ALLES BENUTTEN SAMENWERKEN 2 ONZE EILAND EN VAN ZATERDAG 11 OCTOBER 1919. slotte bleken de Avro's te zijn. Wij althans moeten bekennen, dat er even een ril ling door ons heen liep. Het spel ging beginnen. Even later arriveerde num mer vier. Kapitein Hinchcliffe, de man met één oog (het andere verloren in den oorlog), een Braziliaansche dame en een groote witte hond stapten uit het eerste vlieg tuig. De andere machines cirkelden nog wat en daalden ten slotte alle keurig op het witte kruis, dat het midden van het terrein en het noorden aanwees. We brachten het gezelschap met twee auto's naar hotel Meijer. Direkt konden we merken dat de heeren op hun gemak waren. Ze vonden de rust van Middel- harnis aaDgenaam en voelden 2ich dade lijk thuis. Ongeveer twee uur, de muziek uit Rotterdam was inmiddels gearriveerd, ging de eerste machine de lucht in met de heeren Presburg en Hoogzand. En daarna liep het zoo kalm door. Een veertigtal Flakkeeënaars ondergingen den luchtdoop. Hinchclilïe voerde twee maal gedu rende een kwartier accrobatische toeren uit. Het was bewonderenswaardig. Voor dezen man blijkt niets onmogelijk. Hij duikelt, hij schiet loodrecht naar bene den, hij laat zich als hulpeloos vallen, en het is als spel. Aan het eind van den middag bevonden zich twee Avro's in de lucht, die als kwajongens om elkaar heen tolden. Eenigszins ontdaan kwamen en kele passagiers beneden, de aviateurs hadden meer met ze gedaan, dan ze wei wenschten 1 Maar Zaterdag was toch het hoogte punt van het leest. Een 5000 betalende bezoekers, daarenboven een groot aantal buiten het terrein. Want dht was onze bedoeling geweest: men moest veel kun nen betalen of weinig of niets, maar ieder moest in de gelegenheid zijn, te zien opstijgen en landen. Zaterdagmorgen heb ben we zelf de grootste tocht mee gemaakt van beide dagen. Een kleine drie kwartier waren we in de lucht, we cirkelden boven Ouddorp en Goeree, vlogen om den toren van Brielle, daalden laag boven de huizen, gingen regelrecht naar Helle- voetsluis, om over het Haringvliet terug te keeren. Beneden lag als 'n stip op het water de tramboot. We vlogen de dorpen voorbij, wierpen op een teeken van den bestuurder strooibiljetten uit keerden dan terug om te zien, hoe de menschen er naar grepen. Het was in éen woord een schitterende tocht, En we weten nu ook, wat „looping" is. Verder is er dien morgen weinig ge vlogen. Maar 's middags des te meer. Drie, vier Avro's waren vaak tegelijk in de lucht. Kapitein Hinchcliffe zelf zag zich genoodzaakt, de acrobatiek uittestellen om de liefhebbers van een tochtje af te werken. Geen dorp van Flakkee is er meer, of iemand vandaar heeft gevlogen. De heer Lodder van Goedereede en Breesnee van Nieuwe Tonge hebben hun woonplaats vanuit de lucht bekeken. Eindelijk ging Hinchcliffe nog eens de lucht in met zijn Braziliaansche gezellin. Het enthousiasme steeg ten top. Als hij laag over de hoofden scheerde, juichte de menschenmassa en klapte in de han den en zwaaide met de hoeden. Toen hij geland was, hebben wij hem en zijn makkers gehuldigd met een krans. Toen was het publiek niet meer te hou den. In enkele oogenblikken was het een kolossaal gedrang op het vliegveld. Er was geen houden meer aan, de heiningen werden genegeerd en men drong om de vliegeniers samen. Hinchcliffe, die zich nogal onverschillig betoonde voor hulde, was even geroerd. Het veld werd ontruimd en spoedig was alles weer rustig. In het vallend donker stonden de groote vogels. Hinchcliffe heeft ons gezegd, hoe tevre den hij was over de regeling op het veld. „Als u beroeps-vliegenier was geweest," zei hij, „had het niet beter gekund." Een complimentje, waarop wij trotsch meenen te mogen zijn. Hij heeft ons gevraagd, binnen eenige dagen nog eens in den van Pallandts- polder te mogen landen en benzine in te nemen. Hij komt dan met drie machi nes terug uit Engeland waarheen ze Zondagmorgen vroeg vertrokken. Ver moedelijk zullen ze dan in Midclelharnis het middagmaal gebruiken. "Wij zien terug op welgeslaagde dagen. Voor wij de lijst afdrukken van hen, die gevlogen hebben, mogen wij nog wel een persoonlijk woord neerschrijven. Wij hebben drukke dagen gehad. Alles moest in zeer korten tijd gebeuren. Wij hebben zeer veel steun gehad van den heer Presburg van Rotterdam, dien wij hier wenschen te danken. In de tweede plaats danken wij alle anderen, die medewerkten aan het slagen van de demonstraties. Wij denken aan de muziek van Sempre Crescendo. Het deed ons veel genoegen, dat ons eigen korps den tweeden dag wilde musiceeren en de stemming verhoogen. De heer Hollen heeft het terrein keurig versierd, de heer Hossen meegewerkt aan de in terne regeling en controle. Wij danken voorts de politie, die zorgde dat de orde zoo uitnemend werd gehandhaafd. Tenslotte zeggen wij dank aan allen, die door hun woord ons zegden, dat ze ons werk op prijs hebben gesteld. Wij hebben getoond, meenen wij, in welke richting wij liefst werken, tot onze blijd schap is er een geest, die onze richting de juiste acht en op prijs stelt wat wij deden. Wij zeggen daarvoor allen dank. Dit zet over andere teleurstellingen heen. Een passagiers vlucht hebben de vol gende personen gemaakt: OP VRIJDAG, de heer A. Hoogzand, Middelharnis. de heer C. H. v. Oosteroom, Sommelsdijk Mevr. v. Oosteroom-Dokkum, de heer Guérand, Stellendam de heer H. Vroegindeweij, Sommelsdijk de heer D. Lodder, Goedereede de heer van Thiel, Middelharnis de heer C. F. Arends, Middelharnis Mejuffr. N. Weijerse, Oostvoorne de heer Jas, Oostvoorne Mevr. JasWeijerse, Oostvoorne de heer L. Goudswaard, Sommelsdijk de heer Matth. Blok, Middelharnis de heer P. v. d. Doel, Nieuwe Tonge de heer J. A. Slis, Sommelsdijk de heer W. v. d. Hoek, Sommelsdijk de heer J. J. Meesters, Sommelsdijk de heer B. v. d. Stad, Sommelsdijk de heer C. Kramers, Rotterdam de heer D. Poortvliet, Dirksland de heer Overzier, Dirksland de heer C. de Graaf, Dirksland de heer L. Molendijk, Nieuwenhoorn Mevrouw L. Molendijk, Nieuwenhoorn de heer C. Penning, Dirksland de heer T. de Gast, Sommelsdijk de heer van Beek, Melissant Mejuffrouw Hendriks, Den Haag de heer C. Bresijn, Middelharnis de heer C. van Schelven, Middelharnis de heer C. van Nimwegen, Oolfgensplaat de heer A. Hobbel Lt.zn., Ooltgensplaat de heer F. K. J. Blokhuis, Middelharnis de heer J. Bouman, Sommelsdijk de heer J. D. van Beek, Zuidland de heer W. Knüps, Middelharnis de heer L. Verkerke, Middelharnis de heer D. van Bergen, Nieuw Helvoet de heer J. Mooldijk, Nieuwenhoorn. OP ZATERDAG, de heer J. J. L. v. Zuylen, Middelharnis de heer W. Presburg, Rotterdam de heer R. Tabbers, Sommelsdijk Mevr. TabbersPeters, Sommelsdijk de beer A. Jansen Jr., Middelharnis de heer G. Degenhart, Middelharnis de heer A. A. Mijs, Sommelsdijk Mejuffr. J. H. Mijs, Sommelsdijk de heer J. Koert, Middelharnis Mevrouw J. Koert, Middelharnis de heer L. Bosschieter, Dirksland Mevr. L. Bosschieter-Lammerse, Dirksl. de heer A. Luijendijk, Stellendam de heer L. v. d. Vlugt, Ooltgensplaat Mejuffr. K. J. Slis, Middelharnis de heer C. Zoeteman, Dirksland de heer N. Tanis, Ouddorp de heer (D. van Beelen, Sommelsdijk de heer D. J. Voegindeweij, de heer L. G. Steehouwer, de heer P. van Oudgaarden, Brielle de heer C. Vis, Sommelsdijk Mejuffrouw G. J. van Beek, Melissant Mejuffrouw D. van Beek, de heer G. J. Hückenzwager, Monster de hr. N. J. v. Nieuwenhuizen, Ooltg.p. de heer G. Spoon, Zuidland de heer D. Breesnee, Nieuwe Tonge de heer C. Warnaer, Dirksland de heerlT. Renaud, Goedereede Mevr. Renaud-v. d. Wende, Goedereede de heer P. M. v. Gapelle, Ooltgensplaat Mevrouw P. Jacobs, Achthuizen de heer T. van de Wende, Goedereede Mevrouw v. d. Wende-Witte, de heer J. Buth Dzn., Dirksland de hr. J. A. v. Nieuwenhuizen, Ooltg.p. de heer G. Knaape, Oude Tonge de heer Joh. Daamen, Sommelsdijk de heer J. J. Nipius, Middelharnis de heer N. C. But, Mejuffr. A. van de Tol, Mejuffrouw T. Dijkers, de heer J. Vroegindeweij, Sommelsdijk de heer A. S. Kobus, Rotterdam de heer J. v. Nieuwenhuizen, Ooltg.p. de heer A. P. Nipius, Middelharnis de heer II. van Gent, Den Bommel de heer J. L. Waling, Stellendam de heer A. Waling, Ooltgensplaat de heer P. Goumare, Stad a/t Haringvliet de heer J. M. Buskop, Sommelsdijk de heer I. A. Luijendijk, Den Bommel Mevrouw Mijs-Koltï, Sommelsdijk Mejuffrouw A. E. Mijs, de heer M. Jansen, Stellendam de heer C. M. Jansen, Mejuffrouw N. Touw, Dirksland de heer T. H. Holleman, Nieuwe Tonge Mevrouw W. Presburg, Rotterdam Mevrouw van Pottum, Vergadering van Onderwijzers en Onder wijzeressen in het Arrondissement Mid delharnis op Donderdag 25 Sept. in het Hotel Meyer. Donderdag 25 Sept. 's middags om half een was door den Heer Schoolopziener in het ArrondissementMiddelharnis, den Weled. Heer De Winter, een arrondissements-ver- gadering uitgeschreven voor heel het onder wijzend personeel op Goeree en Overilakkee. De groote zaal was geheel gevuld met pae- dagogen, die uit alle plaatsen van het eiland waren gekomen om van hun belangstelling blijk te geven. Wij juichen 't houden van dergelijke ver gaderingen toe, ze moesten eigenlijk meer dere keeren gehouden worden. De onderwij zers van Flakkee vinden dan een mooie gele genheid om elkaar in 'n gezellige bijeenkomst te ontmoeten, waar zoowel 't nuttige als 't aangename gevonden wordt. Leerrijke en actueele onderwerpen kunnen geregeld be handeld worden, zooals nu b.v. de mooie inleiding van den Heer Ruiter over Geschie denisonderwijs en zedelijke opvoeding. Nieuwe gezichtspunten kunnen dan geo pend worden. De onderwijzers krijgen dan 'n mooie gelegenheid om met elkaar eens van gedachten te wisselen over belangrijke vraagstukken op onderwijsgebied, waartoe 't onderwerp van den Heer Ruiter ruim schoots ook aanleiding gaf. En zulke bijeen komsten zyn ook in hooge mate leerrijk, haar paedagogische waarde is niet gering te schatten. Maar wat 't aangename betreft zullen velen ook goede herinneringen aan deze vergadering behouden. Hier op 't eiland wordt ons zoo weinig, zoo vreeselijk weinig gegeven op 't gebied van Kunst, daarom, 't geen Mej. L. Thielman (zang) en de Heeren J. Kleeuwens eD L. Bol (viool) en P. Vis (orgel) gedaan hebben om 't gezellige van deze bijeenkomst te verhoogen, verdient alle lof. Ze hebben ons 'n middag doen vergeten, dat we op 'n afgelegen eiland zitten, ze hebben ons werkelijk doen genie ten van hun begaafdheden. De Trio's, die gegeven werden door de Heeren waren in één woord magnifiek, als je die mooie accoor- den hoorde, vergat je alles om je heen, ging je geheel op in die heerlijke muziek van Schumann, Mendelssohn enFlotow;de zangnummers gegeven door Mej. Thielman begeleid door orgel en viool, waren niet minder mooi. Haar prachtig geluid dwong ieders bewondering af, en 't da verend applaus dat haar ten deel viel telkens, was ruim schoots verdiend. Hoe mooi klonken niet 't Ave Maria van Gounod, dat toch altijd blyft bekoren, verder 't prachtige Zonnelied van C. v. Rennes, enz.) In zyn openingswoord zeide de voorzitter, de Heer De Winter, dat het nu elf maanden was geleden dat de vorige arrondissements- vergadering was gehouden die in alle op zichten zoo uitstekend geslaagd kon ge noemd worden. De tyd, die nu achter ons ligt, is van groot belang geweest, veel is er in dien betrekkelyk korten tyd voorgevallen enkele onderwijzers, die verleden jaar nog hier in ons midden tegenwoordig waren, zijn uit dit leven gescheiden. De vorige maal woedde de vreeseiyfee wereldoorlog nog met alle kracht, nu is het vrede, al is niet overal de rust teruggekeerd. We mogen ook opti mist zijn over de salarisverhooging, die dit jaar tot stand is gekomen en die voor velen een aanmerkelijke verbetering is, verder over de eindelijke gelijkstelling van het Bijzonder onderwijs met 't Openbaar. Dan is nu een wetsontwerp ingediend tot reor ganisatie van het geheele onderwijs. We kunnen dus gerust spieken van een belang rijken tijd, die achter ons ligt en van ge wichtige dingen die staan te gebeuren. Aan deze vergadering hebben wy het nuttige en het aangename verbonden en ik verklaar met het uitspreken van de hoop, dat deze bijeenkomst een noggrootersucceszal worden dan de vorige de vergadering voor geopend. Nog las de voorzitter een schrijven van Zyne Excellentie den Minister van Onderwijs voor, dat deze verhinderd was tot zijn groote spijt om de vergadering bij te wonen, verder een bericht van verhindering van den Heer District-Schoolopziener. In verband met de te houden bespreking door den Heer Pollee had de voorzitter den Heer Pool, directeur der R.H.B.S., uitgenoodigd, maar deze bad ook een bericht van verhindering gezonden. Over de vergadering zelf willen we zoo kort mogelijk zyn. De heer K. Ruitër hield 'n inleiding over Geschiedenisonderwijs en zedelijke opvoeding „Mea Culpa". De wereldbrand heeft groote verwoestingen aangericht, niet alleen materieel, maar ook in de harten der menschen en dat alles mag door ons, opvoeders der jeugd, niet met stoïcynsche kalmte aangezien worden. We hebben verplichtingen tegenover 'tkomend geslacht, waarvan de opvoeding aan onze zorgen is toevertrouwd. Velen hadden vóór den oorlog de illusie gekoesterd, dat een bloedige krijg 1° de moderne 20e eeuw on mogelijk zou zyn, helaas, die illusie is een hersenschim gebleken, maar moet werkelijk heid worden. Wy allen wenschen vrede op aarde, wij willen de menschen beter maken,maar we vergeten geheel ons zelf. Door 't geschiedenis onderwijs wordt de jeugd in kennis gebracht met allerlei ruwe, bloedige daden van onze voorouders. By'voorkeur wordt den leerlingen verteld van vreeselijke burgeroorlogen, van moord en doodslag en bij zulke verhalen „geniet" ons toekomstig geslacht. De jeugd wordt dus als 't ware op de school by het geschiedenisonderwijs vertrouwd gemaakt met de menschonteerende daden van onze voorvaderen, vindt daar genoegen in en zal dus later alles, wat met zooveel „smaak" aangehoord is, in toepassing brengen. De onderwijzers zyn dus indirect door hun onderwijs in de historie oorzaak geweest van den vreeselijksten aller oorlogen. Inleider wil daarom niet alleen een „Mea Culpa" uitspreken over zichzelf, maar liever ook een „Nostra Culpa" omdat alle onder wijzers op den ouden wegblijven voortgaan met hun onderwijs. Door andere onderwys- vakken wordt de jeugd liefde aangekweekt voor 't schoone, maar door 't geschiedenis onderwijswordt alles weer ongedaan gemaakt Inleider wil ook liever geen vaderlandsliefde opwekken bij de jeugd, want aangekweekte vaderlandsliefde wekt chauvinisme en chau vinisme voert onverbiddelijk tot oorlog. (Luide teekenen van instemming.) Dat echter allen bet met dit laatste niet eens waren, bleek duidelijk uit 't debat, dat zich na de keurige inleiding van den heer Ruiter ont spon. Goed aangekweekte vaderlandsliefde leert ook de handelingen van onze nationale tegenstanders waardeeren, zal dus niet voe ren tot chauvinisme. Alles, wat door onze vijanden gedaan werd, moet niet dadelijk in een kwaad daglicht gesteld worden, onze voorouders wareu zelf ook zoo zuiver niet. De conclusies, die inleider ten slotte maak te, waren, dat de 200 a 800 uur, die aan 't onderwijs in geschiedenis gegeven worden, beter moeten besteed, beschavingsgesch. is echter voor onze jeugdige leerlingen te hoog, gesch. zooals die tot nog toe onder wezen is, deugt niet, 't menschdom is steeds opgevoed met moord, doodslag, verwoesting, enz. we moeten dus iets anders zoeken, dat beter is. 't Doel van ons gesch. ond. moet zijn, de menschen hooger te stellen, liever dus hun mooie daden aan de jeugd mede- deelen, dan de leerlingen te laten „smullen" van allerlei bloederigheid. De heer J. Kleeuwens heeft enkele litte raire voordrachten gehouden. Hy droeg de beide gedichten van Marie Boddaert „In de Smidse" en „Van twee Koningskinderen" voor met zeer veel gevoel, vooral 't eerste was prachtig te noemen, de wyze waarop hij 't deed, dwingt bewondering af. Na de pauze hield deze heer nog 'n voor dracht over 'n Vlaamsche verkiezing naar Justus van Maurik, waarin op 'n bepaald komische manier geschetst wordt, hoe in Belgie 'n verkiezing plaatsheeft. Wy, kalme Hollanders, kunnen ods geen voorstelling vormen vau de woeste tooneelen, die zich daarbij afspelen, 't Applaus, dat den Heer Kleeuwens ten deel viel beide keeren, was wel verdiend en hij heeft ook 't zijne er toe bijgedragen om de vergadering 'n groot succes te doen worden. De Heer Pollee uit Oude Tonge hield causerietjes onder 't motto „Schetsjes uit 't tijdperk der zeeoorlogen" (naar Joh. H. Been), waarin op uitvoerige wijze enkele zeeslagen uit onze oorlogen met de Engel- schen geschetst worden. Velen uit de verga dering zullen 't misschien bloederig en beestachtig genoemd hebben, anderen juichten mogelijk alles als pure vader landsliefde toe. Nog werd door den Heer Pollee een korte bespreking gehouden over 't toelatingsexa men voor de R. H. B. S. te Middelharnis. Hij begon met te zeggen, dat hij dit by de rondvraag ter sprake had willen brengen, maar 't nu als punt van de agenda op 't programma zag staan, waarom hij dus fei telijk onvoorbereid deze zaak, die zuoveel stof heeft doen opwaaien, moest bespreken. Ods inziens hoorde een dergelijke uiteen zetting en 't onverkwikkelijk debat, dat daarna gehouden werd, niet thuis op een openbare feestelijke vergadering, 't Was hoofdzakelijk een persoonlijke stryd, die gevoerd werd en die beter achterwege had kunnen blijven, 't Was jammer, dat de ove rigens zoo goed geslaagde vergadering in zooveel heftigheid en stryd moest eindigen. Spreker gaat dan 't toelatingsexamen na, dat vooral voor de Ned. Taal dit jaar veel, veel te zwaar was, als bewijs haalt hij eenige voorbeelden aan van dingen, die gevraagd werden en die ook ons inziens voor 13- en 14-jarige leerlingen te moeilijk waren. Hij bespreekt dan nog even zijn polemiek daar over gevoerd met den Heer Pool in „Onze Eilanden"; de Heer Pool ging niet op de eigenlijke zaak, waarom 't ging, de te hoog gestelde eischen, in, maar had 't te veel over de inlichtingen door de H.H. Hoofden verstrekt. Na deze uiteenzetting vraagt de Heer Kappetein, leeraar aan de R. H. B. S 't woord. Hij heeft enkele bezwaren tegen 't door den Heer Pollee gesprokene. Spreker komt op tegen de slechtheid en onbetrouw baarheid van de inlichtingen van sommige H.H. Hoofden. Hij geeft echter toe, dat de opgaven in sommige opzichten voor ver schillende leerlingen te moeilijk waren, maar volgens spreker is de opleiding op de ge wone scholen hier op 't eiland toch op den goeden weg, dat heeft 't laatste toelatings examen bewezen. Hij wil echter protesteeren tegen de onbetrouwbare inlichtingen, die soms gegeven worden en haalt daarvan eenige typische voorbeelden aan, die reeds door den Heer Pool in „Onze Eilanden" in zyn polemiek met den Heer Pollee meege deeld werden. Er ontspint zich nu een vrij heftig debat tusschen de Heeren Pollee en Kappetein, dat 'n sterk persoonlijk tintje krijgt. De Heer Pollee zegt in 1914 'n groote fout gemaakt te hebben, maar dit ontneemt hem toch niet het recht nu zyn luid protest te doen hooren tegen de hoog gestelde eischen van 't toelatingsexamen. De Heer Bouman wil een middenweg aanwijzen waarmee beide partijen tevreden kunnen zijn. Hy heeft voorgesteld, dat een minimum, dat door allen gemaakt moet worden, aan de leerlingen zal voorgelegd worden, verder een toegift, waaraan ieder zyn krachten kan beproeven, maar dit uiet behoeft te doen. Na eenige discussies sluit de voorzitter de vergadering en brengt 'n woord van dank aan allen, die medegewerkt hebben om de vergadering te doen slagen. Hij vindt'techter jammer, dat op 't eind nog zulke heftige persoonlijke discussies gevoerd werden. Wegens 't vergevorderde uur had de Heer van Eek geen gelegenheid meer om een bespreking te houden over 't Herhalings- onderwijs. Verslag van het verhandelde in do ver gadering van den Raad der gemeente Nieuwe Tongeop 26 Sept. 1919. Tegenwoordig de heeren J. Overdorp, Burgemeester-Secretaris, A. Dorst, Dk. Bree snee, C. de Haas van Dorsser, A. C. Bree snee en L. NeJisse Lzn. Na opening der vergadering met gebed, zijn de notulen der vorige vergadering ge lezen en onveranderd goedgekeurd. Wordt gelezen een schrijven van Jobs. Bakker alhier, d.d. 20 Sept. 1919 houdende verzoek om geheele ontheffing van zyn aan slag in de Hondenbelasting dienst 1919. Besloten wordt aan den heer Bakker ge heele ontheffing te verleenen. Wordt nogmaals in behandeling genomen de door B. en W. in concept opgemaakte verordening tot regeling van do wyze van uitbetaling der jaarwedden van de onder wijzers aan de o, 1. school in deze gemeente, en tot regeling van de inhouding dier jaar wedden bij verlof tot afwezigheid welke in de vorige vergadering was aangehouden. Tegen deze verordening worden geene op- of aanmerkingen gemaakt, waarna deze met algemeeno stemmen wordt aangenomen. Wordt met 5-algemeene stemmen be sloten tot af- en overschrijving en toevoe ging van enkele posten aan de begrooting dienst 1919. Daarop wordt overgegaan tot de uitloting van een aandeel der geldleeDing groot 7500,-, ter. laste der gemeente, aflosbaar op den 15 Febr. 1920. Door den heer Dk. Breesnee wordt uit de daarvoor bestemde bus getrokken no. 6. Op de vraag van den Voorzitter, of nog een der leden iets te vragen heeft of voor te stellen, vraagt" de heer Dorst of er reeds nadere stukken of berichten inzake den landaankoop zijn ingekomen, waarop de Voorzitter zegt, dat deze zaak eenige ver traging ondervindt; by zijn bezoek aan den Ambtenaar aan het Departement, welke met de uitvoering van de Landarbeiderswet is belast, was deze met vacantie, doch kreeg hy de belofte dat de aanvrage om ver hooging der som ingevolge art. 4 bespoe digd zal worden. Ook het Diaconie Armbestuur onder vindt wat betreft de goedkeuring van het Classic. Bestuur eenige vertraging, daar, door geheime invloeden in deze gemeente, een spaak in 't wiel gestoken schijnt te zyn; deze zaak zal echter zoo spoedig mo gelijk worden behandeld. Door den heer de Haas van Dorsser wordt gevraagd of de afsluiting van de Noordl. Achterweg nog noodig js en of bij het bouwen van de woning van G. de Geus de rooiiyn van de straat reeds is aangegeven. De Voorzitter zegt dat de Noordl. Achter weg op advies van den straatmaker nog is afgesloten, omdat de nieuwe straat inplaats van medewerking, tegenstand ondervindt, daar de sluitingen al eens zijn afgebroken en over de straat is gereden, wat niet in 't belang der straat is, zoodat deze nog is afgesloten. Wat betreft de rooilijn voor de woning van G. de Geus, hieraan wordt stipt de hand gehouden en niet afgeweken van het vastgestelde plan. Ook vraagt de heer van Dorsser nog eenige inlichtingen aangaande de vertraging van de goedkeuring van het Classic. Best. i.z. de landaankoop, waarop de Voorzitter zegt dat de goedkeuring nog niet is inge komen, omdat het besluit van het Diac. Armbest. wordt tegengewerkt en het nu in een groote vergadering van het Classic. Best. zal worden behandeld. De heer A C. Breesnee vraagt, voor wien de kosten zijn van het maken van een be stek voor de te bouwen woningen, ingeval deze meer bedragen, dan de met Korteweg overeengekomen som. De Voorzitter zegt, dat de menschen met Korteweg deze zaak moeten regelen ingeval dit zoo is. Door den Voorzitter worden aan de leden nog eenige inlichtingen gegeven i. z. den landaankoop, waarna de vergadering ia ver band met de behandeling van het suppl. kohier van den Hoofdeiyken Omslag in ge heime zitting overgaat.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1919 | | pagina 2