WOENSDAG
9 AUGUSTUS 1922
SINT-MICHAËL
SunughtZeer
LEKRAGEEN 17.3'™"
Prijs per kwartaal. f I,
Losse nummers f 0,07'
Advertentiën v. I—6 regels f 1,20
Elke regel meer. f 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragon
f 1,por plaatsing tot een maximum
van 10 regels; elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
4E JAARGANG. - N°. 77.
Oiliciëele Mededeelinaen.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Middelharnis maken bekend, dat de gewone
rijkskeuringen van tot dekking bestemde
hengsteó in het najaar van 1922 voor Zuid-
Holland zullen worden gehouden te
Rotterdam op 21 September,
Gorinchen en Dordrecht op 22 September,
en te Middelharnis op 23 September 1922.
De aandacht van belanghebbenden wordt
voor zooveel noodig gevestigd op den inhoud
der artikelen 20 t/m 25 van het Kon. besluit
van 29 Juli 1919, (Staatsblad no. 532), terwijl
er op gewezen wordt, dat de inschrijvings
biljetten voor de keuringen op vrachtvrije,
schriftelijk en onderteekende aanvragen van
eigenaren en houders van hengsten door den
Secretaris der Prov. Regelings Commissie,
den heer J. C. Roodzant Kzn., Valkenbosch-
laan 40 te 's Gravenhage, zullen worden
verstrekt.
Middelharnis, 4 Augustus 1922.
De Secretaris, De Burgemeester,
NIJGH. L. J. DEN HOLLANDER.
JACHT.
DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN
DE PROVINCIE ZUID-BOLLAND;
Gezien het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie dd. 21 Juli 1922, no. 88;
Gelot op art. 11 der Wot van 13 Juni 1877
(Staatsblad no. 87);
Brengt ter bennis van belanghebbenden,
dat, ingevolge bovengenoemd besluit
lo, de opening der jacht op klein wild,
vermeld in art. 17 der wet van 13
Juni 1857 (Staatsblad no. 87), voor
dit jaar in de provincie Zuid-Holland
is vastgesteld op Zaterdag 2 Septem
ber aanstaande met zonsopgang, met
uitzondering van de jacht op fazanten
en hazen waarvan de opening is vast
gesteld op Maandag 2 October aan
staande, mede met zonsopgang
2o. van die opening voorts is uitgezonderd
de uitoefening van het jachtbedrijf,
vermold in art. 15, lott. e, der aan
gehaalde wet
8o. do korte jacht dagelijks en de lango
jacht slechts twee malen 's weeks, en
wel des Woensdags en Zaterdags mag
worden uitgeoefend.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt waar
zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in
het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche
Staatscourant wordon geplaatst.
'e-Gravenhage, 27 Juli 1022.
De Commissaris der Kongingin
voornoemd,
SWBERTS.
DE VERZENGENDE BLIKSEMSTRAAL.
Héjjns' reclitrnnrdigingsrede.
BOEDAPEST, 30 Juli. - Onlangs hield
Iwan Héjjas, het bendehoofd, op wiens bevol
- hU heeft het zelf nooit ontkend - in
Orgovany, in Iszak, in Mariahaza cn eldere
tientallen menschen, die onder beschuldiging
en verdenking van rovolutionnairo hande
lingen cti gezindheid stonden, opgeknoopt
FEUILLETON.
VAN
E. WERNER.
Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE).
Tl)
„Gerllnde, dan mnet Ik u verzoeken, mijne
W'iorden te bevestigen. Zeg aan jc vader, dat ge
mij het recht heht gegeven, bij hem aanzoek te
df>en om je hand, dat ge mij en niemand anders
wilt toebehooren."
Zijn stem klonk innig dierbaar en tccdcr, maar
toch hegreep Gerlindc de aanmaning, die in zijne
woorden lag opgesloten, en gevoelde dat ze thans
hare beschroomdheid overwinnen cn Johan in
dapperheid niets toegeven moest. Bovendien «tond
hij naast haar, gereed haar desnoods te beschermen,
cn zoo barstte zij dus uit:
.O papa, ik houd zooveel, zoo onbeschrijfelijk
veel van hem! En al is hij niet van adel en al heeft
"ij geen wapen - toch wil ik niemand anders heb
ben dan mijn Julian!"
..Mijn (ierlinde!" riep Johan, onstuimig de
armen om haar heen slaande. En nu geschiedde er
«ets ongeloofelijks, iets dat alle begrip te hoven
Smgl Ten aanzien van baron Udo van Ebcrstcin-
"rtenau, koste de jonge man zonder na,nu m
familie de laatste afstammeling van het doorluch
tig geslacht uit de tiende eeuw en dit wel twee
maal achtereen!
zijn, zonder dat politie en justitie in staat
waren de slachtoffers, waarvan sommigen
uit de gevangenis gehaald werden, uit de
handen van Iwan's getrouwe en meedoogen-
looze volgelingen te bevrijden onlangs
dan hield Héjjas, naar aanleiding van de
verontwaardiging, die deze bloedige daden
in den lande gewekt hebben, in de Vereeni-
ging der Ontwakende Hongaren een rede
voering, waarin de volgende beteekenisvolle
passage voor kwam
„Verloren is een land, welks hoofd ziek
wordt of dat het hoofd verliest. Voor Hon
garije is Boedapest dat hoofd Ik kom van
Kecskemét, waar een met my bevriende arts
by een patiënt een levensgevaarlijke operatie
heeft verricht Hij verklaarde mij, dat hij de
operatie, als dat noodig mocht blijken, zou
herhalendat was zijn plicht als midicus.
Welnu, zoo zeg ik; m\jn laatste bevel heb
ik nog niet gegeven, en onverschrokken zal
ik steeds mijn plicht vervullen, die mij ge
biedt, voor mijn vaderland op den ingeslagen
weg voort te gaan. Eén ding kan ik u zeggen
Waar het ook aan het Hongaarsche firma
ment bliksemen en donderen moge, voor
Boedapest zal ik de verzengende straal zijn."
Wegens die woorden had Héjjas, de 30-jarige
Kecskeméter, die voor een deel der bevolking
een bloedgierige bandiet, voor een ander deel
een nationale held is, zich gisteren voor de
rechtbank te verantwoorden. Hoera-geroep
zijner trouwe aanhangers vergezelde hem tot
op den drempel van de gerechtszaaldames
strooiden den beklaagde bloemen voor de
voeten.
Héjjas gaf by zijn verboor onomwonden
toe, de gelmcrimineerde woorden te hebben
gebezigd. HU hield een echte, brutale-maar-
eerlljke Hèjjas-rede en zeide o.m „In den
wereldoorlog heeft de gausche wereld de
mode van den Hongaarschen soldaat bewon
derd. De thuis achtergeblevenen zagen met
trots hoe heldhaftig de zonen van HongarUe
streden. Ton slotte evenwel moesten de
wapenen hun handen ontvallen, daar het land
ziek geworden was door de bacillen die van
Boedapest uitgingen. En sindsdien zijn de
besten der Hongaarsche natie aan een vreem
de heerschappij onderworpen, maar ik weet,
dat in iedere Hongaarsche ziel de gedachte
aan de revanche leeft. Ik weet, dat de eer
des lands en die van de Hongaarsche bajonet
eenmaal weer geroemd zullen worden Dau
zal de gelegenheid komen weer bevelen te
geven Als evenwel de Boedapester bacillen
weer haar vernietigend work willen doen
en do natie besmetten, dan zal ik voor
Boedapest misschien niet juist do verzen
gende bliksemstraal, maar nog iets veel
krachtigcrs zijn. Meer heb ik niet te zeggen."
De arrondissementsrechter, dr. Thót, ver
klaarde het arrondissementsgerecht ten slotte
onbevoegd en verwees de zaak naar het ge
rechtshof. Héjjas verklaarde zich daarmede
niet tevreden, zoido zich van geen strafbare
daad bewust, te zfjn on teekende appèl aan.
Over zijn befaamd detachement heeft het
bendohoofd thans een verklaring gegeven,
waarin hl) zich met de grootste openhart igheid
op de volgonde merkwaardige wijze uit:
„Iedereen weet., dat ik tusscheii Donau cn
Thciss de beschikking heb over een detache
ment, dat geen enkele macht, zou kunnen
beïnvloeden, laat staan ontbinden. Ik behoof
dus volstrekt niet tot werving mijn toevlucht
tc nomen, want de lieden die ml) op de basis
der christeiyk-nationale gedachte met hun
Ingezonden Mededeelingen.
Dc oude lieer had één minuut spraak cn bezinning
verloren. Met wijd opengespalkte oogen staarde
hij dc groep aan en vervolgens de zoldering, alsof
hij niets minder verwachtte, dan dat de muren
zouden instorten cn den snoodaard verpletteren.
Het kasteel Steinruck scheen echter van oordeel
tc zijn, dat deze zaak eigenlijk alleen den Ebersburg
aanging, die op dit zelfde oogenblik ongetwijfeld
met oen dof gerommel cn gekraak in puin viel, cn
bleef staan. De baron merkte tot zijn grootc verba
zing, dat liet wereldgericht dc schuldigen niet
strafte cn dat hij die rol dus op zich moest nemen.
Nu wilde hij opspringen, maar zelfs zijn jicht
scheen met die heiden in verhoud tc zijn en hield
hem onmeedoogend vast. In plaats van als een
wraakengel op hen toe te schieten cn lien met ge
weld van elkaar tc rukken, kon hij slechts een droe
vig spartelende beweging maken cn viel daarop
machteloos cn hulpeloos achterover in zijn fauteuil.
„Gerlindc!" riep hij niet hecsche stem. „Ont
aard kindl Kom hier kom oogcnblikkclijk hier
bij mij!"
Gerlindc wendde een, hoewel niet zeer krachtige
poging aan, om tc gehoorzamen maar toen Johan
haar hierin verhinderde cn haar vasthield, liet zij
zich ook zeer geduldig vasthouden cn herhaalde
slechts snikkend:
„Och, papa Ik hond zooveel van hem!"
„Mijnheer Wehlati!" gilde Eberstcin, die thans
alle zclfbcheCrsching had verloren. „Laat mijn
dochter los Onmidcllijk! Ik beveel 't Jc. Ga
oogcnblikkclijk heen!"
„Aanstonds, mijnheer van Eberstcin," stelde
Johan hem gerust. „Maar sta mij eerst toe afscheid
van mijne aanstaande te nemen!" en met deze
woorden kuste hij Gerlindc opnieuw, wat een
Vroovljc.dit overhemd ziet er rui eens keurig uit?
Heb je 'n ondcrr wiischi-roiv?' .Ja jonaen-du'S tc
zeggen-ik loot ze tegenwoordig tfiub behandelen roet
Als BEWIJS, dat
door vele Hollandsche Doctoren beproefd en uit
stekend bevonden is, diene„dat LEKRAGEEN in
verschillende ziekenhuizen (ook kinderziekenhuizen)
met veel succes wordt gebruikt". VRAAGT daarom
uitsluitend Uwen Apotheker of Drogist
LEKRAGEEN.
eerlijk Hongaarsch woord trouw gezworen
hebben, staan op mijn wenk als één man
klaar en zullen ieder bevel, welk dan ook,
zonder verder nadenken vervullen.
Kort geleden heb ik deze menschen weer
geïnspecteerd, en daar zij onder normale om
standigheden vreedzame arbeiders zijn, en
dus geen gewapende bende vormen, kan ik
voor mijn bezoeken evenmin ter verantwoor
ding geroepen worden als de minister-presi
dent voor diens visities aan zijn getrouwen.
Voor mijn menschen zorg ik sinds jaren. Ik
verschaf hun arbeid. Herhaaldelijk heb ik
groepen van de eene naar de andere land
streek doen verhuizen. Ook naar Transdanubië
bracht, ik arbeiders om ze op 't geëigende
oogenblik te kunnen gebruiken ter onder
steuning van de opstandige bevolking in
West-Hongarlje.
Heb ik daardoor Romp-Hongarije in gevaar
gebracht? Als ik met mijn beproefde lieden
het gebied van dit land verlaat en mij op
vreemd grondgebied begeef, ben ik toch alléén
verantwoordelijk en niet de Hongaarsche
regeering. In geval van een fiasco zou hier
het land in gevaar geraken, maar ik, ik echter
zet mfin leven op het spel, waar en zooals
het m(j belieft.
De minister-predident zegt, dat niemand
het land moet willen redden en dat wij in
onze kortzichtigheid het land slechts kunnen
schaden. Op de eerste bewering antwoord ik,
dat het historische Hongarjje natuurlijk niet
hersteld kan worden door een regeering, wier
handen door het verdrag van Trianon zijn
gebonden En kortzichtig ben ik niet, mijn
oogen ziJn maar al te goed, en nu juist had
ik den tijd gekomen geacht, tot daden over
te gaan. In tijden als deze wordt, de historie
gemaakt door hem, die moed tot wagen
bezit. En wij hebben dien."
Deze verklaring spreekt voor zich zelve
ofschoon do heeren in het Parlement er nog
krampachtig gespartel van den jichtlijder ten ge
volge had.
„Ik roep om hulp! Ik roep al dc dienstboden hier!
Ik luid dc alarmklok!" riep hij, terwijl hij zich ver
geefs inspande om dc tafelschel te bereiken, die
niet ver van hein af stond. Nu werd de deur geo
pend en vertoonde zich Merlha, die door het
rumoer hierheen was gelokt.
„Freule Hcrthal" riep Eberstcin, bij haar ge
zicht als met nieuwen moed bezield. „Red mijn
kind, dat door dien man hetooverd cn behekst is!
Wijs hem de deur cn stuur hem weg uit uw kasteel!
I lertha stond onthutst tc kijken. Zij zag Ger
lindc in dc armen van Johan Welilau, die nog altijd
hezig was met afscheid tc nemen, en den ouden
baron jammerend cn spartelend in zijn leun
stoel. Dc toedracht van de zaak was haar geheel
onbegrijpelijk.
Eindelijk voelde Johan zich gedreven het bevel
van den baron te gehoorzamen, maar eerst leidde
hij zijne aanstaande niet naar hem, doch naar de
jonge gravin cn zeide op smeekenden toon:
„Ik stel mijne verloofde onder uwe bescherming,
freule Steinruck. Mijnheer van Eberstcin wijst
voorloopig nog mijn aanzoek af en ik moet voor
het oogenblik dus liet veld ruimen, daar ik mijn
aanstaanden schoonvader
„Brutale vent!" riep Eberstcin, die nu letterlijk
stuiptrekkingen scheen tc krijgen.
noch op een onbeleefde wijs wil behandelen,
noch zelf dien bclecdigcnden toon langer kan ver
dragen," ging de jonge man bedaard voort.
„Draag zorg voor mijne Gerlindc! Ik verzoek u dit
vriendelijk cn kom terug, zoodra mijnheer van
Eberstcin wat kalmer is geworden."
Hierop kuste hij met volkomen zielsrust zijne
menig commentaartje aan zullen vatknoopen.
De regeering-Bethlen echter zit met patriot
ten van het Héjjas soort wèl verlegen.
(Tel.)
HET LEVEN IN DEN KAUKASUS.
Het verhaal van een ooggetuige.
Een landgenoote, die juist van een reis
door het Kaukasus-gebied is teruggekeerd,
schryft ons uit Constantza.
„Gij allen in Nederland hebt den oogst
niet gezien, het schitterend resultaat van
het bolsjewisme, dat door de trawanten van
Lenin en Trotzki over zoovele gebieden, ook
over den Kaukasus, is gebracht. Daar, als
in Rusland en in Perzië, dat ik mede bezocht,
hebben ze in den waren zin des woords de
„grootste organisatie van desorganisatie" ge
schapen.
Ik bezocht twee bureaux, waar nog
de beste organisatie der bolsyewiki bestond,
nl. een der propagandabureaux, waar men
nog gouden roebels vindt, die voor de be
strijding der propagandakosten dienen, en in
een der kantoren der Tsjeka.
De Tsjeka is de treurigste, de weerzin
wekkendste en afgrijselijkste instelling, door
het Russische communisme uitgedacht. Het
is de roode geheime politie, en heeft als
chefs uitsluitend jongelui van 20 tot 25 jaar,
uit de heffe des volks en met physiono-
miën van inbrekers en moordenaars, als
men in "West-Europa alleen op de doeken
der cinema's ziet. Dit zyn de lieden, die het
leven van duizenden in hun hand hebben,
en er naar willekeur mee omspringen, al
naar zij geluimd zyn. Ik heb het meege
maakt, hoe zy ook de minvermogenden
's nachts om twee uur uit hun bed lichten,
om dan na een paar dagen de familieleden
te ontbieden en hun als „boete" maar
feiteiyk als losgeld het laatste stukje
vermogen af te persen, dat zij nog hebben.
Ik voeg hier nadrukkelijk aan toe, dat
dit geen „on dit" is, maar dat ik dit persoon
lijk heb bijgewoond met de familie, bij wie
ik in Tiflis verblijf hield. Het was één geval,
naar men algemeen wist te zeggen, uit dui
zenden.
Einde Februari, dus slechts een paar maan
den geleden, zag ik de ongelukkige, uitge
hongerde en aan alle mogelijke besmettelyke
ziekten lijdende vluchtelingen uit de Wol-
gadistricten te Bakoe aankomen. Die arme
stumpers, die meenden naar het beloofde
land getrokken te zijn en daar eten en ver
zorging te kunnen vinden, moesten gewoon
in een paar oude kerken en op de pleinen
kampeeren. Nog zie ik met ontzetting die
groepen voor my. Welk een onderwerp voor
een beeldhouwer, om er voor eeuwig een mo
nument van het bolsjewisme uit te maken!
Het was streng verboden hulp te verlee-
nen. Sokolnikof mag die lieden nu „tawarich"
(kameraad) noemen; ik geloof dat het
oneindig beter ware, die gedwongen liefdoe-
nery achterwege te laten en ze Christelijk te
helpen en zorg te dragen dat ze niet in die
kom van verpeste lucht aan honger en ellende
bezwijken.
Men hoeft niet by voorbaat een politieke
overtuiging te hebben, om een haat op te
vatten tegen alles wat bolsjewistisch is,
wanneer men gezien heeft, wat ik hier heb
gezien. Dat zyn toestanden, waarin geen
conferentie ter wereld baat kan brengen
Wil West-Europa de bouwmeester van het
Gcrlinde voor de vierde maal, drukte even de
lippen op de band van dc jonge gravin, maakte
een beleefde buiging voor den baron en ging de
deur uit.
Professor Wchlau was ondertussclien zijne ver
stoord beid tc boven gekomen en had zijne corres
pondenties geëindigd. Wat kon die krankzinnige
baron uit dc tiende eeuw hem ook eigenlijk sche
len? De man verkeerde blijkbaar niet in nor
malen toestand, cn daarom was Wehlau dan ook
geneigd den dollen streek van zijn zoon wat zach
ter te beoordcclendan hij anders wellicht zou ge
daan hebben. Het idee van dat Vorschcnstcin
vond hij zelfs te kostelijk, maar niettemin besloot
hij zijn ovcrmocdigen spruit eens ernstig onder
handen tc nemen, cd had daartoe weldra gelegen
heid, daar Johan juist bij hem binnentrad.
„Ik heb weer allerlei dwaasheden van je moeten
hooren," begroette zijn vader hem. „Welke gui
tenstreken hebt ge daar nu op den Ebersburg uit
gevoerd? Gij jonker van den Vorschcnstcin I"
„Was dat geen luniincuse inval, papa?" vroeg dc
jonge man lachend. „Ik heb juist gehoord, dat die
zaak tusschen u en den baron ter sprake is geko
men. Hij wilde u zeker raad vragen voor zijn jicht?'
„Dat's wel mogelijk. Ik heb zijn ongesteldheid
aan krankzinnigheid toegeschreven," zeide Wehlau
droogjes. ,,Dc ijskompressen, die ik hem verordi
neerd heb, zullen wel niet veel helpen daar dc
ziekte al te ver is gevorderd, maar hem in elk geval
wal kalmeeren, en dat is hoog noodig."
„Hoe zoo? Zijt ge soms aan het plukharen ge
weest?"
„Ja, cn niet minnetjes ook! Ik houd er niet van,
zulke idees fixes te ontzien, zooals de meesten van
mijne collega's. Ik ga van het beginsel uit, de pa
nieuwe Rusland zijn, dan zal het eerst de
puinhoopen van het oude moeten wegruimen,
want geen architect, die ryp verstand heeft,
bouwt op ruïnes. En het Rusland van thans,
en de daaraan onderhoorige gebieden, zijn
één puinhoop.
Wanneer men credieten geeft aan de heeren
te Moskou, dan is geen middel te erg om
controle over de aanwending daarvan te
houden. Want men moet dat slag menschen
gezien hebben, om te weten, dat zonderde
uiterste voorzorgsmaatregelen omgang met
hen niet mogelijk is. Daarvoor zijn ze te
geraffineerd. Past men niet op, dan zal
eerst een groot deel der gelden in de privé-
zakken der heeren te lande komen. Ik ver
zeker u dat ze allen rijk zijn. Zy wonen in
paleizen, hebben schitterende auto's en hun
vrouwen, officieelen en on-offlcieele, zijn
omhangen met gestolen diamanten. Ik her
haal ook hier: het is geen on dit", ik heb
het zelf geconstateerd. Een ander deel der
gelden verhuist, waakt men niet terdege,
naar het propagandafonds en het leger. En
als dank zal dan Europa later, in plaats van
goed doorvoede en gezonde, vreedzame Rus
sische burgers een groote roode propaganda
en roode legers tegenover zich geplaatst zien.
.Voordat Europa het zal willen geloo-
ven, zitten wy wederom in een paar oorlogen.
Ik verzeker u, er wordt hard in Rusland
gewerkt om Polen en Bessarabië terug te
krijgen.
Hoe sterk Moskou zich voelt, mag blijken
uit het feit, dat de „regeering" aldaar een
paar dagen vóór de opening der conferentie
te Genua, alle consuls sommeerde, om bin;
nen drie dagen den Kaukasus te verlaten.
Slechts die van Duitschland, Italië, Perzië
en Angora mochten hun functies blijven
waarnemen. Ook onzen vice-consul honoraire
jhr. Von Schmidt auf Altenstadt, werd niet
meer dan een paar dagen gegund om de
zaken der firma te regelen, waarvan hij ver
tegenwoordiger was.
Een heel klein staalije ten slotte van het
gehalte der hoofdambtenaren in Sovjet-Rus
land.
De consul voor den Kaukakus maakte het
te Moskou my op mijn eerste reismoeilyk
om Kaukasië binnen te mogen komen. Hy
wenschte nl. met 42 Turksche Ponden, dus
42 x 1,70 gestopt te worden om een visum
van 25 Turksche Ponden te verstrekken.
Wat moest ik doen? Teruggaan zou véél
meer kosten. Dus maar betalen. Onze con
sulaire agent aldaar, ging aan het Volks
commissariaat protesteeren. En wat denkt
u dat de „Secretaris-Generaal" hem vroeg?
„Mijnheer, ik begryp niet, dat u als Neder-
landsch consul opkomt voor de belangen
van een Hollandsche vrouw!" Tableau II De
ongelukkige wist niet, dat Nederland en
Holland een en hetzelfde land was.
Een tweede geval deed zich tusschen een
Hollandscb koopman en den „havencomman
dant" voor (een matroos, die doorloopend
dronken is, omdat hij op ieder schip, dat
aankomt, een hartversterking gaat halen).
„U kunt niet aan wal gaan" zij hij hem.
Op mijn lyst van Moskou staat, dat Denen en
Deensche waren moeten geboycot worden".
Ook nu was de hulp van den consulairen
agent noodig om dezen man van positie aan
het verstand te brengen, dat Denen en Hól
landers lieden van 2 verschillende naties zyn.
En met lieden van dergelijk gehalte zal
nu Europa gaan samenwerken!...
tiënten uit hun waan wakker te schudden, en toen
die Udo van Eberstein daar geheele kroniekboeken
begon op tc dreunen, heb ik hem ronduit gezegd,
hoe ik over al dien middeleeuwschen onzin denk."
„O wee!" zuchtte Johan, „dan hebt ge hem juist
in zijn tecrc punt getroffenI Dat vergeeft hij u cn
mij nooit!"
„Enfin! Wat hebt gij en ik verder met dien ouden
nachtuil van den Ebersburg tc maken?"
„Zeer veel daar ik met zijne dochter verloofd
ben."
Dc professor zag zijn zoon èen oogenblik strak
aan. Daarop fronste hij het voorhoofd en zeide
knorrig:
„Scheid t..,'' éi met die gekheid! We hebben
er tin waarlijk genoeg van!"
„Maar ik spreek in vollen ernst, papa. Zoo even
heeft Gerlindc van Eberstein beloofd mijne vrouw
te worden. Gij hebt haar immers ook als zieken
verpleegster van de gravin leeren kennen en zult
u zeker verheugen, dat zoo'n mooi, lief meisje
uwe dochter wordt."
„Jongen, zijt gij bezeten?" basrtte Wehlau uit.
„Dc dochter van zoo'n verklaarden gek! Dat kan
erfelijk zijn in dc familie! Het meisje heeft toch
al zoo iets schuws en vreemds in haar uiterlijk
en dc vader is totaal krankzinnig."
Zóo erg is 't nog niet," zeide Johan. „Maar hij
stamt* uit de tiende eeuw en dientengevolge kan
men hem ecnigc abnormale verschijnselen in de
hersens niet kwalijk nemen. Maar overigens heeft
mijn aanstaande schoonvader best zijn verstand."
(Wordt vervolgd.)