TEN" BRIELLE. XJBELEN O ,J lozen s -Lichtpunt. lelharnis Vingerling 3 itecten en Ingenieursbureau gemeen en werkelijk Volksbelang BijkantoorWalenburgerweg 42, Rotterdam der IV. V. U1JTEMAKER, Ivoor Bouwkundige Werken Saterdag trekt >T-NEDERLAND" a f 20.0OO,- taal 11531 premiën. s rijwielen en 10 Motorrijwielen Iraadmatras WOENSDAG 14 FEBRUARI 1923 5e jaargang. - n°. 29. feuilleton. >ansch Lakwerk. L. J. AUPERLÉ, MIDDELHARNIS. VRIJE BAAN. VERSLAGEN. een Kantoor gevestigd gen, Winkels, Boerderijen, enz. Duxvkundige werkzaamheden - Uitbreidingsplannen - Kantwerken Bruggenbouw. jmeene Fabrieksbouw, Electriclteit- en Waterleidingwerken. werken met Rijkspremiën TEN en Behandeling Wettelijke Bepalingen. ikingen en algemeene schetsen zonder verbinding. reeds een Nederlandertje? Iïhts f 1.25 wordt U een kansje oden op de Hoofdpremie ïiën van f 1000, f 500, f 100 enz. Extra premiën jelegging. Vraagt prospectus. jatiën verkrijgbaar aan alle adressen met de ie reclameplaat .In Naam der Wet". schappen en Sub-Hooldagenten te richten tot den :ten voorziet Uw raam van de reclameplaat. heet uit voorraad leverbaar: aren met of zonder Iage prijken. :(>E SORTUERING: Prijs per kwartaal. f I, Losse nummers f 0,07' Advertantiën v. 1—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 eent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven deor de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Pachterswee. Van zessen klaar zijn maar weinig men seden. Die van alles weten, kennen in den regel weinig en dikwijls niet genoeg om langs normaal gebaande wegen een be staan te verwerven en te behouden. De tijd waarin wij leven kenmerkt zich door specialiseering en de vorming van in hun vak bijzonder geschoolde menschen. De tallooze conferenties na den wereldoorlog bewijzen dit. De deelnemers worden ge kozen uit de gladiatoren op het speciale terrein van de politiek, economie, finan ciën, techniek, onderwijs, landbouw, sta tistiek, hygiëne en wat al niet meer. Universeele kennis bestaat niet meer, ten zij in de hoofden van vermetele verwaan de soortgenooten, die andere schepselen van hun ras suggereeren, dat zij bij uit stek de wijsheid in pacht hebben. Men kan het derhalve onzen bebou- wers van Moeder Aarde niet euvel dui den, dat ook zij zich er op toeleggen „specialiteiten" te worden en daarmede steeds meer afdwalen van de mogelijkheid om in een ander vak hun brood te ver dienen, tenzijals arbeider in de stad, fabriek ot mijn. Men weet het, dat de meeste land- en tuinbouwers pachters zijn, eens anders grond bebouwen, en dat het grootste deel der anderen slechts in naam eigenaar zijn, omdat grootere of kteinere hypotheken dit deel al even afhankelijk maken van onzekere economische factoren als de pachters. Zijn beroep bindt den landbouwer en zijn gezin aan den bodem. Deze vormt zijn uitsluitend middel van bestaan. Hij vormt het „to be or not to be" voor hem. Den eenigen factor, die daartoe zekerheid biedt, vormt de zekerheid van zijn voort bestaan als grondgebruiker-specialist, het zij in den land- en tuinbouw, hetzij in de veeteelt. Dit is de alleszins begrijpelijke oorzaak van zijn vasthouden tot eiken prijs aan zijn beroep. Het fatale is, dat in den tijd van hoog conjunctuur de concurrentie zóó hevig was, dat talioozen op het land hun grond hebben moeten koopen of pachten voor prijzen, die thans alle uitzicht op een re delijk bestaan wegvagen. Hetzij veel te hooge pachten of veel te hooge hypothe ken de oorzaak zijn het is helaas een feit, dat tallooze tuinbouwers- en landbouwers families mistroostig in de toekomst blik ken en geen enkelen uitweg vinden om te blijven bestaan. Te hooge pachten en te hooge renten en aflossingen van hypo theken slokken het batig .restje der exploi tatie meer dan op. Uiterste zuinigheid bij het meest rationeel beheer is niet meer in staat den boel te redden, tenzij bij uit zondering de eigenaar een gedeelte der te hooge pacht kwijt scheldt en de hypo theekhouder de renteschuld vermindert. Het is eenvoudig genoeg dezen men schen harde verwijten te maken, doch het is onrechtvaardig. Hadden ze niet gepacht of gekocht, dan hadden ze op straat ge Ie meubelen tegen zeer lage prijzen, evelend, VAN E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). 33) 't Was zulk een gloeiende verontwaardiging, zulk een onstuimig verzet tegen onverdienden smaad, die tut hare woorden spraken, dat zij niet den minsten twijfel daaraan toelieten. Egbert scheen dit ook te gevoelen, want in zijn somber dreigende oogen flikkerde een straal van hoop. Haastig kwam hij een stap naderbij Begrijpt ge mij niet? Wezwilijk niet? Zijt ge nii't de vertrouwde van uw broer? Antwoord mij ,,Neen neen!" barstte Cecilia uit, nog bevend van toorn, maar onwillekeurig gedwongen om die vraag te beantwoorden door de drift en ge laagdheid, waarmede zij werd gedaan. Egbert zag haar doordringend aan, alsof hij de waarheid in haar binnenste wilde lezen, en loosde vervolgens een diepen zucht. „Neen," zeide hij zacht, „neen, gij weet niets!" Een lange, drukkende pauze volgde. De kerk- klokken in de dalen waren allengs verstomd; i slechts een enkele klonk nog flauw !n de verte, bes te luider verhief zich de wind op zijn reus- achtige, onheil en verderf aanbrengende wieken. ■ban moet ik u vergiffenis vragen," nam Egbert wederom het woord, maar thans op gesmoorden toon. „Mijn aanklacht tegen den baron neem ik staan. Zonder grond is hun speciale ken nis van nul en geener waarde. En hun beroep is van onmisbare waarde voorde samenleving en het algemeen belang. De veel te dure grond, het middel om te be staan, werkt belemmerend op de instand-! houding van een welgeordende volkshuis- j houding. Zoolang de grond een object voor ongebreidelde speculatie vormt, zul len de sociaal-economische invloeden tegengesteld werken aan die van het al gemeen belang. Zij komen alleen ten goede aan een kleine groep van grond bezitters en aandeelhouders van hypotheek banken, die voor.het meerendeel veelte ver van den grondgebruiker afstaan om te mogen verwachten, dat ze helpen voor komen, dat de beker van ellende niet overloopt. 't Is de vraag of bij de gebleken apathie van de regeering van dien kant nog inge grepen zal worden, hetzij door een pacht- j commissie-wet in den geest der huurcom- missie-wet, hetzij door een enquête in samenwerking met grondeigenaars en ban ken, die leiden kan tot kwijtschelding van een deel der pachten en renten aan voor hun vak bekwame landbouwers, desnoods met gedeeltelijke garantie van den staat voor de betaling van het overige deel op langen termijn. Een moratorium of sur séance van betaling is voor'de vakmen- schen overbodig. Zij komen er weer boven op, als hun het vuur niet te na aan de schenen wordt gelegd. Middelerwijl kunnen de landbouwmaat- schappijen een stoot in de goede richting geven door pachtcommissies in te stellen, die als arbiter kunnen optreden tusschen verpachter en pachter, hypotheekhouder en -nemer. Reeds bestaan deze in Friesland, Zeeland en Gelderland. In andere provinciën wordt de instelling er van voorbereid of over wogen. Op deze wijze zal er reeds veel kunnen worden gedaan, als de actie vooral gepaard gaat met bekendmaking der uitkomsten van bedrijtstypen, zoodat de schuldeischers niet slechts op goed geloof tegemoet be hoeven te komen. Herstel der verhoudingen binnen gren zen, die het redelijk bestaan onzer vak kundige land- en tuinbouwers ten doel heeft, is een volksbelang. Ingezonden Mededeeling. Voor het eiland Goeree en Overflakkee: voor H.H. Winkeliers verkrijgbaar bij: G. JOPPE - SOMMELSDIJK. niet terug. Herhaal hem woordelijk wat ik gezegd heb zie hem daarbij goed in de oogen Mis schien zult ge mij dan niet langer voor leugenaar uitmaken." Ondanks zijn gedempte stem lag er zulk een stellige verzekerdheid in deze woorden, dat Cecilia opnieuw sidderde voor de eerste maal rees een onbestemde vrees, een geheime angst in haar bin nenste op. Die Runcck zag er uit, alsof hij die voor de gelieele wereld zou willen en kunnen verant woorden. Als hij eens niet had gelogen, als. Zij zette die gedachte met geweld van zich af, maar een soort van duizeling overviel haar daarbij. „Laat mij alleen!" zeide zij met trillende lip pen. „Ga heen!" Egbert wierp haar een somberen blik toe en boog vervolgens het hoofd. „Gij kunt mij dc be- Ieediging niet vergeven, die ik u heb aangedaan dat begrijp ik. Geloof mij vrij, ook voor mij is dit een moeilijk uur geweest het moeilijkste, dat ik ooit heb doorleefd!" Hij ging heen, en toen Cecilia opzag, was hij al tusschen het geboomte verdwenen. Zij stond daar alleen en in dc hoogte aan het kruis van den Albenstein waaide en fladderde haar sluier, om haar heen ruischtc het bosch en zacht stierf het laatste klokgelui in de verte weg. Op het terras van liet heerenhuis te Odensberg liepeti Eberhard Dcrnburg en Otto van Wilden rod al pratend heen en weder. Zij waren in een politiek gesprek verdiept, dat door den eersten niet opgewondenheid gevoerd werd, terwijl de jongste zeer tegen zijne gewoonte wonderlijk stil en afgetrokken was. Zijn blikken dwaalden van tijd tot tijd naar het grootc grasveld af, waar Maja Amsterdamsch Schetsboek cxv. In een der laatste nummers van het Handels blad komt een hoofdartikel voor, waarin het Nedciiandsche volk, voorgegaan door de Pers, opgewekt wordt woorden van protest tc spre ken naar aanleiding van de door Frankrijk met de bezetting van het Ruhrgebied gepleegde gewelddaad. Er wordt daarbij gewezen op het feit, dat. Frankrijk in de dagen, dat er vrede heet te heerschen tusschen de beide landen, zich niet ontzien heeft om onder het mom van controle uit te oefenen op de middelen, waaruit de leveringen in natura aan den over winnaar moeten geschieden en met welke leveringen de overwonnene in gebreke bleef, een groot industriegebied, dat feitelijk de hart ader vormt van het nog onaangetast gebleven restant van het Duitsche Rijk, met een mili taire macht te bezetten en er een afsluitings regeling toe te passen, welke dit gebied eco nomisch geheel afsnijdt van het overwonnen land. De schrijver van het artikel is van oordeel, dat het vooral op den weg van het Nederland- sche volk ligt niet van de Nederlandsche regeering om te getuigen van het in zijn binnenste nog steeds levende gevoel voor recht en gerechtigheid. Nu de Volkenbond, gesticht met de bedoeling om bij conflicten tusschen twee staten den weg tot bemiddeling te doen bewandelen, zich volkomen afwendt van deze quaestie, welke naar men meent geen Volken- bondsquaestie, maar quaestie tusschen een schuldenaar en een schuldeischer is, dient de openbare meening van hen, die noch in den grooten oorlog, noch in den daarop volgenden quasi-vrede partij waren, luide verkondigd te worden, opdat bij den overweldiger het besef wakker geroepen wordt, dat hij op een verkeer den weg is, dat hij bezig is met milde hand haat te zaaien, die te eeniger tijd aanleiding zal geven tot weerwraak, dat hij bezig is een geheel volk te berooven van zijn bestaansbronnen, zoodat het ten ondergang gedoemd is, dat hij bezig is in één woord om Europa te voeren in een chaos van ontreddering, waaruit het zich niet meer zal weten op tc'heffen dan na een armoedsbestaan van jaren en jaren. Het Nederlandsche Volk mag zich geroepen gevoelen, om aldus te protesteeren tegen een onrechtmatige daad. Uit zijn geschiedenis-zijn de voorbeelden te putten, dat het rechtsbe wustzijn het meermalen drong om zich te ver zetten tegen gewelddaden ten opzichte van anderen. Misschien ging Nederland niet steeds zelf geheel vrij uit, maar over het algemeen kan gezegd worden, dat dwingelandij en ge wetensdwang niet door het Nederlandsche volk geduld werd. Of dit, ons Nederlandsche protest baten zal? Zal de overwinnaar, die zich overmachtig ge voelt en die diep doordrongen schijnt van het besef, dat hij eens en vooral een einde moet ma ken aan een grootmacht, die hij steeds als een bedreiging van zijn bestaanszekerheid aan voelt zoolang hij deze macht niet volkomen heeft uiteen gerukt en verstrooid, zoodat van een hereeniging geen sprake meer kan zijn, luisteren naar dc stem van het protestcerende volk? Ik betwijfel het sterk. Want tc verblind als Frankrijk is, om gehoor te geven aan raad gevingen van Engelsche en Amerikaansche en zelfs van Italiaansche zijde, tc verwoed als dit land is om zich de kans te laten benemen den doodsvijand voorgoed neer te trappen en even als vroeger weder de Fransche macht te doen heerschen als eerste en hoogste op het Euro- peesche vasteland, zal het in zijn roes van waan zin evenmin luisteren naar stemmen, die roe pen om recht en gerechtigheid. Waar het mate rialisme op de spits gedreven wordt, daar is geen plaats voor recht en gerechtigheid. Daar néémt men tot bevrediging van de eigen ver langens en telt men niet het lijden van hen, die men benadeelt. De benadeelden vormen la quantité négligeable; op hun ruïne bouwt de machtswellust zich met hooge muren een onneembare sterkte. Maar al zal dan een Nederlandsch protest niet leiden tot een direct succes, daarom kan het toch van goeden invloed zijn op de open bare meening in andere landen, die thans mede lijdelijk toezien op de misdaad, die voor aller oogen voltrokken wordt aan een vruchteloos geslagen, ontwapend volk. De stein van het eene land kan een echo wakker roepen in de noordelijke, zuidelijke en wetersche landen. En wanneer dan van noord tot zuid en van oost tot west over de geheele wereld een breed koor weerklinkt, waarin de afzonderlijke stem men onveranderd getuigen van verontwaar diging en afkeuring, dan ontstaat de mogelijk heid, dat de geweldenaar zich even gaat be raden en tot het besef komt, dat hij wel staat op een hoogtepunt van macht, maar dat allen hem verlaten, hem den rug toewenden en al leen laten in al zijn grootheid. K. en graaf Victor van Eckardstcin croquet speelden. „In deze zitting van den Rijksdag zal 't waar schijnlijk warm toegaan," zeide Dcrnburg. „Ter stond na dc verkiezingen zullen wij opgeroepen worden, en ik zal er wel op moeten rekenen het grootste deel van den winter daarmede kwijt te zijn." „Acht ge uwe herkiezing dus zóo zeker?" vroeg Wildenrod. „O ja!" Dcrnburg zag hem verwonderd aan. „Sinds twintig jaar heb ik mijn district vertegen woordigd en de stemgerechtigden uit Odensberg zijn alleen voldoende om mij tc doen verkiezen." „Juist daarom vroeg ik 't. Zijt ge werkelijk ver zekerd van die stemmen? In de laatste drie jaren is er veel veranderd." „Bij mij niet," zeide Dernburg kalm. „Mijne werklieden en ik wij kennen elkander al sedert twintig jaar. Ik weet wel, dat ook hier allerlei in blazingen en opruiingen plaats hebbendaarvoor kan ik Odensberg met al mijne macht niet behoe den. Maar al vinden die inblazingen hier en daar bij enkelen gehoor, van de groote massa ben ik toch verzekerd." „Wij willen 't hopen!" Er sprak eenigc twijfel uit de stem van den baron, die ondanks zijn kort verblijf toch al volkomen op de hoogte van de omstandigheden bleek te zijn. „De sociaal-demo craten in den omtrek zijn ditmaal bijzonder in de weer, overal wordt gepreekt, opgehitst, gestookt, en men heeft al in menig kiesdistrict, waar de candidaat zich onbetwist zeker waande, onaange name verrassingen beleefd." „Maar hier sta ik en ik meen tegen die hccren opgewassen te zijn," zeide Dernburg met de vaste overtuiging van iemand, die weet dat zijn positie Verslag van de vergadering van den Raad der gemeente Sommelsdijk, op Vrijdag 9 Februari 1923, des nam. 2,30 uur. Voorzitter Z.E.A. L. J. den Hollander. Aan wezig alle leden en een zeer talrijk publiek. Na opening met gebed worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen en onver anderd vastgesteld. 1. Ingekomen stukken. a, b, c. De goedkeuring van Ged. Staten over de Gem.-begrooting, dienst 1923, het besluit tot in erfpacht geven van grond aan Gebr. Ie Comte en de Gem. Rek., dienst 1920. d, eg. Dankbetuiging van de danfes Ver biest, Palingdood, Ruitenberg en Jongekrijg voor hun benoeming tot resp. 4e, le, 2e en 3e helpster aan dc bewaarschool. h. en Een schrijven van den heer Moster- dijk, waarin hij mededeelt, zijn benoeming tot Regent van het Burg. Armbestuur en Wees huis en tot pl.vervangend lid der Comm. van beheer der Gasfabriek aanneemt. Idem van den heer P. de Zeeuw tot lid der Pl. Commissie van Schooltoezicht. k. Een schrijven der Gemeente Middelharnis, waarin werd bericht, dat zij tot leden der Com missie v. Beh. der Gasgabriek heeft benoemd de heeren L. T. Ruiter en J. P. Nieuwland. 2. Een verzoek van den lieer B. Vis om ont heffing van den aanslag in de Hondenbelas- ting. De VOORZITTER deelde mede dat op grond der verordening geen ontheffing mag worden verleend en stelde voor afwijzend te be schikken. Conform wordt alzoo besloten. 3 en 4. De Gemeente-begrootingen, dienst 1922 en 1923 werden met enkele punten ge wijzigd. 5. Een schrijven was ingekomen van liet Bestuur van de School met den Bijbel, waar in werd gevraagd om de Gemeentelijke bijdrage onwrikbaar is. Wildenrod stond op het punt dit gezegde te beantwoorden, toen een vroolijk ge lach van liet grasperk tot hen doordrong en zijn blik daarheen afdwaalde. Ze voldeden daar goed, die twee slanke, jeugdige gestalten, die zich zoo vlug en bevallig heen en weder bewogen niet van ijver en opgewondenheid blozende aangezichten. De een trachtte den ander de loef af te steken, de een juichte als de ander den bal verkeerd wierp; ze liepen elkaar na en plaag den elkander als twee uitgelaten kinderen. Ook Dernberg staarde, evenals zijn geleider, dien kant uit, en een glimlach verhelderde zijn ernstig gelaat. „Die wilde kinderen! Van mijn kleine zestienjarige Maja kan men zoo'n kinder achtig spel nog door dc vingers zien, maar de luitenant vergeet soms geheel, dat hij geen school jongen meer is." „Ik vrees, dat Eckardstcin nooit den ernst van den man zal leeren," zeide Wildenrod koel. „Hij is beminnelijk, maar ook zeer oppervlakkig van aard." „Dan beoordeelt ge ehm verkeerd; Victor is ongelukkig wat lichtzinnig hij heeft zijne ouders heel wat zorg gebaard met allerlei dwaze streken in zijn jeugd! Odensberg kan daaarvn ook mee praten! Maar het hart had hij altijd op de réchte plaats. Hij is geen genie, maar braaf en eerlijk tc worden." „Des te beter," merkte de baron aan. „Voor hem, zoowel als voor Maja." Dernburg keerde het hoofd om en zag hem vra gend aan. „Voor Maja? Wat meent ge daarmee?' „Dit heeft immers geen nadere verklaring noo- dig. Graaf Eckardstein steekt zijn wenschen en verlangens onder stoelen noch banken, en ik ben voor den cursus voor het vervolg-onderwijs. VOORZITTER zeide, dat het leerplan nog niet in overeenstemming is met dat der O. L. School en daarna stelden B. en W. voor hier mede nog te wachten tot de vereischte over eenstemming is verkregen. Alzoo werd be sloten. 6. Een schrijven van voorgaande besturen, waarin werd gevraagd om een voorschot, groot 2690,39, aan de gemeentelijke ver goeding aan de Bijz. School. De VOORZITTER zeide, dat geen termen tot weigering hiervoor aanwezig zijn en advi seert die gelden beschikbaar te stellen. Hier toe werd besloten. 7. Het verzoek van de Vereeniging „Het Groene Kruis" om een T cent per inwoner hij te dragen voor den ontsmettingsdienst. Werd afgewezen en besloten ƒ10,subsidie te geven. 8. Verzoeken van de bestuurderen der Vak organisaties om een steunregeling. In dit verzoek werd gevraagd "om produc tief werk of indien zulks niet aanwezig is, te trachten de nieuwe steunregeling tot stand te doen brengen en daarvoor een Commissie te benoemen uit 5 leden. Die 5 leden dan te kiezen als volgt: één lid van het Burg. Arm bestuur, 2 leden van den raad en 2 leden van de organisaties. Een dergelijk verzoek was ingekomen van de Pl. Afd. van de Ned. Chr. Bond van Land- en Transp. arbeiders. De VOORZITTER zeide dat deze verzoe ken gebaseerd zijn op een nieuwe beschikking van den Minister en doet B. en W. voorstellen den Minister te vragen of ook deze gemeente onder die regeling valt en dan die gevraagde Comm. te benoemen. M. JOPPE zeide dat hij tot zijn teleurstelling nog een post op de agenda mist, n.l. de her stelling van den kaaimuur. Hij was van mee ning dat hieraan ook nog wel wat werk voor werkloozen was. VOORZITTER zeide dat ook dit geen op lossing geeft inzake de werkeloosheid omdat haast alles betonningswerk is. Het voorstel van B. en W. werd daarna eenparig aange nomen. 9. Verlaging rente leening Gasfabriek. VOORZITTER zeide dat het Pensioenfonds voor Koloniale Landsdiensten destijds gelden hebben verstrekt tegen 1\ ten behoeve van de Gasfabriek. B. en W." hebben gemeend te moeten protesteeren om langer zoo'n hoog rentepercentage te voteeren. Het resultaat is, dat thans 53/4 over het restant, zijnde 83602,betaald zal moeten worden. Vanzelfsprekend werd dit voordeeltje een parig in dank aangenomen. 10. Een verzoek van den heer G. Bergman om met ingang van 1 Mei a.s. het huis te hu ren, thans bewoond door den heer S. van Leeuwen, op dezelfde voorwaarden en de zelfde huur als genoemde. Conform werd alzoo besloten. 11. Vastgesteld werd het supp. kohier Hon denbelasting. 12. Verzoek tot het bouwen van een loods aan de kaai. Hierover werden enkele discussies gehouden van verschillenden aard. Eindelijk werd besloten den grond af te staan.ƒ25 huur per jaar en met 3 jaar opzegging. 13. Benoeming leden stembureau voor ver kiezing van de Prov. Staten en den Gemeente raad. Bij stemming werden benoemd voor het stemdistrict 1 dè heeren Born en Slis, tot voor zitter en leden voor district II resp. de heeren overtuigd, dat 't hem niet den minsten strijd heeft gekost in het plan van zijn broeder toe te stemmen." „In welk plan?" Dernburg's voorhoofd betrok bij deze vraag. Wildenrod haalde even de schouders op. „Nu, de jonge graaf schijnt vrij lichtzinnig te zijn. Gij stemt "zelf toe, dat hij dit van jongsaf ge weest is, en hij hangt geheel van zijn broer den majoraatsheer af. Dat een jong, levenslustig offi cier schulden maakt, is niet meer dan natuurlijk; maar hij moet de veroorloofde maat overschreden hebben, volgens het gevoelen van graaf Koenraad althans Er moeten heftige tooneelen hebben plaats gehad, en men kan 't den majoraatsheer dan ook niet kwalijk nemen, dat hij zijn broer eindelijk een paardenmiddel aan de hand heeft gedaan." „En wat zou dit wezen?" „Een rijk huwelijk! Men zegt dat de jonge graaf op bevel of op verlangen van zijn broer is gekomen om de oude betrekking met Odensberg weer aan te knoopen. Met welk doel dat's licht te raden! En verwondert 't u soms, dat ik dit weet? Toen wij onlangs op Eckardstein waren genoodigd, hoorde ik toevallig het gesprek van twee heeren, die zeker niet vermoedden dat ik mij in de aan grenzende kamer bevond; want dan zouden zij die zaak niet zoo uitvoerig hebben besproken. Zij schenen die verbintenis als een feit aan te nemen." Gedurende dit verhaal fronste Dernburg het voorhoofd al meer en meer, doch zijn stem had den gewonen klank, toen hij antwoordde: „Bij zulk een „feit" zou ik toch wel het laatste woord moe ten spreken, want Maja is nog bijna een kind en veel te jong om nu al aan een huwelijk voor haar te gaan deuken. Zoo, Erik, zijt ge daar? Hee'ft Cecilia zich nog altijd niet vertoond?" (Wordt Vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1923 | | pagina 1