SSU sszxLiSsr*** Leest „Onze Eilanden.' ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 2 JULI 1921. 3 Het bleek ernst te zijn met h«' feest In het groote. boerenhuis naast den noo pen lindeboom werd de Zaterdagavond eenl naar uur vervroegd. Met meer water dan ge-. De beide oudste jongens, die anders een. hekel hebben aan houtzagen, waren aan het werk met een ijver, die de moeite waard was In korten tijd hadden ze de drie berken die de boer met zijn paard uit het bosch geaaid i had, in blokken gezaagd en in stukken gehakt. Het ging ditmaal van een leien dakje. i Tot slot van den Zaterdagavond werd alles ^Tusschen' al die huiselijke bedrijven door had ik nadere bizonderheden vernomen. Het zoud een echt „Kriegerfesf zijn met ten:fees'- stoet van de veteranen van 70 en de deel j nemers aan den wereldoorlog uit het dorp. Er ïKSk bij zijn. Verbeeld u imuziek in ons dal, waar men anders slechts de luiten van trekvogels hoort en het zingen van troep- Ha1 Zo'ii'dagsclie programma was nietal te lang. Om drie uur optocht. Vier uur koffie drinken en daarna bal. I Om niets van liet schouwspel te m'ssen was ik vóór drie uur reeds in het dorp, hetgeen men niet al te letterlijk moet opvatten. Hier staan langs den straatweg ongeveer acht hof-, steden bijeen en de belangrijkheid van dit lan-j delijk centrum wordt aangeduid door een blauwe brievenbus, die aan het eerste huis be-j vastied is. Precies in het midden staat de school met het huis van den meester en een speelplaats. Daar is weer een brievenbus aan- P En zeer terecht. Want hier is het geestelijk centrum van ons dorp. lederen dag in de weck komen de boerenkinderen door wind en weer, hierheen en zijn als de meester dolblij, als de dagelijksche penitentie in lezen en schrijven) afgeloopen is. Dat is vooral het geval bij regen-, weer. De wegen zijn slecht en de kinderen zijn I kletsnat, als ze in school komen. Natte schoe nen en kousen zijn wel 't minste, wat ze mee brengen, want klompen worden hier niet ge dragen. Daarvoor voelen ze zich hier veel te %°Fn dit schoolgebouw wordt eens in de drie weken kerk gehouden. Daartoe staat m het enkele schoollokaal een harmonium. Maar be- soccld wordt 't niet meer. De nieuwe wet heeft den onderwijzers de gewcnschtc vrijheid ge- geven en onze schoolmeester heeft ruzie met den dominé gekregen met het gevolg, dat hij het harmonium niet meer bespelen wil. De scheiding tusschen kerk en staat neemt soms scherpere vormen aan. Het gebeurde laatst dat onze meester naar een bruiloft was geweest en met geen mogelijkheid wakker was tc krijgen. Dus was hij niet in staat om den sleutel tot het schoolgebouw, alias kerk af tc geven cn de dominé moest met de weinige gc- Foovicen onverrichter zake aftrekken. Tegenover dit schoolgebouw, dat, zoo de meester wil, als kerk kan dienen, staat de dorpskroeg. Er zijn er meer in dit dorp, maar deze drinkgclcgcnhcld ontleent hizondcrcn luister aan de combinatie met den ecnigen kruidenierswinkel. Er is bovendien een zaal aancebouwd. waarin tijdens den oorlogstijd een aantal Russen huisden cn die nu weer voor het gebruikelijk koffiedrinken om 4 uur kan d,D?t nuTs' het feestgebouw. Door de open ramen zie ik slingers van cikeblarcn hangcn cn bonte rozen van papier. Van binneni kan ik helaas de feestelijke versiering niet bezichti gen, want ik ben in touristcnkostuum met korte broek en ik wil de boeren in lakenschc zwarte jas niet door m'n nonchalante kleeding bC()p weg naar het dorp heb ik reeds dc feeste lijke stemming kunnen waarnemfcn. Van elk boerenhuis wappert de oude Duitsche vlag, het zwart, wit, rood. In de brcede, witte baan is het rijkswapen met den keizerlijken adelaar gedrukt en als een sprookje uit andere tijden waait hier dc afgeschafte standaard uit, huis aan huis. Om den vlaggcstok een kroontje van eikcbladcren, precies alsof dc menschen t niet wisten, dat wc tegenwoordig In een republiek Bij den ingang van het dorp word ik on aangenaam verrast dnor militaristische allu res Wc gaan met ons drieën vreedzaam op den straatweg, naderen het dorp en daar komt een boerenjongen met een uniformpet ons tegemoet gereden, rijdt heen en weer als een huzaar in overvolle straten, doch aangez.cn weTeènigë papillen zijn. vindl hij helb.:1e zijn rijdier om tc «enden cn naar het feest terrein terug tc keeren. Aanmoedigend is dit hcein juist niet cn we besluiten op den achter- grond tc blijven, 't Is al kwart over drrecn en dc optocht zal dadelijk komen. Vóór dc dorpsherberg is niet veel te zien. Er staat een rijpaard, dat door een boeren jongen vastgehouden wordt. EtIwpeni enige jongelui in geklccde jassen met een uniform- pet cn tnen ziet wat geschitter van blinkende muziekinstrumenten. Ik wacht geduldig en bedenk, dat er vroeger in Pruisen iets als militaire stiptheid was. Als tijdverdrijf bekijk ik het paard, waa™PJ5 hoerenjongen zich langzaam voortbeweegt Het is een dik, stevig beest, goed geschikt voor een zwaar beladen bierbrouwerswagen. Zn rug is zoo breed, dat de berijder stellig O-beenen moet krijgen. Doch het paard is - zulke dieren zijn in telligent - zoo onder den indruk van de huidi ge plechtigheid, dat het als een ros uit een heldensage krijgshaftige allures kriigt. Het briescht cn het snuift uit zijn dikke neusgaten, dat het als rijdier voor St. Joris zou kunnen dienen. Het is intusschen half vier geworden. De muziek blaast een marsch, die ik herken als een marsch van de Koningsgrenadiers. Dan volgt het melancholieke „Ich hatt' ein' Kameraden.' Daarna stilte. En afwachting. Na een kwar tiertje klinken drie luide knallen in den tuin, bijna zoo hard als kanonschoten. De echo rolt in de bergen en 't wordt een geweldig rumoer. Dan weer stilte. Het wordt vier uur, half vijf. Er schijnt iets te ontbreken. De boeren jongen op het dikke Nibelungen-paard wordt den anderen kant uitgestuurd. Intusschen begint het te regenen. Stadig val len de druppels neer, maar de boerenkinderen, die het feestterrein omringen, storen er zich niet aan. Een paar nieuwe schoten klinken. Even precies als de vorige maal geeft de echo den rollenden klank terug. Voor de dorps herberg komen meer lui en kijken naar den kant, waar de ruiter verdwenen is. Dat gehuil helpt blijkbaar. In de verte ziet men den ruiter aankomen. Het heldhaftige paard stapt gemoedelijk op den straatweg. In de buurt van het feestterrein schijnt het vuur te vatten en galoppeert, terwijl klompen aarde in de hoogte vliegen, tot voor het feestterrein. Na weer een half uur komt een heer in een regenjas met twee dames en drie kinderen van den zelfden kant opdagen. Er komt opeens leven op het feestterrein. De muzikanten ver zamelen zich. Een vaandel verschijnt. Even eens een aantal gekleede jassen met uniform petten. De heer met de regenjas ontdoet zich van dit kleedingstuk, hangt een degen aan een bandelier oin en springt met een handigen zwaai in het zadel. Hij rijdt tot midden voor de dorpsherberg en kommandeert iets. Onmiddellijk begint de optocht. Eerst de boerenjongen op het dikke paard, dan met een tusschenruimte van 5 Meter een tweede ruiter op een vos. Daarna de derde ruiter met den degen. De muziek volgt, even zoo het vaandel met twee oude heeren als vaandelwacht, daarna vier-en-twintig men schen in zwarte jassen en uniformpetten. In plaats van geweren dragen ze parapluies. De muziek schettert. De paarden, die blijk baar muzikaler zijn dan de muzikanten begin nen tc steigeren en de optocht moet daardoor langzamer gaan, tot de paarden aan het ge raas gewend zijn. Intusschen knalt het in de bergen, doffe slagen rollen tusschen dc groene hellingen, 't Klinkt haast als 7.5 geschut. Doch, als ik thuis kom, verzekert mijn boer me, dat 't maar „Bollcrschüsse" (kattenkoppen) geweest zijn. Intusschen waag ik het niet den naam van ons dorp in het openbaar te noemen. Het geheel had, ik kan het niet ontkennen, ccn militair karakter. Er waren wapens bij, zie den ruiter met den bandelier. Er werd ge schoten, er werd gesalueerd, er werden uniform petten gedragen. Wanneer zulks aan de Entente bekend werd, wie weet, welke gevolgen dit lentefeest in ons dorp zou hebben! PARIJSCIIK ('AfSKHlKKS. De Journée des Drags herleeft, over echte en geld aristocraten, cn wat de mode blijft PARIJS, 25 Juni. - Ik geloof nu werke lijk, dat do oorlog uit ia Vordragen van Versailles, Sèvres, St. Ger main, jawel. allemaal heel goed... maar ze henben nietffftttden oorlog uitge blazen. Ze zouden een oorlog hebben uit geblazen, die zes maanden had geduurd, ■icsnoods een jaarmaar Europa was ge durende incer dan vier jaren met den oorlog vergroeid on het heeft er zich weer lang zaam uit los moeten maken Nu schynt het me waarempcl los! Je ziet dat aan symptomen, en voor elk nieuwe symptoom z|jn we innig dankbaar We begroeten die met vreugde. Een dier symptomen was gisteren de Jour née des Drag.s, op de courses van Auteuil Ieder, die weet wat dc Journée des Drags voor Parijs is, weet ook dat dit geen dag van paardensport is. De paardensport zullen we morgen op den Grand Prix genieten, als het ten minste dan niet zoo heet is. als de laatste vfjf dagen, nu een tropisch zonnetje de steonen van Parjjs nog eens overbakten de brancards op de races gereed zullen staan om in de volte flauwgevallen menschen weg le voeren. Morgen paardensportgisteren toiletten- sport! Eon race in elegance, rjjkdom en...aris tocratie. Ik had bijna het woord voornaamheid neergeschrevenmaar heb me in tyds bedacht en wil daarmee nog wachten tot de oorlog heel etn aal uit is en alleO.W.-ers hun geld weer kwyt zyn, zoodat dan de echte aristocratie weer op den voorgrond komen kan. Verleden jaar schreef ik u over dien Jour née des Dragsen ik moest u melden dat de Journée des Drags geen Journée des Drags meer was, omdat do mooie mailcoa- ches, four-in-hand met de schuimende paar den, de hoornblazers, de roode livreibedienden en de aristocraten boven opdie de glorie van den Journée des Drags uitmaakten, ont braken. Toen moest ik u zelfs melden, dat de mooiste koets eigendom was geworden van iemand, die bij het opschilderen van zlln pas verworven coach het oude wapen niet had laten verdwijnen, maar die zijn eigen wapen bovenop zijn gezicht droeg, waarmee hU op de meest zichtbare plaats op de koets troonde, en waarop ieder die Vólschoenenazceer ro,ld<! do°3 eóE"»ovUeëltrSn Tora"'6™8 Ml»n- aanMïï SSS zes groote coaches en ér' ëlt weer n3av voren >0Cratle JcSë verlof indiëaa'Ste iSSS «e Prijsstijging Wilden. nnoieum wette, verbinden zü'zVnFe1; dat tocratie weër overeind de oude ™3' komen laten zien. 18 Zlch Weer Nog wel aarzelend, omdat hof Piet geheel was geau yëfd °°g een goed begin nv Zwt toch met lu.tuoi.se Drags'" d»ïï?BWeWZMgr00te menschen met namen die iïaëk S!'"" waaruit de Jourede des 0^,* W'eer op 2U zich weeE°uam-DA'uteuïf*0'8 lanaaë b3^ dee„beoT°^ndd:v^r~fd^"- SI ™ko"eëërti°tr,sFfefd'° S"S achtte, ouwerwetsch Tn dS^e.maard,e dat men geen enkelen 'hfii- ergerde hun vernikkelde Rnii« p ^eer gunde aan nrfSK-s CS, TZXrJ oen tarigen zuinigen graaf"aai' aristocratJwtl Cit"" de'°ud« ÏÏSkJii Cend,denlSmiTinaCe^8£®e'DkotP eenvoudige toiletten üo maar dames „iet vinden 611 dU de .Monde". Die exeisén iféïL? daJmes va" dors eu heupen van dë InSiü cho™ vooral de .demi-monde" man,le'>u,n3. maar crlnëlInSaëh'Mniïr'16 °"der' om vreïwm m^ mfavoriis"^ keere" kromme beLn oeSëu de heU|>en .TrTraaSë^ -dansrokle-om-een-olifant" "n MlVü voor mjj aan het terugkeerenrf „Z V van twijfelen. «seerend succes daar- ran'wdalvfc^ëStCeër.TëV'sich£n" Hl oen toont (maar m.t bMI eBÊVn0Ua? Kf ^fKrachfZZ'" maken' (op deeiMseniairseSPhftW1|' dledemode lanceertn, waardoor Kl,röven en die z|J meenden dat na denWa"1 6t0ffen' duizenden weduwen als rouw rër i ?.g or zouden worden gedragen i.nlw at act,Rl i het zal hun in" dCn%°d ^nimen, toch niet lukken weer m di u 1 gaan werken en ril ■ln.de-broedte te rond, met aV" "mj," mamiequina betrad, waren ineens riltr n6r et terrein vrouwénoogen vooml al,e °0gen zagen„' ër ^'00%^^°' "dëT aan ideeen, maar weer ral aë 60 C'ehrek- vorm. zooilTto lï hrtóSSiW?kei#k,n terugkeerden dc nieuwe ëëi' g Cht' onzaliger nagedachtenls van lSM d?.^6"' hun kopjes onstai-on d'e weer dors. dfrwK gëir °P de scbou- -«nwmT^.^mrte?^ zich normaal en gezond en smaakvol en geschikt voor den tegenwoordigen tijd van auto's, ondergrond's, sport en jagend leven, en toch met de beroemde Parljsche elegance, die niet te vermoorden is door honderd stoffenkooplieden, die meteen ouden voorraad bleven zitten. De parysche „elegante" stoort zich niet aan tevergeefs-gelanceerde-Bulgaarsche hoe rencostuums, noch aan de Japanscheparasol of aan de vroeger-eeuwsche crinolineze draagt wat haar staaten dat heeft altijd haar roem uitgemaakt. Zoo werd op alle gebied de Journée des Drags dit jaar weer een succeshief zich voornaam en elegant op uit do benauwing van oorlogsdagenen uit den onwelrie- kenden geur van oorlogsgeld. Zij liet Pary's Parys weer worden Het oude elegante, chieke, en voorname Parys. Dat van de tradities. H. v. W. Brieven uit Insulinde. Batavia, Juni 1921. vin na?erWbra„tDde SCb,oef b<" schip Bati- SSiÉlltit vaarZadraTbvëeSHl™d0l,ünenal die 2e6' mmim duizenderlei plannen hT h D,et ui' Sm?rsd?sdSH"^" de blozende 'dagerid' achemering uur om te blAtën m H°C.hle,nduur is "et mogelijkheden verbergt ro0r het bewil8tenwOTdt'"anSdj me£,zich duidel|jbër der groote vaart, die he't^ch^^Je^ SzSSpS SHSSSpSS van overgang en Zl!""'6 m een toestPnd spreekt ata vervorming, daarvan ook'den 'dSid^oe'S van het Westen in hl» 1 6tover^aan Ooaten in het Weaten Van het dieErvordëe„"s«r„beid ereen "icbeia^. the'a Paust, aan het lefén't yPe" 'n Goe' Westen toeSnml?" 'elpen lndirect het ïfSSS een nieuw gezag te veatlgeë SD JSVjasaS.SS Êïï/'-'Kcstir «SSuSt''» het Oosfpn h,fr dualistische wxijvinc, Oost en West e^het^flrf v^e?ht^ tusschen versterkt. hedcn heeft d,'en band t.g£^orrlaZ"iMvUrX7u^nMCi,le"d8laa" r,de,.ddee *zr:X- £„a"h drager was van zlln e^n bewuster Wat ontbreekt hieraan S haar geeateiut zendrngawlrk" valfëog't nog "vee" TvertaK" ™8 ,bbdPrMls valt Pakean .taken an zich gtS4d m'^n de ontscheping te Tandjong Priok. I De Madoereesche bedienden giyden onhoor- j baar heen en weer. De nog sterk feodale traditie van hun land en hun aangeboren fijne intelligentie maken, dat zy voortieff'e- ïyker dienaren zyn dan misschien ergens elders ter wereld worden gevonden. Zy laten zich drillen tot een byna bovennatuurlijke volmaaktheid, zyn van een ongelooflyke ge dweeheid, nemen hun meesters onbegrjjpeiyk veel uit handen. De „bewustheid" van het Europeesche proletariaat heeft sterke nog niet overwonnen disharmonieën doen ontstaan, die zich in het leven van deze Insulindiers tot dusver nauwelijks hebben geopenbaard. Wel zyu de bedienden hier aan boord in een vakbond vereenigd naar het voorbeeld van de Hollandsche matrozen, machinisten, koks en hofmeesters, maar het beteekent voor hen toch niet hetzelfde. Een poging onlangs op een der mailbooten gewaagd om de Inlandschen „jongen" door Hollandsche bedienden te vervangen, is met spoed weer opgegeven. De „jongens" hebben nog veel voor. Zy kennen b.v. ook nog niet het zorglyke gepeins over de te verwachten fooien, dat het laatste gedeelte der reis verzuurt voor de hofmeesters, die in verhouding tot de matrozen veel te laag worden bezoldigd In het getob der hofmeesters weerspiegelt zich de ergernis van den kleinen burgerstand in Holland, die zich al in zoo menig geval financieel overvleugeld ziet door een krachtig aaneengesloten proletariaat. De eenvoudige handarbeider beleeft door de quantitatieve kracht der massale vakbonden betrekkeiyk gunstige tyden, in tegenstelling tot de knap pere, maar quantitatief zwakkere en daardoor op den achtergrond gedrongen middenstands- groep. In het kleine maatschappytje aan boord van het schip vindt men op kleine schaal de vraagstukken der groote maatschappij. Ook natuuriyk de kwestie der hooger ge- geplaatste burgery-elementen, by wie het evenmin ontbreekt aan groepen en klieken. De tweede klasse passagiers staan scherp tegenover de eerste klasse. Zy die aan de kapiteinstafel eten, worden door de anderen verdacht van ongepaste gevoelens van supe rioriteit. Overal loert de specifiek Hollandsche erfzonde van de groepjes-veete. Hoe bedenkeiyk lastig, wrevelig en weer barstig een gezelschap menschen onderling kan zyn, leert menige reis per mailboot, al helpt gelukkig de gezonde invloed van de reis, de zeelucht en het zonlicht, dat op het water schynt, tenslotte de moeilijkheden te boven komen, zoodat het afscheid toch harte lijker uitvalt, dan men verwacht zou hebben. Wu stoomen de haven binnen. Het is een vrooiyke drukte van schepen. Wij wenden naar bakboord en draaien de oostelyke haven kom in. Het wordt broeiend warm. zoodra we ons tusschen de pakhuizen der Holland sche stoomvaartmaatschappij bevinden. Dit stukje Tandjong Priok behoort tot de heet ste oorden der wereldOp de kade een ge wemel van meuschen in het wit Men heeft hier nog niet de ongastvrije manieren der Hollandsche havens overgenomen, waar tegenwoordig de bezoekers van de terreinen der scheepvaartmaatschappijen zooveel mo gelijk worden geweerd De aankomst, is hier met de vreugde van het weerzien omgeven. Kreten en groeten worden tusschen wal en schip gewisseld. De trap wordt neergelaten. De havenarts en de immigratiedienst be- toonen zich buitengewoon coulant. Het duurt niet lang, of de gemeenschap tusschen wal en schip is tot stand gekomen Bezoekers en koelies komen aan boord Langs de breede uitgangstrap stroomen de passagiers, zich verspreidende naar hun verschillende be stemmingen. Wat zal er van hen allen worden Zullen de illusies der handschoentjes verguld wor den? Zullen de pas aangeworven officieren en ambtenaren de lauweren oogsten, diezy voor oogen zien Zullen de flnaucieele voor- deelen, die de „particulier sadja" in gedach ten reeds overpeinst, na den kwaden moesson, dien de handel nu doormaakt, ten slotte wor den binnengehaald? Daar verdwijnen zy allen, in een weinig opwekkende, hoewel recht „zonnige" dwar reling van gloeiend stof. Luid kryschende en druk wenkende taxi-chauffeurs makeu zich van de totoks of orang lama's meestel en alles tuft naar het station Tandjong Priok, een warm, goor, onsmakelijk begin voor den baar, die alles in Holland zooveel koeleren zindeiyker geweud was Een eerste grond slag van heimwee wordt hier voor gevoelige naturen ongetwijfeld gelegd. Zouden haven beheer, spoorwegdienst eu stoomvaartmaat schappijen niet kunnen samenwerken om de aankomst vriendelijker en appetytelijker te maken? Veelbelovend zien wy het moderne witte, nog niet geheel voltooide gebouw van het nieuwe station verrijzen temidden van een groene grasvlakte Tempora mutanturl O vuil, onvriendelijk station Tandjong PriokGelukkig zyt gij alleen een zinnebeeld van „tempo doeloe". van oud-Indiè; niet van hetgeen een verjongd Insulinde zijn bewoners schenken kanl In de Lange Paradyssteeg te Leiden kre gen eenige buren een hooggaanden twist, waarby I. deW. zich zóó boos maakte, dat tay bewusteloos neerviel en op de plaats dood bleef. Een der twistenden, die eenigszins onder den invloed van sterken drank was, raakte zóó van streek, dat hy als een waan zinnige rondliep, roepende Ik ben de moor denaar niet 1 De politie heeft hem op het bureau tot bedaren laten komen.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1921 | | pagina 3