
het in stand houden van het ruggemerg en
hersenstelsel. Deze zenuwafwijkingen kun
nen ingrijpende gevolgen hebben op andere
organen, zooals spieren, klieren, enz.
d. voorts is gebrek aan zouten (vooral
kalk) van invloed op de vruchtbaarheid der
dieren en kan het oorzaak zijn van het ge
boren worden van doode of zwakke jongen.
e. ook het weerstandsvermogen tegen be
smettelijke ziekten zal door gebrek aan zou
ten (kalk) verminderen, daar de werking
der witte bloedlichaampjes, die het weer
standsmiddel vormen, bij kalkgebrek niet
krachtig kan zijn.
Bovenstaande zal wel voldoende zijn om
u te overtuigen van de voorname rol, die de
zouten (fosforzuur en kalk) in het dierlijk
lichaam spelen. Ik meende deze korte uit
eenzetting te moeten geven tot beter begrip
van de bespreking van de 'fosforzuur- en
kalbbehoefte bij drachtige dieren. Een vol
genden keer praten we daar eens over.
HORTENSIA'S.
De vorig jaar gestekte Hortensia's vragen
ook onze aandacht. Tot nu toe stonden ze
in oen lage, koude kas waar ze nu langzaam
aan wat meer warmte kunnen hebben.
't Is zaak, de temperatuur uiterst langzaam
te vprhoogen. de planten kort bij het glas
te houden en het optreden van luis te voor
komen. Bij goeden groei is het geven van
vloeimest met wat roet, eens per week,
gewenscht.
LANDBOUWTOESTANDEN.
Suikerbieten. Aardappelen. Ruil-I
ver kaveling. Zomertijd. Geheim
zinnigheden. Jachtschappenf
Als het voorjaar begint te naderen, komen
tegelijk met de eerste trekvogels ook de agen
ten der suiker- en aardappelmeelfabrieken bij
de woningen der boeren om zoo mogelijk con
tracten af te sluiten voor de komende cam
pagne. Voor de bietenverbouwers schijnt de
zaak niet zoo slecht te staan; terwijl de koop
prijzen het vorige jaar 16,per 1000 K.G.
waren, denkt men, dat het thans minstens
17,zal zijn. Verreweg de meeste bieten
worden verbouwd voor coöperatieve fabrieken
of op een participatie-contract, waarbij de boe
ren hunne bieten uitbetaald krijgen naar het
suikergehalte cn naar den prijs, dien de suiker
opbrengt, terwijl zij deelen in de winst. Als
grondslag voor de berekening wordt dan echter
een schaal vastgesteld, waarbij de bieten, die
het gemiddeld suikergehalte hebben naar de
tegenwoordige suikerprijzen, worden betaald
naar de vaste koopprijzende boer kan dan zelf
weten of hij het risico van de kwaliteit zijner
bieten en van de schommeling in de suiker
prijzen zelf wil dragen; de practijk heeft ge
leerd, dat in het algemeen het dragen van dit
risico gerust kan worden aanvaard. Een door
de verbouwers benoemde controle-commissie
zorgt met hulp van een chemicus, een accoun
tant en enkele andere controleurs voor de
juiste berekening van prijzen en winst en men
kan zeggen, dat dit systeem zoowel tot tevre
denheid van verbouwers als van aandeelhou
ders heett gewerkt, al bleven somtijds strub
belingen ook niet geheel achterwege. Het lijkt
ons toe, dat mag worden verwacht, dat op deze
prijzen een behoorlijk aantal H.A. met bieten
zal worden bezaaid, wat zoowel voor de land
bouwers als voor de arbeiders in de klei
streken een heugelijk verschijnsel mag worden
genoemd. De bietenverbouw geeft veel werk
en er is betrekkelijk weinig risico aan de cul
tuur verbonden.
1 Veel slechter is het perspectief voor de zand
en veengronden, waar de aardappelcultuur
hoofdzaak is. De boeren zitten hier en daar nog
met groote voorraden van de vorige campagne;
de prijzen van het aardappelmeel willen niet
omhoog en het buitenland neemt door de daling
van de valuta en door een goeden oogst veel
minder aardappelen voor de consumptie dan
andere jaren. Men spreekt van een koopprijs
van 85 cent per H.L. voor de fabrieksaardappe
len, wat ongeveer overeenkomt met de prijzen
van vóór den oorlog. Ook de aardappelen wor
den meest coöperatief verwerkt en dan uit
betaald naar het gehalte aan zetmeel; in stre
ken echter waar 1/3, ja soms de helft van den
bodem wordt gebruikt voor aardappelcultuur,
beteekent een grondslag van 85 cent met de
tegenwoordige loonen en de hooge onkosten
niets minder dan een ramp, zoowel voor de
landbouwers als voor de arbeiders. Hier en
daar kan de aardappelcultuur worden vervan
gen door den verbouw van suikerbieten of
andere gewassen; doch als men weet, dat
ongeveer 1/5 van al het bouwland wordt ge
bruikt voor de aardappelen, begrijpt men van
hoeveel belang deze cultuur is geworden. We
hoorden reeds stemmen opgaan dat men, ten
einde raad, een beroep wilde doen op den steun
„Ja, die ik liefheb!" riep Victor, terwijl hij fier
het hoofd ophief en onverschrokken den blik van
den vertoornden man ontmoette. „Dat is mij dui
delijk geworden, toen ik het kind, dat nog in
mijne herinnering leefde, als volwassen meisje
terugzag. Na wat gij thans gezegd hebt, blijft mij
niets anders over dan uw huis te verlaten en 't
niet weer tc betreden; maar ik eisch bij dit af
scheid ten minste, dat ge aan de oprechtheid van
mijne gevoelens voor Maja gelooft al is ze dan
ook voor mij verloren!"
Ware droefheid, innig zielsverdriet spraken uit
deze woorden, die een ander dan Dernburg mis
schien overtuigd zouden hebben. Maar die ern
stige, strenge man daar aan de schrijftafel had
nooit jeugdige lichtzinnigheid gekend en dus ook
niet geleerd deze door de vingers te zien. Moge
lijk was hij op dit oogenblik ook wel overtuigd;
maar hij vergaf 't niet, dat men een aanzoek om
de hand van zijn lieveling tot een geldkwestie
had kunnen maken.
„Ik beu niet bevoegd je gevoelens te beoor-
dcelcn," zcide hi} koel en uit de hoogte, „maar ik
begrijp, dat gij na dit gesprek Odensberg zult j
vermijden, 't Spijt mij, dat wij op deze manier
moeten scheiden; de omstandigheden dringen ons
echter daartoe."
Victor antwoordde niets. Hij boog zwijgend en
vertrok. Dernburg zag hem wrevelig na.
„Die ook al!" mompelde hij. „Die eerlijke, op
rechte jongen, die vroeger niets van berekeningen
wist! Gaat dan ieder verloren bij die wilde jacht
naar den rijkdom, dien de menschen geluk noe-
men?"
Onderaan de groote trap, die naar de boven
verdieping voerde, stonden Wildcnrod en Erik
der Regeering; is zulks te misduiden, nu zij
ook aan de schoenenindustrie hare bescher
ming gaat verleenen?
Het wetsontwerp op de ruilverkaveling is in
handen gesteld van een door den voorzitter
van de Tweede Kamer benoemde bijzondere
commissie van 5 leden; aangezien het hier een
ontwerp geldt, met de strekking waarvan ieder
het vrijwel eens is, zoodat de bezwaren in
hoofdzaak van technischen of juridischen aard
zullen zijn, lijkt ons dit besluit niet onverstan
dig. Bij de benoeming dezer commissie wordt
in den regel rekening gehouden met de samen
stelling der Kamer, zoodat ook thans 3 leden
van rechts en 2 van links zijn benoemd, terwijl
uiteraard zooveel mogelijk personen worden
gekozen, die op dit terrein deskundig zijn en
in de kwestie bijzonder belang stellen. Het
ontwerp kont nu niet in de afdeelingen, doch
de leden kunnen hunne opmerkingen schrifte
lijk inzenden en daarna aan de beraadslagin
gen der commissie deelnemen, die daarna een
verslag samenstelt. De leden kunnen dan nog
wijzigingen inzenden, waarover dan nog weer
verslag aan de Kamer wordt uitgebracht. In
den regel leidt een dergelijke wijze van doen
tot een zeer zorgvuldige voorbereiding, wat bij
een moeilijk ontwerp als de ruilverkaveling en
alles wat daarbij te pas komt inderdaad wel
noodig is en waardoor de openbare behande
ling veel vlotter verloopt, al zal het natuurlijk
nog wel eenigen tijd duren vóór deze ingrij
pende maatregel in kannen en vaten is.
Het wetsontwerp tegen de wederinvoering
van den zomertijd is op de agenda geplaatst
vóór de Jachtwet en zal waarschijnlijk reeds
de volgende week aan de orde komen. De
Regeering heeft haar rapport omtrent de na-
deelen van den zomertijd op de griffie neer
gelegd ter kennisneming voor de leden. Het
spreekt vanzelf, dat de strekking van dit rap
port invloed kan hebben op den uitslag der
stemming en het is daarom merkwaardig, dat
de Regeering dit rapport of althans een uit
treksel er van, niet heeft gepubliceerd. Ieder
had dan kunnen weten bij wie de informaties
waren ingewonnen en ook de buitenstaanders
hadden beter over de juistheid der argumenten
kunnen oordeelen. Men zal toch, naar wij
hopen, niet vreezen, dat het lieve vaderland
door de publicatie van dit rapport in gevaar
zou komen en we begrijpen dus niet, waarvoor
deze geheimzinnigheid dient.
Haast even geheimzinnig is het wat thans
met de Jachtwet schijnt te geschieden. Uit de
Handelingen hebben we kunnen lezen, dat er
inderdaad, zooals „De Telegraaf" onlangs reeds
meldde, onderhandelingen worden gevoerd
tusschen de Regeering en de Commissie van
Rapporteurs omtrent wijzigingen in het wets
ontwerp en dat de voorzitter van die Commissie
aan den voorzitter der Kamer heeft geadvi
seerd het ontwerp van de agenda af te nemen,
hetwelk deze laatste echter heeft geweigerd.
Als we goed zijn-ingelicht, was dit advies ook
geenszins de meening van alle leden der Com
missie en bestaat nog wel degelijk het voor
nemen in elk geval de Jachtwet nog vóór het
Paaschrecès tc behandelen.
Intusschen maakt dit alles weer een onaan-
genamen indruk en eerlijk gezegd, zijn we over
een en ander niet geheel gerust; nog ^Itijd
vreezen wij, dat een ernstige poging zal wor-
te praten. De eerste was juist uit het park gekomen
cn liep hier zijn aanstaanden zwager tegen het
lijf, die zijn hart aan hem uitstortte.
„Ik vrees, dat Cecilia ernstig ongesteld is,"
zeide hij gejaagd. „Zij klaagt over erge hoofdpijn
en ziet akelig bleek, maar heeft mij onvoorwaarde
lijk verboden Hagenbach te laten roepen. Zij zegt,
dat een paar uur volmaakte rust en stilte haar
wel zullen verkwikken. Ik zag haar maar een
paar minuten, toen zij thuiskwam, en heb niet
te weten kunnen komen, waar zij eigenlijk ge
weest is. Dit verzwijgt ze hardnekkig."
Oscar haalde glimlachend de schouders op. „En
zijt gij nu daardoor zoo geagiteerd? Ik heb je 't
immers al meer gezegdons prinsesje is altijd ver
wend en eigenzinnig geweest. Als Cecilia slecht
gehumeurd is, gaat zij op de sofa liggen en knort
op de geheele wereld; maar dit duurt gelukkig
niet lang, zooals ik ook bij ondervinding weet.
Je vader zegt wel, dat gij haar die luimen moet
afwennen, maar daarvoor zijt gij de man niet,
mijn goede Erik. Er blijft niets anders over, dan
je in christelijk geduld te oefenen er nu vast voor
bereidende studies te maken voor den voorbecl-
digen echtgenoot, die er ongetwijfeld uit je zal
groeien."
Erik zag hem verwonderd aan. „Wat bezielt je,
Oscar? Ge straalt letterlijk van plezier. Is je iéts
prettigs overkomen?"
„Ik zeg niets Wie weet!" zeide Oscar met
een blijde tinteling in zijn donkere oogen. „En
daarom zal ik mij je lot aantrekken want gij
ziet er al heel ellendig en wanhopig uit. Ik heb zeker
nog meer invloed op mijn 7.usjc en zal haar voor
houden, dat 't onverantwoordelijk van haar is,
je nu al aan de ellenden van het huwelijksleven
bloot te stellen waartoe zij eigenlijk eerst het
recht heeft na de bruiloft. Pas maar op, ze zal
vroolijk en opgeruimd aan tafel komen, en dan
willen we hopen, dat gij ook een ander gezicht
trekt arme stumperd, die een meisjesgril zoo
ernstig opneemt!"
Hij lachte luid en besteeg de trap, Erik een groet
achterom toewuivende. Deze zag hem hoofd
schuddend na. Die luidruchtige vroolijkheid lag
anders volstrekt niet in Oscar's aard. Hij was ge
heel anders dan anders wat zou hem over
komen zijn?
Boven in het salon trad Cecilia's kamenier den
baron met de boodschap te gemoet, dat de freule
ten strengste had bevolen haar in geen geval te
storen en ieder zonder uitzondering belet te geven,
ook mijnheer Erik Dernburg.
.Voor mij zijn zulke bevelen niet geldig, dat
weet gij immers wel, Nannon," viel Wildenrod
haar in de rede. „Ik verlang mijne zuster te spre
ken. Doe de deur open!"
Nannon gehoorzaamde zwijgend, wel wetende
dat de baron geen tegenspraak duldde. Deze trad
dan ook vlug de kamer binnen.
Cecilia lag op de chaise-longue, het aangezicht
diep in de kussens gedrukt. Zij verroerde zich
niet, hoewel ze het openen en sluiten van de deur
moest hooren; maar haar broeder scheen dit van
haar gewend te zijn, want hij kwam kalm naderbij.
..Zijt ge weer eens slecht gemutst, Cilia?" vroeg
hij nog op schertsenden toon. „Gij behandelt dien
armen Erik wezenlijk onverantwoordelijk. Hij
heeft mij daar juist zijn nood geklaagd."
Cecilia bleef zwijgend en onbeweeglijk liggen en
nu verloor Wildenrod het geduld.
(Wordt Vervolgd