icrijgbaar tsche vereeniging Dit blad verschijnt iederen WOENSDAG- en ZATERDAGMORGEN. Prijs per kwartaal bij vooruitbetaling. f 0,75 Losse nummersf 0,07' Zaterdag 6 DECEMBER 1919 2E Jaargang. N°. 10 Advertentiën van I—6 regelsf 0,90 Elke regel meerf 0,15 Bij contract aanzienlijk korting. Uitgegeven onder leiding van J. J. L. VAN ZUYLEN door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Voorstraat A 16 Middelharnis. Telef. Interc. No. 20. Adres voor Redactie en Administratie: Bureau „Onze Eilanden" te Middelharnis. AGENTEN te: Bridle: Boekhandel L. Kluit. HellevoetsluisBoekhandel G. M. van der Maesen. Ooltgensplaatfa. Breur Zonen. Oude Tonge: H. Simonse. Nieuwe Tonge: W. van de Ree. Ouddorp: C. de Hooij. Stad aan 't Haringvliet: J. C. Elvé. Dirkslandfa. Binkhorst Zaaijer. MelissantH. Tieleman Cz.. Her king enA. Munters. Ben BommelJ. Woudstra. Oudenhoorn: A. Tuk. Zwartewml: D. Hoftijzer Tzn. Nieuw Helvoet: J. Nooteboom. Rockanje: PI. Monster. Goedereede: Jac. v. d. Tol. Stellendam: N. J- van Dongen. Eiland RozenburgJ. v. d. Vliet Cz., ZanddijkD 38. Middelharnis en Sommelsdijk: Bureau „Onze Eilanden". Zuidland: C. ZevenbergenNz.. SpijkenisseGr. E. van Gent. Heenvliet: "W. Hoepel Bz. Alle brievengaarders nemen advertentiën en abonnementen op dit blad aan. PER HALF ONS 20 CENT 22 24 27 30 25 30 35 20 20 f 20 INKEL1ER. HT. ■x 1871. Litter; Mr. S. BOERS J. SALOMONSON; RENESSE. i. en F. F. PRAGER. f 2.500.000.— f 1.007.200.— 415.265.86 borgstelling, verpanding id. e '1 dag opzegging 2 pCt., in volgens overeenkomst. Y0 's jaars. Bi aars, ad- en inbraakvrije kluis. te Middelharnis, rnis en Ooltgensplaat, a 100 e Dirksland, Middelharnis, Nieuwe- l'öïonge, Ooltgensplaat en Oude-Tonge 'jj de bekende Heeren Agenten en y'.or respondenten De Directie: FEPILLETOiy. JOHANNA VAN VRIJENBAN. I Oorspronkelijke Roman door JAN VAN GELDER I (Nadruk verboden). Tegen Kerstmis werd het weer iets beter, de I lucht werd beider en 's nachts begon het te vriezen. Van tijd tot tyd maakten zij samen weer J wandelingen, die schoon zy hun niet hetinten- 1 sieve genot verschaften van den afgeloopen herfst, f toch een welkome afleiding waren in het een- f lonige wiuterbeslaan. Johanna bad zich weer gezet aan de geschiedenis van Reinoud van |j, Vrjjenbau mol zijn bekoorlijke heiden en onder 1 aansporing van Van Vloten vorderde het werk langzaam en begon allengs zyne voltooiing te "naderen. In veel opzichten was Johauua niet met baar boek tevreden en in den grond van haar hart begon zjj er een tegenzin in le krijgen. Een enkele wenk van Willem zou voldoende ge- weest zjjn om haar de pen voorgoed te doen 1 neerleggen. Maar hij sprak dat woord niet uit, I al begreep zjj intuïtief, dat hij het niet bijzonder 1 op prijs stelde, dat zjj schreef. Met zijn ietwat nonchalante wijze van behandelen, las hij soms I haar handschrift door, plaagde haar, wanneer I zij eeu situatie al te conventioneel behandeld had en vervolgde haar onbarmhartig met stijl- De Bank verstrekt geldt borg, verricht alle ban 3 pCt. Premie=0 Prijs contant i 10.Op afbetal Zes trekkingen 's jaars, Verlies uitgesloten daar m I. Zekere premie binnen vijf jaar. II. Di fouten. Maar toch prees hij hier en daar, las enkele passages, die hem bjjzonder troffen, hardop voor en op zulke momenten kleurde een glans genoegen haar gelaat. En dan ging zij later aan den gang, ofschoon zij voortdurend gehinderd werd door de gedachte, dat Willem het toch beter zou kunnen en eenigszins laag op haar werk zon neerzien. Inderdaad was dit ook het geval, maar wjjl hjj meende dal zij behagen in haar roman schepte voelde hjj zich verplicht haar voortdurend aan te moedigen Dit kleine misverstand deed echter geen van beiden kwaad. Het had zelfs het voordeel, dat Van Vloten op IJselo kon komen en zich tegelijk met den vader en de dochter kon bezighouden, want als hij de laatste onderhouden had over haar liefdeshis torie, ging hij met den ouden graafziltenschaken. Zoo gingen de dagen rustig voorbij: Soms was er iets te doen op het land of in deschuur.dat zjjn tegenwoordigheid vereischte, maar in den regel bepaalden zich zijn bezigheden tot een degeljjke inspectie en leefde hg voor het overige het onbewogen bestaan mede van de bewoners op IJselo. Gelukkig werkten hun naturen mede om hun liefde niet in gevaar te brengen, welk gevaar bestond in de versuffende saaiheid van het milieu. Doch zij waren allen het inhoudslooze leven in den winter op het land gewend en Van Vloten vooral had te veel doorgemaakt om het gemoe delijke en huiseljjke niet met zijn gansche wezen te savoureeren. Zoo naderde Nieuwjaar. Het vriezende weer gatie No. dit laatste geval heeft men te doen met bovengen"gronden, welke uit den aard der zaak nog volstrekt niet uitgeput zjjn. Integendeel, AmsteB vaD de meeste van bedoelde bouwakkers is de al zoo dikwyls hooggeroemde „spaarpot" nog b\j lange na niet ledig. Ja, is zij I— die spaarpot nog maar pas open. Met andere woorden: het geldt nu haast zonder uitzondering gronden, welke nog heel wat plantenvoedsel bevatten; wat volstrekt niet altijd het geval was met het bouwland, het welk men in vroegere perioden, (wegens de betere bedry fsuitkomsten van de veehouderij) in weiland trachtte te herscheppen. Dat bouwland was dan vaak „arm", haast uit geput. En het slecht slagen van den aanleg van het begeerde grasland moest altbaDS voor een deel worden toegeschreven aan het feit, dat de daarvoor bestemde bodem dikwijls maar een heel sombere staanplaats was voor de jonge grasplantjes, welke ont sproten waien uit zaad dat feitelijk dien naam maar half verdiende. Was het wonder, dat men onder derge lijke omstandigheden, het aanleggen van grasland als hoogst moeilijk ging beschou wen? Dat men vele jaren sukkelde met zulk „nieuw" grasland?Dat menig boer met groote overtuiging uitsprak: „vangrasland bouwland maken is Heerenweik, doch bet omgekeerde kan alleen een Boer, daarmee doelende op de groote practische moeilijk heden bij het aanleggen van grasland te overwinnen? Intusschen moet mij hier dadelijk van het bart, dat de bedoelde moeilijkheden voor een heel groot deel veroorzaakt werden door :raslandaanleggers zelve. Want niet alleen besteedden ze veelal te weinig zorg aan de bemesting van het „groen" te maken perceel, ook de bewerking liet niet zelden te wenschen over en dan de bezaaiing! Het scheen wel, dat men bij den aanleg van grasland al bitter weiDig rekeniog hield met het bekende woord van Paulus„zoo wat de menscb zaait, dat zal by ook maaien." Want hoewel ik natuurlijk aanstonds toe geef, dat Paulus b(j het bezigen van de aan gehaalde woorden in zijn brief aan de Galaten, had zich niet kunnen handhaven wijl de wind steeds in de Z. W. hoek was blijven zitten. Nu begon het op Oudejaarsdag te sneeuwen, eerst zacht en fijntjes later op den dag met groote vlokken. Van Vloten bevond zich 's morgens juist op den .Dodenkamp" toen er aan de overzij uit het dennenbosch een rijiuig te voorschijn kwam, dat in snellen galop de hoeve naderde. De eigenaar zag onverschillig uit het raam en vroeg zich zeiven met vage nieuwsgierigheid af, wie dat wezen kon. .Misschien mijn architect", dacht hjj en ging naar de keuken, waar hjj Gerrit bezigvond, met een oud kouijnenhok te verven. „Gerrit, daar komt een rjjtuig. Als het soms een zekere architect Graafland uit Den Ilaag is, zeg dan maar, dat ik op Oudejaarsdag geen vreemdelingen ontvang. Van Vloten was er zoozeer van overtuigd, dat het niemand anders kon wezen dan Graafland, dat hij lachend voor het raam ging zitten, ter wijl hp zich zeil verkneukelde van prei, dat bij hem onverrichter zake terugstuurde. Wat duivel, men kon toch vun te voren bericht zenden en vragen, of men ontvangen kon worden Het rjjtuig, dat met twee paarden bespannen was, rolde over de brug en hield voor de deur vau den „Dollenkamp" stil. De koetsier sprong van den bok af en klopte met den knop van de zweep op de deur. Gerrit deed open, en ant woordde op de vraag, of mynheer Van Vloten te spreken was, dat deze op .31 December niemand ontving. Hg had dezen last niet ontvangen, maar deze in figuurlijken zin zal hebben bedoeld, neemt zulks niet weg, dat ze óók in de eigenlijke beteekenis ten volle de aandacht waard zijn, vooral van den boer en wel heel in het bijzonder van den landman, die van bouwland grasland wil maken. Doch ik wees op het groote verschil tus- schen de omstandigheden, waaronder men vroeger wel eens van bouwland grasland maakte en die, welke thans gelden by den zoogenaamden héraanleg. Toen begon men met een vaak knap uitgeputten bodem, thans heeft men te doen met veelal nog heel vruchtbare terreinen. Over bemesting van deze behoeft men zich dan ook mijns inziens niet zoo heel druk te maken. Wel is waar kunnen een baaltje of 6 Thomasslakken per H.A. geen kwaad en een 1000 K.G. kalk natuurlyk evenmin, alsmede 500 K.G. 20 °/0 kalizout, doch in de meeste gevallen ieder kent z'n eigen grond het best zal alleen wat snelwerkende stikstofmest wel noodig blyken als een volgend jaar de dekvrucht is gemaaid en men de jonge grasplantjes een steuntje in den rug wil geven. Over de BEMESTING zeg ik dus, nu het geldtden Héraanleg tot grasland van „nieuw" bouwland, geen woord meer. Allereerst komt dan ook aan de orde: de BEWERKING. {Wordt vervolgd.) Ylaardingen, 30 November I9L9. G. van der Molen, Landbouwonderw ijzer. Cats—Revius. Over bovenstaand onderwerp werd Woeus- dagavond in het gebouw vaD Chr. belangen een lezing gehouden door Ds. Callenbach uit Rotterdam. De voorzitter RobbemoDd leidt met een kort woord den spreker by het publiek iD. Deze begint met ons te ver tellen, dat hy in zijn gymnasiumjaren niet veel gevoelde voor de gedichten van Cats doch later als predikant op een dorp in Zeeland door jarenlange omgang met een zeker ouderling „Dieke" er toe kwam Cats nader te bestudeeren. Dieke, aldus spreker, zweerde by vader Cats. Zoo kwam hy met dezen ouderling in een gezin op huisbezoek, waar verslagenheid heerschte, omdat de oudste zoon [afgewezen wa3 op 't examen voor onderwijzer. Dieke, wetende dat de jongen het gezellig samenzijn met een of ander meisje op een avondwandeling ver koos boven zyn duffe studeerkamer ant woordde doodleuk: „Och ja, vader Cats zou zeggen: Den doek ging boven den boek". Evenals Busken Huet, kwam spreker by nadere bestudeering van Cats tot de conclu sie, dat hy dezen dichter vroeger verkeerd beoordeeld had. Dr. A. Kuiper noemde Cats een echt Calvinistisch dichter, doch volgens spreker is Revius by uitstek een Calv. dich ter. Beide dichters leefden in deu 80-jarigen oorlog en beiden stamden af uiteen eerbaar geslacht. Er is evenwel ook verschil zooals we zullen zien. Cats had het ongeluk op jeugdigen leef tijd zyn moeder te verliezen. Hy werd by een tante in Zierikzee grootgebracht, stu deerde te Leiden in de rechten en begaf zich naar Parijs en Orleans om er te docto reeren, waarna hy zich in Den Haag ves tigde als advocaat. Cats, die niet aan heksen geloofde, steeg by 't volk zeer in aanzien, toen hy een oude vrouw uit Zierikzee be schuldigd van heksery, wist vry te pleiten. Revius werd geboren te Deventer en opge voed door zyn vader. Hij studeerde te Leiden en te Franeker. Hij muntte vooral uit in de Grieksche en Hebreeuwsche taal. Hy was dan ook een van de revisoratoren bij de bijbelvertaling door de Synode, wel een be wijs, dat men in hem zag een bekwaam zijn meester, die hem door de openstaande kamer deur hoorde prateD, liet hein stil begaan. De koetsier ging naar het portier van het rijtuig, opende het en vertelde het nieuws aan den in zittende. Deze stak het hoofd naar builen en tot zyn verrassing zag Van Vloten, dat liet een dame was, gekleed in zware rouw. Zij zei iets tot Gerrit, dat zijn meester niet verstond, maar hij hoorde zyn knecht weer zeggen, dat mijnheer op Oude jaarsdag niet te spreken was. De dame gaf weer antwoord en scheen haar verzoek te herhalen, maar Gerrit in zijn kwaliteil van Cerberus sloeg de deur dicht en ging naar de keuken, zonder aan Van Vloten iets verder te vragen, wat ook niet noodig was. De eigenaar ging voor het raain zitten en wachte met een stil vermaak de dingen af, die komen zouden. De koetsier sloot het portier, wierp een paar dekens over de paarden en ging heen en weer loopen. Men was blijkbaar niet van plan heen te gaan. Na een kwartier klopte de koetsier weer aan, Gerrit scheen van ms hetzelfde spelletje te vertoonen, toen Van Vloten er zich in mengde, zeggende, dat hij wel even den tijd had. De dame stapte uit en werd door Gerrit in de werkkamer van zyn meester ge- lateD, die haar zwijgend ontving. Zjj begon met zachte slem te spreken en verontschuldigingen te maken over haar optreden. „Met wie heb ik de eer?" vroeg Van Vloten. „Mevrouw Harstenhoek", klonk het stil en eigenaar zag haar een oogenblik ernstig Heeft Revius vele historische gedichten gemaakt o.a. Het beleg van B. o. Z. in 1622, Den Bosch iD '27, op Johan van Nassau (tot de Spanjaarden overgeloopen) op „de Heilige geest" (een der schepen der Sp. Zilvervloot), Het Twaalfjarig Bestand by Cats vinden we enkel een gedicht op M. H. Tromp. By Revius vinden we kloekheid, zeggings- Z(j was een kleine, tengere, bleeke vrouw, die nog minder scheen dan zij was door bet zwarte rouwgoed, waarin haar gestalte als het I ware verdween. Zy sloeg den kripsluier op en vertoonde een smal gezichtje met groote oogen, door fjjne wenkbrauwen van boven en zwarte randen van onder. „De reden van mijn komst is U zeker bekend vroeg zij, terwjjl baar oogen onzeker ronddwaal- den. „Pardon, ik snap er niets van. Maar gaat U zitten". Hij gaf haar een stoel en zette haar roet het j j gelaat in het licht, omdat hy haar goed wilde beschouwen. Zij blikte hem zenuwachtig aan, streek de plooien van haar rokj glad, zocht blijkbaar naar woorden en zei toen: „Ik heb U twee brieven geschreven". Daar de ander haar geen antwoord gaf, ging zy verder: „En U hebt niet geantwoord". Van Vloten zweeg nog altijd. Zy zag hem by na smeekend aan, als wachtte zy op antwoord, maar toen dit niet. kwam, vervolgde zy: .Ik wilde zoo graag met U in een schikking treden. Ik kan onmogelijk het geld betalen, dat mjjn overleden manU schuldig was.Ik had ge hoopt, dat U mij een som zou noemen, waarmee U voorloopig tevreden was. Weken wacht ik al op antwoord, mijnheer. Het is zoo wreed te moeten wachten Waarom hebt U niet geschrevenI {Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 1