WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1922 SINT-MICHAËL SunughtZeer LEKRAGEEN 17.3'™" Prijs per kwartaal. f I, Losse nummers f 0,07' Advertentiën v. I—6 regels f 1,20 Elke regel meer. f 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragon f 1,por plaatsing tot een maximum van 10 regels; elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 4E JAARGANG. - N°. 77. Oiliciëele Mededeelinaen. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Middelharnis maken bekend, dat de gewone rijkskeuringen van tot dekking bestemde hengsteó in het najaar van 1922 voor Zuid- Holland zullen worden gehouden te Rotterdam op 21 September, Gorinchen en Dordrecht op 22 September, en te Middelharnis op 23 September 1922. De aandacht van belanghebbenden wordt voor zooveel noodig gevestigd op den inhoud der artikelen 20 t/m 25 van het Kon. besluit van 29 Juli 1919, (Staatsblad no. 532), terwijl er op gewezen wordt, dat de inschrijvings biljetten voor de keuringen op vrachtvrije, schriftelijk en onderteekende aanvragen van eigenaren en houders van hengsten door den Secretaris der Prov. Regelings Commissie, den heer J. C. Roodzant Kzn., Valkenbosch- laan 40 te 's Gravenhage, zullen worden verstrekt. Middelharnis, 4 Augustus 1922. De Secretaris, De Burgemeester, NIJGH. L. J. DEN HOLLANDER. JACHT. DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN DE PROVINCIE ZUID-BOLLAND; Gezien het besluit van Gedeputeerde Sta ten dier provincie dd. 21 Juli 1922, no. 88; Gelot op art. 11 der Wot van 13 Juni 1877 (Staatsblad no. 87); Brengt ter bennis van belanghebbenden, dat, ingevolge bovengenoemd besluit lo, de opening der jacht op klein wild, vermeld in art. 17 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87), voor dit jaar in de provincie Zuid-Holland is vastgesteld op Zaterdag 2 Septem ber aanstaande met zonsopgang, met uitzondering van de jacht op fazanten en hazen waarvan de opening is vast gesteld op Maandag 2 October aan staande, mede met zonsopgang 2o. van die opening voorts is uitgezonderd de uitoefening van het jachtbedrijf, vermold in art. 15, lott. e, der aan gehaalde wet 8o. do korte jacht dagelijks en de lango jacht slechts twee malen 's weeks, en wel des Woensdags en Zaterdags mag worden uitgeoefend. Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche Staatscourant wordon geplaatst. 'e-Gravenhage, 27 Juli 1022. De Commissaris der Kongingin voornoemd, SWBERTS. DE VERZENGENDE BLIKSEMSTRAAL. Héjjns' reclitrnnrdigingsrede. BOEDAPEST, 30 Juli. - Onlangs hield Iwan Héjjas, het bendehoofd, op wiens bevol - hU heeft het zelf nooit ontkend - in Orgovany, in Iszak, in Mariahaza cn eldere tientallen menschen, die onder beschuldiging en verdenking van rovolutionnairo hande lingen cti gezindheid stonden, opgeknoopt FEUILLETON. VAN E. WERNER. Geautoriseerde uitgave van D. BOLLE). Tl) „Gerllnde, dan mnet Ik u verzoeken, mijne W'iorden te bevestigen. Zeg aan jc vader, dat ge mij het recht heht gegeven, bij hem aanzoek te df>en om je hand, dat ge mij en niemand anders wilt toebehooren." Zijn stem klonk innig dierbaar en tccdcr, maar toch hegreep Gerlindc de aanmaning, die in zijne woorden lag opgesloten, en gevoelde dat ze thans hare beschroomdheid overwinnen cn Johan in dapperheid niets toegeven moest. Bovendien «tond hij naast haar, gereed haar desnoods te beschermen, cn zoo barstte zij dus uit: .O papa, ik houd zooveel, zoo onbeschrijfelijk veel van hem! En al is hij niet van adel en al heeft "ij geen wapen - toch wil ik niemand anders heb ben dan mijn Julian!" ..Mijn (ierlinde!" riep Johan, onstuimig de armen om haar heen slaande. En nu geschiedde er «ets ongeloofelijks, iets dat alle begrip te hoven Smgl Ten aanzien van baron Udo van Ebcrstcin- "rtenau, koste de jonge man zonder na,nu m familie de laatste afstammeling van het doorluch tig geslacht uit de tiende eeuw en dit wel twee maal achtereen! zijn, zonder dat politie en justitie in staat waren de slachtoffers, waarvan sommigen uit de gevangenis gehaald werden, uit de handen van Iwan's getrouwe en meedoogen- looze volgelingen te bevrijden onlangs dan hield Héjjas, naar aanleiding van de verontwaardiging, die deze bloedige daden in den lande gewekt hebben, in de Vereeni- ging der Ontwakende Hongaren een rede voering, waarin de volgende beteekenisvolle passage voor kwam „Verloren is een land, welks hoofd ziek wordt of dat het hoofd verliest. Voor Hon garije is Boedapest dat hoofd Ik kom van Kecskemét, waar een met my bevriende arts by een patiënt een levensgevaarlijke operatie heeft verricht Hij verklaarde mij, dat hij de operatie, als dat noodig mocht blijken, zou herhalendat was zijn plicht als midicus. Welnu, zoo zeg ik; m\jn laatste bevel heb ik nog niet gegeven, en onverschrokken zal ik steeds mijn plicht vervullen, die mij ge biedt, voor mijn vaderland op den ingeslagen weg voort te gaan. Eén ding kan ik u zeggen Waar het ook aan het Hongaarsche firma ment bliksemen en donderen moge, voor Boedapest zal ik de verzengende straal zijn." Wegens die woorden had Héjjas, de 30-jarige Kecskeméter, die voor een deel der bevolking een bloedgierige bandiet, voor een ander deel een nationale held is, zich gisteren voor de rechtbank te verantwoorden. Hoera-geroep zijner trouwe aanhangers vergezelde hem tot op den drempel van de gerechtszaaldames strooiden den beklaagde bloemen voor de voeten. Héjjas gaf by zijn verboor onomwonden toe, de gelmcrimineerde woorden te hebben gebezigd. HU hield een echte, brutale-maar- eerlljke Hèjjas-rede en zeide o.m „In den wereldoorlog heeft de gausche wereld de mode van den Hongaarschen soldaat bewon derd. De thuis achtergeblevenen zagen met trots hoe heldhaftig de zonen van HongarUe streden. Ton slotte evenwel moesten de wapenen hun handen ontvallen, daar het land ziek geworden was door de bacillen die van Boedapest uitgingen. En sindsdien zijn de besten der Hongaarsche natie aan een vreem de heerschappij onderworpen, maar ik weet, dat in iedere Hongaarsche ziel de gedachte aan de revanche leeft. Ik weet, dat de eer des lands en die van de Hongaarsche bajonet eenmaal weer geroemd zullen worden Dau zal de gelegenheid komen weer bevelen te geven Als evenwel de Boedapester bacillen weer haar vernietigend work willen doen en do natie besmetten, dan zal ik voor Boedapest misschien niet juist do verzen gende bliksemstraal, maar nog iets veel krachtigcrs zijn. Meer heb ik niet te zeggen." De arrondissementsrechter, dr. Thót, ver klaarde het arrondissementsgerecht ten slotte onbevoegd en verwees de zaak naar het ge rechtshof. Héjjas verklaarde zich daarmede niet tevreden, zoido zich van geen strafbare daad bewust, te zfjn on teekende appèl aan. Over zijn befaamd detachement heeft het bendohoofd thans een verklaring gegeven, waarin hl) zich met de grootste openhart igheid op de volgonde merkwaardige wijze uit: „Iedereen weet., dat ik tusscheii Donau cn Thciss de beschikking heb over een detache ment, dat geen enkele macht, zou kunnen beïnvloeden, laat staan ontbinden. Ik behoof dus volstrekt niet tot werving mijn toevlucht tc nomen, want de lieden die ml) op de basis der christeiyk-nationale gedachte met hun Ingezonden Mededeelingen. Dc oude lieer had één minuut spraak cn bezinning verloren. Met wijd opengespalkte oogen staarde hij dc groep aan en vervolgens de zoldering, alsof hij niets minder verwachtte, dan dat de muren zouden instorten cn den snoodaard verpletteren. Het kasteel Steinruck scheen echter van oordeel tc zijn, dat deze zaak eigenlijk alleen den Ebersburg aanging, die op dit zelfde oogenblik ongetwijfeld met oen dof gerommel cn gekraak in puin viel, cn bleef staan. De baron merkte tot zijn grootc verba zing, dat liet wereldgericht dc schuldigen niet strafte cn dat hij die rol dus op zich moest nemen. Nu wilde hij opspringen, maar zelfs zijn jicht scheen met die heiden in verhoud tc zijn en hield hem onmeedoogend vast. In plaats van als een wraakengel op hen toe te schieten cn lien met ge weld van elkaar tc rukken, kon hij slechts een droe vig spartelende beweging maken cn viel daarop machteloos cn hulpeloos achterover in zijn fauteuil. „Gerlindc!" riep hij niet hecsche stem. „Ont aard kindl Kom hier kom oogcnblikkclijk hier bij mij!" Gerlindc wendde een, hoewel niet zeer krachtige poging aan, om tc gehoorzamen maar toen Johan haar hierin verhinderde cn haar vasthield, liet zij zich ook zeer geduldig vasthouden cn herhaalde slechts snikkend: „Och, papa Ik hond zooveel van hem!" „Mijnheer Wehlati!" gilde Eberstcin, die thans alle zclfbcheCrsching had verloren. „Laat mijn dochter los Onmidcllijk! Ik beveel 't Jc. Ga oogcnblikkclijk heen!" „Aanstonds, mijnheer van Eberstcin," stelde Johan hem gerust. „Maar sta mij eerst toe afscheid van mijne aanstaande te nemen!" en met deze woorden kuste hij Gerlindc opnieuw, wat een Vroovljc.dit overhemd ziet er rui eens keurig uit? Heb je 'n ondcrr wiischi-roiv?' .Ja jonaen-du'S tc zeggen-ik loot ze tegenwoordig tfiub behandelen roet Als BEWIJS, dat door vele Hollandsche Doctoren beproefd en uit stekend bevonden is, diene„dat LEKRAGEEN in verschillende ziekenhuizen (ook kinderziekenhuizen) met veel succes wordt gebruikt". VRAAGT daarom uitsluitend Uwen Apotheker of Drogist LEKRAGEEN. eerlijk Hongaarsch woord trouw gezworen hebben, staan op mijn wenk als één man klaar en zullen ieder bevel, welk dan ook, zonder verder nadenken vervullen. Kort geleden heb ik deze menschen weer geïnspecteerd, en daar zij onder normale om standigheden vreedzame arbeiders zijn, en dus geen gewapende bende vormen, kan ik voor mijn bezoeken evenmin ter verantwoor ding geroepen worden als de minister-presi dent voor diens visities aan zijn getrouwen. Voor mijn menschen zorg ik sinds jaren. Ik verschaf hun arbeid. Herhaaldelijk heb ik groepen van de eene naar de andere land streek doen verhuizen. Ook naar Transdanubië bracht, ik arbeiders om ze op 't geëigende oogenblik te kunnen gebruiken ter onder steuning van de opstandige bevolking in West-Hongarlje. Heb ik daardoor Romp-Hongarije in gevaar gebracht? Als ik met mijn beproefde lieden het gebied van dit land verlaat en mij op vreemd grondgebied begeef, ben ik toch alléén verantwoordelijk en niet de Hongaarsche regeering. In geval van een fiasco zou hier het land in gevaar geraken, maar ik, ik echter zet mfin leven op het spel, waar en zooals het m(j belieft. De minister-predident zegt, dat niemand het land moet willen redden en dat wij in onze kortzichtigheid het land slechts kunnen schaden. Op de eerste bewering antwoord ik, dat het historische Hongarjje natuurlijk niet hersteld kan worden door een regeering, wier handen door het verdrag van Trianon zijn gebonden En kortzichtig ben ik niet, mijn oogen ziJn maar al te goed, en nu juist had ik den tijd gekomen geacht, tot daden over te gaan. In tijden als deze wordt, de historie gemaakt door hem, die moed tot wagen bezit. En wij hebben dien." Deze verklaring spreekt voor zich zelve ofschoon do heeren in het Parlement er nog krampachtig gespartel van den jichtlijder ten ge volge had. „Ik roep om hulp! Ik roep al dc dienstboden hier! Ik luid dc alarmklok!" riep hij, terwijl hij zich ver geefs inspande om dc tafelschel te bereiken, die niet ver van hein af stond. Nu werd de deur geo pend en vertoonde zich Merlha, die door het rumoer hierheen was gelokt. „Freule Hcrthal" riep Eberstcin, bij haar ge zicht als met nieuwen moed bezield. „Red mijn kind, dat door dien man hetooverd cn behekst is! Wijs hem de deur cn stuur hem weg uit uw kasteel! I lertha stond onthutst tc kijken. Zij zag Ger lindc in dc armen van Johan Welilau, die nog altijd hezig was met afscheid tc nemen, en den ouden baron jammerend cn spartelend in zijn leun stoel. Dc toedracht van de zaak was haar geheel onbegrijpelijk. Eindelijk voelde Johan zich gedreven het bevel van den baron te gehoorzamen, maar eerst leidde hij zijne aanstaande niet naar hem, doch naar de jonge gravin cn zeide op smeekenden toon: „Ik stel mijne verloofde onder uwe bescherming, freule Steinruck. Mijnheer van Eberstcin wijst voorloopig nog mijn aanzoek af en ik moet voor het oogenblik dus liet veld ruimen, daar ik mijn aanstaanden schoonvader „Brutale vent!" riep Eberstcin, die nu letterlijk stuiptrekkingen scheen tc krijgen. noch op een onbeleefde wijs wil behandelen, noch zelf dien bclecdigcnden toon langer kan ver dragen," ging de jonge man bedaard voort. „Draag zorg voor mijne Gerlindc! Ik verzoek u dit vriendelijk cn kom terug, zoodra mijnheer van Eberstcin wat kalmer is geworden." Hierop kuste hij met volkomen zielsrust zijne menig commentaartje aan zullen vatknoopen. De regeering-Bethlen echter zit met patriot ten van het Héjjas soort wèl verlegen. (Tel.) HET LEVEN IN DEN KAUKASUS. Het verhaal van een ooggetuige. Een landgenoote, die juist van een reis door het Kaukasus-gebied is teruggekeerd, schryft ons uit Constantza. „Gij allen in Nederland hebt den oogst niet gezien, het schitterend resultaat van het bolsjewisme, dat door de trawanten van Lenin en Trotzki over zoovele gebieden, ook over den Kaukasus, is gebracht. Daar, als in Rusland en in Perzië, dat ik mede bezocht, hebben ze in den waren zin des woords de „grootste organisatie van desorganisatie" ge schapen. Ik bezocht twee bureaux, waar nog de beste organisatie der bolsyewiki bestond, nl. een der propagandabureaux, waar men nog gouden roebels vindt, die voor de be strijding der propagandakosten dienen, en in een der kantoren der Tsjeka. De Tsjeka is de treurigste, de weerzin wekkendste en afgrijselijkste instelling, door het Russische communisme uitgedacht. Het is de roode geheime politie, en heeft als chefs uitsluitend jongelui van 20 tot 25 jaar, uit de heffe des volks en met physiono- miën van inbrekers en moordenaars, als men in "West-Europa alleen op de doeken der cinema's ziet. Dit zyn de lieden, die het leven van duizenden in hun hand hebben, en er naar willekeur mee omspringen, al naar zij geluimd zyn. Ik heb het meege maakt, hoe zy ook de minvermogenden 's nachts om twee uur uit hun bed lichten, om dan na een paar dagen de familieleden te ontbieden en hun als „boete" maar feiteiyk als losgeld het laatste stukje vermogen af te persen, dat zij nog hebben. Ik voeg hier nadrukkelijk aan toe, dat dit geen „on dit" is, maar dat ik dit persoon lijk heb bijgewoond met de familie, bij wie ik in Tiflis verblijf hield. Het was één geval, naar men algemeen wist te zeggen, uit dui zenden. Einde Februari, dus slechts een paar maan den geleden, zag ik de ongelukkige, uitge hongerde en aan alle mogelijke besmettelyke ziekten lijdende vluchtelingen uit de Wol- gadistricten te Bakoe aankomen. Die arme stumpers, die meenden naar het beloofde land getrokken te zijn en daar eten en ver zorging te kunnen vinden, moesten gewoon in een paar oude kerken en op de pleinen kampeeren. Nog zie ik met ontzetting die groepen voor my. Welk een onderwerp voor een beeldhouwer, om er voor eeuwig een mo nument van het bolsjewisme uit te maken! Het was streng verboden hulp te verlee- nen. Sokolnikof mag die lieden nu „tawarich" (kameraad) noemen; ik geloof dat het oneindig beter ware, die gedwongen liefdoe- nery achterwege te laten en ze Christelijk te helpen en zorg te dragen dat ze niet in die kom van verpeste lucht aan honger en ellende bezwijken. Men hoeft niet by voorbaat een politieke overtuiging te hebben, om een haat op te vatten tegen alles wat bolsjewistisch is, wanneer men gezien heeft, wat ik hier heb gezien. Dat zyn toestanden, waarin geen conferentie ter wereld baat kan brengen Wil West-Europa de bouwmeester van het Gcrlinde voor de vierde maal, drukte even de lippen op de band van dc jonge gravin, maakte een beleefde buiging voor den baron en ging de deur uit. Professor Wchlau was ondertussclien zijne ver stoord beid tc boven gekomen en had zijne corres pondenties geëindigd. Wat kon die krankzinnige baron uit dc tiende eeuw hem ook eigenlijk sche len? De man verkeerde blijkbaar niet in nor malen toestand, cn daarom was Wehlau dan ook geneigd den dollen streek van zijn zoon wat zach ter te beoordcclendan hij anders wellicht zou ge daan hebben. Het idee van dat Vorschcnstcin vond hij zelfs te kostelijk, maar niettemin besloot hij zijn ovcrmocdigen spruit eens ernstig onder handen tc nemen, cd had daartoe weldra gelegen heid, daar Johan juist bij hem binnentrad. „Ik heb weer allerlei dwaasheden van je moeten hooren," begroette zijn vader hem. „Welke gui tenstreken hebt ge daar nu op den Ebersburg uit gevoerd? Gij jonker van den Vorschcnstcin I" „Was dat geen luniincuse inval, papa?" vroeg dc jonge man lachend. „Ik heb juist gehoord, dat die zaak tusschen u en den baron ter sprake is geko men. Hij wilde u zeker raad vragen voor zijn jicht?' „Dat's wel mogelijk. Ik heb zijn ongesteldheid aan krankzinnigheid toegeschreven," zeide Wehlau droogjes. ,,Dc ijskompressen, die ik hem verordi neerd heb, zullen wel niet veel helpen daar dc ziekte al te ver is gevorderd, maar hem in elk geval wal kalmeeren, en dat is hoog noodig." „Hoe zoo? Zijt ge soms aan het plukharen ge weest?" „Ja, cn niet minnetjes ook! Ik houd er niet van, zulke idees fixes te ontzien, zooals de meesten van mijne collega's. Ik ga van het beginsel uit, de pa nieuwe Rusland zijn, dan zal het eerst de puinhoopen van het oude moeten wegruimen, want geen architect, die ryp verstand heeft, bouwt op ruïnes. En het Rusland van thans, en de daaraan onderhoorige gebieden, zijn één puinhoop. Wanneer men credieten geeft aan de heeren te Moskou, dan is geen middel te erg om controle over de aanwending daarvan te houden. Want men moet dat slag menschen gezien hebben, om te weten, dat zonderde uiterste voorzorgsmaatregelen omgang met hen niet mogelijk is. Daarvoor zijn ze te geraffineerd. Past men niet op, dan zal eerst een groot deel der gelden in de privé- zakken der heeren te lande komen. Ik ver zeker u dat ze allen rijk zijn. Zy wonen in paleizen, hebben schitterende auto's en hun vrouwen, officieelen en on-offlcieele, zijn omhangen met gestolen diamanten. Ik her haal ook hier: het is geen on dit", ik heb het zelf geconstateerd. Een ander deel der gelden verhuist, waakt men niet terdege, naar het propagandafonds en het leger. En als dank zal dan Europa later, in plaats van goed doorvoede en gezonde, vreedzame Rus sische burgers een groote roode propaganda en roode legers tegenover zich geplaatst zien. .Voordat Europa het zal willen geloo- ven, zitten wy wederom in een paar oorlogen. Ik verzeker u, er wordt hard in Rusland gewerkt om Polen en Bessarabië terug te krijgen. Hoe sterk Moskou zich voelt, mag blijken uit het feit, dat de „regeering" aldaar een paar dagen vóór de opening der conferentie te Genua, alle consuls sommeerde, om bin; nen drie dagen den Kaukasus te verlaten. Slechts die van Duitschland, Italië, Perzië en Angora mochten hun functies blijven waarnemen. Ook onzen vice-consul honoraire jhr. Von Schmidt auf Altenstadt, werd niet meer dan een paar dagen gegund om de zaken der firma te regelen, waarvan hij ver tegenwoordiger was. Een heel klein staalije ten slotte van het gehalte der hoofdambtenaren in Sovjet-Rus land. De consul voor den Kaukakus maakte het te Moskou my op mijn eerste reismoeilyk om Kaukasië binnen te mogen komen. Hy wenschte nl. met 42 Turksche Ponden, dus 42 x 1,70 gestopt te worden om een visum van 25 Turksche Ponden te verstrekken. Wat moest ik doen? Teruggaan zou véél meer kosten. Dus maar betalen. Onze con sulaire agent aldaar, ging aan het Volks commissariaat protesteeren. En wat denkt u dat de „Secretaris-Generaal" hem vroeg? „Mijnheer, ik begryp niet, dat u als Neder- landsch consul opkomt voor de belangen van een Hollandsche vrouw!" Tableau II De ongelukkige wist niet, dat Nederland en Holland een en hetzelfde land was. Een tweede geval deed zich tusschen een Hollandscb koopman en den „havencomman dant" voor (een matroos, die doorloopend dronken is, omdat hij op ieder schip, dat aankomt, een hartversterking gaat halen). „U kunt niet aan wal gaan" zij hij hem. Op mijn lyst van Moskou staat, dat Denen en Deensche waren moeten geboycot worden". Ook nu was de hulp van den consulairen agent noodig om dezen man van positie aan het verstand te brengen, dat Denen en Hól landers lieden van 2 verschillende naties zyn. En met lieden van dergelijk gehalte zal nu Europa gaan samenwerken!... tiënten uit hun waan wakker te schudden, en toen die Udo van Eberstein daar geheele kroniekboeken begon op tc dreunen, heb ik hem ronduit gezegd, hoe ik over al dien middeleeuwschen onzin denk." „O wee!" zuchtte Johan, „dan hebt ge hem juist in zijn tecrc punt getroffenI Dat vergeeft hij u cn mij nooit!" „Enfin! Wat hebt gij en ik verder met dien ouden nachtuil van den Ebersburg tc maken?" „Zeer veel daar ik met zijne dochter verloofd ben." Dc professor zag zijn zoon èen oogenblik strak aan. Daarop fronste hij het voorhoofd en zeide knorrig: „Scheid t..,'' éi met die gekheid! We hebben er tin waarlijk genoeg van!" „Maar ik spreek in vollen ernst, papa. Zoo even heeft Gerlindc van Eberstein beloofd mijne vrouw te worden. Gij hebt haar immers ook als zieken verpleegster van de gravin leeren kennen en zult u zeker verheugen, dat zoo'n mooi, lief meisje uwe dochter wordt." „Jongen, zijt gij bezeten?" basrtte Wehlau uit. „Dc dochter van zoo'n verklaarden gek! Dat kan erfelijk zijn in dc familie! Het meisje heeft toch al zoo iets schuws en vreemds in haar uiterlijk en dc vader is totaal krankzinnig." Zóo erg is 't nog niet," zeide Johan. „Maar hij stamt* uit de tiende eeuw en dientengevolge kan men hem ecnigc abnormale verschijnselen in de hersens niet kwalijk nemen. Maar overigens heeft mijn aanstaande schoonvader best zijn verstand." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1922 | | pagina 1