2 ONZE EILAND EN VAN ZATERDAG 14 F EBRUARI 192 0. eenige practische ervaringen. Zoo weet ik, dat versche koeien, beesten dus die heel wat melk geven, en heel wat krachtvoer noodig hebben, wil men ze een beetje in d'r vleesch houden en dus niet zoo heel veel ruw voer. 8 of 9 K.G. van het laatste zal voor zulke dieren in den regel eer te veei wezen, dan te weinig. De totale hoeveelheid voer (droge stof) wel te verstaan die zulk soort dieren per dag zullen kunnen verwer ken moet niet grooter zijn dan zoo'n 14 A 15 K.G. Da9 ook bekend by ieder, die een beetje met de voedering van dieren op de hoogte is. Voor koeien met een levend ge wicht van 500 K.G. zal het heusch een heel stuk werk zijn 14 K.G. droge stof (watge vonden wordt in 16 d 17 K G. hooi b.v.) te kauwen en te verteren. Dus heb ik by het begin eenig houvast en ga uit van de ver onderstelling, dat bij' S a 9 K.G. hooi en stroo nog zoo'n 25 K.G. pulp kan worden verwerkt en dan nog op z'n hoogst 5 K.G. krachtvoer. Met deze gedachte ten grondslag ga ik nu aan het cijferen. Aldus: E. V. Z. ZW. 4 K.G. hooi 152 40 1628 1240 3 K.G. haverstroo 20 10 748 340 2 K.G. tarwestroo 8 674 25 K.G. pulp 75 25 1650 1625 1 K.G. lyngruis 272 79 297 718 1 K.G. mais 66 39 670 815 1 K.G. havermeel 72 40 474 597 1 K.G. paardeboonen 193 12 482 666 Te zamen 850 253 6623 6219 Natuurlijk ga ik de zoo gevonden inkom sten nu vergelijken met de normen, die werden genoteerd. En het resultaat van deze vergelijking leidt tot de conclusie: veel te weinig eiwit (750 gram), te weinig vet (rond 150 gram), te weinig zetmeel (rond 1000 gram). Het spreekt van zelf, dat onder die omstandigheden ook de zetmeel waarde (het te verwachten nuttig effect) te laag blijft (zelfs meer dan 2000). Deze gegevens doen my nu besluiten van het ruwvoer met een veel lagere zetmeel waarde iets te laten vallen en daarentegen van het krachtvoer wat meer te nemen; by de keuze van dit meerdere krachtvoer laat ik mij nu leiden door de wetenschap, dat ik vooral eiwit te kort kwam en zetmeel. Ik verlie9 vooral daarom gerust het vet uit het oog, omdat dit heel gevoeglijk door zetmeel kau worden vervangen, doch boven dien door het aanbrengen van meer eiwit rijke voedersoorten tegelijkertijd ook wel voldoende vermeerderd wordt. Gewoonlijk heeft men van het vet in eenig rantsoen voor herkauwers al veel eer te veel dan te weinig. Op grond van de bovenstaande neerge legde gedachten laat ik nu vallen: E. V. Z. ZW. 1 K.G. hooi 38 lÓ 407 310 1 K.G. haverstroo 10 6 374 170 1 K.G. tarwestroo 4 337 109 48 19 1118 689 En ik voeg daarvoor in de plaats weer toe E. V. Z. ZW. 2 K.G. lijn gruis 544 158 594 1436 1 K.G. mais 66 39 670 815 1 K.G. paardeboonen 193 12 482 666 803 209 1746 2917 af: 48 19 1118 589 Het totaal stijgt-. 765 190 628 2328 Er was reeds: 850 253 6623 6219 Nieuw totaal: 1605 448 7251 8547 Dit nieuwe totaal vergelijkende met de normen zal men met mij instemmen, als ik zeg, dat het er zoo al mooi mee door kan. Het te veel aan vet zal heel aardig in staat zijn, om het te kort aan zetmeel te dekken. Ik wil echter opmerken, dat ik liever zou hebben gezien, dat er iets te wei nig vet geweest, ware en een weinig zetmeel over. Echter acht het aldus gewijzigde rant soen een heel goed en twyfel niet, of het zal ook uitstekend bevallen. Mochten de dieren, geprikkeld door dit rantsoen (dezet- meelwaarde er van is heel mooi) meer melk gaan geven, dan 20 liter daags, dan dient er nog wat bijgegeven te worden. En wel vooral eiwitrijk voer. Ik zou voor eiken Liter er boven 1 ons lyngruis en 1 on3 paarde boonen extra aanraden. In de boop met bovenstaande niet alleen voldaan te hebben aan het verzoek van den heer V. te O-B., doch ook aan dat van dien anderen „Belangstellenden Lezer" wil ik dezen keer eindigen met de raadgeving aan allen, die voederrantsoenen hebben samen te stellen zulks uu ook eens zelf te beproe ven. 'tls heusch geen heksentoer. Intu8schen blyfik natuurlijk steeds gaarne bereid een handje te helpen, waar dit noo dig mocht blijken. Vlaardingen, Februari 1920. G. VAN DEB MOLBN. Landbouwonderwyzer. logezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie.) Aan Heeren Landbouwers. Zooals in een advertentie in dit blad is bekend gemaakt, zal de Weled. heer van Hiel, Rykslandbouwleeraar te Dordrecht, a.s. Dinsdag balf vier, in Hotel Spee, voor de Ver. van Oudl. van L. W. C. op G. en O. „Ceres" een openbare lezing houden met het onderwerp „Aardappelziekten en Selectie" Wy hebben den Rykslandbouwleeraar uit- genoodigd dit onderwerp te bespreken in verband met de steeds meer voorkomende verschillende aardappelziekten,en als gevolg daarvan, verminderde opbrengst, dus ook minderwaardig pootgoed leverende. Kon men vroeger weer goed pootgoed verkrijgen door z.g. nieuwe poters uit Fries land, omdat daar meer gezorgd wordt voor goed pootgoed, zoo is bet thans geleverde vrijwel even slecht als het zelfverbouwde pootgoed. Zoo zyn dus de landbouwers aan gewezen om zelf voor goed pootgoed te zorgen, hetwelk hy verkrijgen kan, door de ziekten te leeren keDnen en zooveel mogelyk te bestrijden, hetwelk vooral met selectie teelt te bevorderen is, zoo verzuime niemand deze lezing te volgen, om het een en ander van deze, onze aardappelteelt bedreigende ziekten te hooren. Namens voornoemde Vereeniging, C. DE BONTE, Voorz. Dirksland 12 Febr, 1920. Geachte Redacteur! Herhaalde malen komt de geschiedenis omtrent het geheimzinnige beroep of roeping naar een ander deel van 's Heeren wijn gaard naar voren, hetwelk de heer Versteegt, leerend ouderling der Geref. Kerk van Oud dorp, heeft of zou hebben ontvangen. En daar deze zaak tot buiten de Kerk is doorgedrongen, maar niet volgens de waarheid, acht ik het mijn plicht om de zaak nader toe te lichten, daar er in de Geref. Kerk geen doofput noodig is om het verkeerde in te stoppen. Er staat toch ge schreven: laat alles met eere en orde ge schieden, ook deze zaak. Maar laten wy liever flink en eerlijk voor den dag komen, want dat mag toch wel, of moeten wy in de Geref. Kerk met draaie ryen omgaan, dat is toch niet de leer der vaderen. Onze voorganger zou een roeping hebben ontvangen naar een plaats, welke niet ge noemd mocht worden, waarop voetstoots het tractement moest verhoogd worden (volgens den kerkeraad), maar het over- groote deel der leden was tegen omkooperij. Daarop hebben enkele leden een aanklacht ingediend omtrent wyze van handelen, om die in hun byzyn te behandelen op de eerste kerkvisitatie welke stond gehouden te wor den; op die vergadering is deze zaak be sproken, welke een bevredigende oplossing gaf ten gunste der aanklagers. Maar dat de aanklagers (zooals gezegd wordt door de kerkeraad of een gedeelte daarvan) in den hoek zijn getrapt door de kerkvisitoren, is volkomen onjuist of liever een grove leugen. Maar er is niet op een beslissing gewacht, maar opnieuw vergaderd met de leden, om het tractement te ver- hoogen. De vergadering werd geopend door den voorzitter met de mededeeling, dat bedoelde verhooging er dien avond door moest. EDkele leden hadden daar bezwaar tegen, maar ze werden niet eens geboord, maar er werd gezegd, het is maar voor de lief hebbers. Nu is mijn vraag, zijn er in de Geref. Kerk nog liefhebbers, zyo wy dan niet allen leden van de Kerk. De verhooging is gevolgd dien avond en twee dagen later de beslissing, en die was bedankt voor Ouderkerk a/d IJsel. Daarop volgde een goud horloge met dito ketting als blyk van erkentelijkheid. Er moet nog aan toegevoegd worden, dat de aanklagers nooit of te nimmer zullen bijdragen aan verhooging voorganger of aan een blyk van erkentelijkheid, als het up deze wyze toegaat, want dat is niet kerkrechterlijk. Hopende dat de zaak nu duidelijker is geworden waar het toch eigenlijk om te doen is, maar niet om een hoek, zooals dit geschiedde. Dankend voor de verleende plaatsruimte, EEN OPMERKER, REVUE VAN DE WEEK. 't Was te verwachten, dat de Regeering slechts zeer kort en tevens zeer categorisch zou antwoorden op hetgeen in de Eerste Kamer by de Algemeene Beschouwingen over de Staatsbegrooting '20 werd gezegd over de kwestie der vraag tot uitlevering van den ex Keizor. Tusschen haakjes merk ik hier even op, dat, in strijd met de ver maning van president Van Voorst, de Senaat ditmaal buitengewoon uitvoerige besprekin gen aan het „algemeen beleid" der Regee ring wijdde, zoodat deze op Vrydag 6 Febru ari nog niet konden afloopen, en men, waar Minister van Kamebeek op 10 Febru ari in de Tweede Kamer moest zyn voor het Volkenbondontwerp, genoodzaakt was de Begrooting van Buitenlandsche zaken zoo tusschen de dropjes door gauw gauw even af te doen. Zooals in dezen tyd der verheerlijking van al wat op moties en interpellaties lijkt, past, begon de Eerste Kamer den 3en Febr. hare Budget-campagne met het op de agenda plaatsen van... een motie. De beer vaD Kol maakte haar aanhangig (over de wen- schelykheid om door een Staatscommissie do voor- en nadeelen van staatsmonopolies te doen nagaan) en zy zal bij de Begrooting van Financiën worden behandeld. Mr. de Vos van Steenwyk had uitgerekend, dat wij in Patria nu al met33 diverse staats commissies gezegend zijn. 't Getal wordt voortdurend grooter, en deplaise den arme belastingschuldige ofte wel ongelukkigen Sy'men B«taal-maar, die er „goed" voor wordt geacht. Ik keer terug tot de kwestie van den banneling te Amecongen. Nederland stond voor den plicht objectief „de geboden van wet en eer te volgen", aldus minister Ruys in de zitting van 5 Febr. j. 1. „en het Nederlandsche volk gevoelt, dat het recht om daarnaar te luisteren, zyn zelf standigheid raakt en dat de houding der Regeering tegen de aanvraag om uitleve ring geen andere kon noch kan zijo." Dat is wel zeer duidelijk. De beer Van Kol, wiens uitval tegen den ex-Keizer in den Senaat niets aan felheid te wenschen overliet, wees er terecht op, dat vele mo gendheden ook in de laatste jaren gelijke gastvrijheid verleenden en daar trotsch op zyn. „Amerika", aldus de grijze Rienzi, „is de toevlucht voor de Sinn Feiners, de aarts vijanden van de bevriende Engelsche regee ring en sommige steden benoemden den president van de Republiek der Sinn Feiners zelfs tot eereburger. Mzini, Karl Marx en vele andere bannelingen vonden in Enge land een toevlucht en baar regeering was daarop trotsch.'' De heer van Kol had ook nog kunnen noemen het voorbeeld van Napoleon III, die na Sedan een toevlucht in Engeland vond. Hoe het zy, de verkla ring van den premier, is zoo duidelijk eu ondubbelzinnig mogelyk. Wat er van de geruchten waar is, die volhouden, dat men van de zyde der Entente niet (gelyk een sensatietyding wilde) ons met blokkade zou dreigen, maar wel den plicht van Ne derland doen uitkomen om den ex-Keizer hejzy hier te lande onder strenge bewaking te stellen of te interneeren op een der ons toebehoorende Indische eilanden: wy moe ten 't afwachten. Onbelangryk waren de senatorische be schouwingen zeker niet. De rede van prof. van Embden over de socialisatie stond op zeer boog peil en mr. de Vos van Steen- wijk gaf de S. D. A, P. uitermate bittere pillen te slikken. Terwyl de nog steeds zoo slagvaardige, eminente financier mr. van Nierop de toestand onzer financien, de be denkelijke en schromelijke stijging der ge wone uitgaven besprekend, Minister de Vries zijn scherpe critiek niet spaarde en de leuze van „bezuinigen over de ganscbe linie" met grooter aandrang dan ooit te voren aanhief. Toen de Senaat den 6en tot Dinsdag uiteen ging, had de dood binnen enkele dagen twee zyner leden opgevorderd. Eerst den nog jeugdigen Brabantscben industrieel Diepen, daarna op 66-jarigen leeftyd, den vermaarden geestigen advokaat mr. J.Kap- peyne van de Ooppello, sieraad der Amster- damsche balie, man van schitterend talent en van pittig initiatief. Het oorspronkelijk zoo forsche gestel, was in sneller tempo gesloopt, door de kwaal, die het betrekkelijk, kort geleden had aangetast, dan men had vermoed. Kappeyne's heengaan is zeker niet slechts voor de hoofdstad, wier bloei en ontwikkeling hem zoo lief waren, een zwaar en pynlyk verlies. De heer van Nierop beeft er in den Senaat op gewezen, hoe voor vele particuliere kas sen de lasten nu door de gemeenschap opgelegd, uitermate drukkend zyD. Aan zyn eisch tot bezuiniging door den Staat ver bond hy o. a. kritiek op het inrichten van een paleis in den Haag ten gebruike voor den minister van Buitenlandsche zakeD als ambtswoning. Zeer in strijd met zulk een opvatting van eenvoud is het, door de N.O.T beschikbaar stellen van twee en een half millioen gulden voor betere huisvesting van onze gezanten in den vreemde, waarvan allereerst onze vertegenwoordiger te Berlijn zal genieten. Behooren deze en dergelijke dingen tot de „overbodige luxe", 'tls zeer de vraag. Nederland heeft gestaag een kamp te voeren tegen vijandige stroomingen in den vreemde, tegen nay ver, zucht tot verkleining van ons prestige op het „internationaal concert"... 't Boosaardige verzinsel over het doortrekken van Duitsche troepen in 1914 door ons Lim burg (er is nog pas in don Senaat op ge zinspeeld) wordt nog telkens opgewarmd. De bedreiging aan Nederlandsch adres, dat het zou worden uitgesloten van het deel nemen aande Olympische spelen te Ant werpen vanwege de weigering om Wilhelm vod Huhonzollern uit te leveren is wel een heel kras staaltje van kleinzielig gedoe bij het uitdenken van middelen, om ons anthi- pathie te toonen. Het streven van het Haag- sche Plein om het buitenland voortdurend betrouwbare inlichtingen te verschaffen, om trent al wat deNederlandsche belangen raakt, kan dan ook niet genoeg geprezen worden. De nieuwe dienst der Economische be richten van het Departement van Buiten landsche zaken uitgaande, en waarvan bet eerste deel het licht heeft gezien dezer dageD, ligt geheel in die lyn. De lasten worden al zwaarder, zei mr. van Nieiop en wy ondervinden het allen aan den lijve. In hoofd- en hofstad is o.a. verhooging van tramtarieven op komst. Hevig en zeer begrijpelijk is het gepruttel van Jan Publiek. Toch zal het eind moeten zyn, dat „de kaartjes" duurder worden. Maar gaandeweg openbaart zich een oppo sitie onder degenen van vrie de meerdere uitgaven voor loonsverhoogiog tenslotte moeten komen, een onwil, tegenkanting die den toestand zeker niet makkelijker maakt. De „vicieuse cirkel" blijft ronddraaien en minister de Vries heeft in de Eerste Kamer over de internationale credietregelinggezegd, dat z.i. het initiatief moet uitgaan van een der groote mogendheden. IntusscheD, wan neer de grooten en de kleineren, den plicht van 't initiatief nemen aan elkander blijven endosseeren, dan wordt de kans om uit het aartsgevaarlijke moeras te komen, met den dag geringer. Het internationale posttarief wordt weldra duurder, zoodat voor brieven minstens 40 centimes, voor briefkaarten 20 zal moeten betaald. Opdrijving van de prijzen voor alles en DOg wat blijft aan de „orde van het uur". Mannen als mr. Vissering trachten te geraken tot het treffen van practische vruchtbare maatregelen, om de tooverformule te krijgen welke ons uit het labyrinth zal verlossen. Voorshands toeven we - eilacy nog in de sfeer der bespiegelingen van de tbeorien en van de weeklachten. De uitvoer van vee, verzekert men, zal eerlang vrykomeD, terwyl men aan het de partement „ernstig denkt" over de afschaf fing van de broodkaarten, althans voor het wittebrood, en vermoedelijk tegen den tyd, dat de lente zich wat duidelijker manifesteert dan thans nog, in de periode der schrille afwisseling van lekker Zomersche en guur winterscbe uren, dewelke driekwart Hol land verkouden als—eeD—snip maakt, het geval mag heeten. De staatsmachine werkt nu hard en on verpoosd. Een wyziging der landarbeiders wet, bepalend, dat de maximumkoopprys van een plaatsje bij maatregel van bestuur moet worden geregeld, is klaar. Een out werp Jachtwet voor den Landbouw zoo drin gend noodig als sinds tijden bereikte den Raad van State. Aan de voorbereiding van het in werking treden der arbeidswet wordt met grooten ijver de hand geslagen. Tekort aan toewijding kan niemand mi nister Aalberse ten laste leggen. Evenals tekort aan onpartijdigheid aan minister de Visser by het eeren van wezenlijke ver diensten op het gebied van schoone kunsten. Het hartelijk, huldigend schrijveD, dat Z. Exc. van Onderwijs, K. en W., deD jaien geworden Joban de Meester zond, is een blyk van die onbevangenheid. Voor 't eerst na den oorlog, zal prins Carnaval in de Oeteldonksche „watervrije moerassen" bij Den Bosch weer ten troon stygen. 't Zal weder om carnavalpret wezen, maarzonder maskers en zonder alco hol. In hoever de Oeteldonkers c.s. zich aan deze laatste bepaling zullen houden, moet men afwachten. De Raad van Brabant's hoofdstad gaf intusschen te kennen, dat bet nu met den stryd tegen den alcoholduivel ernst moet worden. Bij het jongste senato- riale begrootingsdebat is o.a. bij monde van de heeren Vliegen en Malefijt gewezeD op het zeer bedenkelijke verschijnsel der stijging van bet drankverbruik. Minister de Vries bracht daartegen in, dat, ofschoon er tus schen 1919 en 1920 een belangrijk accres is aan te wijzen, het gemiddeld gebruik per hoofd, gelukkig nog belangrijk minder is geweest dan in de normale jaren voor rantsoeneeriDg. Z.Exc. erkende intusschen grif, dat de regeering in deze „niet passief" mag zyn, en dat „de Volksvertegenwoor diging zeker vroeger of later van de Regee ring mededeelingen zal ontvangen, omtrent hetgeen zy meent, dat in deze baar taak moet zyn." De Minister van Arbeid wijdt er zijn volle aandacht aan zeker ook ziin ambtgenoot van Justitie. Want tusschen het drankmisbruik en de misdadigheid de jongste criminaliteits-rubriek met de bijzon derheden van den gruwelyken moord te Millingen, de Boymans en andere inbraken etc. biedt weer „stof" voor tal van sensatie films, is de band, de schakel wel zeer hecht. Over de stakingsbeweging onder de haven arbeiders blijven de berichten onzeker. Dat de Christelijke Bond van Transportarbeiders van „strike'* niet wil weten, is zeker een bemoedigend teeken. Nadert de tooneelistenstaking baar einde? Zal Burgemeester Teilegen de vredestichter zyn, die de rust in Plankenland zal doen terugkeeren? Waarschijnlijk zal ik inmyn eerstvolgende» terugblik het antwoord op deze vraag kunnen geven?.... Den 25en dezer maand zal Prinses Juliana den eersten steen leggen voor bet vaste Jaarbeursgebouw, dat te Utrecht zal verrij zen. Het eerste optreden bij" openbare plech tigheid van onze wel haast 11-jarige Kroon prinses. Hoe kort lykt hy achter ons te liggen, den dag, toen Nederland verheugd werd door de gelukkige tijding der geboorte van een erfgenaam der troon. En hoe ontzettend, hoe verbijsterend veel is er in den loop dier twee decennia gebeurd op aarde. BUITENLAND. In het begin van deze week i9 een ern stig conflict ontstaan tusscbeD de Entente en Duitschland. Iedereen weet natuurlijk wat we hier bedoelen n.l. de kwestie der UitleveriDg van oorlogsmisdadigers. Toen het verdrag van Versailles werd ge- teekend, wisten de Duitschers dat ook de bepaling erin voorkwam, dat iDdien de Entente het verlangen te kennen gaf um uitlevering van oorlogsmisdadigers, daaraan door Duitschland moest worden voldaan. De Entente heeft aan Von Lersner een nota overhandigd, waarin de uitlevering werd gevraagd en deze juist benoemde gezant van Duitschland te Parys weigerde een voudig de nota ter kennis te brengen van zijn regeering en vroeg onmiddellijk ont slag. Voor deze houding kon evenwel de Duitsche regeering nog niet aansprakelijk gesteld worden. Immers het was de hande ling slechts van den gezant te Parys. Maar toen het feit van de uitleveringsvraag in Duitschland bekend was geworden, stegen uit alle deelen van het Ryk protesten op. Eenparig drong men op weigering aan. Zelfs leden van de regeering, b.v. Noske verklaarden geen steun te willen en kunnen verleenen om zulk een eisch te laten door voeren. Niemand zou worden gevonden al dus Noske, om landgenooten te arresteeren en aan de Entente uit te leveren. Zelfs indien bet bevel zou worden gegeven zou niemand er aan gevolg geven. Het is een moeilijke kwestie. Thans |is de nota, met een begeleidenden brief, waarin de weigering van Vod Lersner wordt uiteengezet, aan de regeering te Berlyn door een Ententezaak- gelastigde overhandigd en het wachten is slechts op het antwoord vaD de Duitsche regeering. Indien de eisch zou worden doorgevoerd, aldus stemmen uit Duitschland, zou dit de ineenstorting van Duitschland beteekenen, het gevaar voor het uitbreken van een bur geroorlog en ook van een nieuwen wereld oorlog. Men ziet, dat aan deze kwestie nogal veel verbonden is, en met dit voor oogen dient de Entente wel eenige omzichtigheid in acht te nemen. Geöischt wordt de uit levering van ongeveer 900 personen. Onder deze bevinden zich de kroonprins en vele andere prinsen en vorstelijke personen, de man van den duikbootenoorlog Von Tirpitz, Hindenburg en Ludendorff enz. De laatsten hebben een manifest gepubliceerd, waarin zij den officieren aanraden zich niet aan de arrestatie te onttrekken, doch aan te dringen op berecütiging in Duitschland volgens een pas van kracht geworden nituwe wet. Het ontstane conflict is nog lang niet van de baan. Wat zal de Entente doen, indien de Duitsche regeering persisteert in haar weigering. That is the question. De groote vraag. Maar te Berlijn heeft men thans wel eenigen houvast aan een feit van belang. LordBirkenhead.lordkanseliervanEngeland, heeft een dezer dagen in den raad van ge zanten, de plaatsvervanger van den Opper sten Raad en aldus het machtigste lichaam der Entente, een zeer lange rede gehouden waarin ny „een standpunt" van Lloyd George heeft uiteengezet. Nu bracht juist een bericht uit Londen de tijding, dat de geallieerden het volkomen eens zyn in de uitleveringskwestie. Eu nu moet Lord Birkenhead eenige uren spreken om „een standpunt" van Lloyd George uiteen te zetten. Waartoe dient dat? Ook dit is thans nog een vraag. In elk geval beteekent het iets, en wy zullen er wel meer vau hooren. Behalve het rumoer veroorzaakt door bovengenoemde kwestie is het nogal rustig in het Rijk. Erzberger is ongeveer geheel hersteld en zit alweer in de regeeriDgszaken. Behalve de plaatselijke stakingen zijn er thans geen groote acties. De ontruiming van Oost-Prui3en was den 6en Februari reeds een feit geworden en ook de andere districten zullen niet lang meer op zich laten wachten. In bet aangrenzende Rusland wil men liefst met alle landen vrede sluiten. Maar alle landen willen niet. De vredesonderhan delingen met de verschillende randstaten loopen niet zoo vlug van stapel en zyn geen volledig succes. Overigens schijnt men te Moskou ingezien te hebben, dat vele theorieën door het communisme verkondigd, in de praktijk niet blyken op te gaan. Trotzky toch zou ver klaard hebben, dat de soldatenraden in het leger zouden worden ontbonden en een legerchef zou worden aangesteld. En ook de Bedryfsraden zouden niet kunnen door gevoerd blijven. De werkdag blijkt verlengd tot 12 uur. Voorwaar geen spekje vooreen communistisch bekje. Hoe lang zou het nog duron, voor in Rusland door evolutie toe standen worden geschapen als voor het communistisch bewind? Distributie van Levensmiddelen. BROODKAART. De directeur van het Rijksbureau voor de Distributie van Graan en Meel, maakt bekend, dat de broodkaart van 't 127e tijd vak (zwart gekleurde) geldigis van 19Febr. tot en met 27 Febr. Deze kaarten hebben een gelen ondergrond. MIDDELHARNIS. De Burgemeester van Middelhamis maakt bekend, dat voor de week van 9 Februari 1920, tot en met 14 Febr. 1920 zal worden beschikbaar gesteld op: Bon 20 Rykssuikerkaart 21/, ons Suiker. NIEUWE TONGE. Voor de volgende week is verkrijgbaar gesteld: Bon 20 der Rykssuikerkaart 2'/2 ons suiker. NIEUW-HELVOET. Voor de volgende week is verkrijgbaar gesteld op: Bon 20 der Rykssuikerkaart 2'/2ons suiker. De directeur vau het Levensmiddelenbe- drijf beeft bericht ontvangen, dat er valsehe Suikerbons in omloop zyn. Ze zyn kenbaar: aaan de kleur, die veel lichter is; b. in bon 16 ontbreekt een kleine cirkel c. de perforatie is recht en niet gegolfd. Valsehe bons worden niet door het verre- kenkantoor vergoed. VRAAGT GRATIS ï-ViOSPECTUS MAASBANK" Uooldkantooi Jericholaan 63. ROTTERDAM.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1920 | | pagina 2