2
ONZE EILAND
EN VAN ZATERDAG 14 F
EBRUARI 192 0.
eenige practische ervaringen. Zoo weet ik,
dat versche koeien, beesten dus die heel
wat melk geven, en heel wat krachtvoer
noodig hebben, wil men ze een beetje in
d'r vleesch houden en dus niet zoo heel
veel ruw voer. 8 of 9 K.G. van het laatste
zal voor zulke dieren in den regel eer te veei
wezen, dan te weinig. De totale hoeveelheid
voer (droge stof) wel te verstaan die zulk
soort dieren per dag zullen kunnen verwer
ken moet niet grooter zijn dan zoo'n 14 A
15 K.G. Da9 ook bekend by ieder, die een
beetje met de voedering van dieren op de
hoogte is. Voor koeien met een levend ge
wicht van 500 K.G. zal het heusch een heel
stuk werk zijn 14 K.G. droge stof (watge
vonden wordt in 16 d 17 K G. hooi b.v.) te
kauwen en te verteren. Dus heb ik by het
begin eenig houvast en ga uit van de ver
onderstelling, dat bij' S a 9 K.G. hooi en
stroo nog zoo'n 25 K.G. pulp kan worden
verwerkt en dan nog op z'n hoogst 5 K.G.
krachtvoer. Met deze gedachte ten grondslag
ga ik nu aan het cijferen. Aldus:
E. V. Z. ZW.
4 K.G. hooi 152 40 1628 1240
3 K.G. haverstroo 20 10 748 340
2 K.G. tarwestroo 8 674
25 K.G. pulp 75 25 1650 1625
1 K.G. lyngruis 272 79 297 718
1 K.G. mais 66 39 670 815
1 K.G. havermeel 72 40 474 597
1 K.G. paardeboonen 193 12 482 666
Te zamen 850 253 6623 6219
Natuurlijk ga ik de zoo gevonden inkom
sten nu vergelijken met de normen, die
werden genoteerd. En het resultaat van deze
vergelijking leidt tot de conclusie: veel te
weinig eiwit (750 gram), te weinig vet (rond
150 gram), te weinig zetmeel (rond 1000
gram). Het spreekt van zelf, dat onder die
omstandigheden ook de zetmeel waarde (het
te verwachten nuttig effect) te laag blijft
(zelfs meer dan 2000).
Deze gegevens doen my nu besluiten van
het ruwvoer met een veel lagere zetmeel
waarde iets te laten vallen en daarentegen
van het krachtvoer wat meer te nemen; by
de keuze van dit meerdere krachtvoer laat
ik mij nu leiden door de wetenschap, dat
ik vooral eiwit te kort kwam en zetmeel.
Ik verlie9 vooral daarom gerust het vet uit
het oog, omdat dit heel gevoeglijk door
zetmeel kau worden vervangen, doch boven
dien door het aanbrengen van meer eiwit
rijke voedersoorten tegelijkertijd ook wel
voldoende vermeerderd wordt. Gewoonlijk
heeft men van het vet in eenig rantsoen
voor herkauwers al veel eer te veel dan te
weinig.
Op grond van de bovenstaande neerge
legde gedachten laat ik nu vallen:
E. V. Z. ZW.
1 K.G. hooi 38 lÓ 407 310
1 K.G. haverstroo 10 6 374 170
1 K.G. tarwestroo 4 337 109
48
19
1118
689
En ik voeg daarvoor in de plaats weer toe
E.
V.
Z.
ZW.
2 K.G. lijn gruis
544
158
594
1436
1 K.G. mais
66
39
670
815
1 K.G. paardeboonen
193
12
482
666
803
209
1746
2917
af:
48
19
1118
589
Het totaal stijgt-.
765
190
628
2328
Er was reeds:
850
253
6623
6219
Nieuw totaal: 1605 448 7251 8547
Dit nieuwe totaal vergelijkende met de
normen zal men met mij instemmen, als
ik zeg, dat het er zoo al mooi mee door
kan. Het te veel aan vet zal heel aardig
in staat zijn, om het te kort aan zetmeel
te dekken. Ik wil echter opmerken, dat ik
liever zou hebben gezien, dat er iets te wei
nig vet geweest, ware en een weinig zetmeel
over. Echter acht het aldus gewijzigde rant
soen een heel goed en twyfel niet, of het
zal ook uitstekend bevallen. Mochten de
dieren, geprikkeld door dit rantsoen (dezet-
meelwaarde er van is heel mooi) meer melk
gaan geven, dan 20 liter daags, dan dient
er nog wat bijgegeven te worden. En wel
vooral eiwitrijk voer. Ik zou voor eiken Liter
er boven 1 ons lyngruis en 1 on3 paarde
boonen extra aanraden.
In de boop met bovenstaande niet alleen
voldaan te hebben aan het verzoek van den
heer V. te O-B., doch ook aan dat van dien
anderen „Belangstellenden Lezer" wil ik
dezen keer eindigen met de raadgeving aan
allen, die voederrantsoenen hebben samen
te stellen zulks uu ook eens zelf te beproe
ven. 'tls heusch geen heksentoer.
Intu8schen blyfik natuurlijk steeds gaarne
bereid een handje te helpen, waar dit noo
dig mocht blijken.
Vlaardingen, Februari 1920.
G. VAN DEB MOLBN.
Landbouwonderwyzer.
logezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie.)
Aan Heeren Landbouwers.
Zooals in een advertentie in dit blad is
bekend gemaakt, zal de Weled. heer van
Hiel, Rykslandbouwleeraar te Dordrecht, a.s.
Dinsdag balf vier, in Hotel Spee, voor de
Ver. van Oudl. van L. W. C. op G. en O.
„Ceres" een openbare lezing houden met het
onderwerp
„Aardappelziekten en Selectie"
Wy hebben den Rykslandbouwleeraar uit-
genoodigd dit onderwerp te bespreken in
verband met de steeds meer voorkomende
verschillende aardappelziekten,en als gevolg
daarvan, verminderde opbrengst, dus ook
minderwaardig pootgoed leverende.
Kon men vroeger weer goed pootgoed
verkrijgen door z.g. nieuwe poters uit Fries
land, omdat daar meer gezorgd wordt voor
goed pootgoed, zoo is bet thans geleverde
vrijwel even slecht als het zelfverbouwde
pootgoed. Zoo zyn dus de landbouwers aan
gewezen om zelf voor goed pootgoed te
zorgen, hetwelk hy verkrijgen kan, door de
ziekten te leeren keDnen en zooveel mogelyk
te bestrijden, hetwelk vooral met selectie
teelt te bevorderen is, zoo verzuime niemand
deze lezing te volgen, om het een en ander
van deze, onze aardappelteelt bedreigende
ziekten te hooren.
Namens voornoemde Vereeniging,
C. DE BONTE,
Voorz.
Dirksland 12 Febr, 1920.
Geachte Redacteur!
Herhaalde malen komt de geschiedenis
omtrent het geheimzinnige beroep of roeping
naar een ander deel van 's Heeren wijn
gaard naar voren, hetwelk de heer Versteegt,
leerend ouderling der Geref. Kerk van Oud
dorp, heeft of zou hebben ontvangen.
En daar deze zaak tot buiten de Kerk
is doorgedrongen, maar niet volgens de
waarheid, acht ik het mijn plicht om de
zaak nader toe te lichten, daar er in de
Geref. Kerk geen doofput noodig is om het
verkeerde in te stoppen. Er staat toch ge
schreven: laat alles met eere en orde ge
schieden, ook deze zaak.
Maar laten wy liever flink en eerlijk voor
den dag komen, want dat mag toch wel,
of moeten wy in de Geref. Kerk met draaie
ryen omgaan, dat is toch niet de leer der
vaderen.
Onze voorganger zou een roeping hebben
ontvangen naar een plaats, welke niet ge
noemd mocht worden, waarop voetstoots
het tractement moest verhoogd worden
(volgens den kerkeraad), maar het over-
groote deel der leden was tegen omkooperij.
Daarop hebben enkele leden een aanklacht
ingediend omtrent wyze van handelen, om
die in hun byzyn te behandelen op de eerste
kerkvisitatie welke stond gehouden te wor
den; op die vergadering is deze zaak be
sproken, welke een bevredigende oplossing
gaf ten gunste der aanklagers.
Maar dat de aanklagers (zooals gezegd
wordt door de kerkeraad of een gedeelte
daarvan) in den hoek zijn getrapt door de
kerkvisitoren, is volkomen onjuist of liever
een grove leugen. Maar er is niet op een
beslissing gewacht, maar opnieuw vergaderd
met de leden, om het tractement te ver-
hoogen.
De vergadering werd geopend door den
voorzitter met de mededeeling, dat bedoelde
verhooging er dien avond door moest.
EDkele leden hadden daar bezwaar tegen,
maar ze werden niet eens geboord, maar
er werd gezegd, het is maar voor de lief
hebbers.
Nu is mijn vraag, zijn er in de Geref. Kerk
nog liefhebbers, zyo wy dan niet allen leden
van de Kerk.
De verhooging is gevolgd dien avond en
twee dagen later de beslissing, en die was
bedankt voor Ouderkerk a/d IJsel.
Daarop volgde een goud horloge met dito
ketting als blyk van erkentelijkheid.
Er moet nog aan toegevoegd worden, dat
de aanklagers nooit of te nimmer zullen
bijdragen aan verhooging voorganger of
aan een blyk van erkentelijkheid, als het
up deze wyze toegaat, want dat is niet
kerkrechterlijk.
Hopende dat de zaak nu duidelijker is
geworden waar het toch eigenlijk om te
doen is, maar niet om een hoek, zooals
dit geschiedde.
Dankend voor de verleende plaatsruimte,
EEN OPMERKER,
REVUE VAN DE WEEK.
't Was te verwachten, dat de Regeering
slechts zeer kort en tevens zeer categorisch
zou antwoorden op hetgeen in de Eerste
Kamer by de Algemeene Beschouwingen
over de Staatsbegrooting '20 werd gezegd
over de kwestie der vraag tot uitlevering
van den ex Keizor. Tusschen haakjes merk
ik hier even op, dat, in strijd met de ver
maning van president Van Voorst, de Senaat
ditmaal buitengewoon uitvoerige besprekin
gen aan het „algemeen beleid" der Regee
ring wijdde, zoodat deze op Vrydag 6 Febru
ari nog niet konden afloopen, en men,
waar Minister van Kamebeek op 10 Febru
ari in de Tweede Kamer moest zyn voor
het Volkenbondontwerp, genoodzaakt was
de Begrooting van Buitenlandsche zaken
zoo tusschen de dropjes door gauw gauw
even af te doen.
Zooals in dezen tyd der verheerlijking
van al wat op moties en interpellaties lijkt,
past, begon de Eerste Kamer den 3en Febr.
hare Budget-campagne met het op de agenda
plaatsen van... een motie. De beer vaD
Kol maakte haar aanhangig (over de wen-
schelykheid om door een Staatscommissie
do voor- en nadeelen van staatsmonopolies
te doen nagaan) en zy zal bij de Begrooting
van Financiën worden behandeld. Mr. de
Vos van Steenwyk had uitgerekend, dat
wij in Patria nu al met33 diverse staats
commissies gezegend zijn. 't Getal wordt
voortdurend grooter, en deplaise den arme
belastingschuldige ofte wel ongelukkigen
Sy'men B«taal-maar, die er „goed" voor wordt
geacht. Ik keer terug tot de kwestie van
den banneling te Amecongen. Nederland
stond voor den plicht objectief „de geboden
van wet en eer te volgen", aldus minister
Ruys in de zitting van 5 Febr. j. 1. „en
het Nederlandsche volk gevoelt, dat het
recht om daarnaar te luisteren, zyn zelf
standigheid raakt en dat de houding der
Regeering tegen de aanvraag om uitleve
ring geen andere kon noch kan zijo."
Dat is wel zeer duidelijk. De beer Van
Kol, wiens uitval tegen den ex-Keizer in
den Senaat niets aan felheid te wenschen
overliet, wees er terecht op, dat vele mo
gendheden ook in de laatste jaren gelijke
gastvrijheid verleenden en daar trotsch op
zyn. „Amerika", aldus de grijze Rienzi, „is
de toevlucht voor de Sinn Feiners, de aarts
vijanden van de bevriende Engelsche regee
ring en sommige steden benoemden den
president van de Republiek der Sinn Feiners
zelfs tot eereburger. Mzini, Karl Marx en
vele andere bannelingen vonden in Enge
land een toevlucht en baar regeering was
daarop trotsch.'' De heer van Kol had ook
nog kunnen noemen het voorbeeld van
Napoleon III, die na Sedan een toevlucht
in Engeland vond. Hoe het zy, de verkla
ring van den premier, is zoo duidelijk eu
ondubbelzinnig mogelyk. Wat er van de
geruchten waar is, die volhouden, dat men
van de zyde der Entente niet (gelyk een
sensatietyding wilde) ons met blokkade
zou dreigen, maar wel den plicht van Ne
derland doen uitkomen om den ex-Keizer
hejzy hier te lande onder strenge bewaking
te stellen of te interneeren op een der ons
toebehoorende Indische eilanden: wy moe
ten 't afwachten.
Onbelangryk waren de senatorische be
schouwingen zeker niet. De rede van prof.
van Embden over de socialisatie stond op
zeer boog peil en mr. de Vos van Steen-
wijk gaf de S. D. A, P. uitermate bittere
pillen te slikken. Terwyl de nog steeds zoo
slagvaardige, eminente financier mr. van
Nierop de toestand onzer financien, de be
denkelijke en schromelijke stijging der ge
wone uitgaven besprekend, Minister de Vries
zijn scherpe critiek niet spaarde en de leuze
van „bezuinigen over de ganscbe linie" met
grooter aandrang dan ooit te voren aanhief.
Toen de Senaat den 6en tot Dinsdag uiteen
ging, had de dood binnen enkele dagen
twee zyner leden opgevorderd. Eerst den
nog jeugdigen Brabantscben industrieel
Diepen, daarna op 66-jarigen leeftyd, den
vermaarden geestigen advokaat mr. J.Kap-
peyne van de Ooppello, sieraad der Amster-
damsche balie, man van schitterend talent
en van pittig initiatief. Het oorspronkelijk
zoo forsche gestel, was in sneller tempo
gesloopt, door de kwaal, die het betrekkelijk,
kort geleden had aangetast, dan men had
vermoed. Kappeyne's heengaan is zeker
niet slechts voor de hoofdstad, wier bloei
en ontwikkeling hem zoo lief waren, een
zwaar en pynlyk verlies.
De heer van Nierop beeft er in den Senaat
op gewezen, hoe voor vele particuliere kas
sen de lasten nu door de gemeenschap
opgelegd, uitermate drukkend zyD. Aan zyn
eisch tot bezuiniging door den Staat ver
bond hy o. a. kritiek op het inrichten van
een paleis in den Haag ten gebruike voor
den minister van Buitenlandsche zakeD als
ambtswoning.
Zeer in strijd met zulk een opvatting van
eenvoud is het, door de N.O.T beschikbaar
stellen van twee en een half millioen gulden
voor betere huisvesting van onze gezanten
in den vreemde, waarvan allereerst onze
vertegenwoordiger te Berlijn zal genieten.
Behooren deze en dergelijke dingen tot
de „overbodige luxe", 'tls zeer de vraag.
Nederland heeft gestaag een kamp te voeren
tegen vijandige stroomingen in den vreemde,
tegen nay ver, zucht tot verkleining van ons
prestige op het „internationaal concert"...
't Boosaardige verzinsel over het doortrekken
van Duitsche troepen in 1914 door ons Lim
burg (er is nog pas in don Senaat op ge
zinspeeld) wordt nog telkens opgewarmd.
De bedreiging aan Nederlandsch adres, dat
het zou worden uitgesloten van het deel
nemen aande Olympische spelen te Ant
werpen vanwege de weigering om Wilhelm
vod Huhonzollern uit te leveren is wel een
heel kras staaltje van kleinzielig gedoe bij
het uitdenken van middelen, om ons anthi-
pathie te toonen. Het streven van het Haag-
sche Plein om het buitenland voortdurend
betrouwbare inlichtingen te verschaffen, om
trent al wat deNederlandsche belangen raakt,
kan dan ook niet genoeg geprezen worden.
De nieuwe dienst der Economische be
richten van het Departement van Buiten
landsche zaken uitgaande, en waarvan bet
eerste deel het licht heeft gezien dezer dageD,
ligt geheel in die lyn.
De lasten worden al zwaarder, zei mr.
van Nieiop en wy ondervinden het allen
aan den lijve. In hoofd- en hofstad is o.a.
verhooging van tramtarieven op komst.
Hevig en zeer begrijpelijk is het gepruttel
van Jan Publiek. Toch zal het eind moeten
zyn, dat „de kaartjes" duurder worden.
Maar gaandeweg openbaart zich een oppo
sitie onder degenen van vrie de meerdere
uitgaven voor loonsverhoogiog tenslotte
moeten komen, een onwil, tegenkanting die
den toestand zeker niet makkelijker maakt.
De „vicieuse cirkel" blijft ronddraaien en
minister de Vries heeft in de Eerste Kamer
over de internationale credietregelinggezegd,
dat z.i. het initiatief moet uitgaan van een
der groote mogendheden. IntusscheD, wan
neer de grooten en de kleineren, den plicht
van 't initiatief nemen aan elkander blijven
endosseeren, dan wordt de kans om uit het
aartsgevaarlijke moeras te komen, met den
dag geringer.
Het internationale posttarief wordt weldra
duurder, zoodat voor brieven minstens 40
centimes, voor briefkaarten 20 zal moeten
betaald. Opdrijving van de prijzen voor alles
en DOg wat blijft aan de „orde van het uur".
Mannen als mr. Vissering trachten te geraken
tot het treffen van practische vruchtbare
maatregelen, om de tooverformule te krijgen
welke ons uit het labyrinth zal verlossen.
Voorshands toeven we - eilacy nog in
de sfeer der bespiegelingen van de tbeorien
en van de weeklachten.
De uitvoer van vee, verzekert men, zal
eerlang vrykomeD, terwyl men aan het de
partement „ernstig denkt" over de afschaf
fing van de broodkaarten, althans voor het
wittebrood, en vermoedelijk tegen den tyd,
dat de lente zich wat duidelijker manifesteert
dan thans nog, in de periode der schrille
afwisseling van lekker Zomersche en guur
winterscbe uren, dewelke driekwart Hol
land verkouden als—eeD—snip maakt, het
geval mag heeten.
De staatsmachine werkt nu hard en on
verpoosd. Een wyziging der landarbeiders
wet, bepalend, dat de maximumkoopprys
van een plaatsje bij maatregel van bestuur
moet worden geregeld, is klaar. Een out
werp Jachtwet voor den Landbouw zoo drin
gend noodig als sinds tijden bereikte den
Raad van State. Aan de voorbereiding van
het in werking treden der arbeidswet wordt
met grooten ijver de hand geslagen.
Tekort aan toewijding kan niemand mi
nister Aalberse ten laste leggen. Evenals
tekort aan onpartijdigheid aan minister de
Visser by het eeren van wezenlijke ver
diensten op het gebied van schoone kunsten.
Het hartelijk, huldigend schrijveD, dat
Z. Exc. van Onderwijs, K. en W., deD
jaien geworden Joban de Meester zond, is
een blyk van die onbevangenheid.
Voor 't eerst na den oorlog, zal prins
Carnaval in de Oeteldonksche „watervrije
moerassen" bij Den Bosch weer ten troon
stygen. 't Zal weder om carnavalpret wezen,
maarzonder maskers en zonder alco
hol. In hoever de Oeteldonkers c.s. zich aan
deze laatste bepaling zullen houden, moet
men afwachten. De Raad van Brabant's
hoofdstad gaf intusschen te kennen, dat bet
nu met den stryd tegen den alcoholduivel
ernst moet worden. Bij het jongste senato-
riale begrootingsdebat is o.a. bij monde van
de heeren Vliegen en Malefijt gewezeD op
het zeer bedenkelijke verschijnsel der stijging
van bet drankverbruik. Minister de Vries
bracht daartegen in, dat, ofschoon er tus
schen 1919 en 1920 een belangrijk accres
is aan te wijzen, het gemiddeld gebruik per
hoofd, gelukkig nog belangrijk minder is
geweest dan in de normale jaren voor
rantsoeneeriDg. Z.Exc. erkende intusschen
grif, dat de regeering in deze „niet passief"
mag zyn, en dat „de Volksvertegenwoor
diging zeker vroeger of later van de Regee
ring mededeelingen zal ontvangen, omtrent
hetgeen zy meent, dat in deze baar taak
moet zyn." De Minister van Arbeid wijdt
er zijn volle aandacht aan zeker ook ziin
ambtgenoot van Justitie. Want tusschen
het drankmisbruik en de misdadigheid de
jongste criminaliteits-rubriek met de bijzon
derheden van den gruwelyken moord te
Millingen, de Boymans en andere inbraken
etc. biedt weer „stof" voor tal van sensatie
films, is de band, de schakel wel zeer hecht.
Over de stakingsbeweging onder de haven
arbeiders blijven de berichten onzeker. Dat
de Christelijke Bond van Transportarbeiders
van „strike'* niet wil weten, is zeker een
bemoedigend teeken.
Nadert de tooneelistenstaking baar einde?
Zal Burgemeester Teilegen de vredestichter
zyn, die de rust in Plankenland zal doen
terugkeeren? Waarschijnlijk zal ik inmyn
eerstvolgende» terugblik het antwoord op
deze vraag kunnen geven?....
Den 25en dezer maand zal Prinses Juliana
den eersten steen leggen voor bet vaste
Jaarbeursgebouw, dat te Utrecht zal verrij
zen. Het eerste optreden bij" openbare plech
tigheid van onze wel haast 11-jarige Kroon
prinses. Hoe kort lykt hy achter ons te liggen,
den dag, toen Nederland verheugd werd door
de gelukkige tijding der geboorte van een
erfgenaam der troon. En hoe ontzettend,
hoe verbijsterend veel is er in den loop dier
twee decennia gebeurd op aarde.
BUITENLAND.
In het begin van deze week i9 een ern
stig conflict ontstaan tusscbeD de Entente
en Duitschland. Iedereen weet natuurlijk
wat we hier bedoelen n.l. de kwestie der
UitleveriDg van oorlogsmisdadigers.
Toen het verdrag van Versailles werd ge-
teekend, wisten de Duitschers dat ook de
bepaling erin voorkwam, dat iDdien de
Entente het verlangen te kennen gaf um
uitlevering van oorlogsmisdadigers, daaraan
door Duitschland moest worden voldaan.
De Entente heeft aan Von Lersner een nota
overhandigd, waarin de uitlevering werd
gevraagd en deze juist benoemde gezant
van Duitschland te Parys weigerde een
voudig de nota ter kennis te brengen van
zijn regeering en vroeg onmiddellijk ont
slag. Voor deze houding kon evenwel de
Duitsche regeering nog niet aansprakelijk
gesteld worden. Immers het was de hande
ling slechts van den gezant te Parys. Maar
toen het feit van de uitleveringsvraag in
Duitschland bekend was geworden, stegen
uit alle deelen van het Ryk protesten op.
Eenparig drong men op weigering aan.
Zelfs leden van de regeering, b.v. Noske
verklaarden geen steun te willen en kunnen
verleenen om zulk een eisch te laten door
voeren. Niemand zou worden gevonden al
dus Noske, om landgenooten te arresteeren
en aan de Entente uit te leveren. Zelfs
indien bet bevel zou worden gegeven zou
niemand er aan gevolg geven. Het is een
moeilijke kwestie. Thans |is de nota, met
een begeleidenden brief, waarin de weigering
van Vod Lersner wordt uiteengezet, aan de
regeering te Berlyn door een Ententezaak-
gelastigde overhandigd en het wachten is
slechts op het antwoord vaD de Duitsche
regeering.
Indien de eisch zou worden doorgevoerd,
aldus stemmen uit Duitschland, zou dit de
ineenstorting van Duitschland beteekenen,
het gevaar voor het uitbreken van een bur
geroorlog en ook van een nieuwen wereld
oorlog. Men ziet, dat aan deze kwestie nogal
veel verbonden is, en met dit voor oogen
dient de Entente wel eenige omzichtigheid
in acht te nemen. Geöischt wordt de uit
levering van ongeveer 900 personen. Onder
deze bevinden zich de kroonprins en vele
andere prinsen en vorstelijke personen, de
man van den duikbootenoorlog Von Tirpitz,
Hindenburg en Ludendorff enz. De laatsten
hebben een manifest gepubliceerd, waarin
zij den officieren aanraden zich niet aan de
arrestatie te onttrekken, doch aan te dringen
op berecütiging in Duitschland volgens een
pas van kracht geworden nituwe wet.
Het ontstane conflict is nog lang niet van
de baan. Wat zal de Entente doen, indien
de Duitsche regeering persisteert in haar
weigering. That is the question. De groote
vraag. Maar te Berlijn heeft men thans wel
eenigen houvast aan een feit van belang.
LordBirkenhead.lordkanseliervanEngeland,
heeft een dezer dagen in den raad van ge
zanten, de plaatsvervanger van den Opper
sten Raad en aldus het machtigste lichaam
der Entente, een zeer lange rede gehouden
waarin ny „een standpunt" van Lloyd
George heeft uiteengezet. Nu bracht juist
een bericht uit Londen de tijding, dat de
geallieerden het volkomen eens zyn in de
uitleveringskwestie. Eu nu moet Lord
Birkenhead eenige uren spreken om „een
standpunt" van Lloyd George uiteen te
zetten. Waartoe dient dat? Ook dit is thans
nog een vraag. In elk geval beteekent het
iets, en wy zullen er wel meer vau hooren.
Behalve het rumoer veroorzaakt door
bovengenoemde kwestie is het nogal rustig
in het Rijk. Erzberger is ongeveer geheel
hersteld en zit alweer in de regeeriDgszaken.
Behalve de plaatselijke stakingen zijn er
thans geen groote acties.
De ontruiming van Oost-Prui3en was den
6en Februari reeds een feit geworden en
ook de andere districten zullen niet lang
meer op zich laten wachten.
In bet aangrenzende Rusland wil men
liefst met alle landen vrede sluiten. Maar
alle landen willen niet. De vredesonderhan
delingen met de verschillende randstaten
loopen niet zoo vlug van stapel en zyn geen
volledig succes.
Overigens schijnt men te Moskou ingezien
te hebben, dat vele theorieën door het
communisme verkondigd, in de praktijk niet
blyken op te gaan. Trotzky toch zou ver
klaard hebben, dat de soldatenraden in het
leger zouden worden ontbonden en een
legerchef zou worden aangesteld. En ook
de Bedryfsraden zouden niet kunnen door
gevoerd blijven. De werkdag blijkt verlengd
tot 12 uur. Voorwaar geen spekje vooreen
communistisch bekje. Hoe lang zou het nog
duron, voor in Rusland door evolutie toe
standen worden geschapen als voor het
communistisch bewind?
Distributie van Levensmiddelen.
BROODKAART.
De directeur van het Rijksbureau voor
de Distributie van Graan en Meel, maakt
bekend, dat de broodkaart van 't 127e tijd
vak (zwart gekleurde) geldigis van 19Febr.
tot en met 27 Febr.
Deze kaarten hebben een gelen ondergrond.
MIDDELHARNIS.
De Burgemeester van Middelhamis maakt
bekend, dat voor de week van 9 Februari
1920, tot en met 14 Febr. 1920 zal worden
beschikbaar gesteld op:
Bon 20 Rykssuikerkaart 21/, ons Suiker.
NIEUWE TONGE. Voor de volgende week
is verkrijgbaar gesteld:
Bon 20 der Rykssuikerkaart 2'/2 ons suiker.
NIEUW-HELVOET. Voor de volgende
week is verkrijgbaar gesteld op:
Bon 20 der Rykssuikerkaart 2'/2ons suiker.
De directeur vau het Levensmiddelenbe-
drijf beeft bericht ontvangen, dat er valsehe
Suikerbons in omloop zyn.
Ze zyn kenbaar:
aaan de kleur, die veel lichter is;
b. in bon 16 ontbreekt een kleine cirkel
c. de perforatie is recht en niet gegolfd.
Valsehe bons worden niet door het verre-
kenkantoor vergoed.
VRAAGT GRATIS
ï-ViOSPECTUS
MAASBANK"
Uooldkantooi Jericholaan 63. ROTTERDAM.