Prijs per kwartaal.
Losse nummers
f I
f 0,07*
Advertentiën v. 1—6 regels f 1,50
Elke regel meer. f 0,25
Bij contract aanzienlijk korting.
WOENSDAG
31 AUGUSTUS 1921
Dit blad verschijnt lederen Woens
dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt
uitgegeven door de
N.Y. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
3E JAARGANG. - N°. 84.
Werken.
Welke Fransche schrijver was het ook
weer, die door eeuwigdurende hoofdpijn
werd gehinderd in zijn werk? En die toen
in een zijner werken dezen prachtigen
volzin neerschreef: genie is: altijd kun
nen werken.
Dat is een werkelijk antwoord naar den
aard van de genialiteit. Wat is er niet
ontzettend veel geknoei op de wereld,
speciaal op het terrein der kunst. De een
acht zich een dichter, omdat hij nu en
dan in extase een dragelijk gedicht neer
schrijft; de ander houdt zich voor een
schilder, omdat hij wat kleuren weet te
mengen en behoorlijk naast elkaar op
het doek weet te brengen. En wat roepen
wij, toeschouwers, van dezulken vaak en
spoedig uit: het is een genie.
Naast deze oppervlakkige opvatting van
de genialiteit staat een veel diepere, een
filozofische, die genie en krankzinnigheid
als dicht aan elkaar verwant ziet. En men
zou inderdaad mannen als Nietsche en
Vincent van Gogh kunnen aanhalen als
bewijzen van deze bewering.
Hoe geweldig veel hooger staat dit
woord: Genie is altijd kunnen werken.
Zoowel de arbeid, de noeste, staage arbeid
als het genie worden erdoor opgeheven
tot een hooger plan.
Er zijn al heel weinig mcnschen, denk
ik, die nooit in hun leven tegenspoed
hebben gekend. Althans niet onder hen,
die wat idealistisch waren aangelegd, die
een mooi en groot doel zich voor oogen
hadden gesteld. Ieder die loopt, valt wel
eens.
Nu is vallen geen schande. Schande is
niet weer op te staan.
En hoe hooger men klimt, hoe verder
de laagvlakte van ons verwijderd wordt,
en dus: hoe verder we neer kunnen
storten.
Om dan baas te worden over onzen
tegenspoed, daartoe is slechts één middel:
werken.
Werken, werken, niets meer en niets
minder.
En met werken kómen we er. Zoo zeker
als wie zijn bcenen verzet, vooruit komt,
zoo zeker bereikt, wie werkt zijn doel.
Geniaal nu is hij, die altijd kan werken.
Ook van de menschen komen bezwaren,
pogingen om ons neer te slaan. Ze komen
met d'r lieve spreekwoorden, die voor
komen willen, dat een gevallene weer
opsta.
Je moet er de voorbeelden maar van
voor je oogen gezien hebben. Hoe vaak
gebeurt het niet, dat iemand door welke
omstandigheden dan ook, onder het leven
komt te liggen. Wat komen de menschen
dan niet van alle kanten aanhollen, om
over hem heen te Ioopen, hem nog eens
flink te trappen, in plaats van de helpende
hand te bieden.
Hoe veel mannen en vrouwen zijn niet
ondergegaan in het leven, omdat ze één
maal misdreven, in de gevangenis terecht
kwamen, en hun sedert dien dag alle
gelegenheid werd ontnomen erweerboven-
óp te komen, omdat zij met den vinger
werden nagewezen en zij niet den moed
en de kracht hadden, desöndanks zich
aan het werk te zetten en aan de wereld
te toonen, dat het oude voorbijgegaan en
alles, alles nieuw geworden was!
Ik heb laatst eens een rechtzitting bij
gewoond, waar een jongmensch beschul
digd was van diefstal. Hij had uit een
kiosk in het Haagsche Bosch een trom
meltje botersprits genomen en opgegeten.
Het bleek uit alles, uit de getuigenver
klaringen en uit wat de advokaat mee
deelde, dat de man vervolgd en verjaagd
werd door de menschen wegens een
lichamelijke droeve afwijking; dat hij in
geen twee jaar werk had gehad, hoewel
hij wilde, en zocht; toen had hij van
honger geen raad geweten en de sprits
genomen.
De onbarmhartige wereld staat tegenover
zoo iemand met haar wreedeoordeel:'tis
een dief; .wie eenmaal steelt, is altijd
een dief."
Maar als deze jonge man straks weer
vrij is, en hij pakt aan, hij blijft zoeken,
hij doet wat hij doet, zoo goed mogelijk,
hij werkt zonder ophouden, bij God! dan
zal er een dag aanlichten, waarop hij geen
dief meer is.
Maar er wordt dan ook door de wereld
van zoo iemand wel bijna bovenmensche-
lijke inspanning vereischt. Het wordt zoo
oneindig moeilijk gemaakt.
En toch, werk overwint alles.
Rustig werk wel te verstaan.
Wij willen zoo vaak te vroeg resultaten
zien. Wij werken vaak te ongeduldig.
Ongeduld is de grootste zonde der men
schen, zei Prof. Gunning mij eens.
Als we dan niet direct de resultaten
zien, dan verslappen we. Het valt ons
tegen, dat het zoo lang duurt.
Slechts de zeer sterken onder ons pakken
altijd opnieuw aan. En zij overwinnen.
Het hoogste geluk is altijd te kunnen
werken.
Dat wil dus zeggen: tegen alle men
schen in; ondanks tegenslag; werken op
j het ideaal en niet op tijdelijk succes.
Ik zeg u, wanneer ge iemand ziet, wien
het niet voor den wind gaat, dan is er
één criteriumblijft hij wérken, dan komt
hij er; gaat hij er bij neerzitten met de
handen in het haar, dan komt hij er nóóit.
VAN ZUYLEN.
feest, van Noord tot Zuid en van Oost
tot West. Onze Koningin was immers ge
boren. Het geliefde stamhuis bloeide voort,
de trots van Nederland.
Hare verjaardag wordt nog steeds meer
een Nationale feestdag, het oranje wordt
telken jare meer bemind. Met de grootste
geestdrift wordt H. Majesteits verjaardag
gevierd, vooral in de groote steden en
andere beduidende gemeenten. Reeds
weken tevoren ziet men de bewerkstellin
gen voor dezen dag zoo genoegelijk moge
lijk door te brengen en alles zoo schitte
rend als het maar kan te versieren, 't Is
een ware feestdag, welke meest met het
schitterendste vuurwerk wordt beëindigd.
Alles is vrij, niemand werkt op Koninginne-
een elk doet wat hem het aange
naamste is, en dit alles ter eere en met
liefde en trouw voor ons geliefde vorsten
huis!
Nu nog op een zoo jeugdigen leeftijd,
heeft onze Koningin Wilhelmina Helena
Poulina Maria bijkans 23 jaren ons
land geregeerd. Reeds op 18-jarigen leef
tijd aanvaardde Zij onze Bescherm
vrouwe Hare zware taak. Zeer moeilijke
dagen heeft Zij ongetwijfeld doorleefd,
toen wij rondom tusschen oorlogvoerende
landen zaten. Zij heeft ons land behouden
voor den wereldramp, welke tal van jaren
heeft gewoed rondom ons. Dat Zij nog
vele, vele jaren gespaard moge blijven,
ons land moge regeeren, haar volk, haar
land en haar onderdanen ten zegen zij,
tot in lengte van dagen.
FEUILLETON
KONINGINNEDAG.
Hier in onze omgeving, zoo in hoofd
zaak op ons eiland, bemerkt men van
den Koninginnedag bitter weinig. Is hier
de liefde voor „Ons Huis" ontvloden?
Mag men dezen, nu eenmaal onvergete-
lijken dag zonder feestvreugde voorbij
laten gaan, gelijk als alle andere? Slechts
van de openbare gebouwen wappert de
driekleur, hieraan merkt men dat er wat
buitengewoons aan de hand is. Eiland
bewoners, kruipt uit uw schulp, viert dit
jaar gelijk als in andere gemeenten feest.
Tooit op dezen dag uw borst met oranje,
toont dat een klein sterretje liefde in uw
binnenste gloort. Dat velen zich hiervan
vrijwillig voorzien. Steekt allen onze lieve
driekleur uit uw woning en laat deze niet
verstikken. Dat geeft direct een feestelijk
aanzien en ongetwijfeld zullen na verloop
van tijden ook hier op Koninginnedag
wel feesten worden georganiseerd, v. E.
Landbouw en Veeteelt.
't Is thans 31 Augustus 1921. Jong en
oud, klein en groot, rijk en arm, ieder j nB GROOTSTE NEDERLANDSCHE
weet wat dezen dag te beteekenen heeft LANDBOUWTENTOONSTELLING 1921.
voor Nederland en zijn volk.
Nu 41 jaren geleden 31 Augustus
1880 de blijde dag voor Nederland en
zijn volk, heerschte er in het Koninklijk
Paleis groote vreugde. En alles vierde
Met een Dubbeltje de Wereld dooi
NAAR HET ENGELSCH
VAN
GRANT ALLEN.
(Geanthorlseerde uitgave van hd gelijknamige boek,
uitgegeven door de Firma D. Bolle Ie Rotterdam).
61
„Herinner je, wat je me beloofd hebt?" fluis
terde hij. zich over mij heenbuigend. „Indien ik arm
zonder vrienden, door de wereld verstooten was,
je er in zoudt toestemmen mijn vrouw te worden?
Nu is de gelegenheid voor ons beiden daar om tc
toonen, wat er in ons is. Iedereen heeft mij den
rug toegedraaid.Southminster kan victorie kraaien.
Ik word vervolgd wegens valschhcid in geschrifte;
in weinige dagen zal ik in het oog der wereld een
veroordeelde misdadiger zijn. Ten onrechte, cl At
weet je; maar toch staat het ons te wachten een
veroordeeld misdadiger! Daarom ben ik nu geko
men om je aan je belofte te herinneren. In deze
ure van wanhoop kom ik je vragen, je belofte
gestand te doen?"
Ik hief mijn gelaat op. Bevende boog hij er zich
over heen. De woorden kwamen mij fluisterend
van de lippen: „Ja Harold, ik wil mijn belofte
houden. Ik heb je al dien tijd liefgehad. Maar nu
eerst kan ik je vrouw worden."
„O, ik wist het wel," riep hij verheugd, mij in
2ijnc armen sluitend.
Ocrulmén tijd zaten wij zoo, met onze handen
Ineen zonder een woord te spreken; ons hart was
te vol. Eensklaps rees Harold op en riep uit: „Wij
moeten ons haasten, lieveling. Wij laten Partab
buiten wachten en vergeten dat elke minuut kost
baar is, en elk uitstel gevaarlijk kan worden.
Luister lieveling maar gauw, wij moeten geen
minuut meer verliezen. Toen al mijne Engclsche
vrienden mij in den steek lieten, bleef de Ooster
ling mij trouw. Mij heeft alles voor mij geregeld;
hijzelf heeft het uitgedacht. Hij wist mij tc over
reden, toen de beslissing der jury bekend was, om
heimelijk het gerechtsgebouw tc verlaten en mij
ongemerkt naar zijn huis in Curzonstrcet te bege
ven. Daar heeft hij zelf mijn gezicht bruin gemaakt
en mij in een Hindoe herschapen. Ik geloof niet,
dat deze vermomming mij voor langer dan een of
twee dagen zal helpen, maar in elk geval lang
genoeg om veilig Schotland tc bereiken."
„Schotland?" stamelde ik. „Zouden wij dan een
Schotsch huwelijk sluiten?"
„Het is de cenig mogelijke manier."
„En wanneer wij eenmaal getrouwd zijn?"
vroeg ik bevende.
„Dan zal ik mij dadelijk aan de politic in Edin
burgh overgeven."
Zwijgend vleide ik mij tegen hem aan. In mijn
hart voelde ik den wensch opkomen, dat hij met
mij vluchten zou. Maar ik wist, dat dat verkeerd
zou zijn. „Doe dat," was alles wat ik snikkend
uitbracht. „Het is de handelwijze van een dapper,
eerlijk man. Je moet den toestand het hoofd
bieden, er kome wat wil, ik zal trachten je lot
dragelijk te maken."
„Dat wist ik wel, Louise I In jou heb ik mij dus
niet vergist! Kom nu, lieveling," riep hij, „wij
moeten gaan."
Ik trad afchteruit en fluisterde: „Niet tegelijk met
Naar men ons meldt, belooft de groote
Zeeuwsclie Landbouwtentoonstelling, welke
van 13-17 September a.s. op het Marine
vliegkamp by Vlissingen wordt gehouden,
de belangrijkste te worden van alle land
bouwtentoonstellingen, welke dit jaarinons
land worden georganiseerd.
De voorbereidende werkzaamheden op het
prachtige, aaneengesloten terrein, dat 13 H A.
groot is, doen te over blyken, dat hier waar
lijk iets groots te zien zal zyn.
Niet minder dan een 25 tal groote tenten
zijn er verrezen, waarin de verschillende
afdeelingen zullen worden ondergebracht,
terwyl voor de paarden zjjn opgeslagen de
bekende stallen die op Houtrust stonden en
bovendien verschillende inzenders in eigen
tenten zullen exposeeren. Er zyn 15 verschil
lende afdeelingen, waarvan zeer belangrijk
zullen zyn: paarden (30U stuks), rundvee
(275 stuks), Geiten (300 stuks), akkerbouw
(twee zeer groote tenten), wetenschap (2 id.)
vereenigingswezen (lid.) tuinbouw,pluimvee,
werktuigen en machinerien en Landbouw
industrie.
Deze laatste afdeeling telt eenige zeer in
teressante buitenlandsche inzendingen o.a.
een stand van een der grootste Duitsche
bazaltfirma's en de miniatuur mijn van het
Duitsche Kali syndicaat (1200 M2 groot),
welke op de groote Wanderausstellung in
Leipzig stond. Bijzonder interessant wordt
ook de afdeeling vlasserij.
Het geheele terrein is electrisch verlicht,
overal is electrische dryfkracht en water
leiding, terwyl er 4 groote restaurants zijn,
een post- en telegraafkantoor, benevens een
bioscoop waar voortdurend films op land
bouwgebied worden vertoond.
Schoon er geen kermisvermakeiyklieder,
zyn toegelaten, zal er toch voldoende afwis
seling zijn.
Verschillende dagen zullen paarden en vee
in een ruimen ring worden rond geleid, een
concours hippique wordt georganiseerd, een
ringrfjdery in Zeeuwsch costuum wordt ge
houden, terwijl steeds goede concerten wor
den gegeven. Bij gelegenheid van het bezoek
van H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses
Juliana, dat bepaald is op 15 September a.s.
zal een zangkoor van 600 personen, waarvan
de dames in de verschillende Zeeuwsche
kleederdrachten, eenige toepasseiyke liederen
zingen.
Ook de steden Middelburg en Vlissingen
zullen al bet mogelyke doen om het den
bezoekers 's avonds zoo aangenaam mogeiyk
te maken. Een bezoek aan deze tentoonstel
ling kunnen wij ten zeerste aanbevelen. Voor
inlichtingen wende men 2ich tot het alge
meen secretariaat Marinevliegterrein Vlis
singen, Tel. 370.
OPEN BRIEF
Aan den heer Vogelaar, Lid v.d. Raad der
Gemeente Stellendam te Stellendam.
Mijnheer!
Aangezien ik tot op heden nog geen schry-
ven ter opname in de voor U gereserveerde
kolom heb ontvangen, noch in een of ander
dergeiyk periodiek blad als het onze heb
gelezen, ter bepleiting van het door U ge-
gesprokene in de raadsvergadering van 7 Juli
j.L, hetgeen ik volgens U, als medegedeeld
in de vergadering van 18 Augustus j.l. on
waar heb gepubliceerd.
Verwyzende naar myn naschrift onder het
j.l. verslag in ons nummer van 20 Augustus,
heb ik U de gelegenheid gegeven, tegen myn
verslag, opgenomen in ons nummer van 9
Juli te protesteeren.
Doordat U, voor zoo ver ik weet, niet
hiertoe overgegaan zijt, heb ik het volste
recht, de conclusie te trekken, dat U nu
wel accoord gaat met my'n verslag van de
vergadering van Donderdag 7 Juli.
Mede, in verband met de vele praatjes,
welke U van dit verslag heeft uitgebazuind,
die alle puur onwaar zijn, verzoek ik U
beleefd doch dringend, deze in ons blad te
herroepen en Uw accoordbevinding mede in
dat schryven te vermelden, wijl ik anders
my genoodzaakt zie, dat gedeelte van de
vergadering op 7 Juli, waarin U zulke
vloeiende taal sprak, eens zuiver weer te
geven. Nog houd ik een kolom daarvoor ter
Uwer beschikking.
Ik duld niet, dat dergelyke omcare ver
klaringen van U als waarheid biyven be
schouwd.
De verslaggever van dit Blad,
VAN EESTEREN.
jc, of in het rijtuig van de Maharajah. Jij moet
alleen gaan. Ik zal je in een vigclantc naar het
King's Cross station volgen."
Hij zag in, dat ik gelijk had. Hij nam afscheid
zonder een woord te spreken. „Tot tien uur dus,"
zcide ik, „aan het King's Cross station."
Toen ik aan het station kwam, stonden de Maha
rajah en zijn gevolg reeds op het perron tc wach
ten. Hij nam zijnen hoed beleefd voor mij af, maar
nam verder geen notitie van mij. Maar ik voelde
dat hij mij met zijne doordringende oogen volgde,
toen ik langs den trein liep. Harold, nog altijd in
Onstersche kleeding. deed natuurlijk, of hij mij
niet zag.
Wat mij betreft, scheen niemand mij te kennen.
Ik nam plaats in een ledige damescoupé.
In York bemerkte ik met ontzetting, dat een
man in schamele kleederen, en met de glurende
onbescheiden blik, aan detectives eigen", den trein
langs liep en onderzoekend tn iedere coupé keek.
Ik was overtuigd, dat hij een speurhond der
politic was, al was het alleen door zijn in het oog
vallende uiterlijke onverschilligheid, terwijl zijne
loerende oogen toch alles zagen, wat rondom hem
voorviel. Bij mijne coupé genaderd, keek hij mij
lang maar schijnbaar zonder opzet aan; ik ge
voelde het maar al te goeddie voor het oog onver
schillige blik had alles gezien, wat er te zien was.
Toen liep hij langzaam verder, in iederen wagon
kijkend, tot hij dien van den Maharajah genaderd
was. Daar bleef hij staan en gluurde onbescheiden
naar binnen. De man, dien ik voor eer. spion aan
zag, wierp een langen, onderzoekenden blik op het
gelaat van den van niets kwaads bewusten Maha
rajah, maar sloeg geen acht op dc beide bedienden.
Ik wist nu, dat de politie den Maharajah en mijzelve
Amsterdamsch Schetsboek.
LI.
Overal in de stad is men bezig om voor
bereidingen te treffen voor de viering van
den Koninginnedag. Maar de stad is zóó groot,
elk clubje van organisators verliest zich zóó
in de menigte, dat je natuurlijk niets bemerkt
van het enthousiasmu en van de vóórpret,
zooals je dat gewoonlijk hebt op een kleinere
plaats, als er feestelijkheden op touw wor
den gezet In de meeste gevallen blijft 't hier
in de hoofdstad bij wat muziekuitvoeringen
op verschillende pleinen, by kinder- en volks
spelen op 'teen of andere groote terrein,
een cavrillonbespeling en een vuurwerk op
den Amstel.
Dit jaar heeft Henri Brondgeest weder eens
iets op touw gezet. Onder zyn leiding zal
Woensdagavond bij electrische en Bengaalsche
verlichting een riddersteekspel met daarbij
behoorende optochten van jonkvrouwen en
ridderknapen worden gehouden op het IJs-
clubterrein.
Een amusement voor het algemeen kan
men dit eigeniyk niet noemen, want er
wordt een entreéprijs geheven van 2,50
en f 1,50. Maar, de kosten moeten toch ook
gedekt worden en't is nietonwaarschynlyk,
dat een ommegang onder de gegoede burgers
om een bijdrage voor het goede doel weinig
succes zou hebben Er wordt al zooveel van
je beurs gevergd, is ieder geneigd uit te
roepen, als er eens iets gevraagd wordt,
waarvoor men nu niet direct een tegen
waarde terugkrygt.
Vreemd vind ik 't altijd, dat dit jaarlyk-
sche vuurwerk aan den Amstel nog steeds
gehandhaafd blyft. U kent den Amstel?
't Vuurwerk wordt afgestoken op't gedeelte
dat daar ligt in de buurt van 'tCafé Schol-
lebrug, de Watertoren, enfin op 'tgedeelte
dat nog geheel-en-al ligt binnen de bebouwde
stad. Nu is de Amstel aan weerszijden daar
beplant met een paar ryen booinen. En op
zoo'n rivierstukje, omzoomd dus door hoo
rnen, en daarachter huizen rfien, worden de
groote vuurwerkstukken ontstoken.
Met het gevolg, dat de bewoners van de
bovenverdiepingen van de huizeu langs den
Amstel, een beetje bevoorrechten, die zich
vroeg op den avond een plaatsje hebben ver
overd op de Amstelbrug, of die zich een zit-
of staan plaatsje hebben gehuurd op een zol
derschuit, er wat van te zien krygen. Ter
liet volgen, als verdachte personen, maar nog
giste zij niet, dat Harold zich als een van de be
dienden van den Maharajah vermomd had.
Wij stoomden verder noordwaarts. In Newcastle
zag ik weer denzelfden man, die met de handen
in de zakken en een sigaret in den mond, met het
nonchalante air van een sportman langs den trein
liep. Precies hetzelfde herhaalde zich, toen wij te
Berwick ophielden. Dat wij plaats genomen hadden
naar Edinburg moest den detectieve bekend zijn;
immers had ik hem herhaalde malen met den con
ducteur zien spreken. Eerst te York, en later te
Berwick.... Dadelijk daarna kwam deze daaren
boven nog eens mijn kaartje nazien en zeide hij
onder het knippen:'„O, juist, naar Edinburg, niet
waar miss?" terwijl hij mij aldoof achterdochtig
bleef aanzien. Nadat hij mijn kaartje reeds voor de
derde maal geknipt had, begaf hij zich weer naar
dc coupé van den Maharajah, en geen halve minuut
daarna stond hij weer met den detective te praten.
Ik begreep, dat zij geen oogenblik dachten aan dc
mogelijkheid, dat wij voor dien tijd zouden uit
stappen, en dat kwain mij uitstekend tc pas,
Voordat dc trein het station te Berwick uit-
stoomde, haalde ik een visitekaartje voor den dag
en krabbelde er in der haast en in het Duitsch een
paar haast onleesbare volzinnen op. „Wij worden
bespied! Een detectieve! Gaan wij door tot Edin
burgh, dan worden wij gearresteerd, of in elk geval
belemmerd in de uitvoering onzer plannen. Deze
trein stopt een minuut te Dunbar. Stap daar
zoo ongemerkt mogelijk uit, liet laatste oogenblik
voor de trein zich weer in beweging stelt. Ik doe
hetzelfde en wacht jc op het perron. Laat Partab
blijven zitten tot Edinburg om geen achterdocht
op te wekken, Dit lijkt mij het eenige, veilige plan.
Vindt je het goed, wuif dan even met je zakdoek
als wij het station zijn uitgestoomd."
Zoo bcdaard mogelijk en zonder roepen, werkte
ik een besteller; de detective wandelde, met den
rug naar ons toe, langs dc voorste wagens, waar
hij in alle coupé's naar binnen gluurde. Ik gaf den
besteller een shilling en het kaartje. „Geef dat aan
den zwarten mijnheer, een paar cotipé's verder,"
fluisterde ik hem vertrouwelijk toe. Hij bracht de
hand aan zijn pet. glimlachte en gaf al bukkende
het kaartje aan Harold.
Zou hij dc noodzakelijkheid inzien om mijn raad
tc volgen. Ik hoopte van ja. Zoodra wij het station
uitstoomden, stak ik het hoofd buiten het raampje
en wachtte op het teeken. Eén twee drie
minuten verliepen, maar geen zakdoek verscheen.
Ik begon reeds te wanhopen. Hij kon zeker niet
besluiten. Eindelijk. Na eenige minuten zag ik tot
mijn geruststelling met een zakdoek wuiven.
Mijn groote angst was nu, dat de trein niet stop
pen zo« in Dunbar. Volgens het spoorboekje stopte
die van 11 uur v.m. er niet, en werden er ook geen
kaartjes voor Dunbar afgegeven met de dagsnel
treinen, maar ik herinnerde mij van vroeger, toen
ik nog in Edinburg woonde, dat gewoonlijk alle
treinen er eenc minuut ongeveer ophielden om
water in te nemen of iets dergelijks. Dc onzeker
heid echter maakte mij razend.
De machine floot! Moest dat beteekenen, dat
de trein voorbij reed. O, wat speet het mij, dat ik
nooit dc betcekenis der seinen had geleerd!
Langzaam begon de snelheid van den trein
te verminderen. Was dat om er toch voorbij te
stoomen? Neen een schok en de trein
stond stil.
(Wordt vervolgd,)