Prijs per kwartaal. Losse nummers f I f 0,07* Advertentiën v. 1—6 regels f 1,50 Elke regel meer. f 0,25 Bij contract aanzienlijk korting. WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1921 Dit blad verschijnt lederen Woens dag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.Y. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 3E JAARGANG. - N°. 84. Werken. Welke Fransche schrijver was het ook weer, die door eeuwigdurende hoofdpijn werd gehinderd in zijn werk? En die toen in een zijner werken dezen prachtigen volzin neerschreef: genie is: altijd kun nen werken. Dat is een werkelijk antwoord naar den aard van de genialiteit. Wat is er niet ontzettend veel geknoei op de wereld, speciaal op het terrein der kunst. De een acht zich een dichter, omdat hij nu en dan in extase een dragelijk gedicht neer schrijft; de ander houdt zich voor een schilder, omdat hij wat kleuren weet te mengen en behoorlijk naast elkaar op het doek weet te brengen. En wat roepen wij, toeschouwers, van dezulken vaak en spoedig uit: het is een genie. Naast deze oppervlakkige opvatting van de genialiteit staat een veel diepere, een filozofische, die genie en krankzinnigheid als dicht aan elkaar verwant ziet. En men zou inderdaad mannen als Nietsche en Vincent van Gogh kunnen aanhalen als bewijzen van deze bewering. Hoe geweldig veel hooger staat dit woord: Genie is altijd kunnen werken. Zoowel de arbeid, de noeste, staage arbeid als het genie worden erdoor opgeheven tot een hooger plan. Er zijn al heel weinig mcnschen, denk ik, die nooit in hun leven tegenspoed hebben gekend. Althans niet onder hen, die wat idealistisch waren aangelegd, die een mooi en groot doel zich voor oogen hadden gesteld. Ieder die loopt, valt wel eens. Nu is vallen geen schande. Schande is niet weer op te staan. En hoe hooger men klimt, hoe verder de laagvlakte van ons verwijderd wordt, en dus: hoe verder we neer kunnen storten. Om dan baas te worden over onzen tegenspoed, daartoe is slechts één middel: werken. Werken, werken, niets meer en niets minder. En met werken kómen we er. Zoo zeker als wie zijn bcenen verzet, vooruit komt, zoo zeker bereikt, wie werkt zijn doel. Geniaal nu is hij, die altijd kan werken. Ook van de menschen komen bezwaren, pogingen om ons neer te slaan. Ze komen met d'r lieve spreekwoorden, die voor komen willen, dat een gevallene weer opsta. Je moet er de voorbeelden maar van voor je oogen gezien hebben. Hoe vaak gebeurt het niet, dat iemand door welke omstandigheden dan ook, onder het leven komt te liggen. Wat komen de menschen dan niet van alle kanten aanhollen, om over hem heen te Ioopen, hem nog eens flink te trappen, in plaats van de helpende hand te bieden. Hoe veel mannen en vrouwen zijn niet ondergegaan in het leven, omdat ze één maal misdreven, in de gevangenis terecht kwamen, en hun sedert dien dag alle gelegenheid werd ontnomen erweerboven- óp te komen, omdat zij met den vinger werden nagewezen en zij niet den moed en de kracht hadden, desöndanks zich aan het werk te zetten en aan de wereld te toonen, dat het oude voorbijgegaan en alles, alles nieuw geworden was! Ik heb laatst eens een rechtzitting bij gewoond, waar een jongmensch beschul digd was van diefstal. Hij had uit een kiosk in het Haagsche Bosch een trom meltje botersprits genomen en opgegeten. Het bleek uit alles, uit de getuigenver klaringen en uit wat de advokaat mee deelde, dat de man vervolgd en verjaagd werd door de menschen wegens een lichamelijke droeve afwijking; dat hij in geen twee jaar werk had gehad, hoewel hij wilde, en zocht; toen had hij van honger geen raad geweten en de sprits genomen. De onbarmhartige wereld staat tegenover zoo iemand met haar wreedeoordeel:'tis een dief; .wie eenmaal steelt, is altijd een dief." Maar als deze jonge man straks weer vrij is, en hij pakt aan, hij blijft zoeken, hij doet wat hij doet, zoo goed mogelijk, hij werkt zonder ophouden, bij God! dan zal er een dag aanlichten, waarop hij geen dief meer is. Maar er wordt dan ook door de wereld van zoo iemand wel bijna bovenmensche- lijke inspanning vereischt. Het wordt zoo oneindig moeilijk gemaakt. En toch, werk overwint alles. Rustig werk wel te verstaan. Wij willen zoo vaak te vroeg resultaten zien. Wij werken vaak te ongeduldig. Ongeduld is de grootste zonde der men schen, zei Prof. Gunning mij eens. Als we dan niet direct de resultaten zien, dan verslappen we. Het valt ons tegen, dat het zoo lang duurt. Slechts de zeer sterken onder ons pakken altijd opnieuw aan. En zij overwinnen. Het hoogste geluk is altijd te kunnen werken. Dat wil dus zeggen: tegen alle men schen in; ondanks tegenslag; werken op j het ideaal en niet op tijdelijk succes. Ik zeg u, wanneer ge iemand ziet, wien het niet voor den wind gaat, dan is er één criteriumblijft hij wérken, dan komt hij er; gaat hij er bij neerzitten met de handen in het haar, dan komt hij er nóóit. VAN ZUYLEN. feest, van Noord tot Zuid en van Oost tot West. Onze Koningin was immers ge boren. Het geliefde stamhuis bloeide voort, de trots van Nederland. Hare verjaardag wordt nog steeds meer een Nationale feestdag, het oranje wordt telken jare meer bemind. Met de grootste geestdrift wordt H. Majesteits verjaardag gevierd, vooral in de groote steden en andere beduidende gemeenten. Reeds weken tevoren ziet men de bewerkstellin gen voor dezen dag zoo genoegelijk moge lijk door te brengen en alles zoo schitte rend als het maar kan te versieren, 't Is een ware feestdag, welke meest met het schitterendste vuurwerk wordt beëindigd. Alles is vrij, niemand werkt op Koninginne- een elk doet wat hem het aange naamste is, en dit alles ter eere en met liefde en trouw voor ons geliefde vorsten huis! Nu nog op een zoo jeugdigen leeftijd, heeft onze Koningin Wilhelmina Helena Poulina Maria bijkans 23 jaren ons land geregeerd. Reeds op 18-jarigen leef tijd aanvaardde Zij onze Bescherm vrouwe Hare zware taak. Zeer moeilijke dagen heeft Zij ongetwijfeld doorleefd, toen wij rondom tusschen oorlogvoerende landen zaten. Zij heeft ons land behouden voor den wereldramp, welke tal van jaren heeft gewoed rondom ons. Dat Zij nog vele, vele jaren gespaard moge blijven, ons land moge regeeren, haar volk, haar land en haar onderdanen ten zegen zij, tot in lengte van dagen. FEUILLETON KONINGINNEDAG. Hier in onze omgeving, zoo in hoofd zaak op ons eiland, bemerkt men van den Koninginnedag bitter weinig. Is hier de liefde voor „Ons Huis" ontvloden? Mag men dezen, nu eenmaal onvergete- lijken dag zonder feestvreugde voorbij laten gaan, gelijk als alle andere? Slechts van de openbare gebouwen wappert de driekleur, hieraan merkt men dat er wat buitengewoons aan de hand is. Eiland bewoners, kruipt uit uw schulp, viert dit jaar gelijk als in andere gemeenten feest. Tooit op dezen dag uw borst met oranje, toont dat een klein sterretje liefde in uw binnenste gloort. Dat velen zich hiervan vrijwillig voorzien. Steekt allen onze lieve driekleur uit uw woning en laat deze niet verstikken. Dat geeft direct een feestelijk aanzien en ongetwijfeld zullen na verloop van tijden ook hier op Koninginnedag wel feesten worden georganiseerd, v. E. Landbouw en Veeteelt. 't Is thans 31 Augustus 1921. Jong en oud, klein en groot, rijk en arm, ieder j nB GROOTSTE NEDERLANDSCHE weet wat dezen dag te beteekenen heeft LANDBOUWTENTOONSTELLING 1921. voor Nederland en zijn volk. Nu 41 jaren geleden 31 Augustus 1880 de blijde dag voor Nederland en zijn volk, heerschte er in het Koninklijk Paleis groote vreugde. En alles vierde Met een Dubbeltje de Wereld dooi NAAR HET ENGELSCH VAN GRANT ALLEN. (Geanthorlseerde uitgave van hd gelijknamige boek, uitgegeven door de Firma D. Bolle Ie Rotterdam). 61 „Herinner je, wat je me beloofd hebt?" fluis terde hij. zich over mij heenbuigend. „Indien ik arm zonder vrienden, door de wereld verstooten was, je er in zoudt toestemmen mijn vrouw te worden? Nu is de gelegenheid voor ons beiden daar om tc toonen, wat er in ons is. Iedereen heeft mij den rug toegedraaid.Southminster kan victorie kraaien. Ik word vervolgd wegens valschhcid in geschrifte; in weinige dagen zal ik in het oog der wereld een veroordeelde misdadiger zijn. Ten onrechte, cl At weet je; maar toch staat het ons te wachten een veroordeeld misdadiger! Daarom ben ik nu geko men om je aan je belofte te herinneren. In deze ure van wanhoop kom ik je vragen, je belofte gestand te doen?" Ik hief mijn gelaat op. Bevende boog hij er zich over heen. De woorden kwamen mij fluisterend van de lippen: „Ja Harold, ik wil mijn belofte houden. Ik heb je al dien tijd liefgehad. Maar nu eerst kan ik je vrouw worden." „O, ik wist het wel," riep hij verheugd, mij in 2ijnc armen sluitend. Ocrulmén tijd zaten wij zoo, met onze handen Ineen zonder een woord te spreken; ons hart was te vol. Eensklaps rees Harold op en riep uit: „Wij moeten ons haasten, lieveling. Wij laten Partab buiten wachten en vergeten dat elke minuut kost baar is, en elk uitstel gevaarlijk kan worden. Luister lieveling maar gauw, wij moeten geen minuut meer verliezen. Toen al mijne Engclsche vrienden mij in den steek lieten, bleef de Ooster ling mij trouw. Mij heeft alles voor mij geregeld; hijzelf heeft het uitgedacht. Hij wist mij tc over reden, toen de beslissing der jury bekend was, om heimelijk het gerechtsgebouw tc verlaten en mij ongemerkt naar zijn huis in Curzonstrcet te bege ven. Daar heeft hij zelf mijn gezicht bruin gemaakt en mij in een Hindoe herschapen. Ik geloof niet, dat deze vermomming mij voor langer dan een of twee dagen zal helpen, maar in elk geval lang genoeg om veilig Schotland tc bereiken." „Schotland?" stamelde ik. „Zouden wij dan een Schotsch huwelijk sluiten?" „Het is de cenig mogelijke manier." „En wanneer wij eenmaal getrouwd zijn?" vroeg ik bevende. „Dan zal ik mij dadelijk aan de politic in Edin burgh overgeven." Zwijgend vleide ik mij tegen hem aan. In mijn hart voelde ik den wensch opkomen, dat hij met mij vluchten zou. Maar ik wist, dat dat verkeerd zou zijn. „Doe dat," was alles wat ik snikkend uitbracht. „Het is de handelwijze van een dapper, eerlijk man. Je moet den toestand het hoofd bieden, er kome wat wil, ik zal trachten je lot dragelijk te maken." „Dat wist ik wel, Louise I In jou heb ik mij dus niet vergist! Kom nu, lieveling," riep hij, „wij moeten gaan." Ik trad afchteruit en fluisterde: „Niet tegelijk met Naar men ons meldt, belooft de groote Zeeuwsclie Landbouwtentoonstelling, welke van 13-17 September a.s. op het Marine vliegkamp by Vlissingen wordt gehouden, de belangrijkste te worden van alle land bouwtentoonstellingen, welke dit jaarinons land worden georganiseerd. De voorbereidende werkzaamheden op het prachtige, aaneengesloten terrein, dat 13 H A. groot is, doen te over blyken, dat hier waar lijk iets groots te zien zal zyn. Niet minder dan een 25 tal groote tenten zijn er verrezen, waarin de verschillende afdeelingen zullen worden ondergebracht, terwyl voor de paarden zjjn opgeslagen de bekende stallen die op Houtrust stonden en bovendien verschillende inzenders in eigen tenten zullen exposeeren. Er zyn 15 verschil lende afdeelingen, waarvan zeer belangrijk zullen zyn: paarden (30U stuks), rundvee (275 stuks), Geiten (300 stuks), akkerbouw (twee zeer groote tenten), wetenschap (2 id.) vereenigingswezen (lid.) tuinbouw,pluimvee, werktuigen en machinerien en Landbouw industrie. Deze laatste afdeeling telt eenige zeer in teressante buitenlandsche inzendingen o.a. een stand van een der grootste Duitsche bazaltfirma's en de miniatuur mijn van het Duitsche Kali syndicaat (1200 M2 groot), welke op de groote Wanderausstellung in Leipzig stond. Bijzonder interessant wordt ook de afdeeling vlasserij. Het geheele terrein is electrisch verlicht, overal is electrische dryfkracht en water leiding, terwyl er 4 groote restaurants zijn, een post- en telegraafkantoor, benevens een bioscoop waar voortdurend films op land bouwgebied worden vertoond. Schoon er geen kermisvermakeiyklieder, zyn toegelaten, zal er toch voldoende afwis seling zijn. Verschillende dagen zullen paarden en vee in een ruimen ring worden rond geleid, een concours hippique wordt georganiseerd, een ringrfjdery in Zeeuwsch costuum wordt ge houden, terwijl steeds goede concerten wor den gegeven. Bij gelegenheid van het bezoek van H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana, dat bepaald is op 15 September a.s. zal een zangkoor van 600 personen, waarvan de dames in de verschillende Zeeuwsche kleederdrachten, eenige toepasseiyke liederen zingen. Ook de steden Middelburg en Vlissingen zullen al bet mogelyke doen om het den bezoekers 's avonds zoo aangenaam mogeiyk te maken. Een bezoek aan deze tentoonstel ling kunnen wij ten zeerste aanbevelen. Voor inlichtingen wende men 2ich tot het alge meen secretariaat Marinevliegterrein Vlis singen, Tel. 370. OPEN BRIEF Aan den heer Vogelaar, Lid v.d. Raad der Gemeente Stellendam te Stellendam. Mijnheer! Aangezien ik tot op heden nog geen schry- ven ter opname in de voor U gereserveerde kolom heb ontvangen, noch in een of ander dergeiyk periodiek blad als het onze heb gelezen, ter bepleiting van het door U ge- gesprokene in de raadsvergadering van 7 Juli j.L, hetgeen ik volgens U, als medegedeeld in de vergadering van 18 Augustus j.l. on waar heb gepubliceerd. Verwyzende naar myn naschrift onder het j.l. verslag in ons nummer van 20 Augustus, heb ik U de gelegenheid gegeven, tegen myn verslag, opgenomen in ons nummer van 9 Juli te protesteeren. Doordat U, voor zoo ver ik weet, niet hiertoe overgegaan zijt, heb ik het volste recht, de conclusie te trekken, dat U nu wel accoord gaat met my'n verslag van de vergadering van Donderdag 7 Juli. Mede, in verband met de vele praatjes, welke U van dit verslag heeft uitgebazuind, die alle puur onwaar zijn, verzoek ik U beleefd doch dringend, deze in ons blad te herroepen en Uw accoordbevinding mede in dat schryven te vermelden, wijl ik anders my genoodzaakt zie, dat gedeelte van de vergadering op 7 Juli, waarin U zulke vloeiende taal sprak, eens zuiver weer te geven. Nog houd ik een kolom daarvoor ter Uwer beschikking. Ik duld niet, dat dergelyke omcare ver klaringen van U als waarheid biyven be schouwd. De verslaggever van dit Blad, VAN EESTEREN. jc, of in het rijtuig van de Maharajah. Jij moet alleen gaan. Ik zal je in een vigclantc naar het King's Cross station volgen." Hij zag in, dat ik gelijk had. Hij nam afscheid zonder een woord te spreken. „Tot tien uur dus," zcide ik, „aan het King's Cross station." Toen ik aan het station kwam, stonden de Maha rajah en zijn gevolg reeds op het perron tc wach ten. Hij nam zijnen hoed beleefd voor mij af, maar nam verder geen notitie van mij. Maar ik voelde dat hij mij met zijne doordringende oogen volgde, toen ik langs den trein liep. Harold, nog altijd in Onstersche kleeding. deed natuurlijk, of hij mij niet zag. Wat mij betreft, scheen niemand mij te kennen. Ik nam plaats in een ledige damescoupé. In York bemerkte ik met ontzetting, dat een man in schamele kleederen, en met de glurende onbescheiden blik, aan detectives eigen", den trein langs liep en onderzoekend tn iedere coupé keek. Ik was overtuigd, dat hij een speurhond der politic was, al was het alleen door zijn in het oog vallende uiterlijke onverschilligheid, terwijl zijne loerende oogen toch alles zagen, wat rondom hem voorviel. Bij mijne coupé genaderd, keek hij mij lang maar schijnbaar zonder opzet aan; ik ge voelde het maar al te goeddie voor het oog onver schillige blik had alles gezien, wat er te zien was. Toen liep hij langzaam verder, in iederen wagon kijkend, tot hij dien van den Maharajah genaderd was. Daar bleef hij staan en gluurde onbescheiden naar binnen. De man, dien ik voor eer. spion aan zag, wierp een langen, onderzoekenden blik op het gelaat van den van niets kwaads bewusten Maha rajah, maar sloeg geen acht op dc beide bedienden. Ik wist nu, dat de politie den Maharajah en mijzelve Amsterdamsch Schetsboek. LI. Overal in de stad is men bezig om voor bereidingen te treffen voor de viering van den Koninginnedag. Maar de stad is zóó groot, elk clubje van organisators verliest zich zóó in de menigte, dat je natuurlijk niets bemerkt van het enthousiasmu en van de vóórpret, zooals je dat gewoonlijk hebt op een kleinere plaats, als er feestelijkheden op touw wor den gezet In de meeste gevallen blijft 't hier in de hoofdstad bij wat muziekuitvoeringen op verschillende pleinen, by kinder- en volks spelen op 'teen of andere groote terrein, een cavrillonbespeling en een vuurwerk op den Amstel. Dit jaar heeft Henri Brondgeest weder eens iets op touw gezet. Onder zyn leiding zal Woensdagavond bij electrische en Bengaalsche verlichting een riddersteekspel met daarbij behoorende optochten van jonkvrouwen en ridderknapen worden gehouden op het IJs- clubterrein. Een amusement voor het algemeen kan men dit eigeniyk niet noemen, want er wordt een entreéprijs geheven van 2,50 en f 1,50. Maar, de kosten moeten toch ook gedekt worden en't is nietonwaarschynlyk, dat een ommegang onder de gegoede burgers om een bijdrage voor het goede doel weinig succes zou hebben Er wordt al zooveel van je beurs gevergd, is ieder geneigd uit te roepen, als er eens iets gevraagd wordt, waarvoor men nu niet direct een tegen waarde terugkrygt. Vreemd vind ik 't altijd, dat dit jaarlyk- sche vuurwerk aan den Amstel nog steeds gehandhaafd blyft. U kent den Amstel? 't Vuurwerk wordt afgestoken op't gedeelte dat daar ligt in de buurt van 'tCafé Schol- lebrug, de Watertoren, enfin op 'tgedeelte dat nog geheel-en-al ligt binnen de bebouwde stad. Nu is de Amstel aan weerszijden daar beplant met een paar ryen booinen. En op zoo'n rivierstukje, omzoomd dus door hoo rnen, en daarachter huizen rfien, worden de groote vuurwerkstukken ontstoken. Met het gevolg, dat de bewoners van de bovenverdiepingen van de huizeu langs den Amstel, een beetje bevoorrechten, die zich vroeg op den avond een plaatsje hebben ver overd op de Amstelbrug, of die zich een zit- of staan plaatsje hebben gehuurd op een zol derschuit, er wat van te zien krygen. Ter liet volgen, als verdachte personen, maar nog giste zij niet, dat Harold zich als een van de be dienden van den Maharajah vermomd had. Wij stoomden verder noordwaarts. In Newcastle zag ik weer denzelfden man, die met de handen in de zakken en een sigaret in den mond, met het nonchalante air van een sportman langs den trein liep. Precies hetzelfde herhaalde zich, toen wij te Berwick ophielden. Dat wij plaats genomen hadden naar Edinburg moest den detectieve bekend zijn; immers had ik hem herhaalde malen met den con ducteur zien spreken. Eerst te York, en later te Berwick.... Dadelijk daarna kwam deze daaren boven nog eens mijn kaartje nazien en zeide hij onder het knippen:'„O, juist, naar Edinburg, niet waar miss?" terwijl hij mij aldoof achterdochtig bleef aanzien. Nadat hij mijn kaartje reeds voor de derde maal geknipt had, begaf hij zich weer naar dc coupé van den Maharajah, en geen halve minuut daarna stond hij weer met den detective te praten. Ik begreep, dat zij geen oogenblik dachten aan dc mogelijkheid, dat wij voor dien tijd zouden uit stappen, en dat kwain mij uitstekend tc pas, Voordat dc trein het station te Berwick uit- stoomde, haalde ik een visitekaartje voor den dag en krabbelde er in der haast en in het Duitsch een paar haast onleesbare volzinnen op. „Wij worden bespied! Een detectieve! Gaan wij door tot Edin burgh, dan worden wij gearresteerd, of in elk geval belemmerd in de uitvoering onzer plannen. Deze trein stopt een minuut te Dunbar. Stap daar zoo ongemerkt mogelijk uit, liet laatste oogenblik voor de trein zich weer in beweging stelt. Ik doe hetzelfde en wacht jc op het perron. Laat Partab blijven zitten tot Edinburg om geen achterdocht op te wekken, Dit lijkt mij het eenige, veilige plan. Vindt je het goed, wuif dan even met je zakdoek als wij het station zijn uitgestoomd." Zoo bcdaard mogelijk en zonder roepen, werkte ik een besteller; de detective wandelde, met den rug naar ons toe, langs dc voorste wagens, waar hij in alle coupé's naar binnen gluurde. Ik gaf den besteller een shilling en het kaartje. „Geef dat aan den zwarten mijnheer, een paar cotipé's verder," fluisterde ik hem vertrouwelijk toe. Hij bracht de hand aan zijn pet. glimlachte en gaf al bukkende het kaartje aan Harold. Zou hij dc noodzakelijkheid inzien om mijn raad tc volgen. Ik hoopte van ja. Zoodra wij het station uitstoomden, stak ik het hoofd buiten het raampje en wachtte op het teeken. Eén twee drie minuten verliepen, maar geen zakdoek verscheen. Ik begon reeds te wanhopen. Hij kon zeker niet besluiten. Eindelijk. Na eenige minuten zag ik tot mijn geruststelling met een zakdoek wuiven. Mijn groote angst was nu, dat de trein niet stop pen zo« in Dunbar. Volgens het spoorboekje stopte die van 11 uur v.m. er niet, en werden er ook geen kaartjes voor Dunbar afgegeven met de dagsnel treinen, maar ik herinnerde mij van vroeger, toen ik nog in Edinburg woonde, dat gewoonlijk alle treinen er eenc minuut ongeveer ophielden om water in te nemen of iets dergelijks. Dc onzeker heid echter maakte mij razend. De machine floot! Moest dat beteekenen, dat de trein voorbij reed. O, wat speet het mij, dat ik nooit dc betcekenis der seinen had geleerd! Langzaam begon de snelheid van den trein te verminderen. Was dat om er toch voorbij te stoomen? Neen een schok en de trein stond stil. (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1921 | | pagina 1