TEN" BRIELLE.
XJBELEN O
,J
lozen
s
-Lichtpunt.
lelharnis Vingerling 3
itecten en Ingenieursbureau
gemeen en werkelijk Volksbelang
BijkantoorWalenburgerweg 42, Rotterdam
der IV. V.
U1JTEMAKER,
Ivoor Bouwkundige Werken
Saterdag trekt
>T-NEDERLAND"
a f 20.0OO,-
taal 11531 premiën.
s rijwielen en 10 Motorrijwielen
Iraadmatras
WOENSDAG
14 FEBRUARI 1923
5e jaargang. - n°. 29.
feuilleton.
>ansch Lakwerk.
L. J. AUPERLÉ,
MIDDELHARNIS.
VRIJE BAAN.
VERSLAGEN.
een Kantoor gevestigd
gen, Winkels, Boerderijen, enz.
Duxvkundige werkzaamheden -
Uitbreidingsplannen - Kantwerken Bruggenbouw.
jmeene Fabrieksbouw,
Electriclteit- en Waterleidingwerken.
werken met Rijkspremiën
TEN en Behandeling Wettelijke Bepalingen.
ikingen en algemeene schetsen zonder verbinding.
reeds een Nederlandertje?
Iïhts f 1.25 wordt U een kansje
oden op de Hoofdpremie
ïiën van f 1000, f 500, f 100 enz.
Extra premiën
jelegging. Vraagt prospectus.
jatiën verkrijgbaar aan alle adressen met de
ie reclameplaat .In Naam der Wet".
schappen en Sub-Hooldagenten te richten tot den
:ten voorziet Uw raam van de reclameplaat.
heet uit voorraad leverbaar:
aren met of zonder
Iage prijken.
:(>E SORTUERING:
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummers f 0,07'
Advertantiën v. 1—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 eent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven deor de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Pachterswee.
Van zessen klaar zijn maar weinig men
seden. Die van alles weten, kennen in den
regel weinig en dikwijls niet genoeg om
langs normaal gebaande wegen een be
staan te verwerven en te behouden. De
tijd waarin wij leven kenmerkt zich door
specialiseering en de vorming van in hun
vak bijzonder geschoolde menschen. De
tallooze conferenties na den wereldoorlog
bewijzen dit. De deelnemers worden ge
kozen uit de gladiatoren op het speciale
terrein van de politiek, economie, finan
ciën, techniek, onderwijs, landbouw, sta
tistiek, hygiëne en wat al niet meer.
Universeele kennis bestaat niet meer, ten
zij in de hoofden van vermetele verwaan
de soortgenooten, die andere schepselen
van hun ras suggereeren, dat zij bij uit
stek de wijsheid in pacht hebben.
Men kan het derhalve onzen bebou-
wers van Moeder Aarde niet euvel dui
den, dat ook zij zich er op toeleggen
„specialiteiten" te worden en daarmede
steeds meer afdwalen van de mogelijkheid
om in een ander vak hun brood te ver
dienen, tenzijals arbeider in de stad,
fabriek ot mijn. Men weet het, dat de
meeste land- en tuinbouwers pachters zijn,
eens anders grond bebouwen, en dat het
grootste deel der anderen slechts in naam
eigenaar zijn, omdat grootere of kteinere
hypotheken dit deel al even afhankelijk
maken van onzekere economische factoren
als de pachters.
Zijn beroep bindt den landbouwer en
zijn gezin aan den bodem. Deze vormt
zijn uitsluitend middel van bestaan. Hij
vormt het „to be or not to be" voor hem.
Den eenigen factor, die daartoe zekerheid
biedt, vormt de zekerheid van zijn voort
bestaan als grondgebruiker-specialist, het
zij in den land- en tuinbouw, hetzij in de
veeteelt. Dit is de alleszins begrijpelijke
oorzaak van zijn vasthouden tot eiken
prijs aan zijn beroep.
Het fatale is, dat in den tijd van hoog
conjunctuur de concurrentie zóó hevig
was, dat talioozen op het land hun grond
hebben moeten koopen of pachten voor
prijzen, die thans alle uitzicht op een re
delijk bestaan wegvagen. Hetzij veel te
hooge pachten of veel te hooge hypothe
ken de oorzaak zijn het is helaas een feit,
dat tallooze tuinbouwers- en landbouwers
families mistroostig in de toekomst blik
ken en geen enkelen uitweg vinden om
te blijven bestaan. Te hooge pachten en
te hooge renten en aflossingen van hypo
theken slokken het batig .restje der exploi
tatie meer dan op. Uiterste zuinigheid bij
het meest rationeel beheer is niet meer
in staat den boel te redden, tenzij bij uit
zondering de eigenaar een gedeelte der
te hooge pacht kwijt scheldt en de hypo
theekhouder de renteschuld vermindert.
Het is eenvoudig genoeg dezen men
schen harde verwijten te maken, doch het
is onrechtvaardig. Hadden ze niet gepacht
of gekocht, dan hadden ze op straat ge
Ie meubelen tegen zeer lage prijzen,
evelend,
VAN
E. WERNER.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
33)
't Was zulk een gloeiende verontwaardiging,
zulk een onstuimig verzet tegen onverdienden
smaad, die tut hare woorden spraken, dat zij niet
den minsten twijfel daaraan toelieten. Egbert
scheen dit ook te gevoelen, want in zijn somber
dreigende oogen flikkerde een straal van hoop.
Haastig kwam hij een stap naderbij
Begrijpt ge mij niet? Wezwilijk niet? Zijt ge
nii't de vertrouwde van uw broer? Antwoord mij
,,Neen neen!" barstte Cecilia uit, nog bevend
van toorn, maar onwillekeurig gedwongen om
die vraag te beantwoorden door de drift en ge
laagdheid, waarmede zij werd gedaan.
Egbert zag haar doordringend aan, alsof hij de
waarheid in haar binnenste wilde lezen, en loosde
vervolgens een diepen zucht. „Neen," zeide hij
zacht, „neen, gij weet niets!"
Een lange, drukkende pauze volgde. De kerk-
klokken in de dalen waren allengs verstomd;
i slechts een enkele klonk nog flauw !n de verte,
bes te luider verhief zich de wind op zijn reus-
achtige, onheil en verderf aanbrengende wieken.
■ban moet ik u vergiffenis vragen," nam Egbert
wederom het woord, maar thans op gesmoorden
toon. „Mijn aanklacht tegen den baron neem ik
staan. Zonder grond is hun speciale ken
nis van nul en geener waarde. En hun
beroep is van onmisbare waarde voorde
samenleving en het algemeen belang. De
veel te dure grond, het middel om te be
staan, werkt belemmerend op de instand-!
houding van een welgeordende volkshuis- j
houding. Zoolang de grond een object
voor ongebreidelde speculatie vormt, zul
len de sociaal-economische invloeden
tegengesteld werken aan die van het al
gemeen belang. Zij komen alleen ten
goede aan een kleine groep van grond
bezitters en aandeelhouders van hypotheek
banken, die voor.het meerendeel veelte
ver van den grondgebruiker afstaan om
te mogen verwachten, dat ze helpen voor
komen, dat de beker van ellende niet
overloopt.
't Is de vraag of bij de gebleken apathie
van de regeering van dien kant nog inge
grepen zal worden, hetzij door een pacht- j
commissie-wet in den geest der huurcom-
missie-wet, hetzij door een enquête in
samenwerking met grondeigenaars en ban
ken, die leiden kan tot kwijtschelding van
een deel der pachten en renten aan voor
hun vak bekwame landbouwers, desnoods
met gedeeltelijke garantie van den staat
voor de betaling van het overige deel op
langen termijn. Een moratorium of sur
séance van betaling is voor'de vakmen-
schen overbodig. Zij komen er weer boven
op, als hun het vuur niet te na aan de
schenen wordt gelegd.
Middelerwijl kunnen de landbouwmaat-
schappijen een stoot in de goede richting
geven door pachtcommissies in te stellen,
die als arbiter kunnen optreden tusschen
verpachter en pachter, hypotheekhouder
en -nemer.
Reeds bestaan deze in Friesland, Zeeland
en Gelderland. In andere provinciën wordt
de instelling er van voorbereid of over
wogen.
Op deze wijze zal er reeds veel kunnen
worden gedaan, als de actie vooral gepaard
gaat met bekendmaking der uitkomsten
van bedrijtstypen, zoodat de schuldeischers
niet slechts op goed geloof tegemoet be
hoeven te komen.
Herstel der verhoudingen binnen gren
zen, die het redelijk bestaan onzer vak
kundige land- en tuinbouwers ten doel
heeft, is een volksbelang.
Ingezonden Mededeeling.
Voor het eiland Goeree en Overflakkee:
voor H.H. Winkeliers verkrijgbaar bij:
G. JOPPE - SOMMELSDIJK.
niet terug. Herhaal hem woordelijk wat ik gezegd
heb zie hem daarbij goed in de oogen Mis
schien zult ge mij dan niet langer voor leugenaar
uitmaken."
Ondanks zijn gedempte stem lag er zulk een
stellige verzekerdheid in deze woorden, dat Cecilia
opnieuw sidderde voor de eerste maal rees een
onbestemde vrees, een geheime angst in haar bin
nenste op. Die Runcck zag er uit, alsof hij die voor
de gelieele wereld zou willen en kunnen verant
woorden. Als hij eens niet had gelogen, als. Zij
zette die gedachte met geweld van zich af, maar
een soort van duizeling overviel haar daarbij.
„Laat mij alleen!" zeide zij met trillende lip
pen. „Ga heen!"
Egbert wierp haar een somberen blik toe en
boog vervolgens het hoofd. „Gij kunt mij dc be-
Ieediging niet vergeven, die ik u heb aangedaan
dat begrijp ik. Geloof mij vrij, ook voor mij
is dit een moeilijk uur geweest het moeilijkste,
dat ik ooit heb doorleefd!"
Hij ging heen, en toen Cecilia opzag, was hij
al tusschen het geboomte verdwenen. Zij stond
daar alleen en in dc hoogte aan het kruis van
den Albenstein waaide en fladderde haar sluier,
om haar heen ruischtc het bosch en zacht stierf
het laatste klokgelui in de verte weg.
Op het terras van liet heerenhuis te Odensberg
liepeti Eberhard Dcrnburg en Otto van Wilden
rod al pratend heen en weder. Zij waren in een
politiek gesprek verdiept, dat door den eersten
niet opgewondenheid gevoerd werd, terwijl de
jongste zeer tegen zijne gewoonte wonderlijk stil
en afgetrokken was. Zijn blikken dwaalden van
tijd tot tijd naar het grootc grasveld af, waar Maja
Amsterdamsch Schetsboek
cxv.
In een der laatste nummers van het Handels
blad komt een hoofdartikel voor, waarin het
Nedciiandsche volk, voorgegaan door de Pers,
opgewekt wordt woorden van protest tc spre
ken naar aanleiding van de door Frankrijk
met de bezetting van het Ruhrgebied gepleegde
gewelddaad. Er wordt daarbij gewezen op het
feit, dat. Frankrijk in de dagen, dat er vrede
heet te heerschen tusschen de beide landen,
zich niet ontzien heeft om onder het mom
van controle uit te oefenen op de middelen,
waaruit de leveringen in natura aan den over
winnaar moeten geschieden en met welke
leveringen de overwonnene in gebreke bleef,
een groot industriegebied, dat feitelijk de hart
ader vormt van het nog onaangetast gebleven
restant van het Duitsche Rijk, met een mili
taire macht te bezetten en er een afsluitings
regeling toe te passen, welke dit gebied eco
nomisch geheel afsnijdt van het overwonnen
land.
De schrijver van het artikel is van oordeel,
dat het vooral op den weg van het Nederland-
sche volk ligt niet van de Nederlandsche
regeering om te getuigen van het in zijn
binnenste nog steeds levende gevoel voor recht
en gerechtigheid. Nu de Volkenbond, gesticht
met de bedoeling om bij conflicten tusschen
twee staten den weg tot bemiddeling te doen
bewandelen, zich volkomen afwendt van deze
quaestie, welke naar men meent geen Volken-
bondsquaestie, maar quaestie tusschen een
schuldenaar en een schuldeischer is, dient de
openbare meening van hen, die noch in den
grooten oorlog, noch in den daarop volgenden
quasi-vrede partij waren, luide verkondigd te
worden, opdat bij den overweldiger het besef
wakker geroepen wordt, dat hij op een verkeer
den weg is, dat hij bezig is met milde hand haat
te zaaien, die te eeniger tijd aanleiding zal
geven tot weerwraak, dat hij bezig is een geheel
volk te berooven van zijn bestaansbronnen,
zoodat het ten ondergang gedoemd is, dat hij
bezig is in één woord om Europa te voeren in
een chaos van ontreddering, waaruit het zich
niet meer zal weten op tc'heffen dan na een
armoedsbestaan van jaren en jaren.
Het Nederlandsche Volk mag zich geroepen
gevoelen, om aldus te protesteeren tegen een
onrechtmatige daad. Uit zijn geschiedenis-zijn
de voorbeelden te putten, dat het rechtsbe
wustzijn het meermalen drong om zich te ver
zetten tegen gewelddaden ten opzichte van
anderen. Misschien ging Nederland niet steeds
zelf geheel vrij uit, maar over het algemeen
kan gezegd worden, dat dwingelandij en ge
wetensdwang niet door het Nederlandsche
volk geduld werd.
Of dit, ons Nederlandsche protest baten zal?
Zal de overwinnaar, die zich overmachtig ge
voelt en die diep doordrongen schijnt van het
besef, dat hij eens en vooral een einde moet ma
ken aan een grootmacht, die hij steeds als een
bedreiging van zijn bestaanszekerheid aan
voelt zoolang hij deze macht niet volkomen
heeft uiteen gerukt en verstrooid, zoodat van
een hereeniging geen sprake meer kan zijn,
luisteren naar dc stem van het protestcerende
volk?
Ik betwijfel het sterk. Want tc verblind als
Frankrijk is, om gehoor te geven aan raad
gevingen van Engelsche en Amerikaansche en
zelfs van Italiaansche zijde, tc verwoed als dit
land is om zich de kans te laten benemen den
doodsvijand voorgoed neer te trappen en even
als vroeger weder de Fransche macht te doen
heerschen als eerste en hoogste op het Euro-
peesche vasteland, zal het in zijn roes van waan
zin evenmin luisteren naar stemmen, die roe
pen om recht en gerechtigheid. Waar het mate
rialisme op de spits gedreven wordt, daar is
geen plaats voor recht en gerechtigheid. Daar
néémt men tot bevrediging van de eigen ver
langens en telt men niet het lijden van hen,
die men benadeelt. De benadeelden vormen
la quantité négligeable; op hun ruïne bouwt
de machtswellust zich met hooge muren een
onneembare sterkte.
Maar al zal dan een Nederlandsch protest
niet leiden tot een direct succes, daarom kan
het toch van goeden invloed zijn op de open
bare meening in andere landen, die thans mede
lijdelijk toezien op de misdaad, die voor aller
oogen voltrokken wordt aan een vruchteloos
geslagen, ontwapend volk. De stein van het
eene land kan een echo wakker roepen in
de noordelijke, zuidelijke en wetersche landen.
En wanneer dan van noord tot zuid en van
oost tot west over de geheele wereld een breed
koor weerklinkt, waarin de afzonderlijke stem
men onveranderd getuigen van verontwaar
diging en afkeuring, dan ontstaat de mogelijk
heid, dat de geweldenaar zich even gaat be
raden en tot het besef komt, dat hij wel staat
op een hoogtepunt van macht, maar dat allen
hem verlaten, hem den rug toewenden en al
leen laten in al zijn grootheid. K.
en graaf Victor van Eckardstcin croquet speelden.
„In deze zitting van den Rijksdag zal 't waar
schijnlijk warm toegaan," zeide Dcrnburg. „Ter
stond na dc verkiezingen zullen wij opgeroepen
worden, en ik zal er wel op moeten rekenen het
grootste deel van den winter daarmede kwijt te
zijn."
„Acht ge uwe herkiezing dus zóo zeker?" vroeg
Wildenrod.
„O ja!" Dcrnburg zag hem verwonderd aan.
„Sinds twintig jaar heb ik mijn district vertegen
woordigd en de stemgerechtigden uit Odensberg
zijn alleen voldoende om mij tc doen verkiezen."
„Juist daarom vroeg ik 't. Zijt ge werkelijk ver
zekerd van die stemmen? In de laatste drie jaren
is er veel veranderd."
„Bij mij niet," zeide Dernburg kalm. „Mijne
werklieden en ik wij kennen elkander al sedert
twintig jaar. Ik weet wel, dat ook hier allerlei in
blazingen en opruiingen plaats hebbendaarvoor
kan ik Odensberg met al mijne macht niet behoe
den. Maar al vinden die inblazingen hier en daar
bij enkelen gehoor, van de groote massa ben ik
toch verzekerd."
„Wij willen 't hopen!" Er sprak eenigc twijfel
uit de stem van den baron, die ondanks zijn kort
verblijf toch al volkomen op de hoogte van de
omstandigheden bleek te zijn. „De sociaal-demo
craten in den omtrek zijn ditmaal bijzonder in de
weer, overal wordt gepreekt, opgehitst, gestookt,
en men heeft al in menig kiesdistrict, waar de
candidaat zich onbetwist zeker waande, onaange
name verrassingen beleefd."
„Maar hier sta ik en ik meen tegen die hccren
opgewassen te zijn," zeide Dernburg met de vaste
overtuiging van iemand, die weet dat zijn positie
Verslag van de vergadering van den Raad
der gemeente Sommelsdijk, op Vrijdag
9 Februari 1923, des nam. 2,30 uur.
Voorzitter Z.E.A. L. J. den Hollander. Aan
wezig alle leden en een zeer talrijk publiek.
Na opening met gebed worden de notulen
der vorige vergadering voorgelezen en onver
anderd vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a, b, c. De goedkeuring van Ged. Staten over
de Gem.-begrooting, dienst 1923, het besluit
tot in erfpacht geven van grond aan Gebr. Ie
Comte en de Gem. Rek., dienst 1920.
d, eg. Dankbetuiging van de danfes Ver
biest, Palingdood, Ruitenberg en Jongekrijg
voor hun benoeming tot resp. 4e, le, 2e en 3e
helpster aan dc bewaarschool.
h. en Een schrijven van den heer Moster-
dijk, waarin hij mededeelt, zijn benoeming
tot Regent van het Burg. Armbestuur en Wees
huis en tot pl.vervangend lid der Comm. van
beheer der Gasfabriek aanneemt.
Idem van den heer P. de Zeeuw tot lid
der Pl. Commissie van Schooltoezicht.
k. Een schrijven der Gemeente Middelharnis,
waarin werd bericht, dat zij tot leden der Com
missie v. Beh. der Gasgabriek heeft benoemd
de heeren L. T. Ruiter en J. P. Nieuwland.
2. Een verzoek van den lieer B. Vis om ont
heffing van den aanslag in de Hondenbelas-
ting.
De VOORZITTER deelde mede dat op
grond der verordening geen ontheffing mag
worden verleend en stelde voor afwijzend te be
schikken. Conform wordt alzoo besloten.
3 en 4. De Gemeente-begrootingen, dienst
1922 en 1923 werden met enkele punten ge
wijzigd.
5. Een schrijven was ingekomen van liet
Bestuur van de School met den Bijbel, waar
in werd gevraagd om de Gemeentelijke bijdrage
onwrikbaar is. Wildenrod stond op het punt dit
gezegde te beantwoorden, toen een vroolijk ge
lach van liet grasperk tot hen doordrong en zijn
blik daarheen afdwaalde.
Ze voldeden daar goed, die twee slanke, jeugdige
gestalten, die zich zoo vlug en bevallig heen en
weder bewogen niet van ijver en opgewondenheid
blozende aangezichten. De een trachtte den ander
de loef af te steken, de een juichte als de ander den
bal verkeerd wierp; ze liepen elkaar na en plaag
den elkander als twee uitgelaten kinderen.
Ook Dernberg staarde, evenals zijn geleider,
dien kant uit, en een glimlach verhelderde zijn
ernstig gelaat. „Die wilde kinderen! Van mijn
kleine zestienjarige Maja kan men zoo'n kinder
achtig spel nog door dc vingers zien, maar de
luitenant vergeet soms geheel, dat hij geen school
jongen meer is."
„Ik vrees, dat Eckardstcin nooit den ernst van
den man zal leeren," zeide Wildenrod koel. „Hij
is beminnelijk, maar ook zeer oppervlakkig van
aard."
„Dan beoordeelt ge ehm verkeerd; Victor is
ongelukkig wat lichtzinnig hij heeft zijne ouders
heel wat zorg gebaard met allerlei dwaze streken
in zijn jeugd! Odensberg kan daaarvn ook mee
praten! Maar het hart had hij altijd op de réchte
plaats. Hij is geen genie, maar braaf en eerlijk
tc worden."
„Des te beter," merkte de baron aan. „Voor
hem, zoowel als voor Maja."
Dernburg keerde het hoofd om en zag hem vra
gend aan. „Voor Maja? Wat meent ge daarmee?'
„Dit heeft immers geen nadere verklaring noo-
dig. Graaf Eckardstein steekt zijn wenschen en
verlangens onder stoelen noch banken, en ik ben
voor den cursus voor het vervolg-onderwijs.
VOORZITTER zeide, dat het leerplan nog
niet in overeenstemming is met dat der O. L.
School en daarna stelden B. en W. voor hier
mede nog te wachten tot de vereischte over
eenstemming is verkregen. Alzoo werd be
sloten.
6. Een schrijven van voorgaande besturen,
waarin werd gevraagd om een voorschot,
groot 2690,39, aan de gemeentelijke ver
goeding aan de Bijz. School.
De VOORZITTER zeide, dat geen termen
tot weigering hiervoor aanwezig zijn en advi
seert die gelden beschikbaar te stellen. Hier
toe werd besloten.
7. Het verzoek van de Vereeniging „Het
Groene Kruis" om een T cent per inwoner
hij te dragen voor den ontsmettingsdienst.
Werd afgewezen en besloten ƒ10,subsidie
te geven.
8. Verzoeken van de bestuurderen der Vak
organisaties om een steunregeling.
In dit verzoek werd gevraagd "om produc
tief werk of indien zulks niet aanwezig is, te
trachten de nieuwe steunregeling tot stand
te doen brengen en daarvoor een Commissie
te benoemen uit 5 leden. Die 5 leden dan te
kiezen als volgt: één lid van het Burg. Arm
bestuur, 2 leden van den raad en 2 leden van
de organisaties. Een dergelijk verzoek was
ingekomen van de Pl. Afd. van de Ned. Chr.
Bond van Land- en Transp. arbeiders.
De VOORZITTER zeide dat deze verzoe
ken gebaseerd zijn op een nieuwe beschikking
van den Minister en doet B. en W. voorstellen
den Minister te vragen of ook deze gemeente
onder die regeling valt en dan die gevraagde
Comm. te benoemen.
M. JOPPE zeide dat hij tot zijn teleurstelling
nog een post op de agenda mist, n.l. de her
stelling van den kaaimuur. Hij was van mee
ning dat hieraan ook nog wel wat werk voor
werkloozen was.
VOORZITTER zeide dat ook dit geen op
lossing geeft inzake de werkeloosheid omdat
haast alles betonningswerk is. Het voorstel
van B. en W. werd daarna eenparig aange
nomen.
9. Verlaging rente leening Gasfabriek.
VOORZITTER zeide dat het Pensioenfonds
voor Koloniale Landsdiensten destijds gelden
hebben verstrekt tegen 1\ ten behoeve van
de Gasfabriek. B. en W." hebben gemeend te
moeten protesteeren om langer zoo'n hoog
rentepercentage te voteeren. Het resultaat is,
dat thans 53/4 over het restant, zijnde
83602,betaald zal moeten worden.
Vanzelfsprekend werd dit voordeeltje een
parig in dank aangenomen.
10. Een verzoek van den heer G. Bergman
om met ingang van 1 Mei a.s. het huis te hu
ren, thans bewoond door den heer S. van
Leeuwen, op dezelfde voorwaarden en de
zelfde huur als genoemde. Conform werd alzoo
besloten.
11. Vastgesteld werd het supp. kohier Hon
denbelasting.
12. Verzoek tot het bouwen van een loods
aan de kaai. Hierover werden enkele discussies
gehouden van verschillenden aard. Eindelijk
werd besloten den grond af te staan.ƒ25
huur per jaar en met 3 jaar opzegging.
13. Benoeming leden stembureau voor ver
kiezing van de Prov. Staten en den Gemeente
raad.
Bij stemming werden benoemd voor het
stemdistrict 1 dè heeren Born en Slis, tot voor
zitter en leden voor district II resp. de heeren
overtuigd, dat 't hem niet den minsten strijd heeft
gekost in het plan van zijn broeder toe te stemmen."
„In welk plan?" Dernburg's voorhoofd betrok bij
deze vraag. Wildenrod haalde even de schouders op.
„Nu, de jonge graaf schijnt vrij lichtzinnig te
zijn. Gij stemt "zelf toe, dat hij dit van jongsaf ge
weest is, en hij hangt geheel van zijn broer den
majoraatsheer af. Dat een jong, levenslustig offi
cier schulden maakt, is niet meer dan natuurlijk;
maar hij moet de veroorloofde maat overschreden
hebben, volgens het gevoelen van graaf Koenraad
althans Er moeten heftige tooneelen hebben plaats
gehad, en men kan 't den majoraatsheer dan ook
niet kwalijk nemen, dat hij zijn broer eindelijk een
paardenmiddel aan de hand heeft gedaan."
„En wat zou dit wezen?"
„Een rijk huwelijk! Men zegt dat de jonge graaf
op bevel of op verlangen van zijn broer is gekomen
om de oude betrekking met Odensberg weer aan
te knoopen. Met welk doel dat's licht te raden!
En verwondert 't u soms, dat ik dit weet? Toen
wij onlangs op Eckardstein waren genoodigd,
hoorde ik toevallig het gesprek van twee heeren,
die zeker niet vermoedden dat ik mij in de aan
grenzende kamer bevond; want dan zouden zij die
zaak niet zoo uitvoerig hebben besproken. Zij
schenen die verbintenis als een feit aan te nemen."
Gedurende dit verhaal fronste Dernburg het
voorhoofd al meer en meer, doch zijn stem had
den gewonen klank, toen hij antwoordde: „Bij zulk
een „feit" zou ik toch wel het laatste woord moe
ten spreken, want Maja is nog bijna een kind en
veel te jong om nu al aan een huwelijk voor haar
te gaan deuken. Zoo, Erik, zijt ge daar? Hee'ft
Cecilia zich nog altijd niet vertoond?"
(Wordt Vervolgd